EEN BRIEF VAN THOMAS DE KEYSER, DOOR A. W. WEISSMAN. NDER De Papieren Van Den Beeldhouwer NICHOLAS STONE, Den Schoonzoon Van

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

EEN BRIEF VAN THOMAS DE KEYSER, DOOR A. W. WEISSMAN. NDER De Papieren Van Den Beeldhouwer NICHOLAS STONE, Den Schoonzoon Van EEN BRIEF VAN THOMAS DE KEYSER, DOOR A. W. WEISSMAN. NDER de papieren van den beeldhouwer NICHOLAS STONE, den schoonzoon van HENDRIK DE KEYSER, die in Sir JOHN SOANE's Museum te Londen bewaard worden, bevindt zich ook een brief van THOMAS DE KEYSER, waarvan ik door de welwillendheid van den directeur, de heer WALTER L. SPIERS, een afschrift mocht maken. De brief luidt als volgt. "Eerwaerde en seer discrete broeder en zuster STONE, na onse vriendelycke groetenisse ende wensinge alles goedts, soo sal U. L, door dezen verstaen ons aller gesontheyt; de uwen sijn wij van herte wensende. Hebben U. L, brieven als oock den beverhoet wel ontfangen, staet mij heel wel aen, bedancke U. L, voor de moeyte. Hebt mij maer te comman- deren in U. L. dienst en zal na mijn vermoghen niet manqueren. ?VAN SOMEREN heeft twe mael 2 £ betaelt, hebbe U. L. voor deze twe pont in rekeningh gebracht, alst U. L. belieft pertinente notitie daervan uyt mijn boeck te hebben zal het U. L. senden ofte de saeck is soo. 62 "Int jaer 1637, daer U. L. mij het laken sont resteerde mijn van U. L. f 54 - I I - 0 het laken dat U. L, sont f 6 r - o - o de papegaye kouwe ... " I 5 - o - o van VAN SOMEREN... " 22 - O - 0 aan SALOMON oom be- - - van VAN SOMEREN... " 22 4 8 taelt.............. " 20 - 0 - 0 - - de bever 27 14 0 2 lijsten aen U.L. zoone " I –10 – o de doos gespen ...... " 6 - o de kaggel met oncosten " 36 - 3 - 8 f I33- 4.-8 f 1 27 - 4 - 8 zoodat U. L. rest per slot van rekeninghe ses gulden. ,,Hebben met liefd verstaen de goede gesontheyt van U. L, kinderen tot Rome. Onse broeder HENDRICK is hier t' Amsterdam gecomen den I I Novem- ber, 3 ofte 4 dagen te voren eer PIETERbroer troude, doch onwetende dat sijn broeder de bruydegom was, quam hier om sijn affairen te doen en seyde gelijck ghij schreeft dat hij in Engelant getrout was en is weder hier van daen gereyst na Hull den 5 December. Godt de Heer hoopen wij zal hem goede reys verleenen in alle deze quade tempeesten. Amen. "Niet anders hebbende, eerwaerde en zeer beminde broeder dan onze dienstwillige groetenisse neffens alle de goede vrienden en Gode in genade bevolen. "Geschreven in Amsterdam dezen 19 December Anno 1639, door U. L. dienstwillige broeder tot mijn doot THOMAS DE KEYSER. Bidde U. L. broeder doet soo veel mijnenthalve, bestelt doch dit klein briefken aen HENDRICKbroeder int lant met alle haest, mijn sal sonderlinge dienst daeraen geschieden, van gelijcken wederom. SALOMONoom bedanckt U. L. seer voor de vrientschap dat ghij die potten verkoft hebt, hij wilde wel dat ghij de resterende oock aennaemt tot sulcke prijs alst U. L. zelve goet dunckt. Hem sal grote vrientschap geschieden. U. L. cunt het mijn laten weten en sal hem uwentweegen wel betalen. U. L, wilt toch een kovert maken voor HENDRICK- ooms brief". Wij zien uit dezen brief, dat MARIA DE KEYSER, die in April van het jaar 1613 met den beeldhouwer NICHOLAS STONE - een leerling van haar vader HENDRIK DE KEYSER - te Amsterdam getrouwd was, en met haar man naar Londen was vertrokken, nog in 1639 door haar Nederlandsche bloedverwanten niet werd vergeten. STONE was toen een meester van grooten naam geworden, die - zijn aanteekenboeken, in Sir JOHN SOANE'S Museum bewaard, bewijzen het - met bestellingen werd overladen. THOMAS DE KEYSER leeren wij hier kennen als een beschaafd man, die 63 een goede hand schrijft en die zijn gedachten behoorlijk ten papiere weet te brengen. Dat hij bij zijn tijdgenooten niet alleen als kunstenaar in aanzien stond, blijkt daaruit, dat hij in ?63 t tot opziener der Remonstrantsche Gemeente werd gekozen, een ambt, dat hij twintig jaar lang heeft bekleed. DE KEYSER en STONE stonden met elkander in rekening-courant. STONE zond uit Engeland laken, een hoed van bever of "castoor" en een doos gespen, en droeg aan DE KEYSER op betalingen te doen aan "VAN SOMEREN". Misschien was dit wel voor aankoopen, te zijnen behoeve gedaan op de auctie door BAREND VAN SOMEREN, schilder en waard in "het Schilt van Vranckrijck", den 225ten Februari 1635s gehouden. Op die verkooping had THOMAS DE KEYSER prenten en een passie van M. DE VOS gekocht. Merkwaardig is, dat in 1639, juist als thans, twee pond sterling slechts f 22 of iets meer waard waren, en dat een castoren hoed toen bijna f 28 kostte. DE KEYSER had voor STONE een kooi voor een papegaai gekocht en ook een kachel voor hem aangeschaft. Waarvoor die kachel dienen moest, blijkt niet. "SALOMONoom" is de schilder SALOMON DE LA TOMBE van Aken, die in I6I3 met LYSBETH DE KEYSER, een zuster van HENDRIK DE KEYSER, was ge- trouwd. Het bedrag aan hem uitbetaald gold de twee "potten", waarvan in het naschrift gesproken wordt. Waarschijnlijk waren dit vazen; DE LA TOMBE had er nog meer, die hij ook aan STONE wilde verkoopen. De "lijsten", die DE KEYSER aan STONE in rekening bracht, waren geleverd aan HENRY STONE, de oudste zoon van den Engelschen beeldhouwer, die van 1635 tot 1638 bij THOMAS DE KEYSER te Amsterdam het schilderen had geleerd. HENRY STONE was in 1638 met zijn broeder NICHOLAS naar Rome vertrokken, waar zij tot 1642 zijn gebleven en bij BERNINI hebben gestudeerd. In 1639 was hun gezondheid goed, gelijk de brief bewijst. "Broeder HENDRICK" is de jongste zoon van den vermaarden HENDRIK DE KEYSER. Hij was in 1613 te Amsterdam geboren. In 1635 ging hij naar Engeland, en daar huwde hij met ELISABETH BELLAMY. Blijkbaar was dit huwelijk in 1639 nog niet lang geleden. Als weduwnaar kwam HENDRIK in 1647 voor goed te Amsterdam terug. In 1639 is hij daar maar van den Ijden November tot den 5den December geweest. Hij wist niet, dat zijn oudste broeder PIETER, de stadssteenhouwer, voor de derde maal in het huwelijk zou treden en wel met CATHARINA BEGYN, de weduwe van ESAIAS DE LA TOMBE, doch kon de bruiloft juist nog medevieren. In den brief aan NICHOLAS STONE was een "briefken" aan HENDRIK DE KEYSER gesloten, waarvoor STONE een "kovert" moest laten maken, om het daarin aan den geadresseerde te doen toekomen. Dit "briefken" was geschreven door 64 "HENDRICKoom" of voor hem bestemd. Er woonde toen wel een HENDRIK DE KEYSER te Amsterdam, doch deze, een "norenburgier" - handelaar in kramerijen - "op de Breestraat omtrent de sluys", was geen oom, doch een neef van THOMAS en HENDRIK. Op de een of andere wijze moet THOMAS zich dus hebben vergist. De brief werd geschreven vier maanden voordat THOMAS DE KEysER zich als meester-steenhouwer in het St. Barbaragild te Amsterdam liet aannemen. Immers deze aanneming had den 14dex Mei 1640 plaats. Doch DE KEYSER schrijft niets over de omstandigheden, waarin hij verkeert. THOMAS DE KEYSER was twintig jaar lang te Amsterdam de meest gezochte portretschilder geweest. Wat mag hem hebben bewogen, in 1640 het penseel ter zijde te leggen, en het vak van steenhouwer, dat hij bij zijn vader HENDRIK DE KEYSER geleerd had, te gaan uitoefenen a Wel hield hij niet geheel met het schilderen op, doch de stukken, die hij na 1640 maakte, zijn toch niet talrijk. Dr. A. BREDIUS was zoo vriendelijk, zijne aanteekeningen omtrent THOMAS DE KEYSER tot mijn beschikking te stellen. Die aanteekeningen geven menige aanvulling tot wat ik in 19°4 in dit tijdschrift omtrent den meester kon mededeelen. Wij wisten, dat THOMAS DE KEYSER in 1626 met MACHTELT ANDRIES- dochter in het huwelijk was getreden. Zijn schoonvader, ANDRIES FREDERICKS, was goudsmid. De heer BREDIUS vond de voorwaarden van dit huwelijk in het protocol van den notaris P. MATTHYSZ. "I Juny 1626. Huwelycksche voorwaerden van d'eersame THOMAS DE KEYSER, toec. bruydegom, geasst. met d'eersame PIETER DE KEYSER, sijnen broeder ende AERT DE KEYSER, sijnen oom en WILLEM VAN ROYEN, sijnen neeff en d'eerbare MACHTELT ANDRIES, toecomende bruyt, geasst. met d'eersame ANDRIES FREDERICKSZ. goutsmith, haeren vader ende d'eerbaere MARRITIEN BRUYNEN, haere moeder, EVERT VAN DOOYEN en DIRCK JACOBSZ. VAN VELTHUYSEN ende LOEFF FREDERICKX, haere oomen." De "bruydegom" zal inbrengen f' I 2o0 "ende dat boven sijne bruylofts- clederen ende boven de ringen ende juwelen daermede hij sijne bruyt sal vereeren ende andere bruiloftscosten sijndersijde te doen en voorts boven alle schulden die hij mochte hebben. Sijn broeder en oom blijven daer borgh voor." De ouders der "bruyt" geven mede f 1650, "mede boven haer bruyloffts- clederen ende juwelen ende bruylofftscosten van haerdersijden te doen. Verder is hierin gerekent f 5oo ende nog f i 5o daerenboven aan linnen mede dat haer door haer oude Petemoey bij testament gemaeckt is." In deze acte wordt bepaald, dat er geen gemeenschap van goederen zal zijn; als DE KEYSER stierf zou zijn goed weder aan zijn familie komen. Winst en verlies zouden worden gedeeld. Kwam DE KEYSER echter te sterven zonder 65 kinderen na te laten, dan zou zijn weduwe eene "duwarie" van f 1000 ontvangen. In 1633 woonde THOMAS DE KEYSER "op den Binnen Aemstel", gelijk uit een acte van den notaris J. VERHEIJ blijkt. Hij was toen een zeer gezocht schilder. MACHTELT ANDRIES moet in het begin van 1640 overleden zijn. Toen moest THOMAS DE KEYSER aan de Weeskamer een belangrijk bedrag betalen "voor sijnen zone HEYNDRICK, out 6 jaeren, daer moeder aff was MACHTELT ANDRIES, voor sijn moeders erff de somma van vier duysent gulden eens ende daerboven noch hondert vijffentwintich gulden, hem aenbestorven door't overlijden van GRIETGEN FREDRICKS, zijn oude moeye." Ik houd het er voor, dat de zware last, hem daardoor opgelegd, THOMAS DE KEYSER genoopt heeft, het schilderen vaarwel te zeggen, en tot het steen- houwen terug te keeren, waarmede zijn broeder PIETER DE KEYSER veel geld verdiende.
Recommended publications
  • During the Seventeenth Century, Dutch Portraits Were Actively Commissioned by Corporate Groups and by Individuals from a Range of Economic and Social Classes
    Cambridge University Press 978-1-107-69803-1 - Public Faces and Private Identities in Seventeenth-Century Holland: Portraiture and the Production of Community Ann Jensen Adams Frontmatter More information PUBLIC FACES AND PRIVATE IDENTITIES IN SEVENTEENTH-CENTURY HOLLAND During the seventeenth century, Dutch portraits were actively commissioned by corporate groups and by individuals from a range of economic and social classes. They became among the most important genres of painting. Not merely mimetic representations of their subjects, many of these works create a new dialogic rela- tionship with the viewer. In this study, Ann Jensen Adams examines four portrait genres – individuals, family, history portraits, and civic guards. She analyzes these works in relation to inherited visual traditions; contemporary art theory; chang- ing cultural beliefs about the body, sight, and the image itself; and current events. Adams argues that as individuals became unmoored from traditional sources of identity, such as familial lineage, birthplace, and social class, portraits helped them to find security in a self-aware subjectivity and the new social structures that made possible the “economic miracle” that has come to be known as the Dutch Golden Age. Ann Jensen Adams is associate professor of art history at the University of California, Santa Barbara. A scholar of Dutch painting, she curated the exhibi- tion Dutch Paintings from New York Private Collections (1988) and edited Rembrandt’s “Bathsheba Reading David’s Letter” (1998). She has contributed essays to numer- ous exhibition catalogues and essay collections including Leselust. Niederl¨andische Malerei von Rembrandt bis Vermeer (1993), Landscape and Power (1994), Looking at Seventeenth-Century Dutch Painting: Realism Reconsidered (1997), Renaissance Culture and the Everyday (1999), and Love Letters: A Theme in Dutch Seventeenth-Century Genre Painting (2003) and published articles in The Art Bulletin and the Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek.
    [Show full text]
  • Evolution and Ambition in the Career of Jan Lievens (1607-1674)
    ABSTRACT Title: EVOLUTION AND AMBITION IN THE CAREER OF JAN LIEVENS (1607-1674) Lloyd DeWitt, Ph.D., 2006 Directed By: Prof. Arthur K. Wheelock, Jr. Department of Art History and Archaeology The Dutch artist Jan Lievens (1607-1674) was viewed by his contemporaries as one of the most important artists of his age. Ambitious and self-confident, Lievens assimilated leading trends from Haarlem, Utrecht and Antwerp into a bold and monumental style that he refined during the late 1620s through close artistic interaction with Rembrandt van Rijn in Leiden, climaxing in a competition for a court commission. Lievens’s early Job on the Dung Heap and Raising of Lazarus demonstrate his careful adaptation of style and iconography to both theological and political conditions of his time. This much-discussed phase of Lievens’s life came to an end in 1631when Rembrandt left Leiden. Around 1631-1632 Lievens was transformed by his encounter with Anthony van Dyck, and his ambition to be a court artist led him to follow Van Dyck to London in the spring of 1632. His output of independent works in London was modest and entirely connected to Van Dyck and the English court, thus Lievens almost certainly worked in Van Dyck’s studio. In 1635, Lievens moved to Antwerp and returned to history painting, executing commissions for the Jesuits, and he also broadened his artistic vocabulary by mastering woodcut prints and landscape paintings. After a short and successful stay in Leiden in 1639, Lievens moved to Amsterdam permanently in 1644, and from 1648 until the end of his career was engaged in a string of important and prestigious civic and princely commissions in which he continued to demonstrate his aptitude for adapting to and assimilating the most current style of his day to his own somber monumentality.
    [Show full text]
  • Keyser, Thomas De Dutch, 1596 - 1667
    National Gallery of Art NATIONAL GALLERY OF ART ONLINE EDITIONS Dutch Paintings of the Seventeenth Century Keyser, Thomas de Dutch, 1596 - 1667 BIOGRAPHY Thomas de Keyser was the second son of Hendrick de Keyser (1565–1621), the famed Dutch architect, sculptor, and municipal stonemason of the city of Amsterdam, and his wife Beyken (Barbara) van Wildere, who hailed from Antwerp.[1] The family lived in a house that was part of the municipal stone yard along the Amstel River, between the Kloveniersburgwal and the Groenburgwal.[2] Thomas and his brothers Pieter and Willem were trained by their father in architecture, and each also became a highly regarded master stonemason and stone merchant in his own right. On January 10, 1616, the approximately 19-year-old Thomas became one of his father’s apprentices. As he must already have become proficient at the trade while growing up at the Amsterdam stone yard, the formal two-year apprenticeship that followed would have fulfilled the stonemasons’ guild requirements.[3] Thomas, however, achieved his greatest prominence as a painter and became the preeminent portraitist of Amsterdam’s burgeoning merchant class, at least until the arrival of Rembrandt van Rijn (Dutch, 1606 - 1669) in 1632. Nothing is known about his artistic training as a painter, which likely occurred in his younger years. Four Amsterdam portraitists have been considered his possible teacher. Ann Jensen Adams, in her catalogue raisonné of Thomas de Keyser, posits (based on circumstantial evidence) that Cornelis van der Voort (c. 1576–1624)
    [Show full text]
  • Country House in a Park Informal, Almost Wilderness Garden in This Painting Contains Architectural Elements Characteristic of C
    different work because the Washington painting was sold by ile, 3rd Baron Savile [b. 1919], Rufford Abbey, Notting­ the Baron de Beurnonville only in 1881. hamshire; (sale, Christie, Manson & Woods, London, 18 2. The provenance given in Strohmer's 1943 catalogue of November 1938, no. 123); Rupert L. Joseph (d. 1959), New the Liechtenstein Collection and in the 1948 Lucerne exhibi­ York.1 tion catalogue contains misinformation. 3. See The Hague 1981, 34, and also Kuznetsov 1973, Exhibited: Jacob van Ruisdael, Mauritshuis, The Hague; Fogg 31-41. Art Museum, Harvard University, Cambridge, Massachu­ 4. Wright 1984, cat. 7. setts, 1981-1982, no. 54. 5. Landscape with a Footbridge (inv. no. 49.1.156) and Land­ scape with Bridge, Cattle, and Figures (inv. no. 29). DEPICTIONS of elegant country houses came into References vogue in the latter half of the seventeenth century as 1896 Bode: 99. 1903 Suida: 116. increasing numbers of wealthy Dutch merchants 1907- 1927 HdG, 4 (1912): 94, no. 295 129,no.407. built homes along the river Vecht and in other pic­ 1908 Hoss: 58, I.14, repro. turesque locations in the Netherlands. Artists who 1911 Preyer: 247-248. specialized in architectural painting, among them 1927 Kronfeld: 184-185, no. 911. Jan van der Heyden (q.v.), depicted the houses and 1928 Rosenberg: 87, no. 252. gardens in great detail. Surprisingly, however, not '943 Strohmer: 101, pi. 69. 1948 Lucerne: no. 175. all of these seemingly accurate representations por­ 1965 NGA: 119, no. 1637. tray actual structures; sometimes the scenes were 1968 NGA: 106, no. 1637. purely imaginary, intended to project an ideal of "975 NGA: 316-317, repro.
    [Show full text]
  • Country House in a Park C
    National Gallery of Art NATIONAL GALLERY OF ART ONLINE EDITIONS Dutch Paintings of the Seventeenth Century Jacob van Ruisdael Dutch, c. 1628/1629 - 1682 Country House in a Park c. 1675 oil on canvas overall: 76.3 x 97.5 cm (30 1/16 x 38 3/8 in.) framed: 98.4 x 118.4 x 6.7 cm (38 3/4 x 46 5/8 x 2 5/8 in.) Inscription: lower left: J v Ruisdael (JvR in ligature) Gift of Rupert L. Joseph 1960.2.1 ENTRY Depictions of elegant country houses came into vogue in the latter half of the seventeenth century as increasing numbers of wealthy Dutch merchants built homes along the river Vecht and in other picturesque locations in the Netherlands. Artists who specialized in architectural painting, among them Jan van der Heyden (Dutch, 1637 - 1712), depicted the houses and gardens in great detail. Surprisingly, however, not all of these seemingly accurate representations portray actual structures; sometimes the scenes were purely imaginary, intended to project an ideal of country existence rather than its actuality (see Van der Heyden’s An Architectural Fantasy). Ruisdael, who painted views of country houses only rarely during his long career, was not an artist who felt constrained to convey a precise record of an actual site, and it seems probable that this view of a country estate is an imaginative reconstruction of one he had seen. The elegant classicist villa standing beyond the informal, almost wilderness garden in this painting contains architectural elements characteristic of country houses from the period.
    [Show full text]
  • Diplomarbeit
    DIPLOMARBEIT Titel der Diplomarbeit „Pendantbildnisse bei Rembrandt von 1631 bis 1634“ Verfasserin Ingeborg Wilfinger angestrebter akademischer Grad Magistra der Philosophie (Mag. phil.) Wien, 2008 Studienkennzahl lt. Studienblatt: A 315 Studienrichtung lt. Studienblatt: Kunstgeschichte Betreuer: O. Univ. – Prof. Dr. Artur Rosenauer INHALTSVERZEICHNIS 1.0 EINLEITUNG………………………………………………………………..……..3 1.1 Zielsetzung…………………………………………………………….….…..…..5 2.0 FORSCHUNGSLAGE ZU REMBRANDTS FRÜHEM PORTRÄTSCHAFFEN………………………………………...……..7 2.1 Alois Riegl: Das holländische Gruppenporträt…………...……………...15 3.0 DAS PORTRÄT IN DEN NÖRDLICHEN NIEDERLANDEN DES SPÄTEN 16. UND FRÜHEN 17. JAHRHUNDERTS…..……………...26 3.1 Exkurs: Das Schützenbild als Beispiel für ein neues Bewusstsein der bürgerlichen Oberschicht Amsterdams………….…..26 3.2 Die Porträtproduktion in Amsterdam von 1580 – 1630……………….…27 4.0 PENDANTPORTRÄTS..…………………………………………………….….30 4.1 Porträtbüsten……………….………………………………………….………..30 4.1.1 Jacques de Gheyn III. (London, The Dulwich Picture Gallery)- Maurits Huygens (Hamburg, Kunsthalle).………………………………………30 4.1.2 Porträt eines 41- jährigen Mannes (Pasadena, Norton Simon Museum of Art) - Porträt einer 40 – jährigen Frau (Louisville, J.B. Speed Art Museum) Dirck Jansz. Pesser (Los Angeles, Los Angeles County Museum of Art) - Haesje Jacobsdr. van Cleyburg (Amsterdam, Rijksmuseum)……….………36 4.2 Kniestücke….……………………………………………………………….…..41 4.2.1 Porträt eines sitzenden Mannes (Wien, Kunsthistorisches Museum)- Porträt einer sitzenden Frau (Wien, Kunsthistorisches Museum).…………...41
    [Show full text]
  • The Amsterdam Civic Guard Pieces Within and Outside the New Rijksmuseum Pt. IV
    Volume 6, Issue 2 (Summer 2014) The Amsterdam Civic Guard Pieces within and Outside the New Rijksmuseum Pt. IV D. C. Meijer Jr., trans. Tom van der Molen Recommended Citation: D. C. Meijer Jr., “The Amsterdam Civic Guard Pieces Within and Outside the New Rijksmuseum Pt. IV,” trans. Tom van der Molen, JHNA 6:2 (Summer 2014) DOI:10.5092/jhna.2014.6.2.4 Available at https://jhna.org/articles/amsterdam-civic-guard-pieces-within-outside-new-rijksmu- seum-part-iv/ Published by Historians of Netherlandish Art: https://hnanews.org/ Republication Guidelines: https://jhna.org/republication-guidelines/ Notes: This PDF is provided for reference purposes only and may not contain all the functionality or features of the original, online publication. This is a revised PDF that may contain different page numbers from the previous version. Use electronic searching to locate passages. This PDF provides paragraph numbers as well as page numbers for citation purposes. ISSN: 1949-9833 JHNA 6:2 (Summer 2014) 1 THE AMSTERDAM CIVIC GUARD PIECES WITHIN AND OUTSIDE THE NEW RIJKSMUSEUM PT. IV D. C. Meijer Jr. (Tom van der Molen, translator) This fourth installment of D. C. Meijer Jr.’s article on Amsterdam civic guard portraits focuses on works by Thomas de Keyser and Joachim von Sandrart (Oud Holland 6 [1888]: 225–40). Meijer’s article was originally published in five in- stallments in the first few issues of the journal Oud Holland. For translations (also by Tom van der Molen) of the first two installments, see JHNA 5, no. 1 (Winter 2013). For the third installment, see JHNA 6, no.
    [Show full text]
  • Acquisitions Paintings
    92 the rijks museum bulletin Acquisitions Paintings • josephina de fouw, jenny reynaerts, matthias ubl, gregor j.m. weber and lisanne wepler • 1 jan jansz mostaert (Haarlem c. 1474­1552/53 Haarlem) Landscape with an Episode from the Conquest of America, c. 1535 Oil on panel, 86.5 x 152.5 cm ‘There is a landscape as well, a scene in the West boulders, the other has halberds, cannon and Indies with many naked people and a craggy rock muskets. A shot has just been fired, there is a flash and strange architecture of houses and huts; but at the end of the barrel and a native falls dead on it was left unfinished.’ It was thus that the famous the rock. Strikingly, the native population occupies Dutch artists’ biographer Karel van Mander far more space than the attackers. This is not a described this painting in 1604, in his biography picture of a glorious victory, it is a record of the of the Haarlem painter Jan Jansz Mostaert. At that brutal violation of a peaceful society in a recently time the work belonged to Mostaert’s grandson discovered idyllic ‘New World’. It is only at second Nicolaes Suycker. It is the painting now known as glance that we realize this has to be an exotic land­ Landscape with an Episode from the Conquest of scape. At first sight the world Mostaert created America that the Rijksmuseum was able to acquire is one of cattle, sheep, hares and other animals in 2013. that belong in a Northern European landscape. After Van Mander saw and described it, the By adding specific details including a monkey, a painting did not resurface until 1900, since when porcupine and several parrots, he endeavoured it has had a turbulent journey.
    [Show full text]
  • 7.5 X 11 Threelines.P65
    Cambridge University Press 978-0-521-44455-2 - Public Faces and Private Identities in Seventeenth-Century Holland: Portraiture and the Production of Community Ann Jensen Adams Index More information INDEX Aar, Anna van der, portrait of by Frans Hals, 68, 76 Company of Captain Cocq by Rembrandt van afbeeldsel, term for portrait, 4, 7 Rijn, 2, 16–18, 19, 144, 211–17, 213, 220, Aglionby, William, Painting Illustrated in Three 240, 241, 247–48, 249 Dialogues, on portrait ownership, 10 Company of Captain Vlooswijck, by Nicolaes van Aitzema, Lieuwe, Historie van saken van staet, 142 Eliasz., 245, 245 alba amicora, portraits in, 1 Governors, portrait of by Govert Flinck, 247, Alberti, Leon Battista, De pictura, 42–43, 49, 72, 247 96, 100 Nieuwe Kerk, 178 Algiers, battle of Noorderkerk, 178 Michiel de Ruyter and, 141 Orphans Chamber (Weeskamer), 11 painting of by Reiner Nooms, 141 portraits in auctions of, 20 allegory, history portrait and, 186–88 Oude Kerk, 178 Alonzo de Velasco, Don, 136 Remonstrant Church, plundering of in 1616, Althusius, Johannes, Politica methodice digesta, 113, 233–35, 235 253 Remonstrant controversy, 218, 236 Alvarez de Toledo, Ferdinand, statue of destroyed Schouwburg (theater), 182 by mob, 32 inscription on, 96 Ambrose, Isaac, Prima, media & ultima ...dingen, Westerkerk, 178 41, 170, 191 Zuiderkerk, 161, 163, 175–76, 178, 180 Amsterdam and Jacob Poppen, 175–76 Admiralty storehouse, designed by Daniel¨ and Michiel Poppen, 175–76 Stalpaert, 141 and Solomon’s Temple, 179 civic guard, organization of, 237 d’Andrada, Diego,
    [Show full text]
  • DIRCK DIRCKSZ. SANTVOORT (1609 – Amsterdam - 1680)
    CS0328 DIRCK DIRCKSZ. SANTVOORT (1609 – Amsterdam - 1680) Family Portrait of a Gentleman and his Wife and Son On canvas, 29½ x 41½ ins. (75 x 105.5 cm) PROVENANCE Vernon J. Watney (d. 1928), Cornbury Park, Oxfordshire, from 1899 By descent to his son Oliver V. Watney (d. 1966), Cornbury Park, Oxfordshire Sale, Christie’s, London, 23 June 1967, lot 21 (1600 gns. to Spiller) Mrs Nicole Landau, London With Alan Jacobs Fine Paintings, London, from whom acquired by the present owner in 1972 Private collection, United Kingdom, 1972-2018 LITERATURE A Catalogue of Pictures & Miniatures at Cornbury & 11 Berkeley Square, compiled by V. J. Watney, 1959, no. 17. This attractive portrait by the Amsterdam painter Dirck Dircksz. Santvoort depicts an unknown couple and their son, standing before a wooded landscape. The paterfamilias takes centre stage, striking a self-assured pose, with one arm akimbo, and gazing directly at the viewer. His other arm is extended towards his wife, who appears on his left, as was customary in seventeenth-century Dutch portraiture. His son, who looks to be about fourteen years old, stands on his right. The couple is dressed in the restrained, but costly, attire typical of the regent class, thus indicating the family’s wealth and social standing. The husband is clad in a black suit and velvet-lined cloak, with white ruff and lace-trimmed cuffs: he wears kid gloves, a wide-brimmed hat and sports a moustache and small goatee. His wife is dressed in a black, patterned-silk dress, set off by a large millstone ruff, and lace-trimmed cap and cuffs.
    [Show full text]
  • Hendrick De Keyser
    uit de serie Belangrijke Amsterdamse Architecten Hendrick de Keyser (1565-1621) Hendrick de Keyser 1 Dit is een serie over architecten, maar het is zeer de vraag of De Keyser een gedegen oplei- Hendrick de Keyser (1565-1621) ding als bouwmeester achter de rug had toen hij in 1595 een aanstelling kreeg in Amster- dam. Van alle gebouwen, kerken en woonhuizen die op zijn naam staan is de vraag wat het resultaat geweest zou zijn zonder de inbreng van meester-metselaar Cornelis Danckerts de Rij (1561-1634). Samen met meester-timmerman Hendrick Staets (1558-1631) vormden deze mannen een driemanschap in stedelijke dienst dat eind zestiende, begin zeventiende eeuw in het onstuimig groeiende Amsterdam alle overheidsgebouwen en aanzienlijke woonhuizen voor hun rekening nam en waarvan we vandaag nog een groot aantal kunnen bewonderen. Onder: Portret van Hendrick de Keyser, gravure De Keyser nam daarbij het uiterlijk voor zijn rekening, iets dat we later denigrerend ‘schort- aan de hand van een schilderij door zijn jesarchitectuur’ zijn gaan noemen. Veel belangrijker is echter zijn rol als beeldhouwer en zoon Thomas -1621 (SAA) daar werd hij dan ook voor aangesteld: als steenhouwer en beeldsnijder. Hendrick Corneliszoon de Keyser werd in 1565 in Utrecht geboren als zevende kind van antiekdraaier en kistenmaker Cornelis Dirckszoon De Keyser. Het was, naar we mogen aan- nemen, in de werkplaats van zijn vader dat Hendrick de grondbeginselen van houtbewerking leerde. Toen de tijd rijp was ging hij in de leer bij bouwmeester Cornelis Bloemaert (1540- 1593) die in 1576 in Utrecht was komen wonen, waar hij binnen korte tijd als stadsbouw- meester werd aangesteld.
    [Show full text]
  • Ann Jensen Adams, Phd EDUCATION ACADEMIC POSITIONS
    Ann Jensen Adams, PhD Professor And Graduate Advisor (Director of Graduate Studies) Department of the History of Art and Architecture University of California, Santa Barbara Santa Barbara, CA 93106-7080 tel. 805-893-8710 fax. 805-893-7117 [email protected] http://www.arthistory.ucsb.edu/faculty/adams.html EDUCATION PhD, Harvard University, Department of Fine Arts A.B., Harvard-Radcliffe College, Department of Government, cum laude ACADEMIC POSITIONS 2013-present University of California at Santa Barbara, Professor, and Graduate Adviser Department of the History of Art and Architecture Universiteit Utrecht, Affiliated member, Department of History and Art History (2013 – present) 1995-2013 University of California at Santa Barbara, Associate Professor, Department of the History of Art and Architecture Universiteit Utrecht, Visiting Professor, Departement Geschiedenis en Kunstgeschiedenis/ Department of History and Art History (Spring 2011); and Affiliated member, Onderzoeksinstituut Geschiedenis en Cultuur/ Research Institute for History and Culture (2010 – 2013) 1993-1995 University of California at Santa Barbara, Assistant Professor Department of the History of Art and Architecture 1986-1993 University of Chicago, Assistant Professor, Department of Art History Affiliated Faculty, Department of Germanic Studies (1987-1993) Senior Adviser to the Master, Humanities Collegiate Division (1987-1990) 1978-1979 Harvard University, Teaching Fellow, Department of Fine Arts rev. 24 March 214 Ann Jensen Adams, c.v. P a g e | 2 1977, Fall Wesleyan University, Visiting Instructor, Department of Art History PUBLICATIONS Books: Public Faces and Private Identities in Seventeenth-Century Holland: Portraiture and the Production of Community. New York: Cambridge University Press, 2009; paperback edition 2014. Translation into Albanian and Macedonian, Kocani (Macedonia): Print House Evropa 92, 2013.
    [Show full text]