Downloaden Download
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
K N O B Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond B U L L E T I N 2011 - 2 Koninklijke Nederlandse INHOUD Oudheidkundige Bond Opgericht 7 januari 1899 Paul Rem De chalets van koningin Wilhelmina in de paleisparken Bulletin KNOB van Het Loo (1881-1882) en Soestdijk (1892) 49 Tijdschrift van de KNOB, mede mogelijk gemaakt door RMIT/Faculteit Bouwkunde, TU Delft en de Rijksdienst voor Dennis de Kool het Cultureel Erfgoed Jan Baptist Xavery (1697-1742): een veelzijdig tuinkunstenaar 59 ISSN 0166-0470 Patricia Debie Redactie Van tuinpaviljoen naar koepelkamer Prof. dr. A.F.W. Bosman Geschiedenis en ontwikkeling van de Utrechtse Maliebaan 68 Prof. dr. M.C. Kuipers Prof. dr. K.A. Ottenheym Publicaties Dr. R.J. Rutte Rob Dettingmeijer, Marie-Thérèse van Thoor en Ida van Zijl Dr. G.H.P. Steenmeijer (red.), Rietvelds Universum; Ida van Zijl, Gerrit Rietveld (recensie Herman van Bergeijk) 80 Dr. M.T.A. van Thoor (hoofdredacteur) C.P. Krabbe, Droomreis op papier. De Prix de Rome en Prof. dr. D.J. de Vries de Nederlandse architectuur (1808-1851), (recensie Wilfred van Leeuwen) 82 Drs. C.C. Gautier (eindredacteur) L. Reijnen (vertaler) KNOB Berichten van het bestuur 83 Kopij voor het Bulletin KNOB Voor auteursinstructies zie: Summaries 84 www.knob.nl/bulletin/richtlijnen-voor-auteurs Auteurs 84 Kopij graag zowel digitaal als op papier aanleveren bij: Bulletin KNOB t.a.v. Dr. M.T.A. van Thoor, hoofdredacteur Postbus 5043, 2600 GA Delft 015 2781535 [email protected] Abonnementen en lidmaatschap KNOB Algemeen: € 66,50 T/m 27 jaar: € 25,50 Vanaf 65 jaar: € 51,00 Instellingen: € 127,50 Bureau KNOB Postbus 5043, 2600 GA Delft 015 2781535 [email protected] www.knob.nl Bestuur KNOB Mr. W.M.N. Eggenkamp (voorzitter), drs. D.H.H. Scheerhout Afbeeldingen omslag (vice-voorzitter), mr. dr. G. Medema (secretaris), Voorzijde: Het Châlet van koningin Wilhelmina in het paleispark van dhr. A.P.P. Met (penningmeester), drs. M. Haaksman (lid), Het Loo, Apeldoorn (foto KNOB, 2011) Achterzijde: A. Xavery, Sabijnse Maagdenroof, 1696, Paleis Het Loo, drs. J. Gerlings (lid) Apeldoorn (foto Dennis de Kool, 2009) Druk en lay-out BULLETIN KNOB Weevers Grafimedia, Postbus 22, 7250 AA Vorden Jaargang 110, 2011, nummer 2 De chalets van koningin Wilhelmina in de paleisparken van Het Loo (1881-1882) en Soestdijk (1892) Paul Rem In de paleisparken van Het Loo en Soestdijk kunnen nog steeds een blik werpen op het charmante bouwseltje. Tot nog toe was de chalets worden aangetroffen die koningin Wilhelmina (1880- de architect van het Châlet niet bekend, maar uit het de rapporta- 1962) in haar jeugdjaren door haar vader en moeder als verjaar- ge van Lucas Hermanus Eberson (1822-1899) blijkt dat hij voor dagscadeaus werden geschonken. Deze landhuizen op kleine het ontwerp verantwoordelijk was. In Eberson had Willem III schaal behoorden tot haar privé domein. Hier speelde zij, maar een architect gevonden die snel op de (soms grillige) wensen van het was ook de plaats waar zij leerde koken en gasten ontvangen. de vorst kon inspelen en met wie hij een vertrouwelijk contact Vlakbij het chalet van Het Loo was een speeltuintje aangelegd, opbouwde. maar er was ook een moestuin en hokken voor de dieren die de Eberson had zijn opleiding genoten aan de Antwerpse Koninklij- jonge Wilhelmina zelf mee hielp te verzorgen. Op latere leeftijd ke Academie. Na een korte leertijd in Parijs keerde hij terug naar trok zij zich in haar chalets terug om delen van haar boek te zijn geboorteplaats Arnhem. Hij groeide uit tot een veelgevraagd schrijven of om er te schilderen. Tot nog toe waren de architec- architect voor welgestelde landgoedeigenaren, voor wie hij ont- ten van de chalets niet bekend, maar uit het ‘Journal, Affaires de werpen leverde voor villa’s, dienstwoningen en bruggen. Eber- S.M. le Roi Guillaume III au Palais du Loo’, dat de architect son trad eveneens op als restauratiearchitect, waarbij hij ingrij- L.H. Eberson bijhield, blijkt dat hij voor het ontwerp voor het pende verbouwingen niet schuwde. Hij verstond de kunst zich in chalet op Het Loo, gebouwd in 1881-1882, verantwoordelijk te leven in zowel de bouwstijl van de huizen die hij verbouwde, was. Uit de archieven van koningin-regentes Emma blijkt dat als de wensen van de opdrachtgevers.2 In 1858 werd Eberson rijksbouwmeester J.P.E. Hoeufft het ontwerp leverde voor het uitgenodigd tekeningen van zijn werk te zenden aan koning Wil- chalet dat in 1892 werd opgetrokken in het paleispark van Soest- lem III, omdat hij in aanmerking kwam de met zijn gezondheid dijk. Ebersons ‘Journal’, de rekeningen van de bouw van het sukkelende H.F.G.N. Camp (1821-1875) op te volgen als Archi- chalet van Het Loo en de latere uitbreiding en de bouwtekenin- tect des Konings. Camp herstelde evenwel en zou nog lange tijd gen en ontwerpen voor de versiering van het chalet bij feestelijke zijn functie bekleden, zodat Eberson nog even geduld moest heb- gelegenheden, maar ook de gegevens over de bouw van het cha- ben. Prins Hendrik was zijn broer de koning een stap voor, door let van Soestdijk door Hoeufft, worden bewaard in het Konink- Eberson in 1871 een rentmeesterswoning op het nabij Paleis lijk Huisarchief in Den Haag. Soestdijk gelegen landgoed Ewijckshoeve te laten bouwen, zo blijkt uit een tekening in het Koninklijk Huisarchief. Het eerste persoonlijke contact van Eberson met koning Willem III dateert Vorstelijke opdrachten aan Eberson van 23 oktober 1873, toen hij op Het Loo werd ontboden om te De ongedwongenheid van het verblijf in de zomerresidentie praten over de bouw van enkele zalen in de omgeving van de al moet voor vorsten altijd een grote aantrekkelijkheid hebben bestaande Comediezaal in de oostelijke vleugel van het paleis. gehad. Voor het Nederlandse koningshuis, en voor de jonge prin- De erudiete, op de Franse bouwkunst georiënteerde architect, en sen en prinsessen in het bijzonder, was dat niet anders. Maar ook de bouwlustige koning (die zijn politieke voorliefde voor Frank- hun spel bevatte toch altijd een didactisch component.1 In de rijk nooit onder stoelen of banken stak) zaten waarschijnlijk al zomer van 1881 wenste koning Willem III voor de jonge prinses snel op één lijn. Het resulteerde in een aantal projecten die Eber- Wilhelmina, enig kind uit zijn tweede huwelijk met koningin son voor Willem III uitwerkte. In 1876 begeleidde hij bijvoor- Emma, een klein landhuis in het paleispark van Paleis Het Loo. beeld de bouw van de Koninklijke Stallen in Den Haag, naar het Het was bedoeld voor haar eerste verjaardag op 31 augustus ontwerp van H.P. Vogel, waarvoor hij eerder zelf ook een ont- 1881. Een jaar later was het ‘Prinsessehuisje’, dat spoedig het werp had geleverd. In 1878, toen de koning de contacten met het ‘Châlet’ zou worden genoemd, voltooid. Het houten huisje is hof van Waldeck en Pyrmont intensiveerde met het oog op zijn behouden gebleven en bevindt zich op het terrein van het Oude huwelijk met prinses Emma, boog Eberson zich over de inwen- Loo, het kasteel dat de koningin als privéverblijf van rijkswege dige restauratie van het Slot van Arolsen. In dezelfde periode ter beschikking staat (afb. 1). Elk voorjaar is het gebied rondom vroeg de koning hem het vorstelijk huwelijk mede voor te berei- het Oude Loo voor het publiek opengesteld en kan de wandelaar den, een onderstreping van de bijzondere relatie tussen de twee pagina’s 49-58 50 bulletin knob 2011-2 Afb. 1. Het Châlet van koningin Wilhelmina in het paleispark van Het Loo (foto Paul Rem, 2010) personen. In de slotkapel van Arolsen herinnert Ebersons oostelijke vleugel aan de Koningslaan. De koning had het plan gedenksteen nog aan de huwelijkssluiting op 7 januari 1879. opgevat in de Kunstzaal, aanvankelijk ook wel ‘Salon-foyer’ In 1883-1884, toen de koning besloot tijdens de zomermaanden genoemd, zijn verzameling sculpturen onder te brengen. De zaal vaker verblijf te houden op Soestdijk, maakte Eberson diverse had een rijk gedecoreerd eikenhouten plafond, geïnspireerd op tekeningen voor verbeteringen en toevoegingen van het paleis en de laat-zeventiende-eeuwse plafonds in het paleis naar ontwerp de gebouwen in het park. Na zijn huwelijk met Emma in 1882 van Daniel Marot, een stijl die de koning Eberson nadrukkelijk zocht de koning een huis dat bedoeld was als ‘weduwgoed’ voor had voorschreven te hanteren. In de hellende vlakken van het de koningin, voor het geval na zijn dood zijn nog levende zoon gewelf was aanvankelijk matglas opgenomen, dat in het begin uit zijn eerste huwelijk de troon zou bestijgen. Eberson vergroot- van de twintigste eeuw werd vervangen door eikenhouten pane- te een eerder door hem gebouwde villa in de omgeving van Ren- len.3 In de koof prijken tien medaillons met portretten van kun- kum, herdoopt als Oranje Nassau’s Oord, met een extra verdie- stenaars en letterkundigen, waaronder Eberson zelf (afb. 2). Op ping. Ook ontwierp hij een stal, een koetshuis en een conciërge- de west- en oostwand van het gewelf werden gefingeerde groeps- woning. Een laatste groot project waarmee de koning Eberson portretten van zestiende- en zeventiende-eeuwse schilders en belastte was de (niet uitgevoerde) bouw van Villa Belvédère in bouwmeesters aangebracht door de Haagse schilder Johannes de Scheveningse Bosjes in 1886. In het groothertogdom Luxem- Stortenbeker (1821-1899). De ontwerptekeningen voor de wan- burg ten slotte, was Eberson betrokken bij de restauratie van een den, de plattegrond en het plafond worden in de collectie van toren van Slot Berg en met (niet uitgevoerde) ontwerpen voor Paleis Het Loo bewaard. Enkele zijn door Eberson gesigneerd en een paleis in Septfontaines. gedateerd.4 De meeste zijn echter van de hand van Wilhelm Neelmeijer (1849-1916), die gedurende de bouw in 1875 tot Opzichter bij ’s Konings Bouwkundige Werken van Paleis Het Ebersons ontwerpen voor Het Loo Loo werd benoemd en nauw met Eberson samenwerkte.