Koor en Orkest Collegium Vocale Bach

12 mei 93 Bach Koor en Orkest Collegium Vocale

muzikale leiding Phillipe Herreweghe Solisten Barbara Schlick, sopraan Catherine Patriasz, alt Christoph Prégardien, tenor Peter Kooy, bas

Programma Johann Sebastian Bach (1685-1750) Cantate 'Lobet Gott in seinen Reichen', BWV 11 Cantate 'Gott fahret auf mit Jauchzen', BWV 43 Pauze Magnificat, BWV 243

inleidend gesprek door Magda De Meester in Foyer 19.15 uur aanvang concert 20.00 uur pauze 21.00 uur einde concert 22.00 uur Koor en Orkest Collegium Vocale eerste Sopranen Dominique Verkinderen celli Ageet Zweistra Lut Van De Velde Harm-Jan Schwitters Ellen van Ham contrabas Jonathan Cable tweede Sopranen Annelies Coene orgel Herman Sünders Hildegarde Van Overstraeten Brigitte Verkinderen hobo Marcel Ponseele Taka Kitazato alten Steve Dugardin Lars Henrikson Beat Duddeck Betty Van den Berghe pauken Benedict Hoffnung Martin Van der Zeijst fagot Marilyn Boenau tenoren Hans Herman Jansen fluit Patrick Beuckels Koen Laukens Jan De Winne Joël Suhubiette trampet Stephen Keavy Joost Van der Linden William O'Sullivan hassen Pieter Coene Robert Van Ryne Jan Depuydt Christoph Dobmeier muzikale leiding Paul Van den Berghe Frits Van Hülle eerste viool Florian Deuter violen Robert Diggens Michyo Kondo Paul Lindenauer Diana Moore Martha Moore Andreas Preuss viola Peter Van Boxelaere Ubdhava Wilson-Meyer Koor en Orkest Collegium Vocale Philippe Herreweghe

Het koor Collegium Vocale werd opgericht in 1970 op Philippe Herreweghe was, naast zijn studies in genees- initiatief van Philippe Herreweghe. Het was in die tijd kunde en psychiatrie, ook geïnteresseerd in de oude het eerste vocaal ensemble dat op het gebied van de muziek. Hij studeerde clavecimbel en orgel aan het vocale polyfonie resoluut nieuwe wegen insloeg. Van conservatorium van zijn geboortestad Gent, bij Johan bij het begin werd intensief samengewerkt met Musica Huys en Gabriël Verschraegen. Antiqua Amsterdam en , Van doorslag- Sinds vele jaren doet hij, samen met het Collegium gevend belang was eveneens de nauwe samenwerking Vocale van Gent en de Chapelle Royale, onderzoek in met Nicolaus Harnoncourt en Gustav Leonhardt. een repertorium dat van de Renaissance tot de heden- Het Collegium Vocale bestaat uit zestien tot twintig daagse werken gaat. Als orkestleider dirigeerde hij jonge zangers met een gedegen muzikale achtergrond. verschillende werken uit dit repertoire. Naast La De bijzondere stemplaatsing, het vermijden van Chapelle Royale, zijn eigen ensemble, en Concerto intonatievibrato, de conséquente muzikale articulatie, Köln leidde hij ook traditionele formaties als Scottish het finaal stellen van barokke pathos, dit alles geeft Chamber Orchestra, Ensemble Orchestral de Paris, aanleiding tot een klankbeeld en expressiviteit die Orchestre Philharmonique de Liège en Musique heel verfrissend en boeiend zijn. Oblique, waarmee hij in deSingel een onvergetelijke In functie van het programma wordt het koor aange- uitvoering van het Requiem van Fauré bracht. vuld met een internationaal samengesteld orkest Hij trad op in de belangrijkste Europese steden en in waarin topmusici uit de barokwereld elkaar regelma- Amerika. De laatste jaren was hij te gast op festivals in tig terugvinden voor plaatopnames en - veelal buiten- Frankrijk, Polen, Duitsland en Vlaanderen. Sinds landse - concertreizen. 1982 is hij Artistiek Directeur van het Festival en het Institut de Musique Ancienne van Saintes. Momenteel is Herreweghe eveneens verbonden aan het Parijse Théâtre des Champs-Elysées, waar een nieuw barokorkest wordt samengesteld onder de ar- tistieke leiding van Herreweghe zelf en Christophe Coin. Philippe Herreweghe werkt ook intensief samen met Anne Teresa De Keersmaeker. Hij leidde het Orchestre des Champs-Elysées bij de première van 'Mozart: Concertaria's' in Avignon op 30 juli jl., een Choreografie die in maart ook in deSingel te zien was. Barbara Schlick Catherine Patriasz

Barbara Schlick werd in Wurzburg geboren en stu- De mezzosopraan Catherine Patriasz studeerde aan het deerde op het conservatorium aldaar en in Essen bij Conservatorium van Amsterdam bij Cora Canne Prof. Wesselmann. Momenteei geeft zij naast haar Neijer en behaalde er haar diploma 'cum laude1. Ze is al uitgebreide concertactiviteiten zangles aan het Con­ verscheidene jaren lid van het Nederlands Kamerkoor, servatorium in Wurzburg en geeft zij cursussen Oude waarmee ze ook regelmatig als soliste optreedt. Het Muziek in Frankfurt en Bremen. 'Requiem' van Mozart en 'la petite messe solenelle' van Ze begon haar internationale carrière in 1967 als Rossini werden recent opgenomen. soliste in Scherbaums Barockensemble. Sindsdien Ze zong ook verschillende keren de rol van het kind heeft zij een uitstekende naam gekregen als vertolkster in 'L'enfant et les sortileges' van Maurice Ravel onder van alle barok- en klassieke muziek en is zij in bijna de leiding van Hans Vonk. Ze werkte ook mee aan de alle belangrijke muziekcentra in Europa, in Israël, opname van Mozarts 'Zauberflöte1 onder leiding van Canada, de Verenigde Staten en Rusland opgetreden Ton Koopman. (bijv. Festspiele van Hannover, Göttingen, München, Catherine Patriasz werd uitgenodigd op het Festival Ansbacher Bachwoche, Bachfeste Berlin, Europäisches van Ansbach, het Festival van Viaanderen, het Musikfest Stuttgart, Festival van Viaanderen, Holland Hollandfestival en werkte regelmatig met Sigiswald Festival, Festival Estival Paris, Prestige de la Musique- Kuijken, Ton Koopman, Nikolaus Harnoncourt, Paris, Mai Musicale Bordeaux, Rome, Turijn, Salzburg, Philippe Herreweghe en Reinbert de Leeuw. Wenen, Bregenz, Prager Frühling, Lissabon, Madrid, Moskou, Washington Haydn-Festival, Jerusalem). Zij werkte met bekende dirigenten zoals Jurgen Jurgens, Michel Corboz, Philippe Herreweghe, Ton Koopman, Ivan Fischer, Sigiswald Kuijken, Bruno Weil, David Shallon e.v.a. en werkte mee aan talrijke radio-, televisie- en plaatopnamen in binnen- en buitenland bijv. Weihnachtsoratorium-Erato en Mathäuspassion-Har- monia Mundi France e.v.a. Sinds 1979 treedt ze ook op als operazangeres, voomamelijk in barokopera's o.a. bij de Münchener Opernfestspiele 1980, de Göttinger Handelfestspiele, in Bern, St. Gallen, Hamburg en Schloss Bruhl. Christoph Prégardien Peter Kooy

Christoph Prégardien begon zijn muzikale loopbaan Op zesjarige leeftijd, in 1960, zingt Peter Kooy reeds bij de Limburger Domsingknaben. Hij studeerde mee in het koor opgericht door zijn vader. In 1970 solozang aan de Frankfurter Hochschule bij Martin begint hij zijn vioolstudies aan het Conservatorium te Grundier. Later studeerde hij bij Carla Castellani in Utrecht. Hij voelt zieh echter meer aangetrokken tot Milaan, Karlheinz Jarius in Frankfurt en Alois Tremi de zang en schrijft zieh in voor een opleiding bij Max in Stuttgart. van Egmond aan het Sweelinck Conservatorium te Christoph Prégardien kreeg engagementen in de grote Amsterdam. In 1980 behaalt hij er zijn diploma als internationale operahuizen: Frankfurt, Gelsenkirchen, solist. Sinds 1972 is hij ook lid van het Kamerkoor van Stuttgart en Hamburg. Zijn repertoire omvat de Nederlandse Radio. ondermeer Almaviva in 'II Barbiere di Siviglia', Fenton Naast een uitgebreide discografie bestaan er ook tal- in Verdi's 'Falstaff en Tamino in 'Die Zauberflöte'. rijke radio- en televisieopnamen van optredens van Christoph Prégardien is ook regelmatig te hören op de Peter Kooy. Hij treedt ook op in verschillende inter­ concertpodia. Hij zong op het Festival in Viaanderen, nationale festivals, onder andere van Holland, Viaan­ in Holland, Israël, Parijs, Aix cn Provence, Ansbach, deren, Saintes, la Chaise-Dieu en Escorial. Samen met Frankfurt, Innsbruck, Göttingen, Berlijn en Londen. de Chapelle Royale maakte hij ook een opgemerkte Hij werkte met vooraanstaande dirigenten als Gustav concertreis door Zuid-Amerika; ook dirigenten zoals Leonhardt, Ton Koopman, Philippe Herreweghe, Ton Koopman en Gustav Leonhardt werken regelma­ Sigiswald Kuijken, Roger Norrington, Frans Brüggen, tig met hem samen . Wolfgang Gönnenwein, Helmuth Rilling en Michael Gielen. Christoph Prégardien neemt regelmatig C.D's op. Zo nam hij onlangs op Johannes Passion' van Bach en Mozarts 'Concertaria's' met Sigiswald Kuijken, 'Buxtehude-Kantaten' met Ton Koopman, Bach's 'Matthäus Passion' met Gustav Leonhardt, 'Bach-mis- sen' met Philippe Herreweghe en 'Schütz Symphoniae Sacre III' met Frieder Sernius. Johann Sebastian Bach

In de 17de en de eerste helft van de 18de eeuw bekleedt de Cantate onder de muzikale genres een vooraan- staande plaats. Sterk verwant met opera en Oratorium ontstaat ze in eerste instantie als lyrische tegenhanger van deze dramatische en epische zustervormen in Italie. In de loop van de 17de eeuw doet ze ook in de buurlanden haar intrede en kent ze als 'kerkcantate' een onovertroffen hoogtepunt in het protestantse Duits- land. Dit hoogtepunt is onlosmakelijk met de naam van Johann Sebastian Bach verbonden. Een van de oorzaken - wellicht ook de belangrijkste - die tot deze climax leidden, is de Lutherse theologie. De overtuiging dat het in de Bijbel opgetekende woord van God dood en zonder werking was, zolang het niet echt verkondigd werd, bracht een totale herorientering in de kerkmuziek met zieh mee. In het spoor van de gezangen van Luther zelf, waarin een zeer nauwe band bestaat tussen tekst en muziek, leg- den de komponisten van religieuze muziek zieh ook toe op een precieze en gevoelvolle declamatie van het gezongen woord. Dit was ook steeds vaker het Duits in plaats van het Latijn. In 1723 werd Johann Sebastian Bach cantor aan de St. Thomaskirche te Leipzig, een functie die niet alleen heel wat educatieve en organisatorische verplichtin- gen meebracht, maar ook het voorzien in kerkmuziek inhield. Centraal stond het componeren van de 'Hauptmusik', de muziek voor de eredienst op zondag en op kerkelijke feestdagen, namelijk cantates. De cantate had haar vaste plaats in de eredienst: na de voorlezing van het Evangelie en voor het zingen van de Lutherse geloofsbelijdenis. Bestond zij uit twee van dit Oratorium: trompetten, fluiten, hobo's en delen, dan weerklonk het tweede na de kanseldienst of strijkers brengen een voorspel. Het koor zet bij het uitdelen van het 'Avondmaal'. Voor de uitvoe- homofoon in om in het verdere verloop in een ring ervan was het koor van de St.Thomasschule, of polyfone beweging het materiaal van de inleiding in tenminste een elite van de meest geschoolden, verant- het eigen thema te verweven. De boodschap van de woordelijk. De 'lessenaaraanvoerder' van elke stem evangelist wordt - naar goede traditie - door de tenor trad tegelijk op ais 'Concertist' in de solopartijen. Hier- gebracht in een secco recitatief. Enkel de directe rede bij voegden zich dan nog de instrumentisten, wat het van de beide witgeklede mannen maakt hierop een totaal aantal uitvoerders op ongeveer 26 tot 34 perso­ uitzondering: ze is getoonzet voor bas en tenor in een nen bracht. arioso, eerst homofoon ('Ihr Männer von Galiläa...'), daarna canonisch ('Dieser Jesus...'). Precies zoals in het Weihnachtsoratorium, zijn ook Cantate 'Lobet Gott in seinen Reichen', BWV 11 hier de recitatieven op niet-Bijbelse teksten van instrumentale begeleiding voorzien, die de declamatie De hemelvaarts-cantate 'Lobet Gott in seinen Reichen' akkoordisch ondersteunen, de cadenzen versieren of ontstond vermoedelijk in hetzelfde kerkjaar als het de tekst illustreren (bv. 'wie die heissen Tränen von 'Weihnachtsoratorium', met name in 1735. Evenals in unsern blassen Wangen rollen...'). het kerstoratorium bedient Bach zich ook hier verre- gaand van de parodie-techniek: een aanzienlijk deel van de muziek, meer bepaald het openingskoor en de Cantate 'Gott führet auf mit Jauchzen', BWV 43 beide aria's ontleende Bach immers aan vroegere com- posities. De tekst is het verhaal van de hemelvaart, zoals De cantate BWV 43, feestelijk geïnstrumenteerd met dat opgetekend Staat bij de evangelisten Markus en trompetten, pauken, hobo's, strijkers en continuo, Lukas. De madrigalistische gedichten die in het geheel schreef Bach voor de hemelvaartsdienst op 30 mei verweven werden, verrijken de zuiver berichtgevende 1726. De spreuk waarmee deze cantate ingezet wordt en Bijbeltekst met beschouwende passages en gebed. Zo die uit het Oud Testament (Psalm 47, 6-7) stamt, wordt vraagt het derde deel (hoewel Jesus reeds afscheid naar oudchristelijke traditie in verband gebracht met genomen heeft) bedroefd: "Ach Jesu, ist dein Jesus' hemelvaart. De bijbelteksten uit het Nieuwe Testa­ Abschied schon so nah?", terwijl het vierde element ment werden ontleend aan het evangelie volgens Markus Jesus verzoekt nog te blijven. Bij de aankondiging van en worden ook in deze cantate becommentarieerd en de twee mannen in witte gewaden wordt aangeknoopt aangevuld door vrije gedichten. met de uiting van hoop op een spoedige wederkomst. De cantate begint met een groots openingskoor: de Het feestelijke openingskoor uit de schoolcantate van fugatische beweging van de instrumenten wordt door 1732 leent zich uitstekend tot de inleidende beweging het koor overgenomen, waarbij de inzetten - zoals in de cantate BWV 11 - versterkt worden door homofone onontgonnen bleef. Het Magnificat is een van de instrumentale klankblokken. eerste werken die bij de Bachrevival onder impuls van Op het syllabisch gedeclameerd secco-recitatief volgt Mendelssohn in de 19de eeuw opnieuw het levens­ dan een aria voor tenor, onderlijnd door een krachtige licht zagen. Bach componeerde het Magnificat, de obligate vioolpartij. In tegenstelling tot het breed lofprijzing van Maria uit het Lucas-evangelie, in 1723 uitdeinende openingskoor, is het daaropvolgende frag­ tijdens zijn eerste jaar aan de St.Thomaskirche. Dit ment op tekst uit het oud testament getoonzet als een schitterende hooglied van de katholieke kerk werd in kort en sober recitatief. de Lutheraanse vesperdienst overgenomen, maar De eerste strofische tekst wordt ingezet door een meestal in Luthers Duitse vertaling gezongen. In sopraansolo, begeleid door strijkers en verrijkt door de Leipzig werd het in de vierstemmige versie van hoboklank. De dramatiek van het daaropvolgend Hermann Schein uitgevoerd. Op de drie belangrijkste recitatief - accompagnato ditmaal wordt doorgetrok- hoogdagen echter - Kerstmis, Pasen en Pinksteren - ken in de basaria met obligate trompetpartij. In het verkoos men de Latijnse versie. Het was dus voor de körte secco-recitatief ('Der Vater hat ihm ja ein ewig Kerstmisvespers van 1723 dat Bach dit werk compo­ Reich bestimmt...') dat volgt, voltrekt de versiering op neerde. Aanvankelijk stond het werk in Es en bevatte het woord 'schau (ihm freudig nach)' het oprichten van het vier koralen in kerstsfeer. Tussen 1728 en 1731 de blik naar de hemel door een stijgende beweging. De nam Bach het weer op, transponeerde het in de klaar- tekst 'Ich sehe schon im Geist, wie er auf seine Feinde dere toonaard D, schrapte de toegevoegde koralen en schmeisst' is relatief ondramatisch en met de in tertsen wijzigde hij de instrumentatie. musicerende hobo's haast dansend getoonzet. Vermoe- Precies zoals de h-moll Messe, vraagt het Magnificat delijk liet Bach zieh hier leiden door het evangelie een vijfstemmig koor en vier Solisten. Anders dan deze volgens Johannes, waarin de zege over de vijand al mis, is het Magnificat een volledig nieuwe compositie. voltrokken is, maar enkel nog verkondigd moet wor­ Ondanks de ongewone grootte van het ensemble weet den. Zo weerspiegelt dit fragment - ondanks de Bach een opmerkelijke transparantie te bewaren en chromatiek op woorden als 'Jammer, Not und woord en muziek zeer nauw op elkaar af te stemmen. Schmach' veeleer de zege en de vreugde dan het feite- Voorbeelden hiervan zijn de schitterende fugatische lijke gebeuren van de vernietiging der vijand. koorinzetten op 'Fecit potentiam', die door krachtige homofone tussenkomsten van het orkest ondersteund worden. Te vermelden zijn ook de cantus firmus van Magnificat, BWV 243 de hobo's in de koorpassage 'suscepit Israel puerum suum' en het koraal 'Meine Seele erhebet den Herrn', Gedurende meerdere decennia na zijn dood, leefde dat Bachs Magnificat in een eeuwenoude traditie Bach voornamelijk voort als componist voor klavier- plaatst. instrument, terwijl zijn rijke schat aan vocale werken Lobet Gott in seinen Reichen BWV 11

Koor Evangelist Lobet Gott in seinen Reichen, Und ward aufgehaben zusehends und fuhr auf gen Preiset ihn in seinen Ehren, Himmel, eine Wolke nahm ihn weg vor ihren Augen, Rühmet ihn in seiner Pracht! und er sitzet zur rechten Hand Gottes. Sucht sein Lob recht zu vergleichen, Wenn ihr mit gesamten Chören Koraal Ihm ein Lied zu ehren macht! Nun lieget alles unter dir, Dich selbst nur ausgenommen; Evangelist Die Engel müssen für undfür Der Herr Jesus hub seine Hände auf und segnete Dir aufiuwarten kommen, seine Jünger, und es geschah, da er sie segnete, schied die Fürsten stehn auch auf der Bahn er von ihnen. Und sind dir willig untertan; Luft, Wasser, Feuer, Erden Recitatief Muss dir zu Dienste werden. Ach, Jesu, ist dein abschied schon so nah ? Ach, ist denn schon die Stunde da, Evangelist Da wir dich von uns lassen sollen ? Und da sie ihm nachsahen gen Himmel fahren, siehe, Ach, siehe, wie die heissen Dränen da stunden bei ihnen zwei Männer in weissen Kleidern, Von unsern blassen Wangen rollen, welche auch sagten: Wie wir uns nach dir sehnen, Ihr Männer von Galiläa, was stehet ihr und sehet gen Wie uns fast aller Prost gebricht. Himmel? Dieser Jesus, welcher von euch ist auf genommen Ach, weiche doch noch nicht! Himmel, wird körnen, wie ihr ihn gesehen habt gen Himmel fahren. Aria Ach bleibe doch, mein liebstes Leben, Recitatief Ach fliehe nicht so bald von mir! Ach ja! so komme bald zurück: Dein Abschied und dein frühes Scheiden Tilg einst mein trauriges Gebärden, Bringt mir das allergrösste Leiden, Sonst wird mir jeder Augenblick Ach ja, so bleibe doch noch hier; Verhasst und Jahren ähnlich werden. Sonst werd ich ganz von Schmerz umgeben. Evangelist Gott fahret auf mit jauchzen, BWV 43 Sie aber beteten ihn an, wandten um gen Jerusalem von dem Berge, der da heisset der Olberg, welcher ist nahe bei Jerusalem und liegt einen Sabbater-Weg davon, Koor und sie kehreten wieder gen Jerusalem mit grosser Freude. Gottfahret aufmit Jauchzen und der Herr mit heller Posaunen. Lobsinget! lobsinget Gott, lobsinget, unserm Könige! Aria Jesu, deine Gnadenblicke Recitatief Kann ich doch beständig sehn. Es will der Höchste sich ein Siegsgepräng bereiten, Deine Liebe bleibt zurücke, Da die Gefängnisse er selbst gefangen führt. Dass ich mich hier in der Jeit Wer jauchzt ihm zu! Wer ists, der die Posaunen rührt? An der künftgen Herrlichkeit Wer gehet ihm zur Seiten ? Schon voraus im Geist erquicke, Ist es nicht Gottes Heer, Wenn wir einst dort vor dir stehn. Das seines Hamens Ehr, Heil, Preis, Reich, Kraft und Macht mit lauter Stimme singet Koraal Und ihm nun ewiglich ein Halleluja bringet. Wenn soll es doch geschehen, Wenn kömmt die liebe Zeit, Aria Dass ich ihn werde sehen Ja tausendmal tausend begleiten den Wagen, In seiner Herrlichkeit! Dem König der Kön'ge lobsingend zu sagen, Du Tag, wenn wirst du sein, Dass Erde und Himmel sich unter ihm schmiegt Dass wir den Heiland grüssen, Und was er bezwungen, nun gänzlich erliegt. Dass wir den Heiland küssen ? Komm, stelle dich doch ein! Recitatief Und der Herr, nachdem er mit ihnen geredet hatte, ward er aufgehaben gen Himmel und sitzet zur rechten Hand Gottes. Aria Mein Jesus hat nunmehr Das Heilandwerk vollendet Und nimmt die Wiederkehr Zu dem, der ihn gesendet. Er schliesst der Erde Lauf, Ihr Himmel! öffnet euch und nehmt ihn wieder auß Deel II Recitatief Recitatief Es kommt der Helden Held, Er will mir neben sich Des Satans Fürst und Schrecken, Die Wohnung zubereiten, Der selbst den Tod gefällt, Damit ich ewiglich Getilgt der Sünden Flecken, Ihm stehe an der Seiten, Zestreut der Feinde Häuf Befreit von Weh und Ach! Ihr Kräfte! eilt herbei und holt den Sieger auf. Ich stehe hier am Weg und ruf ihm dankbar nach. Aria Koraal Er ists, der ganz allein Du Lebensfürst, Herr Jesu Christ, Die Kelter hat getreten Der du bist aufgenommen Voll Schmerzen, Qual und Pein, Gen Himmel, da dein Vater ist Verlorne zu erretten Und die Gemein der Frommen, Durch einen teuren Kauf. Wie soll ich deinen grossen Sieg, Ihr Thronen! mühet euch und setzt ihm Kränze auf. Den du durch einen schweren Krieg Erworben hast, recht preisen Recitatief Und dir gnug Ehr erweisen ! Der Vater hat ihm ja Ein ewig Reich bestimmet; Zieh uns dir nach so laufen wir, Nun ist die Stunde nah, Gib uns des Glaubens Flügel! Da er die Krone nimmet H ilf dass wir fliehen weit von hier Vor tausend Ungemach. A uf Israelis Hügel! Ich stehe hier am Weg und schau ihm freudig nach. Mein Gott! wenn fahr ich doch dahin, Woselbst ich ewigfröhlich bin ! Aria Wenn werd ich vor dir stehen, Ich sehe schon ihm Geist, Dein Angesicht zu sehen ? Wie er zu Gottes Rechten A u f seine Feinde schmeisst, Zu helfen seinen Knechten Aus Jammer, Not und Schmach. Ich stehe hier am Weg und schau ihm sehnlich nach. Magnificat BWV 243

Koor Koor Magnificat anima mea Dominum suscepit Israel puerum suum recordatus misericordiae suae. Aria et exultavit spiritus mens in Deo salutari Koor meo. Sicut locutus est ad patres nostros, Abraham et semini eius in saecula. Aria Quia respexit humilitatem ancillae suae: Koor ecce enim ex hoc beatam me dicent Gloria Patri, gloria Filio, gloria et spiritui sane to! Koor Sicut erat in principio et nunc et semper omnes generationes. et in saecula saeculorum. Amen. Aria Quia fecit mihi magna quipotens est: et sanctum nomen eius Duet et misericordia a progenie in progenies timentibus eum. Koor Fecit potentiam in bracchio suo: dispersit superbos mente cordis sui, Aria deposuit potentes de sede, et exaltavit humiles, Aria esurientes implevit bonis: et divites dimisit inanes, Het slotconcert van de Bachreeks heeft plaats op woensdag 23 juni 93 . 20 uur . Blauwe Zaal met

muzikale leiding Sigiswald Kuijken

Solisten Nancy Argenta, sopraan , bas Johann Sebastian Bach Cantate 'Ach Gott, wie manches Herzeleid', BWV 58 Cantate 'Ich habe genug, BWV 82 Cantate 'Mein Herze schwimmt im Blut', BWV 199 deSingel wordt betoelaagd door de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van de Provincie Antwerpen. Ook dit jaar wordt de artistieke werking mede mogelijk gemaakt door Agfa-Gevaert, Gemeentekrediet van Belgié, Knack, De Morgen, de Nationale Loterij en S.W.I.F.T. deSingel INTERNATIONAAL KUNSTCENTRUM