CANADA : a PASSAGE to ALASKA (Anders Dan Anders) 1999/09/15 Ed.0
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
CANADA : A PASSAGE TO ALASKA (Anders Dan Anders) 1999/09/15 Ed.0 Inleiding : Canada, het grootste land van de wereld na Rusland. 327x zo groot als België. Tussen de meest noordelijke en de meest zuidelijke Canadese stad ligt een afstand van meer dan 4500 km een gebied zo groot als Europa, met slechts 30 miljoen mensen. Waarvan dan nog het grootste deel is geconcentreerd in een klein strookvormig gebied langs de zuidgrens met Amerika. Wij overbruggen 8369 km om weederom slechts een vleugje te zien van 2 provincies. In de eerste plaats Alberta. Waar we van start gaan in Calgery, verder door naar Banff, Jasper, Lake Louise volop in de Rocky Mountains, Prince George, Smithers verder tot in Alaska (Stewart & Hider), even terug tot in Prince Rupert, met de veerboot tot in Port Hardy op Vancouver Island op zoek naar de orka’s , verder naar Tofino zuidelijker voor de walvissen en uiteindelijk naar Vancouver zelf. Goed voor een 4000 km Dag 1 : CALGARY: Op de luchthaven worden we uitgenodigd om deel te nemen aan de jaarlijkse rodeo: De Stampede : de grootste rodeo ter wereld. Daarvoor was echter geen tijd voorzien en ook een stadsbezoek stond niet op het programma. Calgary zelf uiteraard gelegen in de provincie Alberta kent zo’n … inwoners. We krijgen even de Skyline in het visier. Het Canada Olympic Park ten westen van de stadsgrens gebouwd voor de Olympische winterspelen van 1988. Het landschap gaat over van een volledig vlakke prairie naar de Rocky mountains. Zo bereiken we de startpunt van de reis : Banff. Dag 2 : BANFF : een dorp aan de oever van de Bowrivier, omringd door majestueuze besneewde bergen. De Canadase spoorwegen bouwden er het Banff Springs hotel. Hier hebben we ook het enig uitzicht hebben over de mysterieuze Hoodoos ruim 20 000jaar oud, geërodeerde rotsformaties in zandsteen. Met een prachtig panoramisch zicht op de uitlopers van de Bowriver en …….uiteraard ook het Banff Springs hotel. De Canadian Pacific Railroad liet deze nobele herberg bouwen in 1888. Een massief bouwwerk in Victoriaanse neogotische stijl met 770 guest rooms & suites. Met William van Horne in de hoofdrol : Het landschap kon niet worden geexporteerd, dus moesten de toeristen worden geimporteerd. Gekroonde hoofden, filmsterren en opgeklommen industriëlen waren hier te gast. Agatha Christie stapte hier van de trein, net als de koning van Thailand. Zelfs Marilyn Monroe en zelfs Lassie. Maar tegenwoordig kan je er niet naast kijken …. De alles inbegrepen toerist uit Japan loop je overal tegen het lijf. Enkele honderde meters verder vormt de de Bow River er, de schuimende watervallen van de Bow Falls. Een andere bezienswaardigheid in de buurt is de Cave & Basin Centinnial Centre. Hier werden zo’n 100 jaar geleden warme zwavel bronnen ontdekt. Het zwembad buiten ligt er wat verlaten bij. Het oorpronkelijk zwembad is nog in zijn oorspronkelijke staat terug te vinden. Warm bron water van 38°C Gelukkig hadden we Banff, … 2 jaar geleden al verkend. Hier de hoofstraat : Bannf Avenue. 'het Santa Fe van Canada'. ..Nu was er nog slechts tijd voor een snelle Lunch. Ons volgende doel : Lake Louise (wegwijzer).Onze eerste tussen stop is aan de Johnstonkloof. Wij deden er de wandeling naar de Upper Falls in de Johnstoncanyon, die 9000 jaar na de laatste ijstijd is ontstaan. Eerst kom je langs de Lower Falls uiteraard. Na enig klimwerk kom je dan tot bij de Upper Falls. Onze volgende stop : Morainelake. Een beroemd meer voor de Canadezen, het staat immers afgebeeld op hun 20 dollar biljet. Het meer is niet gevormt door gletsjer morenen, maar door vallende stukken rots. Met Mount Temple op de achtergrond. Als tinnen soldaatjes staan 10 steile pieken in een kring om het stalend blauwe water, ook Valley of the Ten Peaks genoemd. Dag 3 : LAKE LOUISE : omsloten door een schilderachtig gebergte, wordt terecht één van de mooiste meren ter wereld genoemd. Het meet 2.4 bij 2.1 km. Mount Victoria, 3464m hoog, weerspiegeld in het meer, waneer het s’ochtens nog windstil is. De chateau nog in 1924 afgebrand bied plaats aan 1000 personen met zijn 563 luxueuze slaapkamers en suites. In de winter is het meer dicht gevroren en zijn er maar liefst 31 skiafdalingen. De skiliften kunnen dan ruim 22000 skiërs per uur verwerken. We volgen de volgen de lcefields Parkway, ongetwijfeld één van de mooiste wegen in de wereld doorheen een bergketen. Vollop in de Rocky Mountains, passeren we de Crow Glasiër. Verderop stoppen we bij de Bow Glasiër met bijhorend Bow Lake. Peyto Lake ook gevormd door een gletsjer zal met de tijd verdwijnen. Het is gelegen op 2115m hoogte. De lichtgroene kleur oogt erg kitscherig op post kaarten maar is wel degelijk echt. De viewpoint geeft ook een fabelachtig uitzicht over het dal van de Mistaya River. Even een pisstop aan de Four crossing Met de Sunwapta Pass op 2035m hoogte verlaten we definitief Banff National Park en zitten we automatisch in Jasper National Park. Ons doel voor vandaag : De Athabasca Glacier. Die uitvloeid in het reuzachtige Columbia Icefield op zo’n 2800m hoogte. 100 jaar geleden vulde hij nog het hele dal, sindsdien smolten 37m per jaar af. De opmars van de parkeerplaatsen over de morenenkeien wordt steeds groter. Vanuit het Visitor centre wordt met bussen tot op een zekere hoogte gebracht,vanwaar je verder met speciale sneeuwbussen naar de gletsjer zelf,… rijd. Meer dan 300 m dik en over een opervlakte van 325 vierkante kilometer bedekt de glesjer dalen en bergen. Mooier dan het vuilgrijze onderste van de gletsjer tong is de verblindend witte sneeuwvlakte verder naar boven, waar blauwgroen schijnende gletjerspleten zichtbaar worden en de koude bodem voordurend krakende en borrelende geluiden maakt. Normaal mag je hier heel het jaar door sneeuw verwachten, 7 meter per jaar. Maar de aangroei in de winter is kleiner dan het smelten in de zomer. Het smelt water zoekt zijn weg verder in de ondergrond. Vroeger zagen de rupsvoertuigen er iets kleiner uit. De Athabasca River volgen we tot in Jasper. Bighorn schapen. borstelige berggeiten in gevlekte zomervacht Even houden we halt aan de Athabasca Falls. Zo’n 30m hoog. De dag eindigd in Becker’s Chalets even buiten Jasper. En de Athabasca rivier is nooit ver uit de buurt. De stroming is sterk door de vele regenval in de lente en vroege zomer. De kans om wilde dieren te zien is erg groot in Jasper National Park. Aan het hotel kamen zelfs s’avonds wapitiherten grazen. De blanke kolonisten noemden ze “Elks”. Dag 4 : JASPER : de kleinere en rustigere tegenhanger van Banff. Zelfs de souvenirschops in de korte hoofstraat, die parallel loopt met de spoorweg, zijn gering in aantal. Eerst maken we een lange wandeling door de Maligne Canyon. Zo’n 55m diepe Canyon. De wandeling gaat voor ons tot aan de 5 de brug. Het is nog vroeg en stil en zelfs op de snelweg voelen de herten zich dan nog op hun gemak. Verder even een stop aan Medicine Lake. Zo’n 6km lang, het water loopt er weg langs ondergrondse kanalen. In de winter staat het gewoon droog. Doordat de vloed van smeltwater minder wordt. Een raadselachtig natuur verschijnsel voor de Indianen, het water werd dan ook “Bad Medicene” gedoopd. Even verder komen we aan, bij Maligne Lake. Gelegen op 1673m hoogte. Zo’n 22km lang. Wij maakten een boottochtje op dit Candaas grootste gletjer meer. Na het Baikalmeer het grootste gletsjer meer ter wereld. De bodem bestaat uit poreus kalkgesteente, waardoor de Maligne Rivier niet als een normale rivier uit het meer stroomt. Eigenlijk stroomt het water van het meer, 16km lang, door holtes in de doorboorde ondergrond vooraleer het weer het daglicht ziet. Naarrnate we het water opvaren, ondergaan we steeds sterker de betovering van het turkooize kleurenspel. De majestueuze, met sneeuw bedekte bergtoppen van de Brozau, Monkhead er Warren zorgen hier voor een ongeëvenaarde schoonheid. Het kleine Spirit Island is waarschijnlijk het rneest gefotografeerde natuurplaatsje in Canada. Een piepklein eilandje in het schemergroene water met een bosje dennen – daarachter een spectaculair bergdecor van steile klippen, rotspieken en gletsjers. Verder is het meer beschermt natuurgebied en is er nog alleen de weg terug. Een paar bergschapen fleuren het beeld op, likken zout van de weg en staren de langzaam voorbijrijdende bezoekers aan met ogen die om een koekje bedelen. Als dag afsluiter doen we nog de “Five lakes” wandeling. Gelukkig zat wederom het weer mee, want zo’n dikke 2 uur moet je hiervoor wel uittrekken. Aan de Jasper Park Lodge behoord grasmaaien niet meer tot de dagelijkse activiteiten. Dag 5 : Na het rnorgenmaal nernen we de kabelbaan naar Whistler Mountain tot op een hoogte van 2.277 m. Boven vindt je de met uitsterven bedreigde Marmotten, hun gefluit bezorgde de berg zijn naam : Whistler mountain. Wandelen kan je tot de top van de berg. Je kan er genieten van het onvergetelijk uitzicht over de Athabascavallei. Na de 'verovering van deze berg' begint de lange tocht in westelijke richting, via Highway 16, ook Yellowhead Highway genoemd.. We passeren de Yellowhead Pass, rijden de provincie British Columbia binnen. Wanneer plots Mount Robson voor ons verschijnt hebben we het gelijknamig nationaal park bereikt. Deze sneeuwwitte gigant domineert het ganse landschap. Zo’n 3954m en meteen ook de hoogste piek in de Rocky Mountains. We zetten onze tocht verder naar Prince George doorheen velden en wouden, het gebied waar de beer zich thuis voelt. Even een pisstop bij Sue’s Kitchen, nog een ras echte trukkerstopplaats. Dag 6 : Prince George: de houtstad van British Columbia. Prince George heeft geen grootse bezienswaardigheden, het is één van de vele naamloze procinciesteden in het binnenland. In Vanderhoof nemen we de afslag rechts naar Fort St.James.