Jaarverslag 1971 Belgische Radio En Televisie
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
BELGIS HE RADIO EN TELEVISIE INSTITUUT DER NEDERLANDSE UITZENDINGEN BELGISCHE RADIO EN TELEVISIE JAARVERSLAG 1971 BELGISCHE RADIO EN TELEVISIE JAARVERSLAG 1 9 7 1 INSTITUUT DER NEDERLANDSE UITZENDINGEN TEN GELEIDE Het jaar 1971 zal in de geschiedenis van de Belgische omroep gekenmerkt blijven als het jaar van de aanvang van de kleuren televisie. Waar ons land eind oktober 1953 bij het uitzenden van het eerste televisieprogramma in zwart-wit nagenoeg twee jaar achterstand had op de buurlanden, is deze achterstand voor de eerste kleurenuitzending tot ruim drie jaar opgelopen. De aanzien lijke kapitalen die in de zestiger jaren in het Omroepcentrum moesten geïnvesteerd worden zijn stellig niet vreemd geweest aan deze toegenomen, maar laten wij hopen tijdelijke achterstand. Overigens werden de eerste kleurenuitzendingen zorgvuldig voor bereid dank zij een systematische scholing van zowel cultureel als technisch personeel, zodat van bij de aanvang een hoge kleur kwaliteit van de nieuwe programma’s kon bereikt worden. Wat het aantal kleurprogramma’s betreft, kon het vooropgezette streefcijfer — 20 % van de programmers eind 1971 in kleur — ruimschoots voorbijgestreefd worden, daar in de tweede helft van het jaar ruim 30 % van de programma’s in kleur kon worden uitgezonden. De eigen produktiemiddelen waren weliswaar nog zeer gering — één buitenopnamewagen en één studio uitgerust voor de opleiding van het personeel, die met de RTB-moest ge deeld worden — maar alles werd in het werk gesteld om bij de programma’s die uit het buitenland betrokken werden een maxi mum aan kleurprodukties te bekomen. Hierbij is zeer spoedig gebleken dat op het scherm de kleurkwaliteit van de elektronisch geregistreerde programma’s het veel beter deed dan de filmop namen, stellig waar het 16 mm-film betrof. 5 Ondanks de belangrijke stap, die de invoering van de kleuren televisie betekende, heeft de BRT-televisie in 1971 voor de eerste maal sedert 1958 haar aantal zenduren in belangrijke mate uit gebreid : de aanvang van de uitzendingen op de werkdagen werd van 19 uur naar 18 uur vervroegd, terwijl de zaterdagnamiddag- uitzendingen te 13.30 uur werden ingezet met een nieuw infor matieprogramma „Trefpunt”. Aldus steeg het gemiddeld aantal uren tv-uitzendingen per week met ruim 10 % : van 41 u. 36 min. in 1970 tot 46 u. 11 min. in 1971 ! Dit alles vergde een bijzondere inspanning van alle personeelsleden maar kon toch binnen de beperkte financiële mogelijkheden verwezenlijkt worden, ondanks het feit dat de procentuele inbreng van de eigen produktie in vergelijking met 1970 lichtjes steeg : van 60,49 % naar 60,90 %. Anderzijds moet er op gewezen worden dat de Vlaamse televisie in 1971 voor de eerste maal geconfronteerd werd met de nieuwe uitdaging van de kabeltelevisie : hoewel het aantal aangesloten gezinnen op de netten van de kabeltelevisie in het Vlaamse land in 1971 vermoedelijk niet meer dan 150.000 bedroeg, stellen wij toch een toenemende uitwijking naar de buitenlandse program ma’s vast, inzonderheid naar de twee Nederlandse tv-program- ma’s, die zonder kabeltelevisie slechts dank zij het opstellen van een prima-antenne in het grootste gedeelte van het Vlaamse land konden ontvangen worden. Ongetwijfeld zal de uitbreiding van de kabeltelevisie in de komende jaren de Vlaamse televisie voor de opgave stellen dank zij inhoud en kwaliteit van haar programma’s meer dan in het verleden de kijkers van eigen land te boeien ; ook is meer dan in het verleden een oordeelkundig opstellen van het programmaschema geboden, waarbij terdege met het concurrentiële aanbod, inzonderheid van speelfilms en feuilletons, rekening wordt gehouden. De Vlaamse televisie heeft bovendien in 1971 een belangrijke inspanning geleverd om haar informatie-opdracht beter uit te voeren : dank zij de indienstneming van vijf nieuwe journalisten kon een wekelijkse frequentie van het magazine „Panorama” worden ingevoerd en kregen belangrijke nieuwsitems dank zij 6 vraaggesprekken of korte reportages een duidende achtergrond in het dagelijkse nieuws. Regionale problemen werden toegelicht in een nieuw vierwekelijks magazine „Helemaal van streek", ter wijl ook de culturele informatie in een dagelijks „Zoeklichf’ werd onder gebracht. Het natuur magazine, de actie „S.O.S.-Natuur” en de tweede boomplantingsactie, waarbij onder meer op het niet- bebouwde terrein van het Omroepcentrum een half miljoen jonge bomen werden geplant, vormden een stimulerende bijdrage van de BRT tot de bewuste vrijwaring van het leefmilieu. Signaleren wij nog als belangrijk nieuw en oorspronkelijk initiatief de orga nisatie door de dienst ontspanning van de internationale tv-wed- strijd „De Gouden Zeezwaluw” te Knokke, waaraan vijf buiten landse omroepstations deelnamen, waaronder de B.B.C. en de O.R.T.F. ; deze wedstrijd betekent een terugkeer naar de pioniers tijd van de televisie, waarbij het er op aankomt in een zaal, rechtstreeks, in aanwezigheid van een publiek, een tv-show te brengen. Overigens stond 1971 in het teken van een aantal verjaardagen : de 450e verjaardag van de eerste wereldrondvaart door Magellaan werd herdacht in een reeks levendige documentaire programma’s die dank zij de kwis-formule talloze kijkers wisten te boeien, en bovendien in een voortreffelijke kleurkwaliteit op het scherm werden gebracht. De 100e verjaardag van de geboorte van Stijn Streuvels gaf aanleiding tot de produktie van de succesvolle „Mira”-film, waartoe de BRT het initiatief nam. Tenslotte gaf vooral het vijfde lustrum van de ondertekening van het Belgisch- Nederlands cultureel akkoord aanleiding tot een bijzonder in tense samenwerking met Nederland. Tot inzet van de herdenking werd opnieuw, na dertien jaar, een rechtstreekse reportage ver zorgd, maar deze maal in kleur, van de luisterrijke Ommegang op de Grote Markt te Brussel. Verder moeten vooral vermeld wor den de succesvolle informatieprogramma’s : wijlen Godfried Bo rnons die voor zijn landgenoten Vlaanderen ontdekte, terwijl Julien Peeters een voortreffelijke serie „Kijkend naar Nederland” op het scherm bracht. Bovendien waren de overnamen door de BRT van de voortreffelijke Noordnederlandse tv-reeksen „De 7 boeken van de kleine zielen” naar Couperus en „Lijmen” naar Elsschot culturele hoogtepunten op het scherm. Ook de radio heeft in aanzienlijke mate bijgedragen tot de Belgisch-Nederlandse samenwerking in het herdenkingsjaar van het cultureel akkoord. Er was niet slechts de overname van een aantal luisterspelen van de Nederlandse Omroepverenigingen maar ook als nieuw initiatief co-produktie van twee luisterspelen. Bovendien organiseerden zowel BRT-1 en 3 als BRT-2 een aantal concerten in het teken van de samenwerking met Nederland ; er was ondermeer een uitwisseling van het Symfonie-orkest van de BRT met het Rotterdams Philharmonisch Orkest. De „Gurre- lieder” van A. Schoenberg beleefden na meer dan twintig jaar opnieuw een grootse uitvoering onder leiding van Leonce Gras dank zij het samenbrengen van orkestrale en vokale middelen uit Zuid en Noord, uitvoering die plaats vond in Den Haag en Brussel. Voor de radio is 1971 vooral het jaar van de doorbraak van de Stereofonie geweest : 80 % van de eigen muziekopnamen gebeur den in stereo, terwijl voor de luisterspelen met beloftevolle expe rimenten kon begonnen worden. De muziekprogrammatie van de BRT was overigens gekenmerkt door een steeds actieve deelneming aan het Belgische concertleven zowel te Brussel als in de provincie, en door de uitvoering van een groot aantal werken van Belgische componisten : op 69 wer ken die het Kamerorkest van de BRT in produktie verzorgde waren er 39 Belgische! Terzelfdertijd kregen onze landgenoten dirigenten en solisten ruimschoots hun aandeel in de onderschei dene concerten. Als nieuw initiatief dient het jazzpromenadecon- cert vermeld te worden dat met medewerking van de BRT in het Middelheimpark te Antwerpen kon tot stand gebracht worden en op weg is om een jaarlijkse traditie te worden. Verder wisten zowel de nieuwsdienst van BRT-1 als de onder scheidene gewestelijke ploegen van BRT-2 het dynamisme te handhaven dat wij reeds herhaaldelijk in het licht stelden. Een naar wij hopen tijdelijke inkrimping van de zenduren van de radio drong zich op ; wegens de geringe luisterdichtheid en be perkte financiële middelen werden tijdens de avonduren BRT-1 en BRT-3 somengevoegd ; volkomen geslaagd kan het experiment niet heten en daarom is voor 1973 naar een wisseloplossing uit gekeken. Dit samenvoegen van BRT-1 en BRT-3 in de avonduren werd nochtans in belangrijke mate gecompenseerd door het feit dat in 1971, BRT-3 zijn uitzendingen op de werkdagen twee uur vroeger kon aanvangen, namelijk te 12 uur i.p.v. te 14 uur. Vermelden wij tenslotte nog dat 1971 het eerste jaar was tijdens hetwelk het programmajaar van radio en televisie samenviel met het begrotingsjaar of burgerlijk jaar, en niet meer zoals vroeger met het spektakel- of schooljaar. Zowel de pers- als de studie dienst hebben nieuwe initiatieven kunnen nemen, ondermeer de uitgave van een „BRT-Knipselkrant”, die een betere verspreiding van alle lof en kritiek over de programma’s in de pers verzekert. Een weinig opgemerkt maar betekenisvol feit was de aanstelling van een vast taalraadsman, want zelfs in 1971, veertig jaar na de algemene vernederlandsing van het middelbaar en hoger onder wijs in Vlaanderen, bleek het onontbeerlijk voor de medewerkers van den huize een „ombudsman” voor het gebruik van een correct en keurig Nederlands aan te stellen. P. Vandenbussche, Directeur-Generaal 9 RADIO INLEIDING door C. MERTENS Programmadirecteur van de radio. De differentiatie tussen de drie radioketens, alhoewel nog verre van idteaal bij gebrek aan een moderne structuur, was bevredigend voor 1971, vooral dank zij de waakzaamheid van het programmasecretariaat dat voor een rationele horizontale coördi natie van de diverse programma’s zorgde. De moeilijke doorbraak van B.R.T. III en de vermindering van de luisterdichtheid bij B.R.T. I ten voordele van B.R.T. II is gedeeltelijk het gevolg van de hybriede structuur bij I en III. De eenheid van beleid en conceptie bij II ontbreekt bij I en III. De cijfers van de Studiedienst zijn daar om dit feit te benadrukken.