Watertoppers
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Droge voeten in Noord-Holland Watertoppers Docentenhandleiding Groep 4 - 6 basisonderwijs Praktijkonderwijs, alle leerjaren 1 Inhoudsopgave Pagina: 1. Introductie 3 2. Doel en doelgroep programma 3 3. Opbouw lessen 4 4. Tijdsinvestering 4 5. Minimale inhoudelijke voorbereiding bezoek Zuiderzeemuseum 4 6. Praktische voorbereiding bezoek Zuiderzeemuseum 4 6.1 Begeleiding vanuit het museum en vanuit school 4 6.2 Kleding 4 6.3 Verdeling groepjes 5 6.4 Programma en begeleiding in het museum 5 7. Evaluatie van het museumbezoek 5 8. Lessen voor op school 8 Bijlagen 11 t/m 36 2 1. Introductie Deze docentenhandleiding word je aangeboden in het kader van de educatiemodule Droge Voeten in Noord-Holland en sluit aan bij het educatieve programma in het Zuiderzeemuseum Watertoppers. Doelgroep zijn leerlingen van groep 4 tot en met 6 en alle leerjaren praktijkonderwijs. In deze docentenhandleiding vindt je lessen die je op school kunt uitvoeren wanneer je in de klas het thema water behandelt. Deze lessen kun je gebruiken als inhoudelijke voorbereiding op het museumbezoek, maar je kunt ze ook los hiervan inzetten, zonder het museum te bezoeken. Kom je met je klas naar het Zuiderzeemuseum dan raden wij je aan in ieder geval de hoofdstukken 5 en 6 te lezen. Naast Watertoppers bestaat de watereducatiemodule Droge Voeten in Noord-Holland uit nog een drietal educatieve programma’s voor BO en VO. Meer over deze programma’s kun je vinden op de bijbehorende website www.zuiderzeemuseum.nl/drogevoeten. Het Zuiderzeemuseum heeft de module ontwikkeld in opdracht van en samenwerking met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Het Zuiderzeemuseum werkte voor de ontwikkeling van Watertoppers nauw samen met Belevenisonderwijs, OBD Noordwest en MEC De Witte Schuur. De activiteit ‘dijken bouwen’ in het museumprogramma is naar een idee van Belevenisonderwijs (www.belevenisonderwijs.nl). Heb je na het lezen van deze handleiding en/of na het bezoek aan het Zuiderzeemuseum nog vragen, opmerkingen of tips, neem dan contact op met de afdeling Educatie Zuiderzeemuseum: [email protected], 0228-351 127. Wij wensen je veel plezier en succes! 2. Doel en doelgroep programma Uit onderzoek van het HHNK is gebleken dat kinderen en jongeren vaak geen idee hebben wie onze bescherming tegen het water waarborgt en hoe. Het hoofdthema van de watereducatiemodule Droge Voeten in Noord-Holland is daarom toegespitst op waterveiligheid. Hoe houden we droge voeten in Noord-Holland? Hoe deden we dit vroeger en hoe zal dit gaan in de toekomst? Doel van het programma is leerlingen op speelse en actieve wijze kennis te laten maken met: -het feit dat Noord-Holland onder zeeniveau ligt -hoe we worden beschermd tegen het water en door wie (dijken, duinen, polder, waterschap) -wat er gebeurde tijdens de watersnood in 1916, de oorzaken en de gevolgen -wat de Afsluitdijk is en waarom deze is gebouwd -waarom bescherming tegen water nodig blijft, nu en in de toekomst Overigens wordt het programma wat betreft groep 4 vooral geschikt geacht voor leerlingen die al aan het einde van groep 4 zitten. Ben je aan het begin van het schooljaar bezig met het thema water, dan kan het voor jou ook interessant zijn om te kijken naar het programma Het grote Waterexperiment voor groep 3-4. Natuurlijk bepaal je uiteindelijk zelf wat je geschikt en leuk vindt voor je leerlingen. De lessen op school hebben als doel de voorkennis en eigen ervaringen die jonge kinderen hebben met water te activeren en om gezamenlijke ervaringen op te bouwen. 3. Opbouw lessen De opbouw van de lessen bestaat uit een klassikaal gesprek of kringgesprek als inleiding, waarna suggesties worden gedaan voor vervolgactiviteiten. Dit kunnen klassikale activiteiten zijn, maar ook activiteiten die de leerlingen in groepjes doen of individueel. 3 4. Tijdsinvestering Voor de kringgesprekken kan worden uitgegaan van maximaal 20 minuten. De vervolgactiviteiten zijn zelf in te plannen en kunnen langer of korter duren al naar gelang de beschikbare tijd en de organisatie. 5. Minimale inhoudelijke voorbereiding bezoek Zuiderzeemuseum Indien je naar het museum komt en weinig ruimte in je onderwijsprogramma heeft om voorbereidende lessen uit te voeren, vragen wij minimaal de volgende voorbereiding: Oriënteer met de leerlingen op: -het feit dat Noord-Holland onder zeeniveau ligt -hoe we worden beschermd tegen het water en door wie (dijken, duinen, polder, waterschap) Bereid hen ook voor op wat er gaat gebeuren in het museum: In het museum zullen jullie worden opgeleid tot Watertoppers. Je komt van alles te weten over de strijd tegen het water. Let dus goed op, dan krijg je aan het einde van het bezoek een echt Watertopper diploma uitgereikt! 6. Praktische voorbereiding bezoek Zuiderzeemuseum 6.1 Begeleiding vanuit het museum en vanuit school Vanuit het museum gaat er per klas 1 museumdocent mee. Zij vertelt op een heldere manier over bescherming tegen het water vroeger en nu. Op verschillende plekken zal zij de leerlingen uitnodigen om iets te ontdekken en uit te proberen. Bij deze activiteiten geeft de museumdocent duidelijke instructies over de wijze waarop de activiteit wordt uitgevoerd en heeft hierbij de veiligheid van de kinderen voor ogen. Daarnaast heeft de museumdocent bij het uitvoeren van de activiteiten ondersteuning nodig van schoolbegeleiders. Het is daarom belangrijk dat er voldoende begeleiding vanuit school geregeld wordt. Het gewenste aantal begeleiders vanuit school is bij dit programma minimaal drie. Belangrijk: Het blijft ten alle tijden de verantwoordelijkheid van de school om te letten op de kinderen en hen te corrigeren als zij zich niet aan de algemeen in een museum geldende gedragsregels houden. 6.2 Kleding Vraag aan de ouders ervoor te zorgen dat de leerlingen kleding dragen die vies mag worden en dat ze regenlaarzen dragen! Het programma in het Zuiderzeemuseum zal zich geregeld in de buurt van water afspelen (ondiepe sloten en strandje bij IJsselmeer). Tijdens het onderdeel dijken bouwen zullen de leerlingen zelfs even met de voeten in het water moeten staan. Daarnaast zullen de leerlingen soms door gras of stukjes weiland lopen waar het modderig kan zijn en zullen ze met water spelen. Het museum heeft een beperkte voorraad regenlaarzen. Daarom is het belangrijk dat de leerlingen zoveel mogelijk deze zelf al aan hebben of meenemen naar het museum. 6.3 Verdeling groepjes Tijdens de activiteit ‘dijken bouwen’ zullen de leerlingen werken in groepjes van drie. Verdeel de klas van tevoren op school al in groepjes. Dat scheelt tijd in het museum. 4 6.4 Programma en begeleiding in het museum Totale duur programma: circa 1 ½ uur Maximaal aantal leerlingen per programma: 25 Bij aankomst in het buitenmuseum van het Zuiderzeemuseum (bij de stadsingang of met de boot via het entreepaviljoen) word je opgevangen door de museumdocent. Na een introductie starten de leerlingen met hun opleiding tot Watertoppers. Samen met de museumdocent gaan de leerlingen op pad door het buitenmuseum en voeren allerlei activiteiten uit voor hun Watertopper examen. De route eindigt bij een strandje aan het IJsselmeer voor de ultieme test: het praktijkgedeelte waarbij leerlingen zelf een dijk gaan bouwen en in het IJsselmeer testen. Ze krijgen een bepaald budget waarvan ze verschillende materialen kunnen kopen voor het bouwen van hun dijk. Ten slotte krijgen ze hun Watertopper certificaat uitgereikt. Schematisch ziet het programma er als volgt uit: Aankomst en introductie circa 15 min. Activiteitenroute circa 30 min. Dijken bouwen circa 30 min. Afsluiting circa 15 min. 7. Evaluatie van het museumbezoek Na het museumbezoek hebben alle leerlingen een gezamenlijke ervaring opgedaan met water. Veel van de lessen die in hoofdstuk 8 staan beschreven kun je ook naderhand doen. Waterbeheer heeft dan verschillende betekenissen gekregen voor de leerlingen. Bied leerlingen na afloop van het museumbezoek in ieder geval de gelegenheid om op het bezoek terug te kijken. Dit kan bijvoorbeeld door: - Een kringgesprek of tweetalgesprekken waarin kinderen hun meest bijzondere ervaring uit het museum vertellen. - Een verwerkingsvorm als tekenen of schilderen over het museum, voorzien van een onderschrift over hun bezoek. 5 8. Lessen voor op school Tip! Alle afbeeldingen die in deze docentenhandleiding staan en die je kunt gebruiken voor je lessen, kunt je ook terugvinden in de fotogalerij op www.zuiderzeemuseum.nl/drogevoeten. Les 1: Leven lager dan de zee Doel: -leerlingen leren wat het betekent om onder zeeniveau te leven en hoe en door wie we beschermd worden tegen het water. Benodigdheden: -kaart van Nederland -hoogtekaart van Nederland -eventueel digibord -computer met internetverbinding -afbeeldingen uit bijlage 2 Klassikaal gesprek of kringgesprek: Laat de leerlingen de kaart van Nederland bekijken. Je kunt ze dit laten doen door gebruik te maken van de kinderatlas of je hangt de grote kaart voor het bord of je toont hem op het digibord. Opmerking vooraf: onderstaande vragen zijn gericht op de situatie in Noord-Holland. Pas ze eventueel aan aan de provincie waar je school staat en de situatie aldaar. Je kunt deze ook vergelijken met de situatie in Noord-Holland. Kijk samen met de leerlingen naar de kaart en stel de vraag: In welke provincie staat onze school? Laat een leerling de provincie Noord-Holland aanwijzen. Stel vervolgens de vraag: En in welke plaats staat onze school? Laat een leerling de plaats weer aanwijzen. Bespreek daarna met de leerlingen: Noord-Holland is aan drie kanten omgeven door water. Benoem samen met de leerlingen welk water dit is: Noordzee, Waddenzee, IJsselmeer, Markermeer. Bekijk met de kinderen nu een ander soort kaart van Nederland: de hoogtekaart (in de kinderatlas maar ook vele voorbeelden van te vinden op internet). Stel hen de volgende vragen: -Wat valt hen op? -Wat betekenen de verschillende kleuren? -Wat zien we dan bij de plaats waar wij wonen? Een groot deel van Noord-Holland (en Nederland) ligt onder zeeniveau. Test de voorkennis van de kinderen en vraag of zij weten wat dit betekent. En wat merken zij daar eventueel van in de plaats waar ze wonen? Bespreek daarna verder: Het grootste deel van het land in Noord-Holland ligt lager dan de zee en het andere water er omheen zoals het IJsselmeer en het Markermeer.