provinciaal ruimtelijk

uitvoeringsplan

Voor studie PRUP Retentiezone Wolzakke nleibeek (gemeente Putte)

Memorie van toelichting inclusief m.e.r.-screening

Ruimtelijk planner:

Steven Muylaert

Dienst Ruimtelijke Dienst Planning

Colofon Opdrachtgever: Dienst Ruimtelijke Planning Provincie Antwerpen Koningin Elisabethlei 22, 2000 Antwerpen tel.: 03 240 66 00 fax: 03 240 66 79 [email protected]

contactpersoon: Stein Temmerman [email protected] 03/240.56.10

Opdrachthouder: D+A Consult nv Meiboom 26 1500 Halle

contactpersoon: Steven Muylaert [email protected] 02/371.02.50

Dossiernummer: D+A Consult nv

Inhoud

1. Inleiding ...... 5 1.1. Aanleiding van de opdracht ...... 5 1.2. Procesverloop ...... 5 2. Algemene situering ...... 7 2.1. Macro ...... 7 2.2. Meso ...... 7 2.3. Micro ...... 8 3. Planningscontext ...... 9 3.1. Relatie met het gewestelijk niveau ...... 9 3.2. Relatie met het provinciaal niveau...... 10 3.3. Relatie met het gemeentelijk niveau...... 11 3.4. Relevante sectorale wetgeving...... 13 3.5. Sectorale studies en beleidsdocumenten ...... 16 4. Bestaande ruimtelijke structuur ...... 21 4.1. Elementen van de bestaande ruimtelijke structuur ...... 21 4.2. Juridische aspecten ...... 22 5. Gewenste ruimtelijke structuur...... 23 5.1. Visie ...... 23 5.2. Concepten...... 24 5.3. Synthese gewenste ruimtelijke structuur...... 25 5.4. Krachtlijnen stedenbouwkundige voorschriften...... 26 5.5. Watertoets ...... 29 5.6. Onderzoek naar de significante milieueffecten ...... 32 6. Uitvoering...... 43 6.1. Beheersovereenkomsten ...... 43 6.2. Onteigening...... 43 6.3. Projectpartners ...... 43 7. Bestemmingsplan ...... 44 7.1. Toelichting bij de bestemmingen ...... 44 7.2. Opgave van voorschriften die strijdig zijn met het PRUP en die worden opgeheven...... 44 8. Ruimtebalans ...... 45 9. Bijlagen ...... 46

Dossiernummer: D+A Consult nv

Figuren figuur 1 - Situering van Putte binnen de provincie ...... 7 figuur 2 - Situering van het plangebied binnen Putte ...... 7 figuur 3 - Hydrologische situering Wolzakkenleibeek ...... 7 figuur 4 - Micro-situering van het plangebied ...... 8 figuur 5 - Uittreksel gewestplan (bron: AGIV) ...... 10 figuur 6 - Gewenste open ruimte structuur met situering plangebied (bron: GRS Putte) ...... 12 figuur 7 – VEN-gebieden met situering plangebied (bron: AGIV) ...... 13 figuur 8 – Habitatrichtlijngebieden en vogelrichtlijngebieden met situering plangebied (bron: AGIV) ...... 13 figuur 9 - Uittreksel boskartering (bron: AGIV) ...... 14 figuur 10 - Uittreksel biologische waarderingskaart (bron: AGIV) ...... 18 figuur 11 - Uittreksel landschapsatlas (bron: AGIV) ...... 18 figuur 12 - Situering plangebied ten opzichte van het fietsroutenetwerk (bron: www.mobielvlaanderen.be) ...... 19 figuur 13 - Situering plangebied ten opzichte van het fietsroutenetwerk op luchtfoto ...... 19 figuur 14 - Fietsroutenetwerk met situering plangebied (bron: mobiliteitsplan Putte) ...... 20 figuur 15 - Openbaar vervoer met situering plangebied (bron: mobiliteitsplan Putte) ...... 20 figuur 16 – Ontwerp retentiezone Wolzakkenleibeek (opgemaakt door Grontmij) ...... 23

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

1. Inleiding

1.1. Aanleiding van de opdracht

Het voorliggende PRUP kadert binnen de uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen (RSPA). Het vormt een maatregel ter ondersteuning van het integrale waterbeheer binnen de provincie. Het PRUP concretiseert de bindende bepaling nr. 63, waarin wordt vastgelegd dat de provincie, in overleg met het Vlaamse gewest, in ruimtelijke uitvoeringsplannen de bovenlokale wacht- en retentiebekkens alsook de overstromingsgebieden afbakent in zoverre deze niet van Vlaams niveau zijn.

De feitelijke aanleiding voor de opmaak van het PRUP is een waterhuishoudingsstudie van de waterlopen te Putte. Deze studie werd opgemaakt naar aanleiding van de wateroverlastproblemen te Putte, en toont de noodzaak aan voor de aanleg van een retentiezone in de bovenloop van de Wolzakkenleibeek. Het PRUP moet de aanleg van deze retentiezone mogelijk maken.

De opmaak van de ruimtelijke uitvoeringsplannen gebeurt conform de bepalingen van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en de uitvoeringsbesluiten ervan.

Artikel 38 van het decreet bepaalt de inhoud van een ruimtelijk uitvoeringsplan, met name:

 een grafisch plan, dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is;  de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer;  een weergave van de feitelijke en juridische toestand;  de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het een uitvoering is;  een limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden.

1.2. Procesverloop

September 2008 startvergadering

December 2008 - bilateraal overleg met betrokken gemeenten

Januari 2009 - goedkeuring voorstudie bestendige deputatie - adviesvraag m.e.r.-screening Februari 2009 - raadscommissie RO: informatieve toelichting - toelichting PROCORO Maart 2009 plenaire vergadering

April 2009 - goedkeuring voorontwerp PRUP door bestendige deputatie - toelichting raadscommissie RO 5

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

- voorlopige vaststelling PRUP door provincieraad

Mei 2009 start openbaar onderzoek

September 2009 advies PROCORO

November 2009 goedkeuring ontwerp PRUP door bestendige deputatie

December 2009 - toelichting raadscommissie RO - definitieve vaststelling PRUP door provincieraad Februari 2010 goedkeuring PRUP door Vlaamse regering

6

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

2. Algemene situering

2.1. Macro

Het plangebied situeert zich op het grondgebied van de gemeente Putte. Putte is gelegen in het zuidelijke gedeelte van de provincie Antwerpen, in het arrondissement . De gemeente is gelegen langs de N15, die de verbinding maakt tussen Mechelen en Heist-op-den- Berg.

figuur 1 - Situering van Putte binnen de provincie

2.2. Meso

Plangebied Binnen de gemeente situeert het plangebied zich centraal in de driehoek gevormd door de kernen Putte, Beerzel en Grasheide. Het bevindt zich als dusdanig buiten de bebouwde kernen N15 van de gemeente.

figuur 2 - Situering van het plangebied binnen Putte

Wolzakkenleibeek De zuidelijke helft van het grondgebied van Putte behoort hydrografisch tot het bekken van de Dijle. Binnen dit bekken maakt de Wolzakkenleibeek deel uit van het deelbekken van de Vrouwvliet. De noord-zuid georiënteerde waterloop mondt uit in de meer zuidelijk gelegen Krekelbeek. De Wolzakkenleibeek is een waterloop van tweede categorie.

figuur 3 - Hydrologische situering Wolzakkenleibeek

7

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

2.3. Micro

figuur 4 - Micro-situering van het plangebied

Het plangebied bevindt zich een 200-tal meter ten noorden van het woonlint langs de Schrieksesteenweg. Het gebied maakt deel uit van een gefragmenteerd geheel van akkers en weilanden. Ten westen en ten zuiden van het plangebied bevinden zich enkele alleenstaande woningen. Het verloop van de Wolzakkenleibeek valt samen met de westelijke grens en de noordelijke arm van het plangebied.

8

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

3. Planningscontext

3.1. Relatie met het gewestelijk niveau

3.1.1. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) Het Vlaams Parlement heeft op 19 december 1997 het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen goedgekeurd. De herziening van het RSV werd tevens definitief vastgesteld door de Vlaamse regering (besluit van 12.12.2003) en bij decreet bekrachtigd op 19.03.2004.

Putte als buitengebiedgemeente Het RSV maakt een onderscheid tussen stedelijke gebieden en het buitengebied, waarbij aan elk gebied een ander ruimtelijk beleid wordt gekoppeld. In stedelijke gebieden komt er een grotere concentratie aan activiteiten, een grotere woondichtheid, concentratie van economische functies, sport en recreatie, … In de buitengebieden staat het behoud van de open ruimte en het landelijke karakter centraal.

Putte – en bijgevolg ook het plangebied – wordt door het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen gesitueerd in het buitengebied. In het buitengebied is het beleid gericht op het behoud, het herstel, de ontwikkeling en het verweven van de belangrijke structurerende elementen. Dit kan alleen vanuit een integrale, samenhangende ruimtelijke visie op de ruimte en op het buitengebied in het bijzonder. In het buitengebied wordt het bestaand fysisch systeem in belangrijke mate gehanteerd als uitgangspunt. Van dit fysisch systeem zijn in ruimtelijke context vooral de bodemeigenschappen en –processen en het watersysteem van belang. Het watersysteem wordt hierbij beschouwd als een samenhangend en functioneel geheel van oppervlaktewater, grondwater, onderwaterbodems, oevers en technische infrastructuur met inbegrip van de daarin voorkomende ecotopen en alle bijbehorende fysische, chemische en biologische kenmerken en processen.

Ruimtelijke ondersteuning van het integraal waterbeleid Het Vlaams Gewest formuleert gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteitsobjectieven voor het integraal waterbeheer. Integraal waterbeheer behelst dat het voldoet aan alle functies (toevoer, afvoer, vervoer, ecologisch functioneren, etc.). Ondersteuning van het integraal waterbeheer door ruimtelijk beleid houdt o.a. in dat: - de hoeveelheid verharde oppervlakte in bepaalde infiltratiegebieden beperkt wordt waardoor de infiltratie van het regenwater naar het grondwater wordt gegarandeerd; - valleien worden gevrijwaard van bebouwing zodat natuurlijke overstromingsmogelijkheden open blijven en potentiële conflicten tussen bebouwing en water worden vermeden; - de hydraulische ruwheid van het landschap niet wordt verlaagd; - het recreatief medegebruik waar mogelijk wordt gestimuleerd met respect voor de ruimtelijke draagkracht van de riviervallei.

9

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

3.1.2. Gewestplan – Mechelen (KB 05.08.1976) Het plangebied is volledig gelegen in agrarisch gebied.

figuur 5 - Uittreksel gewestplan (bron: AGIV)

3.2. Relatie met het provinciaal niveau

3.2.1. Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen (RSPA) Het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen werd goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering d.d. 10.07.2001.

Vanuit de deelruimten Putte bevindt zich in de hoofdruimte Antwerpse fragmenten. Het gebied van de Antwerpse fragmenten is het geheel van de deelruimten van de Vlaamse Ruit op het grondgebied van de provincie. Binnen de hoofdruimte Antwerpse fragmenten behoort Putte tot de deelruimte ‘Mechels rasterlandschap’. Het ‘Mechels rasterlandschap’ wordt door de provincie beschouwd als een agrarisch gebied met een intense verweving van tuinbouw, open ruimte en bebouwing. Aan de randen van de deelruimte situeren zich de sterk stedelijke gebieden Mechelen, Lier, Heist-op-den-Berg en Aarschot. Bijkomende stedelijke activiteiten en ontwikkelingen worden geconcentreerd in deze randen. In het middengebied – waarbinnen Putte en het plangebied zich situeren – wordt verdere verstedelijking niet geduld met oog op het vrijwaren van de aanwezige openruimte- functies.

Ruimtelijke ondersteuning van het integraal waterbeheer In het provinciaal structuurplan worden acties vooropgesteld waarbij in ruimtelijke uitvoeringsplannen overstromingsgebieden, wingebieden, spaarbekkens alsook wacht- en retentiebekkens van bovenlokaal belang afgebakend worden. Indien natuurlijke overstroming onverenigbaar is met andere functies kan worden geopteerd voor verbreding van de totale bedding zonder verdere uitdieping (systeem van zomer- en winterbedding of bypass). Eventuele wachtbekkens worden gesitueerd binnen de waterlooptrajecten waar overstroming tot de normale dynamiek behoort. Wachtbekkens moeten zo worden aangelegd en ingericht dat zij aansluiten bij het omringend landschap en de natuurverbindingsfunctie niet verhinderen. Bovengrondse spaarbekkens kunnen beperkte laagdynamische recreatiemogelijkheden bieden.

3.2.2. Ruimtelijke structuurplannen van aangrenzende provincies Niet van toepassing.

10

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

3.2.3. Provinciale kaderplannen

3.2.3.1. Masterplan Waterbeleid 2007-2012

Het Masterplan Waterbeleid 2007-2012 werd goedgekeurd op 26 juni 2008 goedgekeurd door de provincieraad.

Het Masterplan Waterbeleid voor de periode 2007-2012 is een beleidsdocument dat het waterbeleid uitzet voor de provincie Antwerpen. Het bestaat uit drie delen: een algemeen kader, de krachtlijnen van het provinciaal waterbeleid en een gedetaillerd overzicht per bekken. Het algemeen kader schetst de randvoorwaarden waar het beleid rekening mee moet houden. Het deel krachtlijnen van het provinciaal waterbeleid beschrijft de invulling die hier aan gegeven wordt. In het gedetailleerde overzicht per bekken worden ten slotte per deelbekken alle waterlopen besproken. Bij die bespreking komen studies, projecten, ruimingen en vismigratieknelpunten van elke provinciale waterloop aan bod.

In het derde deel van het Masterplan komt de bespreking van de Wolzakkenleibeek aan bod. Er wordt één actie voorzien met betrekking tot de Wolzakkenleibeek:

- Langs de Wolzakkenleibeek wordt een overstromingsgebied met geïntegreerde slibvang aangelegd, zoals ook vastgelegd in het deelbekkenbeheerplan (DB 08-10_20 & DB 08-10_21).

3.2.4. Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen (PRUP) Niet van toepassing.

3.3. Relatie met het gemeentelijk niveau

3.3.1. Gemeentelijke ruimtelijke structuurplan Putte (GRS) Beekvalleien als drager van de ruimtelijke structuur Het ruimtelijk structuurplan Putte erkent de beekvalleien als zeer kenmerkend voor Putte en van groot ecologisch belang. Door de druk van de bebouwde ruimte en de intensieve landbouw gaat de ecologische kwaliteit van de beekvalleien achteruit. Het is belangrijk deze beekvalleien te vrijwaren van verdere bebouwing en hun natuurlijke structuur te bewaren en te versterken. De Wolzakkenleibeek maakt deel uit van de grote structurerende vallei van de Krekelbeek.

Gemeentelijke natuurverbinding De vallei van de Krekelbeek (samen met de Wolzakkenleibeek) wordt in het structuurplan geselecteerd als verbindingsgebied voor het realiseren van (ecologische) verbindingen tussen twee of meerdere natuurlijke gebieden. Hierbij garanderen ze het aaneensluiten van de (gemeentelijke) kwetsbare zones. Het gemeentelijk ruimtelijk beleid dat gewenst is in de verbindingsgebieden is gericht op het behoud, het herstel en de ontwikkeling van kleine landschapselementen, het verhogen van de waterkwaliteit en de ecologische inrichting van het geheel. Dit moet evenwel gebeuren in evenwicht met de andere functies van het gebied. Het bouwvrij houden van de verbindingsgebieden staat voorop.

11

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

Gemeentelijk autonoom landbouwgebied Het plangebied bevindt zich in ‘gemeentelijk autonoom landbouwgebied’. Binnen dit type openruimtegebied staat landbouw voorop samen met het versterken van de ecologische infrastructuur. Binnen het gemeentelijk autonoom landbouwgebied worden een aantal specifieke gebieden aangeduid waarvoor een specifiek beleid geldt: enerzijds de ‘bouwvrije zones’ waarbinnen het behoud van het open landschap de voornaamste doelstelling vormt, en anderzijds de ‘gebieden voor serreteelt’. Het plangebied situeert zich in geen van beide.

figuur 6 - Gewenste open ruimte structuur met situering plangebied (bron: GRS Putte)

Geïntegreerd waterbeleid Het GRS stelt groot belang aan een geïntegreerd waterbeleid. Om wateroverlast te voorkomen, stelt het structuurplan dat er niet tegen het water gewerkt mag worden, maar vooral beter met het water moet worden omgegaan en er beter op moet worden ingespeeld. Daarbij staat de driestapsstrategie ‘vasthouden-bergen-afvoeren’ centraal. Dit impliceert dat het watersysteem voldoende ruimte toebedeeld krijgt. Ruimte voor water kan gecombineerd worden met diverse andere functies of nevenfuncties zoals natuur, recreatie, landbouw. Belangrijk hierbij is dat de waterkwaliteit voldoende aandacht krijgt, zoniet worden de mogelijkheden voor multifunctionaliteit zeer beperkt. Hoewel de meeste projecten gericht zijn op het indijken van de overstromingsproblematiek, wordt in alle projecten steeds onderzocht hoe ecologische aspecten kunnen meegenomen worden.

3.3.2. Gemeentelijke structuurplannen van aangrenzende gemeenten Niet van toepassing.

3.3.3. Bijzondere plannen van aanleg (BPA) Niet van toepassing.

12

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

3.3.4. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GemRUP) Niet van toepassing.

3.4. Relevante sectorale wetgeving

3.4.1. Natuurdecreet Door middel van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (BVR 21.10.1997) legt het Vlaamse Parlement de wetten en regels vast die betrekking hebben op de Vlaamse natuur. De basisdoelstellingen van het decreet zijn de bescherming, de ontwikkeling, het herstel en het beheer van de natuur. In een specifiek gedeelte van het decreet wordt het gebiedsgericht beleid van de Vlaamse Overheid geregeld. Er worden regels vastgelegd betreffende het VEN (Vlaams Ecologisch Netwerk), het IVON (Integraal Verwevend en Ondersteunend Netwerk), de natuurreservaten, de speciale beschermingszones (SBZ: Habitatrichtlijngebieden en Vogelrichtlijngebieden), verwerving van terreinen, natuurinrichting en natuurrichtplannen.

Het plangebied is niet gelegen binnen één van de zones zoals aangeduid in het decreet en latere wijzigingen.

figuur 7 – VEN-gebieden met situering plangebied (bron: AGIV)

figuur 8 – Habitatrichtlijngebieden en vogelrichtlijngebieden met situering plangebied (bron: AGIV)

13

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

3.4.2. Bosdecreet Langs zuidelijke zijde grenst het plangebied aan een kleinschalig bosfragment dat opgenomen is in de boskartering. 1 Het betreft een privé-bos met voornamelijk hoogstammig loofhout.

figuur 9 - Uittreksel boskartering (bron: AGIV)

3.4.3. Decreet integraal waterbeheer Integraal waterbeleid is het beleid gericht op het gecoördineerd en geïntegreerd ontwikkelen, beheren en herstellen van watersystemen met het oog op het bereiken van de randvoorwaarden die nodig zijn voor het behoud van dit watersysteem als zodanig, en met het oog op het multifunctionele gebruik, waarbij de behoeften van de huidige en komende generaties in rekening wordt gebracht.

In hoofdstuk II art. 5 van het decreet worden een aantal doelstellingen naar voor geschoven die bij het voorbereiden, het vaststellen, het uitvoeren, het opvolgen en het evalueren van het integraal waterbeleid door de betrokken overheden beoogd worden. Volgende doelstellingen uit het decreet zijn van belang voor het voorliggende PRUP:

4° het voorkomen van de verdere achteruitgang van aquatische ecosystemen, van rechtstreeks van waterlichamen afhankelijke terrestrische ecosystemen en van waterrijke gebieden, onder meer door:

a) het zoveel mogelijk behouden en herstellen van de natuurlijke werking van watersystemen; b) het ongedaan maken of het beperken van het schadelijk effect van versnippering die is ontstaan door niet-natuurlijke elementen in en langs oppervlaktewaterlichamen; c) de vrije vismigratie te verzekeren voor alle soorten vis voor 1 januari 2010, in alle hydrografische stroomgebieden, en het voorkomen van nieuwe migratieknelpunten; d) het hanteren van technieken van natuurtechnische milieubouw.

6° het beheer van hemelwater en oppervlaktewater zo organiseren dat:

a) het hemelwater zoveel mogelijk verdampt of nuttig wordt aangewend of geïnfiltreerd, en dat het overtollig hemelwater en effluentwater gescheiden van het

1 De boskartering is uitgevoerd door Eurosense Technologies op basis van (1) visuele interpretaties van kleurinfrarode luchtfoto's uit de periode 1978-1990 en (2) terreincontroles, en werd nadien geactualiseerd door OC GIS Vlaanderen. De terreincontroles werden uitgevoerd door de afdeling Bos en Groen in de periode juli 1999 – juli 2000. Het resultaat is de bosreferentielaag met geactualiseerde gegevens in verband met de lokalisering van het bos en de bosoppervlakte in Vlaanderen. 14

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

afvalwater en bij voorkeur op een vertraagde wijze via het oppervlaktewaternet wordt afgevoerd; b) verdroging wordt voorkomen, beperkt of ongedaan gemaakt; c) zoveel mogelijk ruimte wordt geboden aan water, met behoud en herstel van de watergebonden functies van de oeverzones en overstromingsgebieden; d) de risico’s op overstromingen die de veiligheid aantasten van de vergunde of vergund geachte woningen en bedrijfsgebouwen, gelegen buiten overstromings- gebieden, worden teruggedrongen. 10° het bevorderen van de betrokkenheid van de mens met het watersysteem, waaronder de verhoging van de belevingswaarde in stedelijk gebied en vormen van zachte recreatie.

Bij de verwezenlijking van deze doelstellingen wordt rekening gehouden met het onderlinge verband tussen:

a) het water en de andere onderdelen van het milieu, in het bijzonder het met het water verbonden ecosysteem; b) het grondwater, oppervlaktewater en hemelwater; c) de waterkwaliteit en de waterkwantiteit.

Een belangrijk uitvoeringsinstrument van het decreet is ‘de watertoets’. De watertoets is een beoordeling waarbij wordt nagegaan of een initiatief (plan, programma of vergunning) schadelijke effecten veroorzaakt aan het watersysteem. De watertoets is verplicht en de vergunningverlener dient duidelijk te maken in de vergunning wanneer een probleem kan ontstaan voor het watersysteem. Er moet tevens gemotiveerd worden waarom al dan niet compenserende maatregelen nodig zijn. Indien het probleem echter te ernstig is, dient de vergunning geweigerd te worden. De watertoets voor het voorliggende RUP wordt in een later hoofdstuk (i.e. 5.5) behandeld.

3.4.4. Vogel- en habitatrichtlijngebieden Het plangebied is niet gelegen in een de vogel- of habitatrichtlijngebied (cf. 3.4.1).

3.4.5. Atlas van de buurtwegen Binnen het plangebied situeert zich geen weg die opgenomen is in de atlas der buurtwegen.

15

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

3.5. Sectorale studies en beleidsdocumenten

3.5.1. Waterhuishoudingsstudie waterlopen Putte

Naar aanleiding van de wateroverlast te Putte werd door de Technische Dienst van de gemeente Putte aan Grontmij Belgroma N.V. de opdracht gegund voor het uitvoeren van een waterhuishoudingsstudie van de stroomgebieden van de Kalverbeek, de Wolzakkenleibeek, de zijloop van de Wolzakkenleibeek en de Spoelbeek, onbevaarbare waterlopen van tweede of derde categorie. Deze studie had als doel maatregelen voor te stellen om de wateroverlast tegen te gaan.

Analyse van de bestaande toestand In de studie werd voor de verschillende waterlopen in de gemeente een hydraulisch model van de bestaande toestand opgesteld. Het model berekent de waterhoogtes en de debieten langsheen de waterlopen op ieder gewenst tijdstip. Een hydraulisch model is in het bijzonder geschikt om de capaciteit van bestaande waterlopen te bepalen en is eveneens nuttig om de invloed van bepaalde werken te evalueren. De hydraulische modellering van de bestaande toestand moet toelaten het gedrag van de waterlopen te bestuderen en de belangrijkste knelpunten te identificeren. Uit de hydraulische modellering is gebleken dat de belangrijkste knelpunten in de Wolzakkenleibeek (en zijloop) in de bestaande toestand een gevolg zijn van het feit dat de waterloop in de bovenloop een groot verhang heeft en in de benedenloop een klein verhang waardoor de hydraulische capaciteit van de waterlopen daar beperkt is. Dit heeft tot gevolg dat de waterlopen in hun benedenloop uit hun oevers treden en de afvoer eveneens afhankelijk is van stroomafwaartse randvoorwaarden. De problemen met de Wolzakkenleibeek vangen aan ten noorden van de Schrieksesteenweg waar de waterloop uit zijn oevers treedt bij hevige neerslag. Stroomafwaarts van de Schrieksesteenweg neemt de bodemhelling af en treedt de waterloop op verschillende plaatsen uit zijn oevers.

Maatregelen Op basis van voorgaande analyse wordt een oplossing voor de wateroverlast gezocht als een combinatie van twee soorten maatregelen, namelijk: 1. Het creëren van tijdelijke berging in de bovenloop van de waterlopen, zodat de piekdebieten afnemen en het maximaal debiet beperkt blijft; 2. Het verhogen van de doorvoercapaciteit van de waterlopen in hun benedenloop.

Inzake de eerstgenoemde maatregel wordt voor de Wolzakkenleibeek tussen Zag en de Schrieksesteenweg (i.e. ter hoogte van het plangebied) een geschikte locatie geïdentificeerd voor de aanleg van een winterbedding. Hier wordt de winterbedding voorzien op de linkeroever van de Wolzakkenleibeek. Het betreft een weide die regelmatig onder loopt. Het opgemeten terrein heeft een lengte van 200m en een breedte van 100m. Het perceel is op het gewestplan aangegeven als agrarisch gebied.

De winterbedding van de Wolzakkenleibeek die hier wordt voorzien heeft volgende karakteristieken : - Afgraving tot peil 11,75m TAW tot 11,80m TAW; - Oppervlakte afgraving: 1,45 ha.

De breedte van de winterbedding bedraagt over de gehele lengte 72,5m.

16

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

Stroomafwaarts van de winterbedding wordt een kunstwerk voorzien met een schuif (breedte 1m) en een afsluitdijk op een hoogte van 12,80m TAW (voor een maximaal waterpeil van 12,55 m TAW bij een 25-jaarlijkse storm). Plaatselijk moet de rechteroever van de waterloop verstevigd worden.

Resultaten maatregelen In de studie werd een modellering gemaakt van de ontworpen toestand om na te gaan in welke mate deze een oplossing biedt aan de knelpunten uit de analyse. Uit de berekeningen blijkt dat de wateroverlast ter hoogte van de Schrieksesteenweg verdwijnt door het aanleggen van de winterbedding voor de Wolzakkenleibeek (met een oppervlakte van 0,93 ha en een volume van 5600m³). Aangaande de waterproblematiek in de benedenloop, blijkt dat zelfs na een systematische herprofilering van de waterloop stroomafwaarts van de Paalstraat het gebied vanaf Langendijk zeer gevoelig blijft voor overstromingen en dit ten gevolge van de kleine bodemhelling van de waterloop. De invloed van het waterpeil van de Krekelbeek is duidelijk op de afvoercapaciteit van de Wolzakkenleibeek in zijn stroomafwaarts deel.

De onderzoeksresultaten van deze studie met betrekking tot de Wolzakkenleibeek vormen het uitgangspunt en de basis voor het voorliggende PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek.

3.5.2. Deelbekkenbeheerplan Vrouwvliet

Om een nieuw waterbeleid in Vlaanderen te realiseren, heeft het decreet betreffende het integraal waterbeleid (2003) nieuwe structuren en bijhorende plannen in het leven geroepen. Naast een Vlaamse waterbeleidsnota, waarin de algemene krachtlijnen van het integraal waterbeleid voor Vlaanderen worden uitgewerkt, zullen er op verschillende niveau’s waterbeheerplannen opgemaakt worden. Het Deelbekkenbeheerplan Vrouwvliet vormt één van deze plannen.

Het deelbekkenbeheerplan volgt met de indeling in vijf krachtlijnen de structuur van de Vlaamse waterbeleidsnota en het bekkenbeheerplan. De eerste krachtlijn in het waterbeheerplan bestaat uit het ‘terugdringen van risico’s die de veiligheid aantasten – het voorkomen, herstellen en waar mogelijk ongedaan maken van watertekort.’ Binnen deze krachtlijn wordt o.a. ‘het optimaal behouden van de afvoerfunctie van de waterlopen’ (OPD8) opgenomen als één van de operationele doelstellingen. De derde krachtlijn in het waterbeheerplan beoogt de ‘kwaliteit van het water verder te verbeteren’. Binnen deze krachtlijn wordt o.a. ‘zorgen voor waterlopen met een hoge structuurkwaliteit, een hoog zelfreinigend vermogen en een natuurlijke biodiversiteit’ (OPD20) opgenomen als één van de operationele doelstellingen. In kader van de hiervoor vermelde doelstellingen wordt de actie ‘berging en waterhuishouding Wolzakkenleibeek’ (DB 08-10_21) opgenomen in het actieprogramma. Met deze actie beoogt men bestaande wateroverlastproblemen te voorkomen en te verbeteren. Volgende ingrepen worden als mogelijke oplossingsscenario’s naar voor gebracht: - het herinrichten van de middenloop van de Wolzakkenleibeek vooral in functie van meer berging; - het verwijderen van overwelvingen indien mogelijk (zoniet moet er gezocht worden naar bijkomende bufferingsmogelijkheden verder stroomopwaarts );

17

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

- het opleggen van plaatselijke opvang én vertraagde afvoer van het regenwater (regenwaterputten, hergebruik van regenwater, plaatselijk infiltreren indien dat kan, …).

In het deelbekkenbeheerplan werd nog geen keuze gemaakt voor een van de hiervoor beschreven scenario’s.

3.5.3. Biologische waarderingskaart

figuur 10 - Uittreksel biologische waarderingskaart (bron: AGIV)

Het Instituut voor Natuurbehoud en Bosbeheer heeft een biologische waarderingskaart opgemaakt (2004). Deze kaart biedt een uniforme inventarisatie en evaluatie van de biologische waardevolle en minder waardevolle gebieden. Het gehele plangebied wordt gekarteerd als een complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen. Het kleine bos dat aan zuidelijke zijde grenst aan het gebied wordt aangeduid als biologisch waardevol gebied.

3.5.4. Landschapsatlas

figuur 11 - Uittreksel landschapsatlas (bron: AGIV)

Noch het plangebied of onderdelen van het gebied worden gecategoriseerd als een van de waardevolle landschappen of landschapselementen (relictzone, ankerplaats, lijnrelict,

18

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

puntrelict). Nagenoeg een kilometer verder, ten zuidoosten van de kleinschalige woonkern aan de kruising tussen de Schrieksesteenweg en de Booischotbaan situeert zich wel de relictzone ‘Open akker- en valleigebied Land van St.-Katelijne-Waver’. Relictzones zijn gebieden met een grote dichtheid aan punt- of lijnrelicten, zichten en ankerplaatsen en zones waarin de samenhang tussen de waardevolle landschapselementen belangrijk is voor de gehele landschappelijke waardering.

3.5.5. Bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk

figuur 12 - Situering plangebied ten opzichte van het fietsroutenetwerk (bron: www.mobielvlaanderen.be)

figuur 13 - Situering plangebied ten opzichte van het fietsroutenetwerk op luchtfoto

Ten oosten en westen van het plangebied situeren zich twee noord-zuid geörienteerde functionele fietsroutes, respectievelijk langsheen de Galgenstraat en de Leuvensebaan. Ten noorden van het gebied loopt een alternatieve functionele fietsroute.

19

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

3.5.6. Mobiliteitsplan Putte

Conform verklaard op de audit van 10 juli 2003

Fietsroutenetwerk

figuur 14 - Fietsroutenetwerk met situering plangebied (bron: mobiliteitsplan Putte)

Om het fietsverkeer veiliger en aantrekkelijker te maken wordt een samenhangend fietsroutenetwerk uitgebouwd. Binnen dit netwerk wordt langsheen de Schrieksesteenweg een lokale fietsverbinding voorzien.

Openbaar vervoer

figuur 15 - Openbaar vervoer met situering plangebied (bron: mobiliteitsplan Putte)

Het openbaar vervoer zal in Putte opgewaardeerd worden om zoveel mogelijk aan de vervoersvraag te kunnen voldoen. Hiervoor wordt een duidelijke structuur opgezet met een centrale stamlijn, andere lijnen met vaste frequentie, aanvullende functionele ritten en de belbus als fijnmazige aanvulling. Langsheen de Schrieksesteenweg loopt een lijn met vaste frequentie.

20

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

4. Bestaande ruimtelijke structuur

4.1. Elementen van de bestaande ruimtelijke structuur

Het plangebied maakt deel uit van een geheel van akkers en weilanden gelegen tussen de kernen Putte, Beerzel en Grasheide. Het geheel van gronden verschijnt als een gefragmenteerd lappendeken door de sterk uiteenlopende vormen van bodemgebruik (grasland, maïsteelt, etc.) en de sterk begroeide randen die de continuïteit van het landschap breken. Aan zuidelijke en westelijke zijde grenst het gebied aan de achtertuinen van enkele vrijstaande woningen.

Het gebied zelf bestaat bijna uitsluitend uit weiland. De westelijke en noordelijke rand van het gebied vallen samen met de Wolzakkenleibeek. Aan de zuidelijke en noordelijke rand van het plangebied situeert zich een gracht. Al deze randen zijn – net als bij de overige gronden in de omgeving het geval is – sterk begroeid met hoogstammig groen en lage kruidgewassen.

De Wolzakkenleibeek heeft ter hoogte van het plangebied een vrij smal verloop. Aan de noordelijke zijde zijn restanten van een vroegere dijk zichtbaar.

 Zicht op de westelijke en noordelijke rand van het plangebied.

 Zicht in oostelijke richting.

 Zicht op de restanten van de vroegere dijk aan de noordelijke rand van het plangebied.

21

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

4.2. Juridische aspecten

4.2.1. Feitelijke juridische toestand Langsheen de Wolzakkenleibeek geldt een erfdienstbaarheidszone van 5m die de beheerder van de waterloop moet toelaten om de nodige onderhouds- en herstelwerken uit te voeren.

4.2.2. Eigendomsstructuur Het plangebied omvat de percelen 173, 174, 177A, en delen van 116C, 136, 148, 149, 150, 160, 168F, 169A, 170B, 170D, 170H en 172C. Geen van voornoemde percelen is in eigendom van de provincie.

22

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

5. Gewenste ruimtelijke structuur

5.1. Visie Het gebied wordt in eerste instantie ingericht in functie van een efficiënte en doeltreffende waterbeheersing van de Wolzakkenleibeek. Het doel is om de wateroverlast die in de bestaande toestand occasioneel optreedt in de benedenloop van de beek en aan de aangrenzende woningen naar de toekomst te voorkomen. Hiervoor wordt binnen het plangebied een voldoende groot waterbergend vermogen gerealiseerd, en worden ook technische ingrepen in functie van de waterbeheersing (zoals de aanleg van dijken en knijpconstructies) verricht. Naast een rol als bufferbekken, wordt aan het gebied ook natuurontwikkeling vooropgesteld. Het beheer van de retentiezone wordt hierop afgestemd.

Programma vanuit de waterhuishoudingsstudie Vanuit de waterhuishoudingsstudie waterlopen Putte - Hydraulisch model van de verbeteringsmaatregelen, dat werd opgemaakt in opdracht van de gemeente Putte wordt tussen Zag en de Schrieksesteenweg een geschikte locatie geïdentificeerd voor de aanleg van een winterbedding voor de Wolzakkenleibeek. Om deze winterbedding te herstellen wordt een af te graven oppervlakte geraamd van 1,45 ha met een volume van 11.000m³. Het opgemeten terrein heeft een lengte van 200m en een breedte van 100m. De winterbedding vereist een afgraving van het terrein over een diepte van gemiddeld 50cm. Stroomafwaarts wordt een kunstwerk voorzien met een schuif en een beschermingsdijk om laaggelegen gebieden te beschermen. Een noodoverlaat moet eveneens worden voorzien om het kunstwerk te beschermen in uitzonderlijke omstandigheden. Stroomafwaarts van de winterbedding wordt een kunstwerk voorzien met een schuif (breedte 1m) en een afsluitdijk op een hoogte van 12,80m TAW (voor een maximaal waterpeil van 12,55m TAW bij een 25-jaarlijkse storm). Plaatselijk moet de rechteroever van de waterloop verstevigd worden.

figuur 16 – Ontwerp retentiezone Wolzakkenleibeek (opgemaakt door Grontmij) 23

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

5.2. Concepten

Verhoging van het waterbergend vermogen

Het waterbergend vermogen van de Wolzakkenleibeek wordt vergroot door afgravingen te verrichten in het plangebied. Hierbij wordt ervoor geopteerd om het gehele gebied te nivelleren tot onder het grondwaterpeil, waardoor een permanent natte omgeving bekomen wordt. Naast afgravingen worden omheen de gehele retentiezone eveneens dijken aangelegd die alle mogelijke wateroverlast bij de aangrenzende woningen dienen te verhinderen.

Groene begeleiding van het water

De waterloop en de grachten in het plangebied worden in de bestaande toestand sterk begeleid door dichte groenstructuren (hoog- en laagstammig groen). Deze groene linten langs het water worden behouden, en indien mogelijk versterkt als structurerende elementen in het landschap. Door een gepast beheer kan aan deze groenlinten ook een ecologische dimensie worden toegemeten. De oostelijke grens blijft open opdat de bestaande zichtrelatie naar het omliggende agrarische landschap behouden wordt.

24

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

Natuureducatief medegebruik

Naast de primerende waterbufferende functie krijgt de retentiezone ook een rol als natuurontwikkelingsgebied met natuureducatief medegebruik. Het beheer van het gebied zal worden afgestemd op het verhogen van de biodiversiteit. De omringende dijken kunnen gebruikt worden in functie van de toegankelijkheid van het gebied. De natuur- educatieve functies worden geconcentreerd op de meest westelijk gelegen dijken die rechtstreeks aansluiten op de toegang tot de retentiezone.

5.3. Synthese gewenste ruimtelijke structuur

Over het gehele plangebied worden - al dan niet gedeeltelijk - afgravingen verricht om het waterbergend vermogen van de waterloop te vergroten. Vanuit ecologische overwegingen worden deze afgravingen gelijkmatig uitgevoerd. Dit houdt in dat overal ongeveer even diep wordt afgegraven en de overgang naar het bestaande maaiveld geleidelijk gebeurt. De afwatering gebeurt zowel naar de Wolzakkenleibeek als naar de grachten die aansluiten op de beek. Om wateroverlast op de rechtstreeks aanpalende percelen maximaal te vermijden worden aan al de randen van het plangebied dijken aangelegd.

De hiervoor beschreven waterbeheersingsmaatregelen worden gekaderd binnen een globale ontwikkeling van het gebied tot natuurrijke omgeving. Technische ingrepen en constructies die in het gebied voorzien worden, mogen de ontwikkeling in teken van de natuurfunctie niet tegenwerken. De afgravingen gebeuren op delen van het plangebied tot onder het grondwaterpeil opdat de graslanden deels onder water komen te staan en een permanent natte omgeving gecreëerd wordt. Het centrale gedeelte wordt na de afgravingen hersteld als grasland. Het begeleidende groen langsheen de Wolzakkenleibeek en de grachten blijft behouden en wordt zo mogelijk versterkt. Het beheer van het gebied wordt afgestemd op het versterken van de natuurwaarde en het verhogen van de biodiversiteit.

Het gebied zal tevens gebruikt worden voor natuureducatieve doeleinden. De nodige voorzieningen (bv. vogelkijkhut, loopbruggen, etc.) kunnen hiervoor getroffen worden binnen het gehele gebied. Hardere infrastructuur wordt evenwel voornamelijk geconcentreerd op de westelijke dijken.

25

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

5.4. Krachtlijnen stedenbouwkundige voorschriften

5.4.1. Zone voor waterberging en natuurontwikkeling

 BESTEMMING

Hoofdbestemming - Gecontroleerd overstromingsgebied voor waterberging in functie van de waterbeheersing van de Wolzakkenleibeek;

Nevenbestemming - Het inrichten van een slibvang en de bijhorende toegangswegen voor het ruimen van de slibvang; - Natuurontwikkeling en natuureducatie.

 INRICHTING

Waterloop - Aanpassingen aan de breedte, de diepte of de loop van de beek zijn toegestaan in functie van de waterbeheersing en/of ecologische aspecten.

Reliëfwijzigingen - Reliëfwijzigingen zijn toegestaan in functie van de waterbeheersing en/of natuurontwikkeling. Deze dienen: o te gebeuren om de waterloop terug te laten meanderen, het voorzien van plas- en drasbermen 2, het voorzien van lagere gelegen retentieniveaus, het aanleggen van natuurvriendelijke oevers ed. o een voldoende groot waterbufferend vermogen te creëren, opdat de Wolzakkenleibeek verder stroomafwaarts geen waterproblemen zal veroorzaken; o het overstromingsrisico van de aanliggende percelen tot een minimum te herleiden; o Afgravingen zijn mogelijk binnen de gehele zone. Deze afgravingen zijn toegestaan tot onder het grondwaterpeil om een natte natuurlijke omgeving te creëren. o dijken aan te leggen in functie van de waterbeheersing. De dijken kunnen tevens benut worden om de retentiezone toegankelijk te maken in functie van natuureducatie. De aanleg van de dijken blijft in elk geval beperkt tot wat strikt noodzakelijk is in functie van de waterbeheersing. Taluds met steilere helling dan 1/4 dienen vermeden te worden.

Constructies en versterkingsmaatregelen - Constructies binnen de zone zijn uitsluitend toegestaan: o in functie van de waterbeheersing (bv. dammetjes, kleine stuwen, interne overlaten/overstorten, stroomdeflectoren, getrapte uitvoeringen, etc.). Het aantal constructies blijft beperkt tot het strikt noodzakelijke. o in functie van natuurontwikkeling en/of natuureducatie (bv. vogelkijkhut, loopbruggen, houten vlonders, zwaluwwand, etc.). De constructie dient

2 Natte strook achter een vooroever. Indien de onderkant van het talud hoger ligt dan de waterlijn, dan noemt men dit een drasberm. Indien de onderkant van het talud lager ligt dan de waterlijn, dan noemt men dit een plasberm 26

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

uitgevoerd te worden in duurzame, en bij voorkeur natuurlijke materialen (bv. hout…) o in functie van het beheer (bv. kleinschalige stalling voor het onderbrengen van begrazers) Deze constructie zijn beperkt tot 12m² en dienen uitgevoerd te worden in duurzame, en bij voorkeur natuurlijke materialen (bv. hout…) - Maatregelen ter versterking van de oevers of dijken met vaste materialen zoals beton, stenen weringen, etc. worden beperkt tot het strikt noodzakelijke.

Groenvoorzieningen - Het hoogstammig groen langsheen de Wolzakkenleibeek dient bewaard te blijven, tenzij dit niet mogelijk is omwille van noodzakelijke ingrepen in functie van de waterbeheersing. Bestaande bomen die gerooid moeten worden, dienen in elk geval elders in het plangebied gecompenseerd te worden. - Dijken die worden aangelegd mogen onbeperkt voorzien worden van groenvoorzieningen. Het functioneren van de dijken mag niet door deze beplantingen in het gedrang komen. - Voor de groenvoorziening zijn enkel streekeigen en/of standplaatsspecifieke plantensoorten toegelaten.

Verhardingen en paden - De aanleg van paden in functie van onderhoud of natuureducatie is toegestaan op de dijken. De paden mogen uitsluitend gerealiseerd worden in waterdoorlatende verhardingen.

 1.3. BEHEER

Landschappelijke kwaliteit - Alle ingrepen dienen te gebeuren met de nodige aandacht voor de landschappelijke kwaliteit. De inrichting van de zone moet steeds gebaseerd zijn op het visueel samenhangende totaalbeeld van de bestemming.

Ecologisch beheer - In de zone wordt een natuurlijk beheer vooropgesteld, in zover dit beheer de werking van het gecontroleerd overstromingsgebied niet in het gedrang brengt. - Buiten het ‘niets doen beheer’ kunnen o.a. begrazingen en kappingen als specifieke beheersmaatregelen vooropgesteld worden. Begrazing van het gecontroleerd overstromingsgebied is toegelaten als onderhoudsdoelstelling. µ

Natuurtechnische inrichting - Voor een aantal technieken voor de inrichting van het gecontroleerd overstromingsgebied kan verwezen worden naar het Natuurtechnische Handboek zoals: o inrichting van een sloot (kleine stuw met beperkte hoogte); o herstel van het stroomkuilenpatroon (stroomdeflectoren); o inrichten van de bodem van sloten (dammetjes, stroomdeflectoren); o inrichten van spontane vegetatieontwikkeling; o inzaaien van grasvegetaties;

27

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

o aanplanten van struiken en bomen; o aanplanten van riet en andere oeverplanten; o inrichting van oeververdedigingen; o verstevigingen van het talud van de oever; o natuurvriendelijke oeververstevigingen; o biotoopverbeterende oeverstructuren; o …

Lozen van Afvalwater - Het lozen van ongezuiverd afvalwater is in geen enkel geval toegelaten.

5.4.2. Zone voor wegenis

 BESTEMMING - Zone bestemd voor wegenis die toegang verleent tot de zone voor waterberging en natuurontwikkeling (cf. 5.4.1) en de aanpalende percelen.

28

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

5.5. Watertoets

Uit het beschikbare materiaal (AGIV, www.agiv.be, geoloket watertoets, 2008) kan het volgende geconcludeerd worden.

Overstromingsgevoelige gebieden

In het kader van de watertoets is een recente kaart aangemaakt die voor het gehele Vlaams Gewest de overstromingsgevoelige gebieden tot op perceelsniveau weergeeft (2006). De kaart bevat de effectief overstromingsgevoelige gebieden en de mogelijk overstromingsgevoelige gebieden.

Het gehele plangebied wordt gekarteerd als effectief overstromingsgevoelig gebied.

Waterbeheerders De Wolzakkenleibeek wordt beheerd door de provincie Antwerpen.

Infiltratiegevoelige bodems

29

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

De kaart met de infiltratiegevoelige bodems werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt. De kaart met infiltratiegevoelige bodems geeft twee types gebieden aan: de gebieden met infiltratiegevoelige bodems en de gebieden met niet-infiltratiegevoelige bodems.

Het volledige plangebied wordt gekenmerkt door een infiltratiegevoelige bodem.

Grondwaterstromingskaart

De grondwaterstromingskaart werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er minder of meer aandacht moet uitgaan naar de effecten van ingrepen op de grondwaterstroming. De aandacht gaat in de eerste plaats uit naar de ondiepe grondwaterstroming. Verstoring van de grondwaterstroming kan een belangrijk effect hebben op de omgeving.

Het plangebied wordt volledig gekarteerd als type 3 gebied, i.e. ‘weinig gevoelig voor grondwaterstroming’. Indien er in type 3 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 10 m en een horizontale lengte van meer dan 100m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Binnen het plangebied worden evenwel geen dergelijke constructies voorzien.

Winterbedkaart De winterbedkaart duidt die gebieden aan waar veranderingen van bodemgebruik aanleiding kunnen geven tot een gewijzigd afvoergedrag in geval van overstroming van het gebied. De winterbedkaart werd beperkt tot de gebieden die onderhevig zijn aan overstromingen vanuit de bevaarbare waterlopen. Voor het plangebied is ze niet van toepassing.

30

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

Hellingenkaart

De hellingenkaart van Vlaanderen ten behoeve van de watertoets geeft de hellingsgraad weer voor het Vlaamse grondgebied. Deze kaart werd opgemaakt in functie van het determineren van ‘steile’ of ‘sterke’ hellingen, omdat deze hellingen aanleiding kunnen geven voor exces afvloeiend hemelwater, die de overstromingsgevoeligheid van een gebied kunnen beïnvloeden.

Het plangebied heeft over de gehele oppervlakte een vrij vlak verloop.

Erosiegevoelige gebieden

De erosiegevoeligheidskaart werd opgemaakt om de gevolgen van belangrijke wijzigingen in grondgebruik te kunnen inschatten. Dergelijke wijzigingen kunnen immers mogelijk aanleiding geven tot versnelde afstroming van oppervlaktewater van hellingen en tot afspoeling van bodemdeeltjes.

Het gehele plangebied wordt gekarteerd als niet erosiegevoelig gebied.

31

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

Conclusie De watertoets brengt de overstromingsgevoeligheid van het plangebied en de onmiddellijke omgeving aan het licht. Het voorliggende PRUP wordt opgesteld om een oplossing te bieden aan de voorkomende wateroverlastproblemen. Uit de modellering die opgesteld werd in de waterhuishoudingsstudie van de waterlopen te Putte blijkt dat de kans op wateroverlast ter hoogte van het plangebied en de Schrieksesteenweg sterk wordt gereduceerd door de aanleg van het retentiebekken.

5.6. Onderzoek naar de significante milieueffecten (dossiernummer dienst MER: OHPL0171) De overheid kan niet langer een plan en programma dat kadervormend is voor het afleveren van vergunningen voor projecten - zoals het PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek - goedkeuren als er geen onderzoek is gebeurd naar de milieueffectrapportage. Deze rapportagevorm beschrijft en evalueert de te verwachten significante effecten van het voorgenomen plan of programma en de redelijke alternatieven. De vergunningverlenende overheid moet steeds kennis hebben van de te verwachten milieueffecten en de mogelijke milderende maatregelen. Er geldt enkel een plan-MER-plicht voor deze plannen en programma’s die aanzienlijke en significante milieueffecten met zich kunnen meebrengen.

Toepassingsgebied Het PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek is niet van ‘rechtswege’ plan-MER-plichting om volgende redenen: - In het PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek worden geen vergunningen voor projecten mogelijk gemaakt die behoren tot de bijlage I en II van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage zoals opgenomen in het BVR van 10/12/04. Het PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek voorziet wel in een waterbeheersingproject op een onbevaarbare waterloop zoals omschreven in de bijlage II van het BVR 10/12/04 opgesomde projecten, maar de retentiezone is niet gelegen in bijzonder beschermd gebied zoals opgesomd in het BVR van 10/12/2004 of in een gebied dat een aanzienlijke invloed kan hebben op een bijzonder beschermd gebied. - PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek is geen plan of programma waarvoor een passende beoordeling is vereist zoals bepaald door het artikel 36ter §3 van het natuurdecreet. Omwille van bovenstaande motivering dient besloten te worden dat het PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek van ‘rechtswege’ niet plan-MER-plichtig is maar screeningsplichtig. Hierdoor moet met andere woorden een screening naar de mogelijke aanzienlijke milieueffecten worden gevoerd. Naargelang het resultaat van deze screening moet al dan niet besloten worden dat voor het PRUP een plan-MER opgemaakt dient te worden: - indien er geen aanzienlijke milieueffecten kunnen zijn: geen plan-MER-plicht; - indien er wel aanzienlijke milieueffecten kunnen worden aangetoond voor één of meerdere criteria kunnen zijn: wel plan-MER-plicht.

De criteria voor het opmaken van de m.e.r. screening worden weergegeven in de bijlage I van DABM. Onderstaand wordt een afwegingkader weergeven voor de screening naar de mogelijke aanzienlijke milieueffecten.

32

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

De inherente kenmerken van het RUP retentiezone Wolzakkenleibeek a. De mate waarin het PRUP een kader vormt voor projecten en andere activiteiten met betrekking tot hun ligging, aard, omvang en gebruiksvoorwaarden. Het PRUP vormt het kader om vergunningen af te leveren om: - beheers- en instandhoudingwerken uit te voeren aan de Wolzakkenleibeek; - het inrichten van een slibvang en de bijhorende toegangswegen voor het ruimen van de slibvang; - in de directe omgeving van de waterloop de waterbergingscapaciteit van de waterloop gevoelig te verhogen (de kadastraal benoemde percelen 173, 174 en 177a); - het hemelwater zo lang mogelijk vast te houden; - zoveel mogelijk hemelwater te laten infiltreren in het plangebied; - het gebied op een ecologische wijze beheren (inrichten van een schuilhut voor GVE) - natuureducatie mogelijk te maken. Het waterbergend vermogen van de Wolzakkenleibeek wordt vergroot door - al dan niet gedeeltelijk - afgravingen te verrichten in het plangebied. Door deze afgravingen zal het winterbed van de Wolzakkenleibeek plaatselijk hersteld worden. De oppervlakte van de totale zone van het gecontroleerd overstromingsgebied bedraagt ca. 1,45 ha. Hierbij wordt ervoor geopteerd om het gebied te nivelleren tot onder het grondwaterpeil, waardoor een permanent natte omgeving bekomen wordt. Het inrichten van dijken om de omliggende percelen te vrijwaren van wateroverlast wordt binnen de voorschriften van het PRUP voorzien. De Wolzakkenleibeek kan binnen de retentiezone vrij meanderen. Concreet voorziet het PRUP de planologische omkadering voor een inrichtingsproject om bovenstaande doelstellingen te realiseren. Het RUP retentiezone Wolzakkenleibeek voorziet de herbestemming van agrarisch gebied naar een zone voor waterberging en natuurontwikkeling.

b. De mate waarin het RUP andere plannen en programma’s, met inbegrip van die welk deel zijn van een hiërarchisch geheel, beïnvloedt. Het PRUP maakt integraal deel uit van de acties die in het provinciaal ruimtelijk structuurplan worden vooropgesteld ter ondersteuning van het integraal waterbeheer. De keuze voor het plangebied en de hoeveelheid te bergen hemelwater wordt gemotiveerd vanuit waterhuishoudingsstudie waterlopen Putte - Hydraulisch model van de verbeteringsmaatregelen dat werd opgemaakt in opdracht van de gemeente Putte. De doelstellingen met betrekking tot het plangebied worden voorzien in het Masterplan Waterbeleid 2007-2012 van de Provincie Antwerpen. Het Masterplan Waterbeleid 2007-2012 voorziet langs de Wolzakkenleibeek een overstromingsgebied met geïntegreerde slibvang aangelegd, zoals ook vastgelegd in het deelbekkenbeheerplan (DB 08-10_20 & DB 08-10_21).

Het locatieonderzoek en het technische onderzoek naar de randvoorwaarden voor het gecontroleerde overstromingsgebied werd gevoerd in de voornoemde hydrologische studie en in de waterhuishoudingsstudie waterlopen Putte - Hydrologie en hydraulica van de bestaande toestand .

33

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

c. De relevantie van het PRUP voor de integratie van milieuoverwegingen, vooral met het oog op de bevordering van duurzame ontwikkeling. Het PRUP voorziet in de mogelijkheid om het gecontroleerd overstromingsgebied voor de Wolzakkenleibeek te realiseren. Door dit overstromingsgebied te verwezenlijken wordt het overstromingsrisico sterk gereduceerd in gebieden die in de huidige situatie te kampen hebben met wateroverlast. De ingreep vormt een duurzame oplossing gezien het niet louter inspeelt op een lokale problematiek, maar voortkomt uit een integrale beschouwing van het watersysteem. Daarnaast vormt het PRUP ook een kader voor natuurontwikkeling binnen het plangebied. Als dusdanig wordt de rol van de waterloop als drager van de natuurfunctie versterkt.

d. De milieuproblemen die relevant zijn voor het plan of programma  Implicaties op de discipline bodem en grondwater De bodem van het plangebied wordt grotendeels getypeerd door een matig natte lemig zandbodem met dikke antropogene humus A horizont (aangeduid op onderstaande figuur met een donker blauwe kleur). Een kleine deel van het plangebied dat gelegen is aan de westelijke zijde wordt door de bodemkaart getypeerd als matig natte licht zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont (aangeduid met een gele kleur). Tevens wordt het plangebied en zijn omgeving gekarteerd als ‘nat’ op de drainagekaart).

 bodemkaart (bron: AGIV)  drainagekaart (bron: AGIV)

Door het vroegere rechttrekken van de Wolzakkenleibeek en aangezien de bodem zeer snel waterverzadigd is, leidt dit tot overstromingsproblemen in de omgeving van de Schrieksesteenweg. Door het gebied in te richten als gecontroleerd overstromingsgebied wordt een versnelde afvoer van het water stroomopwaarts en het bijkomend hemelwater op de site zelf aanzienlijk beperkt. Hierdoor kan wateroverlast bij hevige regenval in de onmiddellijke omgeving van het plangebied grotendeels vermeden worden. Het is voornamelijk de bedoeling een gedeelte van de winterbedding van de Wolzakkenleibeek te herstellen.

Het Instituut voor Natuurbehoud en Bosbeheer heeft een aantal ecosysteemkwetsbaarheidskaarten opgemaakt, onder andere voor verzuring, verdroging en eutrofiëring (de drie V’s). Voor deze verstoringen wordt het plangebied gekarteerd als ‘niet kwetsbaar tot weinig kwetsbaar’. Een klein bosgebiedje dat gelegen is aan de zuidelijke perceelsgrens van het plangebied wordt door de signaalkaart verzuring gekarteerd als kwetsbaar.

34

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

 signaalkaart verdroging (bron: AGIV)  signaalkaart verzuring (bron: AGIV)

 signaalkaart eutrofiëring (bron: AGIV)

De plaatselijke verdroging van de bodem zal worden tegengegaan aangezien het water in het gecontroleerde overstromingsgebied wordt vastgehouden tussen de in te richten dijken. Hierbij zal de oude dijk aan de noordelijke zijde van het plangebied hersteld worden. De omzetting van de bestemming van agrarisch gebied naar een zone in functie van het gecontroleerde overstromingsgebied houdt de opheffing van de landbouwactiviteiten in waardoor: - de eutrofiëring of vermesting van het grondwater plaatselijk sterk beperkt wordt (vooral stikstof); - de verzuring van het grondwater plaatselijk beperkt wordt (geen toediening van ammoniak in het grondwater door veeteelt). Het gecontroleerde overstromingsgebied wordt geraamd met een oppervlakte van ca. 1,45 ha en een volume van 11.000m³. Hierbij wordt een afgraving van het terrein voorzien over een diepte van gemiddeld 50cm. De af te graven grond zal in grote mate ter plaatse herbruikt worden voor de aanleg van landschappelijke dijken. Het teveel aan grond zal afgevoerd worden. Zowel voor het hergebruik ter plaatse, het hergebruik buiten het plangebied en bijhorende transport zal de van toepassing zijnde regelgeving inzake grondverzet worden toegepast (vigerende VLAREBO- wetgeving). Langs de Wolzakkenleibeek, ter hoogte van het in te richten gecontroleerde overstromingsgebied, wordt een geïntegreerde slibvang voorzien. Er wordt voorzien dat het te ruimen slib, omwille van vervuiling 3, zal verwerkt worden door een gespecialiseerd verwerkingsbedrijf. Het uitbaten en beheren van de retentiezone Wolzakkenbeek is niet kadervormend voor een Vlarebo-plichtige activiteit: - rubriek 54.1: het kunstmatig aanvullen van grondwater op directe wijze (via geboorde putten).

3 Uit analyses door het provinciaal instituut voor hygiëne (dec. 2007) kan het slib van de Wolzakkenleibeek door de verontreiniging van PCB’s niet op de oever gedeponeerd worden, niet als bodem toegepast worden en ook niet verwerkt worden als bouwstof. 35

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

- rubriek 61: tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem waarbij het geen permanente inrichting betreft, die langer dan een jaar in exploitatie zal zijn.

De watertoets brengt de overstromingsgevoeligheid van het plangebied en de onmiddellijke omgeving van de Schrieksesteenweg aan het licht. Het voorliggende PRUP wordt opgesteld om een oplossing te bieden aan de voorkomende wateroverlastproblemen. De bovenloop van de Wolzakkenleibeek heeft een sterk verval, maar de benedenloop ter hoogte van de Schrieksesteenweg ligt vrijwel horizontaal. Hierdoor daalt de stroomsnelheid plots vrij sterk met sedimentatie tot gevolg. Op de benedenloop zijn er bijgevolg problemen met aanslibbing. Langs de Wolzakkenleibeek ter hoogte van het in te richten gecontroleerde overstromingsgebied wordt een geïntegreerde slibvang voorzien. Bij nazicht van het kaartmateriaal ‘waterkwaliteit’, opgemaakt door de Vlaamse Milieumaatschappij en geconsulteerd op de webstek van Agiv, worden geen resultaten van bodemonderzoeken weergegeven in de onmiddellijke omgeving van het plangebied. Deze gegevens kunnen informatie verschaffen aangaande de kwaliteit van het water en/of de waterbodem. Er wordt een beperkte verandering in de grondwaterstand verwacht omwille van de aanwezigheid van infiltratiegevoelige bodems. In deze bodems kan er relatief gemakkelijk hemelwater infiltreren naar de ondergrond waardoor de grondwaterstand door het gecontroleerd overstromingsgebied puntsgewijs aangevuld zal worden. Echter zal dit te verwachten effect slechts beperkt zijn van aard en omvang. Mede omdat de grondwaterstand in de onmiddellijke omgeving van een waterloop sowieso plaatslijk verhoogd voorkomt en omdat het om een beperkte ingreep gaat op schaal van de bestaande grondwaterstromingen in het deelbekken van de Vrouwvliet. Een verdroging van een zone buiten het plangebied wordt niet verwacht.

 Implicaties op de discipline geluid De inrichting van het plangebied in functie van het gecontroleerde overstromingsgebied zal per definitie geen bijkomende geluidsbelasting met zich meebrengen. Eveneens zullen de activiteiten met betrekking tot de natuureducatie van deze aard en schaal zijn dat er geen bijkomende geluidseffecten voorspeld kunnen worden.

 Implicaties op de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Landschap Het ruimere open ruimtegebied waarvan het plangebied deel van uit maakt, bestaat uit een afwisselend patchwork van kleinschalige akkers, weiden, boscomplexjes en enkele individuele woningen. Dit rastergebied wordt benadruk door een veelheid aan lineaire kleine landschapselementen en kleinere bosschages. De inrichting van het plangebied als gecontroleerd overstromingsgebied vormt geen onmiddellijke bedreiging voor de intrinsieke kenmerken en/of beleving van dit landschap. Door de begeleidende groenstructuren langsheen de Wolzakkenleibeek en de aanwezige grachten te behouden en te versterken, past de retentiezone zich op gepaste wijze in in de omgeving. Het plangebied maakt geen deel uit, of heeft geen aantoonbare invloed op gave of relatief gave landschappen die omschreven worden als ankerplaatsen of relictzones zoals geïnventariseerd door de landschapatlas.

36

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

Bouwkundig erfgoed Binnen het plangebied is geen bouwkundig erfgoed aanwezig Gekend archeologisch erfgoed Er zijn op de percelen binnen de planzone nog geen archeologische waarnemingen gebeurd, deels omdat de afdekking met een antropogene ophoging sinds de middeleeuwen dit onmogelijk maakt. Er is geen gekende verstoring die de aanwezigheid van archeologische resten uitsluit. Vooraleer de aanwezigheid van archeologische resten kan uitgesloten worden is een archeologisch vooronderzoek nodig. Indicatief voor archeologische vindplaatsen in de omgeving zijn de vondsten uit het Mesoliticum (midden-steentijd) in de vallei van de Valkelarebeek (op 1 km. van de retentiezone) en enkele landbouwpercelen dichterbij gelegen (<800 meter). De graafwerken zullen archeologische resten die eventueel aanwezig zijn aantasten. De kans op aanwezigheid van archeologische resten is reëel. De opdrachtgever is gebonden aan de juridisch bepaalde zorgplicht. Wegens de bestaande kans op vernietiging wordt daarom voorgesteld een archeologisch vooronderzoek uit te voeren. Op hoger gelegen percelen moet daarom een gericht proefsleuvenonderzoek ingezet worden. Lagere percelen kunnen verkend worden door een gecombineerd onderzoek van boringen, inspectie van graafwerken en proefsleuven.

 Implicaties op de discipline fauna en flora Het Instituut voor Natuurbehoud en Bosbeheer heeft de biologische waarderingskaart opgemaakt (2004). Deze kaart biedt een uniforme inventarisatie en evaluatie van de biologische waardevolle en minder waardevolle gebieden. Het gehele plangebied wordt gekarteerd als een complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen. Het kleine bosgebiedje dat aan zuidelijke zijde grenst aan het gebied wordt aangeduid als biologisch waardevol gebied (zie punt 3.5.2). Het Instituut voor Natuurbehoud en Bosbeheer heeft een aantal ecosysteemkwetsbaarheidskaarten opgemaakt zoals onder andere een signaalkaart voor ecotoopverlies. Het plangebied wordt gekarteerd ‘weinig kwetsbaar’. De inrichting van het plangebied – of delen van het gebied – als gecontroleerde overstromingszones’ doet hier geen verdere afbreuk aan.

 signaalkaart ecotoopverlies (bron: AGIV)

De Wolzakkenleibeek en de bestaande afwateringsgrachten worden in het plangebied zeer sterk begeleid door dichte groenstructuren. Deze groene linten langs het water worden behouden en versterkt als structurerende elementen in het landschap. Door het – al dan niet gehele - gebied te nivelleren tot onder het grondwaterpeil, wordt een permanent natte omgeving gecreëerd. Door deze ingreep zal de bodemgeschiktheid voor verschillende waterminnende vegetaties zeer sterk toenemen. Tevens kan door een aangepast bermbeheer de bestaande voedselrijke 37

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

weides omgevormd worden tot een schraal grasland met een hogere biodiversiteit. Hierdoor kunnen heel wat mogelijkheden gecreëerd voor de natuur (fauna- en flora- elementen). Het aantal habitats voor planten en dieren kan hierdoor sterk uitbreiden. De beoogde ingrepen aan de Wolzakkenleibeek zullen de natuurlijke structuurkenmerken van de waterloop herstellen. Waardoor de rechtstreekse invloed op de waterkwaliteit zeer sterk verbeterd kan worden (bevorderen zelfzuiverende werking van de waterloop). Naast de primerende waterbufferende functie krijgt het gecontroleerde overstromingsgebied op deze manier een – niet onbelangrijke - functie als natuurontwikkelingsgebied. Hierdoor kan besloten worden dat de inrichting van het plangebied in functie van het gecontroleerde overstromingsgebied per definitie geen verdere aantasting van waardevolle vegetatie met zich meebrengt. Integendeel door de beoogde ingrepen en het te verwachten laagdynamische karakter van het gebied vormt het gecontroleerde overstromingsgebied een groene enclave in het afwisselend patchwork van kleinschalige akkers, weiden en boscomplexjes.

Het plangebied is gelegen, volgens de Vlaamse vogelatlas 4, in een bijzondere seizoensgebonden trekroute voor een groot aantal trekvogels. Het trekseizoen (lente – herfst) brengt immers jaarlijks een 100.000 vogels boven het plangebied in een gestuwde trek. De gestuwde trek kan worden gezien als een belangrijke verdichting van de aantallen vogels, omdat veel vogels niet graag over grote open watervlakten (of open landschappen) vliegen. Landvogels laten zich vaak leiden door scheidingen tussen land en water, randen van bossen en/of lijnvormige boselementen. Aangenomen kan worden dat de inrichting van het plangebied in functie van een gecontroleerd overstromingsgebied, met een oppervlakte van ca. 1,45 ha, geen aantoonbare nefaste invloed met zich mee zal brengen voor de bestaande vogeltrekroute. Aangezien de aanvaringskans met hoge obstakels zoals windturbines nihil is in het plangebied (en zijn ruime omgeving). Integendeel de retentiezone Wolzakkenleibeek kan op termijn fungeren als pleister- en rustgebied voor deze trekvogels.

 Implicaties op de discipline mens en ruimte De inrichting van het plangebied als gecontroleerd overstromingsgebied vormt samen met inrichtingsmaatregelen om het hemelwater zo lang mogelijk op de site zelf vast te houden een remedie om het overstromingsrisico van de Wolzakkenleibeek ter hoogte van de Schrieksesteenweg sterk te reduceren. Dit houdt onmiskenbaar positieve effecten in voor de omwonenden en het gebruik van de omliggende landbouwgronden. De herbestemming van het plangebied naar een zone voor de aanleg van een retentiebekken en natuurontwikkeling heeft wel tot gevolg dat het bestaande gebruik als weiland niet meer mogelijk is. In het plangebied zijn handelingen toegestaan die natuureducatie mogelijk maken en/of te bevorderen. Door de Wolzakkenleibeek terug kansen te geven om te meanderen en door het effectief gecontroleerd overstromingsgebied in te richten als een natuurontwikkelingsgebied zal de zichtbaarheid van het watersysteem en de belevingswaarde voor de bewoner en de passant opmerkelijk stijgen. De herwaardering van de Wolzakkenleibeek en het in te richten overstromingsgebied zal een meerwaarde betekenen voor het agrarische landschap te Putte.

4 De Vlaamse vogelatlas werd opgemaakt door het Instituut voor Natuurbehoud om de nodige beleidskennis op te bouwen inzake de interacties tussen windturbines en vogelbestanden in Vlaanderen. De opgenomen gegevens voor de seizoenstrek in de vogelatlas is ca. voor 40% volledig van gegevens. 38

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

Door de inrichting van het gecontroleerde overstromingsgebied zal de huidige landbouwfunctie vervallen. De totale oppervlakte aan bestemd landbouwgebied, door het vigerende gewestplan, bedraagt ca. 2ha 65a (inclusief de waterloop en de toegangsweg). Deze inname betreft een niet-structureel verlies aan landbouwareaal. Deze stellingname wordt gemotiveerd door de landbouwtyperingskaart waarbij het plangebied gekarteerd wordt met een lage waardering voor de landbouw. Hoewel de landbouwtyperingskaart een lage waardering geeft aan het plangebied nam de Vlaamse Regering dd. 21/12/2007 een beslissing over de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplanbestemmingen voor een aantal gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur in de regio Neteland. Het plangebied ‘retentiezone Wolzakkenbeek’ is gelegen in het Herbevestigde Agrarische gebied (68) buitengebied rond , Putte en Heist op den Berg (HAG). De doelstelling van het landbouwgebied Hei-Zevenbunden bestaat uit het behoud van de open landbouwkamers met de landschappelijke karakteristieken. Langs waardevolle beken wordt agrarisch natuurbeheer gestimuleerd.

 landbouwtyperingskaart (bron: Departement Leefmilieu, Natuur en Energie)

e. De relevantie van het RUP voor de toepassing van de milieuwetgeving van de Europese Gemeenschap. Het Antwerpse Masterplan Waterbeleid 2007-2012 is een provinciale uitvoering van het Vlaamse integraal waterbeheer die op haar beurt een uitvoering is van de Europese Kaderrichtlijn Water (2000/60/EG). Betreffende het integraal waterbeheer heeft de Europese Commissie de Europese Kaderrichtlijn Water opgesteld. Doel van de richtlijn is om in 2015 een goede waterkwaliteit te realiseren voor alle rivieren, meren, riviermondingen, en al het kustwater en grondwater in de Europese Unie. De opmaak van het PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek maakt deel uit van de acties van het provinciale Masterplan Waterbeleid 2007-2012. De provincie bevoegd over de waterlopen van 2de categorie maakt dit Masterplan op per deelbekken om hoe zij haar waterlopen de komende jaren zal onderhouden, welke studies en projecten er lopen of te verwachten zijn en of er vismigratieknelpunten zijn op deze waterlopen. Met als integraal doel de waterkwaliteit stelselmatig te verbeteren.

39

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

De kenmerken van de effecten en van de gebieden die kunnen worden beïnvloed door het RUP retentiezone Wolzakkenleibeek a. De waarschijnlijkheid, duur, frequentie en omkeerbaarheid van de effecten. De effecten die voortkomen uit de inrichting van het plangebied als gecontroleerd overstromingsgebied zijn: - Op korte termijn: • hoogstwaarschijnlijk een sterke inperking van het risico op overstromingen bij hevige neerslag in de omgeving van de Schrieksesteenweg (in de modelleringstudie werd er een debiet berekend aan de hand van weerkerende stormen van 2jaar, 5jaar, 25jaar en 50jaar); • het plaatselijk herstel van de winterbedding van de Wolzakkenleibeek ter hoogte van het gecontroleerde overstromingsgebied; • het herstel van de natuurlijke structuurkenmerken en de natuurwaarden van de waterloop in zijn vochtige én zijn droge omgeving; • de inrichting van een aangepaste structuur voor natuureducatie; • het inrichten van een geïntegreerde slibvang.

- Op middellange tot lange termijn: • de herwaardering van de Wolzakkenleibeek om zowel in de aspecten van waterkwantiteit als waterkwaliteit; • de creatie van een waardevol watergebonden biotoop langsheen de Wolzakkenleibeek als een groene enclave in het agrarische patchwork: - Tijdelijke effecten: • De herprofilering van de Wolzakkenleibeek en de inrichting van het plangebied als gecontroleerde overstromingsgebied zullen tijdens de realisatiefase het nodige werfverkeer met zich meebrengen.

De inrichting van het plangebied als gecontroleerde overstromingsgebied zijn beoogd voor de zeer lange termijn. Gezien de positieve aard van de beoogde effecten is de omkeerbaarheid ervan niet wenselijk.

b. De cumulatieve aard van de aspecten. De herwaardering, herinrichting en beheer van de Wolzakkenleibeek in het plangebied kadert in het provinciale Masterplan Waterbeleid 2007-2012. De Wolzakkenleibeek vormt een onderdeel van het waterlopenstelsel van het Dijle- en Zennebekken, en meer bepaald van het deelbekken van de Vrouwvliet. De voorgestelde ingrepen op de Wolzakkenleibeek beogen het lokale watersysteem bestaande uit grond- en oppervlaktewater op een natuurlijke manier te herstellen door buffering, infiltratie en vertraagde afvoer. Met de natuurontwikkeling kunnen deze bijdragen tot een herstel en bestendiging van de natuurlijke vallei van de Wolzakkenleibeek.

c. De grensoverschrijdende aard van de effecten. Het stroomgebied van de Wolzakkenleibeek maakt deel uit van het deelbekken van de Vrouwvliet en meer bepaald als een onderdeel van de vallei van de Krekelbeek. Het deelbekken van de Vrouwvliet strekt zich voornamelijk uit over het grondgebied van de gemeenten Mechelen, Sint-Katelijne-Waver, Putte, , Heist-op-den- Berg, (Vlaams-Brabant), Tremelo (Vlaams-Brabant) en Begijnendijk (Vlaams-Brabant).

40

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

Het deelbekken bevat relatief weinig van nature overstroombare gebieden. Door de aanwezigheid van een ondiepe kleilaag wordt het meeste water bovengronds afgevoerd, wat door de grote hoeveelheid verharde oppervlakte nog versneld wordt. Bij hevige buien of langdurige regen dreigt op verschillende plaatsen wateroverlast en als een overstroming optreedt is dit vaak buiten de van nature overstroombare gebieden.

d. De risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu De doelstelling om het plangebied in te richten als een gecontroleerd overstromingsgebied dient de risico’s op overstromingen zowel in de onmiddellijke omgeving van de Schrieksesteenweg zeer sterk te milderen. Ter hoogte van het gecontroleerde overstromingsgebied wordt een geïntegreerde slibvang voorzien. Deze slibvang zal op regelmatige tijdstippen geruimd en deskundig verwerkt moeten worden.

e. De orde van grootte en het ruimtelijk bereik van de effecten. Het ruimtelijk bereik van de beoogde effecten spitst zich toe op het verhinderen van wateroverlast bij hevige neerslagperiodes in de onmiddellijke omgeving van het plangebied zelf (omgeving Schieksesteenweg) en in de woonomgevingen stroomafwaarts de Wolzakkenleibeek te Putte.

f. De waarde en kwetsbaarheid van het gebied dat kan worden beïnvloed gelet op:  De bijzondere natuurlijke kenmerken of cultureel erfgoed De opmaak van het PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek heeft geen aantoonbare invloed op bijzonder beschermde gebieden, zoals opgesomd in het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage.  De overschrijding van milieukwaliteitsnormen of van grenswaarden De inrichting van het plangebied als gecontroleerde overstromingsgebied en handelingen om het hemelwater zo lang als mogelijk op de site zelf vast te houden zullen geen overschrijding vormen van de milieukwaliteitsnormen of kun grenswaarden. Integendeel door de beoogde ingrepen zal het zelfzuiverend effect van de Wolzakkenleibeek gevoelig verhoogd worden. Tevens worden in de stedenbouwkundige voorschriften het lozen van ongezuiverd afvalwater verhinderd in de beheersmaatregelen. Door het afkoppelen van verharde oppervlakten van het gemengde rioleringsstelsel en door het gescheiden afvoeren van hemelwater.  Intensief grondgebruik In het PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek is omwille van de waterretentie doelstellingen niet beoogd naar een intensief groengebruik. Naar meervoudig ruimtegebruik wordt er gestreefd naar de inrichting met volgende te ‘verweven’ functies: - gecontroleerd overstromingsgebied; - natuurinrichting langsheen de Wolzakkenleibeek; - natuurinrichting in het effectief gecontroleerde overstromingsgebied; - natuureducatie;

41

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

g. De effecten op beschermde gebieden en landschappen (grensoverschrijdende invloeden). De opmaak van het PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek heeft geen aantoonbare grensoverschrijdende invloed op beschermde gebieden en landschappen in de omgeving.

Mogelijkheden tot alternatief De keuze voor het plangebied en de hoeveelheid te bergen hemelwater wordt gemotiveerd vanuit de Waterhuishoudingstudie waterlopen Putte - Hydraulisch model van de verbeteringsmaatregelen, die werd opgemaakt in opdracht van de gemeente Putte. De doelstellingen met betrekking tot het plangebied worden voorzien in het Masterplan Waterbeleid 2007-2012 van de Provincie Antwerpen. In de waterhuishoudingstudie worden buiten het gecontroleerde overstromingsgebied aan de Wolzakkenleibeek nog drie andere zones aangeduid als potentiële retentiegebieden in de gemeente Putte, namelijk: - ter hoogte van de Spoelbeek (1,58 ha) - ter hoogte van de Kalverbeek (1,02 ha) - ter hoogte van de zijloop Wolzakkenleibeek (1,88ha).

Besluit – waarom de opmaak van een plan-MER niet noodzakelijk wordt geacht Voor het PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek kan er besloten worden dat de te verwachten negatieve significante milieueffecten van het voorgenomen plan en programma – rekening met bovenstaande m.e.r.- screening beperkt en zelfs te verwaarlozen zijn. De positieve effecten van het inrichten van het plangebied als een gecontroleerd overstromingsgebied dient de risico’s op overstromingen in de onmiddellijke omgeving van de Schrieksesteenweg te verhelpen. In het plangebied zal door het plaatselijk herstellen van de winterbedding noordelijk van de Wolzakkenleibeek een grotere waterbergingscapaciteit voorzien worden. Deze ingrepen kunnen volgende positieve effecten met zich mee brengen op het natuurlijk milieu: - de creatie van biologisch waardevolle gebieden langsheen de Wolzakkenleibeek waarbij het gecontroleerde overstromingsgebied wordt ontwikkeld als groene enclave in het agrarische patchwork; - het versterken van de aanwezige en potentieel aanwezige watergebonden levensgemeenschappen; - het zeer sterk verhogen van de waterbergingscapaciteit van de waterloop en in de gebieden die onderdeel uitmaken van het PRUP; - het verhogen van het zuiverend vermogen van de Wolzakkenleibeek door de revitalisering van de structuurkenmerken van de waterloop; - het sterk verhogen van de vertraagde afvoer van hemelwater en de toevoer van water stroomopwaarts; - het versterken van de visuele beeldwaarde van de Wolzakkenleibeek en de belevingswaarde voor de bewoners en passanten. Het gebied wordt tevens passend ingericht voor natuureducatie.

42

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

6. Uitvoering

6.1. Beheersovereenkomsten Er wordt gestreefd naar het afsluiten van een beheersovereenkomst met een natuurvereniging voor het beheer van het plangebied.

6.2. Onteigening Voor de realisatie van het retentiebekken dienen volgende percelen te worden onteigend: de percelen 173, 174, 177A, en delen van de percelen 116C, 136, 148, 149, 150, en 160. Voor de ontsluiting van het plangebied dienen volgende percelen deels te worden onteigend: 168F, 169A, 170B, 170D, 170H, 172C.

6.3. Projectpartners Voor de realisatie van het natuurontwikkelingsproject en natuureducatief project wordt Natuurpunt aangeduid als mogelijke projectpartner.

43

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

7. Bestemmingsplan

7.1. Toelichting bij de bestemmingen

7.2. Opgave van voorschriften die strijdig zijn met het PRUP en die worden opgeheven

44

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

8. Ruimtebalans

bestemming Oorspronkelijke opp. PRUP + PRUP - totaal bestemming

45

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting

Dossiernummer: D+A Consult nv

9. Bijlagen

46

PRUP retentiezone Wolzakkenleibeek januari 2009 Memorie van toelichting