gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem

onderzoek naar milieueffectrapportage (plan-mer-screening) Versie aanvraag goedkeuring gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

Colofon opdrachtomschrijving) gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem”, gemeente Dilsen-Stokkem, provincie Onderzoek naar milieueffectrapportage (plan-mer-screening)

Initiatiefnemer stad Dilsen-Stokkem

contactpersoon dhr. Peter De la Haye Europalaan 25 T. +32 89 790 800 3650 DILSEN_STOKKEM F. +32 89 790 887

E. [email protected] W. www.dilsen-stokkem.be opsteller van het RUP Geosted

Jean-Luc Schepmans T. +32 89 515 343 Riemsterweg 117 F. / 3742 M. +32 477 267 903

E. [email protected]

Opsteller onderzoek naar mer

M-Impact

Wouter Beyen T. +32 11 666 765 Stationsstraat 50 bus 3 F. / 3910 Neerpelt M. +32 474 696 317

E. [email protected]

Pagina 2 van 54 M-Impact juli 2016 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

Inhoudsopgave COLOFON ------2 INHOUDSOPGAVE ------3 LIJST VAN FIGUREN ------5 LIJST VAN TABELLEN ------5 1 INLEIDING ------7 2 BESCHRIJVING VAN HET VOORGENOMEN PLAN ------9

2.1 SITUERING VAN HET PLANGEBIED OP LUCHTFOTO EN KADASTRALE PLANNEN ------9 2.2 VISIE OP HET PLANGEBIED ------13 2.3 PLANOLOGISCHE WIJZIGINGEN VAN HET VOORGENOMEN PLAN ------13 2.4 VERGUNNINGSTOESTAND VAN HET PLANGEBIED ------16 2.4.1 Stedenbouwkundige vergunningen ------16 2.4.2 Milieuvergunningen ------16 3 JURIDISCH BELEIDSMATIGE SITUERING, RELEVANT VOOR ALLE DEELPLANNEN ------17

3.1 SPECIALE BESCHERMINGSZONES EN GEBIEDEN VAN HET VEN ------17 3.2 TOETSING AAN DE STRUCTUURVISIE ------18 3.2.1 Toets aan het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) ------18 3.2.2 Toets aan het provinciaal structuurplan ------19 3.2.3 Toetsing aan het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (gRSP) ------19 4 BESCHRIJVING VAN DE HUIDIGE TOESTAND VAN HET VOORGENOMEN PLAN ------23

4.1 BODEMTYPES ------23 4.2 GRONDWATERKARAKTERISTIEKEN ------24 4.3 OPPERVLAKTEWATER ------24 4.4 AFVALWATERAFVOER ------25 4.5 LUCHTKWALITEIT ------25 4.6 NATUUR (FAUNA EN FLORA) ------27 4.7 LANDSCHAP EN ERFGOED ------27 4.7.1 Landschap ------27 4.7.2 Erfgoed ------28 4.7.3 Archeologie ------28 4.8 MENS, RUIMTELIJKE ASPECTEN ------30 juli 2016 M-Impact Pagina 3 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

4.9 MOBILITEIT: BEREIKBAARHEIDSPROFIEL ------30 4.10 RUIMTELIJKE VEILIGHEID ------31 5 TOETS AAN REGELGEVING MILIEUEFFECTRAPPORTAGE ------33

5.1 VALT HET VOORGENOMEN PLAN ONDER HET TOEPASSINGSGEBIED ------33 5.2 IS HET PLAN VAN RECHTSWEGE PLAN-MER PLICHTIG? ------33 6 METHODIEK EFFECTBESPREKING EN SCOPING EFFECTEN ------35 7 ONDERZOEK NAAR MER BIJ HET VOORGENOMEN PLAN ------37

7.1 EFFECTEN OP DE BODEM------37 7.1.1 Beschrijving mogelijke effecten op planniveau ------37 7.1.2 Beoordeling van de effecten ------37 7.2 EFFECTEN OP WATER ------38 7.2.1 Beschrijving van de effecten ------38 7.2.2 Beoordeling effecten ------38 7.3 EFFECTEN OP HET GELUIDSKLIMAAT ------39 7.3.1 Beschrijving en beoordeling van effecten------39 7.4 EFFECTEN OP DE LUCHTKWALITEIT ------39 7.5 EFFECTEN OP DE NATUURWAARDEN (FAUNA EN FLORA) ------39 7.5.1 Beschrijving van de effecten ------39 7.5.2 Beoordeling van de effecten ------40 7.6 EFFECTEN OP HET LANDSCHAP EN ERFGOED ------40 7.6.1 Beschrijving van de effecten ------40 7.6.2 Beoordeling van de effecten ------42 7.7 EFFECTEN OP DE MOBILITEIT ------42 7.8 EFFECTEN OP DE MENS (RUIMTELIJKE ASPECTEN EN GEZONDHEIDSASPECTEN) ------43 7.8.1 Beschrijving van de effecten ------43 7.8.2 Beoordeling van de effecten ------43 7.9 AANREIKEN ELEMENTEN WATERTOETS ------44 7.10 GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN ------46 8 SAMENVATTING EN BESLUIT ------47 9 BRONNEN ------49

Pagina 4 van 54 M-Impact juli 2016 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

Lijst van figuren FIGUUR 1: LUCHTFOTO VAN HET DORPSCENTRUM VAN ROTEM MET AANDUIDING VAN HET PLANGEBIED (LUCHTFOTO ZOMER 2012; BRON: GEOPUNT.BE) ------10 FIGUUR 2: AFBAKENING VAN HET VOORGENOMEN PLANGEBIED OP HET KADASTRAAL PLAN (BRON: CADGIS) ------11 FIGUUR 3: AFBAKENING VAN HET VOORGENOMEN PLAN OP HET GEWESTPLAN LIMBURGS-MAASLAND ------12 FIGUUR 4: ONTWERP GRAFISCH PLAN VAN HET GRUP CENTRUMPLEIN ROTEM, NOORDELIJK DEELGEBIED ------14 FIGUUR 5: ONTWERP GRAFISCH PLAN VAN HET ZUIDELIJKE DEELGEBIED ------15 FIGUUR 6: LIGGING PLANGEBIED T.O.V. HET HABITATRICHTLIJNGEBIED ------18 FIGUUR 7: LIGGING GEBIEDEN VAN HET VEN RONDOM ROTEM ------18 FIGUUR 8: GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR VAN KORTESSEM CENTRUM (AANGEPAST, NAAR KAART 47 UIT HET GRS) ------21 FIGUUR 9: DE BODEMKAART VAN HET PLANGEBIED ------23 FIGUUR 10: GRONDWATERSTROMINGSGEVOELIGHEID VAN HET PLANGEBIED ------24 FIGUUR 11: GRONDWATERKWETSBAARHEID VAN EN GRONDWATERWINNINGEN IN HET PLANGEBIED ------24 FIGUUR 12: LIGGING VAN HET PLANGEBIED OP HET ZONERINGSPLAN VOOR RIOLERINGEN VAN DE VMM ------25 FIGUUR 13: LUCHTKWALITEIT IN DE OMGEVING VAN HET PLANGEBIED (BRON: GEOLOKET RUP LUCHT, VMM) ------25 FIGUUR 14: BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART VAN HET PLANGEBIED EN OMGEVING ------26 FIGUUR 15: SITUERING EN ILLUSTRATIE VAN BOUWKUNDIG ERFGOED RONDOM HET PLANGEBIED ------29 FIGUUR 16: KAART MET DE LANDBOUWGEBRUIKSPERCELEN EN BEDRIJFSPERCELEN ------30 FIGUUR 17: LIGGING VAN NATUURLIJKE OVERSTROMINGSZONES IN EN ROND HET PLANGEBIED ------44 FIGUUR 18: WATERTOETSKAART RECENT OVERSTROOMDE GEBIEDEN EN RISICOZONES OVERSTROMING ------44 FIGUUR 19: OVERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN ------45 FIGUUR 20: LIGGING PLANGEBIED OP KAART MET INFILTRATIEGEVOELIGE GEBIEDEN ------45 FIGUUR 21: HELLINGEN IN HET PLANGEBIED ------45 FIGUUR 22: EROSIEGEVOELIGHEID VAN HET PLANGEBIED ------45

Lijst van tabellen TABEL 1: OVERZICHT VAN DE BESTEMMINGSWIJZIGINGEN VAN HET VOORGENOMEN PLAN ------13 TABEL 2: BESTEMMINGSWIJZIGINGEN VAN HET ALTERNATIEF VAN HET VOORGENOMEN PLAN IN RELATIE TOT MOGELIJKE EFFECTEN ------35

juli 2016 M-Impact Pagina 5 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem

onderzoek naar milieueffectrapportage (plan-mer-screening)

1 Inleiding Dilsen-Stokkem heeft het voornemen om het gebied rond het centrumplein van deelgemeente Rotem, dit is het plein naast de basisschool en het zwembad, te versterken. Daarvoor wil de gemeente volgende bestemmingswijzigingen doorvoeren: 1) ca. 1,5 ha woongebied wijzigen in gebied voor openbaar nut (blauwe zone) voor bestendiging school, sporthal en dorpsplein; 2) ca 1,5 ha woonuitbreidingsgebied omvormen tot woongebied; 3) ca. 1,5 ha woonuitbreidingsgebied wijzigen in agrarisch gebied.

Met bestemmingswijziging 1) krijgen het dorpsplein, de gebouwen van de school, sporthal, zwembad, jeugdbeweging en parochiecentrum een geëigende bestemmingstype. Met de tweede bestemmingswijziging wil de stad een kernversterkende ontwikkeling in het centrum van Rotem en de afwerking van een kwalitatieve pleinwand mogelijk maken. Het plangebied voor de twee eerste wijzigingen zijn percelen in de onmiddellijke omgeving van het centrumplein in het gebied omsloten door Haagstraat, Hoogbaan, Hiegaatsweg en Allemansweg aangevuld met enkele percelen ten zuiden van de Hiegaetsweg.

Het plangebied voor de derde wijziging zijn percelen tussen Allemansweg en Hoogstraat die 200 m zuidwaarts liggen, buiten het bestaande centrum van Rotem. Met de wijziging naar agrarisch gebied beperkt Dilsen-Stokkem toekomstige uitbreidingen vna de kern van Rotem.

Dit onderzoek naar milieueffectrapportage bevat, na dit inleidend hoofdstuk, achtereenvolgens volgende delen: . meer uitgebreide beschrijving van het voorgenomen plan (hoofdstuk 2); . juridische en beleidsmatige randvoorwaarden (hoofdstuk 3); . beschrijving van de referentiesituatie / actuele situatie (hoofdstuk 4); . toets aan de regelgeving betreffende milieueffectrapportage (hoofdstuk 5); . screening (beknopte analyse) van de mogelijke milieueffecten van het voorgenomen plan met daarin motivatie dat plan niet van rechtswege plan-mer- plichtig is.

juli 2016 M-Impact Pagina 7 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

2 Beschrijving van het voorgenomen plan 2.1 Situering van het plangebied op luchtfoto en kadastrale plannen Het plangebied van dit RUP bestaat uit twee deelgebieden. Het eerste deelgebied ligt rond het zogenaamde centrumplein van Rotem, het plein met parkeerplaatsen en een basketbalveld naast de basisschool en het zwembad. Dit eerste deelgebied kent in grote lijnen volgende begrenzing: . de Allemansweg in het westen; . de Haagstraat in het noorden; . de Hoogbaan in het oosten . de Hiegaetsweg in het zuiden afwijkingen op deze begrenzing zijn: . enkele percelen die naar de Hoogbaan ontsluiten, niet grenzen aan het plein en waar geen woonuitbreidingen/inbreidingen mogelijk zijn, zijn niet in het plangebied opgenomen. . Enkele percelen gelegen ten zuiden van de de Hiegaetsweg zijn wil opgenomen in het plangebied. Figuren 1 en 2 tonen de afbakening van het voorgenomen plan op luchtfoto en kadasterplan.

Volgende kadastrale percelen liggen binnen de afbakening van het noordelijk deelgebied: Dilsen-Stokkem afdeling 2 Rotem Sectie B percelen 981e-d, 982f, 983h, 986d, f en h, 987c, 988h, k en l, 989g, 1003h, n, s en t, 1004a, 1007p, 1007r, 1016a², c², e² en v, 1410l (deel), 1411a (deel), 1412b en c (deel), 1413 a², b², n, p, t, v, x en z, 1414 en 1415 e-h; kadastraal gekend “Op de Haegstraat”.

Het tweede deelgebied ligt 200 m zuidwaarts en omvat percelen langs de Allemansweg die in landbouwgebruik zijn maar in woonuitbreidingsgebied liggen. Vanwege de perifere ligging t.o.v. Rotem centrum wil de Stad Dilsen-Stokkem deze (delen van) percelen herbestemmen naar agrarisch gebied. Tot dit deelgebied behoren de kadastrale percelen Dilsen-Stokkem afdeling 2 Rotem Sectie B percelen 1372-1375, 1376a, 1376b, 1384-1387, 1392c (deel), 1393, 1394 1431, 1432a (deel), 1433, 1434a (deel) en 1435-1437.

Dit voorgenomen plan Centrumplein Rotem kent geen alternatieve afbakeningen.

juli 2016 M-Impact Pagina 9 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

Figuur 1: luchtfoto van het dorpscentrum van Rotem met aanduiding van het plangebied (luchtfoto zomer 2012; bron: geopunt.be)

Pagina 10 van 54 M-Impact juli 2016 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

Figuur 2: afbakening van het voorgenomen plangebied op het kadastraal plan (bron: CadGis)

juli 2016 M-Impact Pagina 11 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

Figuur 3: afbakening van het voorgenomen plan op het gewestplan Limburgs-Maasland

Pagina 12 van 54 M-Impact juli 2016 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

2.2 Visie op het plangebied Met het voorgenomen plan wil Dilsen-Stokkem een kernversterkende ruimtelijke ontwikkeling rond het centrumplein van Rotem mogelijk maken. Dit doel wil de stad bereiken door: 1) een zone voor centrumplein (verhard) en groenplein (onverhard) ruimtelijk vast te leggen; 2) op de grens van het centrumplein en de zone voor “centrumwonen” een verplichte bouwlijn op te leggen; 3) bijkomende woningbouw mogelijk maken in bestaande achtertuinen; 4) de rooilijn langs de Haagstraat iets op te schuiven naar het zuiden zodat op termijn voetpaden breder kunnen worden; 5) een langzaamverkeer verbinding door het plangebied realiseren, deze verbinding moet de bestaande buurtweg op het kadastraal plan vervangen. Deze buurtweg is nu overbouwd, omgeploegd of op andere wijze verdwenen of opgenomen in privaat domein. Momenteel vervult de Hiegaetsweg de functie van langzaamverkeerverbinding.

2.3 Planologische wijzigingen van het voorgenomen plan Tabel 1 geeft een overzicht van de bestemmingswijzigingen die het voorgenomen plan zal aanbrengen.

Tabel 1: overzicht van de bestemmingswijzigingen van het voorgenomen plan Deelplan Beschrijving noord ca. 2,0 ha woongebied wijzigt in “gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut”, gedetailleerd in zone voor centrumplein of zone voor groenplein ca. 2,5 ha woonuitbreidingsgebied wijzigt in woongebied, gedetailleerd in 1,5 ha zone voor “centrumwonen” en 1 ha zone voor wonen ca. 0,9 ha woongebied blijft woongebied, gedetailleerd in zone voor “centrumwonen” en ontsluitingswegen zuid ca. 2,8 ha woonuitbreidingsgebied wijzigt in agrarisch gebied Door de bestemmingswijzigingen neemt de gezamenlijke oppervlakte van woongebied en woonuitbreidingsgebied in Rotem af met 2,3 ha.

juli 2016 M-Impact Pagina 13 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

Figuur 4: ontwerp grafisch plan van het gRUP Centrumplein Rotem, noordelijk deelgebied

Pagina 14 van 54 M-Impact juli 2016 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

Figuur 5: ontwerp grafisch plan van het zuidelijke deelgebied Legende bij de grafisch plannen

Beschrijving mogelijke invullingen van het plangebied.

Het voorgenomen plan zal woonuitbreidingsgebied aansnijden waardoor extra bebouwing in het gebied, t.o.v. de bestaande feitelijke toestand kan plaatsvinden. Bij een dichtheid van 16 wooneenheden per ha (dit is 6,5 are per woning, inclusief verkavelingswegen) maakt het plan de bouw van 40 woningen mogelijk. Bij een dichtheid van 24 woningen per ha stijgt het maximale aantal bijkomende wooneenheden tot 60. Het is deze wijziging die vooral bepalend is voor de effecten van het voorgenomen plan. Een school of sporthal een geëigende bestemming geven of een plein verankeren zal op het terrein niet resulteren in belangrijke wijzigingen en dus ook niet in aanzienlijke effecten. juli 2016 M-Impact Pagina 15 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

2.4 Vergunningstoestand van het plangebied

2.4.1 Stedenbouwkundige vergunningen In het plangebied staan verschillende gebouwen waarvoor in het verleden stedenbouwkundige vergunningen zijn afgeleverd. Een oplijsting van alle stedenbouwkundige vergunningen is weinig relevant voor dit voorgenomen plan. Er zijn geen bouwovertredingen aanwezig in het plangebied.

2.4.2 Milieuvergunningen Er zijn 3 milieuvergunningen afgeleverd voor volgende activiteiten in het plangebied . Exploitatie van een school . Exploitatie van een zwembad . Exploitatie van een supermarkt

Pagina 16 van 54 M-Impact juli 2016 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

3 Juridisch beleidsmatige situering, relevant voor alle deelplannen 3.1 Speciale beschermingszones en gebieden van het VEN Rondom Rotem liggen twee habitatrichtlijngebieden (3 deelgebieden in totaal) en 1 vogelrichtlijngebied, alle op meer dan 1 km. 1. Vogelrichtlijngebied “Hamonterheide, Hageven, Buitenheide, Stamprooierbroek en Mariahof”, de zuidgrens van dit gebied ligt op 1.150 m ten noorden van het plangebied 2. Habitatrichtlijngebied “Uiterwaarden langs de Limburgse Maas en Vijverbroek – BE2200037”, deelgebied Koeweide op 1.180 m ten zuiden en uiterwaarden Bichterweerd op 2.000 m ten oosten 3. Habitatrichtlijngebied “Itterbeek met Brand, Jagersborg en Schotsheide en Bergerven – BE00034”, deelgebied Schotsheide op 1.400 m ten noorden van het plangebied (overlapt met het hoger vermelde vogelrichtlijngebied); deelgebied Bergerven op 2.800 m ten noordwesten.

Rondom Rotem liggen ook (deelgebieden) van 4 gebieden behorende tot het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) 1. VEN 414 “Het Bergerven”, een grote eenheid natuur (GEN) op2.370 m ten westen,; 2. VEN 415: “De Zanderbeek” een GEN op 2.000 m ten noorden; 3. VEN416_1: Grensmaas noord, meerdere deelgebieden GEN en 2 deelgebieden grote eenheid natuur in ontwikkeling (GENO). Het meest nabije deelgebied ligt op 1.200 m ten zuidoosten van het plangebied; 4. VEN 401 “Hoge Kempen”, een GEN op 3.180 m van het plangebied.

juli 2016 M-Impact Pagina 17 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

Figuur 6: ligging plangebied t.o.v. het habitatrichtlijngebied Figuur 7: ligging gebieden van het VEN rondom Rotem

3.2 Toetsing aan de structuurvisie Deze toets gaat na of het voorgenomen plan conform de bepalingen is van de verschillende structuurplannen: het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV), het provinciaal structuurplan Limburg (PSR), of het gemeentelijk structuurplan van Dilsen-Stokkem.

3.2.1 Toets aan het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) van 23 september 1997 (en latere actualisaties) geeft de gewenste ruimtelijk structuur van Vlaanderen op hoofdlijnen aan. Het plan vormt het kader voor de verdere ruimtelijke ontwikkeling in Vlaanderen voor vier hoofdstructuren: de stedelijke gebieden en netwerken, de economische knooppunten, de lijninfrastructuren en het open ruimte gebied. De structuurplannen van lagere orde, de provinciale en gemeentelijke structuurplannen, dienen binnen dit kader te passen. Een relevant basisprincipe van het RSV voor dit voorgenomen plan is het principe van gedeconcentreerde bundeling. Het RSV opteert om te vertrekken van de bestaande situatie als basis voor de ruimtelijke ontwikkeling. De aanwezige dynamiek wordt positief aangewend en gebruikt voor de creatie van sociale, economische en ruimtelijke meerwaarden voor Vlaanderen. Negatieve tendensen buigt het plan om door middel van het principe van gedeconcentreerde bundeling.

Pagina 18 van 54 M-Impact juli 2016 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

Het RSV selecteerde Dilsen-Stokkem als een deel van het Limburgs Mijngebied en van het (zuidelijk) Maasland, twee stedelijke netwerken op Vlaams niveau. Vanwege de ligging in een doelstelling 2 of 5 zone (Europees regionaal beleid) duidt het RSV Dilsen-Stokkem ook aan als een specifiek economisch knooppunt en verwijst naar de industriezones van Rotem, Lanklaar en Sourveld. De afbakening van de woonkernen binnen gemeentes gebeurde niet op Vlaams niveau maar op provinciaal niveau (zie volgende paragraaf).

3.2.2 Toets aan het provinciaal ruimtelijk structuurplan (PRS) Dilsen-Stokkem ligt deels in de hoofdruimte Kempen, deels in het Maasland. De verschillende dorpskernen liggen allemaal in het Maasland. Op het Kempisch plateau domineert de open ruimte. Deze is doorbroken door de verkavelingen Nieuw Homo en Groot Homo. In deze deelruimte liggen ook grootschalige ontginningsgebieden van berggrind. Het PRS selecteert Dilsen, Stokkem en Landklaar als hoofddorpen in de gemeente. De overige kernen van de gemeente (Rotem, Elen en Stokkem) selecteert het als woonkernen. Woonkernen beantwoorden aan volgende omschrijving: . minimaal 200 inwoners of 4 inwoners per ha (400 per km²); . voorzien zijn van een bakker; . voorzien zijn van een lagere school; . voorzien zijn van een kruidenier of superrette of van een parochie.

Het PRS selecteerde ook natuurverbindingen. In de omgeving van Rotem liggen verbindingen 15 en 16: . Natuurverbinding 15 tussen Schootsheide en omgeving (bosgebied rand Kempisch plateau) en Bichterweerd (geherstructureerde grindplas): verbinding bestaande uit kleine landschapselementen, bosjes, vijvers, overblijvende open ruimtes . Natuurverbinding 16 tussen bossen ten oosten van de Driepaalhoeve (gemeente As) en omgeving voetveer Veurzen via Ommerstein (kasteeldomein ten oosten van Rotem): verbinding bestaande uit kleine landschapselementen, overblijvende open ruimtes en bosjes

De gemeente ondersteunt de geselecteerde provinciale natuurverbindingen en bouwt de ecologische infrastructuur verder uit opgehangen aan de beekvalleien waarvan sommigen volgens het PRS natuurverbindingen op lokaal niveau zijn (zie § 3.3.3).

3.2.3 Toetsing aan het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (gRS) Dilsen-Stokkem heeft als hoofddoel het streven naar een hoogwaardige woon- en leefomgeving in het Maasland. De leefkwaliteit wordt vooral bepaald door het groene kader van de gemeente. Twee van de pijlers om deze doelstelling te verwezenlijken zijn: . de heraanleg van de openbare ruimte op strategische plekken; . een ruimtelijk afgewogen wijze van woonuitbreiding. juli 2016 M-Impact Pagina 19 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

De verschillende woonkernen van de gemeente liggen allemaal in de deelruimte Middenterras met N78. Hoewel de kernen zich volgens een lineair patroon ontwikkelden zijn ze toch redelijk compact gebleven. Richtinggevend bepaalt het grs dat het belangrijk is deze compactheid te behouden. De noordelijke kernen, waartoe Rotem behoort, zijn meer landelijk gebleven dan de zuidelijke. Deze tweedeling wil het grs behouden. De zuidelijke kernen worden versterkt als hoofddorp wat betekent dat woonuitbreidingsgebieden (wug) aangesneden kunnen worden. Voor Rotem, als noordelijke kern, kiest het grs voor een verdere ontwikkeling als kwalitatief plattelandsdorp. De nadruk ligt op het behoud en versterken van de woonkwaliteit en het agrarisch grondgebruik. Grootse ontwikkelingen zijn er uitgesloten. Bepaalde functies kunnen herschikt worden om de open ruimte te versterken. Bestaande woonzones kunnen worden afgewerkt en inbreidingsprojecten blijven mogelijk. Nieuwe wug worden in de planperiode niet aangesneden. Figuur 8 toont het ontwikkelingsperspectief voor Rotem, Reselt en Elen.

Specifiek voor Rotem bepaalt het grs: . afwerking woonlinten met vrijwaren van beekvalleien en verdichtingsprojecten binnen de bebouwde ruimte om tot een meer compacte kern te komen; . uitbouw van een fijnmazig langzaam verkeersnetwerk; . vastleggen van de grenzen van de recreatieve pool in de kern van Rotem via een RUP of gebiedsgericht RUP.

Het voorgenomen plan beantwoordt aan de pijlers van het structuurplan want het voorziet in de heraanleg van een plein en in woonuitbreiding die ruimtelijk is afgewogen: namelijk nabij het centrum van een deelgemeente. Weliswaar gebeurt dit door aansnijden van woonuitbreidingsgebied. De aangesneden oppervlakte is in balans met de herbestemming van woongebied naar zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut. Het voorgenomen plan is zo conform de geest van het grs. Het plein wordt kwalitatief afgewerkt zodat de kern van het dorp wordt versterkt.

Bindende bepaling 21 van het grs is de opmaak van een gebiedsgericht RUP voor de landelijke woonkernen Rotem/Elen/Reselt en omgeving. Het RUP centrumplein Rotem valt volledig binnen deze bindende bepaling.

Selectie van wegen Het grs selecteert de N757, Haagstraat - Burgemeeser Henrylaan - Steenweg naar Neeroeteren, als lokale weg type I, verbindingsweg (van Rotem naar Neeroeteren). De overige wegen in de omgeving van het plangebied worden niet geselecteert door het grs. Dit betekent dat het alle lokale wegen type III zijn. Deze hebben noch een verbindende, noch een gebiedsontsluitingsfunctie.

Pagina 20 van 54 M-Impact juli 2016 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

Figuur 8: gewenste ruimtelijke structuur van Kortessem centrum (aangepast, naar kaart 47 uit het grs)

juli 2016 M-Impact Pagina 21 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

4 Beschrijving van de huidige toestand van het voorgenomen plan

4.1 Bodemtypes Rotem ligt op de overgang van het Kempisch plateau en de Maasvallei. Dit is merkbaar aan de bodem. Aan de zijde van het Kempisch plateau, dit is ten westen van de rijksweg N78, komen lichtere bodemtexturen voor: lemig zand (S) en licht zandleem (P). Ten oosten van de rijksweg komen zwaardere zandleem bodems (L) voor. Deze vormden zich op rivierafzettingen van de Maas. Deze rivier ligt op 2,2 km ten westen van het plangebied. De bodems in het plangebied hebben een lichte textuur en zijn droog, drainageklassen b en c. In de zomer zijn ze droogtegevoelig wat voor bepaalde landbouwteelten een nadeel is. De bodems hebben een structuur B-horizont, wat betekent dat dieper in het profiel de kleur donkerder is of meer leemdeeltjes bevat. Bebouwde delen zijn op de bodemkaart ingetekend als verstoorde bodems. In het noordelijke deelgebied zijn intussen Figuur 9: de bodemkaart van het plangebied meer gronden bebouwd en daardoor ook als verstoord te beschouwen. In het zuidelijke deelgebied zijn geen bebouwde gronden aanwezig.

juli 2016 M-Impact Pagina 23 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

4.2 Grondwaterkarakteristieken grondwaterstromingen Het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstromingen Figuur 10). De watertoetskaart voor grondwaterstromingen is gebaseerd op de bodemkaart en heeft een signaalfunctie. In bodems die matig gevoelig zijn voor grondwaterstroming is het advies nodig van de VMM bij ondergrondse constructies dieper dan 5 m en langer dan 100 m en bij verkavelingen groter dan 1 ha. Het voorgenomen plan zal vermoedelijk niet resulteren in nieuwe projecten van die omvang. grondwaterkwetsbaarheid (bron: dov.vlaanderen.be) Het grondwater van het plangebied is uiterst kwetsbaar voor verontreiniging. De deklaag is zandig of minder dan 5 m dik, de watervoerende laag is een grindlaag en de onverzadigde zone is dunner dan 10 m. FIGUUR 10: grondwaterstromingsgevoeligheid van het plangebied

4.3 Oppervlaktewater Er is geen stromend oppervlakte water in het plangebied aanwezig. De Kogbeek, een waterloop van tweede categorie, stroomt ten oosten van het plangebied en mondt iets ten noorden van Rotem in de Maas uit. In het noordwesten van Rotem centrum ontspringt de Broekbeek, een zijrivier van de Zanderbeek.

Figuur 11: grondwaterkwetsbaarheid van en grondwaterwinningen in het plangebied

Pagina 24 van 54 M-Impact juli 2016 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

4.4 Afvalwaterafvoer het plangebied ligt bijna volledig in centraal gebied: de zone waarvan het afvalwater collectief wordt verzameld en gezuiverd in een RWZI. Het zuidelijke deel, in landbouwgebruik, is niet opgenomen in het zoneringsplan. Van het noordelijke deelgebied is 1 perceel, in landbouwgebruik, ook niet opgenomen in het zoneringsplan. Het grenst wel aan andere delen gelegen in centraal gebied. Rotem behoort tot zuiveringszone Dilsen. Het RWZI van Dilsen-Stokkem ligt op het Rooselaaerspad 14 in Rotem. Dit is aan de overzijde van Rijksweg, in vogelvlucht op circa 900 m van het plangebied.

Figuur 12: ligging van het plangebied op het zoneringsplan voor rioleringen van de VMM

4.5 Luchtkwaliteit De gemiddelde luchtkwaliteit in Rotem in de jaren 2010-2012 was volgens het geoloket RUP van de VMM vrij goed: . jaarlijks 16-20 overschrijdingen van de dagnorm voor PM10 die 50 µg/m³ bedraagt . jaargemiddelde concentratie PM10 van 21 à 25 cm µg/m³ . jaargemiddelde concentratie NO2 van 16 à 20 µg/m³ De jaargemiddelde concentratie PM10 en het aantal overschrijdingen van de dagnorm voor PM10 zijn bepalend voor de totale beoordeling.

Voor de concentratie NO2 scoort de luchtkwaliteit goed. Volgens de Atmosys kaart van het Vito was de gemiddelde jaarconcentratie NO2 en PM10 in 2013 nog steeds in hetzelfde Figuur 13: luchtkwaliteit in de omgeving van het plangebied (bron: geoloket RUP Lucht, VMM) interval gelegen. Het aantal overschrijdingen van de PM10 daggrenswaarde was in 2013 gevoelig lager en gelegen tussen 6 en 10 keer, zeer goede kwaliteit. juli 2016 M-Impact Pagina 25 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

Figuur 14: biologische waarderingskaart van het plangebied en omgeving

Pagina 26 van 54 M-Impact juli 2016 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

4.6 Natuur (fauna en flora) natuurwaarden en hun biologische waardering Het volledige plangebied is biologisch minder waardevol waarin lokaal biologisch waardevolle elementen aanwezig zijn. De waardevolle elementen zijn: . 2 oudere knotbomen van es langs de buurtweg, tussen een akker en een schapenweide langs de Allemansweg, vermoedelijk een overblijfsel van een langere bomenrij, de rest van de perceelsgrens is een jonge bomenrij van gemengd loofhout; Volgens de BWK versie II was dit een bomenrij met dominantie van beuk, . soortenrijke grazige bermen of perceelsranden (code hp* op Figuur 14)

Ook in tuinen kunnen biologische waardevolle elementen aanwezig zijn. Omdat deze niet inventariseerbaar zijn, zijn ze niet opgenomen op de biologische waarderingskaart en kan deze mer-screening ze evenmin beschrijven. Het ontbreken van deze gegevens heeft geen effecten op de effectbeoordeling. soorten in het plangebied komen dier- en plantensoorten van dorpen, tuinen en parken voor. De opmaak van een volledige soortenlijst valt buiten de scope van deze screening.

4.7 Landschap en erfgoed

4.7.1 Landschap Rotem ligt op de overgang tussen de Kempen en het Maasland. Deze overgang verloopt via een steilrand tussen de maasvallei en maasterrassen in het oosten en het Kempisch plateau in het westen. In noordelijke richting verloopt de overgang naar de Kempen meer geleidelijk (over Neeroeteren, Opitter, Bree). Rotem ligt op het middenterras van de Maas. Het dorp heeft een duidelijke kern aan weerszijden van de Haagstraat, ter hoogte van het plangebied en de kerk, en is langs verbindingswegen lintvormig uitgewaaierd. Ook aan de overzijde van de rijksweg N78 zijn er woonwijken van Rotem aanwezig. Het noordelijke deel van het plangebied ligt op de overgang van het gesloten bebouwde landschap van Rotem centrum en het open landbouwlandschap tussen Rotem en Dilsen, waarin het zuidelijke deelgebied ligt. Dit open landbouwlandschap wordt hier en daar doorbroken door een solitaire boom of boomgroep rond of bij een boerderij. Ook de bebouwing die langs de wegen uitwaaierde doorbreekt deze open ruimte. Ten zuiden van de Hiegaetsweg is het landschap actueel open. juli 2016 M-Impact Pagina 27 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

4.7.2 Erfgoed In het plangebied ligt het beschermd dorpsgezicht “Gemeentehuis Rotem en onderwijzerswoning”. Daarnaast liggen in het plangebied twee gebouwen die zijn opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed . Een interbellumwoning op het adres Haagstraat 37: het is een burgerhuis in zakelijke stijl uit de periode tussen de 1ste en 2de wereldoorleg. . Een onderwijzerswoning en het oud gemeentehuis van Rotem op de Haagstraat 19, dit is op de locatie van de gemeenteschool. Het zijn twee identieke gebouwtjes die dateren uit 1882 en samen werden gebouwd met een schoolgebouw uit die tijd. Ze werden voorzien als onderwijzigerswoning maar 1 ervan werd in 1939 als gemeentehuis ingericht. Bij de bouw van de nieuwe school in 1976 bleven de twee gebouwen behouden.

Meer en beschermde erfgoedwaarden zijn aanwezig ten zuidoosten van het plangebied (zie Figuur 15 p. 29): . het beschermde monument “kasteel van Ommerstein, park en domeindreven” met Kasteel van Ommerstein (rood ingekleurd op figuur 15). Dit kasteel is ook opgenomen in de inventaris van Foto 1: de interbellumwoning het bouwkundig erfgoed . het vastgesteld landschapsrelict “Maasvallei tussen en (rood omlijnd op figuur 15).

4.7.3 Archeologie Er is geen gekend archeologisch erfgoed aanwezig. Dit wil niet zeggen dat het er niet is, dat kan nog altijd het geval zijn. Aan de overzijde van de rijksweg zijn enkele kleine zones aangeduid als zone zonder archeologisch erfgoed. Hun aanwezigheid is evenmin een garantie op het ontbreken van archeologisch erfgoed in het plangebied. Dat is een leemte in de kennis.

Foto 2: onderwijzerswoning en oud gemeentehuis Rotem

Pagina 28 van 54 M-Impact juli 2016 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

Figuur 15: situering en illustratie van bouwkundig erfgoed in en rondom het plangebied (dikke zwarte contouren)

juli 2016 M-Impact Pagina 29 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

4.8 Mens, ruimtelijke aspecten Het noordelijk deelgebied is in gebruik voor wonen, onderwijs (basisschool), sport (zwembad, sporthal) en ontspanning (lokaal jeugdbeweging en parochiezaal). Langs de Haagstraat zijn enkele handelszaken gevestigd. Deze zijn niet opgenomen in het voorgenomen plan. Twee percelen hebben nog een landbouwgebruik: . het perceel op de noordoosthoek van de Allemansweg en de Hiegaetsweg is in voorjaar 2016 een akker. . het perceel ten noorden ervan is in gebruik als een schapenweide. Tussen beide in staat een bomenrij. Ten zuiden van de Hiegaetsweg domineert het landbouwgebruik. Volgens de landbouwtelling van 2012 (FIGUUR 16) zijn de belangrijkste teelten grasland, voedergewassen en maïs. In 2016 zijn de meeste percelen in gebruik als grasland.

Figuur 16: kaart met de landbouwgebruikspercelen en bedrijfspercelen

4.9 Mobiliteit: bereikbaarheidsprofiel In Rotem centrum zijn meerdere stopplaatsen van de belbus 721, -Maaseik-Dilsen-Stokkem, de meeste nabije aan de harmoniezaal. Een stopplaats van lijn 61, Maaseik-Vroenhoven-, ligt iets ten noorden van het plangebied aan het copiecenter in de draai van de N75, dit is waar de Haagstraat overgaat in de Burgemeester Henrylaan. Nabij de rode lichten van Haagstraat en rijksweg (N78) ligt een halte van de lijnen 9 (-Maaseik), 11 (sneldienst -Genk-Maaseik), 45 (Hasselt- UHassemt-Genk-Maaseik), 61 (Maaseik-Vroenhoven-Tongeren) en 178 (Maaseik, Houthalen, Leuven, Brussel). Het plangebied is bereikbaar via de N78 en de N757. De N78 is tussen Maaseik en de E314 een secundaire weg van categorie III. De weg verbindt de verschillende gemeenten en dorpen langs de Maas. Ten noorden van Rotem liggen Elen (Dilsen-Stokkem), Heppeneert, Maaseik centrum en Aldeneik (Maaseik), Ophoven-Geistingenen en Kessenich (Kinrooi). Ten zuiden liggen Dilsen, Lanklaar (Dilsen-Stokkem), Vucht, Eisden en Mechelen-aan-de-maas (Maasmechelen). De N757 verbindt de kern van Rotem met Neeroeteren en vandaar verder naar Bree.

Pagina 30 van 54 M-Impact juli 2016 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

4.10 Ruimtelijke veiligheid In het plangebied en de gemeente Dilsen-Stokkem zijn geen Seveso bedrijven aanwezig. Het meest nabije bedrijf in België is een vestiging van FN Herstal op het vliegveld van , een hoge drempelbedrijf. Dit ligt op meer dan 15 km in vogelvlucht van het plangebied. Het voorgenomen plan regelt de toekomstige invulling van verschillende gebieden met een residentiële functie of openbare nutsfunctie het centrum van Rotem, een deelgemeente van Dilsen-Stokkem. Een dergelijk plan heeft zelf geen impact op de ruimtelijke veiligheid van de gebieden die errond liggen.

juli 2016 M-Impact Pagina 31 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

5 Toets aan regelgeving milieueffectrapportage 5.1 Valt het voorgenomen plan onder het toepassingsgebied De regelgeving milieueffectrapportage (en veiligheidsrapportage) wordt geregeld in Titel IV van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid, afgekort DABM, van 5 april 1995 en latere wijzigingen. Artikelen 4.2.1 en 4.2.2 beschrijven het toepassingsgebied voor milieueffectrapportage over plannen en programma’s. Volgens artikel 4.2.1 valt ieder plan of programma dat het kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor een project onder het toepassingsgebied. Een gemeentelijk RUP vormt een kader voor de toekenning van een vergunning en valt zo onder de definitie.

Voor drie soorten plannen of programma’s opgesomd in artikel 4.2.2 wordt een uitzondering gemaakt: 1° een plan of programma dat uitsluitend bestemd is voor nationale defensie – dit is niet het geval; 2° een financieel of begrotingsplan en –programma – dit is niet het geval; 3° plan of programma dat wordt medegefinancierd in het kader van de EG verordening inzake structuurfondsen (verordening 1260/1999) en de EG- verordening inzake plattelandsontwikkeling (Verordening 1257/1999) – dit is ook niet het geval.

Het voorgenomen plan gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” heeft tot doel om bestemmingswijzigingen door te in een gebied met een oppervlakte van in totaal ca. 4,5 ha gelegen in of nabij een dorpscentrum.

Op basis van het voorgenomen plan kunnen vergunningen worden aangevraagd voor o.a. een kleine verkavelingen met bijkomende woningen en uitbreiding aan bestaande gebouwen. Het gRUP zal dus een basis vormen voor toekomstige vergunningsaanvragen voor ontwikkelingen in de het plangebied. Het valt niet onder één van de uitzonderingen en valt dus onder het toepassingsgebied.

5.2 Is het plan van rechtswege plan-MER plichtig? Volgens de regelgeving is een plan of programma van rechtswege plan-mer plichtig indien het beantwoord aan volgende criteria: 1° Het vormt een kader voor de toekenning van een vergunning voor een project uit bijlage I, II van het project-mer besluit (besluit van de Vlaamse regering van 10 december 2004) of voor een project van bijlage III van dat besluit (wijziging DABM van 1 maart 2013); en/of 2° Voor het plan is de opmaak van een passende beoordeling vereist; en 3° Het betreft GEEN kleine wijziging noch heeft het betrekking op een klein gebied op lokaal niveau; en 4° Het plan heeft betrekking op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, (openbaar) vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme, ruimtelijke ordening of grondgebruik. juli 2016 M-Impact Pagina 33 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

Het voorgenomen plan voldoet aan het 1ste en het laatste criterium maar niet aan de overige twee.

1° Het voorgenomen plan vormt een kader voor een project dat valt onder rubriek 10b van bijlage III: ‘Stadsontwikkeling, met inbegrip van de bouw van winkelcentra en parkeerterreinen (projecten die niet onder bijlage II vallen)”. Volgens de handleiding “stadsontwikkeling” van de dienst milieueffectrapportage is de term “stadsontwikkeling” voor projecten met een zekere omvang. Kleinschalige projecten zoals een gezinswoning met een parkeerplaats, een individuele winkel of kleinbedrijf vallen niet onder de term. Verkavelingen van meerdere woningen vallen er wel onder. Ook grotere gebouwen zoals woonzorgcentra, culturele centra, scholen, winkelcomplexen. Het voorgenomen plan voorzien in de bouw van bijkomende gezinswoningen, bestendiging van een school, zwembad en sporthal en valt zo onder rubriek 10b van bijlage III van het mer-besluit.  Het voorgenomen plan beantwoordt aan de eerste voorwaarde. 2° Het voorgenomen plan heeft geen invloed op de doelstellingen en kenmerken van de vogel- en habitatrichtlijngebieden in de omgeving waarvan de kortste afstand tot een deelgebied ca. 1.200 m bedraagt. Tussen het plangebied en de speciale beschermingszones liggen bebouwde gebieden of belangrijke verkeersassen en het afvalwater van Rotem wordt gezuiverd in het RWZI van Rotem.  Het voorgenomen plan beantwoordt niet aan de tweede voorwaarde. 3° De verschillende deelplannen betreffen hetzij een kleine wijziging hetzij een klein gebied op lokaal niveau of beide: a. De totale oppervlakte van het voorgenomen plan bedraagt ca. 8 ha (5,2 ha + 2,8 ha) wat voor een kern in het buitengebied niet als klein kan worden beschouwd. b. Omvorming van een woonuitbreidingsgebied tot woongebied is te beschouwen als een kleine wijziging c. Een geëigende bestemming geven aan gemeenschapsgebouwen of ruimten, nu gelegen in woongebied, is eveneens als een kleine wijziging te beschouwen d. Woonuitbreidingsgebied, actueel in gebruik door de landbouw, schrappen en zo ook het bestaande bodemgebruik landbouw een geëigende bestemming agrarisch gebied geven kan eveneens als een kleine wijziging beschouwd worden.  Het voorgenomen plan beantwoordt niet aan de derde voorwaarde. Het brengt kleine wijzigingen aan de bestaande feitelijke en/of planologische situatie aan. 4° het voorgenomen plan heeft betrekking op de ruimtelijke ordening.  Het voorgenomen plan beantwoordt aan de vierde voorwaarde. Besluit plan-mer-plicht Omdat het voorgenomen plan gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” een kleine wijziging aan de bestaande toestand aanbrengt is het niet van rechtswege plan-mer-plichtig. Een onderzoek naar MER moet nagaan of het voorgenomen plan aanzienlijke milieueffecten kan genereren. Indien dat het geval is, moet een plan-MER worden opgesteld.

Pagina 34 van 54 M-Impact juli 2016 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

6 Methodiek effectbespreking en scoping effecten De bespreking van mogelijke effecten in een plan-mer-screening moet gebeuren op planniveau. De bespreking gebeurt daarbij op basis van een ingeschatte worst-case invulling die de bestemmingswijziging mogelijk maakt. Tabel 2 geeft een detailoverzicht van de wijzigingen van het voorgenomen plan en vertaalt d.m.v. een kleurencode naar mogelijke effecten op planniveau. Er is sprake van effecten op planniveau wanneer door het voorgenomen plan bepaalde ontwikkelingen mogelijk worden die actueel niet mogelijk zijn volgens de bestemming van het gewestplan, een plan van aanleg of een eerder ruimtelijk uitvoeringsplan.

Tabel 2: bestemmingswijzigingen van het alternatief van het voorgenomen plan in relatie tot mogelijke effecten actuele bestemmingstypes Artikel nummer oppervlakte in RUP woongebied woonuitbreidingsgebied agrarisch gebied zone voor wonen en centrumwonen 3,4 ha 0,9 ha 2,5 ha zone voor agrarisch gebied 2,8 ha 2,8 ha zone voor centrumplein zone voor groenplein 2,0 ha zone voor openbare wegenis zone voor gemeenschapsvoorzieningen Totaal 8,2 ha

Verklaring kleurcodes: Blauw de actuele en toekomstige bestemming zijn vergelijkbaar. Het voorgenomen plan veroorzaakt een detaillering of aanpassing aan feitelijke situatie. Er is zo geen aanleiding tot mogelijke effecten op planniveau. Blauw met rode rand de actuele en toekomstige bestemming zijn vergelijkbaar. Het voorgenomen plan veroorzaakt een detaillering die aanleiding kan geven voor (negatieve) effecten op planniveau. Rood de actuele en toekomstige bestemming verschillen in die mate dat het voorgenomen plan ontwikkelingen mogelijk maakt die het gewestplan niet of zeer beperkt mogelijk maakt. Er zijn mogelijke negatieve effecten op planniveau Groen de actuele en toekomstige bestemming verschillen. De bestemmingswijziging gaat van een intensief gebruik naar een minder intensief gebruik. Het voorgenomen plan veroorzaakt mogelijke positieve milieueffecten op planniveau, maar ook negatieve effecten zijn mogelijk (vb. planschaden). bestemmingswijziging doet zich niet voor

juli 2016 M-Impact Pagina 35 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

7 Onderzoek naar MER bij het voorgenomen plan

7.1 Effecten op de bodem

7.1.1 Beschrijving mogelijke effecten op planniveau

7.1.1.1 Effecten op de bodemfysische kenmerken Het bouwen van gebouwen of woningen, aanleg van wegen en pleinen met bijhorende nutsvoorzieningen veroorzaken ingrepen op de bodem door graafwerken, reliëfwijzigingen, aanbrengen van aanvulgronden, aanbrengen van funderingen en andere bodemvreemde materialen. Hierdoor wijzigen de bodemstructuur, het bodemprofiel, de bodemgeschiktheid voor landbouw. Deze wijziging is t.o.v. de bestaande bodem die gevormd is door natuurlijke processen en menselijke (landbouw) activiteiten. Een volledig natuurlijk ontwikkeld bodemprofiel is in het plangebied niet aanwezig. In een woonuitbreidingsgebied kan actueel niet gebouwd worden. Het voorgenomen plan maakt bebouwing op percelen in wug die actueel dus niet bebouwd kunnen worden mogelijk. Een gevolg van het voorgenomen plan is dat de beschreven effecten op de bodem kunnen optreden. Omzetten van woonuitbreidingsgebied in landbouwgebied verhindert het optreden van de beschreven effecten op de bodemfysische kenmerken in de toekomst.

7.1.1.2 Effecten op de bodemchemische kenmerken In woongebied is er geen of hoogstens een licht verhoogd risico op bodemverontreiniging. Activiteiten die een (belangrijk) risico vormen voor bodemverontreiniging kunnen er niet vergund worden. In gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut kunnen wel activiteiten met risico’s op bodemverontreiniging vergund worden. In het plangebied is het zwembad hiervan een voorbeeld. In een zwembad worden bepaalde chemicaliën opgeslagen en gebruikt.

7.1.2 Beoordeling van de effecten Het effect op de bodemkenmerken is beperkt om volgende redenen: . de bodems in het plangebied zijn niet zeldzaam, . mogelijk zijn al verstoringen aanwezig vanwege ligging nabij dorpscentrum . een woonuitbreidingsgebied is bestemd om op termijn aangesneden te worden, het voorgenomen plan bepaalt zo eigenlijk alleen de periode van de aansnijding, niet dat het kan worden aangesneden, het betreft hier immers een kleine wijziging . het zwembad is al aanwezig in het plangebied en krijgt met het plan een geëigende bestemmingstype, het voorgenomen plan zal niet resulteren in een bijkomende risico-activiteiten op bodemverontreiniging juli 2016 M-Impact Pagina 37 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

. het bodemdecreet en uitvoeringsbesluit Vlarebo dienen nageleefd, dit verplicht om bij het optreden van nieuwe verontreiniging deze meteen te saneren zodat verontreinigingen zich niet ver kunnen verspreiden . het voorgenomen plan verhindert toekomstige bebouwing en daaraan verbonden effecten in 2,8 ha van het plangebied (zuidelijke deel).

7.2 Effecten op water 7.2.1 Beschrijving van de effecten 7.2.1.1 Effecten op de waterhoeveelheid Verhardingen zoals gebouwen, wegen en pleinen wijzigen de waterkringloop in een gebied. De oppervlakkige afvoer zal stijgen, evapotranspiratie en infiltratie zullen dalen, grondwaterstromingen kunnen wijzigen. Bij hevige buien kan dit resulteren in wateroverlast lokaal of stroomafwaarts. De aanvulling van het grondwater zal vertragen en zo resulteren in mogelijk een lager grondwaterpeil. Om deze effecten te beperken is sinds oktober 2004 de verordening betreffende het gebruik, de infiltratie en vertraagde afvoer van hemelwater. Begin 2014 werd deze verscherpt. Ze is verplicht bij alle nieuwe gebouwen en bij verbouwingen vanaf een zekere omvang.

7.2.1.2 Effecten op de waterkwaliteit Het voorgenomen plan zal, bij een dichtheid van 16 wooneenheden per ha, resulteren in 40 - 60 bijkomende wooneenheden. Een woning produceert afvalwater (gemiddeld ca. 2 Inwonersequivalent per woning) dat de oppervlaktewaterkwaliteit kan beïnvloeden. Omdat het plangebied aan een dorpscentrum met riolering is gelegen, zal dit afvalwater naar een RWZI worden afgevoerd waar het gezuiverd wordt en het effluent in de beek wordt geloosd. De nieuwe riolering zal gescheiden zijn zodat er geen menging is van afvalwater met hemelwater in de nieuwe verkavelingen die het voorgenomen plan zal mogelijk maken.

7.2.2 Beoordeling effecten Het effect is beperkt om volgende redenen . Nieuwe gebouwen moeten voldoen aan de hemelwaterverordening waardoor belangrijke ongewenste effecten op de waterkringloop worden verhinderd, in het plangebied zijn voldoende mogelijkheden aanwezig om aan deze verplichtingen te voldoen (bij nieuwe bebouwing, private verharding) . Nieuwe openbare verharding (de hemelwaterverordening is hier niet van toepassing) is beperkt . Het voorgenomen plan maakt het onmogelijk om in de toekomst nog te bouwen in het zuidelijke deel van het plangebied . Het afvalwater kan niet vermengd worden met zuiver hemelwater (mits correcte aansluiting van woningen op de riolering door aannemers of nutsmaatschappij) wat positief is voor de efficiëntie van de waterzuivering. . Het zuiveringsstation van Rotem kan de bijkomende belasting van circa 80 – 120 IE verwerken.

Pagina 38 van 54 M-Impact juli 2016 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

7.3 Effecten op het Geluidsklimaat

7.3.1 Beschrijving en beoordeling van effecten Een residentiële ontwikkeling is geen belangrijke geluidsbron. Alleen in de bouwfase zijn overdag machines die geluid produceren actief. Het plan zal niet resulteren in een toename van bezoekers naar het cultureel centrum en hoogstens in enkele verplaatsingen per dag van bewoners. Op planniveau is er geen aanzienlijk effect op het geluidsklimaat. De toename in mobiliteit, 40 tot maximaal 60 bijkomende wooneenheden, veroorzaakt geen belangrijke stijging van het aantal verkeersbewegingen in en in de omgeving van het plangebied. Alleen op de nu zeer rustige Hiegaetsweg kan de stijging mogelijk belangrijk zijn vergeleken met de bestaande situatie. Langs deze weg kan het geluidsniveau stijgen in de dagperiode, in de nachtperiode wordt dat niet verwacht. Het voorgenomen plan zal niet resulteren in het overschrijden van Vlarem-geluidsnormen in de buitenlucht.

7.4 Effecten op de luchtkwaliteit het voorgenomen plan is te beperkt om te kunnen resulteren in een aanzienlijk effect op de luchtkwaliteit in Kortessem-centrum. Pas vanaf 100 bijkomende woningen kan er sprake zijn van een effect op de luchtkwaliteit (mits 2 ontsluitingswegen). De belangrijkste oorzaken van deze effecten zijn dan de emissies van wagens en van woningen. Het voorgenomen plan resulteert in circa 40, maximaal 60 bijkomende wooneenheden. Het valt zo onder de drempel opgenomen in het richtlijnenboek stadsontwikkeling.

7.5 Effecten op de natuurwaarden (fauna en flora)

7.5.1 Beschrijving van de effecten

7.5.1.1 Direct verlies of winst van natuurwaarden In het plangebied komen lokale biologische waarden voor in perceelsranden, o.a. restanten van een bomenrij en soortenrijke grazige bermen. Bij de invulling van het plangebied met bijkomende woningen kunnen deze laatste biologische waarden in het plangebied verdwijnen. Mogelijk kunnen ze ook behouden blijven, bv. in de wegbermen, en toekomstige tuinzones. De ligging van deze tuinzones specifieert het plan echter niet.

Met de aanduiding van een zone voor groenplein geeft het voorgenomen plan aan dat er groenelementen behouden moeten blijven, in het bijzonder nabij gemeenschapsgebouwen zoals jeugdhuis en parochiezaal. Aanwezige soorten van tuinen en parken zullen hier mogelijk kunnen aanwezig blijven.

juli 2016 M-Impact Pagina 39 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

7.5.1.2 Verstoringseffecten Het voorgenomen plan veroorzaakt geen aanzienlijke emissies van geluid, licht, milieuvreemde stoffen. In de omgeving komen ook geen zeer gevoelige habitatten of soorten voor, maar alleen soorten die tolerant zijn voor bepaalde verstoringsvormen. Er zijn geen effecten van verstoring.

7.5.1.3 Netwerkeffecten Het voorgenomen plan maakt een beperkte uitbreiding van een bebouwde dorpskern mogelijk. Het plan zal geen bestaande verbindingen doorbreken. Gewenste provinciale natuurverbindingen lopen rond deze kern.

7.5.2 Beoordeling van de effecten Het voorgenomen plan is deels beperkt negatief en deels beperkt positief voor fauna en flora. Bepaalde aanwezige elementen met hoge biologische waarde, het betreft hier halfnatuur want aangelegd door de mens, kunnen verdwijnen wat beperkt negatief is. Beperkt positief is de aanduiding van een zone voor groenplein, juist op een locatie met restanten van (half)natuurwaarden. Hierdoor besteed het plan aandacht aan de aanwezige natuurwaarden en kunnen er mogelijk bijkomen wat beperkt positief is.

Effecten van verstoring of op ecologische netwerken zijn er niet. Deze moeten dus ook niet beoordeeld worden.

De totale effecten en van het voorgenomen plan op fauna en flora zijn beperkt.

7.6 Effecten op het landschap en erfgoed

7.6.1 Beschrijving van de effecten

7.6.1.1 Effecten op het landschap Het voorgenomen plan maakt een aantal wijzigingen in het landschap mogelijk. De meest opvallende zullen optreden in de zuidelijke helft van het noordelijke deelgebied. De mogelijke effecten zijn: afname van de openheid van het landschap door verkaveling, bebouwing van weides en akkers, deze afname zal vooral merkbaar zijn voor bewoners van Allemansweg en Hoogbaan die aan het plangebied grenzen. Vanuit hun woning zijn de landschappelijke wijzigingen het meest opvallend waarneembaar. De perceptie van het landschap zal voor deze bewoners in belangrijke mate wijzigen.

Ook de chirojeugd zal deze landschappelijke wijzigingen ervaren. Vanuit het Chirolokaal is er nu een open zichtas richting zuiden tot Dilsen centrum. Bij invulling van het voorgenomen plan zal deze zichtas verdwijnen. Ook de gebruikers/bezoekers van sporthal en zwembad zullen dit ervaren.

Pagina 40 van 54 M-Impact juli 2016 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

Voor bewoners langs Allemansweg en Hoogbaan ten zuiden van het noordelijk deel van het plangebied zijn de landschappelijke wijzigingen minder waarneembaar. Het voorgenomen plan verhindert eventuele toekomstige bebouwing ter hoogte van deze bewoners. Ze zullen hoogstens merken dat de bebouwing vanuit het centrum in hun richting opschuift na de vastlegging van het voorgenomen plan. De perceptie van het landschap zal voor deze personen beperkt wijzigen.

Voor de overige bewoners van het plangebied zal het landschap vanuit het woning of de tuinzone nauwelijks tot niet wijzigen. Een pleinwand zal kwalitatief worden afgewerkt. Langs de Haagstraat zal op termijn (na afbraak en nieuwbouw van een bestaande woning) een rechte rooilijn komen zodat er een breder voetpad ontstaat.

7.6.1.2 Effecten op het bouwkundig erfgoed: In het plangebied liggen twee historische gebouwen. Deze zijn opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Het voorgenomen plan duidt deze gebouwen aan in overdruk “historische bebouwing”. Het visualiseert zo de erfgoedwaarde van deze gebouwen wat het behoud en eventueel de bescherming ervan kan verhogen. Want het gewestplan duidt historische bebouwing niet aan. Het voorgenomen plan wijzigt niets aan de beschermingstoestand van deze gebouwen. Ze blijven na uitvoering van het bestemmingsplan in dezelfde bestemming liggen.

7.6.1.3 Effecten op het archeologisch erfgoed Bij graafwerken bestaat een kans op beschadiging of vernietiging van archeologische sporen die in de bodem aanwezig zijn. Of er archeologisch erfgoed aanwezig is in het plangebied is niet gekend. De kans op aanwezig archeologisch erfgoed is het grootste in archeologische zones en nabij beekjes, toen de mens nog rondtrok als jager-verzamelaar had ie immers water nodig. Het plangebied ligt niet in een archeologische zone en de afstand tot de Kogbeek is te groot. De kans dat er archeologische sporen aanwezig is echter niet nul.

Het voorgenomen plan maakt toekomstige bebouwing in het zuidelijke deelgebied niet meer mogelijk. Daardoor verhindert het voorgenomen plan de eventuele toekomstige beschadiging en/of vernietiging van aanwezige archeologische waarden.

In delen van het noordelijk deelgebied maakt het voorgenomen plan bebouwing mogelijk waardoor er graafwerken kunnen optreden en eventueel erfgoed in de bodem beschadigd of vernietigd kan worden. De wijziging die het voorgenomen plan ten opzichte van bestaande plannen aanbrengt is dat het plan het moment bepaalt vanaf wanneer deze zone bebouwd kan worden met woningen. Want in principe komen alle woonuitbreidingsgebieden op termijn in aanmerking voor bebouwing.

juli 2016 M-Impact Pagina 41 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

7.6.2 Beoordeling van de effecten op landschap en erfgoedwaarden De effecten op het landschap variëren van beperkt negatief tot beperkt positief. Beperkt negatieve effecten treden lokaal op voor de bewoners die grenzen aan de percelen waarvan de bestemming wijzigt van woonuitbreidingsgebied in woongebied. Beperkt positieve effecten treden lokaal op voor bewoners die grenzen aan het zuidelijke deelgebied en voor de bezoekers van het centrumplein. Het voorgenomen plan streeft daar immers naar een beter afgewerkte pleinwand.

De effecten van het voorgenomen plan op het bouwkundige erfgoed zijn neutraal tot beperkt positief. Het wijzigt de beschermingstoestand van het aanwezige bouwkundige erfgoed niet en geeft aan waar dit erfgoed in het plangebied aanwezig is, wat een verbetering is.

De wijziging van woonuitbreidingsgebied in agrarisch gebied is te beschouwen als positief voor zowel landschap als archeologisch erfgoed. Voor landschap omdat dit niet kan wijzigen ten opzichte van de bestaande toestand. Voor archeologisch erfgoed omdat in de toekomst (looptijd van het plan, deze is onbepaald) geen graafwerken zullen kunnen plaatsgrijpen.

In het noordelijke deelgebied maakt het plan bijkomende bebouwing mogelijk. Deze wijziging is te beschouwen als beperkt negatief voor het archeologisch erfgoed. Een aanzienlijk effect op het archeologisch erfgoed wordt niet verwacht. Aannemers en bouwheren blijven gebonden aan het hoofdstuk archeologie in het decreet onroerend erfgoed. Alle niet gekend erfgoed geniet een passief behoudbeginsel. Indien een bouwheer op het erfgoed stuit is hij / zij verplicht dit te melden.

Gezien de effecten hoogstens beperkt, zowel positief als negatief, zijn, heeft het voorgenomen plan geen aanzienlijke effecten.

7.7 Effecten op de mobiliteit het voorgenomen plan kan resulteren in een toename met 40 tot maximaal 60 wooneenheden. Deze genereren circa 100 -150 bijkomende verplaatsingen per dag. Verspreid over de dagperiode (16u) betekent dit gemiddeld 10 verkeersbewegingen per uur. In de ochtend en avond periode zal het aantal verkeersbewegingen beduidend hoger dan dit gemiddelde liggen, tot maximaal 30 per uur. Verspreid over 2 wegen (Allemansweg en Hoogbaan) zijn dit gemiddeld 15 bewegingen in een spitsuur (meest in dezelfde richting). Op de Haagstraat en de rijksweg zal dit verkeer zich gaan samenvoegen, maar wel spreiden over twee richtingen. Gelet op de capaciteit van deze wegen, leidt de bijkomende mobiliteit die het voorgenomen plan kan genereren vermoedelijk niet tot problemen van verkeerscongestie. Een aanzienlijke afname van de verkeersleefbaarheid wordt evenmin verwacht.

Het voorgenomen plan genereert mobiliteit met de daaraan verbonden hinder effecten: bijkomende emissies van geluid en uitlaatgassen, extra auto’s op de baan, die te beschouwen zijn als een negatief effect. Dit effect is echter niet aanzienlijk omdat het verkeer gerelateerd is aan bewoners (alleen personenwagens, uitgezonderd in de bouwfase) en omdat het aannemelijk is dat een overschrijding van de verkeersleefbaarheid niet zal optreden.

Pagina 42 van 54 M-Impact juli 2016 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

7.8 Effecten op de mens (ruimtelijke aspecten en gezondheidsaspecten)

7.8.1 Beschrijving van de effecten Het voorgenomen plan streeft naar een kwalitatieve afwerking van een bestaand plein en een groenplein. Het zet met andere woorden aan tot een meer aantrekkelijke woonomgeving of vrije tijdsomgeving.

Het voorgenomen plan creëert daarnaast bijkomende woongelegenheid en zet woonuitbreidingsgebied om in woongebied. Het maakt zo mogelijk dat er in de toekomst meer mensen kunnen gaan wonen dan in de actuele planologische situatie. Dit gaat nauwelijks ten koste van andere functies, uitgezonderd landbouwers wiens percelen in gebruik, bebouwd kunnen worden. Enerzijds verliezen ze zo teeltoppervlakte, wat als negatief te beschouwen is voor hen. Anderzijds kunnen ze door het plan hun grond tegen een hogere prijs verkopen wat als positief te beschouwen is.

In het zuidelijke deelgebied is er geen effect op menselijk gebruik te verwachten. Eventuele eigenaars kunnen de omzetting van wug in agrarisch gebied wel als negatief beschouwen omdat de prijzen voor landbouwgrond lager zijn dan voor bouwgrond en de kans dat ze hun percelen nog als bouwgrond kunnen verkopen nihil wordt. De actuele planologische situatie biedt daar wel mogelijkheid toe. Deze kans is klein omdat het structuurplan van Dilsen-Stokkem bepaalt dat in Rotem geen woonuitbreidingsgebied kan worden aangesneden. Het voorgenomen plan wijkt hiervan licht af door nabij de kern van Rotem wug aan te snijden. Het is echter in balans door percelen met bestemming woongebied een andere bestemming te geven.

Aan de bouw van bijkomende woningen zijn volgende effecten verbonden: beperkte emissies van geluid tijdens de bouw van de woningen en bijkomende emissies naar de lucht van gebouwverwarming en uitlaatgassen van motorvoertuigen en bijhorende geluidsemissies

7.8.2 Beoordeling van de effecten op de receptor mens De effecten beschreven in de vorige paragraaf zijn meestal te beschouwen als positief, enkele als negatief. Telkens is de grootte van het effect beperkt. Er zijn geen aanzienlijke wijzigingen op het menselijk gebruik van het plangebied. Bijkomende emissies van verbrandingsgassen en van geluid zijn beperkt of hebben een beperkt effect om volgende redenen: . strenge isolatie-eisen voor nieuwbouw, gekoppeld aan ventilatie eisen voor leefbaar binnenklimaat . aantal woningen beneden drempel waarop er effecten op luchtkwaliteit kunnen optreden (100 bij 2 ontsluitingswegen) . woningbouw gebeurt in regel tijdens de dagperiode . woningen zijn in regel geen bron van veel lawaai, en kennen sociale controle . geluidsisolatie eisen bij halfopen bebouwing.

Wie eventueel planschade ondervindt zal daarvoor vergoed worden zodat ook een effect op de totale waarde van iemands bezittingen beperkt blijft. juli 2016 M-Impact Pagina 43 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

7.9 Aanreiken elementen watertoets Een klein deel van het plangebied ligt volgens de watertoetskaarten in natuurlijk overstromingsgebied (FIGUUR 17) en ook in overstromingsgevoelig gebied (FIGUUR 19). Recente overstromingen traden echter niet op (FIGUUR 18). De kaart van natuurlijke overstromingsgebieden is afgeleid van de bodemkaart en reliëfkaarten. Het overstromingsgebied volgt duidelijk de grens van de zandleembodems (textuur code L, FIGUUR 9 op p. 23) die wijst op afzettingen van de Maas. Deze kaart heeft, zeker op de grenzen van het overstromingsgebied, een signaalfunctie. Er kunnen in het verleden overstromingen zijn geweest en deze kunnen zich in de toekomst herhalen. Vanwege de bedijking langs de Maas, die de laatste 20 jaar extra overstromingsruimte kreeg, is deze intekening echter achterhaald. Het volledige plangebied kan als niet overstromingsgevoelig beschouwd worden.

Figuur 17: ligging van natuurlijke overstromingszones in en rond het plangebied Figuur 18: watertoetskaart recent overstroomde gebieden en risicozones overstroming

Het plangebied is vlak (FIGUUR 21) en daardoor ook niet erosiegevoelig (FIGUUR 22). Het is wel infiltratiegevoelig (FIGUUR 20). In het plangebied komen overwegend lichte bodemtexturen voor. Hemelwater kan hier goed infiltreren.

Pagina 44 van 54 M-Impact juli 2016 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

Figuur 19: overstromingsgevoelige gebieden Figuur 20: ligging plangebied op kaart met infiltratiegevoelige gebieden

Figuur 21: hellingen in het plangebied Figuur 22: erosiegevoeligheid van het plangebied

juli 2016 M-Impact Pagina 45 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

7.10 Grensoverschrijdende effecten Er zijn geen grensoverschrijdende effecten. Het voorgenomen plan regelt de bestemming van een klein gebied op lokaal niveau en brengt kleine wijzigingen aan in de bestaande planologische situatie. Het plangebied ligt op circa 2 km van Nederlandse grens. Dit leidt in combinatie met de beoordeling als kleine wijziging en/of klein gebied dat grensoverschrijdende effecten zijn uitgesloten.

Pagina 46 van 54 M-Impact juli 2016 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

8 Samenvatting en besluit De gemeente Dilsen-Stokkem laat het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Centrumplein Rotem” opmaken. Dit is het gebied gelegen rond de parking naast de basisschool, het zwembad en de sporthal van Rotem. Dit voorgenomen plan heeft volgende doelstellingen:

Het centrumplein afwerken van een kwalitatieve pleinwand

De school, sporthal, zwembad, lokaal jeugdbeweging en parochiezaal een geëigende bestemming geven, deze liggen op het gewestplan in woongebied

Voorzien van ruimtelijk afgewogen woonuitbreiding waarbij aangrenzende percelen gelegen in woonuitbreidingsgebied herbestemd worden naar woongebied, oppervlakte in balans met bestemmingswijziging voor school, sporthal, zwembad, lokaal jeugdbeweging en parochiezaal en percelen die verder liggen worden herbestemd naar agrarisch gebied.

Het voorgenomen plan is een gemeentelijk RUP dat valt onder het decreet op milieueffectrapportage voor plannen en programma’s. Omdat de wijzigingen te beschouwen zijn als klein is het niet van rechtswege plan-mer-plichtig. Een onderzoek naar mer kan volstaan. Dit moet aantonen dat er geen aanzienlijke effecten kunnen optreden. Indien deze wel kunnen optreden, is de opmaak van een plan-MER nodig.

De planologische wijzigingen die mogelijk aanleiding kunnen geven tot negatieve effecten op mens of milieu zijn de omvorming van woonuitbreidingsgebied in woongebied (zone voor wonen) of wegen (zone voor openbare wegen). Wijzigingen van woongebied in groenplein of woonuitbreidingsgebied in agrarisch gebied veroorzaken mogelijk positieve effecten op mens of milieu. Detailleringen binnen dezelfde bestemming, bv. van woongebied naar zone voor centrumwonen, veroorzaken vermoedelijk geen effecten.

De voorgenomen bestemmingswijzigingen veroorzaken geen aanzienlijke effecten op bodem of water vanwege bestaande verplichtingen opgenomen in het bodemdecreet en uitvoeringsbesluit en de hemelwaterverordening.

De bijkomende bewoning die uit het voorgenomen plan mogelijk maakt, ligt onder de drempel voor aanzienlijke effecten op geluid of lucht zoals opgenomen in het richtlijnenboek stadsontwikkeling ().

In het plangebied zijn plaatselijk nog restanten van halfnatuur met biologische waarde aanwezig. Het plangebied voorziet een zone voor groenplein en er kan verwacht worden dat rondom nieuwe woningen de bewoners tuinen zullen aanleggen. Hierdoor kunnen de biologische waarden in het plangebied aanwezig blijven. Een aanzienlijke toe of afname daarvan is uitgesloten.

Het landschap in het zuiden van Rotem zal lokaal wijzigingen ondergaan die bestaande bewoners zullen ervaren. Deze belangrijkste wijziging is afname van de openheid door bouw van woningen op percelen die nu in landbouwgebruik zijn (beroeps en hobbylandbouw). De nieuwe woningen tasten de schaal van het bestaande landschap niet aan zodat er geen sprake is van een aanzienlijk effect. Er zijn geen effecten op het landschap op meso noch op macroniveau. juli 2016 M-Impact Pagina 47 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

Het ontwerp plan duidt de historische bebouwing in het plangebied in overdruk aan wat het behoud ervan kan bevorderen en heeft zo een beperkt positief effect op het bouwkundig erfgoed. Op het archeologische erfgoed is het verwachte effect eveneens beperkt. In het zuidelijke deelgebied verhindert het plan eventuele toekomstige beschadiging of vernietiging van ongekend archeologisch erfgoed (de kans wordt nul). In het noordelijke deelgebied maakt het plan bebouwing mogelijk waardoor eventueel aanwezig archeologisch erfgoed, ongekend, aangetast of vernietigd kan worden. De kans op het voorkomen van archeologisch erfgoed wordt klein geacht. Vanwege het passief behoudbeginsel in het decreet onroerend erfgoed zijn ook hier aanzienlijke effecten uitgesloten.

De wijzigingen van het plan zijn in functie van een betere woonkwaliteit in het centrum van Rotem. Er zijn geen aanzienlijke negatieve effecten op de mens. Bijkomende woongebied veroorzaakt geen aanzienlijke hinder en heeft geen hoge veiligheidsrisico’s.

Omdat het RUP Centrumplein Rotem” geen aanzienlijke effecten heeft op mens en milieu is de opmaak van een plan-MER niet vereist.

Pagina 48 van 54 M-Impact juli 2016 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

9 Bronnen . Aerts, Nele, Bieke Cloet, Jan Coppens, Marc Jossa, Elisabeth Kuijken, Guido Lauwaert, Chris Neuteleers, Koenraad Van Meerbeek, Francis Vansina, Johan Versieren & Arnoud Vervoort (2011). Actualisatie richtlijnenboek Milieueffectrapportering voor de activiteitengroep “Stadsontwikkeling en recreatie”. Fase 2 ‘Onderzoek en Rapportering’. Definitief richtlijnenboek. Tritel en Dienst MER, Antwerpen en Brussel, 269 pp. . Afdeling Ruimtelijke Planning Vlaanderen (2011). Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Brussel, 490 pp. . CROW (2012). Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie. CROW publicatie 317, CROW, Ede, 120 pp. . Provincie Limburg (2012). Gecoördineerde versie van het provinciaal structuurplan Limburg. 552 pp. . Schlusmans F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19N1, Brussel - Turnhout. . Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Dilsen-Stokkem

Electronische (kaart) bronnen

. CadGis: digitale versie van de kadastrale plannen . Geopunt.be: geografische kaartgegevens van Vlaanderen . www.vmm.be: zonering riolering beken . geoloket lucht vmm . http://www.life-atmosys.be/EN/partners/vito/Pages/default.aspx : atmosys kaarten van het Vito -

juli 2016 M-Impact Pagina 49 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

10 Verslag adviezen bij versie 1 van het voorgenomen plan

10.1 Overzicht ingewonnen adviezen Voor deze plan-mer-screening won M-Impact, in naam van de gemeente Dilsen-Stokkem, advies in bij 10 administraties. Dat gebeurde op 1 juni 2016 per e-mail. Bij een ontvangstdatum (leesdatum) 2 juni betekent dit dat de adviestermijn liep tot 2 juli 2016. In de week van 4 juli contacteerde M-Impact de administraties die nog niet reageerden per telefoon. Nadien zijn alle adviezen toegekomen.

Tabel 3 geeft een overzicht van de ontvangstdatum en inhoud van de ontvangen adviezen. De afzonderlijke adviezen zijn in volgorde van deze tabel toegevoegd achteraan dit verslag.

Tabel 3: overzicht van de ontvangen adviezen Adviesinstantie ontvangst aard advies opmerkingen behandeling advies provinciebestuur 23 juni 2016 toetsing aan ruimtelijk beleidskader, geen principes duurzaamheid doorvertalen in in het RUP Limburg uitspraak RUP Agentschap voor Natuur 7 juni 2016 ANB gaat akkoord met de conclusie van geen niet relevant en Bos geen aanzienlijke effecten (op natuur) Ruimte Vlaanderen 6 juni 2016 screeningnota maakt voldoende geen niet relevant inschatting Departement Landbouw 7 juni 2016 geeft te kennen geen advies in te dienen ja, opmerkingen standaardadvies § 10.2 en Visserij bij screening, wel in latere fase RUP Onroerend Erfgoed 27 juni 2016 OE gaat akkoord dat geen plan-MER ja, nota maakt geen melding van het in document aangepast Limburg moet worden opgesteld beschermd dorpsgezicht “Haagstraat 17”, Agentschap Wonen 21 juni 2016 beschrijving effecten op planniveau is geen niet relevant Vlaanderen correct uitgevoerd de Lijn Limburg 6 juli 2016 geen plan-MER vereist geen opmerkingen niet relevant Departement MOW 4 juli 2016 geen directe aansluiting gewestweg en geen niet relevant aanvaardbare intensiteiten Agentschap Wegen en 13 juli 2016 gunstig typefout (Hoogstraat ipv Haagstraat) op fout aangepast Verkeer, Limburg p. 13 Sport Vlaanderen 27 juni 2016 akkoord geen niet relevant

juli 2016 M-Impact Pagina 51 van 54 gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” - Dilsen Stokkem onderzoek naar mer

10.2 Evaluatie standaardopmerkingen Landbouw en Visserij 1) De inname van herbevestigd agrarisch gebied (HAG) moet voldoende niet relevant voor dit voorgenomen plan want geen inname HAG gemotiveerd en gecompenseerd worden conform omzendbrief RO/2010/01/

2) Milderende maatregelen voor inname professioneel uitgebate dit gRUP neemt geen professioneel uitgebate landbouwpercelen in, op landbouwpercelen projectniveau kan voor de bouw van woningen in zones voor wonen die nu in landbouwgebruik zijn een landbouwer moeten wijken. Een gRUP moet daar geen milderende maatregelen voor uitwerken. Dat is voor projectontwikkelaars. Er gebeuren geen onteigeningen. 3) De opvang van regenwater moet binnen het plangebied zelf gebeuren en dit is conform een geldende verordening van de Vlaamse regering, deze op zodanige wijze dat de waterhuishouding van de omliggende screening verwijst daarnaar en toont aan dat hieraan voldaan kan worden, geen landbouwgronden daar geen nadelige effecten van ondervindt extra maatregelen in het gRUP nodig

4) Alle nodige bufferzones moeten in het plangebied zelf aangelegd worden niet relevant voor dit voorgenomen plan, geen KMO-zones of industriegebieden 5) Andere milderende maatregelen mogen de agrarische structuur niet niet relevant voor dit voorgenomen plan aantasten, bv. bos- en natuurcompensaties

6) Impact van het voorgenomen plan op de landbouw moet voldoende niet relevant of positieve effecten wegens omvorming woonuitbreidingsgebied onderzocht worden, het departement kan op aanvraag een in agrarisch gebied landbouwimpactstudie uitvoeren

Pagina 52 van 54 M-Impact juli 2016

BIJLAGE: DE ADVIEZEN

2016-06-23

p r o v i n c i e L im burg

D i r e c t ie Omgeving

College van burgemeester en schepenen Ruimtelijke Planning en Beleid Europalaan 25 3650 DILSEN-STOKKEM

Geacht college

Betreft: uw verzoek tot raadpleging in het kader van een onderzoek tot milieueffectrapportage van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) “Centrumplein Rotem” te Dilsen-Stokkem

Op 1 juni 2016 ontvingen we uw verzoek tot raadpleging in het kader van een onderzoek tot milieueffectrapportage voor het RUP “Centrumplein Rotem” te Dilsen-Stokkem met de vraag om advies uit te brengen binnen de decretaal voorziene termijn van 30 dagen na ontvangst van deze brief. Artikel 4.2.5 van het D.A.B.M. stelt dat de initiatiefnemer van een plan in het kader van het “onderzoek tot milieueffectrapportage” een aantal instanties dient te raadplegen aangaande de mogelijke aanzienlijke milieueffecten die het plan kan hebben.

Het plan waarover deze screeningsnota handelt, beoogt een kernversterkende ruimtelijke ontwikkeling rond het centrumplein van Rotem. Het plan geeft aan een school, sporthal en zwembad een geëigende bestemming en herschikt de oppervlaktes woonuitbreidingsgebied en woongebied in Rotem.

In onderstaand advies gebeurt er een toetsing aan het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV), het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg (RSPL) en het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS).

Volgens het RSV ligt Dilsen-Stokkem in het buitengebied. Daarnaast is Dilsen-Stokkem geselecteerd tot het stedelijk netwerk op Vlaams niveau, het Limburgs Mijngebied. Structuurbepalend zijn hier de mogelijkheden van de ruimtelijke reconversie in functie van het mijnpatrimonium, de economische structuur langs infrastructuurassen en de versterking van de stedelijke structuur. De rol van dit gebied ligt vooral in versterking van een stedelijke en economische structuur op Vlaams niveau (RSV, RG – p. 353). Dilsen-Stokkem werd tevens aangeduid als economisch knooppunt. (RSV BG – p. 481).

In het RSPL maakt Dilsen-Stokkem deel uit van de hoofdruimte ‘Maasland’ en de hoofdruimte ‘Kempen’. Het plangebied behoort tot de deelruimte ‘Zuidelijk Maasland’. De rol van het Zuidelijk Maasland bestaat in het versterken van de stedelijke structuur in het Maasland. Bijkomende stedelijke ontwikkelingen zijn in deze deelruimte gewenst, zij het hoogwaardig en kwalitatief (RSPL, RD – p.349). De provincie selecteert Dilsen-Stokkem als structuurondersteunende gemeente met Dilsen als structuurondersteunend hoofddorp. Rotem wordt als woonkern geselecteerd. Bij voorkeur worden de

Contactpersoon: Christine Clits Correspondentieadres Provincie Limburg, Universiteitslaan 1, B-3500 Hasselt

Telefoonnummer: 011 23 83 80 Telefoon 011 23 83 05 Fax 011 24 92 35 Kenmerk: 124.03.10/S2016N028278 [email protected] www.limburg.be Dossier: 2016N007204 Bij antwoord kenmerk, dossier en datum vermelden Bijlage: / bijkomende woningen gesitueerd in de hoofddorpen van de gewone gemeenten van het buitengebied en in de structuurondersteunende hoofddorpen van de structuurondersteunende gemeenten. Indien de gemeente het beter acht bepaalde delen van woongebieden niet te ontwikkelen, zal worden afgewogen of het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden of van ruimtelijk verantwoorde gebieden met een niet-woonbestemming kan worden toegestaan.

Het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden is in principe mogelijk in ruil voor het reserveren van een evenwaardige oppervlakte in binnengebieden die momenteel een woonbestemming hebben. Het aansnijden van gebieden met een niet-woonbestemming is in principe mogelijk in ruil voor het schrappen van een evenwaardige oppervlakte in binnengebieden met een woonbestemming of in woonuitbreidingsgebieden. De wil van gemeenten om slecht gelegen binnengebieden of woonuitbreidingsgebieden te schrappen als woongebied, werkt dus positief in deze afweging. Ook het reserveren van binnengebieden met een woonbestemming in de woonkernen ten voordele van het aansnijden van woonuitbreidingsgebied in het hoofddorp wordt gunstig beoordeeld. De ruiloperaties mogen de totale woonbalans niet vergroten. (RSPL-RD, p. 399)

Het GRS van Dilsen-Stokkem geeft weer dat de drie noordelijke kernen (Rotem/Elen/Reselt) van de gemeente in hun eigenheid bevestigd en verder ontwikkeld kunnen worden als kwalitatieve plattelandsdorpen. De nadruk ligt op het behoud en het versterken van de woonkwaliteit en het agrarisch grondgebruik. Grote ontwikkelingen blijven in deze drie kernen uit. De kern kan zich verder ontwikkelen binnen de grenzen van de huidige woonzone. De bestaande woonzones kunnen worden afgewerkt, inbreidingsprojecten blijven mogelijk maar nieuwe woonuitbreidingsgebieden worden binnen deze planperiode niet aangesneden. Rotem, Reselt en Elen gaan zich gedurende deze planperiode ontwikkelen volgens het principe van de ‘compacte lineariteit’. Dit komt erop neer dat de bestaande woonzones kwalitatief kunnen worden afgewerkt en verdicht, rekening houdend met de beekcorridors. Het betekent ook dat er geen nieuwe woonuitbreidingen worden voorzien. (GRS-RD, p. 47) Het WUG Haagstraat is in het GRS geselecteerd als een ‘tijdelijke open kamer’. Dit betekent dat het WUG als reserve voor de toekomst is opgenomen en slechts op lange termijn na een nieuwe evaluatie van de woonbehoefte in aanmerking komt voor woonuitbreiding. Bij de opmaak van een RUP kan er alsnog geopteerd worden om het WUG te schrappen. (GRS-RG, p. 63)

Principes inzake duurzaamheid moeten doorvertaald worden naar het RUP. Inhoudelijke opmerkingen zullen worden gemaakt in het kader van de plenaire vergadering.

Met achting

Leen Coenegrachts afdelingschef

2

Vlaamse overheid Adviezen en Vergunningen Wouter Beyen Vlaams-Brabant en Limburg Ecoloog MER deskundige Koningin Astridlaan 50 bus 5 M-Impact 3500 HASSELT Stationsstraat 50 bus 3

3910 NEERPELT T 011 74 24 50 [email protected]

uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen 01/06/2016 16-07520 vragen naar/e-mail telefoonnummer datum [email protected] 0499/942960

Betreft: plan MER screening

Onderwerp:

RUP Centrumplein Rotem: Verzoek tot raadpleging

Datum van ontvangst 07/04/2016

Situering Adres Centrum en zuidzijde dorpskern Rotem

Aanvrager Naam M-Impact Adres Stationsstraat 50 bus 3 te Neerpelt

Ruimtelijke bestemming Woongebied en woonuitbreidingsgebied

Beschermingsstatus Geen

Biologische waarderingskaart Soortenarm grasland, tuinen

Rechtsgrond Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving:

* Gelieve dit kenmerk in al uw briefwisseling te vermelden. 1

Artikel 4.2.5. decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid Artikel 3, 3° besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma's Art 14 Soortenbesluit

Bespreking MER screening (discipline Fauna Flora)

Het gaat om de verdere ontwikkeling van de dorpskern van Rotem waarbij het open ruimtegebied te zuiden van de kern wordt gevrijwaard door woonuitbreidingsgebied om te zetten in agrarisch gebied. Hierdoor wordt een deel van Provinciale natuurverbindingszone (Natuurverbinding 16 tussen bossen ten oosten van de Driepaalhoeve en omgeving voetveer Veurzen via Ommerstein, een verbinding bestaande uit kleine landschapselementen, overblijvende open ruimtes en bosjes ) en de zoekzone voor een amfibiecorridor tussen NPHK en Grensmaas als open ruimte verankerd.

Er zijn in het projectgebied geen populaties van beschermde soorten bekend, anders dan tuinvogels, kleien zoogdieren en vermoedelijk algemene amfibiesoorten (geen voortplantingswateren gekend)

Conclusie:

Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat er voldoende werd aangetoond dat er geen aanzienlijke milieueffecten op aanwezige natuurwaarden zullen veroorzaakt worden en gaat akkoord met de inhoud van de screeningsnota.

Het Agentschap voor Natuur en Bos wenst een afschrift van de beslissing over de vergunningsaanvraag te ontvangen.

Hoogachtend, Katia Nagels, Adjunct-Directeur Vergunningen en Adviezen – Vlaams Brabant en Limburg.

2

Omvorming WUG naar Agrarisch gebied

3

- Wonen Limburg Koningin Astridlaan 50 bus 1 3500 Hasselt Tel. 011 74 22 00 - Fax 011 74 22 19

M-Impact Wouter Beyen

Stationsstraat 50 bus 3 3910 Neerpelt

uw bericht van uw referentie ons kenmerk bijlagen 1 juni 2016 3650/20160621/jgo vragen naar / e-mail telefoonnummer Datum Jos Gorssen 011 74 22 36 21 juni 2016 [email protected]

Betreft: Gemeentelijk RUP Centrumplein Rotem -“Verzoek tot raadpleging” in het kader van een onderzoek tot milieueffectrapportage

Geachte,

In antwoord op uw adviesvraag van 1 juni jongstleden kan ik u meedelen dat, op basis van onze expertise, de screeningsnota in het kader van een onderzoek tot milieueffectrapportage voor het voorontwerp van gemeentelijk RUP “Centrumplein Rotem” te Dilsen-Stokkem op een correcte wijze de mogelijke gevolgen van het plan voor het leefmilieu beschrijft.

Hopende u hiermee voldoende inlichtingen te hebben verstrekt,

Met vriendelijke groeten,

Jos Gorssen Waarnemend diensthoofd

www.wonenvlaanderen.be Page 1 of 1

Wouter Beyen - M -Impact

From: "Paul Smeets" Date: woensdag 6 juli 2016 15:39 To: "Wouter Beyen - M -Impact" Subject: RE: gRUP Centrumplein Rotem - verzoek tot raadpleging

Bij het doornemen van het betreffende dossier hebben wij geen opmerkingen, beste heer Beyen Het dossier heeft wat ons betreft dan ook geen noodzaak om een plan-MER uit te werken, Mijn excuses voor het laattijdige antwoord, Veel succes bij de verdere uitwerking van het dossier.

Met groeten

Paul Smeets Stafmedewerker

De Lijn Limburg Grote Breemstraat 4 3500 Hasselt tel. +32 (0)11 85 41 83 gsm +32 (0)478 60 21 45

Van: Wouter Beyen - M-Impact [mailto:[email protected]] Verzonden: woensdag 1 juni 2016 12:58 Aan: Paul Smeets Onderwerp: gRUP Centrumplein Rotem - verzoek tot raadpleging

Geachte heer Smeets

De gemeente Dilsen-Stokkem wenst een kernversterkende ontwikkeling in deelgemeente Rotem. Om dat mogelijk te maken laat ze het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (gRUP) “Centrumplein Rotem” opstellen door Geosted bvba uit Bilzen. Het plan geeft aan een school, sporthal en zwembad een geëigende bestemming en herschikt de oppervlaktes woonuitbreidingsgebied en woongebiedn in Rotem. M-Impact heeft het voorgenomen gRUP gescreend op haar milieueffecten. Het resultaat van deze screening is het verzoek tot raadpleging “gRUP Centrumplein Rotem”. U vindt dat in bijlage van dit schrijven. Ik kom tot het besluit dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke negatieve milieueffecten zal genereren.

bijgaand vindt u een meer uitgebreide vraagstelling (verzoek tot raadpleging) en het dossier “onderzoek naar mer”

Indien u een afgedrukt exemplaar van het verzoek tot raadpleging wenst, zal ik u dat zo snel mogelijk opsturen. Wouter Beyen ecoloog / MER-deskundige m-impact Stationsstraat 50 bus 3 3910 Neerpelt

Tel.: 011 666 765 GSM: 0474 696 317

______http://www.delijn.be/disclaimer/email.htm

7-7-2016

M-IMPACT

Maatschappelijke zetel Stationsstraat 50 bus 3 B 3910 Neerpelt

Contact Wouter Beyen

Tel.: 011 666 765 GSM: 0474 696 317 e-mail: [email protected]