RUBRIEK: DE PROF EN ZIJN ELFTAL

Leo Ouwens, Ossenaar in Bossche dienst, en zijn FC Den Bosch 1971-1972

'Met Schuurman en Netten hadden we achterin tanks staan'

OSS - Hij droeg zeven jaar het shirt van FC Den Bosch. Leo Ouwens (67) kende een droomstart in de Brabantse hoofdstad. Hij werd in zijn eerste seizoen gelijk kampioen van de . Op naar de , jaargang '71-'72.

De bel hoeft niet ingedrukt te worden, want de voordeur zwaait al open van zijn huis in Oss. Leo Ouwens ziet er gesoigneerd uit: blauwe spijkerbroek, modieuze blouse en een trendy ronde bril. Als fervent tennisser beschikt hij ook nog steeds over een goed afgetraind lijf. Bij het zien van de poster van FC Den Bosch, voor de aftrap van jaargang 1971-1972, neemt hij bevlogen het woord.

"Een mooie selectie met een aantal oudere spelers, maar wel met een dot aan ervaring. Wim Wolbers en Hans Verhagen waren voetballers die wedstrijden konden beslissen. De helaas overleden Verhagen had een pegel in de voet, echt super. Dan kon je maar beter opzij gaan staan, want dan kwam er iets aan. Met Schuurman en Netten hadden we achterin tanks staan. En Ad Graaumans. Een fantastische linkermiddenvelder, wat kon hij voetballen zeg. En met Ciric en Mitic hadden we twee Joegoslaven in het elftal. Mitic was een geweldige spits: snel en behendig. Ik speelde rechts voorin en later op het middenveld omdat we meer verdedigend gingen spelen met twee in plaats van drie spitsen. Ik moest het hebben van mijn techniek en balvaardigheid. Met rechts had ik een betere trap, maar in feite was ik tweebenig. Mijn spelinzicht was goed en ik was redelijk snel. Vooral tussen mijn 19e en 25e scoorde ik regelmatig."

Wie waren de vedettes van het elftal?

"Dan kom ik er bij twee uit, bij Kees Krijgh en Wim Wolbers. Krijgh was de grote loper met een enorm loopvermogen. Hij speelde regelmatig rechts op het middenveld, dan lieten we speciaal die zijkant open. Dan kwam hij er met zijn grote passen overheen. Maar hij kon op verschillende plekken spelen. Later is hij naar PSV gegaan en international geworden. Daar heeft Krijgh seizoenen lang rechtsachter gespeeld. Wim Wolbers was ook een geweldige voetballer. Vooral door zijn spelinzicht, hij kon je zo met een steekpass vrij voor de keeper zetten. Je kon zien dat ook hij jaren bij PSV had gespeeld. Helaas is hij ook veel te vroeg overleden."

In het seizoen ervoor werden jullie kampioen van de eerste divisie. Was dat een verrassing?

"Niet echt, want vanaf speelronde 1 hebben we volgens mij bovenaan gestaan. We konden voorin best een kans missen omdat we vijf minuten later er weer een kregen en daarna weer een. We speelden echt goed en dominant voetbal. En het was sfeervol in het stadion met regelmatig toeschouwersaantallen van boven de tienduizend. Herhaaldelijk klonk het 'Heya Den Bosch'. Na het behalen van de titel was het feest. Je kent Den Bosch, de supporters gingen helemaal uit hun dak. De hele markt stond vol, schitterend."

En toen kwam de eredivisie.

Hij lacht: "Dat verschil was groot. We waren vaak de underdog. Tegen de grote ploegen hadden we geen schijn van kans. Ik kan me nog herinneren: PSV thuis 0-7, uit 5-0 en Ajax uit volgens mij ook 5-0. De punten moesten we halen tegen de mindere goden en vooral thuis. De eerste twee duels verloren we van Den Haag en Sparta. We hingen constant rond de derde, vierde plaats van onderen. Uiteindelijk zijn we op de derde plaats van onderen geëindigd met 20 punten. Volendam en Vitesse gingen er toen uit met 17 punten."

In tegenstelling tot Ajax en Feyenoord waren jullie allemaal semi-prof?

"We werkten inderdaad overdag en om vier uur begon de training. Alleen Mitic, denk ik, was full-prof. Of hij het meest betaald kreeg? Waarschijnlijk wel. Ik ben zelf nooit full-prof geweest. De spelers van Ajax en Feijenoord konden nog een aardig centje opzij zetten. Dat is mij niet gelukt." Vervolgens met een grijns op zijn gezicht: "Wat dat betreft ben ik iets te vroeg geboren."

Wat voor indruk maakte de dit jaar overleden trainer Jan Remmers?

"Een van mijn beste trainers en een fantastisch mens. Je kon merken dat hij op hoog niveau gespeeld had. Hij communiceerde altijd goed en was makkelijk in de omgang. Op de trainingen trad hij corrigerend op en legde het spel ook neer om te zeggen wat er goed of fout ging. Hij was ook mijn baas bij de ABN bank in Den Bosch. Hij had een hoge functie, hoofd kredieten en later hoofd personeelszaken. Een jaar of 3, 4 jaar geleden ben ik nog bij hem op visite geweest, een fijn gesprek. Hij was nog heel goed bij de tijd."

Werkzaam bij de bank?

"Ik ben onderaan begonnen en langzaam maar zeker ben ik doorgegroeid. Mijn laatste functie was account manager bedrijven bij Fortis. Op mijn 56e kreeg ik een prachtaanbieding om te stoppen met werken. Ik bleef gewoon personeel, dus mijn pensioenopbouw ging gewoon door en daar profiteer ik nu van. Door mijn werk ben ik destijds wel gestopt bij Den Bosch. Ik werkte hier in Oss op de bank en dan moest ik om 5 voor half 4 al weg om de training van vier uur te halen. Dat was elke keer een heisa en gejakker."

Met welke spelers heb je nog contact?

"Met Lambert Kreekels heb ik nog lange tijd contact gehad. Hij is ook trainer geworden in het amateurvoetbal. Maar op een gegeven moment verwatert dat toch. Best jammer. Ik zie nog wel eens Wim Vissers uit Schaijk en ik heb nog contact met Loet Donkers, die later bij FC Den Bosch is komen voetballen. Bij Den Bosch zelf kom ik ook niet meer. Er was twee keer sprake van het oprichten van een sociëteit voor oud-spelers, maar dit is niet gelukt. Jammer, want op zo'n manier hou je wel binding met de club."

Je bent als prof begonnen in België. Hoe kwam je daar terecht?

"Ik speelde tijdens mijn eerste periode TOP in het Nederlands amateurelftal en in het Militaire B-elftal. In het A-elftal stonden de echt grote vedetten als Willy van der Kuijlen. Na een wedstrijd met het B-elftal in Vlissingen ter ere van de Vlootdagen kwam Jan Zwartkruis naar me toe, de trainer van het A-elftal. Hij zei: 'Morgen ga je mee naar Marokko.' Jan Mulder was namelijk geblesseerd geraakt. Vanaf dat moment zit je in het vliegtuig vol met vedetten en allerlei pers om je heen. Mijn maatje Eddy Koens, speler van het B-elftal en van Sint- Truiden, heeft mij toen bij zijn club aanbevolen. Ik speelde bijna alles bij Sint- Truiden, maar moest flink aanpoten. De wedstrijden tegen Brugge en Standard Luik waren natuurlijk geweldig om mee te maken."

Na twee jaar Sint-Truiden verkaste je naar Racing Mechelen.

"De bekende verslaggever Rik de Saedeleer, oud speler van Racing Mechelen, heeft de club getipt. Dus ik heb er nog een jaartje België aan vastgeplakt, hoewel mijn vrouw Betsie al terug wou naar Nederland."

Uiteindelijk gefinisht bij de club waar je loopbaan als voetballer begon: TOP uit Oss.

"Klopt. Voor mijn vertrek naar België, speelde ik samen met mijn oudere broer Appie in het eerste van TOP. Dat had aanzien in die tijd. Daar was mijn vader trots op, ja. Op zondagmiddag zag het op de Hescheweg zwart van het volk op weg naar de wedstrijd. Er was toch al gauw drieduizend man publiek. Ik ben de derde van een arbeidersgezin van zeven. Mijn moeder leeft nog: 93, fief en nog goed bij de tijd. Mijn vader is tien jaar geleden overleden. Hij kwam regelmatig kijken in Den Bosch. Mijn vader bracht me ook naar Zeist voor de trainingen en wedstrijden van het Nederlandse amateurelftal. Een wereldreis in die tijd en dat met een Kever."

------

Spelersloopbaan:

1965-1967: TOP Oss amateurs (hoogste amateurklasse) 1967-1969: Sint-Truiden (hoogste divisie België) 1969-1970: Racing Mechelen (1e divisie België) 1970-1977: FC Den Bosch (waaronder twee jaar Eredivisie) 1977-1979: TOP Oss (wederom hoogste amateurniveau)

Uitgekomen voor Nederlands militair elftal en Nederlands amateurelftal.

------

Trainersloopbaan:

SBV (2x), Heeswijk, OSS'20, Alem, Berghem Sport (2x), DSC, Schadewijk. Hij behaalde 4x een kampioenschap (SBV, OSS'20, Berghem Sport en DSC), 1x een promotie (Alem) en 1x een degradatie (Schadewijk).

------