Het Patronaatrecht Over Kerken En Prebendeh, Met Name in Friesland Lnleiding
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
ProÍ. Dr. P. Gerbenzon Het patronaatrecht over kerken en prebendeh, met name in Friesland lnleiding: De begrippen patroon en patronaat De vele en zeer ver uiteenlopende bete- van de diverse Sint Anthonygasthuizen, kenissen van het Nederlandse woord Sint Lucas de evangelist die van de "patroon" draaien allemaal om één schildersgilden. kernbegrip: "(vaderlijk) beschermer, Maar behalve deze hemelse schutspa- meester". Patroon is de raadsman van troon hebben kerken en kerkelijke in- een jong advocaat oÍ van een voorwaar- stellingen in de Middeleeuwen en ook delijk in vrijheid gestelde gevangene, nog lang daarna een aardse "bescher- patroon is ook de ondernemer, de werk- mer", die patroon wordt genoemd. De gever met een of meer werknemersl). ln laatste uitloper daarvan is in de tegen- de kerkelijke sÍeer alleen al hebben wij woordige tijd het patronaat van kerkelij- verder te maken met tweeërlei patroons. ke hoogwaardigheidsbekleders over Allereerst is er de schutspatroon. Dat is verenigingen en stichtingen, veelal niet de heilige aan wie een kerk oí altaar ge- meer dan een wat vaag beschermheer- wijd is, of voor wie een bepaald ge- schap dat zich tot welwillende aandacht zelschap een bijzondere verering heeÍt. beperkt. Vroeger was het patronaat in Sint Nicolaas is de patroon van Sint Ni- deze zin een veel belangrijker en krach- colaasga, Sint Kristoffel die van het Sint tiger relatie. Daarover zal het hier verder Christophorileen tot Oldehove in Leeu- gaan. warden, Sint Anthonius de heremiet die Het patronaatrecht in de Middeleeuwen llVie is de patroon? Patronum faciunt fundus, aedificatio, de opbrengst waarvan de kerk in stand dos - "tot patroon maken: een stuk wordt gehouden en van het nodige - grond, het bouwen, een dotatie". Vol- altaargerei, kaarsen, wijn, enz. - voor- gens deze regel zijn er dus drie dingen zien, èn waaruit de dienst van een pries- nodig om iemand - een persoon oÍ ook ter gefinancierd kan worden. een groep mensen - tot patroon te ma- Nu zal een enthousiaste bekeerling oÍ ken: gemeente vaak niet zo veel moeite heb- 1. er moet een stuk grond verschaÍt wor- ben met de eerste twee eisen. Een lap den waarop kerk en kerkhof gevestigd geschikte grond is meestal wel te vinden kunnen worden; en met wat goede wil kan daar ook wel 2. daarop moet een kerk worden ge- een - oorspronkelijk vaak houten - ge- bouwd; bouwtje op gesticht worden. Maar hoe 3. er moet kapitaal verschaÍt worden, uit Íinanciert men, principieel tot in eeuwig- ln de vorige aÍlevering is helaas een fout gemaakt bii de paginering. Dat had moeten zijn: 53-84. Derhalve begint deze aÍlevering met pagina 85. lil-85 heid, de twee dingen die er bovendien tijd dus kort voor de Hervorming. Daar- nog moeten komen: het onderhoud en na zullen wij eerst verder terugzien naar de lopende kosten van de kerk, èn de oudere tijden, en vervolgens de grens priester? Daarvoor moeten twee van de Hervorming overschrijden en Íondsen gecreêerd worden: voor het zien, wat er toen veranderde. eerste de "kerkÍabriek", voor het tweede in de Middel- de "pastorie"z;. Nu is er De late Middeleeuwen eeuwen eigenlijk maar één manier om iets blijvend te Íinancieren: toebedeling ln de late Middeleeuwen zien wij in de van grond aan dit doel, oÍwel als "eigen- Friese gebieden de meeste kerken be- dom" van die grond, oÍwel in de vorm stuurd door de grotere, "volle" boeren van "zakelijke rechten" oP grond: - met uitsluiting dus van de keuters grondrenten, erfpacht en dergelijke' ln ("koemelkers") en handwerkslieden - beginsel moet zowel voor de kerkÍabriek gezamenlijk. Dat zal vaak het gevolg zijn als voor de pastorie een hoeve, "zathe van kerkstichting door de gezamenlijke en landen" worden aÍgezonderd. Hoe- eigenerÍden, misschien al vele eeuwen veel dat precies is, hangt af van de om- eerder. Die eigenerÍde dorpelingen heb- ben dan het kerkhoÍ en twee boerderijen standigheden: levensomstandigheden 1 ter plaatse, kwaliteit van de grond, enz. moeten aÍstaan. Vaak zullen ze de grond Op het "kerkegoed" de kerkÍabriek afgesplitst hebben van de gebieden die - gebruikten, "het hem- - zal men een pachter zetten. De pacht ze gezamenlijk die hij opbrengt moet dan voor het laten rik". Voor een belangrijk deel kan de draaien van de kerk gebruikt worden. aÍsplitsing natuurlijk ook daarin bestaan Schiet er over, dan kan men daarvan hebben, dat aan de kerkÍabriek en de (meestal pas na enige jaren sparen) iets pastorie bepaalde gebruiksrechten toe- blijvends aanschaÍfen: een mooiere mis- gekend werden in het hemrik: aandeel in kelk, extra liturgische gewaden, een het bouwland op de es en het recht om Íraai missaal; ook kan men de kerk ver- een bepaald aantal koeien en schapen fraaien of, bij gebleken behoefte, vergro- op de onverdeelde weidegebieden ("de ten. Op de pastorielanden zal meestal meenscharren") te laten lqpen. Het de pastoor zelf als boer fungeren, zo kerkhoÍ en de erven ("hornlegers") van mogelijk natuurlijk met personeel. de beide boerenplaatsen moesten na- Er komen in de Friese streken in de Mid- tuurlijk wèl exclusieÍ voor de kerk en de deleeuwen twee manieren voor, waarop pastorie gereserveerd worden. het voor een kerk benodigde vermogen Dit complex gronden en rechten nu ge- wordt bijeengebracht. Meestal sticht een wordt in principe beheerd door de grote ("volle") die de groep - een dorP, de bewoners van een zamenlijke boeren, paar dicht bi,i elkaar gelegen terpjes - kerk gesticht hebben, en hun rechtsop- gezamenlijk een kerk. Die stichters en volgers. Een groot gedeelte van het be- hun rechtsopvolgers krijgen dan ook ge- heer laten zij over aan enkele gedele- zamenlijk het patronaatrecht. Ook komt geerden, de kerkvoogden. Zelf kiezen zij het voor, dat een grootgrondbezitter het echter gezamenlijk de pastoor uit. ln de geheel alleen Íinanciert als kerk voor steden had meestal ook het stadsbe- zich zelt, zijn familie en personeel, of stuur een vinger in de pap, hetzij op ook wel voor een groep elders wonende grond van deelname in de stichting, het- onderhorigen. ln dit geval komt het zij doordat het op de een oÍ andere ma- patronaatrecht aan de grootgrondbezit- nier rechten van de stichters had ver- ter en zijn rechtverkrijgenden toe. worven. De kerkstichters of hun rechtsopvolgers dragen de door hen gekozen geestelijke De inhoud van het Patronaatrecht ter benoeming voor aan de bisschop. Waarin bestaat het patronaatrecht? Het Deze onderzoekt oÍ de kandidaat ge- is het eenvoudigst, bij de beantwoording schikt is en benoemt hem indien dat het .van die vraag eerst uit te gaan van de geval is. Daarna verlenen de gezamen- toestand in de late Middeleeuwen, de lijke patronaatsgerechtigden hem zijn ilt-86 1. NIJLAND. Midden in het dorp staat de 2. NIJLAND. Tijdens de restauratie, die in laatgotische kerk uit de 16de eeuw. De toren 1982 gereedkwam, heeft men de oude is grotendeels 1 Sde-eeuws. altaarsteen teruggevonden en in het koor op een gemetseld voetstuk geplaatst. 3. NIJLAND. ln 1968 vond men de zerk terug 4. NIJLAND. Aan de Eilepólle staat nog het van Kempo Hottinga, die in 1535 overleed oude vicarishuis. Het onderste deel van de en priester in deze kerk was. Kempo is gevel bestaat uit kloostermoppen en is aígebeeld in zijn priestergewaad met de 16de-eeuws. De topgevel is in 1800 miskelk in de hand. De kelk is tijdens de vernieuwd. reformatie weggehakt. ilt-87 gebruiksrecht op de pastoriegoederen. nen worden van de pastoriegoederen. Deze verlening noemt men collatie; Ook kan een erÍlater, overtuigd van ei- patronaatrecht wordt daarom ook colla- gen zondigheid, bereid ziin tamelijk veel tierecht genoemd. onroerend goed aan een nieuw te stich- ls de kerk niet door de gezamenlijke ten vicarie of prebende na te laten, mits boeren gesticht, maar door een groot- er voor ziin ziel (en voor de zielen van grondbezitter - dat zal in de late Mid- zijn verwanten) regelmatig missen wor- deleeuwen in Friesland vrijwel altijd een den gelezen die hem uit het vagevuur in hooÍdeling ziin - dan oefent deze het de hemel zullen helpen. Ook andere collatierecht alleen uit. De collatie is als goede werken - giften aan de armen het'ware het kerkeliike tegenstuk van bijv. - zijn daarvoor dienstig; zo komt er wat in het wereldlijke een belening is: de soms ook een speciaal Íonds van ar- pastoor wordt een soort leenman van de mengoederen. gemeente oÍ van de hoofdeling, die van Een erflater, die meedoet in de stichting de andere kant t.o.v. de pastoor een van een vicarie of prebende, moet veel soort leenheer is. Het beneficie van de meer investeren dan één, die bijv. alleen geestelijke - ziin gebruiksrecht op de een beperkt aantal missen wil laten le- pastoriegoederen - wordt daarom ook zen in een aantal met name genoemde zljn leen genoemd. kerken en kloosters. Nog veel kostbaar- der is aan de andere kant het oprichten De hier geschetste opzet van een kerk is van een eigen prebende. ln de steden de allereenvoudigste, die van een kerk doen gilden dat nog al eens. De daarop onmiddellijk na de oprichting, die eigen- fungerende prebendaris dient dan ziel- lijk nog niet draait en een absoluut mi- missen te lezen voor de overleden gil- nimum aan personeel en inkomsten debroers en -zusters; heeÍt hij zielzorg, heeft. De dienstdoende pastoor heeÍt dan kan hij ook in dat opzicht een spe- namelijk ook recht op inkomsten van ciale band met "zijn" gilde hebben. ln zijn parochianen: tienden van hun ge- Friesland zijn echter andere prebenden "familielenen": wassen - bij de oogst komt hem elk haast nog belangrijker: tiende hok graan toe; bij veel andere prebenden, waarop de dienstdoende produkten gaat het navenant - enkele geestelijke zielmissen moet lezen uitslui- malen per jaar, op hoogtijdagen, heeÍt tend voor leden van de stichtersÍamilie. hij ook recht op giften. Verder pleegt hij Deze prebendaris heeÍt geen zielzorg iets te ontvangen ter gelegenheid van (cura animarurn - bediening van sacra- ambtshandelingen: dooP, huwelijk, menten); zijn prebende is er een sine begraÍenis.