Voortgang. Jaargang 4

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Voortgang. Jaargang 4 Voortgang. Jaargang 4 bron Voortgang. Jaargang 4. Stichting Neerlandistiek VU, Amsterdam 1983 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_voo004198301_01/colofon.php © 2011 dbnl i.s.m. 3 Vooraf De redactie van VOORTGANG is met ingang van 1 september 1983 uitgebreid. Ze bestaat nu uit: Prof. dr. D.M. Bakker (taalkunde, Vrije Universiteit) Dr. G.R.W. Dibbets (taalkunde, Katholieke Universiteit Nijmegen) Prof. K. Fens (letterkunde, Katholieke Universiteit Nijmegen) Prof. dr. Margaretha H. Schenkeveld (letterkunde, Vrije Universiteit) Dr. Johanna Stouten (letterkunde, Universiteit van Amsterdam) Prof. dr. L. Strengholt (letterkunde, Vrije Universiteit). Dit is een belangrijke ontwikkeling, die, dunkt ons, het voortbestaan van ons jaarboek voor de Neerlandistiek garandeert. De eerste, enigszins experimentele fase (1980-1982) kan nu worden afgesloten. De titel van ons jaarboek is verkort: niet meer VOORTGANG van het onderzoek in de subfaculteit Nederlands VU, maar kortweg VOORTGANG. Deze verandering impliceert dat vanaf nu uitdrukkelijk ook bijdragen van buiten de kring van de Vrije Universiteit verwelkomd worden. Iedereen die ons vak beoefent kan kopij inzenden, en als die de kritiek van de redactie kan doorstaan, wordt ze afgedrukt, op de eenvoudige manier waarop ook deze aflevering weer werd uitgevoerd. Het veld dat VOORTGANG bestrijkt, blijft als voorheen de Nederlandse taal- en letterkunde, de bibliografie en de ALW en ALT, de laatste drie in een zo onmiddellijk mogelijk verband met de Neerlandistiek. Onze opzet is, bij de groeiende behoefte aan publikatiemogelijkheden daartoe een snelle en goedkope mogelijkheid te bieden. De kopijdatum is jaarlijks 1 september, en voor het einde van het kalenderjaar moet Voortgang. Jaargang 4 4 het jaarboek dan verschenen zijn. Voor wie op het goede moment inzendt, is de tijdsspanne tussen het afsluiten van de kopij en het in druk verschijnen dus vrij kort. Nadere instructies voor het inzenden van kopij worden op verzoek toegestuurd. De ondergetekenden zullen ook in de toekomst optreden als bemiddelaars tussen auteurs en redactie, tussen het tijdschrift en degenen die het willen aanschaffen. Willem Breekveldt Jan Noordegraaf Subfaculteit Nederlands V.U., Postbus 7161, 1007 MC Amsterdam Voortgang. Jaargang 4 5 De negentiende eeuw in De Waterman van Arthur van Schendel Tekst van het openingscollege van de subfaculteit der Nederlandse taal- en letterkunde op 29 augustus 1983.*) Margaretha H. Schenkeveld De afspraak is dat wie het openingscollege geeft, met iets persoonlijks voor de dag komt en zo mogelijk iets laat zien van wat hem of haar beweegt bij de beoefening van het vak. Mijn persoonlijke keus van vandaag betreft De waterman. Die keus wil ik eerst verantwoorden. De waterman is een klassiek werk uit de Nederlandse literatuur, die er niet zo veel rijk is. Aandacht voor een classic is wellicht niet te veel gevraagd bij de opening van de cursus. Waarom een classic? Om meerdere redenen, maar vooral om de hoofdfiguur Maarten Rossaart, de waterman. Van Schendel heeft de lezer op overtuigende wijze een figuur voor ogen weten te stellen die zijn onpretentieus idealisme tot zijn dood toe heeft volgehouden. Geestelijk kenmerken hem een zich volstrekt onderworpen weten aan God, de God van hemel en aarde, en consequente gehoorzaamheid aan het gebod van de naastenliefde, zoals Christus dat in praktijk heeft gebracht. Wat zijn totale zijn betreft kenmerkt hem de verbondenheid - aanvankelijk in een haat-liefdeverhouding - met het water van de Hollandse rivieren. Deze kenmerken betekenen voor hem een zwaar lijden, culminerend in haast ondraaglijke eenzaamheid. Hij lijdt doordat zijn vrouw Marie niet bij hem kan blijven op het water: zoals het water zijn element is, zo kan deze Rooms-Katholieke vrouw niet buiten haar kerk. Hij lijdt als hun kind verdrinkt, maar tegen God mort hij niet. Zijn houding tegenover God wordt steeds meer die van Job, nadat Job Gods almacht aanschouwd had (Job 39 en 42). Hij lijdt ook door toe- *) Met dank aan Dr. P.A. Holtrop, die mij waardevolle aanwijzingen heeft gegeven op het terrein van de vaderlandse kerkgeschiedenis. Voortgang. Jaargang 4 6 doen van de mensen, die zijn nonconformisme niet verdragen en zelfs zijn goedheid wantrouwen, maar hij verdedigt zich niet. Ten slotte: hij lijdt door het water, waarin voor zijn ogen zijn moeder en jongste zusje verdronken zijn toen hij nog een kind was, waarin zijn eigen kind verdrinkt, dat scheiding brengt tussen hem en zijn vrouw, waarop hij de grootste eenzaamheid ervaart. Weinig minder indrukwekkend is Marie, even een stralend jong meisje in het enige ‘lichte’ hoofdstuk van het boek: ‘[...] zij had een takje meidoorn in de hand en zij lachte nog toen zij het hoofd wendde en hem aankeek.’(1), later een tragische figuur, die zonder klacht haar lot aanvaardt. De tweede reden voor mijn keus is mijn belangstelling voor het probleem van de werkelijkheid in de literatuur. Een auteur kan zich nimmer uit de werkelijkheid losmaken, maar op zeer verschillende manieren kan hij zich ertoe verhouden. Om maar enkele mogelijkheden aan te duiden: als in de negentiende eeuw het realisme, als reactie op classicistische tendenzen, in het Nederlandse verhalend proza belangrijk wordt, neemt de Nederlandse ‘realist’ een behoedzame houding tegenover de werkelijkheid aan, hij is al gauw bang dat te veel realiteit zijn werk bederft. Maar de moderne auteur van omstreeks 1885 kent die vrees niet. Hij onderwerpt zich aan de werkelijkheid, die wordt zijn richtsnoer als hij gaat uitbeelden. Van Schendel is een van de vroege prozaïsten die deze onderworpenheid afwijst en voor weer een andere houding kiest. Ik kom er straks op terug. In de derde plaats: in de literaire kritiek is het beeld dat Van Schendel van de calvinistische gelovigen in verschillende romans heeft gegeven, vaak opgevat als een getrouw beeld van hèt Nederlands calvinisme.(2) Het is een calvinisme zonder genade en zonder de liefde van Christus, waarvan ik, zelf geboren en getogen in een calvinistisch milieu, vrijwel niets herken. Ik heb mij daarom afgevraagd of er bronnen te vinden zouden zijn waaraan Van Schendel zijn specifieke voorstelling kan hebben ontleend. Dat bronnenonderzoek heb ik vervolgens uitgebreid. Ik breng verslag uit van een onderzoek naar een aantal bronnen die Van Schendel gebruikt moet hebben met betrekking tot enkele bijzondere onderwerpen uit de vaderlandse geschiedenis van de negentiende eeuw en Voortgang. Jaargang 4 7 van de wijze waarop hij er gebruik van heeft gemaakt. Toen dit onderzoek uitgevoerd was is mij gebleken dat twee van de drie door mij behandelde bronnen - de werken van De Graaff en van Anagrapheus - zich in Van Schendels bibliotheek bevinden(3) en dat de derde - het boekje van De Koning - voorkomt op een lijst van titels die hij in verband met De waterman genoteerd heeft.(4) Van Schendel heeft aan het levensverhaal van zijn held een duidelijk herkenbare historische achtergrond gegeven, al is De waterman daarmee niet een ‘realistische’ historische roman geworden.(5) Even onrechtstreeks als de lezer allerlei feiten uit het leven van Rossaart leert kennen, even onrechtstreeks ook als het gesproken woord in vele gevallen tot hem komt - in de indirecte rede of als Redebericht - even onrechtstreeks krijgt hij de historische tijdsaanduidingen. Ze worden alle uit het perspectief van Rossaart gegeven en het is aan de lezer om, als hij dat wil, daar preciezere dateringen van te maken.(6) Ik doe dat op de hoofdpunten. Het verhaal begint in de winter van 1811/1812, de aanwijzing daarvoor is de mededeling in de vorm van een retroversie dat ‘in de herfst’ de keizer en keizerin gekomen waren (p.185): in de herfst van 1811 hebben Napoleon en Marie-Louise Gorkum en omstreken bezocht. Het laatste precieze jaartal waarmee zich gebeurtenissen uit De waterman laten verbinden is 1861 (hoofdstuk XIV), toen de Bommelerwaard door een grote watersnood geteisterd werd en de koning die streken bezocht (p.303). Daartussen zijn er aanwijzingen voor 1813/1814, de belegering van Gorkum, hoofdstuk III; 1820, watersnood in de Bommelerwaard (IV, 213); 1825, watersnood in Noord-Holland (V, 222); 1830, Belgische opstand (VI, 223); 1831, tiendaagse veldtocht (VI, 235); 1832/1833, choleraepidemie (VI, 240); 1834, Afscheiding (VIII, 243); 1841, verzet tegen grotere godsdienstvrijheid voor de Roomsen, door Willem II bewerkstelligd (X, 261); 1845, begin van de ‘zwarte jaren’ in economisch opzicht (XI, 273); 1847, de tijd van de relletjes in de grote steden in verband met voedselgebrek (XII, 281).(7) Rossaarts levensloop heeft door de verbinding ervan met duidelijk herkenbare gebeurtenissen uit de vaderlandse geschie- Voortgang. Jaargang 4 8 denis een concretisering gekregen, zij het in een lichtere graad dan door de toponiemen, die, onmiddellijk genoemd, Maarten Rossaart voor iedere Nederlandse lezer de waterman van de grote rivieren bij Gorkum maken. Het historische kader waarin hij zijn held plaatst, heeft Van Schendel grotendeels geëerbiedigd. Alleen de eerste van de drie grote watersnoden in De waterman, die van hoofdstuk II, beantwoordt niet aan een historische realiteit. Op grond van de gegevens van I en III moet deze op februari 1813 gesteld worden, maar in die winter hebben er geen grote overstromingen in de contreien van Bommel plaatsgevonden. Meer afwijkingen van de historie permitteert Van Schendel zich als hij specifieke bronnen gebruikt voor de kennis van kleinere, niet tot in details algemeen bekende complexen uit de vaderlandse geschiedenis: de belegering van Gorkum en het optreden van de Zwijndrechtse Nieuwlichters.(8) Hoofdstuk III speelt zich grotendeels af tijdens die belegering, met begin en slot erbij precies die episode die een Gorkums inwoner, D. de Graaff, in de vorm van een dagverhaal beschreven heeft in Verhaal betrekkelijk het beleg, bombardement en de overgave van Gorinchem in den Winter van 1813 en 1814 (Gorinchem 1814) en waarvan A. de Koning, predikant te Sliedrecht, meer globaal en als buitenstaander, verslag heeft uitgebracht in Berigt, aangaande de belegering en het ontzet van Gorinchem en het daarbij gebeurde in den omtrek (Dordrecht 1814). De eerste heeft er 195, met de bijlagen erbij zelfs 226 bladzijden voor nodig, de tweede 150.
Recommended publications
  • Jaargang 12 (1997)
    12e jaargang nummer 2-juni 1997 Historische Vereniging 'De Proosdijlanden' INHOUDSOPGAVE ARTIKEL Van de voorzitter Bewoningsgeschiedenis Maria Oord zestig jaar inVinkeveen (deel 2) Onze jongens in Indië Janmaat, hoe ze in De Ronde Venen terecht kwamen (deel 2) Stamboom Janmaat 1 Stamboom Janmaat 2 De Sekte van de Zwijndrechtse Nieuwlichters in Mijdrecht Monumenten in De Ronde Venen Aanvullingen en reacties Bestuur In dezelfde vergadering werden mevrouw M.Th. Van de voorzitter Pietersen-Mourits en de heren J.P.M. Toll en P.C. Grundmann voor een termijn van drie jaren Afscheid van secretaris herkozen, laatstgenoemde als voorzitter. Van Golen Archeologische Kroniek De secretaris van onze vereniging, de Zoals in de vorige editie van 'De Proostkoerier' is heer PA van Golen, heeft aangekondigd zullen de vier edities van de tijdens de algemene leden- Archeologische Kroniek Provincie Utrecht over de vergadering op 24 april /- jaren 1990 tot en met 1997 'gratis' aan onze leden afscheid genomen van het beschikbaar worden gesteld. bestuur. In de bestuursvergadering van 22 mei heeft Voor elk der vier edities zullen wij een vrijwillige hij zijn functie overgedragen aan de heer H. Strubbe. bijdrage vragen van ƒ 5,— (de werkelijke waarde Wij betreuren het dat hij het bestuur verlaat maar, bedraagt circa ƒ 12,50). Om misverstanden over gezien zijn vele andere werkzaamheden, hebben wij de betaling te voorkomen zal bij elk te verschijnen volledig begrip voor zijn besluit Peter van Golen boekje een verzoek tot betaling worden gevoegd. had sedert oktober 1991 zitting in het bestuur. U behoeft dus thans nog niet te betalen! Wij zullen hem missen bij leden- en bestuurs- vergaderingen waarin hij zijn eigen positieve inbreng leverde.
    [Show full text]
  • VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM Faculteit Der Letteren Subfaculteit Nederlands De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam Colophon
    Jaarboek voor de Neerlandistiek IV, 1983 VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM Faculteit der Letteren subfaculteit Nederlands De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam Colophon YOORTGANG,jaarboek voor de Neerlandistiek IV, 1983 uitgave: subfaculteit Nederlands V.U. redactie: Prof.dr. D.M. Bakker (V.U.) Dr. G. W. Dibbets (K.U.N.) Prof. K. Fens (K.U.N.) Prof.dr. Margaretha H. Schenkeveld (V.U.) Dr. Johanna Stouten (UvA) Prof.dr. L. Strengholt (V.U.) redactie-secretariaat: drs. W. F.G. Breekveldt drs. J. Noordegraaf adres der redactie: pia subfaculteit Nederlands V.U. Postbus 7161, 1007 Me Amsterdam prijs van deze aflevering: f. 15,- (studenten f 10,-) men bestelt door over te maken op postgiro 4578980 t.n.v. W.F.G. Breekveldt, subfac. Ned. V.U.;De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam abonnement op aanvraag mogelijk Foto omslag: uit A. Verhuell, Vier boeken in het leven, Arnhem, D.A. Thieme, z.j. Jaarboek voor de Neerlandistiek IV, 1983 Inhoud Vooraf 3 Margaretha H. Schenkeveld: De negentiende eeuw in 5 De Waterman van Arthur van Schendel L. Strengholt: Commentaar van Cats(?) op een gedicht 33 van Huygens Tineke ter Meer: Guilielmus de Meij (Willem de Mey), 73 "bij verspelding " Emilius Elmeguidi J. Bosch: Mr. W. Bilderdijk's briefwisseling dl II 85 Bericht Willem Breekveldt: Bilderdijk en Uylenbroek 109 B.P.M. Dongelmans: Johannes Immerzeel Junior, een 141 veelzijdige negentiende-eeuwer J.D.F. van Halsema: Dit eerie brein 165 De dichter Leopold en zijn bronnen 1 J. Noordegraaf: Nog eens Hedendaagsch fetischisme 193 Alie Blokhuis: Het leger en de liefde 231 Kanttekeningen bij De generaaZ, een groteske van Paul van Ostayen Jan ter Wee: Kouwenaars medewerking aan het dagblad 273 De Waarheid 2 Vooraf De redactie van VOORTGANG is met ingang van 1 september 1983 uitge- breid.
    [Show full text]
  • PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
    PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/132035 Please be advised that this information was generated on 2017-12-05 and may be subject to change. HHHH DR. A. G. W E IL E R / DR. O .J.D E JO N G PROF.DR. L. J. ROGIER / PROF. DR. C.W. MÖNNICH Geschiedenis van de Kerk \ in Nederland fs aula Het verschijnen van het honderdste deel in de Neder­ landse wetenschappelijke pocketreeks, de Aula-reeks, mag zeker een buitengewone gebeurtenis in de boe­ kenwereld worden genoemd. Wegens dit heuglijke feit moest het honderdste boek een uitstekend niveau bezitten, maar ook alle groeperingen van de Neder­ landse bevolking aanspreken door het onderwerp en door de wijze van behandeling. Een Nederlandse kerkgeschiedenis door protestantse en rooms-katholieke kerkhistorici tezamen geschreven, beantwoordt ten volle aan deze drie voorwaarden. De wetenschappelijke kwaliteit van de auteurs is een waarborg voor het niveau. Een kerkgeschiedenis voor een grote lezerskring en voor zo’n lage prijs is een unicum. En een samenwerking van protestantse en katholieke geleerden op het gebied van de kerkge­ schiedenis is een van de zegeningen van ons land en van deze tijd. Omdat na de Reformatie de ontwikkeling van de Kerk in Nederland vanzelfsprekend in twee richtin­ gen uiteenloopt, is de chronologische behandeling na 1500 in twee delen gesplitst. Bij het schrijven hebben de auteurs getracht meer dan een feitelijk relaas te geven door een schildering van de stromingen en van de ideeën.
    [Show full text]
  • 1987 En 1988
    Verslag van de toestand en werkzaamheden van de gemeentelijke archiefdienst GOUDA (tevens voor de gemeente Moordrecht) over de jaren 1987 en 1988 Gouda, september 1989. 2 Verslag archiefdienst Gouda / Moordrecht 1987 en 1988 1. ALGEMEEN In de verslagperiode werd nog steeds geen duidelijkheid verkregen over een definitieve oplossing van het huisvestingsprobleem, dat wel als het belangrijkste knelpunt voor de archiefdienst mag worden beschouwd. In paragraaf 3 wordt op de huisvestingsproblematiek nader ingegaan. Wel werd een begin gemaakt met de automatisering. Weldra bleek dit hulpmiddel, in de vorm van verscheidene microcomputers voorzien van geschikte programmatuur, voor allerlei toepassingen, ook buiten de sfeer van de toegankelijkmaking van archieven en verzamelingen, b.v. bij de postregistratie, te kunnen worden ingezet. Het streven is er dan ook op gericht om in de nabije toekomst elke medewerker voor wie dat zinvol is een eigen microcomputer ter beschikking te stellen. De aanschaf van het Amerikaanse tekstdatabaseprogramma askSam bleek achteraf een "gelukkige greep" te zijn en voor de gegevensverwerking op een zeer breed front geschikt te kunnen worden toegepast. Daarnaast werd van het bekende tekstverwerkingsprogramma WordPerfect gebruik gemaakt. Bij de verschillende taakonderdelen zal zo nodig nader op de toepassing van automatisering worden ingegaan. Van groot belang was het gunstige verloop van de streekarchief•vorming. Na enige stagnatie in 1987, bleek het in 1988 mogelijk de vorming van de Streekarchiefdienst Hollands Midden als samenwerkingsverband van de gemeenten Gouda, Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel en Waddinxveen in zoverre rond te krijgen, dat aan het eind van de verslagperiode slechts de goedkeuring van gedeputeerde staten op de gemeenschappelijke regeling diende te worden verkregen.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    Uit den kring der gemeenschap H.P.G. Quack bron H.P.G. Quack, Uit den kring der gemeenschap. P.N. van Kampen & Zoon, Amsterdam 1899 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/quac001uitd01_01/colofon.php © 2014 dbnl V AAN MR. N.J. DEN TEX, mijn trouwen Vriend. H.P.G. Quack, Uit den kring der gemeenschap 1 Over het begrip der gemeenschap. Afscheidsrede bij het neêrleggen van het hoogleeraars-ambt te Amsterdam, 25 Juni 1894. Nu ik, om allerlei persoonlijke redenen, mij genoopt gevoel het buitengewoon hoogleeraarschap, vóór negen jaren aanvaard, neêr te leggen, zij het mij veroorloofd nog op mijn laatste les te spreken over het begrip, dat ik altijd-door op mijn economische colleges poogde te ontwikkelen, het begrip der Gemeenschap. Laat mij u nog ééns en nu voor het laatst uitéénzetten, dat dit begrip der gemeenschap uitgangspunt van het economisch onderzoek is, dat het tevens object en doel dier wetenschap blijft, en in de praktijk leidt en aandringt tot wat wij noemen sociale politiek. I. Er was een tijd - het einde der achttiende en het begin der negentiende eeuw - toen men als uitgangspunt der economische wetenschap uitsluitend het individu aannam. Men isoleerde den mensch, zoover dat mogelijk was, uit den toestand van maatschappij en staat. Men bestudeerde enkel het individu, het individu en zijn arbeid, het individu en zijn door hem-zelven getrokken kring. Men zette op den voorgrond de leus: ieder voor zich. Men nam als vaststaand feit aan, en prees het, dat de verschillende menschen in het werkzaam leven elk hun eigen weg gingen, onafhankelijk van elkander, zonder zich te bekommeren om wat anderen besloten of deden.
    [Show full text]
  • Bibliotheek Streekarchief Midden-Holland Te
    l j gemeente gemeentelijke goud a GOUDA archiefdienst Aanwinstenlijst 1e k~artaal 1979 van de ~) bibliotheek van de Gemeentelijke Archiefdienst (Librije) ======================================================== A. "GOUDANA" ~ Buij~~!~!!' P.J. Hieronymus van Alphen (1746-1803). Assen, Van Gorcum, 1973. Dankdienst op den eersten zondag na de bevrijding in de Sint Janskerk ---te-Gouda ... 6 mei 1945. (gouda, C.J.M~V. Daniël, 1945). Ett, Henri A. Herman dè Man (een poging tot reconstructie van zijn ---verhalend proza). (Oudewater, Ver. "Herman de Man", 1978]. Gids voor Gouda. [Gouda, V.V.V., 1959]. Gids voor Gouda. [Gouda, V.V.V., 1963]. Hezemans, H. De gebroeders Hezenmans. Z.pl. en j. ---===Iambert Rezenmans was restauratie-~hitect bij de restauratie van het Goudse stadhuis, 1880-1883. Kersbergen, A. van. De familie van Kersbergen van 1742 tot heden. ------GÖÜda, [typoscript auteur], 1979. Krom, Jo.Herm. De nagedachtenis van den oprichter der Maatschappij ---tot Nut van 't Algemeen, Jan van Nieuwenhuizen, dankbaar gevierd bij het Departement te Gouda. Gouda, Wouter Verblaauw, 1806T 1913 - 1973; 60 jaar G (oudsche] S (port) V(ereeniging]. (Gouda, ---Goudse Sportvereniging, 1973J. , [No~iJ, F. de~ Welzijn in Gouda; discussienota ten behoeve van de ont­ W1kkeling van een geîntegreerd welzijnsbeleid in de gemeente Gouda; 2 dln. 's-Gravenhage, V.N.G., 1972. 1. Beschouwingen, analyse, aanbevelingen. 2. Documentatie; kaarten, tabellen, bijlagen. Plannen voor aktiviteiten op sociaal-cultureel en recreatief gebied ---In-boerderijen c.a. aan de Bloemendaalseweg in Gouda. [Gouda, Stichting Goudse Hofsteden, 1972]. ~~~~lE!~~~' A. Goudsche straatnamen. Alphen aan den Rijn, Vis-Druk, 1979. Zeventiende verzameling bijdragen (van de""J Oudh·eidkundige Kring "Die Goude".
    [Show full text]
  • MARIA LEER GROET ERASMUS VAN De Twee in De Titel Van Deze Bijdrage *) Genoemde Per- Sonen Is Erasmus Even Beroemd Als Maria Leer
    MARIA LEER GROET ERASMUS door DRS. N. VAN DER BLOM AN de twee in de titel van deze bijdrage *) genoemde per- sonen is Erasmus even beroemd als Maria Leer, in het V algemeen, onbekend blijkt te zijn. Laten wij daarom be- ginnen met kennis met haar te maken! Ze is het waard, dat we aandacht aan haar besteden, zowel om haarzelf - ze mag een merkwaardige vrouw heten - als om haar omgeving, waarin ze een bepaalde, op een moment ook fatale rol heeft gespeeld: de secte der Zwijndrechtse Nieuwlichters. Ook deze secte is, alweer, minder bekend dan ze verdient. De oorzaak hiervan valt zeker niet te zoeken in het ontbreken van gegevens. Integendeel, de bronnen stromen hier, zeker voor een secte ^), overvloedig. Zo bezitten wij bijvoorbeeld vier folioschrif- ten met copieën van brieven. Voor en na hebben verder de mannen, die bij hen leiding gaven, Stoffel Muller, Ary Goud, Jan Obeloo en Willem Heystek, in geschrifte hun theologische inzichten toe- gelicht en het sociaal ideaal verdedigd, dat zij daaruit ontwikkelden en dat zij, strikt binnen de eigen broederschap, in praktijk brach- ten. En dan heeft Maria Leer de geschiedenis van deze secte be- schreven, gezet binnen het raam van haar eigen, trouwens bepaald niet alledaagse levensgeschiedenis. Zo zijn we van de ideeën en idealen der Zwijndrechters goed op de hoogte, en ook van menig persoon onder hen - en van geen van die beter dan van Maria Leer. Zij is ook de enige van de hoofdpersonen van wie we, in een 'modest photographietje' *), een sprekend portret bezitten. In 1892, dat is 26 jaar na de dood van Maria, verscheen bij Elsevier in Amsterdam, door de Rotterdamse Remonstrantse pre- dikant J.
    [Show full text]
  • Jaargang 32 Nr. 1, Juni 2018
    Heerjansdam Hendrik-Ido-Ambacht Zwijndrecht UITgAVE VAN: HIStOrISCH GeNoOtSCHAP HEnDRIK-IDO-AMbACHT En HIStOrISCHE VErEnIGINg ZWIJNDReCHT Jaargang 32 nr. 1, juni 2018 Swindregt Were 1 Inhoud Van de redactie 4 Het mysterie van het ‘huis met de luiken’ 5 dr. Ruben van der Giessen Twee Oostendammen 12 Joke van der Straaten Over de Zwijndrechtse nieuwlichters 22 of de mensen van het zwavelstokkengeloof… dr. René van den Berg Colofon 38 Foto̓ s links: Voorkant en achterkant van een kaart van Oostendam, verzonden in 1903, waarop het huis van Vincent van Montfoort te zien is. Dit huis werd in de jaren dertig opgekocht en deels herbouwd aan de Pruimendijk. Collectie schrijver. Foto omslag: Het huis aan de Pruimendijk 93 in 2017. Collectie schrijver. 2 Swindregt Were Swindregt Were 3 Van de redactie Het mysterie van het ‘huis met de luiken’ dr. Ruben van der Giessen Voor u ligt de voorjaarseditie van Swindregt Were. In dit periodiek nemen we u TE KOOP: Huis mét geschiedenis ligging aan ‘het Waaltje’ raakten we verliefd op de mee de diepte in van de rijke geschiedenis van de Zwijndrechtse Waard. Een oud huis kopen is anders dan een nieuwbouw oudhollandse luiken, de kleurrijke glas­in­lood­ We trappen af met een artikel over een bijzonder huis aan de Pruimendijk in woning kopen. Wie een oud huis koopt weet dat het ramen en de oude houten balken aan het plafond. het huidige Ridderkerk. Geruchten van vroegere bewoners, maar ook zeker niet alleen gaat om de authentieke elementen van de Tijdens een kennismaking met de buren hoort men aanwijzingen in het huis zelf, deden vermoeden dat dit huis eerder op een woning zelf.
    [Show full text]