Universiteit Gent

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Universiteit Gent UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN De invloed van regeringsdeelname op het stemgedrag van Europarlementsleden: een wetenschappelijke verhandeling over Belgische en Nederlandse Europarlementsleden. Wetenschappelijke verhandeling aantal woorden: 23.170 Wouter Borremans MASTERPROEF EU-STUDIES PROMOTOR: PROF. DR. Hendrik Vos COMMISSARIS: (PROF.) DR. (NAAM) COMMISSARIS: (PROF.) DR. (NAAM) ACADEMIEJAAR 2009 - 2010 1 1. INLEIDING 2. THEORETISCH KADER 2.1. VERTEGENWOORDIGING EN HET PRINCIPAL-AGENT MODEL 2.2. HET PRINCIPAL-AGENT MODEL TOEGEPAST 2.2.1. Doelen van Europarlementsleden en de macht van beide principals 2.2.2. Voorgaand onderzoek 3. ONDERZOEKSVRAAG EN TOELICHTING VAN HET ONDERZOEK 3.1. ONDERZOEKSVRAAG 3.1.1. Belgische Europarlementsleden (2004-2009) en de Vlaamse en federale regering 3.1.2. Samenwerkingsakkoord tussen de federale staat en de regio’s in België 3.1.3. Nederlandse Europarlementsleden (2004-2009) en de Nederlandse regering 3.1.4. Het votewatch-project en de analyse van roll-call votes 3.1.5. Een selectie van beleidsdomeinen 4. ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN REGERINGSDEELNAME VAN EEN PARTIJ OP HET STEMGEDRAG VAN HAAR EUROPARLEMENTSLEDEN 4.1. DE VLAAMSE REGERING 4.1.1. Landbouw 4.1.2. Cultuur en Onderwijs 4.1.3. Leefmilieu en Volksgezondheid 4.1.4. Visserij 4.1.5. Economie 4.1.6. Werkgelegenheid en Sociale zaken 4.1.7. Transport en Toerisme 4.1.8. Conclusies Vlaamse Regering 4.2. DE FEDERALE REGERING 4.2.1. Vrijheden, Justitie en Binnenlandse zaken 4.2.2. Ontwikkeling 4.2.3. Buitenlandse zaken en Veiligheid 4.2.4. Interne Markt en Consumentenbescherming 4.2.5. Economie 4.2.6. Werkgelegenheid en Sociale zaken 4.2.7. Transport en Toerisme 4.2.8. Conclusie federale regering 4.3. DE NEDERLANDSE REGERING 4.3.1. Het kabinet Balkenende II (27 mei 2003-7 juli 2006) 4.3.2. Het kabinet Balkenende III (7 juli 2006 – 22 februari 2007) 4.3.3. Het kabinet Balkenende IV (22 februari 2007 - …) 4.3.4. Conclusie Nederlandse regering 5. CONCLUSIE BIBLIOGRAFIE 2 Abstract Het Europees Parlement heeft in de loop van de geschiedenis steeds meer bevoegdheden verkregen. De studie van het stemgedrag van Europarlementsleden is hierdoor ook geëvolueerd. Van de traditionele praatbarak is het Europees Parlement uitgegroeid tot een volwaardige speler in de totstandkoming van Europese regelgeving. Hoe Europarlementsleden beslissingen nemen wordt met andere woorden belangrijker aangezien er veel meer op het spel staat. Worden zij beïnvloedt vanuit hun nationale partij? Onze onderzoeksvraag gaat zeer specifiek na welke impact de regeringsdeelname van een partij heeft op het stemgedrag van haar Europarlementsleden. Dit wordt voor drie verschillende regeringen onderzocht gedurende de zesde legislatuur van het Europees Parlement (2004-2009). Aangezien België een ruime bevoegdheidsverspreiding kent tussen de federale overheid en de Gemeenschappen en Gewesten dienen we deze bevoegdheidsverdeling in onze analyse te betrekken. We beperken ons onderzoek tot de federale en Vlaamse regering. Daarnaast wordt ook de Nederlandse regering onder de loep genomen. In het algemeen kunnen we stellen dat er een zeer geringe invloed is van een eventuele regeringsdeelname. Dit geldt slechts in een aantal domeinen. Het al dan niet in de regering zitten heeft met andere woorden weinig invloed op het stemgedrag van de Europarlementsleden. Belgische en Nederlandse Europarlementsleden kunnen over het algemeen beschouwd worden als trouwe volgers van het standpunt van de Europese fractie. 3 1. Inleiding Op 13 december 2007 werd het Verdrag van Lissabon door de 27 lidstaten van de Europese Unie ondertekend (Europese Unie, 2007). Bijna twee jaar later zijn de verschillende ratificatieprocessen achter de rug en kan het verdrag uiteindelijk in werking treden. Dit nieuwe verdrag geeft, net zoals de voorgaande verdragswijzigingen, opnieuw meer macht aan het Europees Parlement. Desondanks deze toenemende beslissingsmacht merken we dat de interesse voor het Europees Parlement daalt. Dit blijkt onder meer uit het feit dat de opkomstpercentages voor de Europese verkiezingen in de loop van de jaren sterk gedaald zijn (Vos, 2007, p. 129). Ook de interesse voor Europese politici staat, ondanks de verkiezing van Herman Van Rompuy als Europees president, op een laag pitje. Het aantal politici die zich louter op het Europese niveau toeleggen zijn dun bezaaid (Depauw & Van Hecke, 2006, p. 143). Nochtans beslissen zij, doorheen richtlijnen en verordeningen, in bepaalde mate het kader waarin de nationale politiek dient te opereren. Daarnaast zijn de Europese verkiezingen in belangrijke mate nog steeds second-order national elections (Schmitt, 2005). Dit houdt onder meer in dat het gedrag van Europarlementsleden weinig impact heeft op het stemgedrag van de kiezers bij Europese verkiezingen. Nationale thema‟s domineren vaak deze verkiezingen. Toch is het stemgedrag van Europarlementsleden een zeer interessant onderwerp wanneer wij de verschillende machtsprocessen willen analyseren waar deze politici aan worden blootgesteld. Europarlementsleden worden namelijk uit verschillende hoeken belobbyd. Twee belangrijke actoren die een rol spelen in het stemgedrag van Europarlementsleden zijn de nationale partij en de Europese fractie. We stellen ons de vraag of een regeringsdeelname van de nationale partij invloed heeft op het stemgedrag van Europarlementsleden. Door de complexe besluitvorming in de Europese Unie worden de meeste beslissingen genomen na een ping-pong-spel tussen de Raad van Ministers en het Europees Parlement. Wanneer een minister van een bepaalde partij een standpunt in de Raad verdedigt en de Europarlementsleden van dezelfde partij verzetten zich tegen dit standpunt in het Europees Parlement, kan dit voor gênante situaties zorgen. Onze hypothese luidt dan ook dat Europarlmentsleden wiens partij in de regering zit, een hogere „nationale loyaliteit‟ zullen tentoonspreiden dan hun collega‟s die in de oppositie zitten. Om dit te onderzoeken gebruiken we percentages die Votewatch online ter beschikking stelt (Votewatch, Geraadpleegd op 15 november 2009). Deze percentages zijn wetenschappelijk valide en kunnen gebruikt worden om uitspraken te doen over het stemgedrag van Europarlementsleden. In deze masterproef belichten we ten eerste het theoretisch kader waarin we onze onderzoeksvraag plaatsen. De principal-agent theorie wordt gebruikt om de relaties tussen de verschillende actoren te schetsen. Het Europees Parlementslid wordt als agent beschouwd, terwijl de nationale partij en Europese fractie haar twee principals zijn. Beide principals beschikken over een aantal incentives om het Europarlementslid te overtuigen. We beschrijven kort de bestaande literatuur omtrent fractiecohesie in het Europees Parlement en de relatie tussen het Europarlementslid en de nationale partij. We besluiten dit theoretisch kader met een overzicht van het reeds gevoerde onderzoek met betrekking tot de 4 onderzoeksvraag. Ten tweede wordt onze onderzoeksvraag „Welke impact heeft een regeringsdeelname van een partij op het stemgedrag van haar Europarlementsleden?‟ geoperationaliseerd. We analyseren het stemgedrag van Europarlementsleden tijdens het zesde rechtstreeks gekozen Europees Parlement (2004-2009). België kent echter een ruime bevoegdheidsverdeling tussen de federale overheid en de verschillende regio‟s. Om deze reden moeten ook de regionale regeringen in de analyse betrokken worden. We beperken ons tot de federale en Vlaamse regering. Ook Nederland wordt onder de loep genomen. Als unitair land en met drie verschillende regeringen aan de macht tijdens de geanalyseerde periode, is dit een uitstekende case om onze onderzoeksvraag op toe te passen. De operationalisering wordt afgesloten met een toelichting van het votewatch-project en een selectie van beleidsdomeinen die uiteindelijk in de analyse zullen worden onderzocht. In het derde deel worden de verschillende regeringen onderzocht. Bij de analyse van de Vlaamse en federale regering dienen we rekening te houden met de verschillende bevoegdheidsverdelingen. Met betrekking tot Europese dossiers werd dit uitgewerkt in verschillende samenwerkingsakkoorden (Belgisch Staatsblad,1994; Belgisch Staatsblad, 2003). Hierdoor dienen we een mogelijke invloed na te gaan in de verschillende beleidsdomeinen. Met betrekking tot de Nederlandse regering is dit niet nodig. Aangezien Nederland een unitair land is met slechts één nationale regering hoeven we geen onderverdeling maken tussen verschillende beleidsdomeinen om een mogelijke invloed van regeringsdeelname te onderzoeken. Hier beperken we ons tot een onderverdeling in de verschillende kabinetten die tijdens de zesde legislatuur van het Europees Parlement (2004-2009) aan de macht waren. Per regering geven we een overzicht van de gevonden resultaten. Tenslotte besluiten we met een algemene conclusie waarin de verschillende bevindingen met betrekking tot de drie regeringen vergeleken worden en pogen we een antwoord te formuleren op onze onderzoeksvraag. 5 2. Theoretisch kader Alvorens de onderzoeksvraag te operationaliseren dienen we vooreerst dieper in te gaan op de bestaande literatuur betreffende deze materie. We schetsen eerst kort de verschillende vertegenwoordigingsmodellen die in het representatiedebat aan bod komen. Het principal-agent model is het ruime theoretisch kader waarin de relatie tussen het Europarlementslid, de nationale partij en de Europese fractie bestudeerd wordt. De doelen van het Europarlementslid en de instrumenten van beide principalen worden opgesomd. Dit theoretisch
Recommended publications
  • European Parliament Delegation for Relations with Switzerland, Iceland, and Norway and to the Eea Joint Parliamentary Committee
    EUROPEAN PARLIAMENT DELEGATION FOR RELATIONS WITH SWITZERLAND, ICELAND, AND NORWAY AND TO THE EEA JOINT PARLIAMENTARY COMMITTEE MINUTES OF THE MEETING 28 October 2004 in STRASBOURG CONTENTS Page 1. Adoption of the draft agenda (PE 342.084) .................................................................................. 2 2. Approval of the minutes of the constituent meeting held in Brussels on 12 October 2004 (PE 349.255) ..................................................................................................... 2 With a view to the 23rd EU-Switzerland interparliamentary meeting to be held in Strasbourg on 17-18 November 2004 3. Briefings by : ................................................................................................................................ 2 - Mr Philippe GUEX, Minister, Deputy Head of the Mission of Switzerland to the EU, on the situation in Switzerland and on its relations with the EU - Mr Matthias BRINKMANN, representing the European Commission, on EU-Switzerland relations followed by an exchange of views 4. Consideration of the draft programme and the draft agenda of the interparliamentary meeting ... 3 - nomination of first EP speakers 5. Any other business ............................................................................................................................ 4 6. Date and place of the next meeting ................................................................................................... 4 Annex: Attendance list _______________ 10 November 2004 HO/kn PE 349.258 The meeting opened at 9.55 with Mrs Diana WALLIS, chairperson, in the chair. Mr Paul van BUITENEN was excused. 1. The draft agenda was adopted. Interpretation available for the meeting: DE - EL - EN - NL - SV 2. Due to the short time between the last and today's meetings, it had not been possible to translate the minutes, which were distributed in English only. The minutes were approved. With a view to the 23rd EU-Switzerland interparliamentary meeting to be held in Strasbourg on 17-18 November 2004 3.
    [Show full text]
  • La Participation Des Hommeset Des Femmes À La Politique Belge
    la participation des hommes et des femmes à la politique belge la participation des hommes et des femmes à la politique belge politique à la femmes et des hommes des participation la Commanditaire: Auteurs: Institut pour l’égalité des femmes Stefaan Fiers ZVet des hommes Elly Servranckx Rue Ernest Blerot 1 Jean-Benoit Pilet 1070 Bruxelles Annie Hondeghem T 02 233 42 65 – F 02 233 40 32 Pascal Delwit [email protected] Bart Maddens http://www.iefh.fgov.be Emmanuel Gerard Rédacteurs: Rédaction fi nale: Centrum voor Politicologie Nicolas Bailly Katholieke Universiteit Leuven Geraldine Reymenants Van Evenstraat 2B 3000 Leuven Lay-out et impression: T 016 32 32 59 – F 016 32 30 88 Gevaert Graphics http://soc.kuleuven.be/pol/ Editeur responsable: Instituut voor de Overheid Michel Pasteel − Institut pour Katholieke Universiteit Leuven l’égalité des femmes et des hommes Van Evenstraat 2A 3000 Leuven Numéro de dépôt: F 016 32 32 67 D/2006/10.043/13 Http://soc.kuleuven.be/io/ned/index.htm Centre d’étude de la vie politique Université libre de Bruxelles Avenue Roosevelt 39 1050 Bruxelles F 02 650 30 68 http://www.ulb.ac.be/soco/cevipol/ la participation des hommes et des femmes à la politique belge Table de matières Table de matières 2 Liste des annexes 4 Introduction 5 Première partie: Les indicateurs européens Introduction 6 Indicateur 1. Le pourcentage de femmes dans les parlements nationaux 8 et au Parlement européen 1.1. Le pourcentage de femmes au Parlement belge 8 1.2. Le pourcentage de femmes au Parlement européen 13 Indicateur 2.
    [Show full text]
  • 4. Misja Powierzona Posłowi 5. Oficjalne Powitanie 6. Skład Komisji
    C 27 E/2 Dziennik Urzędowy Unii Europejskiej PL 31.1.2008 Środa, 28 marca 2007 r. 4. Misja powierzona posłowi Przewodniczący poinformował, że premier Republiki Czeskiej poinformował go, iż nominował Jana Zahra- dila do reprezentowania go podczas konsultacji dotyczących deklaracji berlińskiej oraz, szerzej we wznowie- niu procesu konstytucyjnego w trakcie prezydencji niemieckiej Unii. Komisja Prawna, poproszona zgodnie z art. 4 ust. 5 Regulaminu o wydanie opinii, uznała na swoim posie- dzeniu w dniach 19 i 20 marca 2007 r., że misja jest zgodna z literą i duchem Aktu dotyczącego wyboru członków Parlamentu Europejskiego w powszechnych wyborach bezpośrednich oraz, że w związku z tym Jan Zahradil nie jest w sytuacji niezgodności i może wykonywać swój mandat poselski. 5. Oficjalne powitanie W imieniu Parlamentu Przewodniczący przywitał delegację z parlamentu irackiego, pod przewodnictwem Hamida Mousa, który zajął miejsce na trybunie honorowej. 6. Skład komisji i delegacji Przewodniczący otrzymał od grup PPE-DE, PSE, ALDE i posłów niezrzeszonych wnioski w sprawie nastę- pujących nominacji: — komisja AFET: Ria Oomen-Ruijten — komisja INTA: Corien Wortmann-Kool zamiast Alberta Jana Maata — komisja CONT: Ruth Hieronymi zamiast Vito Bonsignore — komisja REGI: Wolfgang Bulfon zamiast Giulietto Chiesa — komisja PECH: Joop Post zamiast Alberta Jana Maata — komisja JURI: Giulietto Chiesa zamiast Wolfganga Bulfona — komisja LIBE: Albert Jan Maat zamiast Ria Oomen-Ruijten — komisja FEMM: Albert Jan Maat zamiast CorienWortmann-Kool — komisja PETI: Gaya
    [Show full text]
  • Association of Accredited Lobbyists to the European Parliament
    ASSOCIATION OF ACCREDITED LOBBYISTS TO THE EUROPEAN PARLIAMENT OVERVIEW OF EUROPEAN PARLIAMENT FORUMS AALEP Secretariat Date: October 2007 Avenue Milcamps 19 B-1030 Brussels Tel: 32 2 735 93 39 E-mail: [email protected] Website: www.lobby-network.eu TABLE OF CONTENTS Introduction………………………………………………………………..3 Executive Summary……………………………………………………….4-7 1. European Energy Forum (EEF)………………………………………..8-16 2. European Internet Forum (EIF)………………………………………..17-27 3. European Parliament Ceramics Forum (EPCF………………………...28-29 4. European Parliamentary Financial Services Forum (EPFSF)…………30-36 5. European Parliament Life Sciences Circle (ELSC)……………………37 6. Forum for Automobile and Society (FAS)…………………………….38-43 7. Forum for the Future of Nuclear Energy (FFNE)……………………..44 8. Forum in the European Parliament for Construction (FOCOPE)……..45-46 9. Pharmaceutical Forum…………………………………………………48-60 10.The Kangaroo Group…………………………………………………..61-70 11.Transatlantic Policy Network (TPN)…………………………………..71-79 Conclusions………………………………………………………………..80 Index of Listed Companies………………………………………………..81-90 Index of Listed MEPs……………………………………………………..91-96 Most Active MEPs participating in Business Forums…………………….97 2 INTRODUCTION Businessmen long for certainty. They long to know what the decision-makers are thinking, so they can plan ahead. They yearn to be in the loop, to have the drop on things. It is the genius of the lobbyists and the consultants to understand this need, and to satisfy it in the most imaginative way. Business forums are vehicles for forging links and maintain a dialogue with business, industrial and trade organisations. They allow the discussions of general and pre-legislative issues in a different context from lobbying contacts about specific matters. They provide an opportunity to get Members of the European Parliament and other decision-makers from the European institutions together with various business sectors.
    [Show full text]
  • Attitudes Towards Whistleblowers in the European Institutions (1957–2002)
    Politics and Governance (ISSN: 2183–2463) 2021, Volume 9, Issue 1, Pages 281–291 DOI: 10.17645/pag.v9i1.3944 Article From Neglect to Protection: Attitudes towards Whistleblowers in the European Institutions (1957–2002) Joris Gijsenbergh Faculty of Law, Radboud University, 6525 HR Nijmegen, The Netherlands; E-mail: [email protected] Submitted: 17 December 2020 | Accepted: 4 March 2021 | Published: 31 March 2021 Abstract This article analyses how transparency became a buzzword in the European Union (EU) and its predecessors. In order to do so, it examines how the European Parliament (EP), the European Commission, the Court of Justice, and earlier European institutions responded to whistleblowing, between 1957 and 2002. In 2019, the EP agreed to encourage and pro- tect whistleblowers. However, whistleblowing is far from a recent phenomenon. Historical examples include Louis Worms (1957), Stanley Adams (1973), and Paul van Buitenen (1998). Based on policy documents and parliamentary debates, this article studies the attitudes and reactions within European institutions towards whistleblowing. Their responses to unau- thorized disclosures show how their views on openness developed from the beginning of European integration. Such cases sparked debate on whether whistleblowers deserved praise for revealing misconduct, or criticism for breaching corporate and political secrecy. In addition, whistleblowing cases urged politicians and officials to discuss how valuable transparency was, and whether the public deserved to be informed. This article adds a historical perspective to the multidisciplinary literature on whistleblowing. Both its focus on the European Coal and Steel Community, European Economic Community, and EU and its focus on changing attitudes towards transparency provide an important contribution to this multidisci- plinary field.
    [Show full text]
  • Voorbij De Retoriek
    Ieke van den Burg, Jan Cremers, Voorbij de retoriek Voorbij Camiel Hamans en Annelies Pilon (red.) Voorbij de retoriek Sociaal Europa vanuit twaalf invalshoeken Voorbij de retoriek Voorbij de retoriek Sociaal Europa vanuit twaalf invalshoeken Ieke van den Burg, Jan Cremers, Camiel Hamans & Annelies Pilon (red.) In samenwerking met Eerste druk mei 2014 © Wiardi Beckman Stichting | Uitgeverij Van Gennep Nieuwezijds Voorburgwal 330, 1012 rw Amsterdam Ontwerp omslag Léon Groen Drukwerk Koninklijke Wöhrmann, Zutphen isbn 978 94 6164 328 5 | nur 740 www.wbs.nl www.uitgeverijvangennep.nl Inhoud Sociaal Europa: ingrijpen gewenst Een inleiding Ieke van den Burg & Jan Cremers 7 1 De missie van Delors Jan Cremers 21 2 Europa’s banencrisis Bescherm goed werk én vrij verkeer Lodewijk Asscher 29 3 ‘Wij willen gehoord worden’ ROC-studenten in Groningen Michiel Emmelkamp 39 4 De financialisering van de Nederlandse verzorgingsstaat Ieke van den Burg 41 5 Sociale mensenrechten als opdracht Kathalijne Buitenweg & Rob Buitenweg 57 6 De race naar de Europese top Paul Tang 67 7 Het paard achter de wagen Europese crisisaanpak bedreigt nationale en Europese sociale dialoog Marjolijn Bulk & Catelene Passchier 77 8 ‘Wij hebben open grenzen nodig’ Paprikatelers in Heusden Michiel Emmelkamp 89 9 Concurreren met behulp van detacheringsarbeid Mijke Houwerzijl 91 10 Sociale zekerheid en vrij verkeer Jan Cremers 107 11 Toenemende bestaansonzekerheid bij kinderen EU moet daad bij het woord voegen Frank Vandenbroucke & Rik Wisselink 121 12 Is sociaal Europa het antwoord
    [Show full text]
  • Lijst Van Gevallen En Tussentijds Vertrokken Wethouders Over De Periode 2002-2006, 2006-2010, 2010-2014, 2014-2018
    Lijst van gevallen en tussentijds vertrokken wethouders Over de periode 2002-2006, 2006-2010, 2010-2014, 2014-2018 Inleiding De lijst van gevallen en tussentijds vertrokken wethouders verschijnt op de website van De Collegetafel als bijlage bij het boek Valkuilen voor wethouders, uitgegeven door Boombestuurskunde Den Haag. De lijst geeft een overzicht van alle gevallen en tussentijds vertrokken wethouders in de periode 2002 tot en met 2018. Deze lijst van gevallen en tussentijds vertrokken wethouders betreft de wethouders die vanwege een politieke vertrouwensbreuk tijdelijk en/of definitief ten val kwamen tijdens de collegeperiode (vanaf het aantreden van de wethouders na de collegevorming tot het einde van de collegeperiode) en van wethouders die om andere redenen tussentijds vertrokken of voor wie het wethouderschap eindigde voor het einde van de reguliere collegeperiode. De valpartijen van wethouders zijn in deze lijst benoemd als gevolg van een tijdelijke of definitieve politieke vertrouwensbreuk, uitgaande van het vertrekpunt dat een wethouder na zijn benoeming of wethouders na hun benoeming als lid van een college het vertrouwen heeft/hebben om volwaardig als wethouder te functioneren totdat hij/zij dat vertrouwen verliest dan wel het vertrouwen verliezen van de hen ondersteunende coalitiepartij(en). Of wethouders al dan niet gebruik hebben gemaakt van wachtgeld is geen criterium voor het opnemen van ten val gekomen wethouders in de onderhavige lijst. Patronen De cijfermatige conclusies en de geanalyseerde patronen in Valkuilen voor wethouders zijn gebaseerd op deze lijst van politiek (tijdelijk of definitief) gevallen en tussentijds vertrokken wethouders. De reden van het ten val komen of vertrek is in de lijst toegevoegd zodat te zien is welke bijvoorbeeld politieke valpartijen zijn.
    [Show full text]
  • 7.3.2005 B6-0147/12 MUUDATUSETTEPANEK 12 Muudatusettepaneku Esitajad: Margrietus Van Den Berg, Glenys Kinnock, Inger Segelström
    7.3.2005 B6-0147/12 MUUDATUSETTEPANEK 12 Muudatusettepaneku esitajad: Margrietus van den Berg, Glenys Kinnock, Inger Segelström, Jan Andersson, Åsa Westlund, Anna Hedh, Ewa Hedkvist Petersen, Poul Nyrup Rasmussen, Jan Marinus Wiersma, Edith Mastenbroek, Ieke van den Burg, Thijs Berman, Mauro Zani, Udo Bullmann, Emine Bozkurt, Ulrich Stockmann, Karin Scheele, Ole Christensen, Pia Elda Locatelli, Pasqualina Napoletano, Peter Skinner, Pier Antonio Panzeri, Jörg Leichtfried, Lasse Lehtinen, Gary Titley, Toomas Hendrik Ilves, Michael Cashman, Neena Gill, Mary Honeyball, Linda McAvan, Dorette Corbey, Jo Leinen, Phillip Whitehead, Glyn Ford, Richard Howitt, Catherine Stihler ja Dan Jørgensen fraktsiooni PSE nimel Resolutsiooni ettepanek B6-0147/2005 Joseph Daul ja Jean-Claude Fruteau põllumajanduse ja maaelu arengu komisjoni nimel SUHKRUTURU ÜHISE KORRALDUSE EELSEISEV REFORM Põhjendus D kustutatud Or. en AM\559378EN.doc PE 356.321v01-00 ET ET 7.3.2005 B6-0147/13 MUUDATUSETTEPANEK 13 Muudatusettepaneku esitajad: Margrietus van den Berg, Glenys Kinnock, Inger Segelström, Jan Andersson, Åsa Westlund, Anna Hedh, Ewa Hedkvist Petersen, Poul Nyrup Rasmussen, Jan Marinus Wiersma, Edith Mastenbroek, Ieke van den Burg, Thijs Berman, Mauro Zani, Udo Bullmann, Emine Bozkurt, Ulrich Stockmann, Karin Scheele, Ole Christensen, Pia Elda Locatelli, Pasqualina Napoletano, Peter Skinner, Pier Antonio Panzeri, Jörg Leichtfried, Lasse Lehtinen, Gary Titley, Toomas Hendrik Ilves, Michael Cashman, Neena Gill, Mary Honeyball, Linda McAvan, Dorette Corbey, Jo Leinen,
    [Show full text]
  • European Parliament
    EUROPEAN PARLIAMENT 2004 2009 Session document FINAL A6-0270/2007 2.7.2007 * REPORT on the proposal for a Council directive on the identification and designation of European Critical Infrastructure and the assessment of the need to improve their protection (COM(2006)0787 – C6-0053/2007 – 2006/0276(CNS)) Committee on Civil Liberties, Justice and Home Affairs Rapporteur: Jeanine Hennis-Plasschaert RR\674990EN.doc PE 384.638v03-00 EN EN PR_CNS_art51am Symbols for procedures * Consultation procedure majority of the votes cast **I Cooperation procedure (first reading) majority of the votes cast **II Cooperation procedure (second reading) majority of the votes cast, to approve the common position majority of Parliament’s component Members, to reject or amend the common position *** Assent procedure majority of Parliament’s component Members except in cases covered by Articles 105, 107, 161 and 300 of the EC Treaty and Article 7 of the EU Treaty ***I Codecision procedure (first reading) majority of the votes cast ***II Codecision procedure (second reading) majority of the votes cast, to approve the common position majority of Parliament’s component Members, to reject or amend the common position ***III Codecision procedure (third reading) majority of the votes cast, to approve the joint text (The type of procedure depends on the legal basis proposed by the Commission.) Amendments to a legislative text In amendments by Parliament, amended text is highlighted in bold italics. Highlighting in normal italics is an indication for the relevant departments showing parts of the legislative text for which a correction is proposed, to assist preparation of the final text (for instance, obvious errors or omissions in a given language version).
    [Show full text]
  • Declaración Del Parlamento Europeo Sobre La Fibromialgia
    C 46 E/46 ES Diario Oficial de la Unión Europea 24.2.2010 Martes, 13 de enero de 2009 Fibromialgia P6_TA(2009)0014 Declaración del Parlamento Europeo sobre la fibromialgia (2010/C 46 E/07) El Parlamento Europeo, — Visto el artículo 116 de su Reglamento, A. Considerando que cerca de 14 millones de personas en la Unión Europea y entre el 1 y el 3 % de la población mundial total sufre de fibromialgia, un síndrome debilitante que causa dolores crónicos generalizados, B. Considerando que, aunque la Organización Mundial de la Salud reconoció la fibromialgia como enfer­ medad ya en 1992, esta patología no está incluida en el índice oficial de patologías en la UE, lo cual impide a los pacientes obtener un diagnóstico oficial, C. Considerando que las personas que sufren de fibromialgia acuden con más frecuencia al médico de cabe­ cera, son remitidos con mayor frecuencia a especialistas, reciben más certificados de baja por enfermedad y son hospitalizados con mayor frecuencia, lo que genera una carga económica considerable para la UE, D. Considerando que los pacientes de fibromialgia tienen que luchar por llevar una vida plena e indepen­ diente, a menos que tengan acceso a un tratamiento y un apoyo adecuados, 1. Pide al Consejo y a la Comisión que: — desarrollen una estrategia comunitaria sobre la fibromialgia con objeto de que esta patología sea recono­ cido como enfermedad; — contribuyan a la sensibilización sobre esta patología y faciliten el acceso a la información para profesio­ nales y pacientes, apoyando las campañas de la UE y nacionales de sensibilización; — alienten a los Estados miembros a mejorar el acceso al diagnóstico y al tratamiento; — promuevan la investigación sobre la fibromialgia mediante los programas de trabajo del Séptimo Programa Marco de Investigación y Desarrollo Tecnológico y futuros programas de investigación; — promuevan el desarrollo de programas para la recopilación de datos sobre la fibromialgia; 2.
    [Show full text]
  • Page 01 Sept 08.Indd
    ISO 9001:2008 CERTIFIED NEWSPAPER Home | 3 Business | 17 Sport | 27 Doha Exhibition Oil ministers Barcelona, and Convention to meet in Sydney Centre to open Doha amid University in in November. price slide. semi-finals. TUESDAY 8 SEPTEMBER 2015 • 24 Dhul-Qa’da 1436 • Volume 20 Number 6547 www.thepeninsulaqatar.com [email protected] | [email protected] Editorial: 4455 7741 | Advertising: 4455 7837 / 4455 7780 Emir receives Lebanese politician No change in Qatar sends stance on Syria, says Moscow MOSCOW: The Russian Foreign Ministry yesterday denounced as 1,000 troops “falsifications and fabrications” media reports it was changing its stance on the war in Syria or on the future of President Bashar Al Assad, whom it has shielded throughout the conflict. to Yemen “We don’t appoint or dismiss foreign presidents, neither on our own or in cahoots with anyone Fresh offensive to retake Sana’a else,” the ministry said in a state- ment. Ministry representatives SANA’A: Qatar has sent 1,000 Saudis and Emiratis. also declined immediate comment ground troops to Yemen, Al Saudi Warplanes renewed on a US request to Athens to close Jazeera television said, ahead strikes on Houthi targets across Greek airspace for Russian supply of a planned offensive against Yemen and Houthi-run media said flights to Syria. Iranian-backed Houthis holding the raids killed at least 12 people, Nor have Russian officials con- the capital Sana’a. including women and children, in firmed recent media reports of Qatari pilots had already the central province of Ibb. Moscow increasing its military joined months of Saudi-led air Al Jazeera’s English website assistance to Assad, saying only that strikes on the Houthi militia, said 1,000 Qatari soldiers, backed it has long been supplying Damascus which seized Sana’a a year ago by 200 armoured vehicles and with arms and training to help it and then advanced across much 30 US-made Apache helicopters fight Islamist radicals, and will of the country, forcing President had been deployed.
    [Show full text]
  • Official Journal C 268 E Volume 46 of the European Union 7 November 2003
    ISSN 1725-2423 Official Journal C 268 E Volume 46 of the European Union 7 November 2003 English edition Information and Notices Notice No Contents Page I (Information) EUROPEAN PARLIAMENT WRITTEN QUESTIONS WITH ANSWER (2003/C 268 E/001) E-1193/02 by Erik Meijer to the Commission Subject: Consequences of introduction of the euro: measures to protect people against price increases and a decline in purchasing power ..................................................... 1 (2003/C 268 E/002) E-1906/02 by Graham Watson to the Commission Subject: ‘Settled status’ test for student loans in the UK (Supplementary answer) .................... 3 (2003/C 268 E/003) E-2407/02 by Charles Tannock to the Commission Subject: Human rights violations in Guatemala ...................................... 3 (2003/C 268 E/004) E-2415/02 by Jillian Evans to the Commission Subject: Persecution of aid workers in Guatemala ..................................... 4 Joint answer to Written Questions E-2407/02 and E-2415/02 . 4 (2003/C 268 E/005) E-2417/02 by Margrietus van den Berg to the Commission Subject: Blocking by President Robert Mugabe of international food aid to some sections of the population in Zimbabwe ........................................................... 5 (2003/C 268 E/006) E-2440/02 by Erik Meijer to the Commission Subject: Discrimination against Kurdish northern Iraq in relation to the Baghdad regime in the implementation of the UN oil-for-food programme ............................................... 5 (2003/C 268 E/007) E-2443/02 by Marco Cappato to the Commission Subject: Report by the Contraloría de la República on the Plan Colombia ....................... 7 (2003/C 268 E/008) E-2451/02 by Erik Meijer to the Commission Subject: Measures to tackle present and future increases in consumer prices as a result of the introduction of the euro .............................................................
    [Show full text]