beleef de natuur Natuurpad ‘Pr8ige Heuvelrug’ Een wandeling van de Afdeling IVN -

Start- en eindpunt Deze landschappelijke ‘8’ bestaat uit twee met elkaar verbonden rondwandelingen. U kunt kiezen alleen Route A of alleen Route B te lopen of u combineert beide routes. 1. Route A: parkeerplaats ‘Groene entree Prattenburg’ (bij T-splitsing Cuneraweg - Kerkewijk, schuin tegenover restaurant ‘3 Zussen’, Kerkewijk–Zuid 115, Rhenen). Zie routekaartje. Coördinaat: N 52 00.424 E 005 32.211. 2. Route B: parkeerplaats ‘Kwintelooijen’ (Oude Veensegrindweg in Rhenen). Zie pagina 15 3. Optie: Restaurant ‘Residence Rhenen’ (Veenendaalsestraatweg 50). U kunt hier zowel voor Route A als voor Route B kiezen

Afstand en tijd De hele route is ca 17 km en duurt ongeveer 5 uur. De afzonderlijke rondwandelingen zijn 8 km en duren ieder ongeveer 2,5 uur.

Openbaar vervoer Buslijn 50 van Syntus van Veenendaal/De Klomp naar Elst// in beide richtingen is een halfuurdienst. Direct bij restaurant ‘Residence Rhenen’ vindt u de bushalte ‘Koetshuis’ en op 200 m van de Groene Entree Prattenburg is de bushalte ‘Rhenendael-West’.

Samenvatting De rondwandeling voert over onverharde paden door een gevarieerd, heuvelachtig bosgebied met prachtige beukenlanen, een mooi smeltwaterdal, een droge sprengenbeek met een sprengkop en heidevelden. En afhankelijk van welke route u kiest ziet u Egelmeer en 1

Elsterkop of de afgraving Kwintelooijen en de voormalige Plantage Willem III. Of alles natuurlijk!

Kaartje en GPS-route Bij deze wandeling hoort een beschrijving en een gps-route (zie hiervoor www.ivn.nl/afdeling/veenendaal-rhenen). Op het kaartje staan nummers, die naar de tekst verwijzen. Het kaartje is aan het eind van dit document opgenomen.

Tips  Uw hond mag bij Route A mee, maar wel aan de lijn. Bij het deel van Route B over de Remmerdense heide en Plantage Willem III lopen runderen, paarden en damherten. In dit gebied mogen géén honden komen.  Voor alle zekerheid: controleer uzelf na de wandeling op teken.  Aan het begin of eind van Route A kunt u iets eten en drinken bij Restaurant ‘3 Zussen’ en bij de verbinding tussen Route A en Route B kan dat ook bij ‘Residence Rhenen’ (OPTIE startpunt 3).  Restaurant Residence Rhenen en restaurant ‘De drie Zussen zijn met het openbaar vervoer (buslijn 50) te bereiken

Verzoek We stellen het erg op prijs indien u opmerkingen over de route wilt sturen naar natuurpaden@ivnveenendaal- rhenen.nl

IVN wenst u een prettige wandeling!

2

Route A (Startpunt 1): Via Prattenburg naar Egelmeer en via Elsterkop weer terug Volg de vierkante paaltjes met groene kop van het IVN Natuurpad: Landgoed Prattenburg.  Ga vanaf de parkeerplaats ‘Groene Entree Prattenburg’ naar links, over asfaltweg.  Daarna eerste pad rechts, door een hekje, het bos in.  Aan het eind van het pad rechtsaf.  Na ca 300 m volgt u het doorgaande pad, nu langs een jonge beukenrij.

1. Kasteel Prattenburg met oude oprijlaan De oude oprijlaan van kasteel Prattenburg is in de winter van 2007-2008 in ere hersteld. Na grootschalige kap van hoge eikenbomen en struiken zijn aan weerszijden van het pad jonge beuken aangeplant. Het huidige kasteel Prattenburg stamt uit 1887 en wordt bewoond door de familie Van Asch van Wijck. Ook het bosgebied Prattenburg is eigendom van deze familie. Bij het natuurbeheer en recreatief gebruik van het gebied zijn zij nauw betrokken.

 Dit doorgaande pad slingert enigszins naar links en naar rechts.  Na ca 200 m ziet u aan uw rechterhand een verzetsmonument.  Op een kruising met het ‘Beleefpad’ en twee picknicktafels ziet u rechts Kasteel Prattenburg. U gaat rechtdoor (gele markering).

2. Leefgebied van reeën Met wat geluk kun je hier oog in oog komen te staan met een ree. Deze kleine roodbruine hertachtige zoogdieren vinden in gemengd bos met struiken en grassen een goed leefgebied. Ze vinden hier voldoende voedsel en kunnen zich goed verschuilen. Soms zie je aan de sporen waar ze hebben gelopen. Vooral in de sneeuw kun je zo

3 goed traceren. Maar nog leuker is het natuurlijk als je ze echt ziet. De kans hierop is het grootst in de vroege ochtend en avonduren als het schemert. Om de reeën niet te verschrikken is het belangrijk om honden aan de lijn te houden. Vooral in de zomer als er reekalfjes zijn.

 Aan het eind van het pad op t-splitsing linksaf (volg gele markering).  Vervolgens eerste pad rechtsaf een smal bospad (gele markering) met aan weerszijde hoge beuken.

3. Sobere Beukenbossen In de zomer vormen de beuken een dicht bladerdak boven de ondergrond. Daardoor valt er weinig licht op de bodem. Onderbegroeiing zoals bijv. varens krijgt weinig kans en ook opslag van andere loof- en naaldbomen groeit niet of nauwelijks onder beuken. Daarom werden beuken veel aangeplant langs oprijlanen van landgoederen. Er groeide weinig ‘onkruid’ onder de bomen, zodat de lanen minder onderhoud vroegen. Het aanzicht was er niet minder statig om.

 U gaat rechtdoor (gele markeringen) bij enkele kruisingen.  Na de laatste kruising volgt u een smal pad (met gele markering) met hoge Douglas sparren aan beide kanten.

Picknickplaats Via een hekje komt u op een open plek in het bos met een picknicktafel aan uw rechterhand. Op deze plek staat ook een informatiebord met overzichtskaart.

4

 Ga rechtsaf en loop langs het verharde fietspad naar links.  Na ca. 30 meter schuin rechtsaf een bospad in – bij rode markering.  Het slingerende pad volgen dat min of min evenwijdig loopt aan het verharde fietspad. Bij twijfel links aanhouden.  Ga rechtsaf bij 2e kruising met een half verhard pad (met rode klinkers).

4. Gemengd bos De wandeling voert door een afwisselend gemengd bos met aan de linkerkant vooral berken en lariksen en rechts een strook met eiken, beuken en diverse naaldbomen. De lariks is de enige naaldboom die in het najaar zijn naalden verliest. Voordat de naalden vallen, kleuren ze prachtig geel. De afgevallen lariksnaalden vormen een zacht tapijt op het bospad.

5. Hoor wie klopt daar? In dit deel van het bos hoor en zie je vaak spechten. Met hun snavel timmeren ze op (dode) boomstammen. Ze eten kevers, larven en andere insecten die onder de schors zitten. In het voorjaar hakken ze gaten in de boom voor hun nesten. Vooral in het zachte hout van de berk zie je deze spechtengaten vaak. Spechtensoorten die hier voorkomen zijn de grote en kleine bonte specht, de zwarte specht en de groene specht.

 Neem het tweede bospad links bij rode markering (paaltje).  Volg dit pad tot u aan het eind hiervan uitkomt bij een heideveld en ga rechtsaf.

5

 Bij een half verhard pad linksaf gaan (rode markering).U ziet rechts een huisje.  Loop over het half verharde pad met het Egelmeer aan uw rechterhand.

6. Egelmeer: een historische plek Is dit een verzamelplaats voor egels? En waar zien we die dan? Nee, de naam ‘Egelmeer’ is een verbastering van het Latijnse ‘Aegil Marum’. Mogelijk noemden de Romeinen dit meer zo vanwege de muggen en steekvliegen die in dit drassige gebied zaten. Door een dieperliggende ondoordringbare leemlaag (een ijzerhoudende oerlaag) blijft hier water staan. Helaas ligt het meertje een groot deel van het jaar vrijwel droog. Om verdere verdroging tegen te gaan heeft Staatsbosbeheer in 2008 ruim 9 ha bos rond het Egelmeer gekapt en zijn delen van het terrein geplagd. Op het terrein direct rond het Egelmeer groeien bijzondere planten zoals de vleesetende plant Zonnedauw (foto rechts) en de Klokjesgentiaan (foto links). Deze planten zijn karakteristiek voor schrale en vochtige heidegronden.

6

 Ga even voorbij het informatiebord en de grondwatermeter linksaf langs het heideveld.  Na ca 40m ziet u rechts een bank (Het Ton Meijer bankje); dit is een mooi plekje om tijdens een pauze over de heide uit te kijken.

7. Natuurlijk heidebeheer met hulp van schapen

Om te voorkomen dat het heideveld dichtgroeit met bomen en struiken is het nodig om natuurlijke opslag regelmatig weg te halen. Dit gebeurt op een natuurlijke manier door de inzet van schaapskudden. De schapen grazen de jonge berkenboompjes en grassen weg en houden het gebied open.

 Laat het heideveld achter en volg het bospad rechtdoor.  Negeer zijpaden tot aan verhard fietspad.

8. Pitrus en pijpenstrootje Rechts van het pad verandert de vegetatie. We zien vooral pitrus en pijpenstrootje. Dit is een grassoort met hoog opgaande halmen die in pollen groeit. Dit duidt op een lager liggende en vochtige ondergrond. Links loopt een aarden

7 wal die begroeid is met bosbessenstruiken, mos, en loofbomen.

 Steek het fietspad over.  Ga nadat u een MTB-pad bent gekruist bij eerste T- splitsing naar links.  Volg dit pad en sla rechtsaf bij het eerste pad  Het pad wordt smaller, zanderiger en stijgt tussen de heide door.

9. Smeltwatergeulen en erosie Ongeveer 150.000 jaar geleden werd in de voorlaatste ijstijd de bodem door gletsjers en ijs opgestuwd. In die periode werd de stuwwal van de gevormd. Door temperatuurstijging smolten de gletsjers en sleet het smeltwater diepe geulen uit in de bodem. Door zo’n smeltwatergeul lopen we nu omhoog naar de Elsterberg.

 Aan het einde van het smalle uitgesleten pad linksaf.  U passeert enkele houten banken die rechts langs het pad staan.

10. Elsterberg De Elsterberg is ruim 62 meter hoog en behoort met de Amerongse berg tot de hoogste toppen van de Utrechtse Heuvelrug. Bij helder weer heb je hier een weids uitzicht over de Gelderse vallei en kun je zelfs de windmolens bij het Randmeer zien.

 Steek na het heideveld de kruising over (gele markering)  Ga op het eerste pad rechtsaf.  Na een lange stijging daalt het pad.  Op de viersprong (let op mountainbikers) linksaf een licht dalend zandpad op.

8

11. Kapvlakte met opslag van grove den.

Aan de linkerkant van het brede zandpad ligt een kapvlakte. Van tijd tot tijd worden er bomen gerooid voor houtproductie. Hierdoor ontstaan vlaktes waarop heide zich kan ontwikkelen en andere bomen en struiken meer licht en voedsel tot zich kunnen nemen. De houtwinning zorgt zo voor verjonging van het bos en bevordert de diversiteit. De kap wordt zorgvuldig gepland en in overleg met de beheerder van het bos uitgevoerd. Hierbij wordt rekening gehouden met het broedseizoen van vogels en het voorkomen van zeldzame vegetatie. Na enige tijd zie je op zo´n kapvlakte veel opslag van pioniersplanten zoals grove den en berk.

 Ga op de volgende viersprong rechtdoor langs een slagboom.  U komt weer op het op landgoed Prattenburg / zie bord.

12. Overgang naar loofbos Het bos toont hier een duidelijke verandering van naaldbomen naar loofbomen. In dit oude smeltwaterdal staan veel hoge beuken en enkele Amerikaanse eiken. In dit gebied huist de schuwe zeldzame boommarter. De kans dat u hem ziet is dan ook erg klein. De boommarter is een lang en slank zoogdier dat zich vlug en lenig door bomen verplaatst. Hij is ongeveer zo groot een huiskat, maar heeft veel kortere poten. De sterk behaarde, volle, pluimstaart neemt bijna een derde van de totale lengte in beslag. Hiermee kan de boommarter goed zijn evenwicht bewaren

9 bij het achtervolgen van een prooi in de bomen. De kop is spits met vrij grote oren. Opvallend is de gele, soms bijna witte bef waarvan het patroon met vlekken en vorm individueel verschilt. Boommarters maken diverse geluiden: van kikkerend, klokkend en laag brommen tot langgerekte spookachtige roepen maar ook hoog geschreeuw bij angst. Verliefde boommarters schreeuwen als krolse katers. De boommarter scharrelt zijn voedsel bij elkaar door te eten wat hem ‘voor de voet’ komt. Zijn eten bestaat uit insecten (waaronder hommel- en wespenbroed), vogels en eieren, kleine zoogdieren (van muis tot konijn) en aas en af en toe een eekhoorn. In de nazomer en herfst eet de boommarter veel bessen en vruchten. In Nederland is de boommarter een wettelijk beschermd dier en staat hij op de Rode Lijst van Bedreigde Zoogdieren. Het dier is zeldzaam geworden door de jacht. (bron: Zoogdiervereniging).

 Volg het slingerende bospad in de richting van een huis.

NB vanaf hier volgt u de GROENE markering!

 Ga bij het huis rechtdoor en volg de groene markering.  Ga bij kruising rechtdoor.  Neem het eerste pad rechts en volg dit rechtdoor tot aan een heideveld.

13. Markante beuk met uitzicht over heideveld

10

Onder een prachtige beuk staan 2 zitbanken. Die bieden gelegenheid voor een mooi rustmoment om uit te kijken over de schuin aflopende heide. De beuk zorgt in de zomer voor schaduw en ´s winters is de takkenstructuur mooi zichtbaar. In de winter zijn ook de bladknoppen al te zien al duurt het vaak wel tot mei voordat de bladeren uitkomen. De beuk heeft de langste knoppen van alle boomsoorten in ons land. In de herfst vormen de zaden van de beuk, de beukennootjes een geliefde voedselbron voor vogels en zoogdieren zoals eekhoorns. Hun voedsel bestaat hoofdzakelijk uit boomzaden zoals eikels, noten en kegels van naaldbomen. Ook eten ze als aanvulling daarop (afhankelijk van het jaargetijde) knoppen, bladeren, bessen, schors, paddenstoelen, rupsen, vogeleieren en jonge vogels. (bron: Zoogdiervereniging).

 Ga op het heideveld direct links.  Op T splitsing links.  Op het (T-splitsing) rechts.  Al na 50 m eerste pad links.  Ga op drie kruisingen rechtdoor.  Pad buigt naar rechts.

Hierna volgt een keuzemoment:

1. Alleen route A: Kies het eerste pad links om route A te vervolgen (GROENE markering). Zie verder na punt 14 ‘Douglassparren’. 2. Of neem eerst een pauze bij Restaurant Residence Rhenen (tevens Startpunt 3). Verlaat bij kruising met aan uw rechterhand een bankje de groen gemarkeerde route en ga rechtsaf een half verharde beukenlaan in. Steek aan einde van het pad de Veenendaalsestraatweg over. Voor u ziet u Residence Rhenen.

Loop voor vervolg van Route A vanuit het restaurant weer terug naar de Veenendaalse straatweg en steek die over.

11

Ga door het hek de beukenlaan op tot aan de kruising met de groen gemarkeerde route en ga rechtsaf (vanaf nu GROENE markering volgen = Route A). Zie verder na punt 14 ‘Douglassparren’ 3. Route A+ route B. U kunt ook ervoor kiezen beide routes te lopen. U loopt een extra lus van ca 8km langs Kwintelooijen en Plantage Willem III, om daarna pas route A te vervolgen. De totale route wordt dan ongeveer 17km. Aansluiting op route B. Verlaat bij kruising met aan uw rechterhand een bankje de groen gemarkeerde route en ga rechtsaf een half verharde beukenlaan in. Steek aan einde van het pad de Veenendaalsestraatweg over. Ga langs een metalen hek het bospad in dat rechts naast de oprijlaan van Residence Rhenen (óf bezoek eerst Residence Rhenen). Voorbij het hekwerk van Residence Rhenen, als het pad na enige daling weer licht begint op te lopen, het stijgende pad rechts nemen, dat wordt omringd door Amerikaanse eiken. Zie verder bij punt 27 (Amerikaanse eik).

14. Douglassparren Net als de Amerikaanse eik, is ook de Douglasspar geen inheemse boomsoort, maar een ‘exoot’. De hoge kaarsrechte naaldbomen zijn om dezelfde redenen (houtproductie) veelvuldig aangeplant in onze bossen. Ze groeien relatief snel, passen zich makkelijk aan en zijn door hun rechte groeiwijze heel bruikbaar om planken van te zagen. Onder Douglassparren groeien mossen, varens, grassen en

12 andere bodemvegetatie. Dit in tegenstelling tot wat onder eiken en beuken groeit. Deze vormen een dicht bladerdak, dat maar weinig licht doorlaat voor bodembegroeiing. Ook de bladeren die jaarlijks afvallen verteren maar moeizaam. De grond is daardoor vaak wat zurig.

 Vervolg o Van Route A (1 bij keuzemoment op pag. 12): volg bij kruising met rechts een bankje het pad naar links (GROENE markering) óf o Vanaf Residence Rhenen (2 bij keuzemoment op pag. 12) of Route B: vanaf het hek de beukenlaan volgen tot kruising en hier rechtsaf (GROENE markering)  Ga op kruising rechtdoor, u loopt door een beukenlaan.

15. Gedenkteken Aan de voet van een beuk is een gedenkteken geplaatst voor een jonge Engelse sergeant die tijdens de tweede wereldoorlog is gesneuveld. Zijn toestel werd op de terugvlucht van een bombardement neergehaald door een Duits vliegtuig. Omdat zijn parachute niet opende, kwam hij neer in dit gedeelte van het bos.

16. Wat je van buiten niet ziet… Ogenschijnlijk gezonde bomen kunnen van binnen aangetast zijn door ziekte, schimmels en parasieten. De eerste tekenen daarvan zie je vaak als er zwammen op de stam gaan groeien. Als zo´n boom dan uiteindelijk gekapt wordt, blijkt het ziekteproces vaak al verder te zijn gevorderd. Deze bomen gaan dan ook als eerste tegen de vlakte als er een storm door het bos raast.

13

 U blijft de groene markering volgen

17. Pompstation Aan uw rechterhand ligt een pompstation. Dit zorgt ervoor dat het in Veenendaal opgepompte grondwater over de heuvelrug naar Elst wordt geleid.

 Vervolg de groene markering

18. Warrels, een boom met wrat Soms zie je aangroeisels of woekeringen aan of in bomen. Een bekend voorbeeld hiervan zijn ´heksenbezems´ in berkenbomen. De woekering kan ontstaan door een kleine beschadiging in de schors. Bijvoorbeeld een kerf of een spijkergaatje van een nestkast of insecten die zich door de schors heen vreten. Bacteriën of parasieten kunnen zich nestelen in de wond en gaan woekeren.

 Op T kruising naar links en direct schuin naar rechts.  Eerste pad rechtsaf.  Hekje door en naar links.

U bent weer bij startpunt 1: Groene Entree Prattenburg – Dit is het einde van Route A

Indien u bij Residence Rhenen Route A (Startpunt 3) hebt opgepakt en deze helemaal wilt lopen zie de beschrijving vóór punt 1

Route B (Startpunt 2): Vanaf Kwintelooijen via Plantage Willem III naar Residence Rhenen en terug

14

19. Zandafgraving Kwintelooijen Kwintelooijen is als het ware een flinke hap zand (een paar miljoen kuub) uit de Utrechtse heuvelrug. Dit komt doordat er van het midden van de vorige eeuw tot 1989 zand is gewonnen voor de wegen- en huizenbouw. Van 1989 tot en met 2017 is het beheerd door het recreatieschap en sinds 1 januari 2018 beheren de gemeenten Rhenen en Veenendaal Kwintelooijen. De kosten van dat beheer delen beide gemeenten met elkaar. Het oostelijke deel van de in totaal 74 hectare is ingericht voor intensieve dagrecreatie en als motorcrossterrein. Het westelijke deel is bestemd voor natuurontwikkeling. Deze voormalige zandgroeve staat bekend om zijn archeologische vondsten, daterend uit de periode voor de voorlaatste ijstijd (Saalien) ca. 180.000 jaar geleden. Zo zijn er fossielen van mammoet, sabeltijger en steppewisent, gevonden, maar ook gereedschap (bv. vuurstenen vuistbijlen) van een van de mogelijke voorvaderen van de mens (Homo Sapiëns), Homo Heidelbergiensis genaamd. Uit de laatste preglaciale periode, Eemien, toen hier een mild klimaat heerste en er een weelderige vegetatie groeide, zijn resten gevonden van onder meer bosolifanten en nijlpaarden. Ook qua natuur heeft Kwintelooijen veel te bieden. Dankzij de hoogteverschillen, de verschillen in oriëntatie op zon en wind en variatie in bodemgesteldheid van nat naar droog, van zuur naar basisch, van zanderig naar leemrijk, is er sprake van een grote biodiversiteit. Tijdens een inventarisatie in 2015 door de KNNV, de vereniging van veldbiologen, zijn 1555 verschillende soorten waargenomen, waarvan 70 op de rode lijst staan, dat wil zeggen dat deze in hun voortbestaan bedreigd worden.

 Loop vanaf de parkeerplaats ‘Kwintelooijen’ naar links (in zuidelijke richting), over de halfverharde weg, tussen de grasvelden tot ca. 50 meter vóór het stenen toiletgebouw.

15

 Ga links een smal, steil pad de heuvel op en ga na 50 meter, boven aangekomen, bij een kruising rechtsaf.  Volg dit pad bovenlangs om de zandgroeve heen. Aan uw rechterhand ziet u nu de motorcrossbanen.

20. Motorcrosscircuit Hoewel er tijdens de motorcross die een paar maal per jaar plaats wordt gehouden een enorme geluidsproductie plaatsvindt, heeft zelfs deze activiteit zijn waarde voor de natuur. De open zandvlakten zijn ideaal voor de zandhagedis en groeit hier een zeldzaam plantje, de grondster, uitbundig. U loopt nu door een naaldbos, bestaande uit voornamelijk Douglassparren en grove dennen. De grove den is de enige echt inheemse naaldboom. U ziet ze ook geregeld alleenstaand op open heideveld groeien. Dankzij de ruimte die ze daar hebben groeien de takken minder recht omhoog. Ze worden dan vliegdennen genoemd.

 Negeer zijpaden en houdt de groeve steeds rechts. U komt hier op de rood-witte route, houdt rechts aan, ook bij de volgende splitsing.

21. Trekvogeltelpunt U heeft hier een prachtig uitzicht over de Gelderse Vallei. Links voor u ziet u Veenendaal liggen en meer naar rechts

16

Ede. Bij helder weer ziet u ook de windmolens aan de A30. De ligging van deze plek leent zich in het najaar goed voor het tellen van trekvogels die vanuit het noorden zuidwaarts vliegen.

 Vervolg het bredere pad boven langs de zandgroeve met een prachtig uitzicht.  Laat nu de zandgroeve rechts liggen en ga bij de T- kruising linksaf een brede beukenlaan op. U volgt nog steeds de rood-wit gemarkeerde route.

22. Grafheuvel op Buurtsche Berg en beukenlanen U loopt nu op de Buurtsche berg, met 60 meter N.A.P. een van de hoogste punten van de heuvelrug. Het hoogste punt is de Amerongse berg met 69 meter N.A.P. U passeert aan de rechterkant een grafheuvel. Op de Utrechtse Heuvelrug bevinden zich talrijke grafheuvels. Deze dateren uit de tijd dat de eerste landbouwers zich in Nederland settelden, ca. 5000 jaar geleden. Beukenlanen zijn kenmerkend voor de Utrechtse Heuvelrug en dateren uit de 19e en 20e eeuw. Vooral lanen met rode beuken waren een teken van welvaart en dus een statussymbool vanwege de zeldzaamheid van de rode beuk. Van de nakomelingen van de rode beuk heeft slechts een klein percentage ook rood blad. De overige nazaten zijn groen. Pas sinds het toepassen van enten van de moederboom zijn rode beuken geen zeldzaamheid meer. Het pad volgend maken de rode beuken plaats voor naaldbomen, met name Douglassparren.

 Ga bij kruising rechtdoor. U verlaat de rood-witte route en loopt rechtdoor tot aan de kruising met een asfaltweg.  Passeer de slagboom en steek asfaltweg (Defensieweg) over.  Ga door een klaphek. NB Honden zijn hierna niet toegestaan!  Houdt bij Y-splitsing schuin rechts aan (dus negeer schuin smal pad naar links).

17

 U bereikt de Remmerdense hei, samen met Plantage Willem III eigendom van het Utrechts Landschap.  Einde pad rechtsaf.  300 meter voorbij een klaphek neemt u het eerste brede pad links.  Vervolg het pad voorbij de poel.  U loopt nu omlaag door een smeltwater-dal.

23. Smeltwaterdalen De smeltwaterdalen op de Utrechtse Heuvelrug zijn ontstaan ca.130.000 jaar geleden aan het einde van de voorlaatste ijstijd, het Saalien, toen smeltwater van de gletsjer die de stuwwal van de Heuvelrug had gevormd zich een weg langs de hellingen naar beneden zocht en zodoende brede geulen in het landschap sleep. Tijdens de laatste ijstijd, het Weichselien, ca. 116.000 tot 11.700 jaar geleden, reikten de gletsjers niet tot Nederland. Wel was de bodem van de toenmalige toendra’s grotendeels permanent bevroren (permafrost) en zeker in de winter met een dikke laag sneeuw bedekt. Als in het voorjaar deze sneeuw en het bovenste deel van de bodem ontdooiden kon het smeltwater niet dieper in de bodem zakken en stroomde langs de hellingen omlaag, waardoor nieuwe smeltwater geulen en dalen ontstonden en de reeds ontstane geulen verder werden uitgesleten. Het smeltwaterdal waarin u nu loopt is in 2000 door de Provincie uitgeroepen tot aardkundig monument.

 Voorbij een houtwal met eiken komt u op een grote vlakte. Dit is de voormalig tabaksplantage Willem III. Deze houtwal deed voorheen dienst als windsingel voor de tabaksplantage.

24. Tabaksplantage Willem III De familie Ruys stichtte in 1853 tabaksplantage Willem III. Het landschap bij Amerongen en Elst werd in die tijd bepaald door de tabaksteelt De oude tabaksschuur die u links in de verte ziet staan, herinnert nog aan de tijd dat hierin in de tabaksbladeren te drogen werden gehangen.

18

Aan de tabaksteelt kwam begin twintigste eeuw een einde waarna het terrein achtereenvolgens voor fruitteelt en gewasveredeling is gebruikt. Sinds 1995 is het in handen van het Utrechts Landschap. Het beheer van Utrechts Landschap is erop gericht om open vegetaties te behouden op plantage Willem III. Dat gebeurt door jaarrondbegrazing van galloways en koniks. Ook wordt er gericht een gescheperde schaapskudde ingezet en wordt er op enkele locaties aanvullend gemaaid. De damherten helpen daar dan ook nog een handje bij. (bron: Utrechts Landschap)

De galloway stamt af van voornamelijk zwart vee, dat sinds de Keltische tijd in Schotland voorkwam. De galloway is kortbenig en heeft een ruig haarkleed, dat hem 's winters in staat stelt buiten te blijven grazen en zelfs tijdens strenge kou te overleven. Het haar van de galloway is lang en golvend en ook de oorschelpen zijn karakteristiek. De dieren zijn robuust en vruchtbaar. Vaarzen zijn dekrijp op een leeftijd van 20-27 maanden, de draagtijd bedraagt 9 maanden. De kalveren wegen bij de geboorte 25-30 kg en zijn vitaal. (Bron: Wikipedia)

In West-Europa kwam het damhert (foto Tineke Wouda) tussen de diverse ijstijden van nature voor. Tijdens de laatste ijstijd trokken de roedels naar Zuid- Europa. Het is aan de Romeinen te danken dat damherten ook in

19

Nederland in het wild te zien zijn. Het dier werd door de Romeinen meegenomen naar het noorden om hier te worden uitgezet voor de jacht. Qua formaat zit het damhert tussen een ree en een edelhert in.

Om de zwaar bemeste bodem te verschralen is op de voormalige plantage enkele jaren graan geteeld. Hierdoor kon de van nature arme bodem met de bijbehorende vegetatie terugkeren. Vooral in de zomer is hier de gekleurde kruidenrijkdom te bewonderen. Op de zandige bodem groeien soorten als gewoon duizendblad, Jacobskruiskruid, hazenpootje, oranje havikskruid, wilde marjolein, vlasbekje, sint–janskruid en zandblauwtje. Afwisselend komen er ook plekken voor met wat meer leemachtige bodems. Daar kunnen dan andere planten groeien zoals wilde peen, gewone margriet en gewone agrimonie. Veel insecten zoals wilde bijen, zweefvliegen en vlinders snoepen van de nectar van deze kruiden. Voorkomende vogelsoorten zijn roodborsttapuit, gekraagde roodstaart en boomleeuwerik.

 Pad vervolgen (links in de verte ziet u een oude tabaksschuur liggen) en direct voorbij de volgende bomenrij van eiken rechtsaf.  Einde pad rechts omhoog breed gras-pad blijven volgen in noordelijke richting.  Voorbij de houtwal/windsingel van eiken, die u op de heenweg ook al gepasseerd bent, blijft u het pad volgen.

25. Grafheuvels De rij eiken waar u zojuist langsliep diende net als de eerste rij eiken die u passeerde, ten tijde van de tabaksplantage als windsingel. Aan weerszijden ziet u veel bremstruiken, vliegdennen, meidoorns en bramenstruiken. U ziet links drie grafheuvels liggen. Zie beschrijving op het paaltje aan uw linkerhand.

20

 Laat de grafheuvels links liggen en vervolg het pad(zie wijsvinger op paaltje) met aan uw rechterhand een heideveld.

Wilt u even van het mooie uitzicht over de Remmerdense Heide genieten? Rechts vlak vóór het einde van het heideveld staat een bankje voor u klaar. In augustus en september kleurt deze heide mooi paars en mogelijk ziet u het heideblauwtje vliegen, een vlinder met een voorkeur voor heidenectar.

 Bij kruising en einde heideveld rechtsaf pad in met vooral tamme kastanjebomen  Volg afrastering aan uw linkerhand ongeveer 300m.  Ga door het klaphek linksaf (rood-wit gemarkeerd). Vervolg dit pad met vooral lariksbomen.

26. Lariksbos. De lariks verliest in het winterseizoen zijn naalden. In de lente verschijnen weer toefjes frisgroene naalden. Begin mei verschijnen de mannelijke en vrouwelijke bloeiwijzen. De vrouwelijke hebben paars-rode schutblaadjes en vormen later de zaadkegels, die nog jaren als zwarte proppen aan de takken blijven zitten.

21

 Steek na volgend klaphek de asfaltweg (Defensieweg) over. Ga schuin links aan de overkant een smal paadje in (rood-wit teken op paaltje).

Langs dit paadje staan voornamelijk fijnsparren.

 Ga bij eerste kruising linksaf breed semiverhard pad met (rode) beuken op (Heiweg). Negeer het eerste pad rechts.  Na een slingering in het pad ziet u bij de volgende kruising het naaldbos links overgaan in loofbos. Ga hier rechtsaf een smal paadje in tussen hoge naaldbomen. Dit paadje wordt al snel breder.  Eerste kruising rechtdoor.

U ziet hieronder overwegend naaldbos veel bosbessenstruiken. Verderop ziet u rechts beuken en links een lariksbos.

 Bij viersprong linksaf. Het lariksbos ligt nu aan uw linkerhand.  Bij kruising met brede laan met aan weerszijden een dubbele rij beuken gaat u weer rechtdoor. Negeer eerste pad rechts.  Bij T-splitsing rechtsaf  Einde pad ligt voor u het hekwerk van restaurant Residence Rhenen.

22

Hierna volgt een keuzemoment:

1. Alleen route B: Ga rechtsaf (Galgenweg) om Route B te vervolgen. Volg het pad tot het na enige daling weer licht begint op te lopen en neem dan het stijgende pad rechts dat omringd wordt door Amerikaanse eiken. Ga verder vanaf punt 27. 2. Of neem eerst een pauze bij Restaurant Residence Rhenen (tevens Startpunt 3). Ga voor de afrastering linksaf tot aan hek bij Veenendaalsestraatweg en aan uw rechterhand ziet u de ingang van ‘Residence Rhenen’.

Loop voor vervolg van Route B vanuit het restaurant over de oprijlaan terug naar de Veenendaalse straatweg. Steek deze niet over, maar ga direct twee keer links, langs een metalen hek het bospad in dat rechts naast de oprijlaan van Residence Rhenen loopt. Voorbij het hekwerk van Residence Rhenen, als het pad na enige daling weer licht begint op te lopen, het stijgende pad rechts nemen, dat wordt omringd door Amerikaanse eiken (punt 27). Vervolg de route vanaf punt 27. 3. Route B + route A. U kunt ook ervoor kiezen beide routes te lopen. U loopt een extra lus van ca 8kmdoor Prattenburg, langs Egelmeer en Elsterkop, om daarna pas route B te vervolgen. De totale route wordt dan ongeveer 17km. Aansluiting op route A. Ga voor de afrastering linksaf een breed pad (Galgenweg) op. Ga langs het hek naar het fietspad en steek dit over Steek de Veenendaalstraatweg over (óf bezoek eerst Residence Rhenen). Ga door het hek de beukenlaan op tot aan de kruising met de groen gemarkeerde route en ga

23

rechtsaf (vanaf nu GROENE markering volgen = Route A). Zie verder na punt 14 ‘Douglassparren’.

Vervolg Route B óf aansluiting vanaf Route A

27. Amerikaanse eik Langs dit pad staan aan weerszijden Amerikaanse eiken. De aan de bovenzijde bleekgele tot donkergroene en aan de onderzijde bleekgrijze bladeren zijn groter dan die van de zomer- en wintereik. Ze kleuren in de herfst dofrood of roodbruin. Hun zaad bestaat uit donkere, roodbruine eikels met een scherpe punt en een afgeplatte voet; ze zitten in ondiepe napjes. Deze eik komt van oorsprong uit N.O. Amerika en is dus een ‘exoot’. Dat wil zeggen dat deze boom niet spontaan in Nederland is gekomen, maar door de mens is geïmporteerd. De Amerikaanse eik leeft minder lang dan de inheemse zomer en wintereik. Na 40 jaar is het risico van takbreuk groot en wordt ze langs lanen en paden meestal gekapt.

 Ga bij eerstvolgende kruising (met beukenlaan) rechtdoor. Het pad slingert.  Volgende kruising weer rechtdoor. Pad loopt nog steeds omhoog.  Aan het eind van het pad links af.  Bij T splitsing scherp rechtsaf.

28. Zandgroeve Kwintelooijen Links van u ligt de zandgroeve van Kwintelooijen. Ca. 10-15 meter links van de trap ziet u een erosiegroeve, ontstaan

24 doordat de voorheen kale helling bloot stond aan weer en wind. Hier groeit bijzondere flora, onder andere de kleine tijm. Zonder het werk van grote grazers zoals galloway’s of Schotse Hooglanders en/of menselijk beheer groeien de hellingen steeds dicht, vooral door ‘opslag’ van berken. Niet alleen is dan het boeiende geologische proces van de erosie niet meer zichtbaar, maar ook verdwijnt daar dan de bijzondere flora. U kunt hier even op een bankje genieten van het mooie uitzicht over Kwintelooijen en de Gelderse Vallei.

 Ga door klaphek en volg de trap naar beneden.

29. Heuvel met nog zichtbare opbouw van de stuwwal Het kruidenrijke grasland beneden links van de trap heeft een gevarieerde flora waar vooral in het matig vochtige deel volop rietorchis en gevlekte orchis groeien. Beneden ziet u een aparte heuvel liggen. Deze heuvel is destijds tijdens de zandwinning blijven liggen omdat het zand er te veel leem bevatte en daardoor niet goed bruikbaar was. Hoewel de erosie van dit ‘geologisch monument’ door het ravotten van kinderen in een versneld tempo plaats vindt, kunt u aan de kleurverschillen van de helling nog wel de gelaagde opbouw uit leem, zand en grind, van de stuwwal zien. Aan de voet van het geologisch monument vindt door erosie nog steeds een actieve afzetting van zand en leem plaats.

 Ga onder aan de trap rechtsaf.

Vervolg uw route afhankelijk van de bodemvochtigheid en uw schoeisel.

 Ga bij picknicktafel linksaf en loop nu met de heuvel links van u naar het vennengebied. Zie voor beschrijving volgende pagina.  Ga voor het ven rechts en steek het eerste pad rechts tussen rechts tussen struiken en bomen door. U komt weer uit op het brede pad. Ga dit links op.

25

Vervolg het pad tot de parkeerplaats van Kwintelooijen.

Óf bij (te) natte bodem

 Vervolg het brede half verharde pad met rechts een heideveld en de motorcrossbanen. Volg het pad met links het toiletgebouw tot de parkeerplaats.

U bent weer bij Startpunt 2: Parkeerplaats Kwintelooijen – Dit is het einde van Route B.

Indien u bij Residence Rhenen (startpunt 3) Route B hebt opgepakt en deze helemaal wilt lopen zie voor de beschrijving vanaf punt 19.

30. Vennengebied De plassen bieden dankzij de kwaliteit van het water (deels kwelwater, deels afvoer van regenwater van de Heuvelrug) een goed leefgebied voor amfibieën en libellen. Kwintelooijen is door zijn openheid en begrenzing door bosranden een goed leefgebied voor diverse vlinders en vogels. U kunt hier onder andere de buizerd en havik zien, maar ook de groene specht, geelgors, boomleeuwerik en roodborsttapuit. Deze openheid is mede te danken aan het onderhoud door vrijwilligers van de Werkgroep Milieu Rhenen en het IVN. In het vennengebied treft u meerdere soorten wilgen aan en zowel de witte als de zwarte els. Verder groeien er vooral (ratel)populieren.

26

31. Flora en fauna aan voet van heuvel en vennengebied

Zeldzame planten die men hier aantreft zijn onder meer de gewone agrimonie en het echt duizendguldenkruid (foto links). Beide soorten staan op de ‘rode lijst’). Op de vochtiger plekken tussen de kruipwilgen groeien wespenorchissen (foto rechts van Tineke Wouda), de grote keverorchis en het zeldzame rond wintergroen.

Ook komt hier een grote variëteit aan paddenstoelen voor waaronder de (vrij) zeldzame penseelfranjezwam en de oranje berkenboleet. Meer algemeen is de toefige labyrintzwam. Andere bijzondere soorten zijn de roze en de grote stinkzwam, kale en geschubde inktzwammen en de bekende, maar giftige, vliegenzwam (rood met witte stippen). De vliegenzwam groeit bij voorkeur op wat zure grond. De wortels van de berk vormen samen met de schimmeldraden van de vliegenzwam een groot ondergronds netwerk waardoor zowel paddenstoel als boom beter voedingsstoffen uit de bodem kunnen opnemen. Deze vorm van samenleven, die in de natuur geregeld voorkomt, wordt ‘symbiose’ genoemd.

27

Route A Bushalte Horeca S1 Startpunt 10 de nummers verwijzen naar de nummers in de tekst. 28

S1 Route B S1 S1 1 1 S1 1 29