Ooststellingwerf in De Loop Der Tijden
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De schoolmeesters van Ooststellingwerf in de loop der tijden. 1. Appelscha In jan. 1709 was Albert Jans schoolmeester in Appelscha; zijn vrouw heette Geesje Foppes. Op 1 juni 1756 was Jan Jannes dorprechter te Appelscha; het is niet duidelijk of hij hier ook schoolmeester was. Omstreeks 1800 was hier nog steeds slechts een winterschool. In 1815 was A.J. Dijkstra hoofd van deze school. In 1816 was dat A.J. Kuiper en in 1818 J.J. Smit. In 1819 kwam Lijkele Sakes Poutsma, die in 1822 naar Haskerhorne vertrok. In 1832 was Kornelis Lieuwes Cats, 3e rang, hoofd van deze school. In 1836 werd de oude school verlaten en een nieuwe school gesticht, met een onderwijzerswoning, in de veenkolonie Appelscha aan de Vaart. Het inkomen aan de nieuwe school bedroeg toen ƒ 250, plus de schoolpenningen (ca. ƒ 150) en een vrije woning. K.L. Cats stond hier tot 1837. Op 1 mei 1838 kwam P. Uri Pzn, 2e rang, uit Annerveen. Hij was tevens koster en voorzanger. Hij stierf op 21 jan. 1846. In 1846 werd H. Uri, 2e rang provisioneel benoemd en op 8 juli 1846 kreeg hij een vaste aanstelling. Hij stierf begin 1863. Op 22 okt. 1863 werd H.L. de Jong van Haulerwijk-Beneden benoemd. Het inkomen bedroeg toen ƒ 400 en een woning. Omstreeks 1 maart 1886 kwam F. Kiers, onderwijzer te Oldeholtpade. Deze school heette sedertdien: School No. 1 Appelscha-Beneden. In 1888 werd H. Brouwer hoofd van deze school. Hij werd in 1906 hoofd van een school in Amsterdam. Zijn opvolger in Appelscha was in 1906 J.M. Nennstiehl. In 1911 kwam J. Dijkstra als hoofd. In 1914 kwam L. Statema, die in 1917 naar Langweer vertrok. Hij werd in datzelfde jaar opgevolgd door U. Tijmstra. Deze werd op 1 dec. 1930 overgeplaatst naar Oosterwolde (No. 1). In 1931 werd J. Lugtmeier van Appelscha-Boven aangesteld als hoofd. De school brandde in de nacht van 9 op 10 dec. 1935 uit. In 1936 werd de school herbouwd en op 24 okt. 1936 weer in gebruik genomen. Lugtmeier kreeg op 1 sept. 1947 eervol ontslag vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. In 1947 werd hij opgevolgd door H. Bouma van Zuidlaarderveen. Deze werd op 1 nov. 1950 hoofd van de lagere landbouwschool te Roden. Hij werd toen opgevolgd door G. Zweers van Fochteloo. In 1876 werd te Appelscha-Boven School no. 2 gesticht. Omstreeks april 1878 werd D. Oosterkamp, onderwijzer te Wolvega, aangesteld als hoofd van deze school. Hij was geboren in 1852 en vertrok in 1886 naar Bergum. (In 1903 herdacht hij zijn 25-jarig ambtsjubileum als hoofd.) In 1886 kwam Jelmer Kornelis de Jong als hoofd. In 1920 ging hij met pensioen en op 24 juni 1929 is hij overleden. In 1920 werd K. Vlieg hoofd van deze school. In 1924 kwam J. Lugtmeier, die in 1931 werd overgeplaatst naar Appelscha-Beneden. Zijn opvolger kwam in 1931: S. Sijtema, onderwijzer te Rolde. In mei 1948 werd hij onderwijzer aan een BLO-school te Assen. Hij werd in datzelfde jaar opgevolgd door H. Martens, onderwijzer te Nieuw-Buinen. Op 1 okt. 1930 werd te Appelscha, 3e wijk, nog een openbare lagere school geopend: Appelscha-Ravenswoud School no. 3. Het eerste hoofd werd Andries Lok, onderwijzer te Haulerwijk. Hij is op 20 mei 1944 is hij door de Duitsers - oud 40 jaar- gefusilleerd. De school kreeg daarom in 1948 de naam: Meester Lok school. In 1944 kwam G. Koerts als hoofd van deze school; in 1955 was hij hier nog. 1 Bijzonder onderwijs Sedert 1911 was te Appelscha een school voor christelijk nationaal onderwijs. In 1906 had men alƒ 3500 gespaard en op 3 juli 1911 werd de eerste steen gelegd door de oefenaar P. Koster. Als eerste hoofd van deze school was hier van van 1911 tot 1924 Chr. Aten. In 1924 werd hij opgevolgd door Sj. van Dijk, die weer door P. Boerema werd opgevolgd. Boerema vertrok omstreeks 1 jan. 1935 naar Soest. In 1935 kwam hier G. Drenth jr. van Kantens (Gr.). Hij vertrok in 1950 naar Huizum. In dat jaar kwam J.D. Koopmans als hoofd van deze school. In april 1954 werd er een nieuwe school geopend. In de inrichting Beatrixoord werd in dec. 1949 een school geopend met als hoofd R. Zwart, onderwijzer te Hoornsterzwaag. 2. Donkerbroek Evenals elders in Ooststellingwerf, was ook hier slechts een winterschool, die eerst omstreeks 1819 in een permanente school werd veranderd. Slechts weinige schoolmeesters zijn ons bekend. Op 8 nov. 1668 werd te Donkerbroek gedoopt: Jacop, mr. Hendrik Geels "kint". Hendrik Geels kwam hier in mei 1671 nog voor. Op 27 febr. 1684 werd te Donkerbroek gedoopt een dochter van mr. Egbert Gijses. Hij was hier nog in 1692. Op 7 juni 1708 liet Jan Hessels, schoolmeester te Donkerbroek, zijn zoon Egbert dopen. Hij woonde hier in 1703 reeds, doch er staat niet bij "schoolmeester". Ook in 1715 en 1721 komt hij hier nog voor, doch is dan blijkbaar geen schoolmeester meer, want in de jaren 1712, 1716, 1719, 1722, 1726 en nog in april 1729 is er sprake van de "koster" Roelof Jacobs. Deze was hier reeds ook in 1705, doch zonder de toevoeging "koster". We zien dus weer, dat in zulke dorpen één der inwoners, die zich daartoe geroepen en bekwaam gevoelde, winterschool hield. De "koster" zal wel tevens schoolmeester geweest zijn. We zitten hier dicht bij Groningen en Drenthe, waar de schoolmeester dikwijls "köster" heet. In jan. 1752 was T. Poutsma schoolmeester te Donkerbroek; hij was tevens dorprechter. Ook in juni 1774 en maart 1787 was hij hier als zodanig.a In april en mei 1777 werden in Donkerbroek de huwelijksproclamaties afgekondigd van Jan Lefferts, thans schoolmeester te Niehove (Gr.), en Tijtje Aukes van Oosterwolde. (Zij zijn te Niehove getrouwd.) Daar deze persoon van 1767-1769 winterschool hield te Opeinde (Sm.), kan hij best van 1769-1777 te Donkerbroek de school waargenomen hebben. Volgens de Leeuwarder Courant was in okt. 1796 het voorzanger- en schoolmeestersambt te Donkerbroek vacant. In 1803 werd de winterschool hier bediend door Jacob Foppes. Zijn vrouw heette Geertje Koenes. Hij is hier hertrouwd op 20 nov. 1808 met Roelofje Jochems, beiden van Donkerbroek. Hij was hier in 1811 nog en vermoedelijk zelfs tot 1817, toen de school provisioneel werd waargenomen door J.J. Prakken, 3e ranger, die in 1819 de eerste vaste schoolmeester hier ter plaatse werd. Hij ging in nov. 1832 met pensioen wegens blindheid. a Bolsward 1a (1752) ; Trouwboek Oudehorne c.a.(1774); Trouwboek Hommerts (1787). 2 In jan. 1833 kwam zijn opvolger: J. Brunsting, ondermeester te Smilde. Het inkomen bestond toen uit ƒ 115 plus de schoolpenningen (ruim ƒ 100) en een vrije woning. In 1836 kwam er een nieuwe school. Op 1 jan. 1880 kreeg J. Brunsting eervol ontslag en ging met pensioen. Hij was toen 68 jaar. Op 1 febr. 1880 kwam Anne de Vries van Jubbega-Schurega. In 1886 werd de school vergroot. Op 15 mei 1909 ging hij met pensioen. Hij is te Heerenveen gestorven op 15 okt. 1930, oud bijna 86 jaar. In 1909 kwam W.W. Helmholt als zijn opvolger. Hij werd in 1917 overgeplaatst naar Makkinga. In 1918 kwam A. van der Sluis, die in 1930 hoofd van een school te Groningen werd. In 1930 kwam J. Noorman, van Bontebok, als zijn opvolger. Hij werd op 16 maart 1936 hoofd van School II te Sneek. Op 1 mei 1936 kwam Joh. Burema, van Nijeberkoop. Hij werd in 1939 benoemd tot hoofd van de Lagere Landbouwschool te Westerbork (Dr.) In 1939 werd hij opgevolgd door J. Nijboer, onderwijzer te Assen. Op 1 mei 1947 werd hij hoofd van School 17 te Leeuwarden. In 1947 kwam H.J. Schut uit Heerhugowaard. Hij vertrok op 1 jan. 1951 naar Heerenveen- Zuid. In 1951 kwam G. Toornstra, van Munnekeburen, die omstreeks 1 aug. 1954 naar Drachten vertrok. In 1954 werd hij opgevolgd door S. Jousma uit Haule. Bijzonder onderwijs In 1897 werd te Donkerbroek een vereniging voor een school voor christelijk nationaal onderwijs opgericht. In 1905 werd de school op de Peggebulte gebouwd. Op 28 dec. 1905 werd de school met 45 leerlingen officieel geopend. Het eerste hoofd was toen R. Reyenga. In 1913 kwam er een derde lokaal bij en in 1931 werd het schoolgebouw verbouwd tot 4 lokalen. Meester Reyenga kreeg in maart 1942 eervol ontslag. Omstreeks 16 maart 1942 kwam zijn opvolger: S. den Hollander, onderwijzer te Zuidlaren. Hij is in 1949 naar Indië vertrokken. In datzelfde jaar werd hij opgevolgd door T. Slot. Hij werd in het voorjaar van 1956 hoofd van een school te Rotterdam. 3. Elsloo In 1764 werd Hendrik Jacobs van "Elselo" schoolmeester te Sloten. Hij kwam dus uit Elsloo en zal zeer waarschijnlijk omstreeks 1760 hier wel winterschool gehouden hebben. Hij trouwde in Elsloo op 6 nov. 1768 met Roelofjen Anth. Kortrijk van Dwingelo. In de winter van 1806-1807 was hier G. Karsten. Hij had de 4e rang en was toen 15 jaar oud. In 1807 en 1808 was hier H.A.Weersinga als winterschoolmeester. Hij vertrok in 1808 naar Blesdijke. In 1808 kwam H.J. Poutsma, die hier in 1810 nog was. In 1815 was hier Jan Dirks Kuiper; hij komt hier voor tot 1837. In 1838 werd de school omgezet in een vaste school. Op 1 mei 1838 werd Geert Noordhof, 3e rang en ondermeester te Roden, benoemd als hoofd van deze school. Hij vertrok in de zomer van 1848 naar Oosterwolde. Op 1 juli 1849 kwam Berend Brouwer, bijschoolhouder te Pesse. Zijn inkomen te Elsloo bedroeg ƒ 200, de schoolpenningen (ca. 50 leerlingen à 37½ ct.