Exploring the Symbiosis of Western and Non-Western Music: a Study
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
7/11/13 17:44 To Ti Ta Thijmen, mini Mauro, and an amazing Anna Promotoren Prof. dr. Marc Leman Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen Lucien Posman Vakgroep Muziekcreatie, School of Arts, Hogeschool Gent Decaan Prof. dr. Marc Boone Rector Prof. dr. Anne De Paepe Leescommissie Dr. Micheline Lesaffre Prof. Dr. Francis Maes Dr. Godfried-Willem Raes Peter Vermeersch Dr. Frans Wiering Aanvullende examencommissie Prof. Dr. Jean Bourgeois (voorzitter) Prof. Dr. Maximiliaan Martens Prof. Dr. Dirk Moelants Prof. Dr. Katharina Pewny Prof. Dr. Linda Van Santvoort Kaftinformatie: Art work by Noel Cornelis, cover by Inge Ketelers ISBN: 978-94-6197-256-9 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Olmo Cornelis has been affiliated as an artistic researcher to the Royal Conservatory, School of Arts Ghent since February 2008. His research project was funded by the Research Fund University College Ghent. Faculteit Letteren & Wijsbegeerte Olmo Cornelis Exploring the symbiosis of Western and non-Western music a study based on computational ethnomusicology and contemporary music composition Part I Proefschrift voorgelegd tot het behalen van de graad van Doctor in de kunsten: muziek 2013 Dankwoord Een dankwoord lokt menig oog, en dient een erg persoonlijke rol. Daarom schrijf ik dit deel liever in het Nederlands. Een onderzoek dat je gedurende zes jaar voert, is geen individueel verhaal. Het komt slechts tot stand door de hulp, adviezen en meningen van velen. Er zijn zoveel mensen die ik zou willen danken. In de eerste plaats mijn beide promotoren, die al jarenlang boegbeelden zijn voor mij. Als student aan Universiteit Gent volgde ik op de Hogeschool reeds het keuzevak Compositie bij Lucien Posman, en nu, zo vele jaren later staat hij nog steeds aan mijn zijde. Hij leerde me niet alleen de kneepjes van de stiel bij het componeren, hij gaf me ook inzicht in wat een componist wil en kan vertellen, en kleine essentiële zaken zoals bvb wat coherentie in compositie is. Lucien begeleidt je, en laat je als componist beter worden met respect voor de richting die je zelf uit wil gaan. Maar vooral, hij benadert je met een rust en vertrouwen. Zijn warmte en geduld daarbovenop, maakt van Lucien een Meester op elk vlak. Voor zijn promotorschap vanuit Universiteit Gent wens ik Marc Leman enorm te danken. Maar reeds lang voor mijn jaren als doctoraatsstudent, blijft Marc me bij. Hij vertoefde in een ondergronds verdiep van de Rozier, en bezorgde me met zijn vak muziekpsychologie een geheel nieuwe kijk op muziek en muziekbeleving. Na mijn studie gaf hij me de kans in een digitaliseringsproject te stappen, waar hij me kritisch en analytisch leerde denken en handelen. Sinds een paar jaar, leerde ik Marc ook van een heel andere kant kennen: niet de professor, maar de muzikant. Marc verraste als jazz trompettist, en tot op de dag van vandaag is er een universitair onderonsje dat op onregelmatige basis muziek leven in blaast. Uiteraard dank ik ook de lees- en examencommissie, voor hun tijd om dit werk door te nemen, en hun interesse om dit onderzoek tot zich te laten komen. Ook dank ik graag Prof. Dr. Jean Bourgeois, om mijn verdediging in goede banen te leiden. Mijn onderzoek zou niet geslaagd zijn ware het niet de ondersteuning van het Afrikamuseum in Tervuren, en meer bepaald, met drie generaties musicologen. Jos Gansemans liet me proeven van de diversiteit en rijkdom van de Afrikaanse muziek in kader v van het dekkmma-project. Daarna kreeg ik de kans om met Ignace Dekeyser samen te werken, en mijn inzichten met zijn kritische kijk te verrijken. Momenteel is Rémi Jadinon mijn vast aanspreekpunt, die als jonge kracht wellicht nog jaren mijn pad zal kruisen. Ook wil ik mijn collega onderzoekers danken, zij vormen de zuil van mijn onderzoek, en als het nodig was ook het dak. Samen zorgden we voor fundament. Maar, ook gooiden zij ramen in, en vielen ze Beeldenstorm-gewijs binnen om je ivoren oren te verstoren. Maar dat was allemaal nodig. We konden luisteren naar elkaar, we begrepen elkaar. We geloofden elkaar. Laura, Ruth, Daan, Joren, Wannes, Florian, Liselotte, Hans, Godfried, Andreas, Lukas. Ik wil jullie allemaal danken! Een speciaal woordje van dank gaat naar 0110. Dit is niet 007, maar zeker wel een Bondgenoot. Hij goochelt in een binaire taal (hij programmeert), hij hackt in de juiste zin van het woord, hij is een aparte jongen. Als men vaak over iemand vertelt tegen vrienden, is dat omdat men daarnaar opkijkt. Nogmaals dank, Joren! Mijn ouders wil ik uitermate danken, zij stonden altijd klaar. Zij hielpen me te ontwikkelen tot wie ik nu ben. Als kind besef je dat te weinig, daar moet tijd overheen gaan. Zij gaven mij een gevoel voor esthetiek mee, dat mijn zijn kleurt. Zij gaven me een gevoel voor rechtvaardigheid mee, dat ik ook graag wil uitdragen. Ook wil ik de kracht van mijn mama prijzen. Zij stond voor uitdagingen die niemand wil aangaan. Zij doorstond die uitdagingen, en ik hoop zo hard dat die zorgen helemaal achter de rug zijn. Vele vrienden, nu en maar ook vroeger. Die eens opdaagden op concerten hedendaagse muziek, die nieuwsgierig een update vroegen over mijn onderzoek, of die eens een ganse avond niet over mijn onderzoek praatten. Dank daarvoor, het bezorgde me rustpunten en vertrouwen waar nodig. De laatste tijd had ik het druk, een inhaalbeweging van mijnentwege is in de maak, Ook mijn broer Lennie ben ik dankbaar om zijn vele praktische tips bij software, en zijn doorzettingsvermogen. Hoog tijd om weer wat meer samen te doen! Een speciaal dankwoordje aan mijn reisgenoten doorheen de vele jaren conferenties. Wisselende partners die met mij de wereld verkenden, met wie tientallen gesprekken werden gevoerd, en waar vele verhalen en herinneringen aan vast hangen: Axel Hallez in Oslo, Mathias Varewijck in Victoria (Canada), Johan Pauwels in New York, Thomas Lidy in Japan, Joren Six in Miami. Onvergetelijke tijden! Tot slot wil ik mijn vriendin Anna bloemlezen. Zij straalt, zij luistert, zij is er om zacht te landen, zij is er om mij ―aan te mannen‖. Ik nam gulzig al haar tijd en aandacht, zij lijkt wel oneindig. Haar energie, oprechtheid en opgewektheid werkt zo aanstekelijk, dat je gewoon dicht bij haar wil zijn. Zij werd ondertussen mama van ons twee zoontjes, Thijmen en Mauro, en daar ben ik zo trots op. vi Voorwoord Dagen druppelen, weken glijden, maanden miezeren maar jaren glippen, en als je dan uiteindelijk een inleiding moet schrijven, dien je je terug in de tijd verplaatsen. Terug naar af. Waar het begon. Waar het begon? Net afgestudeerd aan de Universiteit Gent, sprong een vacature in het oog. De briefwisseling van Louis De Meester, componist en mede-oprichter van het IPEM, werd gedigitaliseerd, hetgeen diende te resulteren in een uitgave van de handgeschreven monologen en dialogen van Louis De Meester met menig componist die de 20e eeuw kleurden, serieel, spectraal, en elektronisch. De sollicitatie verliep vlot, maar jurylid Prof. Dr. Marc Leman haalde een ander project uit de hoed: wetenschappelijk medewerker in een groot digitaliseringsproject met het Afrikamuseum in Brussel. Een vierjarig project, met de mogelijkheid om te combineren met m‖n deeltijdse studie Compositie aan de Hogeschool Gent. Het project behelsde de digitalisering van het klankarchief, dat wereldvermaard is voor de regio Centraal-Afrika. Eens aangevat leek de dagelijkse bezigheid met de Afrikaanse muziek intrusief op me in te werken, en stilaan sijpelde dat door in kleine klankexperimentjes in mijn composities. Het werd een thema voor mijn eindproject, waarin klank als sample de basis was voor hedendaags experiment. Uiteindelijk werd dit de springplank voor het onderwerp van mijn doctoraat, met de oorspronkelijke titel: Theoretisch en artistiek onderzoek naar de symbiose van Westerse en niet-Westerse muzikale idiomen. De muziek van Centraal- Afrika bleef centraal staan, mijn positie als componist-musicoloog stuurde zowel mijn onderzoeksvraag als methode. Enerzijds vertrok ik als wetenschapper met het vraagstuk Centraal-Afrikaanse muziek te analyseren met computationele technieken, een noodzakelijkheid die voortvloeide uit de grote hoeveelheid auditief materiaal, maar die anderzijds ook eigen is aan de tijdsgeest. Daarnaast is er het interculturele spanningsveld waarin je je als componist opgeeft, in mijn geval: een hedendaags, voornamelijk klassiek, jargon versus een etnische, oraal overgeleverde muziekcultuur. Er bestaan reeds tal van woorden voor, cross-cultural, hybrid culture, fusion… Geen definitie nastrevend, wou ik voornamelijk experimenteren met de spanningsboog expliciete-impliciete invloed. Verschillende composities werden gecreëerd, met diverse technieken. vii Mijn onderzoek werd geruggensteund door een intern onderzoeksproject waarin het computationele draagvlak uitgebouwd werd: Tarsos zag het levenslicht en werd een heus softwareplatform om muziek te analyseren. Het is een flexibele, gebruiksvriendelijke interface waaraan analysesoftware werd gekoppeld, gespecialiseerd in de analyse van toonhoogte,en binnenkort ook segmentatie en tempo. Vooral de module toonhoogte bleek vruchtbaar als tool bij het componeren. Tarsos werd voorzien van een ―pitch bend‖ optie die de toonhoogte van digitale muziekinstrumenten aanpast naar eigen instelling. Een deel van dit doctoraat is dan ook het exploreren van microtonale toonschalen, naast de Westerse gelijkzwevende stemming. Tarsos kreeg internationaal aandacht op meerdere conferenties, alsook in internationale peer-reviewed publicaties. U kan hierover alles terug vinden in het boek dat u vastheeft, en dat als mijn doctoraatsthesis werd gepubliceerd: Exploring the symbiosis of Western and non-Western music. viii List of Tables Table 1 Table with ratio and cents for the most common intervals in three different tuning systems. Notice the convenience for using ratios in the just intonation, and for cents in the equal temperament. 24 Table 2 Hierarchical overview of typically used music theory idiom.