De Worsteling Om De Toekomst Van Suriname

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

De Worsteling Om De Toekomst Van Suriname De worsteling om de toekomst van Suriname De betekenis van de demografische factor, toegelicht aan de hand van Nederlandse opiniebladen in de periode 1954-2000 Doctoraal Scriptie Barbara van den Broek Studie: Economische en Sociale Geschiedenis Korte Leidsedwstr. 105 B Studentnummer: 9259260 1017 PX Amsterdam Ingeleverd bij: Theo Stevens, Thera Wijsenbeek 020-624 54 05 Datum: augustus 2002 [email protected] INHOUDSOPGAVE Voorwoord p. 1 Kaart van Suriname p. 2 Verantwoording p. 4 Inleiding p. 10 Hoofdstuk 1 De jaren als koninkrijkspartner: groei p. 20 § 1.1 De demografische stand van zaken in 1954 p. 21 § 1.2 1961: demografische cijfers en de consequenties die men eraan verbindt p. 23 Vrij Nederland p. 24 Haagse Post p. 26 Hervormd Nederland p. 27 § 1.3 1969: het jaar van de onderwijsstakingen. Aandacht voor de jongeren? p. 27 Hervormd Nederland p. 27 Elseviers Weekblad p. 28 Vrij Nederland p. 31 Haagse Post p. 33 Hoofdstuk 2 1975: er wordt met migratiecijfers gestrooid, geschermd en gedreigd p. 37 Vrij Nederland p. 37 Elseviers Magazine p. 43 Haagse Post p. 55 De Groene Amsterdammer p. 60 Hervormd Nederland p. 65 Hoofdstuk 3 Van ‘ingreep’ naar militair bewind: afname p. 68 § 3.1 1980: een nieuw piekjaar in de migratie naar Nederland p. 69 Elseviers Magazine p. 70 Vrij Nederland p. 75 Haagse Post p. 77 De Groene Amsterdammer p. 80 Hervormd Nederland p. 86 1 § 3.2 1982: wankele politieke basis, verzet tegen het regime p. 89 Elseviers Magazine p. 90 Haagse Post p. 94 De Groene Amsterdammer p. 95 Hervormd Nederland p. 98 Hoofdstuk 4 De jaren ‘90: economische malaise en de life-line met Nederland p. 99 § 4.1 1991 en de erfenis van Bouterse: inflatie, werkloosheid en schaarste p. 100 De Groene Amsterdammer, HP/De Tijd p. 100 Elsevier p. 102 Vrij Nederland p. 104 Hervormd Nederland p. 105 § 4.2 1996: de bevolking wil sneller verbetering. Kan de NDP dat geven? p. 106 HP/De Tijd, De Groene Amsterdammer p. 107 Vrij Nederland p. 108 Elsevier p. 109 Hervormd Nederland p. 110 § 4.3 2000: 25 jaar onafhankelijkheid. Terug naar etnische tegenstellingen? p. 112 De Groene Amsterdammer p. 112 Hervormd Nederland p. 113 Vrij Nederland p. 114 HP/De Tijd p. 115 Elsevier p. 116 Hoofdstuk 5 Conclusie p. 122 Tot slot p. 129 Lijst met afkortingen p. 130 Bijlagen: cijfermateriaal uit de literatuur p. 131 Tabellen: cijfermateriaal uit de opiniebladen p. 136 Bronnen en Literatuur p. 139 Verantwoording illustraties p. 142 2 VOORWOORD Het onderzoek dat voor u ligt, is een doctoraalscriptie voor de studierichting Economische en Sociale Geschiedenis. Ik heb voor deze richting gekozen omdat ik ben geïnteresseerd in mensen, hun ontwikkeling, mentaliteit, onderlinge verschillen en hoe men over elkaar denkt. Mijn onderzoek is daardoor niet een puur historisch onderzoek geworden. Op de basis van hetgeen mij is geleerd om historica te worden, heb ik gebruik gemaakt van diverse andere disciplines: antropologie, sociologie, psychologie en mentaliteitsgeschiedenis. Mijn interesse in mensen en het gebruik van deze disciplines naast het vak geschiedenis zijn er mede oorzaak van dat ik zeer recente periode heb gekozen voor het onderzoek. De andere reden voor deze keuze is het feit dat ik weinig wetenschappelijke literatuur heb gevonden over de demografische ontwikkeling van Suriname op zich. De interessantste periode om hiernaar een onderzoek te doen is mijns inziens het door mij gekozen van 1954 tot 2000. Daarnaast maakt deze keuze mijn scriptie actueel en hoop ik dat men haar zal lezen. Er zijn een paar mensen die ik wil bedanken voor hun hulp bij het totstandkomen van dit product. Natuurlijk mijn scriptiebegeleider en docent dankzij wie ik op dit onderwerp ben gekomen, Theo Stevens. Hartelijk dank voor uw geduld, begrip en de fijne gesprekken. Ook mijn vader is geduldig geweest en heeft mij altijd financieel gesteund. Zonder hem zou ik de studie wel eens veel later kunnen hebben beëindigd. Thera Wijsenbeek wil ik bedanken voor haar onmiddellijke ‘ja’. Ik bewonder uw enthousiasme en toewijding. Praktisch heb ik ook hulp gehad met het redactiewerk, hartelijk dank Danièle Rigter, Simone Knijff en Nico de Reus. Tot slot wil ik al mijn vrienden en familie bedanken voor hun steun en support. Het heeft me erg geholpen dat jullie in me zijn blijven geloven. Barbara van den Broek Amsterdam, augustus 2002 3 4 VERANTWOORDING We worden opgevoed met het idee dat de maatschappij waarin wij opgroeien als Nederlanders, Europeanen en Westerlingen dé maatschappij is om in te leven. Men noemt de westerse maatschappij dan ook Eerste Wereld. De wereld waarin welvaart en welzijn het hoogst zijn in vergelijking met de Tweede en de Derde Wereld. Impliciet behelst deze redenering het idee dat zij die in de Eerste Wereld zijn geboren, beter, slimmer zijn. Als we kijken naar welk ras aan de wieg ligt van deze wereld dan horen ze bij Europa en heten blank te zijn. De Joden, Perzen, Grieken en Romeinen uit de Oudheid waren echter niet blank maar ‘olijfkleurig’. Pas toen er twee Romeinse Rijken ontstonden en daarmee een scheiding kwam tussen Europa en Azië ontwikkelde zich een relatief blank (West-)Europa. Welvaart en welzijn namen na de val van het West-Romeinse Rijk vanaf de vijftiende eeuw eerst toe in Italië en Frankrijk, toen in de Zuidelijke (het huidige België) en Noordelijke Nederlanden en door de Industriële Revolutie in het Engeland van de achttiende eeuw, honderd jaar later ook in Duitsland en tot slot in de Verenigde Staten Met name deze laatste, voormalige koloniën ontwikkelden zich zodanig dat Europa tot ‘het Westen’ ging behoren. Dit is het westen van een wereldkaart waarin Europa centraal ligt en de Verenigde Staten ten westen van Europa liggen. Het Westen gold en geldt echter alleen voor Noord-Amerika. In Zuid-Amerika bestaan nog armoede, dictatoriale regimes, frauduleuze verkiezingen en onderdrukking. Ook dit stuk van de wereld is grotendeels gekoloniseerd geweest. Maar anders dan in Noord-Amerika werd de bevolking er onderdrukt en uitgebuit. Velen van de inheemse bevolking werden vermoord of bezweken aan ziektes meegebracht door de Europeanen. Omdat de laatsten mankracht nodig hadden voor de plantages en mijnen die men oprichtte, werden op een derde gekoloniseerd continent, Afrika, inlanders gevangen genomen, verkocht als marktwaar en naar Amerika verscheept. Een kleine, blanke Europese elite beheerste de koloniën en richtte de samenleving in naar eigen goeddunken. Dit kwam er meestal op neer dat men de bevolking trachtte te kerstenen. Voor het overige liet men de inheemsen en slaven aan hun lot over. De eerste omslag in het denken over de gekoloniseerden, zowel over de Afrikanen als Indianen, vond plaats door de afschaffing van de slavernij in de loop van de negentiende eeuw. Voor het eerst moesten de blanken de andere rassen als vrije mensen met rechten behandelen, al voelden zij dat niet zo. De emancipatie van de voormalig onderdrukte volken ging dan ook langzaam. De blanke elite had immers alle middelen voor handen om de belangrijkste functies te blijven vervullen. Daarom namen in de twintigste eeuw sommige groepen het recht in eigen hand en veroverden middels geweld het land. Sinds de Tweede Wereldoorlog en naar aanleiding het benadrukken van het ‘recht op zelfbeschikking’ heeft er opnieuw een mentaliteitsverandering plaatsgevonden die zijn weerga niet kent. Dekolonisatie en ontwikkelingshulp hebben de plaats ingenomen van onderdrukking en uitbuiting. Het streven is nu de voormalig gekoloniseerde volken zich op eenzelfde manier te laten ontwikkelen als wij in de Eerste Wereld deden. Maar één ding is niet veranderd: de ‘Westerse wereld’ kijkt nog altijd neer op de leefwijzen van de voormalige koloniën. Het Westen dringt hen op wat in onze ogen het beste is: democratie, industrialisatie, Kunst en Cultuur met hoofdletters. Men vergeet daarbij dat deze volken een andere ontwikkeling hebben doorgemaakt dan de Eerste Wereld. De niet- 5 Westerse volken hebben andere normen en waarden, religies en manieren van het organiseren van de bevolking in klassen, rangen, standen of hoe zij het ook noemen. In de niet-Westerse wereld zijn stromingen die de Westerse levensstijl ook nastreven. Waartoe leidt het krampachtig proberen na te apen dat daardoor in vele van de voormalige koloniën gebeurt? Ik wil door middel van een casestudie van Suriname, een voormalige kolonie van Nederland, laten zien hoe dit proces zich heeft ontwikkeld en welke gevolgen dit heeft voor de ontwikkeling van Suriname en zijn inwoners. Hoe dacht men over een toekomst als ‘koninkrijkspartner’ dan wel als onafhankelijke staat? De probleemstelling voor dit onderzoek luidt: hoe beschrijven journalisten in Nederlandse opiniebladen de demografische ontwikkeling van Surinamers in Suriname en Nederland ten tijde van de periode als koninkrijkspartner en vijfentwintig jaar republiek? Welke verklaringen worden gegeven en welke verbanden worden gelegd naar de economische, politieke en sociale situatie van Surinamers in beide landen? Het doel van het onderzoek is de ontwikkeling in de beeldvorming over Surinamers in de opiniebladen in kaart te brengen. Was er begrip voor de situatie in Suriname op sociaal, economisch en politiek vlak of is er sprake van desinteresse, discriminatie, vooroordelen, stemmingmakerij? Hoe reageren de journalisten op dergelijke reacties uit het Nederlandse volk? Aan de hand van artikelen uit Nederlandse opiniebladen en persoonlijke verslagen daarin, komt een beeld naar voren dat de lezer in de loop van de periode 1954-2000 van Suriname en zijn inwoners werd gegeven. Het gaat hierbij om geschriften en woorden van zowel Nederlanders als Surinamers, woonachtig in Nederland dan wel Suriname, want anno 2002 woont een derde tot de helft van de Surinamers in Nederland. Ik bestudeer in deze scriptie Suriname in de periode 1954-2000 omdat door de aanvaarding van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden er een band tussen een voormalige kolonisator en kolonie kon ontstaan die elders ter wereld niet bestaat.
Recommended publications
  • Uva-DARE (Digital Academic Repository)
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) De weg terug Het kantelend zelfbeeld van de joodse historicus Jaap Meijer (1912-1993) Gans, E. Publication date 2003 Document Version Final published version Link to publication Citation for published version (APA): Gans, E. (2003). De weg terug: Het kantelend zelfbeeld van de joodse historicus Jaap Meijer (1912-1993). (Oratiereeks). Vossiuspers UvA. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:30 Sep 2021 De weg terug Vossiuspers UvA is een imprint van Amsterdam University Press. Deze uitgave is totstandgekomen onder auspiciën van de Universiteit van Amsterdam. Omslag: Colorscan, Voorhout Opmaak: JAPES, Amsterdam Foto omslag: Carmen Freudenthal, Amsterdam ISBN 90 5629 265 X © Vossiuspers UvA, Amsterdam, 2003 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautoma- tiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mecha- nisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
    [Show full text]
  • This Cannot Happen Here Studies of the Niod Institute for War, Holocaust and Genocide Studies
    This Cannot Happen Here studies of the niod institute for war, holocaust and genocide studies This niod series covers peer reviewed studies on war, holocaust and genocide in twentieth century societies, covering a broad range of historical approaches including social, economic, political, diplomatic, intellectual and cultural, and focusing on war, mass violence, anti- Semitism, fascism, colonialism, racism, transitional regimes and the legacy and memory of war and crises. board of editors: Madelon de Keizer Conny Kristel Peter Romijn i Ralf Futselaar — Lard, Lice and Longevity. The standard of living in occupied Denmark and the Netherlands 1940-1945 isbn 978 90 5260 253 0 2 Martijn Eickhoff (translated by Peter Mason) — In the Name of Science? P.J.W. Debye and his career in Nazi Germany isbn 978 90 5260 327 8 3 Johan den Hertog & Samuël Kruizinga (eds.) — Caught in the Middle. Neutrals, neutrality, and the First World War isbn 978 90 5260 370 4 4 Jolande Withuis, Annet Mooij (eds.) — The Politics of War Trauma. The aftermath of World War ii in eleven European countries isbn 978 90 5260 371 1 5 Peter Romijn, Giles Scott-Smith, Joes Segal (eds.) — Divided Dreamworlds? The Cultural Cold War in East and West isbn 978 90 8964 436 7 6 Ben Braber — This Cannot Happen Here. Integration and Jewish Resistance in the Netherlands, 1940-1945 isbn 978 90 8964 483 8 This Cannot Happen Here Integration and Jewish Resistance in the Netherlands, 1940-1945 Ben Braber Amsterdam University Press 2013 This book is published in print and online through the online oapen library (www.oapen.org) oapen (Open Access Publishing in European Networks) is a collaborative initiative to develop and implement a sustainable Open Access publication model for academic books in the Humanities and Social Sciences.
    [Show full text]
  • The Urban and Cultural Climate of Rotterdam Changed Radically Between 1970 and 2000. Opinions Differ About What the Most Importa
    The urban and cultural climate of Rotterdam changed radically between 1970 and 2000. Opinions differ about what the most important changes were, and when they occurred. Imagine a Metropolis shows that it was first and foremost a new perspective on Rotterdam that stimulated the development of the city during this period. If the Rotterdam of 1970 was still a city with an identity crisis that wanted to be small rather than large and cosy rather than commercial, by 2000 Rotterdam had the image of the most metropolitan of all Dutch cities. Artists and other cultural practitioners – a group these days termed the ‘creative class’ – were the first to advance this metropolitan vision, thereby paving the way for the New Rotterdam that would begin to take concrete shape at the end of the 1980s. Imagine a Metropolis goes on to show that this New Rotterdam is returning to its nineteenth-century identity and the developments of the inter-war years and the period of post-war reconstruction. For Nina and Maria IMAGINE A METROPOLIS ROTTERDAM’S CREATIVE CLASS, 1970-2000 PATRICIA VAN ULZEN 010 Publishers, Rotterdam 2007 This publication was produced in association with Stichting Kunstpublicaties Rotterdam. On February 2, 2007, it was defended as a Ph.D. thesis at the Erasmus University, Rotterdam. The thesis supervisor was Prof. Dr. Marlite Halbertsma. The research and this book were both made possible by the generous support of the Faculty of History and Arts at the Erasmus University Rotterdam, G.Ph. Verhagen-Stichting, Stichting Kunstpublicaties Rotterdam, J.E. Jurriaanse Stichting, Prins Bernhard Cultuurfonds Zuid-Holland and the Netherlands Architecture Fund.
    [Show full text]
  • Limmoed Programma.Xlsx
    PROGRAMMA Zondag 25 april 2021 13:00 - 18:00 uur * Een snufje Limmoed-NL / A Taste of Limmud Netherlands * all times CET Thema: Creativiteit, commitment en community ten tijden van crisis IN HET KORT - IN SHORT Scroll naar beneden voor een Scroll down for a detailed programme gedetailleerd programma Tijd / Time Titel Spreker / Speaker Track 1 (NL/ENG) Community en identiteit 13:00 Would Spinoza get invited to Limmoed? Magda Rubenfeld-Koralewska (ENG) 14:00 Joodse identiteit in uniform. Joram Rookmaaker / Menachem Sebbag / De bijzondere positie van het Albert Ringer krijgsmachtrabbinaat 15:00 Jews and Muslims in Medieval Perspective Wout J. van Bekkum (ENG) 16:00 Joods worden in Nederland; Hannah Nathans onderzoeksresultaten en discussie 17:00 Baghdad and Beyond:Iraqi Jewish History Sasha Goldstein-Sabbah in the 20th Century (ENG) Track 2 (NL/ENG) Commitment: tijdloos Jodendom 13:00 Spinoza over tijd, duur en eeuwigheid Yoram Stein 14:00 Feestdagen en landbouwwetten in de Tora Shmuel Katzman 15:00 Het genre van responsa Leo Mock 16:00 Wie schreef Abraham ibn Kineret Sittig Ezra’s Brief van de Sjabbat? 17:00 The Radical Future of the Prophetic Nathan Lopes Cardozo Halacha in the State of Israel (ENG) Track 3 (NL) Cultuur die je raakt 13:00 Wat is er anders in deze hagadah? De Albert Ringer illustraties! 14:00 Zichtbaar joods maar niet altijd Dalit Lymor 15:00 Heeft Ischa Meijer het allemaal al gezegd? Nadav Vissel / Ronit Palache Schrijven over en door de 2e en derde generatie. 16:00 Kunst & Israël: een caleidoscoop van Ken Gould creativiteit 17:00 Ode aan Tuschinski Anne Mercedes Langhorst Track 4 (NL/ENG) Creativiteit in activisme 13:00 International criminal prosecutor – work Maxine Marcus and life (ENG) 14:00 Tikkun olam among us: Healing our inter- Madeline R.
    [Show full text]
  • PDF Van Tekst
    Biografie bulletin. Jaargang 13 bron Biografie bulletin. Jaargang 13. Werkgroep Biografie, Amsterdam 2003 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_bio001200301_01/colofon.php © 2018 dbnl 1 Biografie Bulletin Voorjaar 2003 Biografie bulletin. Jaargang 13 5 Parallelle levens Op 18 oktober 2002 vond het drieëntwintigste symposium van de Werkgroep Biografie plaats. Dit symposium stond in het teken van het thema ‘parallelle levens’. Evelien Gans sprak over de verhouding tussen Jaap en Ischa Meijer, Alexandra Paffen over broer en zus Mann en Marjan Schwegman ging in op de relatie tussen Helen Keller en haar lerares Annie Sullivan. Hieronder volgen de deels ingekorte teksten van de lezingen van Gans, Paffen en Schwegman. Een dubbele beweging Vader en zoon: Jaap en Ischa Meijer Evelien Gans Er is bijzonder weinig bekend over de omstandigheden waaronder Jaap Meijer op 18 november 1912 in Winschoten, Oost-Groningen, werd geboren. Zeker is dat zijn ouders zich kort tevoren in Winschoten hadden gevestigd vanuit het gehucht Bellingwolde, waar twee oudere zusjes van Jaap, Wilhelmina en Carolina, waren geboren. Vast staat ook dat er een relatief grote, bloeiende joodse gemeenschap in Winschoten bestond, en het gezin in een klein arbeidershuisje woonde in de oudste wijk van het stadje, in de Engelschestraat. Jaaps vader staat te boek als ‘koopman’, maar dat was een term die het slopende bestaan van de ‘marskramer’, die gedwongen was letterlijk en figuurlijk de boer op te gaan, verhulde. Samuel Meijer bezweek in 1923 aan een leven van armoede en schleppen; kort voor zijn elfde levensjaar werd zijn zoon Jaap een halve wees. Aan zijn moeder en vooral aan zijn vader heeft Jaap Meijer onder het pseudoniem van Saul van Messel later tal van gedichten gewijd, maar zijn zusters hebben nooit hun weg naar zijn gedichten gevonden.
    [Show full text]
  • Holocaust Education in the Netherlands En North Rhine
    Full Version Van Berkel June 2017 Plotlines of Victimhood The Holocaust in German and Dutch history textbooks, 1960-2010 Verhalen van slachtofferschap De Holocaust in Duitse en Nederlandse geschiedenisschoolboeken, 1960-2010 THESIS to obtain the degree of Doctor from the Erasmus University Rotterdam by command of the rector magnificus Prof.dr. H.A.P. Pols and in accordance of the Doctorate Board. The public defense shall be held on Thursday 14 September 2017 at 15.30 hours by Marcus Leonardus Franciscus van Berkel born in Tilburg i Full Version Van Berkel June 2017 Doctoral Committee: Promotors: Prof.dr. M.C.R. Grever Prof.dr. C.R. Ribbens Other members: Prof.dr. B. Wubs Prof.dr. H.C. Dibbits Prof.dr. J. Pekelder ii Full Version Van Berkel June 2017 Contents Preface 3 1. Introduction 6 1.1 Research question 7 1.2 The aftermath of the war: victims and victimhood 11 1.3 Changing historical cultures: history teaching in a globalizing society 17 1.4 Theoretical framework: narratives and plotlines 20 1.5 History textbook research 24 The significance of history textbook research 28 History textbook research and the Holocaust 30 1.6 Sources, methods and design of the study 31 2. World War Two and the Holocaust: German and Dutch Perspectives 37 2.1 A short overview of the dramatic events 37 2.2 The Holocaust and the historical discipline, 1945-1980 49 2.3 The impact of collective memory on Holocaust research, 1980-2010 60 2.4 Conclusion 71 3. National Education Politics and History Education in (West) Germany and the Netherlands after 1945 74 3.1 Educational infrastructure 74 (West) Germany 74 The Netherlands 78 3.2 History education 80 (West) Germany 80 The Netherlands 85 3.3 World War Two and the Holocaust in History Education 93 (West) Germany 94 The Netherlands 96 3.4 Conclusion 99 4.
    [Show full text]
  • (1798-1860) Was One of the Leaders and Spokesmen of the Early Nineteenth-Century Dutch Revival Movement, the Réveil
    THE RHETORICS AND POLITICS OF THE CONVERSION OF ISAAC DA COSTA [Jan N. Bremmer, Wout J. van Bekkum & Arie L. Molendijk, eds, Cultures of Conversions , Leuven: Peeters, 2006, pp. 65-82] Arie L. Molendijk, Groningen I. Isaac da Costa (1798-1860) was one of the leaders and spokesmen of the early nineteenth-century Dutch revival movement, the Réveil . His famous pamphlet titled Against the Spirit of the Age of 1823 was a fierce critique of Enlightenment values, such as human autonomy and representative government. With his alleged free will and overpowering reason modern man, according to Da Costa, prefers to be a ‘godless and spiritless animal’, rather than being dependent upon God. 1 The publication of this booklet aroused a great literary struggle and made Da Costa somewhat of an outcast. The story goes that before visiting a friend of Da Costa one asked first, if the ‘agitator’ was perhaps present and declined to go in, if the answer was in the affirmative. His great-uncle, the well-known economist David Ricardo (1772-1823), 1 Isaac da Costa, Bezwaren tegen den geest der eeuw (Leiden, 1823), p. 8. In this note I will only give a small selection of the literature, first on the booklet and second on Da Costa in general. - On the Bezwaren see D.P. Oosterbaan, ‘Rondom Da Costa’s “bezwaren”’, Antirevolutionaire Staatkunde (driemaandelijksch orgaan van de Dr. Abraham Kuyperstichting ter bevordering van de studie der antirevolutionaire beginselen) 11 (1937), pp. 1-53; G.M. den Hartogh, ‘Rondom Da Costa’s “bezwaren” en hun ontvangst’, Gereformeerd Theologisch Tijdschrift 59 (1959), pp.
    [Show full text]