Delft University of Technology the Socio-Spatial Aesthetics of Space Formation a New Perspective on the Concepts and Architectur
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Delft University of Technology The Socio-Spatial Aesthetics of Space Formation A New Perspective on the Concepts and Architecture of Walter Gropius and Aldo van Eyck Sack, Oliver DOI 10.4233/uuid:380d0ac3-b3c9-4156-a2c1-a2e78b79b9e7 Publication date 2019 Document Version Final published version Citation (APA) Sack, O. (2019). The Socio-Spatial Aesthetics of Space Formation: A New Perspective on the Concepts and Architecture of Walter Gropius and Aldo van Eyck. https://doi.org/10.4233/uuid:380d0ac3-b3c9-4156- a2c1-a2e78b79b9e7 Important note To cite this publication, please use the final published version (if applicable). Please check the document version above. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download, forward or distribute the text or part of it, without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license such as Creative Commons. Takedown policy Please contact us and provide details if you believe this document breaches copyrights. We will remove access to the work immediately and investigate your claim. This work is downloaded from Delft University of Technology. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to a maximum of 10. THE SOCIO-SPATIAL AESTHETICS OF SPACE FORMATION A New Perspective on the Concepts and Architecture of Walter Gropius and Aldo van Eyck THE SOCIO-SPATIAL AESTHETICS OF SPACE FORMATION A New Perspective on the Concepts and Architecture of Walter Gropius and Aldo van Eyck DISSERTATION for the purpose of obtaining the degree of doctor at Delft University of Technology by the authority of the Rector Magnificus prof.dr.ir. T.H.J.J. van der Hagen chair of the Board for Doctorates to be defended publicly on 16 July 2019, at 15:00 o’clock by Oliver Richard SACK Diplom Ingenieur Architektur, University of Applied Science Aachen Master of Architecture in Human Settlements, Catholic University Leuven Born in Bardenberg, Germany This dissertation has been approved by the promotors. Composition of the doctoral committee: Rector Magnificus, chairperson Prof.ir. D.E. van Gameren, Delft University of Technology, promotor Prof.dr.ir. T.L.P. Avermaete, ETH Zürich, promotor Independent members: Prof.dr.-ing. C.M. Hein, Delft University of Technology Prof.dr. S. Psarra, University College London Prof.dr. L. Schrijver, University of Antwerp Assoc.prof.dr. J.C.T. Voorthuis, Eindhoven University of Technology Prof.ir. D. J. Rosbottom, Delft University of Technology (reserve member) © 2019 Oliver Sack Drawings and layout: Oliver Sack Cover design: Oliver Sack, Lenshape Printing: sedruck, Leipzig All rights reserved. No part of this publication may be used and/or repro- duced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the author. LIST OF CONTENTS SAMENVATTING 9 SUMMARY 25 PREFACE 41 INTRODUCTION 43 Structure 49 1 THEORETICAL ASSUMPTIONS, BASIC AND METHODOLOGICAL 53 APPROACH AND RELEVANCE 1.1 The Thesis of the Socio-spatial Aesthetics of Architectural Space Formation 53 1.2 Basic Approach 69 1.3 Research Questions, Methodological Approach and Relevance 73 2 THE APPROACH OF AUGUST SCHMARSOW AND TWO OTHER 79 APPROACHES TO ARCHITECTURAL SPACE FORMATION 2.1 Space Formation in Architectural Theory until the Beginning of the 80 Twentieth century 2.2 Relating Aesthetics and Purposiveness: Three Approaches to Space 84 Formation 2.3 Conclusion 98 3 WALTER GROPIUS’S APPROACH TO (THE PERCEPTION OF) SPACE 101 3.1 A Perception-oriented Approach to (Architectural) Space 102 3.2 László Moholy-Nagy and Theo Van Doesburg 110 3.3 Conclusion 115 4 WALTER GROPIUS’S (IMPLICIT) REFERENCE TO ARCHITECTURAL 119 SPACE FORMATION 4.1 The Overall Approach to Architectural Design 122 4.2 From Overall Approach to Architectural Work: 132 Gropius’s (Implicit) Reference to Space Formation 4.2.1 From Bauhaus Dessau to Harvard Graduate Centre: 137 Architectural Space Formation in the Context of Designing Use 4.2.2 From Wabenbau to Gropiusstadt: Architectural Space Formation 150 in the Context of Typification in Residential Building Construction 4.3 Conclusion 175 5 ALDO VAN EYCK’S APPROACH TO (THE PERCEPTION OF) SPACE 179 5.1 ‘Interiorizing’ Space and Time 181 5.2 Place, Experience and in-between 187 5.3 The Coincidence of Architecture and Man 195 5.4 Conclusion 197 6 ALDO VAN EYCK’S (IMPLICIT) REFERENCE TO ARCHITECTURAL 201 SPACE FORMATION 6.1 ‘Twin Phenomena’: A particular Reference to the Concept of Relativity 202 6.2 From Overall Approach to Architectural Work: 205 Van Eyck’s (Implicit) Reference to Space Formation 6.2.1 Orphanage, Pastoor Van Ars Church and Sonsbeek Pavilion: 211 Architectural Space Formation as the Designing of ‘in-between’ Spaces 6.2.2 ESTEC extension, Tripolis Complex and Court of Audit: 224 Designing the Twin Phenomena ‘Part-Whole’ 6.3 Conclusion 233 7 CONCLUSION: GROPIUS’S AND VAN EYCK’S WAYS 235 OF RELATING THE AESTHETICS AND PURPOSIVENESS OF ARCHITECTURAL DESIGN 7.1 Walter Gropius 236 7.2 Aldo van Eyck 239 7.3 Final Considerations 243 BIBLIOGRAPHY 247 ILLUSTRATION CREDITS 261 ACKNOWLEDGMENTS 263 CURRICULUM VITAE 265 SAMENVATTING Inleiding en probleemstelling Dit proefschrift gaat over 'ruimtevorming', gedefinieerd als het deel van het architec- tonische en stedenbouwkundige ontwerp dat het creëren en structureren van mate- rieel gedefinieerde binnen- en buitenruimtes betreft - zowel afzonderlijk van als in relatie tot elkaar en tot de open ruimte. Verder richt dit proefschrift zich, ten eerste, op de fundamentele betekenis van ruimtevorming in relatie tot het architectonische ontwerpen en diens esthetiek. Ten tweede wordt nagegaan hoe Walter Gropius en Aldo van Eyck aan ruimtevorming hebben gerefereerd als onderdeel van hun concepties over architectuur en architectuuresthetiek - in vergelijking met elkaar en met de benadering van ruimtevorming aan het begin van de twintigste eeuw. In het Engels is de term 'ruimtevorming' een neologisme; het bestaat alleen als de letterlijke vertaling van de Duitse term 'Raumbildung'. In de Engelse taal wordt het fenomeen van het creëren van fysiek gedefinieerde ruimtes in plaats daarvan om- schreven als de 'definitie' (Ching 1979) of de 'organisatie' (Unwin 1997) van ruimte. In de Duitse taal is het echter een bekend concept in het architectonische discours sinds het einde van de negentiende eeuw. In die zin werd architectonische ruimte- vorming in de afgelopen vijf decennia op verschillende manieren besproken. Ten eerste - en vooral buiten het Duitstalige gebied - wordt ´ruimtevorming´ in verschillende studieboeken uiteengezet, die zich op de basisprincipes van het architectonische ontwerp richten.1 Ten tweede neemt de architectonische ruimte zelf (en op een conceptuele manier) in andere, voornamelijk Duitstalige studies, een 1 Ching 1979, Von Meiss 1986, Unwin 1997, Janson 2006. 10 | SAMENVATTING centrale plaats in.2 Ondanks de verschillende perspectieven, benaderen beide soorten studies de architectonische ruimte in zijn fysieke conditie en als een synthese van massieve vormen en 'lege' ruimte. Daarnaast wordt de functionele (d.w.z. de gebruik gerelateerde en sociaal-ruimtelijke) betekenis van ruimtevorming op een nogal marginale manier behandeld. Tevens wordt een esthetische benadering van ruimtevorming - d.w.z. vanuit het perspectief van de zintuiglijke waarneming - grotendeels buiten beschouwing gelaten. Sinds de jaren tachtig hebben een aantal studies de architectonische ruimte vanuit een gebruik gerelateerd en sociaal- ruimtelijk, en gedeeltelijk cultureel, perspectief benaderd.3 In vergelijking met de bovengenoemde studieboeken en de expliciete theorieën over de architectonische ruimte, richten deze studies zich vooral op architectonische (en stedelijke) ruimte in termen van het individuele en collectieve gebruik en de toe-eigening van ruimtes. Dit impliceert gedeeltelijk de gebruik gerelateerde beweging in de ruimte, en deels ook het domein van de zintuigelijke waarneming (inclusief de waarneming van bijbehorende sociale en culturele betekenissen). Met betrekking tot al deze (impliciete) referenties aan de architectonische ruimte en (aspecten van) ruimtevorming, is het eerste doel van dit proefschrift ruimtevorm- ing zelf centraal te stellen en op die manier een concretere voorstelling van de artis- tieke en esthetische betekenis van ruimtevorming aan de bestaande kennis toe te voegen. Uitgaande van het gebruik gerelateerde en sociaal-ruimtelijke perspectief op de architectonische ruimte van de boven genoemde studies, begint dit onderzoek met de veronderstelling dat de fundamentele betekenis van ruimtevorming vooral in de gebruik gerelateerde en sociaal-ruimtelijke functie ligt, gedefinieerde ruimtes voor specifiek en verschillend gebruik en soorten toe-eigeningen te creëren. Bovendien wordt verondersteld dat de betekenis en de kwaliteit van ruimtevorming vooral besloten ligt in de manier waarop ruimtes door omsluiting, opening en rangschikking met elkaar en met de open ruimte verbonden worden. In die zin beschouw ik ruimtevorming als een essentieel middel in de ruimtelijke organisatie van het praktische en sociale leven. Daarnaast wordt verondersteld dat ruimtevorming ook hét deel van de architectonische vormgeving is dat architectuur als beeldende kunst kenmerkt en diens esthetische kwaliteit belichaamt - d.w.z. de specifieke wijze waarop architectuur esthetische ervaring genereert. Mijn bijdrage aan een concreter begrip van