RUP RWZI

SCOPINGNOTA

15/10/2019

GEMEENTE KORTENAKEN

SWECO NV

Titel : RUP RWZI Kortenaken

Subtitel : Scopingnota

Projectnummer : 0887 0858

Referentienummer :

Revisie : d

Datum : 15 oktober 2019

Auteur(s) : Nora Oosters, Stephanie Verbeeck, Yves Verheyden (Aquafin)

E-mail adres : [email protected]

Gecontroleerd door : Katrien Van den Bergh

Paraaf gecontroleerd :

Goedgekeurd door : Katrien Van den Bergh

Paraaf goedgekeurd :

Contact : Sweco Belgium NV Posthofbrug 2-4, bus 1 B-2600 Antwerpen T +32 (0) 3 808 10 96 [email protected] www.swecobelgium.be

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 2 (143)

Leeswijzer Voorliggend document betreft de scopingnota van het RUP RWZI Kortenaken. Hoofdstuk 1 t.e.m. 11 en 14 zijn opgemaakt door studiebureau Sweco, in opdracht van de gemeente Kortenaken. Hoofdstuk 12 en 13 (de overwogen alternatieven en de beschrijving en de beoordeling van de milieu effecten) is opgemaakt door Aquafin.

Inhoudsopgave

0 Scopingnota 7

1 Inleiding 8

2 Situering 10

3 Planningscontext en relevante beleidsdocumenten 11 3.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen 11 3.1.1 Ontwikkelingsperspectieven voor infrastructuur voor afvalbeheer en afvalwaterzuivering 11 3.2 AGNAS 11 3.2.1 Gewenste ruimtelijke structuur 12 3.2.2 Operationeel uitvoeringsprogramma 14 3.3 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams Brabant 15 3.3.1 Richtinggevend deel 15 3.3.2 Bindend deel 16 3.4 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kortenaken (GRS Kortenaken) 17 3.4.1 Richtinggevend deel 17 3.4.2 Behoefte aan ruimte voor afvalwaterzuiveringsinfrastructuur 18 3.4.3 Bindende bepalingen 21 3.5 Mobiliteitsplan gemeente Kortenaken 21 3.6 Technisch plan zuiveringsinstallatie Kortenaken 22

4 Delegatiebevoegdheid 23

5 Scenario analyse 24 5.1 Eerste screening haalbaarheid scenario’s 25 5.2 Afweging weerhouden scenario’s 26 5.3 Selectie voorkeurslocatie 32

6 Bestaande ruimtelijke context 33 6.1 Beschrijving van het plangebied 33 6.2 Elementen van de bestaande ruimtelijke structuur 35 6.3 Fotoreportage 37

7 Bestaande juridische context 39

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 3 (143)

7.1 Samenvatting 39 7.2 Bestemmingsplannen 40 7.3 Atlas der buurtwegen 41 7.4 Vlaamse hydrologische atlas 42 7.5 Herbevestigd agrarisch landschap 43 7.6 Overstromingsgevoelige gebieden 44 7.7 Erfgoedwaarden 44 7.8 Bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk 45 7.9 Fietsknooppuntennetwerk 46

8 Gewenste ruimtelijke structuur 47 8.1 Doelstellingen van het RUP 47 8.2 Technische installatie 47 8.2.1 Procesbeschrijving 47 8.2.2 Zuiveringsslib 51 8.3 Inrichtingsplan 53

9 Aanzet RUP 55 9.1 Afbakening en reikwijdte plangebied 55 9.2 Detailleringsgraad 56 9.3 In te zetten instrumenten 56

10 Motivatie inname HAG cfr. Omzendbrief RO 2010/01 57 10.1 Alternatieve locaties buiten het HAG 58 10.2 Onderzoek naar de impact op de ruimtelijke en functionele samenhang van de agrarische structuur 58 10.3 Onderzoek naar mogelijke flankerende maatregelen 59 10.4 Besluit 59

11 RVR-toets 60

12 Overwogen alternatieven (Aquafin) 61 12.1 Nulalternatief 61 12.2 Locatie alternatieven 61 12.3 Inrichtingsalternatieven 61

13 Beschrijving en beoordeling van de te verwachten milieueffecten (Aquafin) 62 13.1 Toetsing plan-MER-plicht 62 13.2 Weerhouden scenario’s 62 13.3 Scoping 62 13.3.1 Mens 62 13.3.2 Oppervlaktewater 63 13.3.3 Bodem en grondwater 63 13.3.4 Geluid 63 13.3.5 Lucht 63

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 4 (143)

13.3.6 Biodiversiteit 64 13.3.7 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie 64 13.4 Scenario 3 64 13.4.1 Mens 64 13.4.2 Oppervlaktewater 66 13.4.3 Bodem en grondwater 67 13.4.4 Geluid 68 13.4.5 Lucht 69 13.4.6 Biodiversiteit 70 13.4.7 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie 71 13.5 Scenario 4 72 13.5.1 Mens 72 13.5.2 Oppervlaktewater 73 13.5.3 Bodem en grondwater 75 13.5.4 Geluid 75 13.5.5 Lucht 76 13.5.6 Biodiversiteit 77 13.5.7 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie 78 13.6 Scenario 5 79 13.6.1 Mens 79 13.6.2 Oppervlaktewater 81 13.6.3 Bodem en grondwater 82 13.6.4 Geluid 83 13.6.5 Lucht 83 13.6.6 Biodiversiteit 85 13.6.7 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie 86 13.7 Scenario 8 86 13.7.1 Mens 86 13.7.2 Oppervlaktewater 88 13.7.3 Bodem en grondwater 89 13.7.4 Geluid 90 13.7.5 Lucht 91 13.7.6 Biodiversiteit 92 13.7.7 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie 93 13.8 Scenario 9 94 13.8.1 Mens 94 13.8.2 Oppervlaktewater 95 13.8.3 Bodem en grondwater 97 13.8.4 Geluid 97 13.8.5 Lucht 98 13.8.6 Biodiversiteit 99 13.8.7 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie 100

14 Reacties en adviezen op de startnota 102 14.1 Overzicht 102 14.2 Verwerking adviezen 102 14.2.1 Advies Provincie Vlaams-Brabant 102

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 5 (143)

14.2.2 Advies Provincie 103 14.2.3 Advies Departement Omgeving 103 14.2.4 Advies Departement Landbouw & Visserij 104 14.2.5 Advies GECORO 104 14.2.6 Advies Vlaamse Milieumaatschappij 105 14.2.7 Advies Watering “Het Velpedal” 106 14.2.8 Verwerking reacties participatiemoment 106 14.2.9 Verwerking schriftelijke reacties 107

15 Bijlagen 109 15.1 Bijlage 1: Kaartenbundel 110 15.2 Bijlage 2: RVR-toets 124 15.3 Bijlage 3: Advies Integraal Waterbeleid: Bekken van de Demer 127 15.4 Bijlage 4: Kwaliteitsnormen Velpe Integraal Waterbeleid 130 15.5 Bijlage 5: Druk en impact analyse in afstroomzone Integraal Waterbeleid 133 15.6 Bijlage 6: Toetsingskader geurhinder van RWZI’s 137 15.7 Bijlage 7: Toetsing geurgevoeligheid van objecten 139 15.8 Bijlage 8: Verslag participatiemoment 141 15.9 Bijlage 9: Adviezen 142 15.10 Bijlage 10 beslissing team Mer 143

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 6 (143)

0 Scopingnota

De scopingnota bouwt voort op de startnota en bevat minstens dezelfde onderdelen als de startnota. De scopingnota bepaalt de te onderzoeken ruimtelijke aspecten en de effectbeoordelingen die moeten worden uitgevoerd, alsook de methode ervan. Bij de opmaak van de scopingnota wordt rekening gehouden met de adviezen en het resultaat van de participatieperiode. De scopingnota is samen met de procesnota de leidraad voor het verdere verloop van het geïntegreerde planningsproces dat leidt tot de opmaak van het voorontwerp van het ruimtelijk uitvoeringsplan. Tijdens het proces van de opmaak van de scopingnota kan de scopingnota ook nog bijgesteld (moeten) worden. De scopingnota is pas definitief bij de voorlopige vaststelling van het voorontwerp RUP.

In het laatste hoofdstuk van deze nota (zie hoofdstuk 14) worden de adviezen en reacties behandeld. Deze adviezen en reacties hebben geleid tot een uitbreiding van de scenario analyse (zie hoofdstuk 5) en de plan-MER-screening (zie hoofdstuk 13). De plancontour van de scopingnota betreft een geoptimaliseerde versie van de plancontour uit de startnota, namelijk scenario 5bis (zie hoofdstuk 5.3).

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 7 (143)

7 (143)

1 Inleiding

Voorliggend RUP wordt opgemaakt om de realisatie van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (kortweg RWZI) “Kortenaken”, gelegen op het grondgebied van Kortenaken, mogelijk te maken. Het plangebied is volgens het gewestplan volledig bestemd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied waardoor een bestemmingswijziging noodzakelijk is om het project te realiseren.

De geplande RWZI zal het afvalwater afkomstig van het noordoostelijk deel van Kortenaken (meer bepaald de Schansstraat, Diestsestraat, Kortenaken-dorp, Dorpsplein, Mounstraat, Molenbergstraat, Rigelstraat en Heidestraat) en een klein deel van (meer bepaald één streng die van Loksbergen komt langs de Lindestraat) behandelen. Het betreft een klassieke installatie met beluchting en slib, en kan de vuilvracht van ongeveer 2000 inwoners verwerken. De locatie voor dit RWZI werd bepaald op het gravitair meest interessante punt binnen het grondgebied van de gemeente en bevindt zich nabij de Velpe. Het zuiveringsgebied wordt weergeven op figuur 1.

Het RUP RWZI Kortenaken wordt opgemaakt ter uitvoering van de gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. In beginsel is het opmaken van bestemmingsplannen voor rioolwaterzuiveringsinstallaties waarvan afvalwater afkomstig is uit meerdere gemeente een bevoegdheid van provinciaal niveau. Op 24 januari 2019 besliste de provincie om de planningsbevoegdheid voor het op te maken ruimtelijk uitvoeringsplan RWZI Kortenaken te delegeren aan de gemeente Kortenaken.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 8 (143)

Figuur 1 zuiveringsgebied Kortenaken

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 9 (143)

2 Situering

Het plangebied is gesitueerd in de gemeente Kortenaken, nabij de grens met de gemeente Halen. De gemeente Kortenaken is gelegen in het oosten van de provincie Vlaams-Brabant, tegen de grens met de provincie Limburg. Op het grondgebied van Vlaams-Brabant leunt de gemeente aan tegen , Linter, , en . Daarnaast grenst de gemeente tegen Halen en op Limburgs grondgebied.

De gemeente Kortenaken bestaat uit de deelgemeenten Kortenaken, Ransberg, Hoeleden, Kersbeek- Miskom en Waanrode. Verder behoort ook het gehucht Stok tot het grondgebied van Kortenaken. Het brede valleigebied van de Velpe doorsnijdt de gemeente van zuidwest naar noordoost en is een bijzonder structurerend element binnen de gemeente.

Het plangebied situeert zich in het noordoosten van de gemeente, meer bepaald ten noordoosten van Kortenaken en aanliggend aan de Velpe.

HALEN

KORTENAKEN

Figuur 2 situering plangebied

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 10 (143 10 (143)

3 Planningscontext en relevante beleidsdocumenten

Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen

Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) werd definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 23 september 1997. Een herziening van het RSV werd definitief vastgesteld op 12 december 2003 en een gedeeltelijke herziening op 17 december 2011.

De gemeente Kortenaken behoort tot het buitengebied. In het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen worden de volgende doelstellingen geformuleerd voor het buitengebied:

• Het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies; • Het tegengaan van de versnippering van het buitengebied; • Het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied; • Het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen; • Het bereiken van gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied; • Het afstemmen van het ruimtelijke beleid en het milieubeleid op basis van het fysisch systeem; • Het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied.

3.1.1 Ontwikkelingsperspectieven voor infrastructuur voor afvalbeheer en afvalwaterzuivering

De zuivering van huishoudelijk afvalwater is ruimtelijk gebonden aan de kernen. De overheidssector maakt een ruimtelijk afgewogen gebiedsgerichte visie op per hydrografisch bekken waarin de reële behoefte aan bijkomende rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s) wordt aangetoond en waarin de locaties in overleg met alle betrokken overheidssectoren worden gekaderd in het ruimtelijk beleid voor het gebied.

Vanuit technisch oogpunt is de locatiekeuze voor een RWZI afhankelijk van gravitatieprincipes en van de nabijheid van een waterloop voor de lozing van het effluent. Daarnaast kunnen een aantal ruimtelijke voorwaarden worden gesteld aan de locatiekeuze van nieuwe en de uitbreiding van bestaande RWZI’s.

• De locatie van een RWZI gaat uit van het principe van de gedeconcentreerde bundeling waarbij de verenigbaarheid qua reuk-, lawaai- en visuele hinder met de woonfunctie maximaal is; • De schaal van het RWZI sluit aan bij de schaal van het landschap; • De omvang van het RWZI tast de structuur en de functie van de structuurbepalende functies van het buitengebied niet aan.

Voor de aanleg van nieuwe rioleringen en collectoren geldt zoveel mogelijk het principe van bundeling met lijninfrastructuren.

AGNAS

In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelde de Vlaamse overheid in 2006 een ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op voor de regio Hageland. Op 19 juli 2007 nam de Vlaamse regering kennis van deze visie en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca. 37.100 ha agrarisch gebied én een operationeel uitvoeringsprogramma goed.

De site is gelegen aan de rand van het Herbevestigd Agrarisch Gebied (HAG) ‘Landbouwgebied - Halen’, deelruimte ‘Valleien en heuvelruggen van Velpe en Gete’.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 11 (143 11 (143)

3.2.1 Gewenste ruimtelijke structuur

Figuur 3 Gewenste ruimtelijke structuur Valleien en heuvelruggen van Velpe en Gete

Concepten

Volgende deelconcepten zijn relevant voor onderhavig plangebied:

Behoud en versterking van gevarieerde valleilandschappen met ruimte voor waterberging:

• Een aantal gevarieerde, halfopen valleilandschappen worden behouden met ruimte voor grondgebonden landbouw, populierenteelt, grasland- en bosontwikkeling. De natuurwaarden aanwezig in bos-, kleine landschapselementen, grasland- en kleine moerasrelicten worden beschermd en opgewaardeerd. Delen van de vallei kunnen worden gedifferentieerd als natuurverwevingsgebied. • De meer open valleilandschappen, voornamelijk in de Velpevallei, worden behouden met aandacht voor de instandhouding van aaneengesloten, open graslandgebieden en hieraan gebonden typische soorten (voornamelijk vogels). • De landbouwfunctie in deze valleien blijft behouden voor de grondgebonden landbouw, waarbij deze (via stimulerende maatregelen) zo veel mogelijk wordt afgestemd op de natuurlijke en landschappelijke waarden en de mogelijkheden voor natuurlijke waterberging. Behoud en versterking van het graslandgebruik in grotere, aaneengesloten eenheden is hierbij een belangrijk uitgangspunt. • De structuurkenmerken van de waterlopen worden verbeterd, door meer ruimte (hermeandering, natuurlijker oevers, ruimer winterbed, …) te voorzien voor de waterloop. Mogelijke negatieve invloeden (erosie, inspoeling van meststoffen, …) op de waterloop zoveel mogelijk tegengegaan. Recent overstroomde gebieden en natuurlijke overstromingsgebieden worden, waar de

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 12 (143 12 (143)

afwezigheid van woon- of kapitaalintensieve economische functies dit toelaat, gebruikt voor natuurlijke waterberging en -conservering. Hierbij vindt afstemming plaats met de landbouw- bosbouw-, en natuurfunctie. Om het waterbergend vermogen te vrijwaren worden bouwvrije zones afgebakend. • In het bestaande of nog te ontwikkelen wachtbekkens wordt de natuurfunctie verder ontwikkeld, binnen de randvoorwaarden gesteld door de functie waterberging. • Er wordt aangesloten bij de ruilverkaveling Vissenaken waar o.a. twee zijbeken (de Hagerotbeek en de Roosendaalbeek) van de Velpe (53.2) als zone voor natuurontwikkeling werden aangeduid. • Delen van deze gebieden kunnen gedifferentieerd worden als natuurverwervingsgebied.

Vrijwaren en versterken van waardevolle landschappen en erfgoedwaarden:

• Gave valleilandschappen in delen van de valleien van Kleine Gete, Grote Gete en Velpe, met kenmerkende perceels- en landschapsstructuren (coulisselandschap, …) worden behouden en waar mogelijk (via stimulerende maatregelen) hersteld. In functie van een meer natuurgerichte ontwikkeling van uitgesproken natuurwaarden in de valleien is een ontwikkeling naar een nieuwe landschappelijke identiteit bestaande uit een afwisseling van open (grasland, moeras, ..) en gesloten (bos, …) landschappen in grotere en meer natuurlijke eenheden en overgangen afweegbaar in functie van de gaafheid en aaneengeslotenheid van historische perceels- en landschapsstructuren. • De bossen t.h.v. Lubbeek hebben een hoge landschappelijke en cultuurhistorische waarden (o.a. kastelen, bronbossen, hellingbossen, valleibossen, oude graslanden, …) die versterkt worden. • De voormalige spoorlijn (Tienen-St.-Truiden) worden behouden en indien mogelijk worden de ecologische, landschappelijke en/of recreatieve potenties (verder) versterkt.

Behoud en versterking van de landbouw in een gevarieerd heuvellandschap:

• De heuvelruggen worden zoveel mogelijk als samenhangend landbouwgebied voor de grondgebonden landbouw (vnl. fruitteelt en akkerbouw) gevrijwaard. In recent afgeronde of lopende ruilverkavelingen wordt aangesloten bij de hier ontwikkelde visie. • Indien wenselijk, kunnen maatregelen worden genomen om de landbouwstructuur te verbeteren. Uitruil van gronden en inrichting van het agrarisch gebied kan naast verbetering van de landbouwstructuur bijdragen aan versterking van de recreatieve, landschappelijke en ecologische kwaliteiten van het gebied. • Functiewijzigingen worden zoveel mogelijk vermeden. Nieuwe functies zijn enkel mogelijk mits ze de beroepslandbouw niet hinderen, geen grote verkeersmobiliteit genereren en ze aansluiten bij de landschappelijke en ecologische kwaliteiten van het gebied. • De aanwezigheid van de fruitveilingen in Glabbeek en Zoutleeuw en het aansluitende fruitteeltgebied van Sint-Truiden – Borgloon onderstrepen het belang en de identiteit van het gebied als fruitteeltgebied. • Concentratie van grote opslagloodsen (voor de fruitteelt) aansluitend bij bestaande bebouwing kan zowel een landschappelijke als economische meerwaarde opleveren. • Om de erosie- en slibproblematiek aan te pakken zijn erosie bestrijdende inrichtings-, herstel- en agrarische beheersmaatregelen gewenst. Hierbij wordt zo veel mogelijk aangesloten bij reeds lopende initiatieven. • In de smalle beekvalleien blijft de huidige landbouwfunctie zo veel mogelijk behouden voor de grondgebonden landbouw (vnl. weide- en grasland), waarbij deze (via stimulerende maatregelen) wordt afgestemd op de natuurlijke en landschappelijke waarden. • Delen van de heuvelrug ten noorden van de Velpevallei (57.2) bestaan uit agrarisch gebied met een hoge dichtheid aan kleinere bos-, natuur- en landschapselementen. Het gaat om

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 13 (143 13 (143)

oude bosrelicten (o.a. Varenberg, Heideberg en Muggenberg) en kleine landschapselementen die samenhangen met de ontginning van het gebied (holle wegen, bomenrijen, houtkanten, taluds) en gekoppeld zijn aan de heuvelruggen en ecologisch waardevolle grasland- en • moerasrelicten in de smalle beekvalleien van de beken die op de heuvelrug ontspringen en zich hierin hebben ingesneden. Deze elementen bepalen mede de landschappelijke identiteit van het gebied en zijn van ecologisch belang als toevluchtsoord en stapsteen voor de agrarische natuur. Kleine bos-, natuur- en landschapselementen worden behouden en waar mogelijk kwalitatief versterkt.

Behoud en versterking van landbouw verweven met boscomplexen:

• De ruimtelijk kleinere landbouwgebieden worden gevrijwaard voor de grondgebonden landbouw. Hierbij wordt rekening gehouden met een sterke verweving met boselementen. • Op beperkte schaal kan op percelen met potentie voor bosversterking bosuitbreiding voorzien worden om de bossen te bufferen en versnippering van de bossen te verminderen. • Kleine landschapselementen moeten behouden, versterkt, ontwikkeld of

Behoud en versterking van bosstructuren:

• Het Meldertbos (vallei van de Molenbeek) is een waardevol alluviaal bosgebied. Dit bos wordt maximaal gevrijwaard en behouden. • Voor alle bossen kan worden gestreefd naar een kwalitatieve versterking. Deze kan bestaan uit het nemen van structuur bevorderende maatregelen (kapbeheer, creëren van open plekken, versterking bosrandstructuur, …). • Waardevolle cultuurhistorische kenmerken van bossen die deel uitmaken van een park of kasteeldomein worden behouden.

3.2.2 Operationeel uitvoeringsprogramma

In het operationeel uitvoeringsprogramma is aangegeven welke gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen de Vlaamse Overheid de komende jaren zal opmaken voor de afbakening van de resterende landbouw-, natuur- en bosgebieden.

Een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in functie van de differentiatie van (delen van) het agrarisch gebied als natuurverwevingsgebied wordt opgemaakt voor: • vallei van de IJzeren beek van Loksbergen tot Halen (53.5). • vallei van de Velpe van Kortenaken tot Halen (53.3) • vallei van de Broekbeek t.h.v. Butshove en Wever (56.2)

De differentiatie als natuurverwevingsgebied voor deze gebieden zal opgenomen worden in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de “Vallei van de Velpe”.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 14 (143 14 (143)

Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams Brabant

Het ruimtelijk structuurplan Vlaams Brabant (RSVB) werd goedgekeurd bij Ministerieel Besluit (MB) van 7 oktober 2004. Vervolgens is het plan in werking getreden op 1 december 2004. In 2012 werd het structuurplan herzien: de aanvullingen en wijzigingen werden gebundeld in een addendum, dat werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 6 november 2012.

3.3.1 Richtinggevend deel

Kortenaken behoort tot de deelruimte “Landelijke Kamer Oost”. Het behoud van het landelijk karakter van het gebied, met de grote openruimtegehelen en de nadrukkelijk aanwezige landbouw, wordt nagestreefd. De valleien van de Kleine en de Grote Gete en de Velpe zijn belangrijke structurerende elementen. De provincie wenst de karakteristieken van een dun bezaaid en verspreid nederzettingspatroon te behouden en te versterken; enkel in goed ontsloten geselecteerde kernen wordt wonen gestimuleerd. Tienen krijgt een centrumrol binnen het gebied.

Figuur 4 Deelruimte ‘Landelijke Kamer Oost’ met aanduiding plangebied (paarse cirkel)

De “Landelijke Kamer Oost” is een landelijke kamer. Dit wil zeggen dat de ruimte minder versnipperd is dan in andere delen van de provincie. Grote openruimtegehelen zijn er prominent aanwezig en het landschap wordt sterk bepaald door het fysisch systeem. De landbouw in een landelijke kamer is nadrukkelijk aanwezig. De voor de landbouw minder waardevolle gebieden worden stap voor stap ingepast in de natuurlijke structuur. Vooral de vochtige valleigebieden zijn ideale locaties voor een stil veranderingsproces naar biologisch waardevolle gebieden. De provincie wenst de natuurlijke structuur zoveel mogelijk te vrijwaren, in het bijzonder de valleien. De nederzettingen zijn nog als duidelijk aparte entiteiten in het zeer open landschap herkenbaar. Het betreft over het algemeen vrij compacte en kleine kernen en gehuchten met een nog duidelijk afleesbaar historisch patroon. De provincie wenst deze karakteristieken naar de toekomst toe te behouden, te versterken en waar nodig te verbeteren. De open ruimte in de landelijke kamer dient prioritair gereserveerd te worden voor landbouw, natuur en water. Deze openruimtefuncties dienen evenwichtig ten opzichte van elkaar en met respect voor de eigenheid

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 15 (143 15 (143)

van het gebied ontwikkeld te worden. De kwaliteit van de open ruimte is bovendien een belangrijke troef voor het ontplooien en promoten van een toeristisch-recreatief (mede)gebruik van de ruimte. Het plangebied bevindt zich in het noordoostelijke deel van de landschappelijke Kamer Oost in de natuurlijke structuurdrager van de Velpe.

Op basis van de bestaande ruimtelijke structuur kunnen 3 landschappelijke eenheden onderscheiden worden binnen de deelruimte Landschappelijke Kamer Oost. Kortenaken behoort tot de landschappelijke eenheid “glooiend sliertenlandschap, vanaf de N223 tot aan de grens met Limburg”. Het glooiend sliertenlandschap is een gebied dat essentieel is voor de productielandbouw. Agrarische verbreding is aangewezen. Tuinbouw onder glas of plastiek kan niet op grote schaal uitgebouwd worden. Bestaande concentraties blijven behouden. Bij de ruimtelijke afweging is de landschappelijke toets doorslaggevend. Structurele verbreding ter ondersteuning van de toeristisch- recreatieve potenties is mogelijk. Algemeen is het aangewezen om de ruimtelijke ontwikkelingen in deze regio vooral te sturen op landschappelijke veranderingen naar een groen en aantrekkelijk landschap. De natuurlijke gehelen dienen versterkt en verder uitgebouwd te worden. Grote delen van de landschappelijke eenheid zijn opgenomen als natuurverbindingsgebieden. Zichtassen door de bebouwing naar het open landschap zijn essentieel.

3.3.2 Bindend deel

• Kortenaken wordt geselecteerd als hoofddorp, Waanrode als woonkern en Hoeleden, Kersbeek, Miskom, Ransberg en Stok als kernen-in-het-buitengebied. • De Velpe wordt geselecteerd als natuurverbinding tussen bosgebieden Begijnenbeek, Diestiaanheuvels en Mollendaalbos (6d). • De Velpevallei met bovenlopen wordt geselecteerd als gaaf landschap (42).

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 16 (143 16 (143)

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kortenaken (GRS Kortenaken)

Het ruimtelijk structuurplan van de gemeente Kortenaken is definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 11 september 2012. Op 6 december 2012 werd het ruimtelijk structuurplan Kortenaken gedeeltelijk goedgekeurd door de Bestendige Deputatie van de provincie Vlaams Brabant.

3.4.1 Richtinggevend deel

Onderstaand wordt de gewenste ruimtelijke structuur voor de gemeente Kortenaken weergegeven. Relevant voor onderhavig RUP is de aanduiding van twee zoekzones voor afvalwaterzuiveringsinfrastructuur; één voor KWZI Kortenaken en één voor KWZI Kersbeek-Miskom.

Figuur 5 Gewenste ruimtelijke structuur (GRS Kortenaken)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 17 (143 17 (143)

3.4.2 Behoefte aan ruimte voor afvalwaterzuiveringsinfrastructuur

In het afvalwaterzuiveringsgebied Kortenaken werd tot op heden geen zuiveringsinfrastructuur opgenomen op de investerings- of optimalisatieprogramma’s van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Reden hier van is dat, in dit zeer landelijk gebied met verspreide bebouwing, alle projecten een zeer slecht rendement hebben. Door het zuiveringsgebied Kortenaken te splitsen in twee zuiveringsgebieden, met name ‘Kortenaken’ en ‘Kortenaken – Kersbeek-Miskom’ kan men zich beperken tot het voorzien van zuiveringsinfrastructuur langs de bebouwingskernen en dient er geen transportcollector langs de Velpe meer voorzien te worden. Door deze splitsing van het zuiveringsgebied zouden de projecten wel een degelijk rendement kunnen hebben.

Het zuiveringsgebied Kortenaken - Kersbeek-Miskom omvat de deelgemeenten Kersbeek-Miskom, Hoeleden en Ransberg en de gehuchten Miskom, Vroente, Reiserenvroente, Borgelke en Schipbroek. Voor dit zuiveringsgebied stelde de gemeente het RUP KWZI Kersbeek-Miskom definitief vast in de gemeenteraad van 26 oktober 2017.

Het zuiveringsgebied Kortenaken omvat deels Loksbergen, Heidestraat, Rigelstraat, Schansstraat, Diestsestraat, Kortenaken-dorp, Mounstraat, Molenbergstraat en Dorpsplein. Op het OP 2010 wordt ook hier een klein RWZI/KWZI van lokaal belang opgenomen.

Aanduiding zoekzones KWZI’s in de gemeente Kortenaken

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 18 (143)

Voorwaarden voor de ontwikkeling en uitbreiding afvalwaterzuiveringsinfrastructuur

De overheid maakt per hydrografisch bekken een ruimtelijk afgewogen gebiedsgerichte visie op, waarin de reële behoefte aan bijkomende rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s) wordt aangetoond en waarin de locaties in overleg met alle betrokken overheidssectoren worden gekaderd in het ruimtelijk beleid van het gebied.

Vanuit technisch oogpunt is de locatiekeuze voor een RWZI afhankelijk van gravitatieprincipes en van de nabijheid van een waterloop voor de lozing van het effluent. Daarnaast kunnen een aantal ruimtelijke voorwaarden worden gesteld aan de locatiekeuze van nieuwe en de uitbreiding van bestaande RWZI’s:

• de locatie van een RWZI gaat uit van het principe van gedeconcentreerde bundeling waarbij de verenigbaarheid qua reuk-, lawaai- en visuele hinder met de woonfunctie maximaal is; • de schaal van het RWZI sluit aan bij de schaal van het landschap en er wordt een optimale ruimtelijke inkleding en landschappelijke inpassing nagestreefd; • de omvang van het RWZI tast de structuur en de functie van de structuurbepalende functies van het buitengebied niet aan.

Op de optimalisatieprogramma’s 2007-2011 en 2009-2013 van de Vlaamse Milieumaatschappij zijn op het grondgebied van Kortenaken twee zuiveringsinfrastructuren, aard RWZI/KWZI voorzien: één in het zuiveringsgebied Kortenaken – Kersbeek-Miskom en één in het zuiveringsgebied Kortenaken. In overleg met VMM, afdeling Water, Aquafin nv, Riobra, Agentschap Ruimte en Erfgoed, Afdeling Vlaams- Brabant, Agentschap voor Natuur en Bos Vlaams-Brabant, Departement Landbouw en Visserij, afdeling duurzame landbouwontwikkeling Vlaams-Brabant, VLM Vlaams-Brabant en de gemeente werd voor de KWZI Kortenaken volgende site geselecteerd (kaart “R11. Zoekzones inplanting KWZI’s t.o. gewenste open ruimte”):

• KWZI Kortenaken: een inplantingsplaats langs de Diestsestraat (percelen 542f en g of 542e), gelegen aan de Velpe, toegankelijk via de Diestsestraat (542f en g) of, eveneens toegankelijk langs de Diestsestraat, tegen de grens met de provincie Limburg, een kleiner perceel, waarbij minder wegenis dient te worden aangelegd en zodoende het landschappelijk beeld van openheid vanaf de Diestsestraat meer wordt behouden en niet wordt onderbroken door een lange buffer (542e) (actorenvergadering d.d. 24.09.2010).

Deze site behoort niet tot een VEN-, Vogelrichtlijn-, Habitatrichtlijn of waterwinningsgebied. Ze is niet gelegen in een beschermd landschap of dorpsgezicht en is ook niet aangegeven op de biologische waarderingskaart. Zij behoren wel tot het herbevestigd agrarisch gebied en de percelen 542 f, g en e liggen aldus in een geplande gewestelijke RUP natuurverweving. Wat de watertoets betreft zijn de percelen 542 g, f en e aangeduid als recent overstromingsgevoelig gebied evenals in overstromingsgevoelig gebied, zij zijn aangeduid als weinig tot matig grondwaterstromingsgevoelig. Percelen 542 f, g en e zijn infiltratiegevoelig. Bij de ontwikkeling zal uiteraard met deze watertoets gegevens dienen rekening te worden gehouden, evenals met de problematiek van de herbevestigde agrarische gebieden.

Gezien de ligging van deze in overleg geselecteerde site is het belangrijk dat bij de opmaak van het RUP voor de realisatie, naast de reeds aangegeven opmerkingen en aandachtspunten, voldoende aandacht gaat naar: De site is gelegen binnen de perimeter van het geplande gewestelijke RUP natuurverweving. De gemeente suggereert dat de aanwezige intensieve landbouw hoofdgebruiker blijft, met een natuurondersteunende rol. Zij vraagt betrokken te worden bij de opmaak van het gewestelijk RUP, zeker ook specifiek omwille van de inplanting aldaar van de KWZI Kortenaken.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 19 (143)

Voor de aanleg van nieuwe rioleringen en collectoren geldt zoveel mogelijk het principe van bundeling met lijninfrastructuren.

Bij de aanleg van de KWZI’s dient, in verband met het archeologisch patrimonium, een archeologisch vooronderzoek, met de mogelijkheid tot een vervolgonderzoek, te gebeuren.

Bestendigen van de vallei van de Velpe als natuurlijke ruggengraat van de open ruimte in Kortenaken (7.1.1.1, GRS)

Overeenkomstig de selectie vanuit het Vlaams Gewest en binnen het RSVB bevestigt de gemeente dat de vallei van de Velpe een belangrijk ruimtelijk structurerend element is binnen Kortenaken. Voor de gemeente heeft de vallei van de Velpe, naast haar belang als ruimtelijk structurerend element, zowel landschappelijk als voor ieder van de functies van de open ruimte, een zekere betekenis. De gemeente suggereert aan de hogere overheid dat natuur en landschap in bepaalde delen van de vallei van de Velpe effectief voorrang krijgen, de landbouw is hieraan ondergeschikt. In andere delen van de vallei van de Velpe suggereert zij evenwel om landbouw en natuur te verweven. Zij wenst daarbij dat de aandacht gaat naar het openhouden van de traditionele hooilanden en het behoud en de versterking van de kleine landschapselementen. Tevens verwijst de gemeente naar het diepgaand wetenschappelijk onderzoek over de Velpevallei, uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Milieu Maatschappij in 2004-2005 door Aeolus, dat nuttige suggesties en informatie bevat waarvan gebruik kan worden gemaakt bij de opmaak van het gewestelijk RUP.

De vallei van de Velpe, ook voor landbouw een belangrijke schakel (7.1.2.2, GRS)

Voor de gemeente is ook binnen de vallei van de Velpe de agrarische sector belangrijk. Zij dient hier evenwel steeds rekening te houden met beperkingen ter vrijwaring van de landschappelijke en/of natuurlijke waarden. De gemeente suggereert aan de hogere overheid om de grondgebonden landbouw er te stimuleren ter versterking van het open valleigebied en het natuurlijk karakter ervan. Grondloze landbouw wenst zij er te weren. Als tegemoetkoming voor de beperkingen vanuit natuurontwikkeling stelt de gemeente aan de hogere overheden voor om beheersovereenkomsten af te sluiten met betrekking tot bijvoorbeeld meer extensieve begrazing, beperkte mestaanvoer, vermijden van verdroging, enz..

Ruimtelijke principes voor de landschappelijke structuur (7.1.3, GRS)

Het RSVB geeft voor de landschappelijke structuur volgende ruimtelijke principes aan:

• het herstellen of in stand houden van de klassieke landschapspatronen; • het veilig stellen en opwaarderen van bijzondere geomorfologisch-landschappelijke reliëfelementen; • land- en tuinbouw als belangrijkste vormgevers van het landschap; • de kasteelgordels en –sites en andere erfgoedwaarden als structurerende landschapsbakens.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 20 (143)

Naast deze algemene ruimtelijke principes geeft het RSVB ook een aantal meer specifiek gebiedsgerichte ruimtelijke principes aan, zo ook voor het zogenaamde ‘Glooiend sliertenlandschap’, waartoe ook Kortenaken wordt gerekend:

• het behoud, bufferen en verbinden van beekvalleien en parkkernen; • de integratie van de landbouw in het landschap; • het inkapselen van infrastructuren in het landschap; • de selectie van de vallei van de Velpe als gaaf landschap; • het versterken van de verspreide en kleinschalige veldbosstructuur die leidt tot een grotere landschappelijke verwevenheid in het veldboslandschap tussen Lubbeek en Geetbets.

3.4.3 Bindende bepalingen

RUP zones voor openbare nutsvoorzieningen

Binnen dit RUP worden zones voor openbare nutsvoorzieningen bestemd, meer bepaald, conform de aangegeven zones in het richtinggevend gedeelte (zie 7.2.5.4), een zone voor een RWZI/KWZI langs de Diestsestraat gelegen langs de Velpe, aansluitend op de laatste bewoning van de straat. De opmaak van dit RUP gebeurt overeenkomstig de bepalingen welke hieromtrent zijn opgenomen in het richtinggevend gedeelte van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.

Mobiliteitsplan gemeente Kortenaken

Op 30 augustus 2018 werd het nieuwe mobiliteitsplan Kortenaken door de gemeenteraad goedgekeurd. Het mobiliteitsplan vormt de basis voor het gemeentelijk mobiliteitsbeleid.

In het richtinggevend deel is een beleidsscenario opgesteld. Het plangebied is gesitueerd langsheen een fietsroutenetwerk.

Volgende selecties zijn van belang voor het plangebied: • Lindestraat en Diestestraat (niet ter hoogte van plangebied) als lokale weg type I: deze wegen hebben een belangrijkere verkeersfunctie dan de lokale wegen 2 en vormen een verbinding met buurgemeenten. • Diestestraat (ter hoogte van plangebied) als bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Het gewenst functioneel fietsroutenetwerk in Kortenaken valt voor een groot deel samen met het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk (BFF) dat fietsverbindingen tussen verschillende kernen en bovenlokale attractiepolsen biedt.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 21 (143)

Figuur 6 mobiliteitsplan – beleidsscenario met aanduiding plangebied (rode cirkel)

In het actieplan van de gemeente staat als prioritaire maatregel opgenomen om ter hoogte van de Diestsestraat de als BFF niet-conforme fietspad aan te pakken.

Technisch Plan zuiveringsinstallatie Kortenaken

In 2010 werd door Aquafin een Technisch Plan opgemaakt voor de zuiveringsinstallatie Kortenaken. Dit technisch plan werd door het Ambtelijk Overleg van het Demerbekken op 24 september 2010 voorwaardelijk gunstig geadviseerd voor scenario 5 (plangebied voorliggend RUP) met volgende voorwaarden: • De inplantingsplaats is gelegen in agrarisch gebied zodat een herbestemming nodig is; • De buitenste rand van de KWZI dient voldoende ver van de Velpe te blijven (minimum 5 meter) • bij de opmaak van het RUP dient een alternatief voorstel zoals voorgesteld door de gemeente Kortenaken (ligging verder in de Diestsestraat tegen de gemeentegrens aan) te worden bekeken; • de technische aandachtspunten zoals weergegeven door VMM AOW.

In hoofdstuk 5 van deze nota is de scenario-analyse terug te vinden uit het Technisch Plan en hoofdstuk 8 meer toelichting over de technische installatie.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 22 (143)

4 Delegatiebevoegdheid

In beginsel is het opmaken van bestemmingsplannen voor rioolwaterzuiveringsinstallaties waarvan afvalwater afkomstig is uit meerdere gemeente een bevoegdheid van provinciaal niveau.

Op 20 december 2018 ontving het provinciebestuur van de gemeente Kortenaken het verzoek tot delegatie van de planningsbevoegdheid voor de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan RWZI Kortenaken.

Het op te maken RUP RWZI Kortenaken beoogt de wijziging van het juridisch kader inzake ruimtelijke ordening voor een beperkt gebied op lokaal niveau. De inrichting van een RWZI is eerder een lokale aangelegenheid. De provinciale belangen komen niet in gedrang.

Op 24 januari 2019 besliste de provincie om de planningsbevoegdheid voor het op te maken ruimtelijk uitvoeringsplan RWZI Kortenaken voor een rioolwaterzuiveringsinstallatie van de gemeente Kortenaken te delegeren aan de gemeente Kortenaken.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 23 (143)

5 Scenario analyse Het zuiveringsgebied Kortenaken omvat naast de dorpskern van Kortenaken volgende straten ten noordoosten van de dorpskernkern: Heidestraat, Rigelstraat, Schansstraat, Diestsestraat, Mounstraat, Molenbergstraat en Dorpsplein, alsook een deel van Loksbergen.

Voor de inplanting van de zuiveringsinstallatie werden door Aquafin nv en de gemeente Kortenaken verschillende inplantingsplaatsen (scenario’s) onderzocht. • Scenario 1, 2, 3, 4 en 5 werden in het Technisch Plan (zie eveneens hoofdstuk 3.6) onderzocht en beoordeeld op impact naar bewoning, openbare instellingen en landschap toe. De meest logische locatie voor een waterzuiveringsinstallatie is namelijk stroomafwaarts het te saneren gebied naast de Velpe. Het Technisch Plan werd in het Ambtelijk Overleg van het Demerbekken van 24 september 2010 geadviseerd voor scenario 5. • Scenario 6 werd op vraag van de gemeente na het Ambtelijk Overleg van het Demerbekken van 24 september 2010 onderzocht. Deze zes scenario’s lagen voor in de startnota, de voorkeurslocatie was locatie 5. • In de adviesronde van de startnota werd gevraagd om bijkomende alternatieven te onderzoeken. Naar aanleiding van de opmaak van de scopingnota werden alternatieve scenario’s 7, 8, 9 en 10 toegevoegd. Scenario 10 gaat om een aangepaste inplanting op de locatie van scenario’s 5 en 9.

Onderstaande figuur toont de locaties van de verschillende scenario’s.

Figuur 7 locatie scenario’s (met aanduiding effectief overstromingsgevoelige gebieden, blauw gearceerd)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 24 (143)

Eerste screening haalbaarheid scenario’s

In een eerste screening van de tien scenario’s wordt er op basis van volgende criteria reeds een eerste selectie gemaakt van te weerhouden scenario’s: - Ligging in effectief overstromingsgevoelig gebied - Beschikbare oppervlakte in combinatie met de oriëntatie van het perceel

Aangezien scenario 1, 2 en 6 grotendeels tot geheel in effectief overstromingsgevoelig gebied liggen (Figuur 7) worden deze scenario’s niet verder weerhouden voor verder onderzoek.

Scenario 7 is een locatie die nav de opmaak van de scopingnota verder onderzocht is (zie advies provincie Vlaams Brabant hoofdstuk 14.2.1). De locatie bevindt zich niet in overstromingsgevoelig gebied. Omwille van de beschikbare oppervlakte en de proportie van het perceel (vooral de breedte) is het echter niet mogelijk om een zuiveringsinstallatie op dit perceel te voorzien. Ook de oriëntatie van het perceel is niet gunstig voor de plaatsing van de installatie.

Scenario 1, 2, 6 en 7 worden niet beoordeeld in de plan-MER-Screening.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 25 (143)

Afweging weerhouden scenario’s

De scenario’s 3, 4, 5, 8, 9 en 10 werden beoordeeld in de plan-MER-screening in hoofdstuk 13. Voor al deze locaties is een preliminair inplantingsplan gemaakt dat onderstaand bijgevoegd wordt. In wat volgt wordt een afweging gemaakt van de onderzochte scenario’s om zo tot een voorkeurslocatie te komen.

• Scenario 3

Scenario 3 bevindt zich nabij het kruispunt met de Lindestraat, op een perceel tussen twee huizengroepen. Deze ligging maakt de locatie niet ideaal voor de inplanting van een RWZI aangezien dit mogelijk problemen geeft i.v.m. geur- en lawaaihinder. Zo vallen zes woningen binnen de 65 m geurcontour waardoor er bijkomende maatregelen nodig zouden zijn. Het perceel van dit scenario is deels gelegen in mogelijk en effectief overstromingsgevoelig gebied volgens de Watertoetskaart 2017. Dit scenario wordt aanzien als technisch complexer daar de afstand tot de Velpe groter is en leidingen onder het kruispunt moeten voorzien worden.

Figuur 8 inplantingsplan GRB scenario 3

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 26 (143)

• Scenario 4

Scenario 4 is gelegen op een akkergrond in de Diestsestraat aan de overkant van het kruispunt met de Lindestraat. Deze locatie wordt eveneens aanzien als technisch complexer daar de afstand tot de Velpe groter is en leidingen onder het kruispunt moeten voorzien worden. Ruimtelijk gezien heeft dit scenario een grotere impact op de open ruimte daar het zicht op de achterliggende akkergronden wordt doorbroken. Er dient verder opnieuw rekening gehouden te worden met de ligging in mogelijk en effectief overstromingsgevoelig gebied.

Figuur 9 inplantingsplan GRB scenario 4

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 27 (143)

• Scenario 5

Scenario 5 bevindt zich aan de overzijde van locatie 4, op de akkergrond naast de woning. Verder is er geen bewoning in de onmiddellijke omgeving en wordt het afgeschermd door een coulisselandschap aan de overzijde van de Velpe. Deze locatie is volgens de Watertoetskaart 2017 ook (deels) gelegen in mogelijk en effectief overstromingsgevoelig gebied. Er bevinden zich geen woningen in de 65 meter geurcontour van het geurgewogen zwaartpunt. Deze locatie was de voorkeurslocatie die voorlag in de startnota. De voorkeurslocatie van de scopingnota betreft een geoptimaliseerde versie van dit scenario, namelijk scenario 5bis (zie hoofdstuk 5.3).

Figuur 10 inplantingsplan GRB scenario 5

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 28 (143)

• Scenario 8

Scenario 8 werd onderzocht op basis van het advies van het Departement Landbouw & Visserij (zie paragraaf 14.2.4) en betreft het perceel 543D op het einde van de Diestsestraat. Dit perceel bevindt zich net buiten HAG. Dit alternatief sluit niet aan bij bestaande bebouwing waardoor er een groene cluster ontstaat in overwegend open ruimte wat negatief wordt beschouwd naar landschapsbeleving toe. De natuurwaarden van dit perceel dienen ook in rekening gebracht te worden. Bovendien bevindt locatie 8 zich op een grotere afstand van de Velpe en van de laatste woning wat bijkomende technische uitdagingen met zich meebrengt en moeilijk te verantwoorden bijkomende kosten.

Deze locatie is niet verenigbaar met de ruimtelijk voorwaarden die vanuit het RSV gesteld worden aan de locatiekeuze van een nieuwe RWZI, meer bepaald het principe van gedeconcentreerde bundeling waarbij de verenigbaarheid qua reuk-, lawaai- en visuele hinder met de woonfunctie maximaal is.

Figuur 11 inplantingsplan GRB scenario 8

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 29 (143)

• Scenario 9

Scenario 9 werd aangebracht als voorkeurslocatie van de GECORO (zie paragraaf 14.2.5) en betreft het perceel 542D in de Diestsestraat. Deze locatie is volgens de Watertoetskaart 2017 gelegen in mogelijk en effectief overstromingsgevoelig gebied. Door de aanleg van het RWZI op dit perceel wordt een restperceel gecreëerd wat niet ruimte-efficiënt is en dus nadelig. Dit scenario snijdt hierdoor dieper in op de open ruimte, wat als nadelig wordt ervaren op het vlak van landschapsbeleving.

Deze locatie is niet verenigbaar met de ruimtelijk voorwaarden die vanuit het RSV gesteld worden aan de locatiekeuze van een nieuwe RWZI, meer bepaald het principe van gedeconcentreerde bundeling waarbij de verenigbaarheid qua reuk-, lawaai- en visuele hinder met de woonfunctie maximaal is.

Figuur 12: inplantingsplan GRB scenario 9

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 30 (143)

• Scenario 10

Bijkomstig wordt er nog een tiende scenario onderzocht waarbij een ontwerp werd gemaakt dat uit de overstromingsgevoelige zone blijft en geen restperceel creëert. Hierbij worden de percelen van scenario 5 en 9 gecombineerd, dus de installatie komt hierbij te staan op percelen 542H, 542G, 542F en 542D. Dit scenario zorgt hiermee echter voor bijkomende ruimteinname en heeft een versnipperend effect op het omliggend landschap. Door de plaatsing van de installatie zou het perceel tevens een onregelmatige vorm krijgen, wat nadelig is vanuit landbouwkundig standpunt.

Figuur 13 inplantingsplan GRB scenario 10

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 31 (143)

Selectie voorkeurslocatie

Alle gescreende locaties zijn gelegen in agrarisch gebied zodat een herbestemming (RUP) nodig is. Scenario 3 is te dicht gelegen bij bebouwing waardoor dit problemen geeft i.v.m. geur- en lawaaihinder. Zowel voor scenario 3 als 4 geldt dat de locatie technisch complexer is aangezien de afstand tot de Velpe groter is en leidingen onder het kruispunt moeten getrokken worden. Scenario 4 heeft bijkomstig een grote impact op het open landschap aan oostelijke zijde. Omwille van deze redenen wordt ook scenario 8 niet weerhouden; dit scenario bevindt zich het verste van de bewoonde omgeving en sluit ruimtelijk niet aan in het landschap maar doorbreekt het open agrarisch landschap. Scenario 9 wordt geschrapt wegens de creatie van een restperceel, wat niet ruimte- efficiënt is en dus nadelig. Ook hier wordt de ruimte dieper ingesneden en is er dus een negatieve impact op de open ruimte. Scenario 10 tot slot zorgt voor versnippering en de omvorming tot een onregelmatig perceel, wat leidt tot extra moeilijkheden voor landbouwvoertuigen.

Scenario 5 kreeg in het Ambtelijk Overleg van het Demerbekken op 24 september 2010 de voorkeur en werd gunstig bevonden door zowel Ruimte en Erfgoed (Vlaams Brabant), Agentschap voor Natuur en Bos (Vlaams- Brabant), Departement Landbouw en Visserij, Duurzame Landbouwontwikkeling (Vlaams-Brabant), VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer, en Watering het Velpedal. De verkozen locatie is een logische locatie aangezien de stroom van de waterloop gevolgd wordt en dit gravitair het meest interessante punt is binnen het grondgebied van de gemeente. Het sluit ook aan op de laatste woning.

Naar aanleiding van enkele opmerkingen werd een nieuw inplantingsalternatief bekeken op deze locatie, i.e. scenario 5bis. Hierbij wordt de groene buffer tussen het naburig perceel met woning verbreed en wordt de hele installatie opgeschoven tot onder de overstromingsgevoelige zone. Dit heeft tot resultaat dat de inplanting nu het meest compacte scenario is op deze locatie. De totale oppervlakte bedraagt nu 0,4 ha (scopingnota) waar dit voordien 0,7 ha (startnota) was. Onderstaande figuur toont het inplantingsplan van scenario 5bis, waarvoor voorliggend RUP wordt opgemaakt, alsook de aanduiding van de geurcontour (zie ook hoofdstuk 13).

Figuur 14 voorkeurslocatie: inplantingsplan scenario 5bis Figuur 15 aanduiding geurcontour (zie eveneens hoofdstuk 8)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 32 (143)

6 Bestaande ruimtelijke context

Beschrijving van het plangebied

Het plangebied betreft een akkergrond met een oppervlakte van ca. 0,4 ha. Het plangebied wordt ontsloten via de Diestsestraat, een weg bestaande uit één rijbaan. Aan beide zijdes van de rijbaan is een open gracht aanwezig.

Figuur 16 orthofoto met aanduiding plangebied

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 33 (143)

Het gebied bestrijkt drie percelen (542H, 542K en 542F) waarvan perceel 542H reeds eigendom is van Aquafin nv en waar reeds een buffergracht werd aangelegd.

Figuur 17 GRB met aanduiding plangebied

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 34 (143)

Elementen van de bestaande ruimtelijke structuur

Infrastructuur

Bebouwing Er is een woning aangrenzend aan het perceel. Op het perceel zelf is momenteel geen bebouwing aanwezig. Kleinschalige Aanleg van een gracht op perceel 542H. constructies Wegenis Het plangebied wordt ontsloten via de Diestsestraat. Het plangebied bevindt zich nabij het kruispunt van de Diestsestraat en Lindestraat. Overige verharding Binnen het plangebied is er geen verharding aanwezig.

Fysische structuur

Waterlichamen Het plangebied grenst aan de Velpe, een geklasseerde waterloop van eerste categorie. In de huidige situatie kan de akker afwateren naar de buffergracht die zich in het westelijk deel van het plangebied bevindt . Overstromingen De site is gelegen in mogelijk en effectief overstromingsgevoelig gebied. Groen Binnen het plangebied komen geen percelen voor met biologisch waardevolle elementen. De berm langs de straatkant is wel aangeduid als biologisch waardevol, namelijk als ‘bermen, perceelsranden, ... met soortenrijk permanent cultuurgasland’. Bodem Het plangebied is gelegen op een matig natte zandleembodem zonder profiel met bedolven textuur B horizont op minder dan 80 cm diepte. Dit colluvium materiaal is typerend aan de voet van hellingen.

Functies

Wonen Binnen het plangebied zijn er geen woningen aanwezig. Aanpalend aan het plangebied ligt er een woning tussen de Diestsestraat en Lindestraat. Werken Niet van toepassing Openbare functies Niet van toepassing Recreatie Niet van toepassing Landbouw Het plangebied betreft een akkergrond waarop volgens de landbouwgebruikspercelenkaart (ALV 2016-2017) afwisselend maïs en aardappelen worden geteeld. Natuur Er zijn geen biologisch waardevolle elementen binnen het plangebied.

Erfgoed

Vastgestelde Ten noorden van het plangebied bevindt zich het Kasteel van Blekkom, vastgesteld als inventarissen bouwkundig erfgoed.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 35 (143)

Figuur 18 kaart onroerend erfgoed

Wetenschappelijke Ten noorden van het plangebied bevindt zich het Park van het kasteel van Blekkom, inventarissen gecategoriseerd onder inventaris historische tuinen en parken. Gebieden geen Ten zuiden van het plangebied, aan de overkant van de straat is een zone afgebakend als archeologie gebied waar geen archeologisch erfgoed te verwachten valt.

Ontsluiting

Zacht verkeer De Diestsestraat is geselecteerd als bovenlokale functionele fietsroute. Er is echter nog geen conforme fietsinfrastructuur aanwezig ter hoogte van het plangebied. Gemotoriseerd verkeer De site wordt ontsloten via de Diestsestraat die uitkomt op het kruispunt met de Heidestraat en Lindestraat. De Lindestraat is een lokale weg type 1 net als de overzijde van de Diestsestraat. Openbaar vervoer De dichtstbij zijnde haltes van de Lijn bevinden zich in de Diestsestraat aan de overkant van het kruispunt, in de Lindestraat en in de Heidestraat, allen gelegen op een afstand tussen de 400 m en 600 m van het plangebied.

Eigendomsstructuur

Privaat De percelen 542K en 542F zijn in eigendom van éénzelfde private eigenaar. Het meest linkse perceel is eigendom van Aquafin nv. Openbaar /

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 36 (143)

Fotoreportage

FOTO 1: Toegangsweg naar het plangebied vanuit FOTO 2: Zicht op het plangebied vanuit de Diestsestraat Kortenaken

FOTO 3: Zicht op het plangebied vanaf de Diestsestraat, met coulisselandschap op de achtergrond

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 37 (143)

FOTO 4: Aanliggende gracht aan de akker FOTO 5: Zicht op de Velpe en richting plangebied vanop de brug van de Lindestraat

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 38 (143)

7 Bestaande juridische context

Samenvatting

In dit hoofdstuk worden de relevante juridische documenten en de ruimtelijke en sectorale beleidsdocumenten voor het plangebied weergegeven. Deze vormen de (al dan niet juridische) randvoorwaarden voor de ruimtelijke ontwikkeling van het plangebied.

Type plan Omschrijving Gewestplan Gewestplan Tienen- (KB 24.03.1978): Landschappelijk waardevol agrarisch gebied Gewestelijk ruimtelijk Niet van toepassing uitvoeringsplan Provinciaal ruimtelijk Niet van toepassing uitvoeringsplan Gemeentelijk ruimtelijk Niet van toepassing uitvoeringsplan Bijzondere plannen van aanleg Niet van toepassing Altlas der buurtwegen In het zuiden grenst het plangebied aan chemin n° 5 Atlas der waterlopen Grenzend aan:Velpe: geklasseerde waterloop eerste categorie Landschapsatlas Niet van toepassing Habitatrichtlijngebied Niet van toepassing Vogelrichtlijngebied Niet van toepassing Gebieden van het VEN/IVON Niet van toepassing Natuurreservaten Niet van toepassing HAG Ja, HAG 18 ‘Landbouwgebied Lubbeek-Halen’ Overstromingsgevoelige gebieden Het plangebied is deels aangeduid als mogelijk en deels als effectief overstromingsgevoelig gebied gezien de nabijheid van de Velpe. Beschermingszone waterwingebied Niet van toepassing Polders en wateringen Watering “Het Velpedal” Bouwkundig erfgoed Kasteel van Blekkom: vastgesteld bouwkundig erfgoed (in de omgeving) Historische tuinen en parken Park van het kasteel van Blekkom (in de omgeving)

Een kaartenbundel is terug te vinden in bijlage 1 van deze nota.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 39 (143)

Bestemmingsplannen

Het plangebied is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Tienen-Landen (KB 24.03.1978).

Figuur 19 gewestplan met aanduiding plangebied

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 40 (143)

Atlas der buurtwegen

De Atlas der Buurtwegen werd opgemaakt in uitvoering van de wet van 10 april 1841 en maakt een inventarisatie van alle "openbare" wegen en "private wegen met openbare erfdienstbaarheid". In het zuiden grenst het plangebied aan de Chemin n° 5, ook wel buurtweg n° 5. Ten zuidwesten van het plangebied bevindt zich tevens ook Chemin n° 30 die kruist met Chemin n° 5.

Figuur 20 Atlas der Buurtwegen met aanduiding plangebied

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 41 (143)

Vlaamse hydrologische atlas

Het plangebied sluit aan op de Velpe, een geklasseerde waterloop van de eerste categorie. De Velpe vormt hier tevens de grens tussen twee wateringen, namelijk watering ‘Het Velpedal’, waarin het plangebied zich bevindt, en watering ‘De Velpe’.

Figuur 21 Vlaamse hydrologische atlas met aanduiding plangebied

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 42 (143)

Herbevestigd agrarisch landschap

In uitvoering van het RSV stelde de Vlaamse overheid tussen 2004 en 2009 een gebiedsgerichte ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op in overleg met de lokale besturen en middenveldorganisaties voor dertien buitengebied regio’s. Op basis van deze ruimtelijke visies herbevestigde de Vlaamse Regering de bestaande plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen voor ca. 538.000 ha agrarisch gebied. De regering besliste dat voor deze gebieden geen bestemmingswijzigingen nodig zijn en dat de agrarische bestemmingen op de plannen van aanleg en de ruimtelijke uitvoeringsplannen behouden blijft, tenzij expliciet anders vermeld.

Onderhavig RUP voorziet in een ruimtelijk kader om de realisatie van een rioolwaterzuiveringsinstallatie op de voorgenomen locatie mogelijk te maken. Net zoals een groot aandeel van de gronden in Kortenaken liggen de betreffende gronden in herbevestigd agrarisch gebied, met name aan de rand van het gebied ‘Landbouwgebied Lubbeek-Halen’, in de deelruimte ‘Valleien en heuvelruggen van Velpe en Gete’.

Figuur 22 HAG met aanduiding plangebied

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 43 (143)

Overstromingsgevoelige gebieden

Het plangebied is gelegen in de vallei van de Velpe. Het staat gekarteerd als mogelijk tot effectief overstromingsgevoelig gebied.

Figuur 23 overstromingsgevoelige gebieden

Erfgoedwaarden

Er zijn geen vastgestelde inventarissen van onroerend erfgoed in het plangebied aanwezig. Aan de overkant van de Velpe, ten noorden van het plangebied bevindt zich het kasteel van Blekkom, een vastgesteld bouwkundig erfgoed, en het park van het kasteel van Blekkom, een inventaris historische tuinen en parken. Ten zuiden van het plangebied is voorts een gebied aangeduid waar geen archeologisch erfgoed te verwachten valt.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 44 (143)

Bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk

Het "Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk" heeft tot doel een concept van fietsroutenetwerk op te stellen. In dit concept worden de belangrijkste gemeentelijke/stedelijke kernen en attractiepolen met elkaar verbonden. Het gaat hier over een functioneel routenetwerk omdat het betrekking heeft op de zgn. "functionele" verplaatsingen (werken, onderwijs volgen, winkelen...) en niet op het fietsen als ontspanning.

Dit concept dient als toetsingskader voor de bestaande en geplande (wegen)infrastructuur. Dit betekent: • dat nagegaan wordt in hoeverre op het netwerk de bestaande infrastructuur beantwoordt aan de noodzakelijke comfort- en veiligheidsvereisten om te fietsen en • dat nagegaan wordt op welke wijze het efficiënts bijkomende investeringen kunnen uitgevoerd worden.

Ter hoogte van het plangebied werd de Diestsestraat door de provincie Vlaams-Brabant geselecteerd als bovenlokale functionele fietsroute. Er is geen fietsinfrastructuur aanwezig.

Figuur 24 Bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 45 (143)

Fietsknooppuntennetwerk

Ter hoogte van het plangebied maakt de Diestsestraat ook deel uit van het fietsknooppuntennetwerk, meer bepaald de verbinding tussen knooppunt 43 en 355.

Figuur 25 recreatief fietsknooppuntennetwerk met aanduiding plangebied (rode cirkel)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 46 (143)

8 Gewenste ruimtelijke structuur

Doelstellingen van het RUP

Onderhavig RUP heeft de intentie om de realisatie van een rioolwaterzuiveringsinstallatie mogelijk te maken op de percelen, kadastraal gekend 1ste afdeling, sectie C, nr. 542F, 542K, 542H. De gronden zijn momenteel bestemd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan. Onderhavig RUP heeft de intentie om de gronden te herbestemmen naar een zone voor openbaar nut, meer bepaald een gebied voor waterzuivering, en een bufferzone om de installatie in te passen in de omgeving.

Op het terrein wordt een technische installatie voorzien die zo compact mogelijk wordt gehouden (zie hoofdstuk 8.2). Er worden maatregelen genomen tegen omgevingshinder. Bij de inplanting van het RWZI wordt een landschapsbuffer naar de omgeving toe gerealiseerd. De gewenste ruimtelijke structuur is samengevat op het inrichtingsplan terug te vinden in hoofdstuk 8.3.

Technische installatie

De geplande RWZI zal het afvalwater afkomstig van het noordoostelijk deel van Kortenaken (meer bepaald de Schansstraat, Diestsestraat, Kortenaken-dorp, Dorpsplein, Mounstraat, Molenbergstraat, Rigelstraat en Heidestraat) en een klein deel van Halen (meer bepaald één streng die van Loksbergen komt langs de Lindestraat) behandelen.

Het betreft een zuivering voor 1800 IE 60. Conform de afspraken wordt dit een oxidatiesloot met centrale nabezinktank. Het betreft een klassieke installatie met beluchting en slib die de vuilvracht van ongeveer 2000 inwoners kan verwerken. De collector van de installatie loopt via een gracht, die reeds aanwezig is, naar de Velpe. De locatie voor dit RWZI werd bepaald op het gravitair meest interessante punt binnen het grondgebied van de gemeente en bevindt zich nabij de Velpe. Voor de inplanting van dit RWZI werd tevens rekening gehouden met het behoud van het open landschappelijk beeld.

Het proces (zie onderstaande figuur) omvat: • mechanische zuivering • biologische zuivering • slibverwerking

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 47 (143)

Figuur 26 Processchema technisch plan

8.2.1 Mechanische en biologische zuivering

In bijgevoegde tabel wordt een overzicht gegeven van de verschillende onderdelen van de mechanische en biologische zuivering. Elk onderdeel wordt beschreven naar aantal, type en dimensionering. Indien onder de kolom 'aantal' bijvoorbeeld 3 + 1 vermeld staat, betekent dit 3 effectief werkende onderdelen en 1 reserve onderdeel.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 48 (143)

ONDERDEEL AANTAL TYPE DIMENSIONERING

Influentgemaal 2 + 1 dompelpomp debiet: (2+1) * 11,5 l/s

Rooster of zeef + 1 rooster staafafstand/ spiraalpers maaswijdte: 6 mm

Selectortank 1 Vereenvoudigd, 1 verblijftijd: 25 min compartiment met volume: 13 m³ mixer

Beluchtingstank 1 Omloopreactor met slibbelasting: 0,05 kgBZV/kgDS.d centrale NBT slibgehalte: 4 g/l ruimtebelasting: 0,2 kgBZV/m3.d volume: 527 - 590 m3

Beluchting 2 Ejectoren of capaciteit: 19,5 kgO2/h dompelbeluchters (vuil water)

3 2 Nabezinktank 1 Rond, zwakke opp.belasting: 0,54 m /m .h bodemhelling diameter: 14 m kantdiepte: 2,5 m centrale diepte: 3,5 m 3 volume: 436 m

Recirculatie 2 + 0 dompelpomp debiet: 2 * 4,6 l/s verhouding: 20-40 %

Spuipomp 1 (+1) wormpomp debiet: 10 m³/h

Tertiaire zuivering Ruimte voorzien oppervlakte: 975 m2 voor WZRV

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 49 (143)

8.2.2 Beschrijving van de mechanische en biologische zuivering

Influenttoevoer Het afvalwater wordt opgepompt door twee dompelpompen. Er wordt tevens één reservepomp voorzien. De werking wordt bepaald door het niveau in de influentput. Ze worden zo gestuurd dat schoksgewijze voeding van de installatie vermeden wordt. Het afvalwater komt gravitair toe op de installatie.

Primaire zuivering Het afvalwater wordt doorheen een automatisch fijnrooster gestuurd, zodat het ontdaan wordt van de grove bestanddelen. Bij verstopping van het automatisch fijnrooster stijgt het peil van het water en wordt het afgeleid via een omloopgoot. Hierin is een manueel rooster met 50 mm spleetwijdte voorzien op een wijze dat er geen gevaar optreedt voor overstroming.

Biologische zuivering

Selectortank: Om de vorming van licht slib te vermijden wordt het influent intensief met het retourslib gemengd in een selectortank. De resterende retourslibstroom wordt rechtstreeks naar het beluchtingsbekken geleid. De selectortank bestaat uit één compartiment voorzien van een menger. Er wordt geen bypass voorzien.

Beluchtingsbekken: De biologische zuivering omvat een omloopreactor met inwendige anoxische zones. De afwisseling tussen beluchte en niet-beluchte zones resulteert in een biologische stikstofverwijdering (nitrificatie gevolgd door denitrificatie). Om een goede denitrificatie te bekomen is het nodig dat de omlooptijd voldoende hoog is.

De instroomopening van de omloopreactor bevindt zich aan het begin van een anoxische zone die 33% van het totale volume van de omloopreactor omvat. Na deze anoxische zone bevindt zich een beluchter en na 50 % van het resterende reactorvolume bevindt zich een tweede beluchter. De beluchters worden gestuurd door een zuurstofmeting die geplaatst wordt vlak voor de instroomopening van de omloopreactor.

Uit de dimensionering van het beluchtingssysteem blijkt dat het zuurstofprofiel over het beluchtingsbekken niet optimaal is om een anoxische zone te bekomen. Daarom wordt eveneens de mogelijkheid voorzien om de beluchters d.m.v. een tijdssturing te controleren De beluchtingstank wordt gebruikt om pieken in het influentdebiet op te vangen. Hierdoor varieert het niveau in de beluchtingstank.

Tevens wordt de mogelijkheid voorzien om, bij onderhoudswerken aan de NBT, het beluchtingsbekken als batchreactor te bedrijven.

Nabezinktank: Na het beluchtingsbekken wordt het afvalwater naar de cirkelvormige nabezinktank (NBT) met zwak hellende bodem gevoerd. De nabezinktank is voorzien van een rakelbrug om het slib naar het centrum van de nabezinktank te brengen.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 50 (143)

Slibrecirculatie: De slibrecirculatie wordt geregeld door twee centrifugaalpompen. Hiervan werkt één pomp continu. De tweede pomp wordt gestuurd door het influentdebiet. Er wordt tevens een reservepomp voorzien.

Spuislib: Het spuislib wordt opgepompt vanuit de pompput voor het retourslib.

Tertiaire zuivering Onder tertiaire zuivering worden de processtappen verstaan die volgen na de nabezinking. Er wordt rekening gehouden met een eventuele tertiaire zuivering in de toekomst op basis van zandfilter of biofor.

8.2.3 Zuiveringsslib

Slibproductie Op basis van het model voor beluchtingsbekkens wordt de slibproductie geraamd op: 121 kg ds/d. Op jaarbasis: 44 ton ds/jaar.

Slibafzet Het geproduceerde slib kan, in functie van slibkwaliteit en de beschikbare verwerkingscapaciteit, als volgt afgezet worden:

• verbranding in de wervelbedovens te Brugge of te Beveren; • drogen in Houthalen, Deurne of met co-verbranding in steenkoolgestookte electriciteitscentrales of in de cementindustrie; • nuttige toepassing als Hydrostab.

Slibbehandeling In bijgevoegde tabel wordt een overzicht gegeven van de verschillende onderdelen van de slibbehandeling. Elk onderdeel wordt beschreven naar aantal, type en dimensionering.

ONDERDEEL AAN- TYPE DIMENSIONERING TAL

Gravitaire indikker 1 rond voedingsdebiet 10 m3/h drogestofbelasting 15 kg/m2.d volume 35 m3

Buffertank 1 Rond met verblijftijd 14 d mixer volume 68 m3

Gravitaire indikker: De gravitaire indikker wordt voorzien van een traagdraaiend roerwerk. Er wordt uitgegaan van een ds-gehalte van 2,5 % na indikking.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 51 (143)

Slibbuffertank: Het slib komende van de indikker wordt gestockeerd in een slibbuffertank. Er dient een totale stockageruimte van 14 dagen te worden voorzien. Er wordt uitgegaan van een ds-gehalte van 2,5%.

In de buffertank wordt een mixer geplaatst zodat, vooraleer het slib vloeibaar afgevoerd wordt, er een menging kan gebeuren.

Slibafvoer: Het slib dient vloeibaar te worden afgevoerd vanuit de slibbuffertank. Er dient voldoende verharde oppervlakte te worden voorzien om het slib door middel van tankwagens vloeibaar te kunnen afvoeren.

De slibhoeveelheid op volle capaciteit bij 2,5 % ds bedraagt: 4,84 m3/dag of 1767 m3/jaar.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 52 (143)

Inrichtingsplan

Onderstaand inrichtingsplan is opgebouwd volgens volgende ruimtelijke principes: • Een centrale zone voor openbare nutsvoorzieningen, met de inplanting van het RWZI aansluitend bij de Diestsestraat; • Het voorzien van een zeer compacte installatie met een totale oppervlakte van 4.380 m²; • De inplanting van de kritieke procesonderdelen zover mogelijk van de woning op het aanpalende perceel, meer bepaald de omloopreactor met centrale NBT; • De mogelijkheid van het voorzien van een tertiaire zuivering op termijn binnen het plangebied; • De ontsluiting voor onderhoud van de zone via de Diestsestraat; • Een landschappelijke buffer rondom het volledig terrein van 5,00 m breed met een verbreding ter hoogte van de westelijke perceelsgrens met de aanpalende woning.

Figuur 27 inplantingsplan geplande toestand (bron: Aquafin)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 53 (143)

Referenties

Figuur 28 referentie omloopreactor Hombeek

Figuur 29 referentie dienstgebouw Hombeek

Figuur 30 referentie Oud-Heverlee

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 54 (143)

9 Aanzet RUP

Afbakening en reikwijdte plangebied

Het plangebied is gelegen aan de Diestsestraat, aansluitend aan de laatste woning op grondgebied van de gemeente Kortenaken, in de nabijheid van de gemeentegrens met de gemeente Halen. Het RUP RWZI Kortenaken wordt in de fase van de scopingnota als volgt afgebakend:

Figuur 31 GRB: afbakening plangebied

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 55 (143)

Detailleringsgraad

Het RUP RWZI Kortenaken vervangt de bestemmingszone van het gewestplan (landschappelijk waardevol agrarisch gebied). Aangezien het gebied ingezet zal worden voor de inplanting van een rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt deze site herbestemd naar een zone voor gemeenschaps- en nutsvoorzieningen.

Het RUP legt op kadastraal niveau de nodige randvoorwaarden op om geplande ontwikkelingen te laten functioneren met respect voor de omliggende ruimte. We streven hierbij naar een RUP met een goed evenwicht tussen juridische zekerheid en flexibiliteit.

Het kan overwogen worden om met het RUP gelijktijdig een onteigeningsplan op te maken voor de private percelen binnen het plangebied. Op die manier kan de gewenste ontwikkeling niet gehypothekeerd worden.

In te zetten instrumenten

Er worden geen bijkomende instrumenten ingezet.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 56 (143)

10 Motivatie inname HAG cfr. Omzendbrief RO 2010/01

In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelde de Vlaamse overheid tussen 2004 en 2009 een gebiedsgerichte ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op in overleg met de lokale besturen en middenveldorganisaties voor dertien buitengebiedregio’s. Op basis van deze ruimtelijke visies herbevestigde de Vlaamse Regering de bestaande plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen voor ca. 538.000 ha agrarisch gebied. De regering besliste dat voor deze gebieden geen bestemmingswijzigingen nodig zijn en dat de agrarische bestemmingen op de plannen van aanleg en de ruimtelijke uitvoeringsplannen behouden blijft, tenzij expliciet anders vermeld.

Onderhavig RUP voorziet in een ruimtelijk kader om de realisatie van een rioolwaterzuiveringsinstallatie op de voorgenomen locatie mogelijk te maken. Net zoals een groot aandeel van de gronden in Kortenaken liggen de betreffende gronden in herbevestigd agrarisch gebied, met name ‘Landbouwgebied Lubbeek-Halen’, deelgebied ‘Valleien en heuvelruggen van Velpe en Gete’.

Figuur 32 HAG in de omgeving van het plangebied

Uitgangspunt is dat de overheid die het initiatief neemt om de bestemming van het HAG te wijzigen in de mate van het mogelijke en bij voorkeur binnen hetzelfde initiatief de nodige actie opneemt om het planologisch evenwicht te herstellen. Het omgaan met en het compenseren van HAG wordt geduid in de omzendbrief RP 2010/01.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 57 (143)

Volgens deze brief is voor de inname van herbevestigd agrarisch gebied een degelijk onderbouwde verantwoording noodzakelijk en moeten volgende elementen minstens aan bod komen: • Onderzoek naar alternatieve locaties buiten HAG en een verantwoording waarom de alternatieven buiten het HAG niet weerhouden worden; • Onderzoek naar de impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur; • Onderzoek naar mogelijke flankerende maatregelen voor landbouw.

Alternatieve locaties buiten het HAG

Een groot aandeel van de gemeente Kortenaken ligt in herbevestigd agrarisch gebied. Landbouwgronden zijn typisch gelegen in de buurt van een rivier. Voor de gemeente Kortenaken zijn de meeste landbouwgronden dan ook gelegen in de vallei van de Velpe. De locatie van dit RWZI is inherent verbonden met de ligging van de Velpe, aangezien het effluent naar de Velpe zal afgevoerd worden en afhankelijk is van gravitatieprincipes. Dit maakt dat alle locatiealternatieven (beschreven in hoofdstuk 5), gelegen op een maximumafstand van 150 m van de rivier, ook gelegen zijn in HAG. Een alternatieve locatie buiten HAG is daarom niet mogelijk in Kortenaken. Hiernaast moet ook rekening gehouden worden met de overstromingsgevoeligheid van gebieden. Gronden meer ten noorden van voorliggend plangebied zijn effectief overstromingsgevoelig en vormen daarom een verhoogd risico voor de inplanting van een RWZI.

Nav de participatieperiode van de startnota werd door het departement Landbouw en Visserij een alternatieve locatie buiten HAG voorgesteld. Deze locatie is bijkomend onderzocht in de plan-MER-screening (zie locatie 8, hoofdstuk 13, alsook hoofdstuk 5). Dit alternatief sluit niet aan bij bestaande bebouwing, waardoor er een groene cluster ontstaat in overwegend open ruimte wat negatief wordt beschouwd naar landschapsbeleving toe. De natuurwaarden van dit perceel dienen ook in rekening gebracht te worden. Bovendien bevindt locatie 8 zich op een grotere afstand van de Velpe en van de laatste woning wat bijkomende technische uitdagingen met zich meebrengt en moeilijk te verantwoorden bijkomende kosten. Locatie 8 is niet verenigbaar met de ruimtelijk voorwaarden die vanuit het RSV gesteld worden aan de locatiekeuze van een nieuwe RWZI, meer bepaald het principe van gedeconcentreerde bundeling waarbij de verenigbaarheid qua reuk-, lawaai- en visuele hinder met de woonfunctie maximaal is. Hieruit kan dus besloten worden dat een alternatieve locatie buiten HAG vinden niet mogelijk is.

Onderzoek naar de impact op de ruimtelijke en functionele samenhang van de agrarische structuur

Op heden wordt er op het plangebied afwisselend maïs en aardappelen geteeld. Door inname van het terrein zal er in de toekomst echter geen landbouw meer bedreven kunnen worden. De percelen bevinden zich op de rand van de afbakening van het HAG deelruimte 7 binnen regio Hageland “Valleien en heuvelruggen van Velpe en Gete”, dat een totale oppervlakte van 19.630 ha omvat.

Het plan voorziet een technische installatie die zo compact mogelijk gehouden wordt (zie hoofdstuk 8.2) waarbij er tevens maatregelen getroffen worden tegen omgevingshinder. Hiernaast wordt bij de inplanting van het RWZI in de omgeving een voldoende grote landschapsbuffer naar de omgeving gerealiseerd. De schaal van dit planningsinitiatief is verwaarloosbaar t.o.v. de oppervlakte van het HAG. Door het feit dat voorliggend RUP tot op perceelsniveau een directe omzetting vormt van één actiepunt uit het GRS Kortenaken (2012), is de impact van voorliggend initiatief op de agrarische macrostructuur van het Hageland zeer miniem.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 58 (143)

De percelen 542 H, K en F worden samen met perceel 542 D als één landbouwperceel gebruikt. De zone maakt onderdeel uit van een akkerbouwperceel van 1,27 ha. Tov van de startnota is in de scopingnota de ruimteinname van de voorkeurslocatie verkleind (zie hoofdstuk 5) van ca. 0,7 ha naar ca. 0,4 ha. De installatie is zeer compact wat de impact op de open ruimte ten goede komt. Een deel van perceel 542 K en F kan in de toekomst samen met perceel 542 D bewerkt worden, waardoor de actieve landbouwer niet beperkt wordt in zijn activiteiten. Hieruit kan besloten worden dat de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur nauwelijks of zelfs niet wordt aangetast.

Onderzoek naar mogelijke flankerende maatregelen

Als algemeen uitgangspunt geldt dat in de mate van het mogelijke en bij voorkeur binnen eenzelfde planningsinitiatief (het RUP), de nodige acties worden ondernomen om het planologisch evenwicht te herstellen. De gemeente Kortenaken heeft een inventaris zonevreemde landbouw opgemaakt waarbij zij binnen hun grondgebied hebben gezocht naar mogelijkheden voor gebieden die in aanmerking komen om te herbestemmen. Hieruit werd door de gemeente besloten dat er geen gebied in aanmerking komt voor een herbestemming naar landbouwgebied. Het plangebied beslaat een kleine oppervlakte (slechts ca. 0,4 ha agrarisch gebied volgens het kracht zijnde gewestplan) en er kan geen waardig alternatief worden gevonden buiten HAG op grondgebied van de gemeente Kortenaken. Omwille van bovenstaande kan geoordeeld worden dat compensatie niet aan de orde is.

Besluit

Gelet op het feit dat: • de inname slechts een beperkte oppervlakte betreft; • voor de inplanting van dit RWZI rekening werd gehouden met het behoud van het open landschappelijk beeld; • er geen waardige alternatieve locatie buiten HAG gevonden kan worden op het grondgebied van Kortenaken; • de ingenomen percelen slechts een deel vormen van het landbouwareaal van een actieve landbouwer; • de gemeente een inventaris heeft opgemaakt van hun zonevreemde landbouw en besloten heeft dat er geen gebied in aanmerking komt voor herbestemming naar landbouwgebied. kan er gesteld worden dat een planologische ruil niet aan de orde is.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 59 (143)

11 RVR-toets In dit hoofdstuk wordt nagegaan of het plan een invloed heeft op de risico's en mogelijke gevolgen van een zwaar ongeval in een Seveso-inrichting, enerzijds omwille van de ligging van het plangebied, anderzijds omwille van de geplande ontwikkelingen zelf. Dit wordt nagegaan met behulp van de RVR-toets, een internettoepassing ontwikkeld door de dienst VR.

De conclusie van de RVR-toets luidt als volgt (zie eveneens bijlage hoofdstuk 15.2): Uitgaande van de verkregen informatie kan worden geconcludeerd dat: • Er geen bestaande Seveso-inrichting gelegen is binnen het plangebied; • Het plangebied niet gelegen is binnen de consultatiezone van een bestaande Seveso-inrichting; • Het inplanten van nieuwe Seveso-inrichtingen in het plangebied niet mogelijk is, aangezien er geen bedrijvigheid aanwezig of gepland is binnen het plangebied.

Voor wat betreft het aspect externe mensveiligheid stelt er zich in dit geval geen probleem. Het RUP dient niet verder voorgelegd aan het Team Externe Veiligheid en er dient geen ruimtelijk veiligheidsrapport te worden opgemaakt.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 60 (143)

12 Overwogen alternatieven (Aquafin)

Nulalternatief

Het nulalternatief waarbij er geen RWZI vergund, gebouwd en geëxploiteerd kan worden voor het zuiveringsgebied Kortenaken, komt de oppervlaktewaterkwaliteit niet ten goede. Hierdoor blijft het huishoudelijke afvalwater van circa 2.000 inwoners ongezuiverd in de omgeving en het oppervlaktewater terecht, hetgeen de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water voor het bereiken van een goede toestand hypothekeert.

Locatie alternatieven

In hoofdstuk 5 werden reeds verschillende alternatieve locaties onderzocht voor de inplanting van voorliggend RWZI. Dit leidde uiteindelijk tot de keuze van locatie 5bis, op percelen 542F, 542K en 542H. Voor een bespreking van deze alternatieven wordt er verwezen naar hoofdstuk 5.

Inrichtingsalternatieven

Naar de inrichting van het plangebied zijn er verschillende scenario’s mogelijk. In het RUP worden de krijtlijnen vastgelegd en wordt voldoende flexibiliteit voorzien.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 61 (143)

13 Beschrijving en beoordeling van de te verwachten milieueffecten (Aquafin)

Toetsing plan-MER-plicht Het te beoordelen planningsinitiatief bevat de bestemmingswijziging voor de bouw en exploitatie van een RWZI. Een beoordeling van de plan-MER-plicht gebeurt in 3 stappen: 1. Behoort het plan tot de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in Art. 4.1.1,§1,4° van het Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM)? → Ruimtelijke uitvoeringsplannen vallen onder deze definitie. 2. Past het plan of programma onder het toepassingsgebied van het DABM? Dit is het geval indien het plan of programma een kader vormt voor de toekenning van een vergunning aan een project. → Ruimtelijke uitvoeringsplannen vormen een kader voor een omgevingsvergunning. 3. Valt het plan onder de plan-m.e.r.-plicht? a. Plannen of programma’s die van rechtswege plan-m.e.r.-plichtig zijn: plannen die het kader vormen voor projecten uit Bijlage I of II van het Besluit bij het decreet van 18 december 2002 tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage (B.S. 13/02/2003) én niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau of kleine wijziging inhouden. → De bouw van een RWZI (1.800 IE60), gelegen buiten bijzonder beschermd gebied, valt niet onder bijlage I of II bij dit Besluit. b. Plannen of programma’s die screeningsplichtig zijn: plannen of programma’s die het gebruik bepalen van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhouden. → Het planningsinitiatief omvat een klein gebied (<1ha) op lokaal niveau (gemeentelijk), valt het RUP RWZI Kortenaken onder de screeningsplicht. c. Plannen of programma’s uitsluitend bestemd voor noodsituaties zijn niet plan-MER-plichtig.

Aangezien het gemeentelijke RUP een kleine wijziging (<1ha) op lokaal niveau betreft en geen kader vormt voor de vergunning van een project opgesomd in bijlagen I of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, volstaat screening naar de milieueffecten in deze startnota.

Weerhouden scenario’s Zoals in hoofdstuk 5 reeds voorgesteld, worden de scenario’s 1 – 2 – 6 – 7 niet weerhouden omwille van de ligging in effectief overstromingsgevoelig terrein of de beschikbare oppervlakte in combinatie met de oriëntatie van het perceel (Figuur 7). Daarom zullen enkel de weerhouden scenario’s 3 – 4 – 5 – 8 – 9 gescreend worden naar milieueffecten in dit hoofdstuk 13.

Scoping

13.3.1 Mens Het planningsinitiatief beoogt de planologische zekerheid om een RWZI te exploiteren zodat het huishoudelijke afvalwater uit het zuiveringsgebied kan gezuiverd worden, alvorens in de waterlopen terecht te komen. De ontwikkeling van deze planelementen gaat inherent gepaard met een bepaalde ruimte-inname die de ruimtelijke samenhang van de omgeving kan verstoren. De impact van het plan op de ruimtelijke aspecten, effecten op beleving van de ruimte en mobiliteit, zullen daarom ingeschat worden voor volgende potentiële wijzigingen:

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 62 (143)

• Perceptieve kenmerken • Ruimtegebruikfuncties • Ruimtelijke structuur en samenhang • Ruimtelijke kwaliteit • Verkeersintensiteit en –doorstroming

13.3.2 Oppervlaktewater De geplande ruimte-inname van het onbebouwde agrarische terrein, heeft mogelijk een invloed op de overstromingsgevoeligheid van de percelen langs de Velpe. Na de oprichting van de RWZI Kortenaken, zal het effluent in de Velpe terecht komen waardoor deze waterloop zowel kwantitatief als kwalitatief beïnvloed wordt. De impact van het plan voor de exploitatie van een RWZI op het watersysteem zal daarom ingeschat worden voor volgende potentiële wijzigingen:

• Oppervlaktewaterkwaliteit • Oppervlaktewaterkwantiteit • Structuurkwaliteit van de oever

13.3.3 Bodem en grondwater De bestemmingswijziging beoogt de aanleg van constructies waarbij de ondergrond in de toekomst zal vergraven worden zodat een RWZI kan opgericht en geëxploiteerd worden. De impact van het plan op de bodem en het grondwater zal daarom ingeschat worden voor volgende potentiële wijzigingen:

• Erosiegevoeligheid • Infiltratiegevoeligheid • Bodemstructuur en –samenstelling • Grondwater

13.3.4 Geluid De bestemmingswijziging beoogt de exploitatie van een RWZI dewelke 7 dagen op 7 en 24u/24u in werking zal zijn. Er dient onderzocht te worden of de exploitatie van een RWZI binnen het plangebied conform de akoestische, wettelijke randvoorwaarden kan geëxploiteerd worden zonder hinder naar omwonenden te berokken.

13.3.5 Lucht Het planningsinitiatief beoogt de exploitatie van een onbemande RWZI, dewelke 7 dagen op 7 en 24u/24u in werking is. Er dient onderzocht te worden of de exploitatie van de RWZI binnen het toetsingskader, zoals opgenomen in de code van goede geurpraktijk1, kan geëxploiteerd worden zonder hinder naar omwonenden te

1 De code van goede geurpraktijk (2018) heeft als opzet een duidelijk, uniform een concreet kader te creëren voor de beoordeling en beheersing van geurhinder afkomstig van rioolwaterzuiveringsinstallaties. Dit document als concretisering van het MER-richtlijnenboek uit 2012: https://www.lne.be/sites/default/files/atoms/files/Sectorale_Code_van_Goede_geurpraktijk%20_RWZI_RWZI_versie_sept2 018_0.pdf

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 63 (143)

berokken. Overige emissies naar lucht t.g.v. verbranding of dergelijke zijn niet aan de orde voor kleinschalige waterzuiveringsinstallaties.

13.3.6 Biodiversiteit De bestemmingswijziging beoogt terreininname, de aanleg van constructies en de exploitatie van een RWZI binnen het plangebied. De impact van het plan op de fauna en flora zal worden ingeschat voor volgende potentiële wijzigingen:

• Ecotoopinname • Versnippering en barrièrewerking • Vernatting en/of verdroging • Ecotoopwijziging door verstoring

13.3.7 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het planningsinitiatief beoogt de aanleg van constructies t.b.v. waterzuivering waardoor de ondergrond zal vergraven worden. De impact van het plan op het landschap, bouwkundig en archeologisch erfgoed zal daarom ingeschat worden voor volgende potentiële wijzigingen:

• Structuur- en relatiewijzigingen • Landschapsbeleving • Archeologisch erfgoed

Scenario 3

13.4.1 Mens

Referentiesituatie Scenario 3 spreidt zich over de percelen 512g en 510/02f. Ten noordoosten en ten zuidwesten van het terrein grenzen woningen, evenals aan de overzijde van de Diestsestraat. Het plangebied wordt door 8 woningen omringd. Het terrein bevindt zich in agrarisch gebied volgens het gewestplan. Het terrein is momenteel in gebruik als gecompartimenteerde paardenweide en buitenpiste voor paarden.

Impact Het RUP heeft tot doel de gronden te herbestemmen naar een zone voor openbaar nut, meer bepaald een gebied voor waterzuivering en een bufferzone om de installatie in te passen in de omgeving. Scenario 3 wordt omgeven door (landschappelijk waardevol) agrarisch gebied en ten noorden, aan de overzijde van de straat door woongebied met landelijk karakter. Het plangebied wordt op het zuidelijke deel na omgeven door woningen.

Het effluent van een RWZI dient in een waterloop geloosd te worden. Recent werd er een RWA-leiding aangelegd in de Diestsestraat. Het effluent kan via deze leiding richting Velpe afgevoerd worden via de Kapelbeek (tussen de woningen met huisnummer 42 en 44) of via de gracht langs de woning met huisnummer 58.

Om de installatie uit het zicht van omwonenden te onttrekken, wordt een groenbuffer langs de terreingrens voorzien (zie hoofdstuk 13.4.6 Biodiversiteit). Om de site ontoegankelijk te maken voor onbevoegden, zal een

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 64 (143)

omheining aan de binnenzijde van het groenscherm voorzien worden onderbroken met een poort t.h.v. de toegangsweg. Op dergelijke wijze wordt de ruimtelijke randvoorwaarde uit het RSV vervuld die stelt dat de locatie van een RWZI dient uit te gaan van het principe van gedeconcentreerde bundeling waarbij de verenigbaarheid van o.a. de visuele hinder met de woonfunctie maximaal is. Bovendien geeft voorliggende locatie invulling aan de bindende bepaling opgenomen in het GRS voor de voorwaarden van de locatie van een RWZI te Kortenaken (Hoofdstuk 3.4.3).

Door het uitvoeringsplan zal er landbouwareaal verloren gaan binnen herbevestigd agrarisch gebied. Dit verlies aan agrarisch gebied t.b.v. het openbaar nut en algemeen belang, werd reeds gemotiveerd in hoofdstuk 10.

De Diestestraat aan het plangebied werd ingedeeld als lokale weg type I (verbindingsweg tussen buurgemeenten) volgens het gemeentelijke mobiliteitsplan. Het transport voor de exploitatie van deze installatie is hoofdzakelijk beperkt tot: • Het bezoek van operatoren 2 à 3 keer per week voor een goede procesopvolging en onderhoud • De afvoer van het ingedikte slib door een tankwagen gemiddeld 1 keer per week voor verdere ontwatering op een andere RWZI • Het bezoek van VMM i.f.v. het controlemeetprogramma circa 1 à 2 keer per maand; • Het periodieke bezoek door een groenaannemer, interne onderhoudsdienst voor grote herstellingen of vervangingen, schoonmaakdienst voor het dienstgebouw, ledigen rolcontainers door afvalophaler, e.d. Dit transport verloopt tijdens de gebruikelijke diensturen (maandag t.e.m. vrijdag tussen 08u00 – 17u00) tenzij in uitzonderlijke omstandigheden bij een calamiteit op de site. De aard van het transport verschilt weinig met het (seizoensgebonden) transport i.f.v. de agrarische activiteiten in de omgeving van het plangebied. De mogelijke hinder voor recreanten langs de Diestsestraat t.h.v. het plangebied blijft door het geringe transport beperkt.

Om grote calamiteiten op te vangen zal er voor de RWZI Kortenaken een specifiek noodplan worden opgemaakt. Kleine calamiteiten worden zo snel mogelijk opgevangen en opgelost. De verschillende onderdelen van de installatie zijn bewaakt door een geautomatiseerd supervisiesysteem. Via een permanent alarmbewakingssysteem wordt bij eventuele storing of slechte werking van de RWZI onmiddellijk een operator (van wacht) telefonisch op de hoogte gebracht. Deze zal zich bij dergelijke melding van op afstand of ter plekke de situatie analyseren en het probleem trachten op te lossen. Indien de operator het probleem niet alleen kan oplossen, worden andere diensten (intern of extern) gecontacteerd en de (hiërarchisch) verantwoordelijken in kennis gesteld. Deze gangbare praktijk op meer dan 300 RWZI’s in Vlaanderen, resulteert in een betrouwbare procesopvolging.

De RWZI Kortenaken is niet van die grootteorde dat deze binnen het kader behoort van het samenwerkingsakkoord voor zware ongevallen met gevaarlijke stoffen. De installatie zal enkel huishoudelijk (of gelijkwaardig) afvalwater behandelen zonder opslag van gevaarlijke stoffen die ingedeeld zijn in Seveso- categoriën. In de ruime omgeving van het plangebied zijn geen Seveso-inrichtingen gevestigd.

Op de site wordt terreinverlichting voorzien zodat bij nachtelijke calamiteiten de site voldoende verlicht kan worden om dringende herstellingen veilig uit te voeren. In normale omstandigheden brandt de terreinverlichting ‘s avonds of ’s nachts niet zodat er geen lichthinder naar de omwonenden kan optreden. Voor de beschrijving van de impact van geluid en geur naar de omgeving, zie de specifieke hoofdstukken 13.4.4 en 13.4.5.

Door de kleinschaligheid van het planinitiatief (<1 ha) t.b.v. gemeenschapsvoorzieningen, de ruimtelijke aansluiting aan de bebouwing en de visuele integratie van de constructies door de groenaanplant in de

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 65 (143)

bufferzone, wordt er geen aanzienlijke negatieve impact verwacht voor het planningsinitiatief voor de discipline mens op locatiekeuze 3.

13.4.2 Oppervlaktewater

Referentiesituatie Het plangebied bevindt zich in het bekken van de Demer, meer bepaald het deelbekken van de Velpe. De Velpe situeert zich op circa 130m ten noorden van het plangebied en betreft een waterloop van 1ste categorie. Deze waterloop wordt i.f.v. de Kaderrichtlijn Water gekarakteriseerd als Vlaams waterlichaam, type grote beek. De Velpe heeft een totale lengte van 34,873km en stroomt van de Waalse grens nabij Opvelp tot in de Demer tussen Halen en . Het plangebied ligt in mogelijk overstromingsgevoelig gebied volgens de overstromingskaart i.f.v. de watertoets, deels binnen effectief overstromingsgevoelig gebied.

De waterkwaliteit van de Velpe voldoet nog niet aan de kwaliteitsnormen, opgelegd i.f.v. de Kaderrichtlijn Water (Bijlage 5). Hierbij vormt de lozing van ongezuiverd huishoudelijk afvalwater één van de voornaamste drukken waarom de doelstelling niet bereikt wordt (Bijlage 6). De algemene waterkwaliteit van de Velpe wordt via het Meetnet Oppervlaktewaterkwaliteit gemonitord. Aan de brug over de Velpe t.h.v. de Lindestraat werd het water van de Velpe o.a. in 2018 bemonsterd en geanalyseerd waarbij een overschrijding vastgesteld werd voor de beoogde oppervlaktewaterkwaliteitsdoelstellingen voor de parameters CZV (chemisch zuurstofverbruik) en de nutriënten stikstof en fosfor.

Een gedeelte van het zuiveringsgebied Kortenaken is op heden reeds gerioleerd. Het huishoudelijk afvalwater wordt hierbij (al dan niet gescheiden) opgevangen maar vermits een RWZI ontbreekt, nog ongezuiverd geloosd in de Velpe of een zijloop ervan. Ook de toevoercollector naar de geplande RWZI Kortenaken in de Diestestraat is recent aangelegd.

Impact Het watersysteem wordt beschouwd als samenhangend en functioneel geheel van oppervlaktewater, grondwater, onderwaterbodem, oevers, technische infrastructuur met inbegrip van de daarin voorkomende ecotopen en alle bijhorende fysische, chemische en biologische kenmerken en processen. De objectieven van het integraal waterbeleid zijn slechts te realiseren via een integratie van milieubeleid, ruimtelijk beleid en het beheer van waterlopen.

Voorliggend planningsinitiatief heeft intrinsiek tot doel de planologische mogelijkheid te creëren om een RWZI te bouwen en exploiteren zodat het afvalwater van circa 2.000 inwoners gezuiverd in de Velpe geloosd wordt. Dit komt de waterkwaliteit rechtstreeks ten goede en draagt bij tot de realisatie van de Europese doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water. De technologiekeuze is erop gericht aan de wettelijke lozingsvoorwaarden te voldoen en tot 23 l/s gezuiverd effluent in de Velpe te lozen.

Gezien de kleinschaligheid van de verhardingen, dakoppervlakken en gesloten constructies die binnen het plangebied zullen worden opgericht, wordt aangenomen dat het hemelwater dat hierop terecht komt, naast de constructies en wegenis zal afstromen. Dit hemelwater kan beperkt infiltreren in de ondergrond gezien de zandleembodem. Tijdens het detailontwerp van de installatie zal nagegaan worden of extra voorzieningen (buffergrachten, poelen, e.d.) nodig zijn zodat de voorwaarden m.b.t. de verordening hemelwater nagekomen worden. Daar waar verontreiniging kan optreden, met name t.h.v. de slibbuffer waar het ingedikte slib opgehaald wordt, zal de wegenis ondoorlatend worden aangelegd. Het hemelwater dat hierop terecht komt, zal via de goot

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 66 (143)

en straatkolken naar de influentput geleid worden, zodat de run-off die hierop terecht komt, verwerkt wordt in de installatie. Zo wordt eventuele vervuiling van bodem, grond- of oppervlaktewater maximaal vermeden bij morsen van slib of olieplekken door de tankwagens.

Locatiekeuze 3 bevindt zich deels binnen effectief overstromingsgevoelig terrein volgens de overstromingskaart 2017 i.f.v. de watertoets. Gezien de afwezigheid van grachten, waterlopen, dijken of taluds nabij het plangebied wordt de gekarteerde overstroming aan verstopping van straatkolken, riolering of dergelijke toegeschreven.

Een aanzienlijke vuilvracht uit het huishoudelijke afvalwater zal op de site verwijderd worden en gezuiverd effluent wordt in de Velpe geloosd. Het planningsinitiatief op voorliggende locatie heeft geen nadelig effect op de overstromingsgevoeligheid van de vallei van de Velpe. Het uitvoeringsplan heeft bijgevolg een positieve impact op de discipline oppervlaktewater voor locatiekeuze 3.

13.4.3 Bodem en grondwater

Referentiesituatie Het plangebied bestaat volgens de bodemkaart van België uit een matig natte zandleembodem zonder profiel. Dit materiaal is typerend voor de voet van hellingen. Noch het plangebied noch de directe omgeving kent een erosieproblematiek. Er zijn geen beschermingszones i.f.v. waterwinningsgebied aanwezig nabij het plangebied. Zoals op de topografische kaart en het digitaal hoogtemodel Vlaanderen weergegeven is de omgeving licht glooiend richting Velpe (Bijlage 1). De grondwaterstroming volgt zeer vermoedelijk deze zuidoost – noordwest oriëntatie richting Velpe. Gezien de lemige tot zeer lokaal kleiïge deklaag wordt het grondwater t.h.v. het plangebied als weinig kwetsbaar voor verontreiniging ingedeeld.

Impact Bij de aanleg van de constructies en het uitgraven van de bouwputten en sleuven, zal de voedingsrijke toplaag afzonderlijk afgegraven worden en nadien maximaal herbruikt als toplaag. Grote reliëfwijziging zijn niet aan de orde, tenzij voor de buffering van hemelwater dat op verharde oppervlakken op de site terecht zal komen. Een beperkte nivellering van het terrein voor een vlotte exploitatie zal plaatsvinden. Zowel de onbebouwde delen van de zone voor waterzuivering als de groenzone langs de grens van het plangebied zullen ingezaaid of beplant worden.

Gezien de beperkte grootte van de ondergrondse delen van de constructies, zal het grondwater hierrond stromen en wordt deze niet onderbroken. De uitgegraven gronden zullen maximaal herbruikt worden om de bouwputten opnieuw aan te vullen (al dan niet na verbetering of stabilisatie m.b.v. kalk). De doorlaatbaarheid van de bodem zal bijgevolg niet wijzigen door inbreng van vreemde gronden aangezien grondoverschotten zullen ontstaan die afgevoerd dienen te worden. Drainage van het plangebied of de omgeving is niet aan de orde.

De constructies en leidingen worden waterdicht aangelegd zodat eventuele verontreiniging van bodem en grondwater door afvalwater of slib te allen tijde vermeden wordt. Indien in de toekomst chemicaliën gebruikt dienen te worden in het waterzuiveringsproces, zullen deze conform de wettelijke bepalingen opgeslagen worden. Gevaarlijke chemicaliën zullen ingekuipt of in dubbelwandige houders op de site opgesteld worden. Ook de lospiste voor dergelijke chemicaliën wordt niet-waterdoorlatend aangelegd en via interne riolering afgeleid richting influentput. Op dergelijke wijze wordt accidentele verontreiniging van de ondergrond door lekken of losschieten van de vulleidingen van de tankwagen maximaal vermeden.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 67 (143)

Het plan om het terrein planologisch ter beschikking te stellen voor de exploitatie van een RWZI, omsloten door groenzone, heeft geen betekenisvolle negatieve effecten op het vaste deel van de bodem en het grondwater voor locatiekeuze 3.

13.4.4 Geluid

Referentiesituatie Het plangebied is bestemd als agrarisch gebied volgens het gewestplan Tienen-Landen (KB 24.03.1978). Ook de nabije omgeving is overwegend bestemd als (landschappelijk waardevol) agrarisch gebied en het merendeel van de woningen langs de Diestsestraat bevinden zich binnen woongebied met landelijk karakter. Het plangebied wordt omringd door 8 woningen, enkel de zuidoostelijke zijde van het plangebied grenst aan onbebouwde percelen.

De strengste richtwaarden voor geluid gelden ’s nachts tussen 22u00 – 7u00. Voor de omgeving van het plangebied geldt momenteel een richtwaarde van 35 dB(A) in open lucht. Het omgevingsgeluid wordt overwegend bepaald door de agrarische activiteiten in de omgeving en het doorgaand verkeer.

Impact De RWZI Kortenaken betreft een onbemande installatie die vanuit het teamcentrum te Tienen bediend zal worden. Afhankelijk van de hoeveelheid afvalwater dat op de site toekomt, de fase van het zuiveringsproces (bv. beluchte of onbeluchte fase), e.d. zijn er meerdere onderdelen in werking. Tijdens het ontwerp van de installatie wordt rekening gehouden met mogelijke akoestische hinder naar omwonenden toe. Zo wordt de inplanting en oriëntatie van de constructies afgewogen t.o.v. de woningen of andere geluidsgevoelige elementen in de nabije omgeving. Er wordt getracht de hydraulische vervallen minimaal te houden. In het bestek worden akoestische randvoorwaarden opgelegd voor de elektromotoren, beluchters, e.d. Het detailontwerp van de installatie is er zodanig op gericht dat de wettelijk toegelaten maximale geluidsniveaus niet overschreden worden. Enkel de zuidwestelijke zijde van het plangebied geeft uit op onbewoond terrein waardoor projectgeïntegreerde maatregelen ter reductie van het specifieke geluidsniveau van de inrichting. Akoestische omkasting van elektromotoren, afkapping van verlaatputten, dempers op motor van de zuurstofinbrengende ejectoren of dompelbeluchters, afdekking overloopranden e.d. vormen mogelijke maatregelen.

Het verwachte transport i.f.v. de exploitatie van deze installatie werd in hoofdstuk 13.4.1 geschetst. Dit beperkte transport verloopt normaliter overdag, tijdens de gebruikelijke diensturen langs de Diestsestraat en Lindestraat. Hierdoor wordt er geen aanzienlijke hinder verwacht naar de omwonenden door het transport dat de exploitatie van de installatie met zich meebrengt.

Via een goed akoestisch ontwerp van de installatie en het beperkte transport dat met de exploitatie van deze RWZI gepaard gaat, zal de installatie aan de wettelijke akoestische voorwaarden voldoen. Aangezien het plangebied in vele oriëntaties door woningen omgevingen worden, zullen meer geluidsreducerende maatregelen in het ontwerp moeten geïntegreerd worden om aan de vigerende akoestische voorwaarden te voldoen.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 68 (143)

13.4.5 Lucht

Referentiesituatie De omgeving van het plangebied wordt overwegend gekenmerkt door tal van woningen langs de Diestsestraat en agrarisch gebied. Het voorkomen, de beoordeling en het beheersen van geurhinder afkomstig van RWZI’s werd door het voormalige departement Leefmilieu, Natuur en Energie uitgewerkt in een sectorale code van goede geurpraktijk. Bij de beoordeling van de geurimpact van een RWZI wordt ten aanzien van twee verschillende kaders getoetst: zeer onaangename geuren (riolering, rottend, ammoniak) afkomstig van bv. influent, slib en de onaangename tot neutrale geuren (zeepgeur, aardegeur) afkomstig van bv. een beluchtingsbekken of nabezinktank (Bijlage 6). De grenswaarde, zijn het structureel klachtenniveau, mag behoudens in geval van overmacht, niet overschreden worden (Bijlage 6). De richtwaarde is het niveau waarop geen effect verwacht wordt (Bijlage 6). De toetsingswaarden worden uitgedrukt in snuffeleenheden (se) per m³. De duur en frequentie van de blootstelling zit vervat in het gebruik van 98-percentielwaarden (overschrijding van 175 uren of 2 weken op jaarbasis). Op deze manier wordt de overheersende windrichting (in Vlaanderen Z-ZW) mee in rekening gebracht. Er wordt eveneens rekening gehouden met de geurgevoeligheid van de toetsingsobjecten bij de beoordeling van de geurimpact (Bijlage 7). Een veilige inschatting of de exploitatie van een RWZI potentieel geurhinder kan veroorzaken naar omwonenden, wordt gemodelleerd via de Warren-Spring formule, gebaseerd op emissiekengetallen van het afvalwater t.h.v. de verschillende onderdelen van een RWZI.

Impact Rekening houdende met de verwachtte sulfidenconcentratie in het toekomende afvalwater op de geplande RWZI, werd via de Warren-Spring formule een geurcontour gemodelleerd rond het geurgewogen zwaartepunt van de installatie op basis van het preliminair inplantingsplan. Dit geurgewogen zwaartepunt wordt bepaald uit de emissiegewogen middeling van de verschillende onderdelen van een RWZI die voor geurhinder kunnen zorgen. Rekening houdende met het verschil in hedonisch karakter van het afvalwater dat de installatie zal doorlopen, werd via de Warren-Spring formule een geurcontour van 65m berekend waarbinnen potentieel geurhinder kan optreden (Figuur 29). Binnen deze contour bevinden zich 6 woningen. Een meer gedetailleerde geurmodellering bij het detailontwerp zal noodzakelijk zijn om bepaalde geurmaatregelen in het ontwerp te integreren teneinde geen hinder naar omwonenden te veroorzaken. Mogelijk maatregelen vormen het afkappen van open constructies waarbij de lucht wordt afgezogen naar een geurbehandelingseenheid.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 69 (143)

Figuur 33 Geurcontour RWZI Kortenaken (Warren-Spring) scenario 3

13.4.6 Biodiversiteit

Referentiesituatie De vallei van de Velpe in de omgeving van het plangebied is niet opgenomen binnen Europees Natura 2000- gebied, Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN-gebied) of erkend natuurreservaat. Enkele gefragmenteerde bospercelen tussen de akkers en velden in de ruime omgeving van het plangebied, werden bestemd als natuurgebied volgens het gewestplan. Het plangebied bestaat uit biologisch weinig waardevolle paardenweiden en buitenpiste. Ten noordoosten van het plangebied omvat het perceel aan het kruispunt van de Diestsestraat en de Heidestraat waardevol gemengd loofaanplant met heesters.

Impact Door het planningsinitiatief zal de paardenweide en de buitenpiste verdwijnen. De groenzone langs de grens van het plangebied zal bestaan uit een afwisseling van streekgebonden bomen, heesters en struiken. Deze wordt gelaagd opgebouwd waarbij een omheining aan de binnenzijde van de groenzone voorzien wordt. Een afwisselend plantverband zorgt voor een gevarieerde visuele afscherming van de site. De groenzone genereert extra nestlocaties, een verrijking van leefgebied voor insecten, extra foerageergebied voor kleine zoogdieren e.a..

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 70 (143)

Door het zuiveren van het huishoudelijke afvalwater uit het zuiveringsgebied zal een aanzienlijke vuilvracht uit de Velpe geweerd worden. Dit komt de waterkwaliteit rechtstreeks ten goede. Ook de kolonisatie en de verdere ontwikkeling van waardevolle watergebonden fauna en flora krijgt hierdoor meer kansen. De aanwezigheid van een kleinschalige RWZI, omzoomd door een groenbuffer, in het plangebied veroorzaakt geen versnippering of barrièrevorming van waardevolle natuurgebieden in de omgeving.

Het planningsinitiatief veroorzaakt geen vernatting of verdroging van percelen in de omgeving en heeft geen aanzienlijke impact overstromingsgevoeligheid langs de Velpe. Hemelwater dat op verharde oppervlakken op het terrein terecht komt, dat niet verontreinigd kan zijn door slib e.a., kan slechts beperkt infiltreren in de lemige bodem maar zal d.m.v. poelen of grachten vertraagd, samen met het effluent, richting Velpe geloosd worden bij hevige neerslag. Het ontwerp wordt afgestemd op de bindende voorwaarden van de verordening hemelwater.

Het planningsinitiatief resulteert in een verbetering van de ecologische kwaliteit van het plangebied en omgeving door de gedifferentieerde groenbuffer en de zuivering van het afvalwater van circa 2.000 inwoners uit het zuiveringsgebied.

13.4.7 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

Referentiesituatie Het plangebied bevindt zich langs de Diestsestraat op het grondgebied van de gemeente Kortenaken. Het betreft agrarisch gebied dewelke in gebruik is als paardenweide en buitenpiste. Het plangebied is langs de Diestsestraat omgeven met woningen, de zuidoostelijke richting kent een open zicht over de oplopende helling naar de achterzijde van de woningen langs de Rigelstraat.

Het plangebied en de onmiddellijk omgeving bevat geen objecten die opgenomen zijn in vastgestelde (wetenschappelijke) inventarissen van het onroerende erfgoed. Ook grotere gehelen kennen geen bescherming i.k.v. uitzonderlijke landschappelijke, historische of bouwkundige waarde.

Er zijn geen indicaties van waardevol archeologisch potentieel in de omgeving van het plangebied volgens de Centrale Archeologische Inventaris.

Impact Via de 5m brede groenaanplant langs de terreingrens, wordt de landschappelijke integratie met de bebouwde omgeving gerealiseerd. De groenbuffer wordt enkel doorbroken i.f.v. de toegang naar de site vanaf de Diestsestraat. De verschillende constructies van de installatie bevinden zich onder de bouwhoogte van de omliggende woningen (woningen tot 2 bouwlagen met zolder in het zadeldak). Na verloop van tijd zal het groenscherm voldoende opgeschoten zijn dat de constructies quasi volledig uit het gezichtsveld vanop de Diestsestraat onttrokken zijn.

Er wordt gestreefd naar zuinig ruimtegebruik door de constructies compact bij elkaar te voorzien. Doch dient er een vrije zone voorzien te worden om toekomstig eventueel bijkomende processtappen (bv. tertiaire zuivering) te kunnen aanleggen indien het wettelijk kader dit vergt.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 71 (143)

Voor aanvang van de bouwkundige werken voor de aanleg van een RWZI binnen het plangebied zal een archeologisch vooronderzoek plaatsvinden. Afhankelijk van de resultaten, kan een bijkomend archeologisch onderzoek noodzakelijk geacht worden om aantasting van archeologisch potentieel erfgoed uit te sluiten.

Door aanleg van de gelaagde en gedifferentieerde groenzone rondom de bovengrondse infrastructuur voor afvalwater, wordt deze geïntegreerd met haar omgeving. Aantasting van archeologisch potentieel wordt door uitvoering van archeologisch vooronderzoek vermeden.

Scenario 4

13.5.1 Mens

Referentiesituatie Het plangebied spreidt zich over de percelen 545E en 545H. Er grenzen 2 woningen aan het plangebied: een woningen met 1 bouwlaag met zadeldak aan de overzijde van de Diestsestraat (ten noorden van het plangebied) en een woning met 2 bouwlagen en zadeldak aan de overzijde van de Heidestraat (ten westen van het plangebied). De overige ruimte rond het plangebied bestaat uit akkers en velden waarbij o.a. mais, aardappelen, (suiker)biet en granen geteeld worden. Het terrein heeft in 2016 – 2018 tijdelijk dienst gedaan als werk- en stapelzone voor de aanleg van de toevoercollector naar de RWZI Kortenaken. Het kruispunt van de Diestsestraat en Heidestraat vormt fietsknooppunt 43 van het knooppuntennetwerk van de provincie Limburg.

Impact Het RUP heeft tot doel de gronden te herbestemmen naar een zone voor openbaar nut, meer bepaald een gebied voor waterzuivering en een bufferzone om de installatie in te passen in de omgeving. Het plangebied bestaat uit en is omgeven door landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan. Het effluent kan via een korte leiding via de buffergracht aan de overzijde van de Diestsestraat richting Velpe afgevoerd worden.

Om de installatie uit het zicht van omwonenden te onttrekken, wordt een groenbuffer langs de terreingrens voorzien (zie hoofdstuk 13.5.6 Biodiversiteit). Om de site ontoegankelijk te maken voor onbevoegden, zal een omheining aan de binnenzijde van het groenscherm voorzien worden onderbroken met een poort t.h.v. de toegangsweg. Op dergelijke wijze wordt de ruimtelijke randvoorwaarde uit het RSV vervuld die stelt dat de locatie van een RWZI dient uit te gaan van het principe van gedeconcentreerde bundeling waarbij de verenigbaarheid van o.a. de visuele hinder met de woonfunctie maximaal is. Bovendien geeft voorliggende locatie invulling aan de bindende bepaling opgenomen in het GRS voor de voorwaarden van de locatie van een RWZI te Kortenaken (Hoofdstuk 3.4.3).

Door het uitvoeringsplan zal er landbouwareaal verloren gaan binnen herbevestigd agrarisch gebied. Dit verlies aan agrarisch gebied t.b.v. het openbaar nut en algemeen belang, werd reeds gemotiveerd in hoofdstuk 10.

De ontsluiting van de site gebeurt langs de Heidestraat en vervolgens via de Diestsestraat (richting Kortenaken) of Lindestraat (richting Loksbergen). De Diestestraat-Lindestraat werd ingedeeld als lokale weg type I (verbindingsweg tussen buurgemeenten) volgens het gemeentelijke mobiliteitsplan. Het transport voor de exploitatie van deze installatie is hoofdzakelijk beperkt tot: • Het bezoek van operatoren 2 à 3 keer per week voor een goede procesopvolging en onderhoud • De afvoer van het ingedikte slib door een tankwagen gemiddeld 1 keer per week voor verdere ontwatering op een andere RWZI

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 72 (143)

• Het bezoek van VMM i.f.v. het controlemeetprogramma circa 1 à 2 keer per maand; • Het periodieke bezoek door een groenaannemer, interne onderhoudsdienst voor grote herstellingen of vervangingen, schoonmaakdienst voor het dienstgebouw, ledigen rolcontainers door afvalophaler, e.d. Dit transport verloopt tijdens de gebruikelijke diensturen (maandag t.e.m. vrijdag tussen 08u00 – 17u00) tenzij in uitzonderlijke omstandigheden bij een calamiteit op de site. De aard van het transport verschilt weinig met het (seizoensgebonden) transport i.f.v. de agrarische activiteiten in de omgeving van het plangebied. De mogelijke hinder voor recreanten langs de Diestsestraat t.h.v. het plangebied blijft door het geringe transport beperkt.

Om grote calamiteiten op te vangen zal er voor de RWZI Kortenaken een specifiek noodplan worden opgemaakt. Kleine calamiteiten worden zo snel mogelijk opgevangen en opgelost. De verschillende onderdelen van de installatie zijn bewaakt door een geautomatiseerd supervisiesysteem. Via een permanent alarmbewakingssysteem wordt bij eventuele storing of slechte werking van de RWZI onmiddellijk een operator (van wacht) telefonisch op de hoogte gebracht. Deze zal zich bij dergelijke melding van op afstand of ter plekke de situatie analyseren en het probleem trachten op te lossen. Indien de operator het probleem niet alleen kan oplossen, worden andere diensten (intern of extern) gecontacteerd en de (hiërarchisch) verantwoordelijken in kennis gesteld. Deze gangbare praktijk op meer dan 300 RWZI’s in Vlaanderen, resulteert in een betrouwbare procesopvolging.

De RWZI Kortenaken is niet van die grootteorde dat deze binnen het kader behoort van het samenwerkingsakkoord voor zware ongevallen met gevaarlijke stoffen. De installatie zal enkel huishoudelijk (of gelijkwaardig) afvalwater behandelen zonder opslag van gevaarlijke stoffen die ingedeeld zijn in Seveso- categoriën. In de ruime omgeving van het plangebied zijn geen Seveso-inrichtingen gevestigd.

Op de site wordt terreinverlichting voorzien zodat bij nachtelijke calamiteiten de site voldoende verlicht kan worden om dringende herstellingen veilig uit te voeren. In normale omstandigheden brandt de terreinverlichting ‘s avonds of ’s nachts niet zodat er geen lichthinder naar de omwonenden kan optreden. Voor de beschrijving van de impact van geluid en geur naar de omgeving, zie de specifieke hoofdstukken 13.5.4 en 13.5.5.

Door de kleinschaligheid van het planinitiatief (<1 ha) t.b.v. gemeenschapsvoorzieningen, de ruimtelijke aansluiting aan de bebouwing en de visuele integratie van de constructies door de groenaanplant in de bufferzone, wordt er geen aanzienlijke negatieve impact verwacht voor het planningsinitiatief voor de discipline mens op locatiekeuze 4.

13.5.2 Oppervlaktewater

Referentiesituatie Scenario 4 bevindt zich in het bekken van de Demer, meer bepaald het deelbekken van de Velpe. De Velpe situeert zich op circa 120m ten noorden van het plangebied en betreft een waterloop van 1ste categorie. Deze waterloop wordt i.f.v. de Kaderrichtlijn Water gekarakteriseerd als Vlaams waterlichaam, type grote beek. De Velpe heeft een totale lengte van 34,873km en stroomt van de Waalse grens nabij Opvelp tot in de Demer tussen Halen en Diest. Het plangebied ligt in mogelijk overstromingsgevoelig gebied volgens de overstromingskaart i.f.v. de watertoets, deels binnen effectief overstromingsgevoelig gebied.

De waterkwaliteit van de Velpe voldoet nog niet aan de kwaliteitsnormen, opgelegd i.f.v. de Kaderrichtlijn Water (Bijlage 5). Hierbij vormt de lozing van ongezuiverd huishoudelijk afvalwater één van de voornaamste drukken

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 73 (143)

waarom de doelstelling niet bereikt wordt (Bijlage 6). De algemene waterkwaliteit van de Velpe wordt via het Meetnet Oppervlaktewaterkwaliteit gemonitord. Aan de brug over de Velpe t.h.v. de Lindestraat werd het water van de Velpe o.a. in 2018 bemonsterd en geanalyseerd waarbij een overschrijding vastgesteld werd voor de beoogde oppervlaktewaterkwaliteitsdoelstellingen voor de parameters CZV (chemisch zuurstofverbruik) en de nutriënten stikstof en fosfor.

Een gedeelte van het zuiveringsgebied Kortenaken is op heden reeds gerioleerd. Het huishoudelijk afvalwater wordt hierbij (al dan niet gescheiden) opgevangen maar vermits een RWZI ontbreekt, nog ongezuiverd geloosd in de Velpe of een zijloop ervan. Ook de toevoercollector naar de geplande RWZI Kortenaken in de Diestestraat is recent aangelegd.

Impact Het watersysteem wordt beschouwd als samenhangend en functioneel geheel van oppervlaktewater, grondwater, onderwaterbodem, oevers, technische infrastructuur met inbegrip van de daarin voorkomende ecotopen en alle bijhorende fysische, chemische en biologische kenmerken en processen. De objectieven van het integraal waterbeleid zijn slechts te realiseren via een integratie van milieubeleid, ruimtelijk beleid en het beheer van waterlopen.

Voorliggend planningsinitiatief heeft intrinsiek tot doel de planologische mogelijkheid te creëren om een RWZI te bouwen en exploiteren zodat het afvalwater van circa 2.000 inwoners gezuiverd in de Velpe geloosd wordt. Dit komt de waterkwaliteit rechtstreeks ten goede en draagt bij tot de realisatie van de Europese doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water. De technologiekeuze is erop gericht aan de wettelijke lozingsvoorwaarden te voldoen en tot 23 l/s gezuiverd effluent in de Velpe te lozen.

Gezien de kleinschaligheid van de verhardingen, dakoppervlakken en gesloten constructies die binnen het plangebied zullen worden opgericht, wordt aangenomen dat het hemelwater dat hierop terecht komt, naast de constructies en wegenis zal afstromen. Dit hemelwater kan beperkt infiltreren in de ondergrond gezien de zandleembodem. Tijdens het detailontwerp van de installatie zal nagegaan worden of extra voorzieningen (buffergrachten, poelen, e.d.) nodig zijn zodat de voorwaarden m.b.t. de verordening hemelwater nagekomen worden. Daar waar verontreiniging kan optreden, met name t.h.v. de slibbuffer waar het ingedikte slib opgehaald wordt, zal de wegenis ondoorlatend worden aangelegd. Het hemelwater dat hierop terecht komt, zal via de goot en straatkolken naar de influentput geleid worden, zodat de run-off verwerkt wordt in de installatie. Zo wordt eventuele vervuiling van bodem, grond- of oppervlaktewater maximaal vermeden bij morsen van slib of olieplekken door de tankwagens. Locatiekeuze 4 bevindt zich deels binnen effectief overstromingsgevoelig terrein volgens de overstromingskaart 2017 i.f.v. de watertoets. Op dit gedeelte van het perceel worden geen constructies voorzien. Bovendien wordt verwacht dat door de aanleg van de buffergracht (met schotten) richting Velpe en een vrije afstroom van de wegenis naar de rioolslokkers en grachten, er ter hoogte van de Diestsestraat aan het plangebied geen inundatie meer kan optreden.

Een aanzienlijke vuilvracht uit het huishoudelijke afvalwater zal op de site verwijderd worden en gezuiverd effluent wordt in de Velpe geloosd. Het planningsinitiatief op voorliggende locatie heeft geen nadelig effect op de overstromingsgevoeligheid van de vallei van de Velpe. Het uitvoeringsplan heeft bijgevolg een positieve impact op de discipline oppervlaktewater voor locatiekeuze 4.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 74 (143)

13.5.3 Bodem en grondwater

Referentiesituatie Scenario 4 bestaat volgens de bodemkaart van België uit een matig natte zandleembodem zonder profiel. Dit materiaal is typerend voor de voet van hellingen. Noch het plangebied noch de directe omgeving kent een erosieproblematiek. Er zijn geen beschermingszones i.f.v. waterwinningsgebied aanwezig nabij het plangebied. Zoals op de topografische kaart en het digitaal hoogtemodel Vlaanderen weergegeven is de omgeving licht glooiend richting Velpe (Bijlage 1). De grondwaterstroming volgt zeer vermoedelijk deze zuidoost – noordwest oriëntatie richting Velpe. Gezien de lemige tot zeer lokaal kleiïge deklaag wordt het grondwater t.h.v. het plangebied als weinig kwetsbaar voor verontreiniging ingedeeld.

Impact Bij de aanleg van de constructies en het uitgraven van de bouwputten en sleuven, zal de voedingsrijke toplaag afzonderlijk afgegraven worden en nadien maximaal herbruikt als toplaag. Grote reliëfwijzigingen zijn niet aan de orde, tenzij voor de buffering van hemelwater dat op verharde oppervlakken op de site terecht zal komen. Een beperkte nivellering van het terrein voor een vlotte exploitatie zal plaatsvinden. Zowel de onbebouwde delen van de zone voor waterzuivering als de groenzone langs de grens van het plangebied zullen ingezaaid of beplant worden.

Gezien de beperkte grootte van de ondergrondse delen van de constructies, zal het grondwater hierrond stromen en wordt deze niet onderbroken. De uitgegraven gronden zullen maximaal herbruikt worden om de bouwputten opnieuw aan te vullen (al dan niet na verbetering of stabilisatie m.b.v. kalk). De doorlaatbaarheid van de bodem zal bijgevolg niet wijzigen door inbreng van vreemde gronden aangezien grondoverschotten zullen ontstaan die afgevoerd dienen te worden. Drainage van het plangebied of de omgeving is niet aan de orde.

De constructies en leidingen worden waterdicht aangelegd zodat eventuele verontreiniging van bodem en grondwater door afvalwater of slib te allen tijde vermeden wordt. Indien in de toekomst chemicaliën gebruikt dienen te worden in het waterzuiveringsproces, zullen deze conform de wettelijke bepalingen opgeslagen worden. Gevaarlijke chemicaliën zullen ingekuipt of in dubbelwandige houders op de site opgesteld worden. Ook de lospiste voor dergelijke chemicaliën wordt niet-waterdoorlatend aangelegd en via interne riolering afgeleid richting influentput. Op dergelijke wijze wordt accidentele verontreiniging van de ondergrond door lekken of losschieten van de vulleidingen van de tankwagen maximaal vermeden.

Het plan om locatie 4 planologisch ter beschikking te stellen voor de exploitatie van een RWZI, omsloten door groenzone, heeft geen betekenisvolle negatieve effecten op het vaste deel van de bodem en het grondwater.

13.5.4 Geluid

Referentiesituatie Scenario 4 is bestemd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Tienen-Landen (KB 24.03.1978) evenals de nabije omgeving. Het plangebied wordt omringd door 2 woningen aan noord- en westzijde. De overige oriëntatierichtingen rond het plangebied zijn onbebouwde, agrarische percelen.

De strengste richtwaarden voor geluid gelden ’s nachts tussen 22u00 – 7u00. Voor de omgeving van het plangebied geldt momenteel een richtwaarde van 35 dB(A) in open lucht. Het omgevingsgeluid wordt overwegend bepaald door de agrarische activiteiten in de omgeving en het doorgaand verkeer.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 75 (143)

Impact De RWZI Kortenaken betreft een onbemande installatie die vanuit het teamcentrum te Tienen bediend zal worden. Afhankelijk van de hoeveelheid afvalwater dat op de site toekomt, de fase van het zuiveringsproces (bv. beluchte of onbeluchte fase), e.d. zijn er meerdere onderdelen in werking. Tijdens het ontwerp van de installatie wordt rekening gehouden met mogelijke akoestische hinder naar omwonenden toe. Zo wordt de inplanting en oriëntatie van de constructies afgewogen t.o.v. de woningen of andere geluidsgevoelige elementen in de nabije omgeving. Er wordt getracht de hydraulische vervallen minimaal te houden. In het bestek worden akoestische randvoorwaarden opgelegd voor de elektromotoren, beluchters, e.d. Het detailontwerp van de installatie is er zodanig op gericht dat de wettelijk toegelaten maximale geluidsniveaus niet overschreden worden. Rekening houdende met de woningen aan de Diestsestraat en de Heidestraat, zal tijdens het verdere ontwerp van de RWZI de noodzaak tot integratie van geluidsreducerende maatregelen onderzocht worden. Akoestische omkasting van elektromotoren, afkapping van verlaatputten, dempers op motor van de zuurstofinbrengende ejectoren of dompelbeluchters, afdekking overloopranden e.d. vormen mogelijke maatregelen.

Het verwachte transport i.f.v. de exploitatie van deze installatie werd in hoofdstuk 13.5.1 geschetst. Dit beperkte transport verloopt normaliter overdag, tijdens de gebruikelijke diensturen via de Heidestraat langs de Diestsestraat en Lindestraat. De aard van het transport verschilt weinig met het (seizoensgebonden) transport i.f.v. de agrarische activiteiten in de omgeving van het plangebied. Hierdoor wordt er geen aanzienlijke hinder verwacht naar de omwonenden door het transport dat de exploitatie van de installatie met zich meebrengt.

Via een goed akoestisch ontwerp van de installatie en het beperkte transport dat met de exploitatie van deze RWZI gepaard gaat, zal de installatie aan de wettelijke akoestische voorwaarden voldoen. Locatiekeuze 4 grenst aan 2 woningen waardoor in detailontwerp mogelijk geluidsreducerende maatregelen noodzakelijk zijn om in het project te integreren.

13.5.5 Lucht

Referentiesituatie De omgeving van scenario 4 wordt overwegend gekenmerkt door agrarisch gebied en 2 woningen langs de Diestsestraat en Heidestraat. Het voorkomen, de beoordeling en het beheersen van geurhinder afkomstig van RWZI’s werd door het voormalige departement Leefmilieu, Natuur en Energie uitgewerkt in een sectorale code van goede geurpraktijk. Bij de beoordeling van de geurimpact van een RWZI wordt ten aanzien van twee verschillende kaders getoetst: zeer onaangename geuren (riolering, rottend, ammoniak) afkomstig van bv. influent, slib en de onaangename tot neutrale geuren (zeepgeur, aardegeur) afkomstig van bv. een beluchtingsbekken of nabezinktank (Bijlage 6). De grenswaarde, zijn het structureel klachtenniveau, mag behoudens in geval van overmacht, niet overschreden worden (Bijlage 6). De richtwaarde is het niveau waarop geen effect verwacht wordt (Bijlage 6). De toetsingswaarden worden uitgedrukt in snuffeleenheden (se) per m³. De duur en frequentie van de blootstelling zit vervat in het gebruik van 98-percentielwaarden (overschrijding van 175 uren of 2 weken op jaarbasis). Op deze manier wordt de overheersende windrichting (in Vlaanderen Z-ZW) mee in rekening gebracht. Er wordt eveneens rekening gehouden met de geurgevoeligheid van de toetsingsobjecten bij de beoordeling van de geurimpact (Bijlage 7). Een veilige inschatting of de exploitatie van een RWZI potentieel geurhinder kan veroorzaken naar omwonenden, wordt gemodelleerd via de Warren-Spring formule, gebaseerd op emissiekengetallen van het afvalwater t.h.v. de verschillende onderdelen van een RWZI.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 76 (143)

Impact Rekening houdende met de verwachtte sulfidenconcentratie in het toekomende afvalwater op de geplande RWZI, werd via de Warren-Spring formule een geurcontour gemodelleerd rond het geurgewogen zwaartepunt van de installatie op basis van het preliminair inplantingsplan. Dit geurgewogen zwaartepunt wordt bepaald uit de emissiegewogen middeling van de verschillende onderdelen van een RWZI die voor geurhinder kunnen zorgen. Rekening houdende met het verschil in hedonisch karakter van het afvalwater dat de installatie zal doorlopen, werd via de Warren-Spring formule een geurcontour van 65m berekend waarbinnen potentieel geurhinder kan optreden (Figuur 30). Binnen deze contour bevinden zich 2 woningen. Een meer gedetailleerde geurmodellering bij het detailontwerp zal noodzakelijk zijn om bepaalde geurmaatregelen in het ontwerp te integreren teneinde geen hinder naar omwonenden te veroorzaken. Mogelijk maatregelen vormen het afkappen van open constructies waarbij de lucht wordt afgezogen naar een geurbehandelingseenheid.

Figuur 34 Geurcontour RWZI Kortenaken (Warren-Spring) scenario 4

13.5.6 Biodiversiteit

Referentiesituatie De vallei van de Velpe in de omgeving van het plangebied is niet opgenomen binnen Europees Natura 2000- gebied, Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN-gebied) of erkend natuurreservaat. Enkele gefragmenteerde bospercelen tussen de akkers en velden in de ruime omgeving van het plangebied, werden bestemd als

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 77 (143)

natuurgebied volgens het gewestplan. Het plangebied bestaat uit biologisch weinig akker (voor o.a. mais, suikerbiet en aardappelen) en een graslandstrook langs de Diestsestraat.

Impact Door het planningsinitiatief zal er akker en grasstrook verdwijnen. De groenzone langs de grens van het plangebied zal bestaan uit een afwisseling van streekgebonden bomen, heesters en struiken. Deze wordt gelaagd opgebouwd waarbij een omheining aan de binnenzijde van de groenzone voorzien wordt. Een afwisselend plantverband zorgt voor een gevarieerde visuele afscherming van de site. De groenzone genereert extra nestlocaties, een verrijking van leefgebied voor insecten, extra foerageergebied voor kleine zoogdieren e.a..

Door het zuiveren van het huishoudelijke afvalwater uit het zuiveringsgebied zal een aanzienlijke vuilvracht uit de Velpe geweerd worden. Dit komt de waterkwaliteit rechtstreeks ten goede. Ook de kolonisatie en de verdere ontwikkeling van waardevolle watergebonden fauna en flora krijgt hierdoor meer kansen. De aanwezigheid van een kleinschalige RWZI, omzoomd door een groenbuffer, in het plangebied veroorzaakt geen versnippering of barrièrevorming van waardevolle natuurgebieden in de omgeving.

Het planningsinitiatief veroorzaakt geen vernatting of verdroging van percelen in de omgeving en heeft geen aanzienlijke impact overstromingsgevoeligheid langs de Velpe. Hemelwater dat op verharde oppervlakken op het terrein terecht komt, dat niet verontreinigd kan zijn door slib e.a., kan slechts beperkt infiltreren in de lemige bodem maar zal d.m.v. poelen of grachten vertraagd, samen met het effluent, richting Velpe geloosd worden bij hevige neerslag. Het ontwerp wordt afgestemd op de bindende voorwaarden van de verordening hemelwater.

Het planningsinitiatief resulteert in een verbetering van de ecologische kwaliteit van het plangebied en omgeving door de gedifferentieerde groenbuffer en de zuivering van het afvalwater van circa 2.000 inwoners uit het zuiveringsgebied.

13.5.7 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

Referentiesituatie Scenario 4 bevindt zich aan het kruispunt van de Diestsestraat en de Heidestraat op het grondgebied van de gemeente Kortenaken. Het betreft agrarisch gebied, waarbij er doorgaans afwisselend mais, aardappelen, suikerbieten of granen op geteeld worden. Langs de Diestsestraat is het perceel afgeboord met een grasstrook. Het terrein heeft in 2016 – 2018 tijdelijk dienst gedaan als werk- en stapelzone voor de aanleg van de collectoren en rioleringen. Ten noorden en ten westen van het plangebied bevindt er zich telkens een woning. In oostelijke en zuidelijke richting heerst een open zicht over de glooiende helling naar de achterzijde van de woningen langs de Struikstraat.

Het plangebied en de onmiddellijk omgeving bevat geen objecten die opgenomen zijn in vastgestelde (wetenschappelijke) inventarissen van het onroerende erfgoed. Ook grotere gehelen kennen geen bescherming i.k.v. uitzonderlijke landschappelijke, historische of bouwkundige waarde. Aan de overzijde van de Velpe, op circa 100m ten noorden van het plangebied, werd het kasteel van Blekkom opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Het kasteel werd eind 19de eeuw gebouwd en bevindt zich in een boomrijk park met vijver. Dit park is opgenomen in de inventaris van de historische tuinen en parken en omvat circa 3,8ha. Het bestaat uit een gemengde bomenrand en kleine groepjes van bomen per soort aan de rand van een grasveld. Centraal situeert zich de niervormige vijver.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 78 (143)

Het plangebied werd aangeduid als gebied waar geen archeologie te verwachten valt (BS 24/08/2018). Er zijn geen indicaties van waardevol archeologisch potentieel in de omgeving van het plangebied volgens de Centrale Archeologische Inventaris.

Impact Via de 5m brede groenaanplant langs de terreingrens, wordt de landschappelijke integratie met de bebouwde omgeving gerealiseerd. De groenbuffer wordt enkel doorbroken i.f.v. de toegang naar de site vanaf de Heidestraat. De verschillende constructies van de installatie bevinden zich onder de bouwhoogte van de omliggende woning (2 bouwlagen met zadeldak) in de Heidestraat. Na verloop van tijd zal het groenscherm voldoende opgeschoten zijn dat de constructies quasi volledig uit het gezichtsveld onttrokken zijn.

Er wordt gestreefd naar zuinig ruimtegebruik door de constructies compact bij elkaar te voorzien. Doch dient er een vrije zone voorzien te worden om toekomstig eventueel bijkomende processtappen (bv. tertiaire zuivering) te kunnen aanleggen indien het wettelijk kader dit vergt.

Door aanleg van de gelaagde en gedifferentieerde groenzone rondom de bovengrondse infrastructuur voor afvalwater, wordt de site geïntegreerd met haar omgeving.

Scenario 5

13.6.1 Mens

Referentiesituatie Het plangebied spreidt zich over de percelen 542H, 542K en 542F gelegen langs de Diestsestraat te Kortenaken. Ten zuidwesten aan het plangebied langs de Diestsestraat 58, grenst een bebouwd woonperceel binnen landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Het plangebied wordt overwegend gebruikt als akker (afwisselende oogst van mais, aardappelen en suikerbieten) en perceel 542H als buffergracht voor de regenweerafvoer (RWA) bij het collectorproject 20.181 collector Velp. Het hemelwater dat op de RWA aangesloten verharde oppervlakte langs de Diestsestraat (en enkele zijstraten) terecht komt, wordt bij hevige neerslag tijdelijk gebufferd en vertraagd geloosd richting Velpe. De Diestsestraat aan het plangebied bevindt zich aan het fietsknooppuntennetwerk tussen de knooppunten 43 en 355.

Impact Het plangebied omvat de kadastrale percelen 542H, 542K en 542F. Onderhavig RUP heeft de intentie om de gronden te herbestemmen naar een zone voor openbaar nut, meer bepaald een gebied voor waterzuivering, en een bufferzone om de installatie in te passen in de omgeving. Er wordt gestreefd naar zuinig ruimtegebruik door de constructies compact bij elkaar te voorzien. Doch dient er een vrije zone voorzien te worden om toekomstig eventueel bijkomende processtappen (bv. tertiaire zuivering) te kunnen aanleggen indien het wettelijk kader dit vergt. Het groenscherm tussen de constructies en de Velpe zal zeer dicht tegen de constructies voorzien worden zodat de achterliggende oppervlakte landbouwgrond voor landbouwdoeleinden kan blijven gebruikt worden.

Ruimtelijk sluit het plangebied aan de bestaande bebouwing in de Diestsestraat aan waarbij de site vlot bereikbaar is via de Lindestraat of Diestsestraat. Een RWZI dient bij voorkeur langs een waterloop gebouwd te worden voor een vlotte afvoer van het effluent, nabij het laagste punt in het zuiveringsgebied. De kleinschalige planoptie met landschappelijke integratie d.m.v. de voorgestelde groenbuffer, vervult de ruimtelijke

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 79 (143)

randvoorwaarden die in het RSV worden gesteld voor de inplanting van een RWZI in buitengebied. Bovendien geeft voorliggend planinitiatief rechtstreeks invulling aan de bindende bepaling opgenomen in het GRS voor de aanleg van de RWZI Kortenaken (Hoofdstuk 3.4.3).

Door het uitvoeringsplan zal er landbouwareaal verloren gaan binnen herbevestigd agrarisch gebied. Deze werd reeds gemotiveerd in hoofdstuk 10 van de scopingnota.

Vanaf het kruispunt met de Lindestraat vormt de Diestestraat (en de Lindestraat) een lokale weg type I volgens het gemeentelijke mobiliteitsplan waarlangs het transport i.f.v. de exploitatie van de RWZI kan verlopen. Het transport voor de exploitatie van deze installatie is hoofdzakelijk beperkt tot:

• Het bezoek van operatoren 2 à 3 keer per week voor een goede procesopvolging en onderhoud • De afvoer van het ingedikte slib door een tankwagen gemiddeld 1 keer per week voor verdere ontwatering op een andere RWZI • Het bezoek van VMM i.f.v. het controlemeetprogramma circa 1 à 2 keer per maand; • Het periodieke bezoek door een groenaannemer, interne onderhoudsdienst voor grote herstellingen of vervangingen, schoonmaakdienst voor het dienstgebouw, ledigen rolcontainers door afvalophaler, e.d.

Dit transport verloopt tijdens de gebruikelijke diensturen (maandag t.e.m. vrijdag) tenzij in uitzonderlijke omstandigheden bij een calamiteit op de site. De hinder voor recreanten langs de Diestsestraat t.h.v. het plangebied blijft door het geringe transport beperkt.

Om grote calamiteiten op te vangen zal er voor de RWZI Kortenaken een specifiek noodplan worden opgemaakt. Kleine calamiteiten worden zo snel mogelijk opgevangen en opgelost. De verschillende onderdelen van de installatie zijn bewaakt door een geautomatiseerd supervisiesysteem. Via een permanent alarmbewakingssysteem wordt bij eventuele storing of slechte werking van de RWZI onmiddellijk een operator (van wacht) telefonisch op de hoogte gebracht. Deze zal zich bij dergelijke melding van op afstand of ter plekke de situatie analyseren en het probleem trachten op te lossen. Indien de operator het probleem niet alleen kan oplossen, worden andere diensten (intern of extern) gecontacteerd en de (hiërarchisch) verantwoordelijken in kennis gesteld. Deze gangbare praktijk op meer dan 300 RWZI’s in Vlaanderen, resulteert in een betrouwbare procesopvolging.

De RWZI Kortenaken is niet van die grootteorde dat deze binnen het kader behoort van het samenwerkingsakkoord voor zware ongevallen met gevaarlijke stoffen. De installatie zal enkel huishoudelijk (of gelijkwaardig) afvalwater behandelen zonder opslag van gevaarlijke stoffen die ingedeeld zijn in Seveso- categorieën. In de ruime omgeving van het plangebied zijn geen Seveso-inrichtingen gevestigd.

Op de site wordt terreinverlichting voorzien zodat bij nachtelijke calamiteiten de site voldoende verlicht kan worden om dringende herstellingen veilig uit te voeren. In normale omstandigheden brandt de terreinverlichting ‘s avonds of ’s nachts niet zodat er geen lichthinder naar de omwonenden kan optreden. Voor de beschrijving van de impact van geluid en geur naar de omgeving, zie de specifieke hoofdstukken 13.6.4 en 13.6.5.

Door de kleinschaligheid van het planinitiatief (<1 ha) t.b.v. gemeenschapsvoorzieningen, de ruimtelijke aansluiting aan de landelijke bebouwing en de landschappelijke integratie van de constructies door de groenaanplant in de bufferzone, wordt er geen aanzienlijke negatieve impact verwacht door het planningsinitiatief voor de discipline mens.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 80 (143)

13.6.2 Oppervlaktewater

Referentiesituatie Het plangebied bevindt zich in het bekken van de Demer, meer bepaald het deelbekken van de Velpe. De Velpe grenst ten noorden aan het plangebied, het betreft een waterloop van 1ste categorie in beheer door de afdeling operationeel waterbeheer van VMM. Deze waterloop wordt i.f.v. de Kaderrichtlijn Water gekarakteriseerd als Vlaams waterlichaam, type grote beek. De Velpe heeft een totale lengte van 34,873km en stroomt van de Waalse grens nabij Opvelp tot in de Demer tussen Halen en Diest. Het plangebied ligt in mogelijk overstromingsgevoelig gebied volgens de overstromingskaart i.f.v. de watertoets, deels binnen effectief overstromingsgevoelig gebied.

De waterkwaliteit van de Velpe voldoet nog niet aan de kwaliteitsnormen, opgelegd i.f.v. de Kaderrichtlijn Water (Bijlage 5). Hierbij vormt de lozing van ongezuiverd huishoudelijk afvalwater één van de voornaamste drukken waarom de doelstelling niet bereikt wordt (Bijlage 6). De algemene waterkwaliteit van de Velpe wordt via het Meetnet Oppervlaktewaterkwaliteit gemonitord. Aan de brug over de Velpe t.h.v. de Lindestraat werd het oppervlaktewater van de Velpe o.a. in 2018 bemonsterd en geanalyseerd waarbij een overschrijding vastgesteld werd voor de doelstellingen voor de parameters CZV (chemisch zuurstofverbruik) en de nutriënten stikstof en fosfor.

Een gedeelte van het zuiveringsgebied Kortenaken is op heden reeds gerioleerd. Het huishoudelijk afvalwater wordt hierbij (al dan niet gescheiden) opgevangen maar vermits een RWZI ontbreekt, nog ongezuiverd geloosd in de Velpe of een zijloop ervan. Ook de toevoercollector naar de geplande RWZI Kortenaken in de Diestestraat werd recent aangelegd.

Impact Het watersysteem wordt beschouwd als samenhangend en functioneel geheel van oppervlaktewater, grondwater, onderwaterbodem, oevers, technische infrastructuur met inbegrip van de daarin voorkomende ecotopen en alle bijhorende fysische, chemische en biologische kenmerken en processen. De objectieven van het integraal waterbeleid zijn slechts te realiseren via een integratie van milieubeleid, ruimtelijk beleid en het beheer van waterlopen.

Voorliggend planningsinitiatief heeft intrinsiek tot doel de planologische mogelijkheid te creëren om een RWZI te bouwen en exploiteren zodat het afvalwater van circa 2.000 inwoners gezuiverd in de Velpe geloosd wordt. Dit komt de waterkwaliteit rechtstreeks ten goede en draagt bij tot de realisatie van de Europese doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water. De technologiekeuze is erop gericht aan de wettelijke lozingsvoorwaarden te voldoen en tot 23 l/s gezuiverd effluent in de Velpe te lozen.

Gezien de kleinschaligheid van de verhardingen, dakoppervlakken en gesloten constructies die binnen het plangebied zullen worden opgericht, wordt aangenomen dat het hemelwater dat hierop terecht komt, naast de constructies en wegenis zal afstromen. Dit hemelwater kan beperkt infiltreren in de ondergrond gezien de zandleembodem. Tijdens het detailontwerp van de installatie zal nagegaan worden of extra voorzieningen (greppels, poelen, e.d.) nodig zijn zodat de voorwaarden van de verordening hemelwater nagekomen worden. Daar waar verontreiniging kan optreden, met name de wegenis t.h.v. de slibafvoer, zal de wegenis ondoorlatend worden aangelegd. Het hemelwater dat hierop terecht komt, zal via de goot en straatkolken naar de influentput geleid worden, zodat het verwerkt wordt op de installatie. Zo wordt eventuele vervuiling van bodem, grond- of oppervlaktewater maximaal vermeden bij morsen van slib of olieplekken door de tankwagens. Er wordt een beperkte oppervlakte effectief overstromingsgevoelig terrein ingenomen door het planinitiatief, maar deze wordt in eerste fase gevrijwaard van enige constructies en/of reliëfwijziging. Indien er in de toekomst

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 81 (143)

constructies op het effectief overstromingsgevoelige terrein opgericht dienen worden i.f.v. gewijzigde lozingsvoorwaarden voor de RWZI, zal het verloren bergingsvolume elders gecompenseerd worden zodat er geen impact optreedt op de overstromingsgevoeligheid in de vallei van de Velpe.

Een aanzienlijke vuilvracht uit het huishoudelijke afvalwater zal op de site verwijderd worden waarbij het gezuiverde effluent in de Velpe wordt geloosd. In eerste fase vindt er geen reliëfwijziging of aanleg van constructies plaats, binnen het overstromingsgevoelig gebied langs de Velpe. Indien in een latere fase dit terrein alsnog aangesproken dient te worden voor bijkomende zuiveringsstappen, zal het verlies aan berging langs de Velpe via bijkomende komvorming gecompenseerd worden. Het uitvoeringsplan heeft bijgevolg een positieve impact op de discipline oppervlaktewater.

13.6.3 Bodem en grondwater

Referentiesituatie Het plangebied bestaat volgens de bodemkaart van België uit een matig natte zandleembodem zonder profiel met bedolven textuur B horizont op minder dan 80cm diepte. Dit materiaal is typerend voor de voet van hellingen. Noch het plangebied noch de directe omgeving kent een erosieproblematiek. Er zijn geen beschermingszones i.f.v. waterwinningsgebied aanwezig nabij het plangebied. Zoals op de topografische kaart en het digitaal hoogtemodel Vlaanderen weergegeven is de omgeving licht glooiend richting Velpe. De grondwaterstroming volgt zeer vermoedelijk deze zuidoost – noordwest oriëntatie richting Velpe. Gezien de lemige tot zeer lokaal kleiïge deklaag wordt het grondwater t.h.v. het plangebied als weinig kwetsbaar voor verontreiniging ingedeeld.

Impact Bij de aanleg van de constructies en uitgraven van de bouwputten en sleuven, zal de voedingsrijke toplaag afzonderlijk afgegraven worden en nadien maximaal herbruikt als toplaag. Reliëfwijziging is niet aan de orde, tenzij voor de buffering van hemelwater dat op verharde oppervlakken op de site terecht zal komen. Zowel de onbebouwde delen van de zone voor waterzuivering als de groenzone langs de grens van het plangebied zullen ingezaaid of beplant worden.

Gezien de beperkte grootte van de ondergrondse delen van de constructies, zal het grondwater hierrond kunnen stromen maar wordt deze niet onderbroken. De uitgegraven gronden zullen maximaal herbruikt worden om de bouwputten opnieuw aan te vullen (al dan niet na verbetering of stabilisatie m.b.v. kalk). De doorlaatbaarheid van de bodem zal bijgevolg niet wijzigen door inbreng van vreemde gronden. Drainage van het plangebied of de omgeving is niet aan de orde.

De constructies en leidingen worden waterdicht aangelegd zodat eventuele verontreiniging van bodem en grondwater door afvalwater of slib vermeden wordt. Indien in de toekomst chemicaliën gebruikt dienen te worden in het waterzuiveringsproces voor het voldoen aan bijkomende lozingsvoorwaarden, zullen deze conform de wettelijke bepalingen opgeslagen worden. Gevaarlijke chemicaliën zullen ingekuipt of in dubbelwandige houders op de site opgesteld worden. Ook de lospiste voor dergelijke chemicaliën wordt niet- waterdoorlatend aangelegd en via interne riolering afgeleid richting influentput. Op dergelijke wijze wordt accidentele verontreiniging van de ondergrond door lekken of losschieten van de vulleidingen van de tankwagen maximaal vermeden.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 82 (143)

Het plan om het terrein planologisch ter beschikking te stellen voor de exploitatie van een RWZI, omsloten door groenzone, heeft geen betekenisvolle negatieve effecten op het vaste deel van de bodem en het grondwater.

13.6.4 Geluid

Referentiesituatie Zowel het plangebied als de directe omgeving zijn bestemd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Tienen-Landen (KB 24.03.1978). In de ruimere omgeving is parkgebied (kasteel van Blekkom), natuurgebied en woongebied met landelijk karakter aanwezig. De meest nabijgelegen woning bevindt zich op het aangrenzende perceel aan de Diestsestraat 58. De eerstvolgende woningen situeren zich aan de overzijde van het kruispunt langs de Heidestraat 42 en Diestsestraat 56.

De strengste milieukwaliteitsnormen voor geluid gelden ’s nachts tussen 22u00 – 7u00. Voor de omgeving van het plangebied geldt momenteel een milieukwaliteitsnorm van 35 dB(A) in open lucht.

Impact De RWZI Kortenaken betreft een onbemande installatie die vanuit het teamcentrum te Tienen bediend zal worden. Afhankelijk van de hoeveelheid afvalwater dat op de site toekomt, de fase van het zuiveringsproces (bv. beluchte of onbeluchte fase), e.d. zijn er meerdere onderdelen in werking. Reeds tijdens het voorontwerp van de installatie wordt rekening gehouden met mogelijke akoestische hinder naar omwonenden toe. Zo wordt de inplanting en oriëntatie van de constructies afgewogen t.o.v. de geluidsgevoelige elementen in de omgeving. Er wordt getracht de hydraulische vervallen minimaal te houden. In het bestek worden akoestische randvoorwaarden opgelegd voor de elektromotoren, beluchters, e.d. Het detailontwerp van de installatie is er zodanig op gericht dat de wettelijk toegelaten maximale geluidsniveaus niet overschreden worden.

Het verwachte transport i.f.v. de exploitatie van deze installatie werd in hoofdstuk 13.6.1 geschetst. Dit beperkte transport verloopt normaliter overdag, tijdens de gebruikelijke diensturen. De aard van het transport verschilt weinig met het (seizoensgebonden) transport i.f.v. de agrarische activiteiten in de omgeving van het plangebied. Hierdoor wordt er geen aanzienlijke hinder verwacht naar de omwonenden door het transport dat de exploitatie van de installatie met zich meebrengt.

Via een goed akoestisch ontwerp van de installatie en het beperkte transport dat met de exploitatie van deze RWZI gepaard gaat, zal de installatie aan de wettelijke akoestische voorwaarden voldoen. Er wordt bijgevolg geen akoestische hinder naar omwonenden verwacht door voorliggend planningsinitiatief.

13.6.5 Lucht

Referentiesituatie De omgeving van het plangebied wordt overwegend gekenmerkt door agrarisch gebied en zeer beperkte bebouwing langs de Diestsestraat. Het voorkomen, de beoordeling en het beheersen van geurhinder afkomstig van RWZI’s werd door het voormalige departement Leefmilieu, Natuur en Energie uitgewerkt in een sectorale code van goede geurpraktijk. Bij de beoordeling van de geurimpact van een RWZI wordt ten aanzien van twee verschillende kaders getoetst: zeer onaangename geuren (riolering, rottend, ammoniak) afkomstig van bv. influent, slib en de onaangename tot neutrale geuren (zeepgeur, aardegeur) afkomstig van bv. een beluchtingsbekken of nabezinktank (Bijlage 6). De grenswaarde, zijn het structureel klachtenniveau, mag

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 83 (143)

behoudens in geval van overmacht, niet overschreden worden (Bijlage 6). De richtwaarde is het niveau waarop geen effect verwacht wordt (Bijlage 6). De toetsingswaarden worden uitgedrukt in snuffeleenheden (se) per m³. De duur en frequentie van de blootstelling zit vervat in het gebruik van 98-percentielwaarden (overschrijding van 175 uren of 2 weken op jaarbasis). Op deze manier wordt de overheersende windrichting (in Vlaanderen Z-ZW) mee in rekening gebracht. Er wordt eveneens rekening gehouden met de geurgevoeligheid van de toetsingsobjecten bij de beoordeling van de geurimpact (Bijlage 7). Een veilige inschatting of de exploitatie van een RWZI potentieel geurhinder kan veroorzaken naar omwonenden, wordt gemodelleerd via de Warren-Spring formule, gebaseerd op emissiekengetallen van het afvalwater t.h.v. de verschillende onderdelen van een RWZI.

Impact Rekening houdend met de verwachtte sulfidenconcentratie in het toekomende afvalwater op de geplande RWZI, werd via de Warren-Spring formule een geurcontour gemodelleerd rond het geurgewogen zwaartepunt van de installatie op basis van het preliminair inplantingsplan van de verschillende onderdelen. Rekening houdende met het verschil in hedonisch karakter van het afvalwater dat de installatie zal doorlopen, werd een geurcontour van 65m berekend waarbinnen potentieel geurhinder kan optreden door de exploitatie van de installatie. Binnen deze contour vanaf het geurgewogen zwaartepunt bevinden zich geen woningen (Figuur 31). Er wordt bijgevolg op basis van deze modellering en de ervaring op meer dan 300 andere RWZI’s in Vlaanderen geen geurhinder verwacht door de exploitatie van de RWZI Kortenaken.

Figuur 35 Geurcontour RWZI Kortenaken (Warren-Spring) scenario 5

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 84 (143)

13.6.6 Biodiversiteit

Referentiesituatie De vallei van de Velpe in de omgeving van het plangebied is niet opgenomen binnen Europees Natura 2000- gebied, Vlaams VEN-gebied of erkend natuurreservaat. Enkele gefragmenteerde bospercelen tussen de akkers en velden in de ruime omgeving van het plangebied, werden bestemd als natuurgebied volgens het gewestplan. Het plangebied bestaat uit een biologisch weinig waardevolle akker op lemige bodem en de buffergracht voor de regenweerafvoer van collectorproject 20.181 Collector Velp. De Velpe omvat een complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen namelijk de waterloop, oevers met ruigte en een houtkant met gemengd loofhout (Bijlage 1). De biologisch waardevolle elementen in de omgeving van het plangebied omvatten de soortenrijke graslanden en houtkanten tussen de akkers en velden (Bijlage 1). De oppervlaktewaterkwaliteit van de Velpe werd in hoofdstuk 13.6.2 geschetst.

Impact Door het planningsinitiatief zal de akker deels verdwijnen. De oppervlakte tussen de geplande noordelijke groenbuffer en de Velpe blijft in eerste fase als landbouwareaal behouden. Deze oppervlakte kan in de toekomst noodzakelijk zijn om bijkomende zuiveringsstappen te voorzien om aan de vigerende lozingsvoorwaarden te voldoen. De buffergracht op perceelnr. 542H blijft integraal behouden. De groenzone langs de grens van het plangebied zal bestaan uit een afwisseling van streekgebonden bomen, heesters en struiken. Deze wordt gelaagd opgebouwd waarbij een omheining aan de binnenzijde van de groenzone voorzien wordt. Een afwisselend plantverband zorgt voor een gevarieerde visuele afscherming van de site. De groenzone genereert extra nestlocaties, een verrijking van leefgebied voor insecten, extra foerageergebied voor kleine zoogdieren e.a..

Door het zuiveren van het huishoudelijke afvalwater uit het zuiveringsgebied zal een aanzienlijke vuilvracht uit de Velpe geweerd worden. Dit komt de waterkwaliteit rechtstreeks ten goede. Ook de kolonisatie en de verdere ontwikkeling van waardevolle watergebonden fauna en flora krijgt hierdoor meer kansen. De aanwezigheid van een kleinschalige RWZI, omzoomd door een groenbuffer, in het plangebied veroorzaakt geen versnippering of barrièrevorming van waardevolle natuurgebieden in de omgeving.

Het planningsinitiatief veroorzaakt geen vernatting of verdroging van percelen in de omgeving en heeft geen aanzienlijke impact overstromingsgevoeligheid langs de Velpe. Hemelwater dat op verharde oppervlakken op het terrein terecht komt, dat niet verontreinigd kan zijn door slib e.a., kan slechts beperkt infiltreren in de lemige bodem maar zal d.m.v. poelen of grachten vertraagd richting Velpe geloosd worden bij hevige neerslag. Het ontwerp wordt afgestemd op de bindende voorwaarden van de verordening hemelwater.

Het planningsinitiatief resulteert in een verbetering van de ecologische kwaliteit van het plangebied en omgeving door de gedifferentieerde groenbuffer en de zuivering van het afvalwater van circa 2.000 inwoners uit het zuiveringsgebied.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 85 (143)

13.6.7 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

Referentiesituatie Het plangebied bevindt zich tussen de Diestsestraat en de Velpe, nabij het kruispunt Diestsestraat – Lindestraat te Kortenaken. Het betreft overwegend agrarisch gebied, met bebouwing langs de hoofdwegen en gefragmenteerd tussen de akkers en velden liggen bosrestanten. Het landschap helt licht af richting Velpe.

Aan de overzijde van de Velpe, op circa 100m ten noorden van het plangebied, werd het kasteel van Blekkom opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Het kasteel werd eind 19de eeuw gebouwd en bevindt zich in een boomrijk park met vijver. Dit park is opgenomen in de inventaris van de historische tuinen en parken en omvat circa 3,8ha. Het bestaat uit een gemengde bomenrand en kleine groepjes van bomen per soort aan de rand van een grasveld. Centraal situeert zich de niervormige vijver.

Er zijn geen indicaties van waardevol archeologisch potentieel in de omgeving van het plangebied volgens de Centrale Archeologische Inventaris.

Impact Via de 5m brede groenaanplant rondom de eigenlijke constructies voor waterzuivering, wordt de landschappelijke integratie met de omgeving gerealiseerd. Hierdoor treedt er geen aanzienlijk negatieve impact op naar landschapsbeleving toe vanaf de Diestsestraat en Lindestraat. De groenbuffer wordt enkel doorbroken i.f.v. de toegang naar de site vanaf de Diestsestraat. Er wordt gestreefd naar zuinig ruimtegebruik door de constructies compact bij elkaar te voorzien. Doch dient er een vrije zone voorzien te worden om in de toekomst bijkomende processtappen (bv. tertiaire zuivering) te kunnen aanleggen indien het wettelijk kader dit vergt. Deze zone tussen de noordelijke groenbuffer en de Velpe, kan bijgevolg in eerste fase als akker in gebruik blijven.

Het kasteelpark van Blekkom wordt niet beïnvloed door de realisatie van het planinitiatief met bijhorende aanleg en oprichting van een RWZI binnen deze locatie. Voor aanvang van de bouwkundige werken binnen het plangebied zal een archeologisch vooronderzoek plaatsvinden. Afhankelijk van de resultaten, kan een bijkomend archeologisch onderzoek noodzakelijk geacht worden om aantasting van archeologisch potentieel erfgoed uit te sluiten.

Door aanleg van de gelaagde en gedifferentieerde groenzone rondom de gecompacteerde bovengrondse infrastructuur voor afvalwater, wordt deze geïntegreerd met haar omgeving. Aantasting van archeologisch potentieel wordt door uitvoering van archeologisch vooronderzoek vermeden.

Scenario 8

13.7.1 Mens

Referentiesituatie Scenario 8 situeert zich op het perceel 543D, langs de Diestsestraat. Het plangebied wordt omgeven door agrarische terreinen en ten zuidoosten door natuurgebied (bos). Het plangebied werd voorbije jaren gebruikt als grasland. Er zijn geen woningen in de onmiddellijke nabijheid van het plangebied. De meest nabijgelegen woning situeert zich op circa 140m ten westen van het plangebied langs de Diestsestraat 58. De Diestsestraat vormt onderdeel van het fietsknooppuntennetwerk van de provincie Limburg.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 86 (143)

Impact Het RUP heeft tot doel de gronden te herbestemmen naar een zone voor openbaar nut, meer bepaald een gebied voor waterzuivering en een bufferzone om de installatie in te passen in de omgeving. Het plangebied bestaat uit en is omgeven door landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan. Het effluent dient via een leiding of gracht via de overzijde van de straat naar richting Velpe afgevoerd worden. De site sluit niet aan bij bestaande gebouwen of terreinen die gepland zijn verder de ontwikkelen. Er wordt bijgevolg niet voldaan aan het principe van gedeconcentreerde bundeling dewelke voor RWZI’s in het RSV werd vooropgesteld (Hoofstuk 3.1.1).

Om de installatie uit het zicht te onttrekken, wordt een groenbuffer langs de terreingrens voorzien (zie hoofdstuk 13.7.6 Biodiversiteit). De site wordt ontoegankelijk gemaakt voor onbevoegden door een omheining aan de binnenzijde van het groenscherm te voorzien dewelke wordt onderbroken met een poort t.h.v. de toegangsweg.

Door het uitvoeringsplan zal er geen landbouwareaal verloren gaan binnen herbevestigd agrarisch gebied. Door de aanwezigheid van de RWZI met groenscherm zal het agrarisch terrein op perceelnr. 678 volledig ingesloten zijn door beboste (bos en groenscherm) terreinen.

De ontsluiting van de site gebeurt langs de Diestestraat die vanaf de kruising met de Lindestraat werd ingedeeld als lokale weg type I (verbindingsweg tussen buurgemeenten) volgens het gemeentelijke mobiliteitsplan. Het transport voor de exploitatie van deze installatie is hoofdzakelijk beperkt tot: • Het bezoek van operatoren 2 à 3 keer per week voor een goede procesopvolging en onderhoud • De afvoer van het ingedikte slib door een tankwagen gemiddeld 1 keer per week voor verdere ontwatering op een andere RWZI • Het bezoek van VMM i.f.v. het controlemeetprogramma circa 1 à 2 keer per maand; • Het periodieke bezoek door een groenaannemer, interne onderhoudsdienst voor grote herstellingen of vervangingen, schoonmaakdienst voor het dienstgebouw, ledigen rolcontainers door afvalophaler, e.d.

Dit transport verloopt tijdens de gebruikelijke diensturen (maandag t.e.m. vrijdag tussen 08u00 – 17u00) tenzij in uitzonderlijke omstandigheden bij een calamiteit op de site. De aard van het transport verschilt weinig met het (seizoensgebonden) transport i.f.v. de agrarische activiteiten in de omgeving van het plangebied. De mogelijke hinder voor recreanten langs de Diestsestraat t.h.v. het plangebied blijft door het geringe transport beperkt.

Om grote calamiteiten op te vangen zal er voor de RWZI Kortenaken een specifiek noodplan worden opgemaakt. Kleine calamiteiten worden zo snel mogelijk opgevangen en opgelost. De verschillende onderdelen van de installatie zijn bewaakt door een geautomatiseerd supervisiesysteem. Via een permanent alarmbewakingssysteem wordt bij eventuele storing of slechte werking van de RWZI onmiddellijk een operator (van wacht) telefonisch op de hoogte gebracht. Deze zal zich bij dergelijke melding van op afstand of ter plekke de situatie analyseren en het probleem trachten op te lossen. Indien de operator het probleem niet alleen kan oplossen, worden andere diensten (intern of extern) gecontacteerd en de (hiërarchisch) verantwoordelijken in kennis gesteld. Deze gangbare praktijk op meer dan 300 RWZI’s in Vlaanderen, resulteert in een betrouwbare procesopvolging.

De RWZI Kortenaken is niet van die grootteorde dat deze binnen het kader behoort van het samenwerkingsakkoord voor zware ongevallen met gevaarlijke stoffen. De installatie zal enkel huishoudelijk (of gelijkwaardig) afvalwater behandelen zonder opslag van gevaarlijke stoffen die ingedeeld zijn in Seveso- categorieën. In de ruime omgeving van het plangebied zijn geen Seveso-inrichtingen gevestigd.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 87 (143)

Op de site wordt terreinverlichting voorzien zodat bij nachtelijke calamiteiten de site voldoende verlicht kan worden om dringende herstellingen veilig uit te voeren. In normale omstandigheden brandt de terreinverlichting ‘s avonds of ’s nachts niet zodat er geen lichthinder naar de omwonenden kan optreden. Voor de beschrijving van de impact van geluid en geur naar de omgeving, zie de specifieke hoofdstukken 13.7.4 en 13.7.5.

Ondanks de kleinschaligheid van het planinitiatief (<1 ha) t.b.v. gemeenschapsvoorzieningen en de landschappelijke integratie van de site d.m.v. groenaanplant in de bufferzone wordt niet aan de vooropgestelde ruimtelijke doelstellingen van het RSV voldaan bij locatiekeuze 8.

13.7.2 Oppervlaktewater

Referentiesituatie Het plangebied bevindt zich in het bekken van de Demer, meer bepaald het deelbekken van de Velpe. De Velpe situeert zich op circa 50m ten noorden van het plangebied en betreft een waterloop van 1ste categorie. Deze waterloop wordt i.f.v. de Kaderrichtlijn Water gekarakteriseerd als Vlaams waterlichaam, type grote beek. De Velpe heeft een totale lengte van 34,873km en stroomt van de Waalse grens nabij Opvelp tot in de Demer tussen Halen en Diest. Het plangebied ligt in mogelijk overstromingsgevoelig gebied volgens de overstromingskaart i.f.v. de watertoets, deels binnen effectief overstromingsgevoelig gebied. Er bevindt een afwateringsgracht van de landbouwterreinen, loodrecht op de Diestsestraat, aan de zuidwestelijke grens van het plangebied.

De waterkwaliteit van de Velpe voldoet nog niet aan de kwaliteitsnormen, opgelegd i.f.v. de Kaderrichtlijn Water (Bijlage 5). Hierbij vormt de lozing van ongezuiverd huishoudelijk afvalwater één van de voornaamste drukken waarom de doelstelling niet bereikt wordt (Bijlage 6). De algemene waterkwaliteit van de Velpe wordt via het Meetnet Oppervlaktewaterkwaliteit gemonitord. Aan de brug over de Velpe t.h.v. de Lindestraat werd het water van de Velpe o.a. in 2018 bemonsterd en geanalyseerd waarbij een overschrijding vastgesteld werd voor de beoogde oppervlaktewaterkwaliteitsdoelstellingen voor de parameters CZV (chemisch zuurstofverbruik) en de nutriënten stikstof en fosfor.

Een gedeelte van het zuiveringsgebied Kortenaken is op heden reeds gerioleerd. Het huishoudelijk afvalwater wordt hierbij (al dan niet gescheiden) opgevangen maar vermits een RWZI ontbreekt, nog ongezuiverd geloosd in de Velpe of een zijloop ervan. De collector naar de geplande RWZI Kortenaken werd nog niet doorgelegd tot locatiekeuze 4 en dient bijgevolg nog verder aangelegd te worden.

Impact Het watersysteem wordt beschouwd als samenhangend en functioneel geheel van oppervlaktewater, grondwater, onderwaterbodem, oevers, technische infrastructuur met inbegrip van de daarin voorkomende ecotopen en alle bijhorende fysische, chemische en biologische kenmerken en processen. De objectieven van het integraal waterbeleid zijn slechts te realiseren via een integratie van milieubeleid, ruimtelijk beleid en het beheer van waterlopen.

Voorliggend planningsinitiatief heeft intrinsiek tot doel de planologische mogelijkheid te creëren om een RWZI te bouwen en exploiteren zodat het afvalwater van circa 2.000 inwoners gezuiverd in de Velpe geloosd wordt. Dit komt de waterkwaliteit rechtstreeks ten goede en draagt bij tot de realisatie van de Europese doelstellingen

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 88 (143)

van de Kaderrichtlijn Water. De technologiekeuze is erop gericht aan de wettelijke lozingsvoorwaarden te voldoen en tot 23 l/s gezuiverd effluent in de Velpe te lozen.

Gezien de kleinschaligheid van de verhardingen, dakoppervlakken en gesloten constructies die binnen het plangebied zullen worden opgericht, wordt aangenomen dat het hemelwater dat hierop terecht komt, naast de constructies en wegenis zal afstromen. Dit hemelwater kan beperkt infiltreren in de ondergrond gezien de zandleembodem. Tijdens het detailontwerp van de installatie zal nagegaan worden of extra voorzieningen (buffergrachten, poelen, e.d.) nodig zijn zodat de voorwaarden m.b.t. de verordening hemelwater nagekomen worden. Daar waar verontreiniging kan optreden, met name t.h.v. de slibbuffer waar het ingedikte slib opgehaald wordt, zal de wegenis ondoorlatend worden aangelegd. Het hemelwater dat hierop terecht komt, zal via de goot en straatkolken naar de influentput geleid worden, zodat de run-off verwerkt wordt in de installatie. Zo wordt eventuele vervuiling van bodem, grond- of oppervlaktewater maximaal vermeden bij morsen van slib of olieplekken door de tankwagens. Locatie 8 bevindt zich buiten de afbakening van effectief overstromingsgevoelig terrein volgens de overstromingskaart 2017 i.f.v. de watertoets.

Een aanzienlijke vuilvracht uit het huishoudelijke afvalwater zal op de site verwijderd worden en gezuiverd effluent wordt in de Velpe geloosd. Het planningsinitiatief op voorliggende locatie heeft geen nadelig effect op de overstromingsgevoeligheid van de vallei van de Velpe. Het uitvoeringsplan heeft bijgevolg een positieve impact op de discipline oppervlaktewater voor locatiekeuze 8.

13.7.3 Bodem en grondwater

Referentiesituatie Scenario 8 bestaat volgens de bodemkaart van België uit een matig natte zandleembodem zonder profiel. Dit materiaal is typerend voor de voet van hellingen. Noch het plangebied noch de directe omgeving kent een erosieproblematiek. Er zijn geen beschermingszones i.f.v. waterwinningsgebied aanwezig nabij het plangebied. Zoals op de topografische kaart en het digitaal hoogtemodel Vlaanderen weergegeven is de omgeving licht glooiend richting Velpe (Bijlage 1). De grondwaterstroming volgt zeer vermoedelijk deze zuidoost – noordwest oriëntatie richting Velpe. Gezien de lemige tot zeer lokaal kleiïge deklaag wordt het grondwater t.h.v. het plangebied als weinig kwetsbaar voor verontreiniging ingedeeld.

Impact Bij de aanleg van de constructies en het uitgraven van de bouwputten en sleuven, zal de voedingsrijke toplaag afzonderlijk afgegraven worden en nadien maximaal herbruikt als toplaag. Grote reliëfwijzigingen zijn niet aan de orde, tenzij voor de buffering van hemelwater dat op verharde oppervlakken op de site terecht zal komen. Een beperkte nivellering van het terrein voor een vlotte exploitatie zal plaatsvinden. Zowel de onbebouwde delen van de zone voor waterzuivering als de groenzone langs de grens van het plangebied zullen ingezaaid of beplant worden.

Gezien de beperkte grootte van de ondergrondse delen van de constructies, zal het grondwater hierrond stromen en wordt deze niet onderbroken. De uitgegraven gronden zullen maximaal herbruikt worden om de bouwputten opnieuw aan te vullen (al dan niet na verbetering of stabilisatie m.b.v. kalk). De doorlaatbaarheid van de bodem zal bijgevolg niet wijzigen door inbreng van vreemde gronden aangezien grondoverschotten zullen ontstaan die afgevoerd dienen te worden. Drainage van het plangebied of de omgeving is niet aan de orde.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 89 (143)

De constructies en leidingen worden waterdicht aangelegd zodat eventuele verontreiniging van bodem en grondwater door afvalwater of slib te allen tijde vermeden wordt. Indien in de toekomst chemicaliën gebruikt dienen te worden in het waterzuiveringsproces, zullen deze conform de wettelijke bepalingen opgeslagen worden. Gevaarlijke chemicaliën zullen ingekuipt of in dubbelwandige houders op de site opgesteld worden. Ook de lospiste voor dergelijke chemicaliën wordt niet-waterdoorlatend aangelegd en via interne riolering afgeleid richting influentput. Op dergelijke wijze wordt accidentele verontreiniging van de ondergrond door lekken of losschieten van de vulleidingen van de tankwagen maximaal vermeden.

Het plan om locatiekeuze 8 planologisch ter beschikking te stellen voor de exploitatie van een RWZI, omsloten door groenzone, heeft geen betekenisvolle negatieve effecten op het vaste deel van de bodem en het grondwater.

13.7.4 Geluid

Referentiesituatie Het plangebied is bestemd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Tienen- Landen (KB 24.03.1978). De directe omgeving wordt overwegend gedomineerd door landschappelijk waardevol agrarisch gebied en deels als natuur- en parkgebied. De meest nabijgelegen woning bevindt zich langs de Diestsestraat 58, op circa 140m ten westen van het plangebied.

De strengste richtwaarden voor geluid gelden ’s nachts tussen 22u00 – 7u00. Voor de omgeving van het plangebied geldt momenteel een richtwaarde van 35 dB(A) in open lucht. Het omgevingsgeluid wordt overwegend bepaald door de seizoensgebonden agrarische activiteiten in de omgeving.

Impact De RWZI Kortenaken betreft een onbemande installatie die vanuit het teamcentrum te Tienen bediend zal worden. Afhankelijk van de hoeveelheid afvalwater dat op de site toekomt, de fase van het zuiveringsproces (bv. beluchte of onbeluchte fase), e.d. zijn er meerdere onderdelen in werking. Tijdens het ontwerp van de installatie wordt rekening gehouden met mogelijke akoestische hinder naar omwonenden toe. Zo wordt de inplanting en oriëntatie van de constructies afgewogen t.o.v. de woningen of andere geluidsgevoelige elementen in de nabije omgeving. Er wordt getracht de hydraulische vervallen minimaal te houden. In het bestek worden akoestische randvoorwaarden opgelegd voor de elektromotoren, beluchters, e.d. Het detailontwerp van de installatie is er zodanig op gericht dat de wettelijk toegelaten maximale geluidsniveaus niet overschreden worden. Gezien de geïsoleerde, ruimtelijk gescheiden ligging van locatiekeuze 8 t.o.v. woningen of andere geluidsgevoelige objecten, worden bijkomende integratie van akoestische maatregelen in het detailontwerp als weinig noodzakelijk geacht.

Het verwachte transport i.f.v. de exploitatie van deze installatie werd in hoofdstuk 13.7.1 geschetst. Dit bescheiden transport verloopt normaliter overdag, tijdens de gebruikelijke diensturen via de Diestsestraat. De aard van het transport verschilt weinig met het (seizoensgebonden) transport i.f.v. de agrarische activiteiten in de omgeving van het plangebied. Hierdoor wordt er geen aanzienlijke hinder verwacht naar de omgeving door het transport dat de exploitatie van de installatie met zich meebrengt.

Het ontwerp van de RWZI is er op gericht om aan de wettelijke akoestische voorwaarden te voldoen. Gezien de ruimtelijk geïsoleerde ligging van locatiekeuze 8, noopt dit naar alle waarschijnlijkheid niet tot de integratie van bijkomende akoestische maatregelen bij het verdere ontwerp van de RWZI.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 90 (143)

13.7.5 Lucht

Referentiesituatie De omgeving van het scenario 8 wordt overwegend gekenmerkt door agrarisch gebied en natuurgebied. De meest nabijgelegen woning bevindt zich langs de Diestsestraat 58, op circa 140m ten westen van het plangebied. Het voorkomen, de beoordeling en het beheersen van geurhinder afkomstig van RWZI’s werd door het voormalige departement Leefmilieu, Natuur en Energie uitgewerkt in een sectorale code van goede geurpraktijk. Bij de beoordeling van de geurimpact van een RWZI wordt ten aanzien van twee verschillende kaders getoetst: zeer onaangename geuren (riolering, rottend, ammoniak) afkomstig van bv. influent, slib en de onaangename tot neutrale geuren (zeepgeur, aardegeur) afkomstig van bv. een beluchtingsbekken of nabezinktank (Bijlage 6). De grenswaarde, zijn het structureel klachtenniveau, mag behoudens in geval van overmacht, niet overschreden worden (Bijlage 6). De richtwaarde is het niveau waarop geen effect verwacht wordt (Bijlage 6). De toetsingswaarden worden uitgedrukt in snuffeleenheden (se) per m³. De duur en frequentie van de blootstelling zit vervat in het gebruik van 98-percentielwaarden (overschrijding van 175 uren of 2 weken op jaarbasis). Op deze manier wordt de overheersende windrichting (in Vlaanderen Z-ZW) mee in rekening gebracht. Er wordt eveneens rekening gehouden met de geurgevoeligheid van de toetsingsobjecten bij de beoordeling van de geurimpact (Bijlage 7). Een veilige inschatting of de exploitatie van een RWZI potentieel geurhinder kan veroorzaken naar omwonenden, wordt gemodelleerd via de Warren-Spring formule, gebaseerd op emissiekengetallen van het afvalwater t.h.v. de verschillende onderdelen van een RWZI.

Impact Rekening houdende met de verwachtte sulfidenconcentratie in het toekomende afvalwater op de geplande RWZI, werd via de Warren-Spring formule een geurcontour gemodelleerd rond het geurgewogen zwaartepunt van de installatie op basis van het preliminair inplantingsplan. Dit geurgewogen zwaartepunt wordt bepaald uit de emissiegewogen middeling van de verschillende onderdelen van een RWZI die voor geurhinder kunnen zorgen. Rekening houdende met het verschil in hedonisch karakter van het afvalwater dat de installatie zal doorlopen, werd via de Warren-Spring formule een geurcontour van 65m berekend waarbinnen potentieel geurhinder kan optreden (Figuur 32). Binnen deze contour vanaf het geurgewogen zwaartepunt bevinden zich geen woningen (Figuur 24). Er wordt bijgevolg op basis van deze modellering, de code van goede geurpraktijk voor RWZI’s en de ervaring op meer dan 300 andere RWZI’s in Vlaanderen geen geurhinder verwacht door de exploitatie van de RWZI Kortenaken.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 91 (143)

Figuur 36 Geurcontour RWZI Kortenaken (Warren-Spring) scenario 8

13.7.6 Biodiversiteit

Referentiesituatie De vallei van de Velpe in de omgeving van het plangebied is niet opgenomen binnen Europees Natura 2000- gebied, Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN-gebied) of erkend natuurreservaat. Enkele gefragmenteerde bospercelen tussen de akkers en velden in de ruime omgeving van het plangebied, werden bestemd als natuurgebied volgens het gewestplan. Het plangebied bestaat uit een biologisch weinig waardevol grasland, dat in het verleden ook werd gebruikt als maisakker. Ten oosten van het plangebied bevindt er zich een geïsoleerd loofbos.

Impact Door het planningsinitiatief zal er grasland in agrarisch gebied verdwijnen. De eigenlijke constructies van de site worden omzoomd door een groenzone die zal bestaan uit een afwisseling van streekgebonden bomen, heesters en struiken. Deze wordt gelaagd opgebouwd waarbij een omheining aan de binnenzijde van de groenzone voorzien wordt teneinde de site ontoegankelijk te maken voor onbevoegden. Een afwisselend plantverband zorgt voor een gevarieerde visuele afscherming van de site. Ten opzichte van het huidige cultuurgrasland, genereert

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 92 (143)

de gedifferentieerde groenzone extra nestlocaties, een verrijking van leefgebied voor insecten, extra foerageergebied voor kleine zoogdieren, avifauna e.a.

Door het zuiveren van het huishoudelijke afvalwater uit het zuiveringsgebied zal een aanzienlijke vuilvracht uit de Velpe geweerd worden. Dit komt de waterkwaliteit rechtstreeks ten goede. Ook de kolonisatie en de verdere ontwikkeling van waardevolle watergebonden fauna en flora krijgt hierdoor meer kansen. De aanwezigheid van een kleinschalige RWZI, omzoomd door een groenbuffer, in het plangebied veroorzaakt geen versnippering of barrièrevorming van waardevolle natuurgebieden in de omgeving.

Het planningsinitiatief veroorzaakt geen vernatting of verdroging van percelen in de omgeving en heeft geen aanzienlijke impact overstromingsgevoeligheid langs de Velpe. Hemelwater dat op verharde oppervlakken op het terrein terecht komt, dat niet verontreinigd kan zijn door slib e.a., kan slechts beperkt infiltreren in de lemige bodem maar zal d.m.v. poelen of grachten vertraagd, samen met het effluent, richting Velpe geloosd worden bij hevige neerslag. Het ontwerp wordt afgestemd op de bindende voorwaarden van de verordening hemelwater.

Het planningsinitiatief resulteert in een verbetering van de ecologische kwaliteit van het plangebied en omgeving door de gedifferentieerde groenbuffer en de zuivering van het afvalwater van circa 2.000 inwoners uit het zuiveringsgebied.

13.7.7 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

Referentiesituatie Het plangebied bevindt zich langs de Diestsestraat op het grondgebied van de gemeente Kortenaken. Het betreft agrarisch gebied, dat doorgaans als grasland gebruikt wordt, maar in het verleden werd het ook als maisakker gebruikt. De aangrenzende percelen worden hoofdzakelijk als akkers en graslanden gebruikt met een gefragmenteerd loofbos ten zuidoosten van het plangebied. De percelen langs de Diestsestraat zijn vlak tot zeer licht hellend richting Velpe. Ten zuiden va het plangebied loopt het terrein op richting kruispunt van de Heidestraat met de Struikstraat.

Het plangebied en de onmiddellijk omgeving bevat geen objecten die opgenomen zijn in vastgestelde (wetenschappelijke) inventarissen van het onroerende erfgoed. Ten oosten van het plangebied grenst een uitloper van de relictzone R27004 Vallei van de Moerbeek en Rijnrodebeek. De valleien van deze 2 zijbeken van de Gete vormen de voornaamste waarde van deze zone, evenals de aanwezige archeologische relicten in de ondergrond van het slagveld van de “Slag der Zilverren Helmen” dd. 1914. De archeologische kern (CAI 208613) van dit slagveld bevindt zich op circa 2km ten noordoosten van het plangebied.

Impact Via de 5m brede groenaanplant langs de terreingrens, wordt de landschappelijke integratie van de constructies met haar omgeving gerealiseerd. De groenbuffer wordt enkel doorbroken i.f.v. de toegang naar de site vanaf de Diestsestraat. Na verloop van tijd zal het groenscherm voldoende opgeschoten zijn dat de constructies quasi volledig uit het gezichtsveld onttrokken zijn.

Er wordt gestreefd naar zuinig ruimtegebruik door de constructies compact bij elkaar te voorzien. Doch dient er een vrije zone voorzien te worden om toekomstig eventueel bijkomende processtappen (bv. tertiaire zuivering) te kunnen aanleggen indien het wettelijk kader dit vergt.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 93 (143)

Het plangebied wordt omgeven door open akkers en velden. Het terrein sluit niet aan bij bestaande bebouwing of onmiddellijk aan het beboste natuurgebied waardoor het plangebied als groen eiland tussen de vrije landbouwterreinen ten zuiden van de Velpen zal uitspringen. Bovendien wordt de akker op perceelnr. 678 volledig ingesloten door bos.

Er wordt een gelaagde en gedifferentieerde groenzone rondom het plangebied voorzien teneinde de constructies van de waterzuiveringsinstallatie maximaal uit het gezichtsveld te onttrekken. Doordat het plangebied niet aansluit aan bestaande bebouwing of onmiddellijk aan bosgebied, wordt een groene cluster in de overwegend open ruimte als negatief naar landschapsbeleving toe beschouwd.

Scenario 9

13.8.1 Mens

Referentiesituatie Scenario 9 omvat perceel 542d dat zich tussen de Diestsestraat en de Velpe bevindt. Het betreft landbouwgebied waarop afwisselend mais, suikerbiet en aardappelen op geteeld wordt. De meest nabijgelegen woning bevindt zich aan de Diestsestraat nr. 58, op circa 80m van het plangebied. De nabije omgeving rond het plangebied bestaat eveneens uit agrarisch terrein waarop dezelfde gewassen gewonnen worden en eveneens grasland. De Diestsestraat vormt onderdeel van het fietsknooppuntennetwerk van de provincie Limburg.

Impact Het RUP heeft tot doel de gronden te herbestemmen naar een zone voor openbaar nut, meer bepaald een gebied voor waterzuivering en een bufferzone om de installatie in te passen in de omgeving. Het plangebied bestaat uit en is omgeven door landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan. Het effluent wordt geloosd in de Velpe.

Om de installatie uit het zicht van omwonenden te onttrekken, wordt een groenbuffer langs de terreingrens voorzien (zie hoofdstuk 13.8.6 Biodiversiteit). Om de site ontoegankelijk te maken voor onbevoegden, zal een omheining aan de binnenzijde van het groenscherm voorzien worden onderbroken met een poort t.h.v. de toegangsweg.

Tussen de woning langs de Diestsestraat 58 en het plangebied bevindt zich een vrij perceel dat in agrarisch gebruik is en tevens bestemd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De RWZI zal bijgevolg ruimtelijk niet aansluiten aan bestaande woonkernen of gebouwen. Er wordt bijgevolg niet voldaan aan het principe van gedeconcentreerde bundeling voor de inplanting van RWZI’s in Vlaanderen voldaan bij deze locatiekeuze, dewelke werd vooropgesteld in het RSV (zie hoofdstuk 3.1.1).

Door het uitvoeringsplan zal er landbouwareaal verloren gaan binnen herbevestigd agrarisch gebied. Dit verlies aan agrarisch gebied t.b.v. het openbaar nut en algemeen belang, werd reeds gemotiveerd in hoofdstuk 10.

De ontsluiting van de site gebeurt via de Diestsestraat (richting Kortenaken) of Lindestraat (richting Loksbergen). De Diestestraat-Lindestraat werd ingedeeld als lokale weg type I (verbindingsweg tussen buurgemeenten) volgens het gemeentelijke mobiliteitsplan. Het transport voor de exploitatie van deze installatie is hoofdzakelijk beperkt tot: • Het bezoek van operatoren 2 à 3 keer per week voor een goede procesopvolging en onderhoud

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 94 (143)

• De afvoer van het ingedikte slib door een tankwagen gemiddeld 1 keer per week voor verdere ontwatering op een andere RWZI • Het bezoek van VMM i.f.v. het controlemeetprogramma circa 1 à 2 keer per maand; • Het periodieke bezoek door een groenaannemer, interne onderhoudsdienst voor grote herstellingen of vervangingen, schoonmaakdienst voor het dienstgebouw, ledigen rolcontainers door afvalophaler, e.d. Dit transport verloopt tijdens de gebruikelijke diensturen (maandag t.e.m. vrijdag tussen 08u00 – 17u00) tenzij in uitzonderlijke omstandigheden bij een calamiteit op de site. De aard van het transport verschilt weinig met het (seizoensgebonden) transport i.f.v. de agrarische activiteiten in de omgeving van het plangebied. De mogelijke hinder voor recreanten langs de Diestsestraat t.h.v. het plangebied blijft door het geringe transport beperkt.

Om grote calamiteiten op te vangen zal er voor de RWZI Kortenaken een specifiek noodplan worden opgemaakt. Kleine calamiteiten worden zo snel mogelijk opgevangen en opgelost. De verschillende onderdelen van de installatie zijn bewaakt door een geautomatiseerd supervisiesysteem. Via een permanent alarmbewakingssysteem wordt bij eventuele storing of slechte werking van de RWZI onmiddellijk een operator (van wacht) telefonisch op de hoogte gebracht. Deze zal zich bij dergelijke melding van op afstand of ter plekke de situatie analyseren en het probleem trachten op te lossen. Indien de operator het probleem niet alleen kan oplossen, worden andere diensten (intern of extern) gecontacteerd en de (hiërarchisch) verantwoordelijken in kennis gesteld. Deze gangbare praktijk op meer dan 300 RWZI’s in Vlaanderen, resulteert in een betrouwbare procesopvolging.

De RWZI Kortenaken is niet van die grootteorde dat deze binnen het kader behoort van het samenwerkingsakkoord voor zware ongevallen met gevaarlijke stoffen. De installatie zal enkel huishoudelijk (of gelijkwaardig) afvalwater behandelen zonder opslag van gevaarlijke stoffen die ingedeeld zijn in Seveso- categorieën. In de ruime omgeving van het plangebied zijn geen Seveso-inrichtingen gevestigd.

Op de site wordt terreinverlichting voorzien zodat bij nachtelijke calamiteiten de site voldoende verlicht kan worden om dringende herstellingen veilig uit te voeren. In normale omstandigheden brandt de terreinverlichting ‘s avonds of ’s nachts niet zodat er geen lichthinder naar de omwonenden kan optreden. Voor de beschrijving van de impact van geluid en geur naar de omgeving, zie de specifieke hoofdstukken 13.8.4 en 13.8.5.

Ondanks de kleinschaligheid van het planinitiatief (<1 ha) t.b.v. gemeenschapsvoorzieningen en de landschappelijke integratie van de site d.m.v. groenaanplant in de bufferzone wordt niet aan de vooropgestelde ruimtelijke doelstellingen van het RSV voldaan bij locatiekeuze 9.

13.8.2 Oppervlaktewater

Referentiesituatie Scenario 9 bevindt zich in het bekken van de Demer, meer bepaald het deelbekken van de Velpe. De Velpe situeert zich op circa 120m ten noorden van het plangebied en betreft een waterloop van 1ste categorie. Deze waterloop wordt i.f.v. de Kaderrichtlijn Water gekarakteriseerd als Vlaams waterlichaam, type grote beek. De Velpe heeft een totale lengte van 34,873km en stroomt van de Waalse grens nabij Opvelp tot in de Demer tussen Halen en Diest. Het plangebied ligt in mogelijk overstromingsgevoelig gebied volgens de overstromingskaart i.f.v. de watertoets, deels binnen effectief overstromingsgevoelig gebied.

De waterkwaliteit van de Velpe voldoet nog niet aan de kwaliteitsnormen, opgelegd i.f.v. de Kaderrichtlijn Water (Bijlage 5). Hierbij vormt de lozing van ongezuiverd huishoudelijk afvalwater één van de voornaamste drukken

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 95 (143)

waarom de doelstelling niet bereikt wordt (Bijlage 6). De algemene waterkwaliteit van de Velpe wordt via het Meetnet Oppervlaktewaterkwaliteit gemonitord. Aan de brug over de Velpe t.h.v. de Lindestraat werd het water van de Velpe o.a. in 2018 bemonsterd en geanalyseerd waarbij een overschrijding vastgesteld werd voor de beoogde oppervlaktewaterkwaliteitsdoelstellingen voor de parameters CZV (chemisch zuurstofverbruik) en de nutriënten stikstof en fosfor.

Een gedeelte van het zuiveringsgebied Kortenaken is op heden reeds gerioleerd. Het huishoudelijk afvalwater wordt hierbij (al dan niet gescheiden) opgevangen maar vermits een RWZI ontbreekt, nog ongezuiverd geloosd in de Velpe of een zijloop ervan. Ook de toevoercollector naar de geplande RWZI Kortenaken in de Diestestraat is recent aangelegd.

Impact Het watersysteem wordt beschouwd als samenhangend en functioneel geheel van oppervlaktewater, grondwater, onderwaterbodem, oevers, technische infrastructuur met inbegrip van de daarin voorkomende ecotopen en alle bijhorende fysische, chemische en biologische kenmerken en processen. De objectieven van het integraal waterbeleid zijn slechts te realiseren via een integratie van milieubeleid, ruimtelijk beleid en het beheer van waterlopen.

Voorliggend planningsinitiatief heeft intrinsiek tot doel de planologische mogelijkheid te creëren om een RWZI te bouwen en exploiteren zodat het afvalwater van circa 2.000 inwoners gezuiverd in de Velpe geloosd wordt. Dit komt de waterkwaliteit rechtstreeks ten goede en draagt bij tot de realisatie van de Europese doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water. De technologiekeuze is erop gericht aan de wettelijke lozingsvoorwaarden te voldoen en tot 23 l/s gezuiverd effluent in de Velpe te lozen.

Gezien de kleinschaligheid van de verhardingen, dakoppervlakken en gesloten constructies die binnen het plangebied zullen worden opgericht, wordt aangenomen dat het hemelwater dat hierop terecht komt, naast de constructies en wegenis zal afstromen. Dit hemelwater kan beperkt infiltreren in de ondergrond gezien de zandleembodem. Tijdens het detailontwerp van de installatie zal nagegaan worden of extra voorzieningen (buffergrachten, poelen, e.d.) nodig zijn zodat de voorwaarden m.b.t. de verordening hemelwater nagekomen worden. Daar waar verontreiniging kan optreden, met name t.h.v. de slibbuffer waar het ingedikte slib opgehaald wordt, zal de wegenis ondoorlatend worden aangelegd. Het hemelwater dat hierop terecht komt, zal via de goot en straatkolken naar de influentput geleid worden, zodat de run-off verwerkt wordt in de installatie. Zo wordt eventuele vervuiling van bodem, grond- of oppervlaktewater maximaal vermeden bij morsen van slib of olieplekken door de tankwagens. Locatiekeuze 9 bevindt zich deels binnen effectief overstromingsgevoelig terrein volgens de overstromingskaart 2017 i.f.v. de watertoets: het betreft het meest noordelijke gedeelte van het plangebied. Op dit gedeelte van het perceel worden geen constructies voorzien (op de lozingsconstructie van het effluent in de oever van de Velpe na). Het plangebied wordt niet opgehoogd: het huidige maaiveldpeil zal quasi behouden blijven. Er treedt bijgevolg geen kombergend vermogen langs de Velpe op en de groenzone binnen het effectief overstromingsgevoelige terrein mag inunderen.

Een aanzienlijke vuilvracht uit het huishoudelijke afvalwater zal op de site verwijderd worden en gezuiverd effluent wordt in de Velpe geloosd. Het planningsinitiatief op voorliggende locatie heeft geen nadelig effect op de overstromingsgevoeligheid van de vallei van de Velpe. Het uitvoeringsplan heeft bijgevolg een positieve impact op de discipline oppervlaktewater voor locatiekeuze 9.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 96 (143)

13.8.3 Bodem en grondwater

Referentiesituatie Scenario 9 bestaat volgens de bodemkaart van België uit een matig natte zandleembodem zonder profiel. Dit materiaal is typerend voor de voet van hellingen. Noch het plangebied noch de directe omgeving kent een erosieproblematiek. Er zijn geen beschermingszones i.f.v. waterwinningsgebied aanwezig nabij het plangebied. Het perceel van het plangebied is quasi vlak, maar zoals op de topografische kaart en het digitaal hoogtemodel Vlaanderen weergegeven is de omgeving licht glooiend richting Velpe (Bijlage 1). De grondwaterstroming volgt zeer vermoedelijk deze zuidoost – noordwest oriëntatie richting Velpe. Gezien de lemige tot zeer lokaal kleiïge deklaag wordt het grondwater t.h.v. het plangebied als weinig kwetsbaar voor verontreiniging ingedeeld.

Impact Bij de aanleg van de constructies en het uitgraven van de bouwputten en sleuven, zal de voedingsrijke toplaag afzonderlijk afgegraven worden en nadien maximaal herbruikt als toplaag. Grote reliëfwijzigingen zijn niet aan de orde, tenzij voor de buffering van hemelwater dat op verharde oppervlakken op de site terecht zal komen. Een beperkte nivellering van het terrein voor een vlotte exploitatie zal plaatsvinden. Zowel de onbebouwde delen van de zone voor waterzuivering als de groenzone langs de grens van het plangebied zullen ingezaaid of beplant worden.

Gezien de beperkte grootte van de ondergrondse delen van de constructies, zal het grondwater hierrond stromen en wordt de grondwaterstroming niet onderbroken. De uitgegraven gronden zullen maximaal herbruikt worden om de bouwputten opnieuw aan te vullen (al dan niet na verbetering of stabilisatie m.b.v. kalk). De doorlaatbaarheid van de bodem zal bijgevolg niet wijzigen door inbreng van vreemde gronden aangezien grondoverschotten zullen ontstaan die afgevoerd dienen te worden. Drainage van het plangebied of de omgeving is niet aan de orde.

De constructies en leidingen worden waterdicht aangelegd zodat eventuele verontreiniging van bodem en grondwater door afvalwater of slib te allen tijde vermeden wordt. Indien in de toekomst chemicaliën gebruikt dienen te worden in het waterzuiveringsproces, zullen deze conform de wettelijke bepalingen opgeslagen worden. Gevaarlijke chemicaliën zullen ingekuipt of in dubbelwandige houders op de site opgesteld worden. Ook de lospiste voor dergelijke chemicaliën wordt niet-waterdoorlatend aangelegd en via interne riolering afgeleid richting influentput. Op dergelijke wijze wordt accidentele verontreiniging van de ondergrond door lekken of losschieten van de vulleidingen van de tankwagen maximaal vermeden.

Het plan om locatie 9 planologisch ter beschikking te stellen voor de exploitatie van een RWZI, omsloten door groenzone, heeft geen betekenisvolle negatieve effecten op het vaste deel van de bodem en het grondwater.

13.8.4 Geluid

Referentiesituatie Het plangebied is bestemd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Tienen- Landen (KB 24.03.1978) evenals de nabije omgeving. De meest nabijgelegen woning bevindt zich aan de Diestsestraat nr. 58, op circa 80m van het plangebied. De overige oriëntatierichtingen rond het plangebied zijn onbebouwde, agrarische percelen.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 97 (143)

De strengste richtwaarden voor geluid gelden ’s nachts tussen 22u00 – 7u00. Voor de omgeving van het plangebied geldt momenteel een richtwaarde van 35 dB(A) in open lucht. Het omgevingsgeluid wordt overwegend bepaald door de agrarische activiteiten in de omgeving en het doorgaand verkeer.

Impact De RWZI Kortenaken betreft een onbemande installatie die vanuit het teamcentrum te Tienen bediend zal worden. Afhankelijk van de hoeveelheid afvalwater dat op de site toekomt, de fase van het zuiveringsproces (bv. beluchte of onbeluchte fase), e.d. zijn er meerdere onderdelen in werking. Tijdens het ontwerp van de installatie wordt rekening gehouden met mogelijke akoestische hinder naar omwonenden toe. Zo wordt de inplanting en oriëntatie van de constructies afgewogen t.o.v. de woningen of andere geluidsgevoelige elementen in de nabije omgeving. Er wordt getracht de hydraulische vervallen minimaal te houden. In het bestek worden akoestische randvoorwaarden opgelegd voor de elektromotoren, beluchters, e.d. Het detailontwerp van de installatie is er zodanig op gericht dat de wettelijk toegelaten maximale geluidsniveaus niet overschreden worden. Rekening houdende met de woning aan de Diestsestraat, zal tijdens het verdere ontwerp van de RWZI de noodzaak tot integratie van geluidsreducerende maatregelen onderzocht worden. Akoestische omkasting van elektromotoren, afkapping van verlaatputten, dempers op motor van de zuurstofinbrengende ejectoren of dompelbeluchters, afdekking overloopranden e.d. vormen mogelijke maatregelen.

Het verwachte transport i.f.v. de exploitatie van deze installatie werd in hoofdstuk 13.8.1 geschetst. Dit beperkte transport verloopt normaliter overdag, tijdens de gebruikelijk diensturen via de Diestsestraat en Lindestraat. De aard van het transport verschilt weinig met het (seizoensgebonden) transport i.f.v. de agrarische activiteiten in de omgeving van het plangebied. Hierdoor wordt er geen aanzienlijke hinder verwacht naar de omwonenden door het transport dat de exploitatie van de installatie met zich meebrengt.

Via een goed akoestisch ontwerp van de installatie en het beperkte transport dat met de exploitatie van deze RWZI gepaard gaat, zal de installatie op locatiekeuze 9 aan de wettelijke akoestische voorwaarden voldoen.

13.8.5 Lucht

Referentiesituatie De omgeving van scenario 9 wordt overwegend gekenmerkt door agrarisch gebied en 1 woning op circa 80m ten westen van het plangebied. Het voorkomen, de beoordeling en het beheersen van geurhinder afkomstig van RWZI’s werd door het voormalige departement Leefmilieu, Natuur en Energie uitgewerkt in een sectorale code van goede geurpraktijk. Bij de beoordeling van de geurimpact van een RWZI wordt ten aanzien van twee verschillende kaders getoetst: zeer onaangename geuren (riolering, rottend, ammoniak) afkomstig van bv. influent, slib en de onaangename tot neutrale geuren (zeepgeur, aardegeur) afkomstig van bv. een beluchtingsbekken of nabezinktank (Bijlage 6). De grenswaarde, zijn het structureel klachtenniveau, mag behoudens in geval van overmacht, niet overschreden worden (Bijlage 6). De richtwaarde is het niveau waarop geen effect verwacht wordt (Bijlage 6). De toetsingswaarden worden uitgedrukt in snuffeleenheden (se) per m³. De duur en frequentie van de blootstelling zit vervat in het gebruik van 98-percentielwaarden (overschrijding van 175 uren of 2 weken op jaarbasis). Op deze manier wordt de overheersende windrichting (in Vlaanderen Z-ZW) mee in rekening gebracht. Er wordt eveneens rekening gehouden met de geurgevoeligheid van de toetsingsobjecten bij de beoordeling van de geurimpact (Bijlage 7). Een veilige inschatting of de exploitatie van een RWZI potentieel geurhinder kan veroorzaken naar omwonenden, wordt gemodelleerd via de Warren-Spring formule, gebaseerd op emissiekengetallen van het afvalwater t.h.v. de verschillende onderdelen van een RWZI.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 98 (143)

Impact Rekening houdende met de verwachtte sulfidenconcentratie in het toekomende afvalwater op de geplande RWZI, werd via de Warren-Spring formule een geurcontour gemodelleerd rond het geurgewogen zwaartepunt van de installatie op basis van het preliminair inplantingsplan. Dit geurgewogen zwaartepunt wordt bepaald uit de emissiegewogen middeling van de verschillende onderdelen van een RWZI die voor geurhinder kunnen zorgen. Rekening houdende met het verschil in hedonisch karakter van het afvalwater dat de installatie zal doorlopen, werd via de Warren-Spring formule een geurcontour van 65m berekend waarbinnen potentieel geurhinder kan optreden (Figuur 33). Binnen deze contour bevinden zich geen woningen. Er wordt bijgevolg op basis van deze modellering, de code van goede geurpraktijk voor RWZI’s en de ervaring op meer dan 300 andere RWZI’s in Vlaanderen geen geurhinder verwacht door de exploitatie van de RWZI Kortenaken.

Figuur 37 Geurcontour RWZI Kortenaken (Warren-Spring) scenario 9

13.8.6 Biodiversiteit

Referentiesituatie De vallei van de Velpe in de omgeving van het plangebied is niet opgenomen binnen Europees Natura 2000- gebied, Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN-gebied) of erkend natuurreservaat. Enkele gefragmenteerde bospercelen tussen de akkers en velden in de ruime omgeving van het plangebied, werden bestemd als natuurgebied volgens het gewestplan. Het plangebied bestaat uit een biologisch weinig waardevolle akker op

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 99 (143)

lemige bodem en de buffergracht voor de regenweerafvoer van collectorproject 20.181 Collector Velp. De Velpe omvat een complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen namelijk de waterloop, oevers met ruigte en een houtkant met gemengd loofhout (Bijlage 1). De biologisch waardevolle elementen in de omgeving van het plangebied omvatten de soortenrijke graslanden en houtkanten tussen de akkers en velden (Bijlage 1). De oppervlaktewaterkwaliteit van de Velpe werd in hoofdstuk 13.8.2 geschetst.

Impact Door het planningsinitiatief zal de akker verdwijnen. Op de lozingsconstructie van het effluent na, wordt de oever van de Velpe gevrijwaard. Een vrije ruimingszone wordt voorzien alvorens het groenscherm wordt voorzien. De groenzone langs de grens van het plangebied zal bestaan uit een afwisseling van streekgebonden bomen, heesters en struiken. Deze wordt gelaagd opgebouwd waarbij een omheining aan de binnenzijde van de groenzone voorzien wordt. Een afwisselend plantverband zorgt voor een gevarieerde visuele afscherming van de site. De groenzone genereert extra nestlocaties, een verrijking van leefgebied voor insecten, extra foerageergebied voor kleine zoogdieren e.a..

Door het zuiveren van het huishoudelijke afvalwater uit het zuiveringsgebied zal een aanzienlijke vuilvracht uit de Velpe geweerd worden. Dit komt de waterkwaliteit rechtstreeks ten goede. Ook de kolonisatie en de verdere ontwikkeling van waardevolle watergebonden fauna en flora krijgt hierdoor meer kansen. De aanwezigheid van een kleinschalige RWZI, omzoomd door een groenbuffer, in het plangebied veroorzaakt geen versnippering of barrièrevorming van waardevolle natuurgebieden in de omgeving.

Het planningsinitiatief veroorzaakt geen vernatting of verdroging van percelen in de omgeving en heeft geen aanzienlijke impact overstromingsgevoeligheid langs de Velpe. Hemelwater dat op verharde oppervlakken op het terrein terecht komt, dat niet verontreinigd kan zijn door slib e.a., kan slechts beperkt infiltreren in de lemige bodem maar zal d.m.v. poelen of grachten vertraagd richting Velpe geloosd worden bij hevige neerslag. Het ontwerp wordt afgestemd op de bindende voorwaarden van de verordening hemelwater.

Het planningsinitiatief resulteert in een verbetering van de ecologische kwaliteit van het plangebied en omgeving door de gedifferentieerde groenbuffer en de zuivering van het afvalwater van circa 2.000 inwoners uit het zuiveringsgebied.

13.8.7 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

Referentiesituatie Het plangebied bevindt zich tussen de Diestsestraat en de Velpe. Het terrein wordt omgeven door agrarische percelen zonder enige bebouwing. Ook de ruimere omgeving bestaat hoofdzakelijk uit agrarisch gebied, met bebouwing langs de hoofdwegen en gefragmenteerd tussen de akkers en velden liggen bosrestanten. Het landschap helt licht af richting Velpe.

Aan de overzijde van de Velpe, op circa 70m ten noorden van het plangebied, werd het kasteel van Blekkom opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Het kasteel werd eind 19de eeuw gebouwd en bevindt zich in een boomrijk park met vijver. Dit park is opgenomen in de inventaris van de historische tuinen en parken en omvat circa 3,8ha. Het bestaat uit een gemengde bomenrand en kleine groepjes van bomen per soort aan de rand van een grasveld. Centraal situeert zich de niervormige vijver.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 100 (143)

Er zijn geen indicaties van waardevol archeologisch potentieel in de omgeving van het plangebied volgens de Centrale Archeologische Inventaris.

Impact Via de 5m brede groenaanplant langs de terreingrens, wordt de landschappelijke integratie met de omgeving gerealiseerd. De groenbuffer wordt enkel doorbroken i.f.v. de toegang naar de site vanaf de Diestsestraat. Na verloop van tijd zal het groenscherm voldoende opgeschoten zijn dat de constructies quasi volledig uit het gezichtsveld onttrokken zijn.

Er wordt gestreefd naar zuinig ruimtegebruik door de constructies compact bij elkaar te voorzien. Doch dient er vrije zone voorzien te worden om toekomstig eventueel bijkomende processtappen (bv. tertiaire zuivering) te kunnen aanleggen indien het wettelijk kader dit vergt.

Het plangebied wordt omgeven door open akkers, velden en de Velpe. Het terrein sluit niet aan bij bestaande bebouwing of dense bosgebieden waardoor het plangebied als groen eiland tussen de vrije landbouwterreinen ten zuiden van de Velpen zal uitspringen. Hierdoor wijzigt de landschapsbeleving.

Er wordt een gelaagde en gedifferentieerde groenzone rondom het plangebied voorzien teneinde de constructies van de waterzuiveringsinstallatie maximaal uit het gezichtsveld te onttrekken. Doordat het plangebied niet aansluit aan bestaande bebouwing of bosgebied, wordt een groene cluster in de overwegend open ruimte als negatief naar landschapsbeleving toe beschouwd.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 101 (143)

14 Reacties en adviezen op de startnota

Overzicht

De publieke consultatie over de startnota van het RUP RWZI Kortenaken werd gehouden van 6 maart 2019 tot 5 mei 2019. In kader van deze raadpleging is op 20 maart 2019 in het gemeentehuis van Kortenaken een publiek participatiemoment georganiseerd in de vorm van een infomarkt. In bijlage 8 is het verslag van het participatiemoment toegevoegd.

Volgende adviesinstanties werden, conform bijlage 1 horende bij het besluit van de Vlaamse Regering van betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen, uitgenodigd voor advies:

• Provincie Vlaams-Brabant • Provincie Limburg • Departement Omgeving • Departement Landbouw & Visserij • GECORO • Vlaamse Milieumaatschappij • Watering “Het Velpedal”

De dienst RVR en de dienst Mer zullen in de scopingfase uitdrukkelijk gevraagd worden om te bevestigen dat het plan geen aanzienlijke effecten kan hebben en dat bijgevolg de opmaak van een RVR en plan-MER niet relevant zijn.

Tijdens de participatieprocedure werd door de volgende instanties een advies uitgebracht:

• Provincie Limburg (15/04/2019) • Departement Omgeving (03/05/2019) • Departement Landbouw & Visserij (11/04/2019) • GECORO (29/04/2019) • Vlaamse Milieumaatschappij (12/04/2019) • Watering “Het Velpedal” (25/04/2019)

Er werd één schriftelijke reactie uitgebracht vanuit de bevolking.

De adviezen zijn in bijlage 9 toegevoegd.

Verwerking adviezen

14.2.1 Advies Provincie Vlaams-Brabant

De Provincie Vlaams-Brabant geeft aan dat het gemeentelijk RUP ‘RWZI Kortenaken’ past binnen de principes voor afvalwaterzuiveringsinfrastructuur zoals vooropgesteld binnen het ruimtelijk structuurplan Vlaams- Brabant.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 102 (143)

De Provincie Vlaams-Brabant geeft enkele inhoudelijke aandachtspunten mee en adviseert om bij de verdere uitwerking van het plan hiermee rekening te houden:

• Er kan niet akkoord gegaan worden dat de impact op de landbouwfunctie nihil kan ingeschat worden. (in het kader van motivatie niet-compensatie HAG) • Provinciebestuur vraagt perceel 540G op te nemen in de scenarioanalyse. Het perceel komt verder van de Velpe af, is deels hoger gelegen en is dus minder overstromingsgevoelig. Dit perceel ligt meer tussen de bebouwing en heeft dus ook minder impact op het open landschap. • Het provinciebestuur pleit voor een zuinig ruimtegebruik. De vraag wordt gesteld of het RWZI op een beperktere oppervlakte kan ingepland worden.

Er zal rekening gehouden worden met de opmerkingen van de Provincie Vlaams-Brabant bij de opmaak van het voorontwerp RUP, meer bepaald:

• De motivatie van niet-compensatie inname HAG zal waar mogelijk aangevuld worden. • Perceel 540G wordt mee opgenomen in de scenarioanalyse (zie hoofdstuk 5) als ‘scenario 7’. Aquafin heeft dit scenario onderzocht en is tot de vaststelling gekomen dat de proportie van dit perceel de inplanting van een rioolwaterzuiveringsinstallatie onmogelijk maakt. Het perceel is te smal, waardoor er niet voldoende buffer kan gerealiseerd worden waardoor hinder naar de naastliggende woning niet uitgesloten kan worden. Dit scenario wordt bijgevolg niet weerhouden voor de alternatievenafweging. • Het preliminair inplantingsplan van het RWZI wordt door Aquafin aangepast waarbij rekening wordt gehouden met een zuiniger ruimtegebruik (zie hoofdstuk 8), alsook met een ligging buiten effectief overstromingsgevoelig gebied. De scopingnota is tov de startnota aangepast aan deze nieuwe (kleinere) plancontour.

14.2.2 Advies Provincie Limburg

De Provincie Limburg gaat enkel in op de knelpunten omtrent de inpasbaarheid volgens het ruimtelijk structuurplan provincie Limburg. Hierbij wordt aangegeven dat het aan de initiatiefnemer is om aan te tonen dat hij wat betreft de compensatie HAG minstens de moeite moet gedaan hebben om het grondgebied te onderzoeken naar zonevreemde landbouw of gebieden die in aanmerking komen om te herbestemmen. Pas wanneer men kan aantonen dat dit niet het geval is, mag men oordelen dat men niet aan de omzendbrief kan voldoen; de grootteorde van het project of het feit dat het overgrote deel van de gemeente opgenomen is in HAG, speelt daar dus niet in mee.

De gemeente Kortenaken heeft een inventaris zonevreemde landbouw opgemaakt waarbij zij binnen hun grondgebied hebben gezocht naar mogelijkheden voor gebieden die in aanmerking komen om te herbestemmen. Hieruit werd door de gemeente besloten dat er geen gebied in aanmerking komt voor een herbestemming naar landbouwgebied. Nav voorliggend advies wordt dit aangevuld in hoofdstuk 10 van voorliggende scopingnota.

14.2.3 Advies Departement Omgeving

Het Departement Omgeving bevestigt dat het RUP RWZI Kortenaken wordt opgemaakt ter uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 103 (143)

Voorts verklaart het Departement Omgeving zich akkoord met de gegeven motivatie dat een planologische ruil niet aan de orde is inzake inname HAG.

14.2.4 Advies Departement Landbouw & Visserij

Het Departement Landbouw & Visserij verleent een ongunstig advies. Het departement stelt een alternatieve locatie voor. Op nauwelijks 150 m oostelijk van de huidige locatie, aan de overzijde van de Diestsestraat, bevindt zich namelijk een voldoende groot perceel (543D) voor de inrichting van een RWZI in agrarisch gebied, maar buiten HAG. Het Departement Landbouw & Visserij stelt dat de gegeven argumentatie waarom het HAG, dat voor de bouw van de RWZI ingenomen wordt, niet moet worden gecompenseerd, als onvoldoende gemotiveerd beschouwd wordt en niet wordt aanvaard om een vrijstelling van compensatie te krijgen zoals bedoeld in omzendbrief RO/2010/01.

Tot slot vraagt het Departement Landbouw & Visserij om een ruimte zuinigere inrichting van de waterzuiveringsinstallatie.

De opmerkingen van het Departement Landbouw en Visserij zijn als volgt verwerkt bij de opmaak van de scopingnota:

• De voorgestelde locatie van het Departement Landbouw en Visserij (namelijk perceel 543D) wordt opgenomen in de plan-MER-screening (zie hoofdstuk 13) en scenarioanalyse (zie hoofdstuk 5) van voorliggende scopingnota. Locatie 8 wordt echter niet weerhouden als voorkeurslocatie. Dit alternatief sluit niet aan bij bestaande bebouwing waardoor er een groene cluster ontstaat in overwegend open ruimte wat negatief wordt beschouwd naar landschapsbeleving toe. De natuurwaarden van dit perceel dienen ook in rekening gebracht te worden. Bovendien bevindt locatie 8 zich op een grotere afstand van de Velpe en van de laatste woning wat bijkomende technische uitdagingen met zich meebrengt en moeilijk te verantwoorden bijkomende kosten. • De motivatie van niet-compensatie HAG werd uitgebreid (zie hoofdstuk 10). • Het preliminair inplantingsplan van het RWZI wordt door Aquafin aangepast waarbij rekening wordt gehouden met een zuiniger ruimtegebruik (zie hoofdstuk 8), alsook met een ligging buiten effectief overstromingsgevoelig gebied. De scopingnota is tov de startnota aangepast aan deze nieuwe (kleinere) plancontour.

14.2.5 Advies GECORO

De startnota wordt door de GECORO voorwaardelijk gunstig geadviseerd, op voorwaarde dat de volgende bemerkingen meegenomen worden in het toekomstige voorontwerp:

• Het is voor de GECORO onduidelijk waarom het perceel 1e afdeling, sectie C, nr 542D (tussen scenario 5 en 6) niet werd onderzocht. Ze vragen om ook voor dit perceel te motiveren waarom het niet zou worden weerhouden, gezien zij deze locatie als gunstiger aanzien in het kader van mogelijke hinder voor de naastgelegen woning.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 104 (143)

• M.b.t. de potentiële milieuhinder vraagt de GECORO om een duidelijk en sluitend referentieonderzoek. Zij stellen voor om de situatie bij bestaande vergelijkbare installaties toe te voegen, gezien de huidige berekeningen die hierover werden opgenomen in de startnota als te theoretisch worden ervaren. • De GECORO vraagt om in de stedenbouwkundige voorschriften op te nemen dat de omloopreactor op minstens 65 m van de perceelsgrens van de woonkavel wordt geplaatst.

De opmerkingen van de GECORO zijn als volgt verwerkt bij de opmaak van de scopingnota:

• De voorgestelde locatie van de GECORO wordt opgenomen in de plan-MER-screening (zie hoofdstuk 13) en scenarioanalyse (zie hoofdstuk 5) van voorliggende scopingnota. Locatie 9 wordt echter niet weerhouden als voorkeurslocatie. Door de aanleg van de RWZI wordt een restperceel gecreëerd wat niet ruimte-efficiënt is en dus nadelig. Het scenario snijdt dieper in de open ruimte, wat als nadelig wordt ervaren op vlak van landschapsbeleving. • De code van goede geurpraktijk2 voor het exploiteren van RWZI’s is toegepast om de verscheidene scenario’s te beoordelen. De beoordeling van de geurimpact gebeurt in de plan-MER-screening via de Warren-spring formule, waarbij een geurcontour gemodelleerd wordt rond het geurgewogen zwaartepunt van de installatie op basis het inplantingsplan van de verschillende onderdelen. De geurcontour van 65 m wordt berekend waarbinnen potentiële geurhinder kan optreden. Binnen deze contour bevinden zich geen woningen. Op basis van deze modellering en de ervaring op meer dan 300 andere RWZI’s in Vlaanderen werd geconcludeerd dat er voor scenario 5 geen geurhinder verwacht wordt door de exploitatie van de RWZI Kortenaken. • De geurcontour van 65 meter waarop het geurmodel wordt gemodelleerd betreft het geurgewogen zwaartepunt van de installatie. Binnen deze contour bevinden zich geen woningen. Als de omloopreactor volledig op meer dan 65 meter van de perceelsgrens wordt geplaatst, zal deze buiten het plangebied vallen. De volledige installatie opschuiven is niet wenselijk owv de impact op de ruimte en ook niet noodzakelijk aangezien er geen geurhinder wordt verwacht (zie hoofdstuk 5 en hoofdstuk 13). In het voorontwerp RUP kunnen er stedenbouwkundige voorschriften opgenomen worden wat betreft het inplanten van geurhinderlijke delen. Het uitgangspunt is dat er zich binnen de geurcontour geen woningen bevinden.

14.2.6 Advies Vlaamse Milieumaatschappij

De Vlaamse Milieumaatschappij afdeling Operationeel Waterbeheer verleent een voorwaardelijk gunstig advies mits in de tekst wordt verduidelijkt dat een eventuele compensatie van ruimte voor overstromingswater zowel in volume als in oppervlakte noodzakelijk is.

Voorts moet opgenomen worden dat moet voldaan worden aan de bepalingen die gelden binnen de 5 meterzone in functie van het onderhoud van de waterloop. Zo mogen er geen nieuwe bovengrondse constructies worden opgericht binnen 5 meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van de Velpe.

2 De code van goede geurpraktijk (2018) heeft als opzet een duidelijk, uniform een concreet kader te creëren voor de beoordeling en beheersing van geurhinder afkomstig van rioolwaterzuiveringsinstallaties. Dit document als concretisering van het MER-richtlijnenboek uit 2012: https://www.lne.be/sites/default/files/atoms/files/Sectorale_Code_van_Goede_geurpraktijk%20_RWZI_RWZI_versie_sept2 018_0.pdf

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 105 (143)

Het preliminair inplantingsplan van het RWZI wordt door Aquafin aangepast waarbij rekening wordt gehouden met een zuiniger ruimtegebruik (zie hoofdstuk 8), alsook met een ligging buiten effectief overstromingsgevoelig gebied. De scopingnota is tov de startnota aangepast aan deze nieuwe (kleinere) plancontour. Bovenstaande voorwaarden worden voldaan.

14.2.7 Advies Watering “Het Velpedal”

Watering “Het Velpedal” stelt een gunstig advies en voorkeur voor scenario 5, het plangebied dat voorwerp is van voorliggend planinitiatief. In de toegestuurde toelichting is de verkozen locatie logisch aangezien de stroom van de waterloop “de Velp” wordt gevolgd en dit gravitair het meest interessante punt is binnen het grondgebied van de gemeente.

De watering vraagt bijkomstig dat op figuur 18 blz. 45 (92) de vrij te houden strook van 5 meter vanaf de taludinsteek dient aangeduid te worden.

Het preliminair inplantingsplan van het RWZI wordt door Aquafin aangepast waarbij rekening wordt gehouden met een zuiniger ruimtegebruik (zie hoofdstuk 8), alsook met een ligging buiten effectief overstromingsgevoelig gebied. De opmerking ivm de vrij te houden 5 meter strook is dus niet meer relevant.

14.2.8 Verwerking reacties participatiemoment

Op de infomarkt van 20 maart 2019 werden mondelinge reacties gegeven die thematisch zijn weergegeven:

Locatie

• Is de huidige locatie de meeste geschikt voor de inplanting van een nieuw KWZI? • Is het scenario onderzocht om een locatie te kiezen die verder ligt van de laatste woning en dichter bij de gemeentegrens met Halen?

De scenarioanalyse (hoofdstuk 5) en plan-MER-screening (hoofdstuk 13) werd nav de reacties uit het participatiemoment en de adviezen uitgebreid met drie bijkomende scenario’s, zijnde ter hoogte van perceel 540G, perceel 542D en perceel 543D. De voorkeurslocatie van de scopingnota betreft scenario 5 bis, een op basis van adviezen uit de participatieperiode geoptimaliseerde versie van scenario 5.

Geurhinder

• Er heerst een bezorgdheid over de geurhinder naar de omgeving toe van een nieuwe installatie. • Er is de vraag vanuit de bewoners om een gelijkaardige installatie te bezoeken om de visuele impact van een kleine RWZI in te schatten.

Wat betreft de geurhinder is de code van goede geurpraktijk voor het exploiteren van RWZI’s toegepast om de verscheidene scenario’s te beoordelen. De geurcontour van 65 m wordt berekend waarbinnen potentiële

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 106 (143)

geurhinder kan optreden. Binnen deze contour bevinden zich geen woningen. Op basis van deze modellering en de ervaring op meer dan 300 andere RWZI’s in Vlaanderen werd geconcludeerd dat er voor scenario 5 geen geurhinder verwacht wordt door de exploitatie van de RWZI Kortenaken.

Op 22 mei 2019 heeft Aquafin met een tiental buurtbewoners een gelijkaardige installatie bezorgd. Er zullen ook enkele referentiebeelden van een gelijkaardige installatie opgenomen worden in de scopingnota.

Uitbreiding mogelijk?

De bewoners vragen zich af of de installatie nog kan uitbreiden t.o.v. het inplantingsplan dat opgenomen is in de startnota.

De opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan heeft als doel een bestemmingswijziging te realiseren voor een inplanting van een rioolwaterzuiveringsinstallatie. De uiteindelijke rioolwaterzuiveringsinstallatie zal binnen de plancontour van voorliggend RUP gerealiseerd worden.

Inpassing installatie

• Er is de vraag om een voldoende ruime buffer te voorzien. • De eigenaar van het naastliggende perceel vraagt aandacht voor eventuele schaduwwerking van hoogstammige bomen

Er zal een zone bestemd worden als buffer tussen de installatie en de omgeving. Algemeen wordt een buffer van 5 meter gehanteerd. De buffer zal ter hoogte van de westelijke perceelsgrens met de naastliggende woning tov van de starnota verruimd worden.

14.2.9 Verwerking schriftelijke reacties

Er werd één reactie ontvangen vanuit de bevolking, namelijk van het naburig perceel, met volgende opmerkingen : • Toename van overlast: geluidsoverlast en stankoverlast • Vermindering van woongenot door verlies van vrij uitzicht en privacy in onze woning en tuin • Verlies van het unieke karakter van onze woning • In navolging van de reductie van het woongenot zal ook de aantrekkelijkheid en daarmee de courantheid van onze woning dalen • Bepaling van de voorkeurslocatie zoals weergegeven onder hoofdstuk 5 is niet eenduidig. Scenario 5 wordt als voorkeurslocatie voorgesteld terwijl dezelfde argumenten gelden op basis waarvan andere scenario’s worden afgewezen, namelijk geur- en lawaaihinder en overstromingsgevoeligheid. • Vanwege de voorkeur voor scenario 5 in het Ambtelijk Overleg van het Demerbekken op 24 september 2010 zijn de alternatieven niet met voldoende nieuwe blik bekeken.

Wat betreft de geurhinder is de code van goede geurpraktijk voor het exploiteren van RWZI’s toegepast om de verscheidene scenario’s te beoordelen. De geurcontour van 65 m wordt berekend waarbinnen potentiële geurhinder kan optreden. De beoordeling van de geurimpact gebeurt in de plan-MER-screening via de Warren- spring formule, waarbij een geurcontour gemodelleerd wordt rond het geurgewogen zwaartepunt van de installatie op basis het inplantingsplan van de verschillende onderdelen. De geurcontour van 65 m wordt berekend

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 107 (143)

waarbinnen potentiële geurhinder kan optreden. Binnen deze contour bevinden zich geen woningen. Op basis van deze modellering en de ervaring op meer dan 300 andere RWZI’s in Vlaanderen werd geconcludeerd dat er voor scenario 5 geen geurhinder verwacht wordt door de exploitatie van de RWZI Kortenaken.

Het is begrijpelijk dat de buurtbewoners hun bezorgdheid uiten over de inplanting van een nieuwe installatie. Met betrekking tot eventueel hinder is er plan-MER-screening opgemaakt voor alle weerhouden alternatieven (hoofdstuk 13). Voor de inplanting van een installatie op de voorkeurslocatie (zie hoofdstuk 5) zijn er geen significant negatieve effecten op de omgeving te verwachten. De waterzuiveringsinstallatie wordt geplaatst in het algemeen belang op een weloverwogen locatie.

De argumenten die niet stedenbouwkundig van aard zijn, kunnen niet verwerkt worden bij de opmaak van het voorontwerp RUP.

Algemeen wordt een buffer van 5 meter gehanteerd. De buffer zal ter hoogte van de westelijke perceelsgrens met de naastliggende woning tov van de starnota verruimd worden.

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 108 (143)

Bijlagen

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 109 (143)

Bijlage 1: Kaartenbundel

Hierop volgend worden de volgende kaarten getoond: • Topografische kaart • Gewestplan • GRB • Atlas der buurtwegen • Vlaamse hydrologische atlas • HAG • BWK • Overstromingsgevoelige gebieden • Erfgoed • Archeologie • DHM

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 110 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 111 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 112 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 113 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 114 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 115 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 116 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 117 (143)

BWK

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 118 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 119 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 120 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 121 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 122 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 123 (143)

Bijlage 2: RVR-toets

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 124 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 125 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 126 (143)

Bijlage 3: Advies Integraal Waterbeleid: Bekken van de Demer

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 127 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 128 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 129 (143)

Bijlage 4: Kwaliteitsnormen Velpe Integraal Waterbeleid

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 130 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 131 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 132 (143)

Bijlage 5: Druk en impact analyse in afstroomzone Integraal Waterbeleid

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 133 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 134 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 135 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 136 (143)

Bijlage 6: Toetsingskader geurhinder van RWZI’s

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 137 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 138 (143)

Bijlage 7: Toetsing geurgevoeligheid van objecten

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 139 (143)

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 140 (143)

Bijlage 8: Verslag participatiemoment

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 141 (143)

Bijlage 9: Adviezen

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 142 (143)

Bijlage 10 beslissing team Mer

RUP RWZI Kortenaken 08870858 scopingnota 143 (143)