Hildegard Lächert of Bloedige Brigitta?
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Hildegard Lächert of bloedige Brigitta? Het beeld van de vrouwelijke Duitse oorlogsmisdadiger in de pers net na de Tweede Wereldoorlog en in de Koude Oorlog. Hermine Ryan-Braunsteiner (linksonder) omringd door de pers. Bron: De Volkskrant, 27 November 1975 Masterscriptie Student : Simone Geurts Studentnummer : 11343141 E-mail : [email protected] Master : Geschiedenis – Duitslandstudies Begeleider : Mw. Dr. Christina Morina Tweede lezer : Dhr. Dr. Moritz Föllmer Inleverdatum : 28.05.2018 Inhoudsopgave INLEIDING ......................................................................................................................................................... 3 1. VROUWEN ALS DADER ............................................................................................................................. 8 1.1. RAVENSBRÜCK EN MAJDANEK .............................................................................................................................. 10 1.1.1 Ravensbrück ........................................................................................................................................................ 10 1.1.2 Majdanek .............................................................................................................................................................. 12 1.2. AUFSEHERINNEN ..................................................................................................................................................... 14 1.2.1 Fasen van rekruteren ...................................................................................................................................... 15 1.2.2 Dagelijkse werkzaamheden en daden ..................................................................................................... 18 1.3 DE PROCESSEN .......................................................................................................................................................... 20 2. EERSTE RAVENSBRÜCK-PROCES ....................................................................................................... 22 2.1 VAN ACCEPTATIE NAAR IRRITATIE: DE BONDSREPUBLIEK EN DE OPVALLENDE DESINTERESSE IN HET PROCES ............................................................................................................................................................................... 22 2.2 ANTIFASCISME EN ENTNAZIFIZIERUNG: DE DDR EN HET GEBREK AAN SCHULD ......................................... 25 2.3 BELEREN EN BESTRAFFEN: DE VERENIGDE STATEN EN DE PROCESSEN VOOR DE GEALLIEERDE SLACHTOFFERS ................................................................................................................................................................. 27 2.4 BESTRAFFEN EN ONTKENNEN: GROOT-BRITTANNIË ALS RECHTER VAN HET PROCES EN IN ONTKENNING OVER DE SLACHTOFFERS ................................................................................................................................................. 30 2.5 BEZET EN VERZET: NEDERLAND ALS VERZETSHELD EN VRIJ VAN SCHULD .................................................... 33 3. DERDE MAJDANEK-PROCES ................................................................................................................. 36 3.1 VRIJSPRAAK 1979 .................................................................................................................................................... 36 3.1.1 Van irritatie naar onbegrip: de Bondsrepubliek en de onvrede over het eigen proces ..... 36 3.1.2 De eeuwigdurende strijd tegen het fascisme: de DDR zonder ontwikkeling .......................... 41 3.1.3 Onzichtbaar bondgenootschap en erkenning: een streep onder het bestraffen in de Verenigde Staten en aandacht voor Joodse slachtoffers ............................................................................ 45 3.1.4 Argwanend en moordende Aufseherin: Groot-Brittannië voorzichtig met de Bondsrepubliek en vrouw als gewetenloze moordenaar ........................................................................... 47 3.1.5 Van ontkenning naar erkenning: aandacht voor Joodse slachtoffers en vragen over schuld in Nederland .................................................................................................................................................... 50 3.2 VONNIS 1981 ............................................................................................................................................................ 53 3.2.1 Onbegrip en ontevredenheid: De Bondsrepubliek en het proces zonder gerechtigheid .... 53 3.2.2 Antifascisme en kritiek: de DDR nog altijd in strijd tegen het fascisme en kritisch over de Bondsrepubliek ............................................................................................................................................................. 56 3.2.3 Bondgenoot maar toch kritisch: de Verenigde Staten en de kritiek op het proces .............. 58 3.2.4 Vrouwen als gewetenloze moordenaar: Groot-Brittannië en het beeld van Braunsteiner en Lächert ....................................................................................................................................................................... 61 3.2.5 De merrie en bloedige Brigitta: Nederland en het beeld van de terechtstaande Aufseherinnen ............................................................................................................................................................... 63 CONCLUSIE ..................................................................................................................................................... 66 LITERATUUR ................................................................................................................................................. 69 2 Inleiding “Wir haben alle Angst vor der Presse. Da wird so viel Verkehrtes geschrieben.”1 Deze uitspraak uitte Charlotte Mayer na een dag in de rechtszaal tijdens het West-Duitse Majdanek- proces. Charlotte Mayer was één van de voormalig Aufseherinnen2 die terecht stonden tijdens dit proces. Het lange proces, dat plaatsvond van 25 november 1975 tot 30 juni 1981, was het eerste West-Duitse proces waarbij vrouwelijk concentratiekamppersoneel terecht stond en trok veel media-aandacht. Of de pers daadwerkelijk foutieve dingen over de vrouwen schreef is nog maar de vraag, maar Duitse vrouwen die terecht stonden na de Tweede Wereldoorlog, werden wel regelmatig als beestachtig en onvrouwelijk afgeschilderd in de media.3 De meeste van deze vrouwen waren van gewone en eenvoudige komaf, maar werden als sadistisch wezen beschouwd omdat mensen ze niet begrepen en zich niet konden identificeren met deze vrouwen. Zij pasten immers niet in het beeld van de zachte, zorgzame vrouw en opvoedende moeder en verrichtten in de oorlog daden die niemand begreep en verwachtte, zeker niet van een vrouw.4 Na de Tweede Wereldoorlog kwam het onderzoek naar vrouwelijke misdadigers maar langzaam op gang en nog steeds is het een gebied dat niet heel uitvoerig onderzocht is. Vanaf midden jaren tachtig hielden verschillende (voornamelijk) vrouwelijke wetenschappers zich wel bezig met de rol van vrouwen in het nationaalsocialisme, maar bij deze onderzoeken werd eerder de nadruk gelegd op de vrouw als slachtoffer van het nationaalsocialistische geweldregime. Daarom werden vrouwen ook als niet verantwoordelijk of schuldig beschouwd.5 Eind jaren tachtig, begin jaren negentig ontstaat wel een verandering in de literatuur, door nieuwe perspectieven van de Berlijnse onderzoeker Gisela Bock en haar Amerikaanse collega Claudia Koonz. De perspectieven van deze vrouwen stonden echter lijnrecht tegenover elkaar, waardoor deze periode regelmatig in de literatuur wordt aangeduid als de Historikerinnenstreit. Bock vond dat de genderrollen tijdens het nationaalsocialistische regime een vorm van racisme waren, waarbij de vrouw door de vele beperkingen en verplichtingen aan het kortste eind trok. Koonz stelde dat Duitse vrouwen ook 1 Citaat Charlotte Mayer in: Ingrid Müller-Münch, Die Frauen von Majdanek, Vom zerstörten Leben der Opfer und der Mörderinnen (Hamburg 1982) p.107 2 VrouweLijke kampbewaarders in de concentratiekampen 3 Müller Münch, Die Frauen von Majdanek, p.19 4 Ulricke Weckel en Edgar Wolfrum, Bestien und Befehlsempfänger, Frauen und Männer in NS-Prozessen nach 1945 (Göttingen 2003) p.11 5 Christina Herkommer, ‘Frauen im Nationalsozialismus – Ein diskursgeschichtlicher überblick’, Theresienstädter Studien und Dokumente, 14 (2007) pp.289-291 3 verantwoordelijk waren voor de misdaden die tijdens de oorlog begaan waren. Niet door hun directe daden, maar door de emotionele steun die zij hun familie boden tijdens de oorlog.6 De afgelopen jaren is er wel meer geschreven over de vrouw als actieve dader door onderzoekers als Wendy Lower en Elissa Mailänder. Lower7 benoemt in haar boek de verschillende soorten vrouwelijke misdadigers en gaat in op hun achtergrond en motieven. Mailänder8 beschrijft de vrouwelijke kampbewaarders in Ravensbrück en Majdanek en noemt hun achtergrond en daden en ook de groepsdynamiek in het kamp. Alexandra Pryzembel9 schreef een artikel over de vrouw van SS-Officier Karl Otto Koch en de mythe over haar die al voor het einde van de oorlog ontstond. Ilse Koch werd ervan verdacht dat ze meer dan veertig gevangenen had vermoord om hun getatoeëerde huid te verzamelen waar ze lampenkappen en handtassen van zou hebben laten maken. 10 Deze gruwelijke daden konden nooit bewezen worden,