Opgraving Hellevoetsluis-Ossenhoek 87 a Rchol
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Opgraving Hellevoetsluis-Ossenhoek Hellevoetsluis-Ossenhoek Opgraving Hellevoetsluis op een kwelderrug in de gemeente Vlaardingen-groep de nederzetting van Een R Archeologisch Onderzoek Leiden bv heeft in december 2006 een opgraving uitgevoerd in Opgraving Hellevoetsluis-Ossenhoek plangebied Hellevoetsluis-Ossenhoek. Aanleiding was de ontdekking van een goed bewaarde vindplaats uit de nieuwe steentijd tijdens een waarderend en karterend booronderzoek. De opgraving in het zuiden van het plangebied bracht een zeldzame Een nederzetting van de Vlaardingen-groep op nederzetting van de neolithische Vlaardingen-groep aan het licht, die hier van ca. 3000 tot een kwelderrug in de gemeente Hellevoetsluis 2800 v.Chr. is bewoond. De onderzoeksresultaten leiden tot belangrijke nieuwe inzichten. Tot voor kort was weinig bekend over de neolithische bewoning van Hellevoetsluis en omgeving. Dichtstbijzijnde vindplaatsen Hekelingen en Vlaardingen roepen voor de regio al S61 Redactie T.A. Goossens jarenlang het beeld op van neolithische jagers-verzamelaars die seizoensmatig tijdelijke S9 kampementen bewoonden. De verrassing was dan ook groot toen de opgraving S8 S1 Hellevoetsluis-Ossenhoek sporen van een nederzetting opleverde, die gedurende minstens enkele generaties permanent is bewoond. S16 De resten bevinden zich op een zandrug die zich tot buiten het plangebied uitstrekt. De S7 S57 S2 clustering en het formaat van de funderingspalen in de top van deze rug getuigen van S69 duurzame (huis)constructies. Naast de palenclusters zijn sporen van akkers gevonden in de S45 vorm van eergetouwkrassen. Het woon- en akkergebied was omgeven door een palissade. De opbrengsten van de akkers – emmertarwe en naakte, zesrijïge gerst – en de veestapel, S33 bestaande uit rund, wild zwijn/varken en schaap/geit, voorzagen de bewoners grotendeels in S26 hun dagelijkse voedselbehoefte. De ideale ligging van de nederzetting in een verzoet S13 S76 S21 kwelderlandschap, op korte afstand van de zee enerzijds en moerassen anderzijds, stond bovendien garant voor verrijking van het menu met diverse soorten vis, watervogels, noten S27 S14 en vruchten. S22 P1 P7 S19 S53 P2 S56 S58 l S41 o h c edactie T.A. Goossens edactie T.A. r A 87 87 Archol XXXXXXX XXXXXXX 1 Opgraving Hellevoetsluis-Ossenhoek Een nederzetting van de Vlaardingen-groep op een kwelderrug in de gemeente Hellevoetsluis Redactie T.A. Goossens Colofon Opgraving Hellevoetsluis-Ossenhoek. Een nederzetting van de Vlaardingen-groep op een kwelderrug in de gemeente Hellevoetsluis. Archol-rapport 87 Opdrachtgever: Gemeente Hellevoetsluis Directievoering: Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam (contactpersoon: drs. M.C. van Trierum) Uitvoering: drs. L.G.L. van Hoof (veldwerkleider) drs. I. van Wijk (veldarcheoloog) P. van den Bos (veldtechnicus) P. van de Geer (veldtechnicus) D. Ingenegeren (veldassistent) H. Jacobs (veldassistent) A. Porreij (veldassistent) D. Smits (veldassistent) H. van den Engel (veldassistent) J. van Roemburg (veldassistent) B. Tunker (veldassistent) drs. W. van Zijverden (fysisch-geograaf, ADC ArcheoProjecten) Projectleiding: drs. T.A. Goossens Auteurs: drs. L.G.L. van Hoof drs. T.A. Goossens drs. B. Beerenhout (Archaeo-Zoo) drs. J. van Dijk (Archeoplan Eco) prof. dr. A.L. van Gijn (Faculteit der Archeologie, Universiteit Leiden) dr. L. Kooistra (Biax-Consult) O. Metaxas (Faculteit der Archeologie, Universiteit Leiden) drs. A. Verbaas (Faculteit der Archeologie, Universiteit Leiden) Redactie en autorisatie: drs. T.A. Goossens Objecttekeningen: R. Timmermans Beeldmateriaal: ing. S. Shek en drs. W. Laan Opmaak: A. Allen ISSN 1569-2396 © Archol, Leiden 2009 Postbus 9515 2300 RA Leiden [email protected] tel. 071 527 33 13 HELLEVOETSLUIS-OSSENHOEK 3 Inhoudsopgave Samenvatting T.A. Goossens 5 1 Inleiding 15 2 Bewonings- en landschapsgeschiedenis van Voorne Putten T.A. Goossens 19 2.1 Mesolithicum 19 2.2 Neolithicum en bronstijd 22 2.3 IJzertijd en Romeinse tijd 25 2.4 Middeleeuwen en nieuwe tijd 28 3 Methodisch kader L.G.L. van Hoof 31 3.1 Inleiding 31 3.2 Vooronderzoek 31 3.3 Vraagstellingen 32 3.4 Methodiek opgraving 33 4 Resultaten: geologie van de vindplaats Hellevoetsluis-Ossenhoek T.A. Goossens 39 5 Resultaten: sporen en structuren L.G.L. van Hoof 51 5.1 Inleiding 51 5.2 Spoorbeschrijving per put 51 5.3 Vergelijking met andere vindplaatsen 67 5.4 Conclusie 68 6 Resulaten: vondsten 71 6.1 Inleiding 71 6.2 Aardewerk L.G.L. Van Hoof 73 6.2.1 Inleiding 73 6.2.2 Werkwijze 73 6.2.3 Bakwijze 73 6.2.4 Magering 74 6.2.5 Wanddikte en aankoeksels 75 6.2.6 Pot- en randvormen 76 6.2.7 Versieringen van lokaal en importaardewerk 76 6.2.8 Datering 79 6.2.9 Ruimtelijke spreiding 80 6.2.10 Conclusie 80 6.3 Vuursteen L.G.L. Van Hoof met een bijdrage van O. Metaxas 81 6.3.1 Inleiding 81 6.3.2 Werkwijze 81 6.3.4 Werktuigspectrum en vuursteentechnologie 84 6.3.5 Gebruikssporen O. Metaxas 86 6.3.6 Datering 90 6.3.7 Ruimtelijke spreiding 90 6.3.8 Conclusie 90 4 HELLEVOETSLUIS-OSSENHOEK 6.4 Natuursteen A.L. van Gijn en A. Verbaas 91 6.4.1 Inleiding 91 6.4.2 Werkwijze 92 6.4.3 Grondstoffen 93 6.4.4 Werktuigen 94 6.4.5 Kralen en pyriet 96 6.4.6 Potentie gebruikssporenonderzoek 97 6.4.7 Ruimtelijke spreiding 98 6.4.8 Conclusie 98 6.5 Botanische resten L. Kooistra 99 6.5.1 Inleiding 99 6.5.2 Werkwijze 101 6.5.3 Botanische macroresten 104 6.5.4 Pollen en andere microfossielen 109 6.5.5 Hout 110 6.5.6 Houtskool 111 6.5.7 Conclusie 112 6.6 Zoogdieren, vogels en reptielen J. van Dijk 113 6.6.1 Inleiding 113 6.6.2 Werkwijze 113 6.6.3 Algemene bevindingen 117 6.6.4 Zoogdieren 120 6.6.5 Pelsdieren 128 6.6.6 Vogels 128 6.6.7 Reptiel 130 6.6.8 Voorwerpen van been en gewei 130 6.6.9 Ruimtelijke spreiding 133 6.6.10 Interpretatie van de nederzetting in relatie tot de dieren en de omgeving 134 6.6.11 Vergelijking met andere vindplaatsen 139 6.6.12 Conclusie 144 6.7 Vissen B. Beerenhout 145 6.7.1 Inleiding 145 6.7.2 Werkwijze 145 6.7.3 Vissenspectrum en aquatisch milieu 147 6.7.4 Vissengedrag en vangstseizoen 150 6.7.5 Vangstmethoden 155 6.7.6 Sporen van visbereiding, nuttiging en vraat 158 6.7.7 Ruimtelijke spreiding 163 6.7.8 Interpretatie van de nederzetting: vissoorten en de omgeving 165 6.7.9 Vergelijking met andere vindplaatsen 166 6.7.10 Conclusie 169 Dankwoord 171 Literatuur 172 Lijst van figuren 183 Lijst van tabellen 185 Lijst van bijlagen 186 Bijlagen 187 HELLEVOETSLUIS-OSSENHOEK 5 Samenvatting T.A. Goossens Inleiding Tot voor kort was weinig bekend over de neolithische bewoning van Hellevoetsluis. Om toch een indruk te krijgen, keek men al gauw in de richting van vindplaatsen uit de (wijde) omgeving zoals Hekelingen en Vlaardingen. De inrichting van plangebied Hellevoetsluis-Ossenhoek bood dan ook een unieke kans om niet alleen inzicht te krijgen in de lokale archeologische resten uit deze periode, maar ook in de geologische opbouw en de ontwikkeling van het landschap. De provincie Zuid-Holland heeft als bevoegd gezag gekozen voor behoud van grote delen van de vindplaats enerzijds en voor opgraving met mul- tidisciplinair onderzoek van de bedreigde zones anderzijds. Dankzij deze combinatie blijft de vindplaats grotendeels voor de toekomst bewaard en beschikken we nu al over een goed beeld van de neolithische bewoning in Hellevoetsluis. Het archeologisch onderzoek is volledig gefinancierd door de gemeente Hellevoetsluis. Landschap Begraven onder een dik veenpakket ligt een zandrug die zich uitstrekt over een lengte van 100 m en een breedte van 30 m binnen het plangebied. Op deze rug is een vondstrijke, goed geconserveerde vindplaats van de Vlaardingen-groep uit ca. 3000-2800 v.Chr. aangetroffen. De sporen en vondsten concentreren zich op de top en op het hoge deel van de flank van de zandrug, tussen 2,20 en 2,60 m – NAP. Dankzij uitgebreid onderzoek van de bodemopbouw en de resten van dieren en planten beschikken we over een schat aan landschappelijke gegevens: zowel over het neolithicum als de periode daarna. De zandrug is ontstaan tijdens een grote zee-inbraak rond 3000 v.Chr. Door de kracht van de zee is een grote hoeveelheid sediment uit de verzande Maasmond tussen Voorne en Goeree weggeslagen en vervolgens langs kreken op Voorne afgezet. Het opgeworpen zandlichaam dat in de wijde omgeving van Hellevoetsluis voorkomt, staat bekend als het Hellevoeterzand. Na de grote overstroming bleef een zandvlakte met platen achter. Onder invloed van opstuivingen, overstromingen en begroeiing ontstonden al snel walletjes; vooral op plekken waar de actieve getijdenvlakte overging in het (drogere) kweldergebied. Op deze wijze heeft zich uiteindelijk een kwelderrug ontwikkeld binnen het plangebied. Zodra de kwelder een hoogte van 50 cm boven gemiddeld hoog water bereikte, werd deze nog maar sporadisch overstroomd en begon de verzoeting. Hiermee was de kwelderrug geschikt voor bewoning. Uit de botanische macroresten komt naar voren dat de kwelderrug spaarzaam begroeid was. Vermoedelijk heeft de mens al bij aanvang van de bewoning een groot deel ontdaan van begroeiing: niet alleen voor de inrichting van huisplaatsen, maar ook voor de aanleg van de akkers. Mogelijk kwamen er langs de randen van de rug nog wel bomen en struiken voor, zoals hazelaar, sleedoorn, rode kornoelje en eik. Eik is in de nederzetting enkele malen aangetoond als bouwhout (palen). 6 HELLEVOETSLUIS-OSSENHOEK De zandrug was omgeven door een moeras. In deze zone achter de hoge kwelders had het getij nauwelijks invloed. Het moeras bestond uit relatief voedselrijke en soortenrijke rietvelden met ondiep zoet water. Naast rietmoeras zijn er ook indicaties voor moerasbos met els, berk en populier. De alom aanwezige els is het meest gebruikt als constructiehout (palen) in de nederzetting.