Opgraving Hellevoetsluis-Ossenhoek 87 a Rchol

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Opgraving Hellevoetsluis-Ossenhoek 87 a Rchol Opgraving Hellevoetsluis-Ossenhoek Hellevoetsluis-Ossenhoek Opgraving Hellevoetsluis op een kwelderrug in de gemeente Vlaardingen-groep de nederzetting van Een R Archeologisch Onderzoek Leiden bv heeft in december 2006 een opgraving uitgevoerd in Opgraving Hellevoetsluis-Ossenhoek plangebied Hellevoetsluis-Ossenhoek. Aanleiding was de ontdekking van een goed bewaarde vindplaats uit de nieuwe steentijd tijdens een waarderend en karterend booronderzoek. De opgraving in het zuiden van het plangebied bracht een zeldzame Een nederzetting van de Vlaardingen-groep op nederzetting van de neolithische Vlaardingen-groep aan het licht, die hier van ca. 3000 tot een kwelderrug in de gemeente Hellevoetsluis 2800 v.Chr. is bewoond. De onderzoeksresultaten leiden tot belangrijke nieuwe inzichten. Tot voor kort was weinig bekend over de neolithische bewoning van Hellevoetsluis en omgeving. Dichtstbijzijnde vindplaatsen Hekelingen en Vlaardingen roepen voor de regio al S61 Redactie T.A. Goossens jarenlang het beeld op van neolithische jagers-verzamelaars die seizoensmatig tijdelijke S9 kampementen bewoonden. De verrassing was dan ook groot toen de opgraving S8 S1 Hellevoetsluis-Ossenhoek sporen van een nederzetting opleverde, die gedurende minstens enkele generaties permanent is bewoond. S16 De resten bevinden zich op een zandrug die zich tot buiten het plangebied uitstrekt. De S7 S57 S2 clustering en het formaat van de funderingspalen in de top van deze rug getuigen van S69 duurzame (huis)constructies. Naast de palenclusters zijn sporen van akkers gevonden in de S45 vorm van eergetouwkrassen. Het woon- en akkergebied was omgeven door een palissade. De opbrengsten van de akkers – emmertarwe en naakte, zesrijïge gerst – en de veestapel, S33 bestaande uit rund, wild zwijn/varken en schaap/geit, voorzagen de bewoners grotendeels in S26 hun dagelijkse voedselbehoefte. De ideale ligging van de nederzetting in een verzoet S13 S76 S21 kwelderlandschap, op korte afstand van de zee enerzijds en moerassen anderzijds, stond bovendien garant voor verrijking van het menu met diverse soorten vis, watervogels, noten S27 S14 en vruchten. S22 P1 P7 S19 S53 P2 S56 S58 l S41 o h c edactie T.A. Goossens edactie T.A. r A 87 87 Archol XXXXXXX XXXXXXX 1 Opgraving Hellevoetsluis-Ossenhoek Een nederzetting van de Vlaardingen-groep op een kwelderrug in de gemeente Hellevoetsluis Redactie T.A. Goossens Colofon Opgraving Hellevoetsluis-Ossenhoek. Een nederzetting van de Vlaardingen-groep op een kwelderrug in de gemeente Hellevoetsluis. Archol-rapport 87 Opdrachtgever: Gemeente Hellevoetsluis Directievoering: Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam (contactpersoon: drs. M.C. van Trierum) Uitvoering: drs. L.G.L. van Hoof (veldwerkleider) drs. I. van Wijk (veldarcheoloog) P. van den Bos (veldtechnicus) P. van de Geer (veldtechnicus) D. Ingenegeren (veldassistent) H. Jacobs (veldassistent) A. Porreij (veldassistent) D. Smits (veldassistent) H. van den Engel (veldassistent) J. van Roemburg (veldassistent) B. Tunker (veldassistent) drs. W. van Zijverden (fysisch-geograaf, ADC ArcheoProjecten) Projectleiding: drs. T.A. Goossens Auteurs: drs. L.G.L. van Hoof drs. T.A. Goossens drs. B. Beerenhout (Archaeo-Zoo) drs. J. van Dijk (Archeoplan Eco) prof. dr. A.L. van Gijn (Faculteit der Archeologie, Universiteit Leiden) dr. L. Kooistra (Biax-Consult) O. Metaxas (Faculteit der Archeologie, Universiteit Leiden) drs. A. Verbaas (Faculteit der Archeologie, Universiteit Leiden) Redactie en autorisatie: drs. T.A. Goossens Objecttekeningen: R. Timmermans Beeldmateriaal: ing. S. Shek en drs. W. Laan Opmaak: A. Allen ISSN 1569-2396 © Archol, Leiden 2009 Postbus 9515 2300 RA Leiden [email protected] tel. 071 527 33 13 HELLEVOETSLUIS-OSSENHOEK 3 Inhoudsopgave Samenvatting T.A. Goossens 5 1 Inleiding 15 2 Bewonings- en landschapsgeschiedenis van Voorne Putten T.A. Goossens 19 2.1 Mesolithicum 19 2.2 Neolithicum en bronstijd 22 2.3 IJzertijd en Romeinse tijd 25 2.4 Middeleeuwen en nieuwe tijd 28 3 Methodisch kader L.G.L. van Hoof 31 3.1 Inleiding 31 3.2 Vooronderzoek 31 3.3 Vraagstellingen 32 3.4 Methodiek opgraving 33 4 Resultaten: geologie van de vindplaats Hellevoetsluis-Ossenhoek T.A. Goossens 39 5 Resultaten: sporen en structuren L.G.L. van Hoof 51 5.1 Inleiding 51 5.2 Spoorbeschrijving per put 51 5.3 Vergelijking met andere vindplaatsen 67 5.4 Conclusie 68 6 Resulaten: vondsten 71 6.1 Inleiding 71 6.2 Aardewerk L.G.L. Van Hoof 73 6.2.1 Inleiding 73 6.2.2 Werkwijze 73 6.2.3 Bakwijze 73 6.2.4 Magering 74 6.2.5 Wanddikte en aankoeksels 75 6.2.6 Pot- en randvormen 76 6.2.7 Versieringen van lokaal en importaardewerk 76 6.2.8 Datering 79 6.2.9 Ruimtelijke spreiding 80 6.2.10 Conclusie 80 6.3 Vuursteen L.G.L. Van Hoof met een bijdrage van O. Metaxas 81 6.3.1 Inleiding 81 6.3.2 Werkwijze 81 6.3.4 Werktuigspectrum en vuursteentechnologie 84 6.3.5 Gebruikssporen O. Metaxas 86 6.3.6 Datering 90 6.3.7 Ruimtelijke spreiding 90 6.3.8 Conclusie 90 4 HELLEVOETSLUIS-OSSENHOEK 6.4 Natuursteen A.L. van Gijn en A. Verbaas 91 6.4.1 Inleiding 91 6.4.2 Werkwijze 92 6.4.3 Grondstoffen 93 6.4.4 Werktuigen 94 6.4.5 Kralen en pyriet 96 6.4.6 Potentie gebruikssporenonderzoek 97 6.4.7 Ruimtelijke spreiding 98 6.4.8 Conclusie 98 6.5 Botanische resten L. Kooistra 99 6.5.1 Inleiding 99 6.5.2 Werkwijze 101 6.5.3 Botanische macroresten 104 6.5.4 Pollen en andere microfossielen 109 6.5.5 Hout 110 6.5.6 Houtskool 111 6.5.7 Conclusie 112 6.6 Zoogdieren, vogels en reptielen J. van Dijk 113 6.6.1 Inleiding 113 6.6.2 Werkwijze 113 6.6.3 Algemene bevindingen 117 6.6.4 Zoogdieren 120 6.6.5 Pelsdieren 128 6.6.6 Vogels 128 6.6.7 Reptiel 130 6.6.8 Voorwerpen van been en gewei 130 6.6.9 Ruimtelijke spreiding 133 6.6.10 Interpretatie van de nederzetting in relatie tot de dieren en de omgeving 134 6.6.11 Vergelijking met andere vindplaatsen 139 6.6.12 Conclusie 144 6.7 Vissen B. Beerenhout 145 6.7.1 Inleiding 145 6.7.2 Werkwijze 145 6.7.3 Vissenspectrum en aquatisch milieu 147 6.7.4 Vissengedrag en vangstseizoen 150 6.7.5 Vangstmethoden 155 6.7.6 Sporen van visbereiding, nuttiging en vraat 158 6.7.7 Ruimtelijke spreiding 163 6.7.8 Interpretatie van de nederzetting: vissoorten en de omgeving 165 6.7.9 Vergelijking met andere vindplaatsen 166 6.7.10 Conclusie 169 Dankwoord 171 Literatuur 172 Lijst van figuren 183 Lijst van tabellen 185 Lijst van bijlagen 186 Bijlagen 187 HELLEVOETSLUIS-OSSENHOEK 5 Samenvatting T.A. Goossens Inleiding Tot voor kort was weinig bekend over de neolithische bewoning van Hellevoetsluis. Om toch een indruk te krijgen, keek men al gauw in de richting van vindplaatsen uit de (wijde) omgeving zoals Hekelingen en Vlaardingen. De inrichting van plangebied Hellevoetsluis-Ossenhoek bood dan ook een unieke kans om niet alleen inzicht te krijgen in de lokale archeologische resten uit deze periode, maar ook in de geologische opbouw en de ontwikkeling van het landschap. De provincie Zuid-Holland heeft als bevoegd gezag gekozen voor behoud van grote delen van de vindplaats enerzijds en voor opgraving met mul- tidisciplinair onderzoek van de bedreigde zones anderzijds. Dankzij deze combinatie blijft de vindplaats grotendeels voor de toekomst bewaard en beschikken we nu al over een goed beeld van de neolithische bewoning in Hellevoetsluis. Het archeologisch onderzoek is volledig gefinancierd door de gemeente Hellevoetsluis. Landschap Begraven onder een dik veenpakket ligt een zandrug die zich uitstrekt over een lengte van 100 m en een breedte van 30 m binnen het plangebied. Op deze rug is een vondstrijke, goed geconserveerde vindplaats van de Vlaardingen-groep uit ca. 3000-2800 v.Chr. aangetroffen. De sporen en vondsten concentreren zich op de top en op het hoge deel van de flank van de zandrug, tussen 2,20 en 2,60 m – NAP. Dankzij uitgebreid onderzoek van de bodemopbouw en de resten van dieren en planten beschikken we over een schat aan landschappelijke gegevens: zowel over het neolithicum als de periode daarna. De zandrug is ontstaan tijdens een grote zee-inbraak rond 3000 v.Chr. Door de kracht van de zee is een grote hoeveelheid sediment uit de verzande Maasmond tussen Voorne en Goeree weggeslagen en vervolgens langs kreken op Voorne afgezet. Het opgeworpen zandlichaam dat in de wijde omgeving van Hellevoetsluis voorkomt, staat bekend als het Hellevoeterzand. Na de grote overstroming bleef een zandvlakte met platen achter. Onder invloed van opstuivingen, overstromingen en begroeiing ontstonden al snel walletjes; vooral op plekken waar de actieve getijdenvlakte overging in het (drogere) kweldergebied. Op deze wijze heeft zich uiteindelijk een kwelderrug ontwikkeld binnen het plangebied. Zodra de kwelder een hoogte van 50 cm boven gemiddeld hoog water bereikte, werd deze nog maar sporadisch overstroomd en begon de verzoeting. Hiermee was de kwelderrug geschikt voor bewoning. Uit de botanische macroresten komt naar voren dat de kwelderrug spaarzaam begroeid was. Vermoedelijk heeft de mens al bij aanvang van de bewoning een groot deel ontdaan van begroeiing: niet alleen voor de inrichting van huisplaatsen, maar ook voor de aanleg van de akkers. Mogelijk kwamen er langs de randen van de rug nog wel bomen en struiken voor, zoals hazelaar, sleedoorn, rode kornoelje en eik. Eik is in de nederzetting enkele malen aangetoond als bouwhout (palen). 6 HELLEVOETSLUIS-OSSENHOEK De zandrug was omgeven door een moeras. In deze zone achter de hoge kwelders had het getij nauwelijks invloed. Het moeras bestond uit relatief voedselrijke en soortenrijke rietvelden met ondiep zoet water. Naast rietmoeras zijn er ook indicaties voor moerasbos met els, berk en populier. De alom aanwezige els is het meest gebruikt als constructiehout (palen) in de nederzetting.
Recommended publications
  • The Art of Staying Neutral the Netherlands in the First World War, 1914-1918
    9 789053 568187 abbenhuis06 11-04-2006 17:29 Pagina 1 THE ART OF STAYING NEUTRAL abbenhuis06 11-04-2006 17:29 Pagina 2 abbenhuis06 11-04-2006 17:29 Pagina 3 The Art of Staying Neutral The Netherlands in the First World War, 1914-1918 Maartje M. Abbenhuis abbenhuis06 11-04-2006 17:29 Pagina 4 Cover illustration: Dutch Border Patrols, © Spaarnestad Fotoarchief Cover design: Mesika Design, Hilversum Layout: PROgrafici, Goes isbn-10 90 5356 818 2 isbn-13 978 90 5356 8187 nur 689 © Amsterdam University Press, Amsterdam 2006 All rights reserved. Without limiting the rights under copyright reserved above, no part of this book may be reproduced, stored in or introduced into a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means (electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise) without the written permission of both the copyright owner and the author of the book. abbenhuis06 11-04-2006 17:29 Pagina 5 Table of Contents List of Tables, Maps and Illustrations / 9 Acknowledgements / 11 Preface by Piet de Rooij / 13 Introduction: The War Knocked on Our Door, It Did Not Step Inside: / 17 The Netherlands and the Great War Chapter 1: A Nation Too Small to Commit Great Stupidities: / 23 The Netherlands and Neutrality The Allure of Neutrality / 26 The Cornerstone of Northwest Europe / 30 Dutch Neutrality During the Great War / 35 Chapter 2: A Pack of Lions: The Dutch Armed Forces / 39 Strategies for Defending of the Indefensible / 39 Having to Do One’s Duty: Conscription / 41 Not True Reserves? Landweer and Landstorm Troops / 43 Few
    [Show full text]
  • Annual Report 2018 – Summary 1 Please Note That
    Please note that this Annual Report is a translation of the Dutch Annual Report. As such, in case of any misunderstanding, the Dutch Annual Report prevails this report. Evides Waterbedrijf – Annual report 2018 – Summary 1 Contents Annual Report Letter from the Executive Board .......................................................................................................... 3 Introduction to Evides ......................................................................................................................... 5 Supply area .......................................................................................................................................... 5 Key figures ........................................................................................................................................... 6 Our work in 2018 ............................................................................................................................... 7 Importance of the source in a changing climate ................................................................................. 7 Circular thinking with industrial partners............................................................................................ 9 More convenience for customers ..................................................................................................... 10 Smart data use................................................................................................................................... 11 Working in a versatile
    [Show full text]
  • The Germicidal Effect of the Open Air in Different Parts of the Netherlands
    J. Eyg., Camb. (1977), 78, 175 175 Printed in Great Britain The germicidal effect of the open air in different parts of The Netherlands BY G. DE MIK &sn IDA DE GROOT Medical Biological Laboratory TNO, 139 Lange Kleiweg, Rijsivijk 2100, The Netherlands {Received 4 August 1976) SUMMARY Using the microthread technique the survival of Escherichia coli MRE 162 in open air was measured in different parts of The Netherlands. The presence of bactericidal compounds (open air factor = OAF) could be demonstrated on several days and quantitated in relative units of OAF concentration. In the absence of ozone the OAF concentration was always low. In the presence of ozone the OAF concentration was dependent on wind direction. At the selected microthread exposure sites air from areas with high traffic intensity contributed more to OAF production than air from industrial areas. OAF production is prob- ably related to the nature of hydrocarbons in the air. INTRODUCTION" In 1968 May & Druett described a technique (the 'microthread' technique) which made it possible to subject micro-organisms to any gaseous environment of interest for extended periods of time, during which their loss of viability might be assayed. In this procedure airborne micro-organisms are held on ultrafine spider threads, to provide a ' captive' aerosol. Using this technique it was demonstrated that the survival rate of Escherichia coli 162 exposed to open air is very low on certain days, in contrast with the survival in ' clean' air at the same relative humidity and temperature (Druett & Packman, 1968). Not only Escherichia coli, but also Serratia marcescens, Franciscella tvlarensis, Brucdla suis, Staphylococcus epidermidis, and a group C Streptococcus appeared sensitive to open air (May, Druett & Packman, 1969).
    [Show full text]
  • The Port of Rotterdam Paved the Way for the Enormous Extension of Her
    P TH E ORT OF ROTTER DA M . was l n i m h n v Like Amsterdam , our city of Rotterdam origina ly oth ng ore t a a illage - wh - In of fishermen and sea faring folk o settled on the banks of the New Maas . the th t w It was th nn n second half of the 1 3 century Ro terdam as incorporated . at e begi i g of 1 6 lh 1 7 th e s t o n the and centuries , that the en rgetic and ys ematic devel pme t of the capacities of the Port of Rotterdam paved the way for the enormous extension of her commerce and navigation . A new was w t w th e New period of prosperity , ho ever , in store for Rot erdam hen rw was w n 25 Wate ay to sea accomplished , enabling ships dra i g feet to reach Rotterdam wi thout breaking bulk . o m u n c of u The p pulation , a o nti g at the ommencement the cent ry to souls , a d 5 t h n w o n in 1 8 0 o as o reached the grand t tal of inhabitants . Th e New t in w D f Maas leaves Rot erdam , trending a esterly direction , passes el s V d n and and o w t N haven , Schiedam , laar i gen Maassluis f rmerly flo ed in o the orth Sea w without the aid of any artificial works . This natural high ay from Rotterdam to tw u n a a o sea was followed by ships of the largest tonnage o h dred ye rs g .
    [Show full text]
  • THE LOG-BOOK of CAPTAIN JOHN ANDERSON EDINBURGH, NATIONAL LIBRARY of SCOTLAND, ADV. MS. 33.3.14 Folio 1R1 the Woyage Of
    THE LOG-BOOK OF CAPTAIN JOHN ANDERSON EDINBURGH, NATIONAL LIBRARY OF SCOTLAND, ADV. MS. 33.3.14 Folio 1r1 The Woyage of Cap: Jhone: Andersone Pilat Maior of a Fleit of Hollanders to ye orientall Indies2 wich went out from Haluerslusse3 in South Holland in Anno 1640. and Returned from thessnce, to ye Flee4 in ye Mounth of Julay 1643 Folio 2r December 29. The, 29. of december, wee made saile in ye Good shipe called Sartanchanbosche.5 from Haluerslusse6 ore Guries- gate,7 towards the Orientall India. hauing 289. Men quholl8 and sound in bodey with full instructione to 1 This folio is annotated ‘Denmilne 55’ and, in a different hand, ‘Ex Libris Biblioth- ecæ Facultatis Iuridicæ Edinburgi’. 2 The ‘Oriental Indies’ refers to South and South East Asia, more usually called the East Indies in contemporary sources. 3 Hellevoetsluis, a port south of Rotterdam, the Netherlands. 4 The Vlie, which lies between the islands of Vlieland and Terschelling, the Netherlands. 5 The ship’s name was actually ’s Hertogenbosch, built for the Delft chamber in 1631. Her departure on her third voyage to the East Indies is recorded in DAS, II, p. 84. no. 0566.3. The master of the ’s Hertogenbosch on this voyage was Cornelis Leendertsz Blauw. According to DAS, she was 600 lasts, though Anderson (fol. 55r) puts her at 1,400 tons. Anderson’s tonnages for other ships mentioned in the text are often at odds with those recorded by modern scholars. One last is approximately two tons. The vessel departed from Goeree on 29 December 1640 and arrived in Batavia on 12 May 1641.
    [Show full text]
  • Food for the Future
    Food for the Future Rotterdam, September 2018 Innovative capacity of the Rotterdam Food Cluster Activities and innovation in the past, the present and the Next Economy Authors Dr N.P. van der Weerdt Prof. dr. F.G. van Oort J. van Haaren Dr E. Braun Dr W. Hulsink Dr E.F.M. Wubben Prof. O. van Kooten Table of contents 3 Foreword 6 Introduction 9 The unique starting position of the Rotterdam Food Cluster 10 A study of innovative capacity 10 Resilience and the importance of the connection to Rotterdam 12 Part 1 Dynamics in the Rotterdam Food Cluster 17 1 The Rotterdam Food Cluster as the regional entrepreneurial ecosystem 18 1.1 The importance of the agribusiness sector to the Netherlands 18 1.2 Innovation in agribusiness and the regional ecosystem 20 1.3 The agribusiness sector in Rotterdam and the surrounding area: the Rotterdam Food Cluster 21 2 Business dynamics in the Rotterdam Food Cluster 22 2.1 Food production 24 2.2 Food processing 26 2.3 Food retailing 27 2.4 A regional comparison 28 3 Conclusions 35 3.1 Follow-up questions 37 Part 2 Food Cluster icons 41 4 The Westland as a dynamic and resilient horticulture cluster: an evolutionary study of the Glass City (Glazen Stad) 42 4.1 Westland’s spatial and geological development 44 4.2 Activities in Westland 53 4.3 Funding for enterprise 75 4.4 Looking back to look ahead 88 5 From Schiedam Jeneverstad to Schiedam Gin City: historic developments in the market, products and business population 93 5.1 The production of (Dutch) jenever 94 5.2 The origin and development of the Dutch jenever
    [Show full text]
  • Privileges, Scoundrels and Gentlemen. New Structures of the Dutch Press
    chapter 3 Privileges, Scoundrels and Gentlemen. New Structures of the Dutch Press On 24 April 1666 the printer-publisher Joannes Naeranus Rotterdam had become a prominent centre in the Euro- (c. 1609–1670) submitted a petition to the town council pean postal network. In 1661 a direct courier service was of Rotterdam: he requested permission to publish a bi- established between England and the Dutch Republic.4 weekly newspaper.1 Such newspapers, Naeranus noted, The postal vessel departed from Harwich and arrived at were already printed in Haarlem and Amsterdam, to the Hellevoetsluis, 20 miles south-west from Rotterdam. The great advantage of their citizens and those of many other city was also in a position to profit from the intense com- cities. Naeranus argued that most of the news in the Haar- petition between Brussels and Antwerp as postal centres lem and Amsterdam newspapers travelled through Rotter- in the Habsburg Netherlands. The Imperial postmaster dam; he claimed (optimistically) that the reports printed in Brussels increasingly preferred Rotterdam as the next in Haarlem and Amsterdam on Tuesdays could be pub- news hub, bypassing Antwerp altogether.5 lished four days earlier in Rotterdam. A local newspaper, The emergence of a newspaper in Rotterdam was a he suggested, would much improve the commerce of the symptom of wider developments in the European postal city and its neighbouring areas. Naeranus added that he network.6The diversity and frequency of postal routes had had already found reliable correspondents in Italy, France, increased throughout Europe; in the Dutch Republic regu- England and other regions of Europe.
    [Show full text]
  • Data to Insights: How the DCMR Opens up Its
    LEGE SLIDE TITEL SLIDE #2 Marinus Jordaan & Pieter Vreeburg FROM DATA TO INSIGHTS 25% TEKST + 75% AFBEELDING DCMR MILIEUDIENST RIJNMOND: ▪ Of the province of South Holland, Zeeland and 15 municipalities ▪ A balancing act between the environment, spatial planning and economics ▪ Monitoring and guarding environmental quality @ 27.000 companies for 1,200,000 inhabitants on 850 km2 AGENDA SLIDE #1 Then and now This is what we do Our sphere of work 100% AFBEELDING THEN AND NOW LEGE SLIDE THEN AND NOW Establishment Dutch Environmental Start Reporting Centre of the Dienst Centraal Under the title of Central Milieubeheer Rijnmond, a joint Management Act Reporting and Control Centre environmental protection agency Implementation of an integral Act in Rijnmond (Wet milieubeheer) 1967 1969 1972 1991 1993 Air measurement net New name The first measurement location is DCMR Milieudienst Rijnmond operational LEGE SLIDE Rotterdam Climate Wabo Dutch Environmental Act Initiative the Dutch Environmental Permits (Omgevingswet) We have been preparing (General Provisions) Act, a legal Unique cooperation with ourselves for this new Act since challenging objectives basis for permits 2015 2007 2008 2010 2015 2021 Now Modern air measurement techniques New director Such as the e-nose and the Flir Rosita Thé camera 100% AFBEELDING THIS IS WHAT WE DO AGENDA SLIDE #3 THIS IS WHAT WE DO Granting permits, Monitoring and (data) Incidents and crisis supervision & Consultancy knowledge response enforcement 50% TEKST + 50% AFBEELDING THIS IS WHAT WE DO GRANTING PERMITS,
    [Show full text]
  • NEW URBAN CENTRES in the Netherlandstesg 725 362..373
    WINDOW ON THE NETHERLANDS NEW URBAN CENTRES IN THE NETHERLANDStesg_725 362..373 PIETER VAN DER HEIJDE Faculty of Social and Behavioural Sciences, University of Amsterdam, Netherlands. E-mail: [email protected] Received: June 2011; accepted: April 2012 ABSTRACT Over the last 50 years, intense urbanisation has taken place in the Netherlands. This has resulted in the development of many polycentric urban regions, which consist of historic core centres, other historic centres as well as new urban centres (NUCs). Focusing on NUCs in Dutch city regions, this paper presents the results of a research project analysing the number and spatial structure of NUCs, examines their functional composition and explains the different types of centres that exist. The paper also analyses the level of centrality of the NUCs. The main finding is that functional composition is related to the type of area in which NUCs are built: district centres, villages, new towns, transition areas or university areas. With a character that is much narrower than that of core centres, the NUCs house a lower diversity of functions, fewer facilities serving an area larger than central districts, and a limited number of public transport modes. Key words: New urban centre, the Netherlands, Randstad, polycentric, core centre, definition INTRODUCTION European cities shows that the formation of polycentric networks is most pronounced in The Dutch Environmental Assessment Agency Paris and in the Randstad (London was not (PBL 2011) expects that population and included in this research). The Randstad’s employment in Dutch urban areas will con- polycentric pattern is partly inherited from the tinue to grow in the coming decades.
    [Show full text]
  • Financiële Hulp Voor Kinderen in De Regio Rotterdam
    Financiële hulp voor kinderen in de regio Rotterdam Hebt u weinig geld en hebt u iets nodig voor uw kinderen? Hier vindt u een overzicht van de belangrijkste regelingen die er zijn in Albrandswaard, Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Rotterdam en Vlaardingen. De gemeentelijke kinderombudsman verspreidt dit overzicht, omdat gezinnen door de coronacrisis in financiële problemen kunnen komen. Financiële hulp voor uw kinderen is dan fijn. Dit overzicht gaat over de gemeentelijke regelingen speciaal voor kinderen die opgroeien in een gezin met geldtekort. Er zijn ook landelijke regelingen. Die zijn niet in dit overzicht opgenomen. Wat staat er in dit overzicht? Wat kunt u aanvragen: hier staat wat u voor uw kind elk jaar kan aanvragen. Wie vraagt aan: u kunt als ouder de aanvraag doen. Maar soms loopt de aanvraag via een tussenpersoon (intermediair). De intermediair kan bijvoorbeeld iemand zijn van school, het wijkteam of de hulpverlening. Hoe loopt betaling: aan wie betaald wordt verschilt per regeling. Soms krijgt u spullen, een tegoed op een pas of krijgt u geld terugbetaald. En soms wordt het geld direct aan de leverancier of vereniging betaald. Inkomensgrens: om een aanvraag te kunnen doen, geldt er een inkomensgrens. Dat is het bedrag dat u maximaal mag verdienen of via een uitkering mag ontvangen. Meer informatie: hier staat de website en een telefoonnummer waar u meer informatie over de regeling kan vinden. Vanwege de coronacrisis kan de aanvraagprocedure aangepast zijn. Check vooraf de website van de regeling die u wil aanvragen. Hebt u dan nog vragen? Bel het telefoonnummer dat bij de regeling staat.
    [Show full text]
  • TE KOOP € 169.900 K.K. Kenmerken
    Prunus 12 Hellevoetsluis TE KOOP € 169.900 k.k. Kenmerken Soort eengezinswoning Bouwjaar 1979 Type tussenwoning Tuin achtertuin, voortuin Kamers 5 Garage geen garage Woonoppervlakte 110 m² Verwarming c.v.-ketel Perceeloppervlakte 130 m² Isolatie gedeeltelijk dubbel glas Inhoud 310 m³ Prunus 12, Hellevoetsluis 2 Omschrijving Ben je op zoek naar een ruime woning met 4 slaapkamers in een rustige woonomgeving en ben je zelf handig? Kom dan eens kijken bij deze woning. Het is een heerlijk ruim huis en met wat werk kun je hier je eigen woondroom realiseren. De woning is gelegen aan een fiets-/voetpad, in de korte nabijheid kan je met de auto parkeren en in de omgeving liggen diverse voorzieningen zoals scholen, supermarkt en uitvalswegen. Begane grond: Entree, hal met toiletruimte voorzien van staand closet en fontein. Woonkamer met trapkast, deur naar tuin, plavuizenvloer, trapopgang en keuken aan de voorzijde van de woning. De keuken in L- opstelling is voorzien van een 4 pits gas kookplaat, vaatwasser, combi-oven, afzuigkap en koel-/ vriescombinatie. 1e verdieping: Overloop. Slaapkamer 1 is gelegen aan de voorzijde van de woning. Slaapkamer 2 en 3 zijn gelegen aan de achterzijde van de woning. Badkamer met 2e hangend closet, ligbad en wastafel met meubel. 2e verdieping: Overloop met opstelling Cv-combiketel, wasmachine aansluiting en toegang tot slaapkamer. Slaapkamer 4 met veluxraam. Afmetingen (circa): Woonkamer: 6.65 x 4.83/3.60 m Keuken: 2.98 x 2.50 m Slaapkamer 1: 4.23 x 2.90 m Slaapkamer 2: 5.29 x 2.10 m Slaapkamer 3: 3.28 x 2.69 m
    [Show full text]
  • V. - CATALOGUS DER NEDERLANDSCHE MOLLUSCA VAN 'S RIJKS MUSEUM VAN NATUURLIJKE HISTORIE
    's RIJKS MUSEUM VAN NATUURLIJKE HISTORIE — LETDEN. 33 V. - CATALOGUS DER NEDERLANDSCHE MOLLUSCA VAN 's RIJKS MUSEUM VAN NATUURLIJKE HISTORIE. DOOR Dr. J. H. VERNHOUT. I. Terwijl ik het voornemen heb om binnenkort in dit tijdschrift een overzicht te geven van alle in Nederland waargenomen Mollusca, en tevens van de daarop betrekking hebbende litteratuur, geef ik hier een lijst van de Mollusca, in Nederland verzameld, die in 's Rijks Museum van Natuurlijke Historie aanwezig zijn. Uit deze lijst, waarvan het hier volgend gedeelte de niet-marine vormen bevat, blijkt dat onze verzame- ling van inlandsche Mollusca nog verre van volledig is. Niet alleen zijn verscheidene soorten die in ons land voorkomen, nog niet aanwezig in 's Rijks Museum van Natuurlijke Historie, maar ook is het aantal loca- liteiten, waarvan het museum materiaal bezit, betrekkelijk gering en zijn er nog vele streken van ons vaderland niet vertegenwoordigd. Het is zeer te betreuren dat bij de voorwerpen, die in vroegere tijden verzameld zijn, bijna steeds een nauwkeurige vindplaats ontbreekt, ja zelfs soms in het geheel geen vindplaats is aangegeven. Uit het werk van Herklots: „De Weekdieren en Lagere dieren van Nederland" blijkt dat sommige verzamelaars de vermelding van vindplaatsen van geen of weinig belang achtten. Tevergeefs heb ik in onze verzameling gezocht naar het meerendeel der voorwerpen, die Herklots bij het schrijven van zijn boek als bewijsstukken gediend moeten hebben. Zelfs vond ik ver• scheidene soorten, door Herklots genoemd, niet aanwezig. Eerst in het laatste tiental jaren is ons Museum in het bezit geko- men van materiaal van Nederlandsche Mollusca, dat beantwoordt aan de eischen die aan een verzameling van 's Rijks Museum van Natuurlijke Historie gesteld moeten worden.
    [Show full text]