Lanseloet Van Denemerken Die Hexe Na Volghende

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Lanseloet Van Denemerken Die Hexe Na Volghende ' JSÊËL LANSELOET VAN DENEMERKEN DIE HEXE NA VOLGHENDE TJEENK WILLINK-NOORDUIJN LANSELOET VAN DENEMERKEN DIE HEXE LANSELOET VAN DENEMERKEN DIE HEXE LANSELOET VAN DENEMERKEN DIE HEXE HET ABEL SPEL „Lanseloet van Denemerken" EN DE SOTTERNIE „Die Hexe" NA VOLGHENDE Aantekeningen cn enige opmerkingen over de abele spelen en de sotternieën van dr. G. Stellinga 5de DRUK 91724 TJEENK WILLINK/NOORDUIJN B.V. CULEMBORG-1977 © 1977 Tjeenk Willink/Noorduijn B.V., Culemborg. ISBN 90 11 91724 3 Educaboek B.V., Industrieweg 1, Culemborg. First published: 1962 bij J. Noorduijn & Zn. N.V., Gorinchem. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No -part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. Woord vooraf In dit boekje wordt „Lanseloet van Denemerken" ge­ volgd door de sotternie „Die Hexe", daar deze sotheit in het handschrift op dit abele spel volgt, en vooral omdat in de middeleeuwen abel spel en sotternie kennelijk onmid­ dellijk na elkaar gespeeld werden. Het is mij een groot genoegen, dat dit verband in deze uitgave, evenals in de in 1960 verschenen „Gloriant - Die Buskenblazer" ge­ handhaafd kon worden. De toelichtingen op de tekst zelf zjjn overvloedig ge­ geven, om ook zelfstandige lectuur en bestudering te ver­ gemakkelijken. Ieder gebruike die toelichtingen die voor hem noodzakelijk zijn. Getracht is in deze ophelderingen ook de zinsbouw e.d. te bespreken. De „Opmerkingen" over de abele spelen zijn voor loutere lectuur natuurlijk overbodig, maar geven een eerste glo­ bale informatie over de spelen. Aantekeningen en opmerkingen zijn zo gesteld, dat de vragen van mijn leerlingen er, zo veel als doenlijk was, in beantwoord worden. Dit neemt niet weg, dat ik graag aan verbeteringen en toevoegingen voor een volgende druk grote aandacht zal geven, zeker ook wanneer deze afkom­ stig zijn van scholieren. GRONINGEN G. STELLINGA Bi ridderscape, ic woude wael, Dat si gheboren waer mijns ghelijc. Lanseloet, 170 der minnen cracht soect haers gelijc van moede, Lanseloet, 210 ende mint met trouwen, Soe moeghdi troest van vrouwen vercrighen. Lanseloet, 948 U toverie sal nu uut craken. Hier vechten si. Die Hexe, 110 Enclise Een onbeklemtoond woord sluit zich meestal aan by een voorafgaand, beklemtoond woord: zie inden in vers 328 (inden stric ghevaen — in de strik gevangen). Zo wordt hebbe ic tot hebbic (zie vers 136, 530, vgk. ic hebbe, vers 179, dus niet: ic heb, zoals in ons tegenwoordige Neder­ lands: vergelijk maar ic spreke 251, ic draghe 260), horic 43, salie 509, willic 50, wetic 53, biddic 6, 30, machic 69, benic 71, radic 944, clagic 430, dancic 95, dadic 83, woudic 99, haddic 142 enz., vgk. nog hebic (Gloriant 1116), sallic 636. Dit vaak voorkomende verschijnsel noemen we enclise. — moetti 643 = moet ghi = moge gij, u; seldi 244, 666 = selt ghi = zult gij (vgk. ghi selt 743), comdi 413 = comt ghi, sidi 542, hebdi 842, brachti 860, wildi 226, dadi 85 = dade ghi, maar denk er vooral aan, dat liet hij weergegeven wordt in het Middelnederlands door liet hi 803 (lietti betekent liet u), vgk. hadde hi (Gloriant 46, 61), hiet si 872, es hi 936, droech hi 24. vant hi 658, miet hi 760 (in moetti vinden we dus i als samentrekking bij de tweede persoon!); — weten (wetene = weet hem, 132 Ic en weten op eerde geboren niet, Dien ); — datten (= dat hem, Gloriant 1021 datten die felle joden vinghen); — wine (= wij hem, Gloriant 80 dan soe moghen wine spreken horen); — ic salse 227, 696 (= zal ze, zal haar); vaerse 561, hebse 845, maecse 623, hoepse 924, seise 878 (dat seise mi), wasse Hexe 50, namse 596, minnense 677, hi soudse trouwen 286, let op de weglating door assimi­ latie van de klank t in brachse (597), mochse (599, 809), maecse (623) en woense (Hexe 45); icse 520, 559 (= ik haar), ghise 557, hise 621, diese 705; wantse 578 (wantse nüjn herte met trouwen mint), vgk. want si 535; ic salt 288 (ic sal het), ic hebt 344, eest 771 (hi eest wel weert), 458 (eest dan trouwe), waert Hexe 91 (waert dat sake); int 165 (int wout), 760 (int verdriet); sijt 29, 275, hijt 478, vgk. iet (Gloriant 724); hoet 36 (hoe het), dat (= dattet, dat het, 67, 785, 916, 824 Ic weet wel, dat ons allen rout), moet 49, 78 (moet het); hats (hadde des = had er over, daar over; des genitief van dit; 19 sijn moeder hats toren, in Walewein 529 hads geschreven), souts (soude des, er over; 607 ic souts te blider sjjn), bits (665); icx 890; sine 162, 165 (sine wilt niet gaen = zij wil niet gaan, vgk. 176 si en wilt haer niet keren = zg wil zich niet wenden; en... niet, ne... niet = niet); in, Hexe 5, 40 (= ic ne; in weet = ik weet niet); wilder 564 (ic wilder om waghen), moetter 556, souder 173 (ic souder maken af mijn wijf — van haar), icker 639 (dat icker mi af ontsach = dat ik er voor, = voor hem, bang was), coster (costen er, Hexe 89). wats (u begheert 293 = wat es), hets (seker een moer- denaer, 634), hets (recht, 771,124); metten (oghen, 559 = met den ogen), metter (hant, 596), inden 328, metter (waerheit, 788); wel met assi­ milatie, maar niet enclitisch: uut ter eerden 729; doent (was dach, 302 = toen het...); woudix 287 (woude ic des), soudix 861, sprekict 271 (spreke ic het), gheloefdijt 236 (= gheloefde ghi het), liettijt 566, salicse 687, mochticse 628, canicse 623, kindise (Hexe 44, 54). Proclise We spreken van proclise, als een voorafgaand, onbe­ klemtoond woord met het volgende beklemtoonde tot één geheel wordt: — tuwen wille 227 (= te uwen wille), tuwaert 473 (= te uwaert); — dieven 70, 928, dlijf 826. De veranderingen, gelijkmaking van op elkaar volgende medeklinkers (bijv. tot stemhebbende of stemloze mede­ klinkers) die in de voorbeelden hierboven op te merken zijn, noemen we assimilatie: dlant; metten. De volgende afkortingen ter aanduiding van de spelen zijn gebruikt: E(smoreit), Li(ppijn), G(loriant), B (De Buskenblazer), L(anseloet), H (die Hexe), D(rie Daghe Here), T(ruwanten), W (spel vanden Winter ende vanden Somer) en R(ubben). Een abel1 spel van Lanseloet van Denemerken, hoe hi wert minnende2 ene joncfrou, die met3 sijnder moeder diende3.4 Ende ene sotternie na volghende. Ic5 bidde6 gode7 vanden trone8 En Maria, die maghet seone, Dat si ons allen wille9 bewaren Ende in doghden10 alsoe ghesparen, 5 Dat wi hemelrike ghewinnen11. Dies12 biddic Marien, der13 coninghinnen, Die een vrouwe es boven al14. Nu hoert, wat men u spelen sal. Hets van enen ridder prinsipael15, 10 Die minde ene joncfrou noyael16, Hovesch17 van herten ende reine18, 1. van kunst, van kunstvaardigheid getuigend, kunstig, schoon, hoofs. 2. begon lief te hebben, vgk. de titel van Gloriant. 3. bij zijn moeder in dienst was. 4. alleen hier en in vers 81 en 153, Hexe 54 (achter „niet") vinden we in het handschrift een punt. 5. de regels 1 tot en met 36 vormen de proloog tot het eigenlijke toneelspel. Waarschijnlijk is deze proloog later aan het stuk toegevoegd, zoals men tegenwoordig mede­ delingen over de inhoud van een boek geeft op de „flap" van een boek­ omslag. 6. Vroeger ging deze eerste persoon tegenwoordige tijd van het werkwoord op -e uit. Vergelijk vers 32, 39, 42, 47, 106 etc. en nog op kwitanties: (ik) zegge. 7. vroegere derde-naamvalsuitgang, maar in bijv. trone 1, scone 2, reine 11 behoort deze -e tot de stam van het woord. 8. hemel, 95, vgk. 81. 9. „wensende wijs": de uitgang van de derde persoon -e (vgk. 343) onderscheidt zich duidelijk van de uit­ gang -t in de indicatief: 166 Si mint. 10. (deugden), geluk, voorspoed, 59, 273, G(loriant) 566. E(smoreit) 646. 11. verkrijgen. 12 dus, daarom. 13. derde-naamvalsuitgang, vgk. titel (sijnder), 20, 25, 41, 547, ook 9, 47, 51. 14. boven, meer dan alle (andere vrouwen). 15. voornaam, aan­ zienlijk, 536: een achtergeplaatst (vaker zo: 10, 488, 633, 655) en dus onverbogen bijvoeglijk naamwoord; in 791 en 863 is het een bijwoord. 16. edel, „goet", vgk. 26, 599, 792, 864, E 833, G 67, W 13. 17. recht­ schapen, G 269, vgk. 933. 18. kuis; schoon. Maer si was hem te cleine Van goede ende oec van gheboert. Dies was sijn moeder op hem ghestoert. 15 Dat hi sine minne soe neder1 droech. Sijn herte altoes in vrouden2 loech3, Als hi ane sach haer edel lijf4. Maer sijn moeder, dat felle5 wijf, Hats6 altoes toren7 ende nijt 20 Ende verweet hem te meneger tijt, Dat hi hem8 soe neder1 daelde, Maer hi altoes hem8 vertaelde9 Met hoveschen10 worden, als hi wel conste. Maer altoes droech hi vriendelijc onste11 25 Der scoender joncf rouwen, heet12 Sanderijn. Si en mochte niet noyaelder13 sijn, Maer si was hem te neder14 gheboren. Dies hadde sijn moeder soe groten toren15, Dat sijt16 namaels17 brachte te werke18. 30 Nu biddic u, dat ghi uwen merke19 Daer an wilt legghen19 ende versinnen20. Ic wane20a, dat ghi noit van minnen En hebt ghehoert dies ghelike21. Nu biddic u allen, arme ende rike, 35 Dat ghi wilt swighen over al22, Ende merct23, hoet beghinnen sal. I. laag; iemand van zo geringe geboorte, stand Hef had; vers 21, 27, 42, 183, 187, vgk. cleine in 12 — minne met stam-e, net als sijn herte 16 en die wille (319). 2. vreugde. 3. lachte. 4. haar edel lijf = haar. 5. boosaardig, E 341, G 777. 6. hadde des; had er over. 7. wat het gemoed in beweging brengt: woede; leed; smart; ramp(spoed).
Recommended publications
  • De Abele Spelen, De ‘Profane’ Miracles De Notre Dame Par Personnages En De Veertiende- Eeuwse Franstalige Epiek
    De abele spelen, de ‘profane’ Miracles de Notre Dame par personnages en de veertiende- eeuwse Franstalige epiek Aanzet tot een vergelijking van de ethische posities Joris Reynaert (Universiteit Gent) Abstract The Middle Dutch plays Esmoreit, Gloriant and Lanseloet, three of the four abele en de veertiende-eeuwse Franstalige epiek spelen contained in the Hulthem Manuscript, not only belong to the earliest secular theatre literature that has survived from the Middle Ages, they are also the only texts of their time in which a dramatization of chivalric themes and ethics has been preserved. It is true that some of the Miracles de Nostre Dame par personnages, a collection of miracle plays staged by a confraternity of Parisian goldsmiths between 1339 and 1382, also have been inspired by chivalric romances and show a tendency towards secularization, but in essence they remain religious dramas and do not call into question the generic uniqueness of the abele spelen. But, as many scholars have observed, this does not preclude a possible relation, even of ‘influence’, on the level of the narrative contents, Dame par personnages de Notre Miracles the subject matters or the dramatic structures as such. In this article, I examine the possible affinities between the abele spelen and those of the Miracles which have been deemed to be ‘more secular’ by literary historians, especially the relation put forward by Jacques Tersteeg between Esmoreit and Du roy Thierry, the 32nd of the Miracles. In contrast to Tersteeg I argue that Du roy Thierry was not the (or a) source of Esmoreit, but that both have been inspired by the epic romance Theseus de Cologne (probably about 1364).
    [Show full text]
  • Middeleeuwen Karel En Elegast Beatrijs
    T&T KLASSIEKEN / VERTAALDE TEKSTUITGAVEN Middeleeuwen Karel en Elegast Beatrijs Lanseloet van Denemarken (gevolgd door die Hexe) Mariken van Nieumeghen Lanceloet en het hert met de witte voet Elckerlijc Esopet Esmoreit / Lippijn Roelandslied Tprieel van Troyen Van den vos Reynaerde Vijf sotternieën Gloriant Floris ende Blancefloer Renout van Montalbaen [De vier heemskinderen] De borchgravinnen van Vergi Esbatement van den appelboom De reis van Sint Brandaan Theophilus Zeventiende eeuw G.A. Bredero, De klucht van de koe G.A. Bredero, Spaansche Brabander G.A. Bredero, De klucht van de meulenaer G.A. Bredero, Sijmen sondersoeticheyt P.C. Hooft, Warenar J. Cats, Het Spaans heidinnetje J. v.d. Vondel, Gijsbrecht van Amstel J. v.d. Vondel, Joseph in Dothan VAN KLASSE (18e t/m 20e eeuw) Proza van Klasse, bloemlezing 18e/19e eeuw P. Langendijk, Het wederzijds huwelijksbedrog P. Langendijk, Don Quichot op de bruiloft van Kamacho A.C.W. Staring, Jaromir / Marco E.J. Potgieter, Jan, Jannetje en hun jongste kind J.J. Slauerhoff, De laatste reis van de Nyborg Kijk voor het actuele aanbod en het plaatsen van uw bestelling op www.taal-teken.nl Lanseloet van Denemarken gevolgd door Die Hexe Een mirakelspel en een klucht TEKST EN VERTALING Tekstverzorging en vertaling Hessel Adema UITGEVERIJ TAAL & TEKEN Vertaalde Tekstuitgaven Middelnederlands Eerste druk, 1982 Zevende druk, 2018 ISBN 978-90-6620-028-9 © Uitgeverij Taal & Teken 1982-2018 Tekstverzorging en vertaling: Hessel Adema Bewerking van deze druk: Luciën de Jong De verzorger van deze tekstuitgave studeerde Nederlandse taal- en letterkunde en vergelijkende Literatuurwetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam en was jarenlang docent Nederlands bij het middelbaar en hoger onderwijs.
    [Show full text]
  • Nederlandse Letterkunde. Jaargang 18
    Nederlandse Letterkunde. Jaargang 18 bron Nederlandse Letterkunde. Jaargang 18. Koninklijke Van Gorcum, Assen 2013 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_ned021201301_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 1 [2013/1] De abele spelen, de ‘profane’ Miracles de Notre Dame par personnages en de veertiende-eeuwse Franstalige epiek Aanzet tot een vergelijking van de ethische posities Joris Reynaert (Universiteit Gent) Abstract The Middle Dutch plays Esmoreit, Gloriant and Lanseloet, three of the four abele spelen contained in the Hulthem Manuscript, not only belong to the earliest secular theatre literature that has survived from the Middle Ages, they are also the only texts of their time in which a dramatization of chivalric themes and ethics has been preserved. It is true that some of the Miracles de Nostre Dame par personnages, a collection of miracle plays staged by a confraternity of Parisian goldsmiths between 1339 and 1382, also have been inspired by chivalric romances and show a tendency towards secularization, but in essence they remain religious dramas and do not call into question the generic uniqueness of the abele spelen. But, as many scholars have observed, this does not preclude a possible relation, even of ‘influence’, on the level of the narrative contents, the subject matters or the dramatic structures as such. In this article, I examine the possible affinities between the abele spelen and those of the Miracles which have been deemed to be ‘more secular’ by literary historians, especially the relation put forward by Jacques Tersteeg between Esmoreit and Du roy Thierry, the 32nd of the Miracles.
    [Show full text]
  • Lanseloet Van Denemarken De Heks
    Lanseloet van Denemarken in hedendaags Nederlands © 2020 Robert Castermans Lanseloet van Denemarken en De heks in hedendaags Nederlands 1 Lanseloet van Denemarken in hedendaags Nederlands © 2020 Robert Castermans Van Robert Castermans zijn ook verschenen: Hoofts Granida in hedendaags Nederlands en Salarisonderhandelen Zie over deze boeken: www.salarisonderhandelen.nl 2 Lanseloet van Denemarken in hedendaags Nederlands © 2020 Robert Castermans Robert Castermans Lanseloet van Denemarken en De heks in hedendaags Nederlands Een verkrachter of een verleider? Toegelicht en hertaald in hedendaags Nederlands Brave New Books 3 Lanseloet van Denemarken in hedendaags Nederlands © 2020 Robert Castermans Voor jou Copyright © 2020 Robert Castermans Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur. Vormgeving en omslag: Get Digital – Silvio van Ginkel ISBN: 9789464059335 NUR: 621, 622, 307 – Literatuurgeschiedenis van de lage landen, Letterkunde, Toneel-, theater- en filmteksten, ook scenario’s Trefw.: Lanseloet van Denemarken, Die hexe, abele spelen, klucht, middeleeuwen, Nederlandse letterkunde, Nederlandse literatuur 4 Lanseloet van Denemarken in hedendaags Nederlands © 2020 Robert Castermans INHOUD WOORD VOORAF 7 INLEIDING 11 De abele spelen . .11 Hulthems handschrift 12 Lanseloet van Denemarken . 13 Vertalingen 13 Bronnen 13 Rijm 16 Samenvatting van Lanseloet van Denemarken 17 Thematiek en motieven 18 Personages 22 Plaats 29 Tijd 30 Handeling 31 Verkrachting of verleiding? . 32 Sonder danc in vs 344 33 Tekstanalyse 36 Conclusie 44 Lanseloets versiertechnieken 46 Lanseloet als verleider 47 Sanderijn als verleidster 48 Galiëne als verleidster 49 Ysabele als verleidster 51 Klucht . 52 Samenvatting en bespreking van De heks 53 Samenvatting van De heks 53 Toelichting 54 Toverij 58 Moraal 59 BIBLIOGRAFIE 61 Uitgaven van Lanseloet van Denemerken en Die hexe 61 Middelnederlandse woordenboeken.
    [Show full text]
  • Lanseloet Van Denemarken De Heks
    Lanseloet van Denemarken in hedendaags Nederlands - Robert Castermans Lanseloet, de kroonprins van Denemarken, is tot over zijn Robert Castermans oren verliefd op Sanderijn, een hofdame van zijn moeder. Vanwege het standsverschil wil zij absoluut niet dat haar zoon met Sanderijn trouwt. Om een wig tussen de geliefden te drijven bedenkt zij een heel gemeen plan. Ze slaagt in haar opzet. Na de seksuele daad laat Lanseloet zich denigrerend Lanseloet van Denemarken over Sanderijn uit, draait hij zich om en gaat zonder nog iets te zeggen slapen. Diep beledigd verlaat Sanderijn het Deense hof en om in vreemde landen te gaan zwerven. Lanseloet heeft veel spijt van zijn gedrag en draagt zijn kamerheer Reinout op om Sanderijn te gaan opsporen. Hij weet haar te vinden in Afrika. Kan Lanseloet haar terugwinnen door diep berouw te tonen of is hij zijn grote liefde voor altijd kwijt? De heks Na dit oudst overgeleverde ernstige wereldlijke toneelstuk van Europa in de volkstaal volgt de klucht De heks. Hierin roddelen in hedendaags Nederlands twee vrouwen flink over een derde vrouw, schelden haar uit voor stronthoer en slaan haar aan het eind in elkaar. Robert Castermans heeft Lanseloet van Denemerken en Die hexe vertaald in hedendaags Nederlands en voorzien van een uitgebreide toelichting, waarin hij bovendien de vraag beantwoordt of Lanseloet Sanderijn verkracht of verleidt. Daardoor is deze uitgave geschikt voor middelbare scholieren, studenten Nederlands en iedereen die deze toneelstukken wil lezen zonder afgeleid te worden door verklarende voetnoten. zeer ‘moderne’ psychologie uit de 14e eeuw – J.L. Walch de dichter heeft ons voor zijn tijd een meesterwerk geschonken – Jan te Winkel de parel en het juweel van onze middeleeuwse letterkunde – G.W.
    [Show full text]
  • 'The Drama Texts in the Van Hulthem Manuscript'
    ‘The Drama Texts in the Van Hulthem Manuscript’ Hans van Dijk bron Hans van Dijk, ‘The Drama Texts in the Van Hulthem Manuscript.’ In: E. Kooper (red.), Medieval Dutch Literature in its European Context. Cambridge, 1994, p. 283-296. Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/dijk002dram01_01/colofon.htm © 2003 dbnl / Hans van Dijk 283 The drama texts in the Van Hulthem manuscript H. van Dijk Ten plays, preserved in one and the same manuscript: that is about all that has survived of Middle Dutch secular drama. Four of these are serious, so-called abele spelen,1 the other six are sotternieën (farces).2 In the manuscript they are presented in pairs; every abel spel is followed by a farce: Esmoreit and Lippijn, Gloriant and Die buskenblaser, Lanseloet and Die hexe, Winter ende Somer and Rubben. The two remaining farces, Drie daghe here and Truwanten, make up the fifth pair. The contents of the four abele spelen may be briefly summarized as follows. In the first Esmoreit is crown prince of Sicily. As a baby he is abducted by his evil cousin and sold to the king of Damast. Years later he is told by the heathen princess Damiët, who has brought him up and who is in love with him, that he is a foundling. In pursuit of his parents he is recognized by his mother on Sicily. Esmoreit becomes king of Sicily and marries Damiët, while the treacherous cousin is hanged. The protagonist of the second abel spel, Gloriant, thinks no woman in the world to be worthy of him, but in spite of that he falls in love, after he has been shown a picture of her, with the Saracen princess Florentijn of Abelant.
    [Show full text]
  • Middeleeuwen Karel En Elegast Beatrijs Lanseloet Van Denemarken (Gevolgd Door Die Hexe) Mariken Van Nieumeghen Lanceloet En
    T&T KLASSIEKEN / VERTAALDE TEKSTUITGAVEN Middeleeuwen Karel en Elegast Beatrijs Lanseloet van Denemarken (gevolgd door die Hexe) Mariken van Nieumeghen Lanceloet en het hert met de witte voet Elckerlijc Esopet Esmoreit / Lippijn Roelandslied Tprieel van Troyen Van den vos Reynaerde Vijf sotternieën Gloriant Floris ende Blancefloer Renout van Montalbaen [De vier heemskinderen] De borchgravinnen van Vergi Esbatement van den appelboom De reis van Sint Brandaan Theophilus Zeventiende eeuw G.A. Bredero, De klucht van de koe G.A. Bredero, Spaansche Brabander G.A. Bredero, De klucht van de meulenaer G.A. Bredero, Sijmen sondersoeticheyt P.C. Hooft, Warenar J. Cats, Het Spaans heidinnetje J. v.d. Vondel, Gijsbrecht van Amstel J. v.d. Vondel, Joseph in Dothan VAN KLASSE (18e t/m 20e eeuw) Proza van Klasse, bloemlezing 18e/19e eeuw P. Langendijk, Het wederzijds huwelijksbedrog P. Langendijk, Don Quichot op de bruiloft van Kamacho A.C.W. Staring, Jaromir / Marco E.J. Potgieter, Jan, Jannetje en hun jongste kind J.J. Slauerhoff, De laatste reis van de Nyborg Kijk voor het actuele aanbod en het plaatsen van uw bestelling op www.taal-teken.nl Lanseloet van Denemarken gevolgd door Die Hexe Een mirakelspel en een klucht TEKST EN VERTALING Tekstverzorging en vertaling Hessel Adema UITGEVERIJ TAAL & TEKEN Vertaalde Tekstuitgaven Middelnederlands Eerste druk, 1982 Zevende druk, 2018 ISBN 978-90-6620-028-9 © Uitgeverij Taal & Teken 1982-2018 Tekstverzorging en vertaling: Hessel Adema Bewerking van deze druk: Luciën de Jong De verzorger van deze tekstuitgave studeerde Nederlandse taal- en letterkunde en vergelijkende Literatuurwetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam en was jarenlang docent Nederlands bij het middelbaar en hoger onderwijs.
    [Show full text]
  • VAN MINNEN’ (Hs.-Van Hulthem F.231R°-V°): LANSELOETS VERDRIET?
    ‘VAN MINNEN’ (Hs.-Van Hulthem f.231r°-v°): LANSELOETS VERDRIET? De vraag wat de mogelijke functie geweest kan zijn van een codex als het handschrift-Van Huthem is in het onderzoek van de laatste jaren bij herhaling aan de orde van de dag geweest. Tot verbazing van velen ongetwijfeld heeft vrij onlangs J.W. Klein de hypothese dat het hier om een zgn. scriptorium-exemplaar zou gaan, met kracht tegengesproken. Zo’n type handschrift (het ‘scriptorium-handschrift’) — zo luidt in essentie Kleins argumentatie — bestond immers überhaupt niet. De regeltellingen die bij de meeste stukken worden opgegeven, zijn dan ook (in tegenstelling tot wat men tot nog toe vaak heeft aangenomen) geen hulpmiddelen om bijvoorbeeld de prijs van een ‘bestelling’ te kun- nen bepalen. Het zijn ofwel ‘loze mededelingen’ die in hoofdzaak als functie hadden het einde van de teksten te markeren, ofwel hebben ze te maken met informatie die uit de legger(s) werd overgenomen. Met name in rollen — ik volg nog steeds Kleins betoog — treft men zo’n vermelding van het aantal verzen wel meer aan. Dit zou er dan kunnen op wijzen dat de teksten in kwestie een voorgeschiedenis hadden waarin hun verzen ‘als proza’ achter elkaar waren geschreven: in zo’n geval had de vermelding van het aantal regels immers wel zin.1 De stukken in het handschrift-Van Hulthem zijn relatief gering van omvang; bovendien treft men er een aantal toneelteksten aan. Zowel het ene als het andere gegeven kunnen erop wijzen dat in dit geval inder- daad (onder meer) rollen het tekstmateriaal hebben aangeleverd. Behalve de relatieve kortheid van de afzonderlijke teksten is voor het handschrift-Van Hulthem ook de ‘wanorde’ opvallend waarin die tek- sten bij elkaar staan.
    [Show full text]
  • Tekst En Opvoering Van De Abele Spelen. Het Kopieerwerk in Het Handschrift-Van Hulthem En De Geïntendeerde Voorstellingen
    Tekst en opvoering van de abele spelen. Het kopieerwerk in het handschrift-Van Hulthem en de geïntendeerde voorstellingen Joris REYNAERT Abstract - In the Van Hulthem manuscript (ca. 1406), the only document in which the the so-called abele spelen, four very early courtly secular plays have survived, each of these plays is followed by a farce (sotternie), with which it clearly constitutes a pair, as in each case the sotternie is already announced in the rubric introducing the abel spel. The serious play and the sotternie are often also textually linked by means of a transitional passage at the end of the abel spel, in which the audience is directly addressed and informed of the fact that a farce will follow. It has been justly argued by Hans Van Dijk that these links must have been added for the purpose of a specific performance and do not, as such, indicate that the pairs of serious play and ensuing farce were originally conceived as a unit at the same time. Van Dijk, and others meanwhile, have also advanced that not only these transitional passages, but other passages as well in which the audience is addressed directly, mainly the prologues and the concluding lines spoken by a 'last' character in the serious plays, may well be later additions. This view is challenged here. A close examination of the possible arguments pro and against leads to the conclusion that there is no reason to doubt the authenticity of these addresses to the public and - as a consequence - to discard them as representatives of the originally intended form and tenor of the plays.
    [Show full text]
  • De Abele Spelen En De Miracles De Notre Dame Par Personnages
    De abele spelen, de ‘profane’ Miracles de Notre Dame par personnages en de veertiende- eeuwse Franstalige epiek Aanzet tot een vergelijking van de ethische posities Joris Reynaert Inleiding In de commentaren op de abele spelen krijgt men niet zelden te lezen dat deze stukken, als wereldlijk toneel, in hun tijd ‘uniek’ zijn en daarom alleen al een belangrijke plaats innemen in de Europese literatuur- en theatergeschiedenis.1 Bij deze historische uniciteit zijn de laatste tijd ook wel vraagtekens komen te staan. Archiefonderzoek heeft immers uitgewezen dat vanaf de tweede helft van de veertiende eeuw op diverse plaatsen in de Nederlanden wereldlijk toneel is opgevoerd dat mogelijk de vergelijking met de abele spelen kan doorstaan. Op een zeer vroege (maar niet onbetwistbare) bewijsplaats van een dergelijke opvoering is door C.P. Serrure in 1856 al gewezen: in 1351 zou op de markt te Rijsel een voorstelling zijn gegeven van ‘La fuite des enfans Aymery de Narbonne’. De in de Rijselse rekeningen bewaarde benaming klinkt inderdaad wereldlijk genoeg. Ze kon bijvoorbeeld een gedramatiseerde bewerking betreffen van een episode uit Le département des Enfanz Aymeri, een chanson de geste die deel uitmaakt van de cyclus rond Guillaume d’Orange.2 Ook voor het Middelnederlandse taalgebied zijn heel wat sporen van dergelijke ‘profane’ opvoeringen opgedoken.3 Meer bepaald het ‘Spel van Strasengijs’ dat in 1373 te Oudenaarde werd vertoond, zou, naar zijn vermoedelijke inhoud te oordelen, met de in het handschrift-Van Hulthem bewaarde toneelstukken thematisch verwant zijn en op zich al volstaan om aan te tonen dat, om nog eens Herman Pleijs gelukkige formulering te gebruiken, 1 Met wat ik hier kortheidshalve als ‘wereldlijk’ of ‘profaan’ toneel aanduid, wordt meer bepaald ridderlijk of hoofs profaan toneel bedoeld, met uitsluiting dus van kluchten in de trant van het anonieme Le garçon et l’aveugle en van het stedelijk-satirische Jeu de la Feuillée van Adam de la Halle en zijn pastourelle- achtige Jeu de Robin et de Marion.
    [Show full text]