Jaarboekje 1948
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Jaarboekje 1948 van de REVOLUTIONAIRE Dr KUlfperstraat 3 •s-Qravenhage Kiest NNZ, .ZAKKEN. ~ .,,·1 - ' Noord Nederlandscbe ' i Zakkenbandel N. V. Eemskanaal N.Z. 46 GRONINGEN JM. EN EXPORT Levering van alle soorten nieuwe en gebruikte zakken voor: aardappelen, granen, zaden, kunstmest, veevoeders etc. Telegram·adies:* JUTE GRONINGEN , Tel. No. 23617/8 JAARBOEKJE 1948 van de Antirevolutionaire Partij Dr. Ku4perstraat 3 - ·s-Qravenhage VOORWOORD Zo verschijnt dan het eerste jaarboekje van de Antirevolutionaire Partij. Hiermede wordt aan de door velen reeds lang gevoelde behoefte voldaan. Het bevat voor de eerste maal niet veel meer dan een opsomming van feitelijke gegevens en van adressen. Bij een volgende druk zal ook enig statistisch materiaal worden opgenomen. Maar ook zonder dat is het jaarboekje onmisbaar voor een ieder die medeleeft in de organisatie van de Antirevolutionaire Partij. Moge het in dezen zin aan zijn bestemming beantwoorden. Voor het Centraal Comité, de Adjunct-secretaris R. Gosker. Dr. H. Colijn "Als de blijheid, het sprankelend vernuft van de jeugd en haar veerkrachtig weerstandsvermogen tegen de moeiten van den dag, gepaard gaan met een blijmoedig geloof, dan hebben we den completen mensch in zijn besten verschijningsvorm. Maar dan moeten we de hoofdzaak hoofdzaak laten. Het is niet zoo, - en houdt dat wèl vast- dat onze christelijke levensovertuiging een gelijkwaardige plaats inneemt naast al onze opvattingen op ander terrein, doch zóó, dat al het andere door onze christP-lijke levens overtuiging geschraagd, gestut, gesteund wordt". H. COLIJN, 16 April 1941. 3 l. T. Du4maer van Twist ons erelid. De Heer Duymaer van Twist is het eerste eerelid van het Centraal Comité. De deputatenvergadering is nooit scheutig geweest met het uitdelen van dit soort onderscheidingen. Vandaar dat de Deputatenvergadering op 3 April 1941 den tachtig jarigen met een zo hartelijk applaus zijn plaats, nu een ereplaats in den vollen zin van het woord, deed behouden. Aan hem ~s bewaarheid geworden het woord der Schrift: "Een gansch getrouw man zal veelvuldig zijn in zegeningen" (Spr. 28 : 20 a). 4 In memoriam R. A. den Ouden Nu het eerste jaarboekje van de Antirevolutionaire Partij verschijnt, wordt tevens de gelegenheid aangegrepen een schuldige plicht te vervuilen jegens den heer R. A. den Ouden, den vroegeren adjunct~ secretaris van het Centraal Comité, die het vorig jaar, temidden van de voorbereidingen voor de verkiezingen, wel zeer onverwachts overleed. Een werkzaam leven werd toen afgesneden. Aan dit werkzame leven een woord van gedachtenis te wijden is meer dan een schuldige plicht, want het is de uitdrukking van spontane dankbaarheid tevens. Bijkans 20 jaar heeft de heer R. A. den Ouden de Antirevolutionaire Partij gediend als adjunct-sec,retaris en zijn naam blijft verbonden 5 aan onze partij in de periode, die besloten ligt tussen den eersten en den tweeden wereldoorlog. Hij heeft gediend in de schaduw. Uij heeft gewerkt, dag aan dag, week aan week, maand aan maand, op den achtergrond van het staatkundig gebeuren in dien tijd, maar ook midden in de politieke organisatie als zodanig. R. A. den Ouden, de naam was langzamer hand ook een program geworden, een program van zich nimmer rust gunnende activiteit, van altijd weer en onvermoeid staan op de bres voor de belangen der Partij en dàardoor eerbied afdwingend van allen, die met hem in aanraking kwamen. Ik heb hem alleen gekend in zijn latere jaren, toen hij reeds tot de ouderen behoren ging. Een rijzige figuur, altijd goed gekleed, scherpe groeven in het gelaat, soms wat cynisch in zijn uitdruk kingen en niet vrij van bijtend sarcasme, maar plichtsgetrouw steeds op zijn post, dat zijn zo enkele trekken van den man, die een groot deel van zijn leven gewijd heeft aan den dienst van het Centraal Comité. Neen, hij was maar niet een betaalde kracht, geroepen om een hem opgedragen taak te vervullen, maar hij was een Anti revolutionaire man, die zijn beginsel lief had met een grote warme liefde en die daarom ook aan die partij~organisatie zijn krachten gaf met volle overgegevenheid des harten. Hij zag de fouten in de organisatie scherp. Daarover heeft hij zich meermalen niet onbetuigd gelaten. Maar telkens weer heeft hij op zijn wijze getracht daarin verandering en verbetering tE brengen. Met name de organisatie van de propaganda had zijn voortdurende aandacht en tot in het laatst van zijn leven toe, tot in zijn grijzen ouderdom, heeft hij gevochten als een leeuw voor de Antirevolutio naire Propagandaclubs. Hij heeft die Propagandaclubs verdedigd met een felheid en een verbetenheid, waaruit toch voor alles sprak de liefde voor de zaak die hij diende. En als Den Ouden vocht, dan was het ook inderdaad "vechten" en dan geschiedde dit niet steeds met een soepele buigzaamheid, welke van geven en nemen weet. Wanneer hij eenmaal zijn positie had bepaald, dan stond hij vast en onvermurwbaar, dan wist hij van toegeven noch wijken. Maar doet dit iets af aan de waardering van zijn persoon? Was ook zijn bestrijding van de Staatkundig Gereformeerden en van de Hervormd-Gereformeerde Staatspartij niet vaak fel en ll~rtstochtelijk? De verdeeldheid der Christelijke partijen sneed hem door de ziel. Hoe scherp waren soms zijn artikelen "Hoe men de kiezers voorlicht". Verbeten waren zijn aanvallen. Maar een ieder die hem wat meer van nabij kende wist, dat achter die scherpte van toon schuil ging de bewogenheid van zijn ziel over de ver deeldheid van hen, die samen behoorden op te trekken op het staatkundige erf. Onvermoeid werkte hij, dag en nacht! Veel was hij van huis, want het aantal spreekbeurten, dat hij ver vulde, was legio. Met de grootste zorg werden die spreekbeurten voorbereid. Wanneer Den Ouden optrad werd er niet een vuurwerk ontstoken, maar dan kwam er een ged.ocumenteerd betoog, waaraan 6 de grootste zorg was besteed en niet alleen wat den inhoud betreft, want ook aan den vorm, waarin hij zijn gedachten kleedde, werd aandacht geschonken. Als spreker was hij dan ook bij vele kies verenigingen zeer gezien. En nooit was hem de reis te veel, hoe ver de afstand ook was. Hij had er geen behoefte aan voor volle zalen te spreken. Voor de kleinste groep was hij bereid te komen, wanneer men hem daar voor vroeg. Den Ouden is heengegaan. Toen hij 70 jaar oud was, heeft de Partij hem gehuldigd. Dat is een hoogtijdag in zijn leven geweest. Toen was hij nog fit en krachtig en voorzoveel het hemzelf betrof, dacht hij aan heengaan niet. Den Ouden was een van die markante figuren, die strijdbaar en actief in het harnas begeren te sterven. De omstandigheden hebben er toe geleid dat hij ook inderdaad in het harnas gestorven is. Want hoewel hij dan officieel de functie van adjunct-secretaris aan jongere handen moest overdragen, dit heeft voor hem niet veel verandering gebracht in zijn leven. Want de bezetting kwam en natuurlijk behoorde ook hij tot den kring der twaalf apostelen en hij trok er op uit, het land door, maar dan ook letterlijk het gehele land door. Wie zocht in dien ouden, maar krassen man een agitator tegen het Nationaal-Socialisme? En toch was hij dat in den vollen zin van het woord. En zo kon hij, de altijd actieve, zijn werk voort zetten, illegaal, het zij .zo, maar daarom niet minder intensief. Zo bleef hij in de sfeer van den arbeid, waaraan hij zijn leven had gewijd en die sfeer is om hem heen gebleven ook toen voor ons land het uur der bevrijding sloeg. De Ouden was adjunct-secretaris. Dat is hij gebleven tot aan zijn sterven toe. Zijn leven was met die functie zo innig, maar ook zo geheel verweven, dat hij haar innerlijk nimmer losgelaten heeft en eerst toen God de Here de levensdraden doorsneed, eerst toen kwam er rust voor dit hartstochtelijk leven. In het harnas is hij gestorven. De partij denkt met eerbied terug aan dezen stoeren, onvermoeiden werker. En wanneer men afstand genomen heeft van de periode die voorbij ging en ook van den mens, die den naam R. A. den Ouden droeg, dan treft niet meer in de eerste plaats de felheid en de verbetenheid, maar dan domineert de trouwe plichtsvervulling en de harstochtelijke liefde voor de zaak, die hij. onverdroten heeft gediend. In het stormachtig beweeg der laatste jaren is zijn heengaan vrijwel onopgemerkt gebleven. Er gebeurt tegenwoordig ook zo ontzaglijk veel, dat hoofden en harten gevangen houdt. Daarom temeer was het een behoefte om in dit jaarboekje speciaal de aan dacht te vragen voor R. A. -den Ouden, den trouwen secretaris van het Verband van Antirevolutionaire Propaganda- en Studieclubs, dezen onmisbare op het Bureau Centraal Comité. Op den 12den Januari 1946 woonde hij nog een vergadering bij van het Kamer- 7 kieskringbestuur Leiden. Na een ziekte van slechts twee dagen nam God hem tot zich. En al schrijvende aan dit "In Memoriam" komen steeds meer herinneringen op, herinneringen, die eigenlijk behoorden te worden vastgelegd. Maar waartoe zouden we ons verdiepen in allerlei bijzonderheden? Een gemakkelijk leven heeft de heer R. A. den Ouden niet gehad. Veel heeft hij meegemaakt. De teleurstellingen zijn hem niet bespaard gebleven. En de stroefheid van zijn optreden was waarschijnlijk mede daaraan te wijten. Maar één ding stond als een paal boven water. Daaraan kon nooit worden getwijfeld. Zijn trouw! En dan niet alleen zijn trouw aan de Antirevolutionaire Partij, maar veel meer nog zijn trouw aan de Koningin. Want wie met Den Ouden omging ervoer dit steeds:. de liefde voor hel Vorsten huis brandde diep in zijn ziel. Zo is Den Ouden dan van ons heengegaan. Na de bevrijding heeft het Centraal Comité hem benoemd tot hono rair secretaris. Gaarne heeft hij die benoeming aanvaard. Hij is er dankbaar voor geweest en heeft daarin mogen zien een erkenning van zijn dienst aan de Partij bewezen.