Bestemmingsplanbeschrijving: Toelichting Op Onderzochte Onderwerpen Voor Het Bestemmingsplan
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Bestemmingsplanbeschrijving: toelichting op onderzochte onderwerpen voor het bestemmingsplan Verkeer en parkeren Bereikbaarheid Gemotoriseerd verkeer De ontsluiting van de ontwikkeling vindt plaats ten zuiden op de Polderboom. De bestaande Polderboom wordt hiertoe doorgetrokken naar het nieuwe woongebied. Dit is de belangrijkste entree naar het woongebied. De Polderboom sluit aan op de Nicolaas van Puttenstraat. Via deze route wordt het centrum van het dorp Goudswaard en de Molendijk richting Piershil en Nieuw-Beijerland bereikt. De Molendijk en de Vaartweg zijn binnen de bebouwde kom gecategoriseerd als gebiedsontsluitingswegen met een maximumsnelheid van 50 km/h. Buiten de bebouwde kom zijn deze wegen gecategoriseerd als erftoegangswegen waar een maximumsnelheid van 60 km/h geldt. De Polderboom is een erftoegangsweg met een maximumsnelheid van 30 km/h. Het gemotoriseerde verkeer van en naar het plan wordt goed ontsloten. Langzaam verkeer Het fietsverkeer wordt in en rondom het plangebied gemengd afgewikkeld met het gemotoriseerd verkeer. Vanuit het plangebied wordt het fietsverkeer ontsloten naar de Polderboom en de Vaartweg. De ontsluiting voor het fietsverkeer is redelijk goed. Aan de westzijde van het plangebied wordt een langzaamverkeersverbinding beoogd met een calamiteitenroute, zo wordt de verbinding voor voetgangers en fietsers verkort en is het plangebied via twee routes te bereiken voor hulpdiensten. Ontsluiting openbaar vervoer Er is een bushalte gesitueerd aan de Nicolaas van Puttenstraat, welke op circa 350 m afstand van het plangebied is gelegen. Deze halte wordt bediend door bussen in de richting Oud-Beijerland/Rotterdam met een frequentie van circa 2 keer per uur per richting. Tevens rijdt er een buurtbus via Zuid-Beijerland naar Oud-Beijerland met een frequentie van circa 1 keer per uur per richting. De ontsluiting per openbaar vervoer is redelijk. Verkeersgeneratie en afwikkeling De verkeersgeneratie is berekend met de gemiddelde kencijfers van het CROW en met het programma weergegeven in tabel 1. Tabel 1 Verkeersgeneratie Woningtype Hoeveelheid Motorvoertuigen Verkeersgeneratie Vrijstaand 5 8,2 per woning 41 Rijwoning (koop midden-duur 6 7,8 per woning 684, Rijwoning (sociaal) 4 7,4 per woning 29,6 Appartement (sociale huur) 8 4,1 per woning 32,8 Totaal 23 150,2 De ontwikkeling heeft een verkeersgeneratie van 150 (afgerond) mvt/etmaal. Het plangebied wordt via de Polderboom op de omliggende wegenstructuur aangesloten. De verkeerstoename zal op deze wegen niet leiden tot problemen in de verkeersafwikkeling. Parkeren De parkeerbehoefte is berekend met de gemiddelde kencijfers van het CROW en met het programma weergegeven in tabel 2. Tabel 2 parkeerbehoefte Woningtype Hoeveelheid Parkeerkencijfer Parkeerbehoefte Vrijstaand 5 2,3 per woning 11,5 Rijwoning (Midden duur) 6 2,2 per woning 13,2 Rijwoning (sociaal) 4 2,0 per woning 8 Appartement (sociale huur) 8 1,4 per woning 11,2 Totaal 23 43,9 In het plangebied is voldoende ruimte op zowel de openbare weg als bij vrijstaande en twee-onder-een kap woningen op eigen terrein om in de eigen parkeergelegenheid te voorzien. Conclusie De bereikbaarheid van het plangebied is goed te noemen voor de diverse modaliteiten, de toename in verkeersbewegingen zal niet leiden tot problemen. Het plan biedt voldoende ruimte om in de eigen parkeerbehoefte te voorzien, het aspect verkeer en parkeren staat de ontwikkeling niet in de weg. Wegverkeerslawaai Onderzoek en conclusie Het plangebied is gelegen binnen de wettelijke geluidzone van de Noordweg en de Molendijk. Hiertoe is door Rho adviseurs voor leefruimte een akoestisch onderzoek uitgevoerd. De rapportage wordt ten tijden van ter visie legging nog opgesteld. Water Huidige situatie Het plangebied is gelegen aan de noordoostzijde van het dorp Goudswaard en bevindt zich tussen de Molendijk en de Rietakker. Het plangebied bestaat uit agrarisch grasland. Bodem en grondwater Op de Bodemkaart is te zien dat de bodem van het plangebied uit zavel met homogeen profiel bestaat (figuur 1). Met betrekking tot het grondwater is ter plaatse van het plangebied sprake van grondwatertrap V= H <40 L >20 (figuur 2). Dit wil zeggen dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) op 40 centimeter onder maaiveld ligt. De gemiddelde laagste grondwaterstand (GLG) ligt op 20 centimeter onder maaiveld. De maaiveldhoogte ligt circa tussen NAP +0,1 en +0,4 m. Figuur 1 Overige bodemsoorten plangebied (rood omcirkeld) (bron: Bodemkaart) Figuur 2 Overzicht grondwatertrappen plangebied rood omcirkeld (bron: Bodemkaart) Waterkwantiteit Conform de Legger van Waterschap Hollandse Delta (figuur 3 ) wordt het plangebied in het noorden begrensd door een watergang in de categorie 'dijksloot' en ten westen begrensd door een watergang behorende tot de categorie 'overig water'. De watergang behorende tot de categorie 'dijksloot' heeft een beschermingszone van 5 meter en een watergang in de categorie 'overig water' heeft een beschermingszone van 1 meter. Binnen deze beschermingszones gelden conform de Keur van het Waterschap Hollandse Delta beperkingen voor bouwen en aanleggen ter bescherming van en om onderhoud aan de watergang mogelijk te houden. Figuur 3 Uitsnede Legger Waterschap Hollandse Delta Watersysteemkwaliteit en ecologie Binnen het plangebied of in de nabije omgeving liggen geen oppervlaktewaterlichamen, die zijn aangewezen vanuit de Kaderrichtlijn Water. Er bevinden zich ook geen natte ecologische verbindingszones zoals opgenomen in het (provinciale) Natuurnetwerk Nederland binnen of in de nabijheid van het plangebied. Veiligheid en waterkeringen Ten noorden van het plangebied loopt een waterkering. Het plangebied bevindt zich niet in de kernzone of beschermingszone van de waterkering. Afvalwaterketen en riolering Het plangebied bestaat uit agrarisch grasland en is niet aangesloten op het rioolstelsel. Toekomstige situatie Het plan is om een woonbuurt met 20 tot 27 woningen te realiseren. De bestaande waterstructuur wordt verbreed, hiervan wordt 60% natuurvriendelijk ingericht. Bodem en grondwater De voorgenomen ontwikkeling heeft geen gevolgen voor bodem en grondwater. Waterkwantiteit Met dit plan neemt het verhard oppervlak sterk toe, wat leidt tot minder infiltratie van regenwater in de bodem ter plaatsen. Derhalve is watercompensatie noodzakelijk. Door de flexibele aard van het plan is een exacte berekening van de compensatie niet praktisch. Het bestemmingsplan voorziet in de juridische borging van een aanzienlijk waterlichaam en staat uitbreiding van bestaande sloten niet in de weg. Watersysteemkwaliteit en ecologie Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem is het van belang om duurzame, niet- uitloogbare materialen te gebruiken, zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase. Veiligheid en waterkeringen De in deze ruimtelijke onderbouwing mogelijk gemaakte ontwikkeling heeft geen negatieve invloed op de waterveiligheid in de omgeving. Afvalwaterketen en riolering Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw gewenst een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen, zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden: hemelwater vasthouden voor benutting, (in-)filtratie van afstromend hemelwater, afstromend hemelwater afvoeren naar oppervlaktewater, afstromend hemelwater afvoeren naar RWZI. Conclusie Er is compensatie voor de toename aan verharding nodig omdat de toename van verharding boven de grenswaarde van 500 m2 komt. Dit wordt gedaan door het verbreden van bestaande watergangen van het plangebied. Ook grenzen aan het plangebied een waterkering en watergangen in de categorie 'dijksloot' en 'overig water' met een beschermingszone van respectievelijk 5 en 1 meter. Er vinden geen werkzaamheden plaats in de kern- of beschermingszone van de waterkering. Wanneer er werkzaamheden zullen plaatsvinden in de beschermingszone van de watergangen, wordt eerst een vergunning gevraagd. Hierdoor kunnen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse uitgesloten worden. Ecologie Gebiedsbescherming Het plangebied is geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura 2000. De locatie is gelegen op circa 860 meter van Natura 2000-gebied 'Haringvliet' en circa 13 kilometer van stikstofgevoelig Natura 2000-gebied 'Voornes Duin'. Het plangebied maakt ook geen deel uit van het Natuurnetwerk Nederland/Natuurnetwerk Zuid-Holland. Het dichtstbijzijnde onderdeel van het NNN betreft Natura 2000-gebied 'Haringvliet' (figuur 4). Figuur 4 Ligging plangebied (rood omcirkeld) t.o.v. beschermde natuurgebieden (bron: Provincie Zuid-Holland) Vanwege de afstand zijn directe effecten zoals areaalverlies, versnippering, verandering van de waterhuishouding en verstoring op voorhand uitgesloten. Voor het onderzoeken van de mogelijke effecten op het nabijgelegen stikstofgevoelige Natura 2000-gebied Voornes Duin zijn er voor de aanleg- en gebruiksfases AERIUS-berekeningen uitgevoerd. Uit de berekeningen blijkt dat geen sprake is van rekenresultaten die hoger zijn dan 0,00 mol N/ha/jr voor de aanleg- en gebruiksfase van de ontwikkeling. Soortenbescherming Ten behoeve van de voorgenomen werkzaamheden in het kader van woningbouw bij Goudswaard is een quickscan in het kader van de Wet natuurbescherming uitgevoerd. Uit deze quickscan komt het volgende naar voren: Beschermde soorten die verwacht worden in het projectgebied