BERLARE// RUP Galgenberg

Onderzoek tot m.e.r.- Ontwerp

Het College van burgemeester en schepenen van de gemeente Dorp 22 9290 Berlare

Grontmij Vlaanderen Gent, 05 augustus 2011

287895_revisie 01 Verantwoording

Titel : Gemeente Berlare RUP Galgenberg

Subtitel : Onderzoek tot m.e.r. - Definitief

Projectnummer : 287895

Referentienummer :

Revisie : 03

Datum : 10 augustus 2011

Auteur(s) : Katrien Mels, Eveline Vandenbogaerde, Thomas Telen

E-mail adres : [email protected]

Gecontroleerd door :

Goedgekeurd door : Erwin Malcorps

Contact : Meersstraat 138A B-9000 Gent T +32 9 241 59 20 F +32 9 241 59 30 [email protected] www.grontmij.be

287895_revisie 01 Pagina 2 van 96 Gezien en voorlopig goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van XXX Zegel van de gemeente Op bevel,

De Secretaris, Wn Burgemeester, Frank Lippens Katja Gabriëls

Het college van burgemeester en schepenen verklaart dat onderhavig RUP voor eenieder ter inzage heeft gelegen Zegel van de gemeente van XXX tot XXX Namens het college Op bevel,

De Secretaris, Wn Burgemeester, Frank Lippens Katja Gabriëls

Gezien en definitief aangenomen door de gemeenteraad in vergadering van XXX Zegel van de gemeente Op bevel,

De Secretaris, Wn Burgemeester, Frank Lippens Katja Gabriëls

Verantwoordelijk ruimtelijk planner,

Katrien Mels Ir.architect – Ruimtelijk planner

287895_revisie 01 Pagina 3 van 96 Inhoudsopgave

1 Inleiding ...... 9 1.1 Opdracht ...... 9 1.2 Initiatiefnemer...... 10

2 Situering ...... 11 2.1 Situering Berlare: centrale gemeente in de provincie Oost-Vlaanderen...... 11 2.2 Ruimtelijke context: verkenning van het plangebied ‘Galgenberg’...... 15

3 Juridische context ...... 21 3.1 Gewestplan ...... 21 3.2 Diverse planologische initiatieven...... 21 3.3 Verkavelingen en ruilverkavelingen ...... 26 3.4 Natuurbeschermingsgebieden...... 26 3.5 Beschermde monumenten en landschappen, relictzones en lijnrelicten...... 26 3.6 Wegen en water...... 27 3.7 Andere...... 27

4 Planningscontext ...... 28 4.1 Relatie met ruimtelijke structuurplannen...... 28 4.2 Mobiliteitsplan (2001)...... 31 4.3 Decreet Grond- en pandenbeleid...... 33

5 Dynamiek in het plangebied ...... 36 5.1 Inrichtingsvoorstel sociale woningbouw Eremijtenwegel...... 36

287895_revisie 01 Pagina 4 van 96 6 Actuele noden binnen het plangebied ...... 38 6.1 Analyse van de individuele noden van de bedrijvigheid binnen het plangebied ...... 38 6.2 Analyse van de ruimtebehoefte van de aanwezige openbare nutsvoorzieningen binnen het plangebied...... 40

7 Doelstellingen ...... 42 7.1 Duidelijke voorschriften voor de bestaande woonzone ...... 42 7.2 Bieden van ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven voor de bestaande kmo’s mits ruimtelijke inpassing ...... 42 7.3 Ontwikkeling van sociale huisvesting...... 42 7.4 Het bestendigen van de zone voor openbare nutsvoorzieningen ...... 42 7.5 Herzien van ruimtelijk achterhaalde bestemmingen...... 43 7.6 Inbouwen voldoende flexibiliteit bestemmingszones...... 43

8 Ruimtelijke analyse...... 44 8.1 Historiek ...... 44 8.2 Structuur vandaag...... 45

9 Ruimtelijke ontwikkelingsvisie ...... 47 9.1 Ruimtelijke concepten...... 47 9.2 Structuurschets ...... 50

10 Onderzoek tot m.e.r...... 51 10.1 Alternatieven ...... 52 10.2 Grensoverschrijdende effecten...... 53 10.3 Aftoetsing plan-MER plicht van rechtswege ...... 53 10.4 Scoping milieu-effecten...... 61 10.5 Externe mensveiligheid...... 92 10.6 Eindconclusie...... 93

11 Decretale bepalingen...... 96 11.1 Opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden ...... 96

287895_revisie 01 Pagina 5 van 96 Tabellen

Tabel 1: lijst aangeschreven bedrijven (A = antwoord; GA = geen antwoord)...... 38 Tabel 2: Overzichtstabel bestaande bedrijvigheid Galgenberg...... 53 Tabel 3: Soorten SBZ-V (BE2301235) (bron: www.Agiv.be)...... 56 Tabel 4: Habitats SBZ-H (BE2300006) (bron: www.Agiv.be)...... 57 Tabel 5: Vissen SBZ-H (BE2300006) (bron: www.Agiv.be) ...... 57 Tabel 6: Amfibieën en Reptielen SBZ-H (BE2300006) (bron: www.Agiv.be) ...... 57

287895_revisie 01 Pagina 6 van 96 Lijst van figuren

Figuur 1: Situering Berlare ...... 11 Figuur 2: Situering Galgenberg ...... 12 Figuur 3: Topografische kaart met afbakening plangebied 1/50.000 (AGIV)...... 13 Figuur 4: Topografische kaart met afbakening plangebied 1/10.000 (AGIV)...... 13 Figuur 5: Afbakening plangebied op orthografische luchtfoto (AGIV) ...... 14 Figuur 6: Kaart met straatnamen ...... 14 Figuur 7: ruimtelijke context - topografische kaart...... 15 Figuur 8: ruimtelijke context – orthofoto (incl. foto-aanduidingen)...... 15 Figuur 9: Gewestplan...... 21 Figuur 10: BPA nr. 2 Galgenberg (1993) ...... 22 Figuur 11: Structuurschets Herziening BPA nr.2 Galgenberg (1993)...... 23 Figuur 12: Gedeeltelijke weergave van het oorspronkelijke BPA...... 25 Figuur 13: Wijziging BPA nr. 2 Galgenberg (2008) ...... 25 Figuur 14: Atlas van buurtwegen (bron: www.gisoost.be)...... 27 Figuur 15: Schematische weergave van de ruimtelijke visie op Vlaanderen...... 28 Figuur 16: schematische weergave van de gewenste ontwikkelingsvisie op Oost-Vlaanderen ...... 29 Figuur 17: Gewenste Structuur Berlare Centrum - kaart 7 (bron: GRS)...... 31 Figuur 25: Inrichtingsvoorstel 1 met realisatie van 26 woningen (Abetec) ...... 36 Figuur 26: Inrichtingsvoorstel 2 met realisatie van 24 woningen (Abetec) ...... 37 Figuur 27: Inrichtingsvoorstel 3 met realisatie van 23 woningen (Abetec) ...... 37 Figuur 24: overzicht inplanting bestaande bedrijvigheid ...... 38 Figuur 18: Ferrariskaart (1777) Figuur 19: Vandermaelenkaart (1795-1869) ...... 44 Figuur 20: bebouwingstypes ...... 45 Figuur 21: lijninfrastructuur...... 45 Figuur 22: Opdeling plangebied volgens functies ...... 46 Figuur 23: Functieopdeling in het plangebied ...... 46 Figuur 28: Conceptfiguur 1 – realiseren van een kwalitatieve ruimtelijke overgang tussen woongebied en bedrijvigheid ...... 47 Figuur 29: Conceptfiguur 2 - éénduidige ontsluitingsstructuur en dooradering ...... 48 Figuur 30: Conceptfiguur 3 - continuïteit (bestaande) natuurlijke structuren...... 48

287895_revisie 01 Pagina 7 van 96 Figuur 31: Conceptfiguur 4 - integratie onbereikbare en braakliggende percelen...... 49 Figuur 32: Conceptfiguur 5 – volwaardige afwerking randen naar omgeving toe...... 49 Figuur 33: Structuurschets RUP Galgenberg...... 50 Figuur 34: Natura 2000 ...... 54 Figuur 35: Biologische waarderingskaart ...... 55 Figuur 36: Verdroging ...... 59 Figuur 37: Figuur gebieden van het VEN (Agiv,1e fase afbakening van het VEN0310) ...... 62 Figuur 38: Ruimtelijk kwetsbare gebieden volgens het Gewestplan ...... 63 Figuur 39: Grondwaterwinningsgebieden ...... 64 Figuur 40: Onroerend erfgoed...... 65 Figuur 41: Overstromingskaart...... 67 Figuur 42: Overstromingsgevoelige ...... 68 Figuur 43: Grondwater-...... 69 Figuur 44: Erosiegevoelige ...... 70 Figuur 45: Hellingenkaart...... 71 Figuur 46: Infiltratiegevoeligheid ...... 72 Figuur 47: Zoneringsplan (VMM) ...... 73 Figuur 48: Grondwaterkwetsbaarheid ...... 74 Figuur 49: Bodemkaart (Agiv, 2001) ...... 75 Figuur 50: Drainagekaart (Agiv, 2001) ...... 76 Figuur 51: Bodemsaneringen en -onderzoeken...... 77 Figuur 52: Biologishe waarderingskaart...... 78 Figuur 53: Vogelatlas (INBO)...... 79 Figuur 54: Landschapsatlas...... 80 Figuur 55: Inventaris van het bouwkundig erfgoed ...... 81 Figuur 56: Centraal archeologische inventaris...... 82 Figuur 57: landbouwtyperingskaart ...... 83 Figuur 58: Herbevestigde agrarische gebieden ...... 84 Figuur 59: Stiltegebieden ...... 85 Figuur 60: BPA Galgenberg...... 87 Figuur 61: BPA Galgenberg - herziening ...... 87 Figuur 62: Gewenste verkeers- en vervoersstructuur (bron: GRS Berlare)...... 88 Figuur 63: Overzicht buslijnen Berlare (bron: www.DeLijn.be)...... 89

287895_revisie 01 Pagina 8 van 96 1 Inleiding

1.1 Opdracht  in voorkomend geval een overzicht van de conclusie van: a) het planmilieueffectenrapport; De opdracht bestaat uit het opmaken van een ruimtelijk uitvoeringsplan b) de passende beoordeling; “Galgenberg” overeenkomstig de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening, en latere wijzigingen, de uitvoeringsbesluiten en de ter zake door de c) het ruimtelijk veiligheidsrapport; Vlaamse Regering en het agentschap RO-Vlaanderen verstrekte richtlij- d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; nen, rekening houdend met de gemeentelijke ruimtelijke structuur.  in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd Artikel 2.2.2 van de codex ruimtelijke ordening bepaalt de inhoud van het die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, ver- ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP), met name: meld in artikel 2.6.1, een planbatenheffing, vermeld in artikel  een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebie- 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, den het plan van toepassing is; van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en  de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de pandenbeleid. bestemming, de inrichting en/of het beheer, en, desgevallend, de normen, vermeld in art 4.1.12 en 4.1.13 van het decreet van Volgens artikel 2.2.13 §2 worden de RUP’s opgemaakt ter uitvoering van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid; het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het gemeentelijk ruimtelijk struc- tuurplan van Berlare is op 24 januari 2008 goedgekeurd bij ministerieel  een weergave van de feitelijke en juridische toestand; besluit. Dit structuurplan is de basis voor dit RUP. Het RUP dient boven-  de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke struc- dien te kaderen in de gewenste ruimtelijke structuur van het RSV en het tuurplannen waarvan het een uitvoering is; PRS.  in voorkomend geval, een zo mogelijk limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en Met de opmaak van het RUP “Galgenberg” wenst het gemeentebestuur die opgeheven worden; van Berlare het gebied gelegen tussen Hoogstraat, Leopolddreef, Galgen- bergstraat en Sint-Jobstraat ruimtelijk te structureren.

287895_revisie 01 Pagina 9 van 96 Inleiding

Hierbij wordt het BPA Galgenberg, goedgekeurd in 1983 en de wijziging van een gedeelte ervan, goedgekeurd in 2008 opgeheven en vervangen door dit RUP. Het nieuwe RUP is iets ruimer in oppervlakte dan het BPA Galgenberg. Door de zone rond de Eremijtenwegel, die aansluit bij de zo- ne van het BPA, mee op te nemen en te structureren, wordt ook voor dit gebied een grotere ruimtelijke kwaliteit beoogd.

De oppervlakte van het plangebied bedraagt ongeveer 19,4 ha.

1.2 Initiatiefnemer

Het College van burgemeester en schepenen van de gemeente Berlare Dorp 22 B – 9290 Berlare

287895_revisie 01 Pagina 10 van 96 2 Situering

2.1 Situering Berlare: centrale gemeente in de provincie Oost-Vlaanderen

Berlare is één van de 65 gemeenten van de provincie Oost-Vlaanderen. De gemeente Berlare is een centrale gemeente in de provincie Oost- Vlaanderen en bevindt zich binnen de gouden driehoek Gent – Antwerpen – Brussel. Administratief behoort Berlare tot het arrondissement Dender- monde.

Het huidige Berlare bestaat sedert de fusie van 1977 uit de deelgemeen- ten Berlare, Overmere en Uitbergen. Tussen Overmere en Berlare ligt, gespreid over de drie deelgemeenten, het gehucht Donk. Het is als het ware gevat tussen het Donkmeer en het Berlare Broek. Berlare is vooral bekend omwille van dit ‘Donkmeer’.

Berlare heeft ongeveer 13985 inwoners (toestand op 31 december 2004) en heeft een oppervlakte van 3781 ha. Dit komt neer op ongeveer 369 inw/km². In de deelgemeente Berlare woont meer de helft van de bevol- king. In deze deelgemeente bevinden zich eveneens de meeste voorzie- Figuur 1: Situering Berlare ningen. Voor stedelijke functies zijn vooral Gent, , en Aalst belangrijk. De belangrijkste tewerkstellingspolen zijn naast de gemeente zelf: , Gent, Dendermonde, Aalst, Brussel en Lokeren.

287895_revisie 01 Pagina 11 van 96 Situering

lende bosfragmenten. Het drooggelegde Broek (Broekbos), het Donk- meer, de Gratiebossen en de bossen ter hoogte van Nieuwdonk vormen samen met het Donkmeer het groene hart van de gemeente Berlare.

De noordelijke grens van de gemeente Berlare wordt gedefinieerd door de E17. Er is geen op- en afrittencomplex in de gemeente aansluitend op deze hoofdweg.

De belangrijkste wegen voor de gemeente Berlare zijn de N445, N407, N467 en de provincieweg Overmere-Uitbergen. De overige wegen heb- ben een ontsluitende of toeganggevende functie op lokaal niveau.

Er bevindt zich geen treinstation in Berlare. Voor een station zijn de inwo- ners van Berlare aangewezen op volgende stations in de buurt: Schoon- aarde, Schellebelle, Zele, , Dendermonde, Lokeren, , Aalst, Lede en Gent.

In het zuiden vormt de Schelde de grens van Berlare. De barrièrewerking van deze rivier wordt door de verschillende overgangen vrij goed opge- vangen. De Schelde kan naast de twee bruggen t.h.v. Uitbergen en Berla- re overgestoken worden via twee veren (waarvan 1 op het grondgebied van Wichelen). Landschappelijk bevindt de gemeente Berlare zich aan de zuidelijke rand Figuur 2: Situering Galgenberg van de Vlaamse Vallei. Berlare behoort daarbij tot het traditioneel land- schap van het ‘Straatdorpengebied van Lokeren’ en ‘Scheldevallei’ De Schelde heeft een sterke invloed gehad op de ruimtelijke ontwikkeling stroomafwaarts Gent. van de gemeente Berlare. 10 000 jaar geleden vloeide deze rond de zandduinen van Bareldonk. Steeds weer verlegde de Schelde traag haar De gemeente heeft nog een landelijk karakter. Een belangrijk deel van de loop. Na duizenden jaren was de oude Schelde-arm opgevuld door veen. oppervlakte van de gemeente wordt ingenomen door het Donkmeer, een Eind 17e eeuw begon men in Berlare het veen te delven en de aldus ont- belangrijke recreatieve attractiepool en een gebied met een grote natuur- gonnen turf aan de man te brengen. De grootschalige ontginningen gin- waarde. gen door tot ver in de 19e eeuw. Huidige plassen blijven als stille getuigen over. De nederzettingsstructuur in de regio wordt gekenmerkt door een opval- lende aanwezigheid aan lintbebouwing. Dit is vooral opvallend in Overme- De huidige Schelde-meander is nog steeds een waardevol en aanwezig re en Donk. Doch ook Berlare is niet vrij gebleven van lintbebouwing. landschap. Verspreid over de gemeente bevinden zich ook nog verschil-

287895_revisie 01 Pagina 12 van 96 Situering

Figuur 3: Topografische kaart met afbakening plangebied 1/50.000 (AGIV) Figuur 4: Topografische kaart met afbakening plangebied 1/10.000 (AGIV)

287895_revisie 01 Pagina 13 van 96 Situering

Figuur 5: Afbakening plangebied op orthografische luchtfoto (AGIV) Figuur 6: Kaart met straatnamen

287895_revisie 01 Pagina 14 van 96 Situering

2.2 Ruimtelijke context: verkenning van het plangebied ‘Galgenberg’

07 06 wonen in lintbebouwing 09 08 kerk- 05 hof 04 03 02 12 01 31 29 10 27 30 28 32 26 21 22 24 11 25 20 woon- 23 19 05 wijk woonwijk 12 18 03 17 13 15 16 14 basisschool

Figuur 7: ruimtelijke context - topografische kaart Figuur 8: ruimtelijke context – orthofoto (incl. foto-aanduidingen)

287895_revisie 01 Pagina 15 van 96 Situering

In het noorden en het westen wordt het plangebied begrensd door de woonverlinting van open, halfopen en gesloten woonbebouwing langsheen de Hoogstraat. Langsheen deze straat vormt de Villa ‘Mon Désir’ een zeer waardevol bebouwd accent, omgeven door groen.

Foto 01: Sint-Jobstraat Foto 02: Hoogstraat Foto 03: Hoogstraat Foto 04: Hoogstraat-Eremijtenwegel

Foto 05: Hoogstraat Foto 06: Hoogstraat Foto 07: Bakkerstraatje Foto 08: Villa ‘Mon Désir’

287895_revisie 01 Pagina 16 van 96 Situering

Het oostelijk deel van het plangebied wordt enerzijds geflankeerd door woningen die deel uitmaken van een woonwijk. Tevens wordt aan deze zijde het kerk- hof gescheiden van het plangebied door een langgerekt bouwblok. Aan de noord- en zuidzijde wordt het plangebied eveneens geflankeerd door woonweefsel. Ten zuiden bevindt zich ook de basisschool “Ten Berge”. In aansluiting op deze school is een achterliggend open ruimtegebied waarneembaar; het gebied wordt gekenmerkt door heide.

Foto 09: Leopolddreef Foto 10: Leopolddreef Foto 11: Leopolddreef Foto 12: woningen Leopolddreef

Foto 13: nieuw aangelegd voetpad Foto 14: aansluiting open ruimte gebied Foto 15: basisschool “Ten Berge” Foto 16: basisschool “Ten Berge”

287895_revisie 01 Pagina 17 van 96 Situering

Verder kunnen enkele bedrijven opgemerkt worden. Deze bedrijven zijn gelegen langsheen de Galgenbergstraat en Bollewerkstraat. Ook bevinden zich hier de tennishal, het huidige containerpark en het gemeentemagazijn.

Foto 17: bedrijvigheid Galgenbergstraat Foto 18: bedrijvigheid Galgenbergstraat Foto 19: gemeentemagazijn Foto 20: containerpark Bollewerkstraat

Foto 21: tennishal Bollewerkstraat Foto 22: Bollewerkstraat Foto 23: bedrijvigheid Galgenbergstraat Foto 24: woningen Galgenbergstraat

287895_revisie 01 Pagina 18 van 96 Situering

Het gebied rond de Eremijtenwegel wordt vandaag gekenmerkt door een ongestructureerde inrichting en een bijgevolg lage ruimtelijke kwaliteit.

Foto 25: Sint-Jobkapel Foto 26: Eremijtenwegel Foto 27: Haciënda Foto 28: Eremijtenwegel

Foto 29: Eremijtenwegel Foto 30: Eremijtenwegel Foto 31: Eremijtenwegel Foto 32: Sint-Jobstraat

287895_revisie 01 Pagina 19 van 96 Situering

Binnen het plangebied zelf treffen we geaccidenteerde braakliggende gronden aan. De aanwezigheid van een beek, enkele houtkanten, verspreide knotwil- gen en bomenrijen wijzen op restanten van landschappelijke elementen binnen het plangebied.

Foto 33: binnengebied Hoogstraat Foto 34: braakliggend terrein Foto 35: boomgaard Galgenbergstraat Foto 36: geaccidenteerd terrein

Foto 37: braakliggende gronden Foto 38: braakliggende gronden Foto 39: geaccidenteerd terrein Foto 40: beken en houtkanten

287895_revisie 01 Pagina 20 van 96 3 Juridische context 3.2 Diverse planologische initiatieven

Type plan In het plangebied Aangrenzend Algemeen Plan Geen Geen van Aanleg Bijzonder Plan  BPA nr. 2 Gal- Geen van Aanleg genberg 3.1 Gewestplan  wijziging BPA nr. 2 Galgenberg De gemeente Berlare maakt deel uit van het gewestplan Dendermonde Gewestelijk Ruimtelijk Geen Geen (KB 07 november 1978). Volgens dit gewestplan is het plangebied gelegen Uitvoeringsplan in gebied voor dagrecreatie, woongebied en gebieden voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s. Provinciaal Ruimtelijk Geen Geen Uitvoeringsplan Gemeentelijk Ruimtelijk Geen Geen Uitvoeringsplan

Figuur 9: Gewestplan

287895_revisie 01 Pagina 21 van 96 Juridische context

3.2.1.1 BPA nr. 2 Galgenberg (1993)

Met dit BPA werd de achterhaalde bestaande bestemming als recreatie- gebied van een gebied in het centrum van Berlare heringetekend met zo- nes voor KMO, gemeenschapsvoorzieningen, wonen, e.d.

De wijziging 1 van het BPA Galgenberg is goedgekeurd op 3 mei 1993 en omvat volgende artikels:  Artikel 1: Algemeen  Artikel 2: Publiciteit  Artikel 3: Zone voor verkeerswegen  Artikel 4: Welstand der gebouwen  Artikel 5: Zone voor bedrijfswoningen  Artikel 6: Zone voor halfopen bebouwing  Artikel 7: Zone voor open woningbouw  Artikel 8: Zone voor ambachtelijke en kleine ondernemingen  Artikel 9: Zone voor gebouwen van openbaar nut  Artikel 10: Zone voor bijgebouwen  Artikel 11: Zone voor koeren, erven en tuinen  Artikel 12: Zone voor achteruitbouw  Artikel 13: Bufferzone  Artikel 14: Zone voor openbaar groen  Artikel 15: Zone voor volkstuinen  Artikel 16: Zone voor sport

Figuur 10: BPA nr. 2 Galgenberg (1993)

287895_revisie 01 Pagina 22 van 96 Juridische context

3.2.1.2 Wijziging BPA nr. 2 Galgenberg (2008) Om mogelijke verkeershinder of –overlast te vermijden wordt opgeno- men dat de ontsluiting van de gehele zone voor openbaar nut dient te De aanleiding voor de wijziging van het BPA is de nood aan een grotere gebeuren langs de Bollewerkstraat. zone voor openbaar nut, enerzijds nodig voor een uitbreiding van het be- staande containerpark, anderzijds voor het inrichten van een parkeergele- a/ Mogelijke inrichtingsschets voor het plangebied genheid voor particuliere vrachtwagens. In wat volgt wordt de structuurschets, zoals destijds opgenomen in de toe- Volgende krachtlijnen bepalen de betreffende BPA wijziging: lichtingsnota van de herziening van het BPA Galgenberg, kort weergege- ven en toegelicht:  Het voorzien van een zone voor openbaar nut Het huidige containerpark is aan uitbreiding toe en op de huidige loca- tie is hier geen ruimte meer voor beschikbaar. Vandaar dat er behoefte is aan een herlocalisatie binnen het plangebied. De huidige locatie van het containerpark, gelegen in openbare nutszone, zal dan worden be- nut voor de noodzakelijke uitbreiding van het daar aanpalende ge- meentelijk magazijn van de technische dienst.

Aangezien er binnen de gemeente een parkeerverbod voor vrachtwa- gens van kracht is, is het wenselij om binnen deze zone voor openbaar nut eveneens ruimte te voorzien voor een parkeerplaats voor vracht- wagens. Ook is het mogelijk dat deze parking gebruikt wordt door de bedrijven in de onmiddellijke omgeving.

 Het beperken van de overlast en het integreren van het plangebied in de omgeving Bij de inrichting van de zone voor openbaar nut is rekening gehouden met de inpassing in de omgeving. Langs de Leopolddreef bevinden zich immers woningen en aan de Galgenbergstraat situeert zich de school ‘Ten Berge’.

Om de visuele hinder en de geluidshinder te ondervangen is geopteerd voor het voorzien van ruime groenschermen ten aanzien van de wo- ningen. Ten aanzien van de school wordt de garantie geboden tot het Figuur 11: Structuurschets Herziening BPA nr.2 Galgenberg (1993) behoud van de recente aanplanting van fruitbomen.

287895_revisie 01 Pagina 23 van 96 Juridische context

‘’In bovenstaande inrichtingsschets wordt de parking voor vrachtwagens aan de b/ Bestemmingen Wijziging BPA nr. 2 Bollewerkstraat gesitueerd. Deze locatie is het meest geschikt omwille van ener- zijds de verkeersveiligheid (geen ontsluiting langs de woonstraat), en anderzijds de De wijziging van het BPA Galgenberg heeft betrekking op de zone voor sociale controle. volkstuinen, de zone voor openbaar groen, de wandelweg en de bufferzo- ne. De totale oppervlakte van het plangebied binnen deze herziening be- Hierop aansluitend situeert zich het nieuwe containerpark. Op die manier worden draagt 20.875m². De zones in het oorspronkelijke BPA werden herbe- toekomstige uitbreidingen van het containerpark niet gehypothekeerd en wordt het stemd als: creëren van restruimten vermeden.  Zone 1: zone voor bos (4.333 m²) Met dit inrichtingsvoorstel wordt verkeershinder op de Bollewerkstraat geredu-  Zone 2: zone voor groenscherm (1.768 m²) ceerd, aangezien de wagens op het terrein zelf kunnen aanschuiven en de in- en  Zone 3: zone voor openbaar nut (14.774 m²) uitritten van de parking en het containerpark worden gecombineerd.

In het kader van de landschappelijke inpassing wordt rondom de volledige zone een groenscherm aangebracht. Ter hoogte van de woningen en het bos worden tevens taluds opgericht om de visuele en geluidshinder te ondervangen.

Aan de straatkant wordt voor de parking een transparante groenstrook voorzien waardoor de omgevingshinder van de parking tot een minimum wordt herleid en de zichtbaarheid, in functie van de sociale controle, naar de parking eveneens gega- randeerd blijft.

Ook is rekening gehouden met de bestaande groenstructuur. Om die reden wordt de recente aanplanting van de fruitbomen behouden en wordt de bestaande hout- kant aan de overzijde van de Bollewerkstraat doorgetrokken tot op de parking.’’

287895_revisie 01 Pagina 24 van 96 Juridische context

Figuur 12: Gedeeltelijke weergave van het oorspronkelijke BPA Figuur 13: Wijziging BPA nr. 2 Galgenberg (2008)

287895_revisie 01 Pagina 25 van 96 Juridische context

c/ Argumentatie voor de locatiekeuze 3.3 Verkavelingen en ruilverkavelingen

De locatiekeuze van het containerpark werd gebaseerd op onderstaande Type plan In het plangebied argumenten of vaststellingen: Verkavelingsvergunningen Zie plan juridische toestand  Op het grondgebied van de gemeente Berlare waren er geen andere Ruilverkavelingen Geen zones voor openbare infrastructuur meer aanwezig behoudens de zo- ne direct palend aan het geklasseerde landschap het Donkmeer. Ge- zien de nabijheid van het geklasseerde landschap kwam deze zone 3.4 Natuurbeschermingsgebieden niet in aanmerking. De zone werd immers reeds ingenomen door de Festivalhal, het Boerenkrijgmuseum en het toeristisch kantoor. Type In het plangebied Aangrenzend  De bestemming van het containerpark is verenigbaar met de aanpa- Vogelrichtlijngebieden Geen Geen lende bestemmingen van bedrijvigheid en de gemeentelijke technische dienst. Habitatrichtlijngebieden Geen Geen  De huidige bestemming van volkstuintjes was niet meer wenselijk Gebieden van het Vlaams Geen Geen aangezien alle contracten zijn opgeheven en er hier geen vraag meer Ecologisch Netwerk – was naar volkstuintjes. 1°fase  De grond was reeds volledig eigendom van de gemeente. RAMSAR Geen Geen  Ten aanzien van de woningen werd er voldoende buffering in de vorm 3.5 Beschermde monumenten en landschappen, relictzo- van ruime groenschermen voorzien om de visuele hinder te beperken. nes en lijnrelicten Bovendien werd de verkeersoverlast voor de woningen beperkt door de toegang tot het containerpark volledig langs de Bollewerkstraat te organiseren. Type In het plangebied  De voorziening situeert zich in de kern van Berlare. Beschermd monumenten en dorpsgezichten Geen Relictzones en lijnrelicten Geen Hieruit kon geconcludeerd worden dat de vooropgestelde locatie voor het containerpark het meest verantwoord is.

287895_revisie 01 Pagina 26 van 96 Juridische context

3.6 Wegen en water 3.7 Andere Type In het plangebied Aangrenzend Type In het plangebied Gewestwegen geen nvt Vastgestelde bouwover-  perceel 509k (1986): oprichten van bu- Provinciewegen geen nvt tredingen reau en refter zonder vergunning; Rooilijnplannen geen nvt  perceel 518c (1996): niet aanbrengen van een groenscherm. Buurtwegen Zie plan juridische Zie plan juridische Milieuvergunningen: toestand toestand Toegekende milieu- en exploitatievergunningen  518c: klasse 2, uitbaten drukkerij; Waterlopen Zie plan juridische Zie plan juridische  525s: klasse 1, exploitatie containerpark; toestand toestand  525h: klasse 2, zandstralen van metalen; Overstromingsgebieden geen geen  532b: klasse 1, veevoederbedrijf;  500a: klasse 2, metaalbewerking;  6 vergunningen klasse 3 voor mazout- tank, gastank en houden van parkieten. Onbewoonbare en on- Geen geschikt verklaarde woningen Geïnventariseerde leeg- Leegstand: stand en/of verwaar-  Hoogstraat nr, 7 sinds 18/05/2011; loosde bedrijfsruimten,  woningen en andere Hoogstraat nr. 15 sinds 19/12/2008; gebouwen  Eremijtenwegel nr. 4 app.11 sinds 17/11/2010 Recht van voorkoop Geen

Figuur 14: Atlas van buurtwegen (bron: www.gisoost.be)

287895_revisie 01 Pagina 27 van 96 4 Planningscontext

4.1 Relatie met ruimtelijke structuurplannen De uitgangshouding is het realiseren van een duurzame ruimtelijke ontwikke- ling. De belangrijkste doelstelling is het tegengaan van de verdere versprei- 4.1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (1997) ding van stedelijke functies in en de versnippering van de open ruimte.

Ruimtelijk beleid voor het buitengebied

Uit de ‘Bindende bepalingen’ van het RSV blijkt dat Berlare zich bevindt in het ‘buitengebied’. Op het niveau van Vlaanderen bekeken, is dit het gebied waar- in de open (onbebouwde) ruimte primeert. De ruimtelijke structuur van het buitengebied wordt bepaald door:  de natuurlijke structuur  de agrarische structuur  de nederzettingsstructuur  de infrastructuur

De doelstellingen van het RSV voor het buitengebied zijn:

 het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies (landbouw, na- Figuur 15: Schematische weergave van de ruimtelijke visie op Vlaanderen tuur, bos, wonen en werken op het niveau van het buitengebied)  het tegengaan van de versnippering van het buitengebied Op 23 september 1997 werd het eerste Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen  het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied (wonen, (RSV) definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering. Het is een beleidsdo- verzorgende activiteiten) cument dat richtinggevend en deels bindend is voor de Vlaamse regering,  het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen haar administraties en alle onder het Gewest ressorterende instellingen, en  voor de provinciale en gemeentelijke overheid. het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied

287895_revisie 01 Pagina 28 van 96 Planningscontext

 het afstemmen van het ruimtelijk beleid en het milieubeleid op basis van het fy-  Openruimteactoren ingeschakeld in het landschapsbeheer en de Natuur- sisch systeem versterking  het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied  Stedelijke kernen en grote dorpen als poorten tussen het stedelijk netwerk en het regionaal park In het ‘richtinggevend gedeelte’ van het RSV wordt Berlare gesitueerd binnen  Dorpen en verlaten bedrijfsgebouwen ingeschakeld in het toeristisch- het centraal stedelijk netwerk de ‘Vlaamse Ruit’. De Vlaamse Ruit is het recreatief en educatief medegebruik Vlaams stedelijk kerngebied, gevormd rond de grootstedelijke gebieden Ant- werpen en Gent, het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de vier regionaalstedelijke gebieden Leuven, Me- chelen, Aalst en Sint-Niklaas.

Het gebied heeft in Noord-West-Europees verband een grootstedelijke reik- wijdte en is van internationaal economisch belang voor Vlaanderen. Voor Ber- lare heeft de ligging binnen de Vlaamse Ruit weinig invloed; de categorisering als buitengebied primeert.

4.1.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen (2004)

Het provinciaal ruimtelijk structuurplan werd op 10 maart 2004 definitief vast- gesteld door de Oost-Vlaamse provincieraad. Na publicatie in het Belgisch Staatsblad (10 maart 2004) werd het provinciaal ruimtelijk structuurplan op 24 maart 2004 van kracht.

Berlare wordt hierin gezien als deel uitmakend van de ‘deelruimte van de Scheldevallei’, de ‘groene slagader van Vlaanderen’.

De Scheldevallei wordt ontwikkeld als groene long in de Vlaamse Ruit. Hierbij worden de landschappelijke en ecologische potenties ten volle benut. Om de Figuur 16: schematische weergave van de gewenste ontwikkelingsvisie op Oost- natuurlijke en landschappelijke potenties te versterken, worden alle sectoren Vlaanderen coherent ontwikkeld. Het toeristisch-recreatief belang wordt versterkt en benut in de verdere ontwikkeling van de deelruimte. Dit beleid is complementair aan dat voor de Vlaamse Ruit (bundeling en concentratie van wonen en bedrijvig- heid in stedelijke gebieden/netwerken en behoud van de resterende open ruimte voor landbouw). Het wordt vertaald in onderstaande ruimtelijke princi- pes.

287895_revisie 01 Pagina 29 van 96 Planningscontext

4.1.3 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare (2008) van Berlare gevestigd (al dan niet op een bedrijventerrein) en het is niet op- portuun deze te verwijderen. De bestaande kleine ambachtelijke zones in de Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan werd op 24 januari 2008 goedge- kern van Berlare aan Galgenberg, de Sarosstraat, Hogeweg en Overheet kun- keurd door de bestendige deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen. nen behouden blijven. Waar nodig dient extra aandacht besteed te worden Het plangebied van het RUP Galgenberg behoort tot de ‘kern van Berlare’ aan een betere integratie binnen het woonweefsel en dienen indien mogelijk (deelruimte 1)’. uitbreidingsmogelijkheden voorzien worden.

Berlare wordt geselecteerd als hoofddorp. In deze kern staat kernversterking Aansluitend op het KMO-terrein te Galgenberg worden het gemeentelijk con- inzake wonen, voorzieningen en bedrijvigheid voorop. Binnen de kern van tainerpark en de gemeenteloods verder uitgebouwd (het containerpark wordt Berlare is er nog weinig ruimte beschikbaar om aan kernversterking te doen. geherlocaliseerd naar de overkant van de bestaande locatie, waardoor ook voor de gemeenteloods uitbreidingsmogelijkheden ontstaan). Bij de verdere ontwikkeling van het centrumgebied dient de nadruk te liggen op het gedifferentieerd karakter van het woningaanbod. Langs de N467 bevinden zich een groot aantal voorzieningen. Deze vormen een belangrijke troef voor de kern en kunnen naar de toekomst toe behouden en ver- Een opvallend element aan de kern van Berlare is de aanwezigheid van om- sterkt worden. De N 467 en de as Gaver – Koolstraat – Schuitje – Kamershoek ringende groenstructuren en open ruimtegebieden. De invloed van deze worden uitgebouwd als lokale verbindingswegen. groenstructuren, nl. de Gratiebossen, het Berlare Broek, de Scheldevallei en zelfs het Donkmeer op Berlare kan verder versterkt worden. ‘Groene vingers’ Te Berlare worden de Hoogstraat, Bollewerkstraat, Galgenbergstraat, Bos- kunnen vanuit de natuurgebieden en vanuit de Scheldevallei en beekvalleien straat, Pater Heirmansstraat, Bergstraat, Bunderstraat, Pastoor Christiaens- (zoals de Dambeek) de dorpskern binnendringen. Het centraal gelegen kas- straat en Overheet als lokale ontsluitingsweg weerhouden. teeldomein vormt een groen hart in de kern en dient beter geïntegreerd te worden in de omgeving.

Aan de rand van de kern dient er gestreefd te worden naar een betere af- stemming tussen het woonweefsel en de open ruimtestructuren. Waar moge- lijk dient het zicht op de open ruimte behouden te blijven.

In het westen van de kern bevindt zich nog veel groen binnen het woonweef- sel. Verschillende verkavelingen hebben er min of meer het uitzicht van woonparken. Omwille van de aanpalende groengebieden van de Scheldeval- lei is het interessant om op een aantal belangrijke assen extra aandacht te schenken aan groenelementen met het oog op het creëren van dreefstructu- ren om zodoende de confrontatie tussen bebouwing en natuur geleidelijker te laten plaatsvinden.

Het is van belang verweving tussen de aanwezige economische activiteiten en de bewoning na te streven. Verschillende bedrijven hebben zich in de kern

287895_revisie 01 Pagina 30 van 96 Planningscontext

maire wegen, de secundaire wegen en de lokale wegen. Bij de categorisering wordt ofwel prioriteit gegeven aan de bereikbaarheid ofwel aan de leefbaar- heid. Aan deze categorisering zijn verschillende randvoorwaarden gekoppeld. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:

 HOOFDNET

Dit zijn de hoofdwegen, de primaire wegen I en de primaire wegen II. De E17 behoort tot het hoofdwegennet. Er zijn geen primaire wegen in deze ge- meente aanwezig.

 SECUNDAIR NET

secundaire wegen I De hoofdfunctie van deze weg is verbinden op bovenlokaal niveau op basis van mobiliteitsgenererende activiteiten op provinciaal niveau. Deze weg verkleint een maas. Dit betekent dat er voldoende filters of weerstanden moeten worden ingebouwd zodat kortsluitingen tussen hoofdwegen en primaire wegen vermeden worden (waardoor de weg immers als een primaire as zou func- tioneren). In de gemeente zouden de N 407, de provincieweg Overmere-Uitbergen, de N445 en de N 467 in principe in aanmerking kunnen komen voor een categori- sering als secundaire weg I. De ruimtelijke structuur van de gemeente laat een dergelijke selectie echter niet toe: deze wegen doorkruisen de dorpskernen, aan- Figuur 17: Gewenste Structuur Berlare Centrum - kaart 7 (bron: GRS) wezigheid van vrij veel lintbebouwing, …

4.2 Mobiliteitsplan (2001) secundaire wegen II De hoofdfunctie van deze weg is verzamelen op bovenlokaal niveau. Dit type heeft 1 Het Mobiliteitsplan Berlare dateert van februari 2001 . In wat volgt wordt het slechts in tweede instantie een verbindende functie. De functie van het verlenen meest relevante hoofdstuk, zijnde de categorisering van de wegen in de ge- van toegang neemt hier een belangrijker plaats in dan in type I. Er is geen enkele meente Berlare, beknopt weergegeven. weg in deze gemeente die in aanmerking komt als secundaire weg II.

De categorisering van de wegen beoogt een optimalisering van het wegen- secundaire wegen III netwerk. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de hoofdwegen, de pri- De hoofdfunctie van deze weg is verbinden en/of verzamelen op (boven) lokaal ni- veau. De toegangsfunctie is echter dermate bepalend dat de verkeersfunctie van de weg niet gerealiseerd kan worden zonder de leefbaarheid van de omgeving in 1 het gedrang te brengen. De weg zal als een belangrijke drager van fiets- en open- Mobiliteitsplan Berlare, februari 2001, Studiebureau VDS bvba. (De gemeenteraad heeft inmid- baarvervoer verbindingen uitgebouwd worden. De gewestweg N467 en de provin- dels goedkeuring verleend voor de herziening van het mobiliteitsplan uit 2001. Deze update in ciewegen N 445 en N 407 komen hiervoor in aanmerking. Langs deze wegen be- elke Vlaamse gemeente is nodig op basis van een ministriële omzendbrief.)

287895_revisie 01 Pagina 31 van 96 Planningscontext

vinden zich de belangrijkste openbaar vervoersassen en ze maken eveneens deel Andere lokale wegen uit van een globaal fietsroutenetwerk. Indien deze wegen niet worden geselecteerd Deze wegen hebben als hoofdfunctie het ontsluiten van verkeer en hebben een als secundaire wegen worden ze opgenomen als lokale verbindingswegen. zeer laag percentage aan doorgaand verkeer. De toegangsfunctie primeert.

 LOKALE WEGEN  Centrumstraten Langs deze straten of pleinen zijn verschillende handels- en horecaactivitei- Lokale verbindingsweg ten gevestigd, maar er is ook bewoning aanwezig. De inrichting ervan is De hoofdfunctie van deze weg is verbinden op lokaal niveau. Dit betekent meer vooral afgestemd op het verblijven en het wandelen. doorgaand verkeer en minder uitwisseling met verblijfsfuncties. Een gedeelte van de N 467 in de dorpskern van Berlare en aan het Donk- Deze vorm van verbinding verkleint een maas. Dit betekent dat er voldoende filters meer, van de N 445 in de dorpskern van Overmere en van de provincieweg of weerstanden moeten worden ingebouwd om te vermijden dat deze verbinding Overmere-Uitbergen in de dorpskern van Uitbergen vormt een centrumstraat. functioneert als een secundaire of een primaire as. Indien de verbindende functie Dit betekent dat hier specifieke maatregelen moeten genomen worden om de verblijfsfunctie verstoort, wordt getracht via de aanleg van b.v. een verkeerspla- een evenwicht te zoeken tussen de verblijfsfunctie en de verkeersfunctie van teau, drempels, middengeleiders,… een evenwicht tussen deze twee tegenstrijdige deze wegen. In Berlare komt Dorp eveneens in aanmerking als centrum- functies te bekomen. straat. Hiervoor komen verschillende wegen in aanmerking: de provincieweg Overmere-Uitbergen te Overmere en Uitbergen  Woonstraten de as Dorp- Gaver- Koolstraat-Schuitje te Berlare In deze straten primeert de verblijfsfunctie. Ze hebben nauwelijks een ver- keersfunctie. Hiervoor komen talrijke straten in aanmerking. In sommige woonstraten is de verblijfsfunctie nog belangrijker en de verkeers- Lokale ontsluitingsweg functie vrijwel nihil. Deze komen dan ook in aanmerking voor een ‘zone Deze weg heeft als hoofdfunctie het verzamelen van verkeer van verschillende lo- 30’statuut. Dit zijn in Berlare: Kerkveld, Daelvenne en Kleine Daelvenne, kale wegen richting een secundaire weg of een lokale verbindingsweg. Er wordt Molendreef-Molevenne-Boonvenne-Biezenstraat-Bremstraat en naar gestreefd om de verkeersstromen zoveel mogelijk te bundelen. Vennepark Hier komen verschillende wegen voor in aanmerking:  Recreatieve weg te Berlare: De verkeersfunctie beperkt zich tot louter een recreatieve functie.  de Turfputstraat De toegangsweg tot Nieuwdonk komt in aanmerking als recreatieve weg.  de Hoogstraat-Dorp  de Bollewerkstraat  Landelijke weg  de Galgenbergstraat De verkeers- en verblijfsfunctie zijn beide beperkt Deze straten zijn vooral ge-  richt op de ontsluiting van landbouwactiviteiten. Langs deze wegen bevinden de Bergstraat-Heidekasteeldreef zich eveneens de belangrijkste recreatieve fiets- en wandelroutes. De overige  de Bunderstraat straten in Berlare komen hiervoor in aanmerking (een belangrijk aandachts-  Pastoor Christiaanstraat punt is het bewaren van de vaak vrij smalle breedte van deze wegen, tenein-  Pater Heirmanshoek de het landelijke karakter van deze wegen te behouden).  Bosstraat

287895_revisie 01 Pagina 32 van 96 Planningscontext

4.3 Decreet Grond- en pandenbeleid 1) gemeentelijk objectief na de decretale verdeling op provinciaal ni- Het decreet Grond- & Pandenbeleid van 27 maart 2009 trad in werking op 1 veau, september 2009 en heeft gevolgen voor nieuwe woonontwikkelingen. 2) de beperking van het sociaal huurobjectief tot een aanbod sociale huurwoningen van 9% Het decreet moet betaalbaar wonen beter mogelijk maken. Er wordt gevraagd 3) de inhaalbeweging. dat lokale besturen aantoonbare initiatieven nemen om het aanbod aan socia- le huur-, koopwoningen en sociale kavels te verhogen, onder meer door de eigen gronden daarvoor te gebruiken en het – in bepaalde gevallen- verplicht Dit totale richtcijfer per gemeente kent een aantal uitstel- en afwijkingsmoge- opleggen van sociale lasten. lijkheden, waarvan de gemeente gebruik kan maken. Gemeenten die hun sociaal objectief bereikt hebben of geen sociaal objectief Het decreet kan worden opgedeeld in twee grote blokken. Enerzijds zijn er toebedeeld kregen, kunnen met een woonbeleidsconvenant alsnog een aantal maatregelen die het aanbod aan sociale woningen fors laten stijgen en ander- sociale huurwoningen realiseren, indien zij dit willen. Dit woonbeleidsconve- zijds omvat het ontwerp van decreet tal van fiscale stimuli die het aandeel aan nant moet met de Vlaamse overheid aangegaan worden. verwaarloosde of verkrotte woningen drastisch laten dalen. In ‘Boek 4’ van het decreet worden de maatregelen beschreven die zullen in- Hieronder wordt het richtcijfer voor het aantal sociale huurwoningen weerge- gezet worden om ‘betaalbaar wonen’ te kunnen realiseren: geven voor de gemeente Berlare:

Huishoudens op 01 januari 2008 5 945 4.3.1 Verwezenlijking van het sociaal woonaanbod Sociaal huuraanbod volgens de nulmeting 337 Aandeel sociaal huuraanbod volgens de nulmeting 5,67% Eén van die maatregelen voorziet in een sociaal objectief per gemeente. Dit Stap 1: De Provinciale Verdeling voor West-Vlaanderen 228 objectief legt een aantal te realiseren sociale woningen op per gemeente voor Stap 2: de beperking van het sociaal huuraanbod tot een 99 de periode 2009-2020. aanbod sociale woningen van 9% (richtcijfer voor 2020, be- houdens afwijkingen voor 2025) Het sociaal objectief bestaat uit sociale huurwoningen, sociale koopwoningen Stap 3: Bijkomende inhaalbeweging behoudens afwijkingen 0 en sociale kavels. De drie categorieën samen vormen het sociaal objectief. (richtcijfer voor 2025)  Sociale koopwoningen en kavels Het richtcijfer dat bekomen wordt, is afhankelijk van het aantal huishoudens Het aantal sociale koopwoningen en kavels kent geen eenduidige bereke- en het huidige sociale huuraanbod in de gemeente. Op deze manier werd het ning per gemeente. Hierbij geldt een provinciaal objectief. In samenspraak sociaal huuraanbod gelijkmatig verdeeld over de verschillende gemeenten. met de gemeente zal de deputatie een verdelingschema opstellen.

 Om dit sociaal objectief te realiseren, worden normen opgelegd voor de Sociale huurwoningen volgende soorten projecten: Het decreet voorziet in een berekening van het aantal sociale huurwonin-  verkavelingen van ten minste 10 loten bestemd voor woningbouw, of met gen per gemeente. Deze berekening voorziet in drie stappen: een grondoppervlakte groter dan 5000m², ongeacht het aantal loten;

287895_revisie 01 Pagina 33 van 96 Planningscontext

 groepswoningbouwprojecten waarbij ten minste 10 woongelegenheden seren, voor zover voldaan is aan de bepaalde voorwaarden (zie art. 4.1.12 ontwikkeld worden; van het grond- en pandenbeleid).  de bouw of herbouw van appartementsgebouwen warbij ten minste 50 Gezien het RUP Galgenberg geen woongebied bijcreëert (planmatig), moeten appartementen gecreëerd worden; we hiermee geen rekening houden bij de opmaak van het RUP.  verkavelingen, groepswoningbouwprojecten en projecten voor de bouw of herbouw van appartementsgebouwen die niet voldoen aan de drie boven- De verkavelaar/ bouwheer kan deze ‘sociale last” verwezenlijken door: vermelde voorwaarden, maar waarvoor een verkavelingsvergunning of  uitvoering in ‘natura’; stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd door een verkavelaar  de voor het vooropgestelde sociaal woonaanbod vereiste gronden aan een of een bouwheer wiens project aansluit op andere, door dezelfde verka- sociale woonorganisatie door te verkopen; velaar of bouwheer te ontwikkelen gronden, die samen met de gronden  verhuring van binnen een verkaveling of een bouwproject verwezenlijkte waarop de aanvraag betrekking heeft, een oppervlakte van meer dan een woningen aan een sociaal verhuurkantoor; halve hectare beslaan.  onder bepaalde voorwaarden door middel van een storting van een sociale bijdrage In elk van bovenvermelde soorten projecten, worden een sociaal woonaanbod verwezenlijkt dat gelijk is aan: 4.3.2 Verwezenlijking van bescheiden woonaanbod

 ten minste 20% en ten hoogste 40% van het aantal te verwezenlijken wo- In het decreet wordt er gestreefd naar een verwezenlijking van minimumper- ningen en/of kavels, indien de gronden eigendom zijn van Vlaamse bestu- centages van bescheiden woonaanbod. ren of Vlaamse semipublieke rechtspersonen;  ten minste 10% en ten hoogste 20% van het aantal te verwezenlijken wo- Bescheiden woonaanbod is het aanbod aan kavels en woningen, met uitslui- ningen en/of kavels, indien de gronden in eigendom zijn van overige na- ting van het sociaal woonaanbod, dat bestaat uit: tuurlijke rechtspersonen.  kavels met een oppervlakte van ten hoogste 500m²  woonhuizen met een bouwvolume van ten hoogste 550m³ De gemeente kan deze percentages verfijnen in een gemeentelijk reglement  overige woongelegenheden met een bouwvolume van ten hoogste 240m³. Sociaal Wonen, dat dezelfde rechtskracht en bindende waarde heeft als een stedenbouwkundige verordening. Er worden normen opgelegd voor de volgende soorten projecten (idem soci- aal woningaanbod): Vanaf de bekendmaking van een gemeentelijk bericht waaruit blijkt dat het  verkavelingen van ten minste 10 loten bestemd voor woningbouw, of met bindend sociaal objectief verwezenlijkt is, kan afgezien worden van het opleg- een grondoppervlakte groter dan 5000m², ongeacht het aantal loten; gen van een percentage sociaal woonaanbod, of kan een lager percentage  groepswoningbouwprojecten waarbij ten minste 10 woongelegenheden gehanteerd worden. ontwikkeld worden;  de bouw of herbouw van appartementsgebouwen warbij ten minste 50 RUP’s en plannen van aanleg die een bestemmingswijziging naar woonge- appartementen gecreëerd worden; bied doorvoeren voor meer dan 5000m², dienen hogere percentages te reali-

287895_revisie 01 Pagina 34 van 96  verkavelingen, groepswoningbouwprojecten en projecten voor de bouw of RUPs en plannen van aanleg kunnen eigenstandig procentuele objectieven herbouw van appartementsgebouwen die niet voldoen aan de drie boven- en voorschriften vaststellen met betrekking tot de verwezenlijking van een vermelde voorwaarden, maar waarvoor een verkavelingsvergunning of bescheiden woonaanbod in de schoot van de types verkavelingen, groepswo- stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd door een verkavelaar ningen en appartementsbouw zoals hierboven vermeld. of een bouwheer wiens project aansluit op andere, door dezelfde verka- Zij kunnen maximale oppervlakte- en volumenormen zoals vastgesteld in de velaar of bouwheer te ontwikkelen gronden, die samen met de gronden definitie voor bescheiden woonaanbod, verder beperken. Deze normen kun- waarop de aanvraag betrekking heeft, een oppervlakte van meer dan een nen worden gemoduleerd in functie van de gezinssamenstelling. halve hectare beslaan. De verkavelaar/bouwheer kan deze ‘last” verwezenlijken door: In elk van bovenvermelde soorten projecten, wordt een bescheiden woonaan-  uitvoering in ‘natura’; bod verwezenlijkt dat gelijk is aan:  de voor het vooropgestelde bescheiden woonaanbod vereiste gronden  40% van het aantal te verwezenlijken woningen en/of kavels, indien de aan een sociale woonorganisatie of een openbaar bestuur door te verko- gronden eigendom zijn van Vlaamse besturen of Vlaamse semipublieke pen; rechtspersonen;  verhuring van binnen een verkaveling of een bouwproject verwezenlijkte  20% van het aantal te verwezenlijken woningen en/of kavels, indien de woningen aan een sociaal verhuurkantoor; gronden in eigendom zijn vaon overige natuurlijke rechtspersonen.  door middel van een storting van een bijdrage

Vanaf de bekendmaking van een gemeentelijk bericht waaruit blijkt dat het bindend sociaal objectief verwezenlijkt is, kan afgezien worden van het opleg- gen van een percentage sociaal woonaanbod, of kan een lager percentage gehanteerd worden.

287895_revisie 01 Pagina 35 van 96 Dynamiek in het plangebied

open parkeerplaatsen en/of een carport. Alle woningen kunnen ook beschik- 5 Dynamiek in het plangebied ken over een kleine tuin waarin tevens de mogelijkheid bestaat voor het bou- wen van een kleine tuinberging.

Hieronder worden de drie inrichtingsvoorstellen weergegeven.

Als opmerking geeft Abetec o.a. aan dat het bestaande officiële tracé van buurtweg nr. 27, de Eremijtenwegel, zal dienen gewijzigd te worden. Momen- teel is de Eremijtenwegel niet aangelegd en is er een verbod voor doorgaand verkeer. Bij de ontwikkeling van het binnengebied dient er gestreefd te wor- 5.1 Inrichtingsvoorstel sociale woningbouw Eremijtenwegel den naar een beperkte doorgang van het plaatselijk verkeer om overlast naar de nu nog rustige omliggende straten te vermijden. In 2011 werd door ABETEC NV architecten & ingenieurs een concreet inrich- tingsvoorstel voor een sociaal woonproject in de Eremijtenwegel opgemaakt, in opdracht van de sociale huisvestingsmaatschappij (Hulp in Woningnood).

Het plangebied van deze studie is gelegen tussen de Hoogstraat, de Sint- Jobstraat, de Haagstraat en de Galgenbergstraat, en wordt doorsneden door de Eremijtenwegel. Het plangebied, exclusief de bestaande weg, heeft een oppervlakte van ongeveer 7.250 m². Het terrein bestaat momenteel uit achter- tuinen en een groot perceel voor opslag van bouwmaterialen.

De sociale huisvestingsmaatschappij ‘Hulp in Woningnood’, heeft als doelstel- ling om 24 à 25 woningen te kunnen realiseren, waarvan 1/3 koopwoningen en 2/3 huurwoningen.

Bij de doorvertaling van de normen van de VMSW door ABETEC worden ge- velbreedtes voorzien tussen 7.00 m en 8.00 m, met een bouwdiepte van de woningen tussen 8.00 m en 10.00 m. Bij toepassing van deze afmetingen en aftoetsing op het terrein, wordt voorgesteld zoveel mogelijk te werken met geschakelde woningen om aan de doelstelling betreffende het aantal wonin- gen te kunnen voldoen. Figuur 18: Inrichtingsvoorstel 1 met realisatie van 26 woningen (Abetec)

Er werden drie inrichtingsvoorstellen uitgewerkt, met de mogelijkheid van 23 tot 26 woningen binnen het plangebied. Daarnaast is er mogelijkheid voor

287895_revisie 01 Pagina 36 van 96 Dynamiek in het plangebied

Figuur 19: Inrichtingsvoorstel 2 met realisatie van 24 woningen (Abetec)

Figuur 20: Inrichtingsvoorstel 3 met realisatie van 23 woningen (Abetec)

287895_revisie 01 Pagina 37 van 96 Actuele noden binnen het plangebied

Om de individuele noden van deze bedrijven te kennen werd een vraag om 6 Actuele noden binnen het inlichting onder de vorm van een enquête verstuurd aan de verschillende be- plangebied drijfsleiders. Volgende bedrijven werden aangeschreven: NAAM BEDRIJF PERCEEL A/GA Vennootschap Quetzales – Hoogstraat 70 532b GA De heer Geert De Cock – Vennootschap (Decorent) 490e GA Elgeka – Overheet 48 Vennootschap Cammaert Bicque – Brugstraat 22 490f GA De heer Antoine Adam – Vennootschap Adam Antoine 500a, 501c GA – Leopolddreeft 16c De heer en mevrouw Eric Baeyens-Marleen Wauters – 490d A 6.1 Analyse van de individuele noden van de bedrijvigheid Vennootschap Eric Baeyens – Schuitje 21a binnen het plangebied Vennootschap Sinex – Hoogstraat 98 509f,k GA Vennootschap Chiwawa – Bollewerkstraat 32 514b GA Binnen het plangebied komen een groot aantal bedrijven voor. Ze worden hie- De heer Peter Beelaert – Hoogstraat 21 535a A ronder weergegeven: De heer en mevrouw Danny Buyle-Conny Samson – 518c, 518e A GMC Instruments Belguim – E. Hertecantlaan 24 De heer Ivan Verheggen – Galgenbergstraat 52A 525t,w A Sinex

Beelaert Tabel 1: lijst aangeschreven bedrijven (A = antwoord; GA = geen antwoord)

Chiwawa Er wordt in de tabel telkens aangegeven of de enquête al of niet ingevuld werd. 6 bedrijven antwoordden niet. 4 bedrijven vulden de enquête in. Een Quetzales Adam samenvatting per bedrijf wordt hierna opgelijst.

6.1.1 BVBA Baeyens Eric – Schuitje 21a – 9290 Berlare GMC Elgeka Het bedrijf BVBA Eric Baeyens is opgestart in oktober 2005 en is historisch Verheggen ? gegroeid uit een éénmanszaak. Het bedrijf heeft zich gespecialiseerd in het Cammaert Baeyens E aanleggen van opritten, terras en parkings. Het bedrijf heeft geen uitbrei- dingsbehoefte noch wat de gebouwen betreft, noch wat de activiteiten betreft.

Figuur 21: overzicht inplanting bestaande bedrijvigheid

287895_revisie 01 Pagina 38 van 96 Actuele noden binnen het plangebied

Er is eveneens geen uitbreiding mogelijk op de huidige terreinen. Het laden 6.1.4 BVBA Ivan Verheggen – Galgenbergstraat 52a – 9290 Berlare en lossen gebeurt op het terrein, er is tevens 1 parkeerplaats voor een vrachtwagen op het terrein aanwezig. BVBA Ivan Verheggen is opgestart in 2009 en heeft zich gespecialiseerd in binnenschrijnwerk. Daarvoor (sedert 2006) was dit een éénmanszaak geves- 6.1.2 Peter Beelaert – Hoogstraat 21 – 9290 Berlare tigd in de Spinnerijstraat 19 te Berlare. Het laden en lossen gebeurt overwe- gend op het terrein. De invuller geeft aan dat er op lange termijn uitbreidings- Het betreft een handelaar in en het vervoer van beestenvoer en stro. Het be- behoefte zal zijn voor een toonzaal, werkplaats en parking. De exacte grootte drijf is opgestart in juli 2004. De invuller van de enquête geeft aan dat er op is nog niet gekend. Er zijn nog uitbreidingsmogelijkheden in een leegstaand korte termijn behoefte is aan extra kantoorruimte, verkoopruimte, werkplaat- deel van het pand. Bij gebrek aan ruimtelijke mogelijkheden binnen het terrein sen, parking, opslagruimte en laad- en losruimte maar geeft niet aan hoeveel worden de plannen hieromtrent niet doorgevoerd. De activiteiten worden niet dit precies bedraagt. Wel is er nog mogelijkheid tot expansie op de huidige uitgebreid. Op het terrein is ruimte voor 4 wagens, buiten het terrein staan terreinen. De uitbreidingsmogelijkheden worden echter wel ruimtelijk beknot nogmaals 2 wagens geparkeerd. De invuller geeft aan dat in de Galgenberg- door de aanwezigheid van de volkstuintjes centraal in de k.m.o.-zone. De uit- straat een gevaarlijke verkeerssituatie heerst wegens overmatige snelheid. breiding van de bestaande activiteiten wordt overwogen. Het laden en lossen gebeurt buiten het terrein, er zijn 3 parkeerplaatsen voor een vrachtwagen op het terrein aanwezig.

6.1.3 GMC-Instruments Belguim NV – Galgenbergstraat 52a – 9290 Berlare

De bedrijvigheid heeft betrekking op het verkopen van meet- en regelappara- tuur. Het bedrijf werd in 1981 opgestart met een zetel te Brussel en sinds 2006 te Berlare, maar is pas sinds februari 2010 op de huidige locatie gesitu- eerd wegens ruimtegebrek op de vorige locatie. De eigenaar heeft eveneens nog een terrein in de Emiel Hertecantlaan 24 te Berlare in eigendom. De ei- genaar heeft geen ruimtelijke uitbreidingsbehoefte op korte termijn. Echter geeft de invuller van de enquête wel aan dat bij meer ruimtebehoefte de uit- breidingsmogelijkheden van de bestaande bebouwing binnen het huidige ter- rein enkel kan indien er met meerdere bouwlagen wordt gewerkt. Vergroten van de bestaande activiteit wordt daarentegen wel overwogen. Er zijn 20 plaatsen voor wagens en 1 plaats voor een vrachtwagen op het terrein aanwezig. Het laden en lossen gebeurt eveneens op het terrein. Soms wor- den er voertuigen buiten het perceel geplaatst.

287895_revisie 01 Pagina 39 van 96 Actuele noden binnen het plangebied

6.2 Analyse van de ruimtebehoefte van de aanwezige openba- re nutsvoorzieningen binnen het plangebied

In 2004 werd een herziening van het BPA Galgenberg doorgevoerd met be- trekking tot de zuidoostelijke zone van het plangebied. Het doel van deze her- ziening was om ruimte te bieden voor de herlocalisatie van het containerpark naar de braakliggende terreinen tussen Bollewerkstraat, Galgenbergstraat en Leopolddreef. Deze verplaatsing naar de nieuwe locatie is op heden nog niet doorgevoerd. De bedoeling is om binnen dit RUP deze zone aan te houden en te bestendigen. Volgende elementen werden opgenomen en beschreven in de toelichtingsnota bij het desbetreffende BPA. In het kader van het huidig RUP vullen we de gegevens verder aan en passen deze aan waar nodig.

6.2.1.1 Nood aan uitbreiding van het containerpark

Het huidige containerpark heeft een grootte van 2.370m². Er is echter nood aan een grotere oppervlakte voor het containerpark aangezien: Hierbij dient te worden opgemerkt dat vanaf 2002 het betalend systeem is  ingevoerd, waardoor er minder bezoekers geregistreerd zijn. Er wordt Het aantal bezoekers toeneemt: immers langer gewacht voor een bezoek aan het containerpark tot wan-  1994: 9.224 bezoekers neer de maximum toegelaten hoeveelheid in één keer kan aangevoerd  1995: 18.558 bezoekers worden. Over de periode 2003 - 2010 is er echter wel opnieuw een stij-  1996: 22.934 bezoekers ging te merken ten aanzien van 2002.  1997: 27.120 bezoekers  1998: 29.731 bezoekers  Er extra containers nodig zijn, die extra ruimte in beslag nemen:  1999: 29.731 bezoekers  2000: 27.242 bezoekers  2 kledijcontainers  2001: 30.862 bezoekers  40m³ open container voor niet-CFK houdende elektrische toestellen  2002: 19.961 bezoekers  2 glasbakken van 2m³  2003: 20.265 bezoekers  2 reserve containers open type van 25 à 30m³  2004: 18.971 bezoekers  2005: 20.418 bezoekers Bovendien is er ook bijkomende ruimte nodig voor:  2006: 20.861 bezoekers  los aangevoerd snoeihout  2007: 20.928 bezoekers   EPS (piepschuim)-zakken 2008: 20.908 bezoekers  Plastiek folies-zakken  2009: 22.107 bezoekers  2010: 21.162 bezoekers Bovenstaande behoefte toont aan dat een vergroting van het containerpark Een grafiek van deze evolutie wordt hieronder weergegeven: noodzakelijk is.

287895_revisie 01 Pagina 40 van 96 6.2.2 Nood aan uitbreiding van de technische dienst een capaciteit van 10 parkeerplaatsen. Dit aantal was gebaseerd op het aan- tal vrachtwagens dat er toen gemiddeld op het braakliggend terrein gepar- De oppervlakte van het huidige terrein ten behoeve van de gemeentelijke keerd waren, weliswaar rekening houdende met het voorzien van nog een technische dienst bedraagt 5.393m². Er is nood aan een grotere oppervlakte aantal bijkomende parkeerplaatsen. Op vandaag is dit cijfer echter achter- voor de technische dienst aangezien: haald, en dient dit getal echter opgetrokken te worden naar parkeervoorzie- ningen voor minimum 20 vrachtwagens.  Er bijkomende ruimten nodig zijn voor het stallen van wagens, machines en materieel. Bijgevolg zijn bijkomende loodsen nodig. Ook vrachtwagens afkomstig van het containerpark, de gemeentelijke techni- sche dienst en de bedrijvigheid kunnen, indien er behoefte is, gebruik maken  Er is bijkomende ruimte nodig om te voldoen aan de normen opgelegd van deze parking. door de milieuwetgeving.

6.2.3 Nood aan parkeervoorzieningen voor vrachtwagens

In de gemeente Berlare is een gemeenteraadsbesluit van kracht waarin staat dat er een parkeerverbod voor vrachtwagens en dergelijke wordt ingesteld mits er plaatsen worden aangeduid voor deze vrachtwagens. Op het moment van het gemeenteraadsbesluit waren er echter weinig mogelijkheden en werd de keuze gemaakt om deze plaatsen te voorzien langsheen de gewestweg en op een deel van een niet gebruikte weg, dat ligt nabij een landbouwzone. De gemeente achtte het reeds bij de wijziging van het oorspronkelijke BPA opportuun het initiatief te nemen om voor deze parkeerproblematiek een op- lossing te bieden.

De geschiktheid van de plaats voor de vrachtwagenparking, zoals weergege- ven in de inrichtingsschets welke opgemaakt werd bij de herziening van het oorspronkelijke BPA, kon gemotiveerd worden door het feit dat er reeds vrachtwagens geparkeerd worden op het braakliggende terrein binnen het plangebied. Ook is de bestemming van een parking voor vrachtwagens vere- nigbaar met de aanpalende bestemmingen van bedrijvigheid, de gemeentelij- ke technische dienst en het containerpark. Ten aanzien van de woningen werd er voldoende buffering voorzien om de visuele hinder te beperken.

Het aantal parkplaatsen werd niet vastgelegd in de stedenbouwkundige voor- schriften. Bij de inrichting van de zone werd echter rekening gehouden met

287895_revisie 01 Pagina 41 van 96 Doelstellingen

Daarbij dient ook aandacht te gaan naar mogelijke uitbreidingsbehoeften van 7 Doelstellingen de verschillende bestaande bedrijven binnen het plangebied, en de manier waarop deze zich ruimtelijk verder kunnen ontwikkelen.

7.3 Ontwikkeling van sociale huisvesting

Ter hoogte van de Eremijtenwegel is er op vandaag een binnengebied gele- gen tussen de Hoogstraat, Sint-Jobstraat en Galgenbergstraat, dat er nogal verloederd bijligt. Deze zone is tot op heden niet ontwikkeld gezien de ver- 7.1 Duidelijke voorschriften voor de bestaande woonzone snipperde eigendomsstructuur. Bijgevolg mist deze omgeving elke vorm van ruimtelijke kwaliteit. De bedoeling is een kwalitatieve ontwikkeling toe te laten, In de eerste plaats moet gestreefd worden naar een samenhangend geheel passend bij de omgeving. van duidelijke stedenbouwkundige voorschriften voor de bestaande woongebieden, zodat de woonkwaliteit er kan beschermd en eventueel zelfs De Gemeente Berlare heeft de intentie om het ingesloten binnengebied ruim- verbeterd worden. telijk te ontwikkelen in functie van een sociaal woningbouwproject. Het bin- nengebied wordt doorsneden door de Eremijtenwegel, waarlangs de nieuwe Hierbij wordt er onderscheid gemaakt tussen enerzijds het wonen in de woon- sociale huisvesting ontsloten zou kunnen worden. Voor dit binnengebied werd linten van de Hoogstraat, en de Sint-Jobstraat en de Leopolddreef en ander- door de VMSW reeds initiatief genomen om hiervoor concrete inrichtings- zijds het wonen in de Galgenbergstraat, waar wonen gekoppeld is aan be- schetsen te maken. drijfsactiviteiten. Het is de bedoeling van het ruimtelijk uitvoeringsplan om het behoud van een De hieruitvolgende visie op het deelgebied zal worden meegenomen in de kwalitatieve woonomgeving in de onmiddellijke nabijheid van het centrumge- verdere uitwerking/verfijning van het RUP Galgenberg. bied van Berlare te garanderen.

7.4 Het bestendigen van de zone voor openbare nutsvoorzie- 7.2 Bieden van ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven voor ningen de bestaande kmo’s mits ruimtelijke inpassing In 1993 werd het BPA nr. 2 Galgenberg goedgekeurd. Dit BPA beslaat meer Bijkomend moet eveneens gestreefd worden naar een samenhangend geheel dan de helft van het huidige plangebied. Enkel een deel van het woonlint van duidelijke stedenbouwkundige voorschriften voor de zone voor am- langsheen de Hoogstraat en de zone rond de Eremijtenwegel zijn niet opge- bachten en k.m.o.’s, zodat ook de ruimtelijke kwaliteit in deze zone be- nomen in dit BPA. schermd en verbeterd kan worden. In 2008 werd een gedeelte van het initiële BPA herzien. Enkele bestem- mingszones werden daarbij geheel of gedeeltelijk vervangen, o.a. door een zone een ruime zone voor openbaar nut, waardoor de mogelijkheid werd ge-

287895_revisie 01 Pagina 42 van 96 Doelstellingen

boden om het bestaande containerpark ten noorden van de Bollewerkstraat te 7.5 Herzien van ruimtelijk achterhaalde bestemmingen verplaatsen én uit te breiden ten zuiden van deze straat. Eveneens kon er op deze locatie een vrachtwagenparking worden georganiseerd. Het bestaande, niet herziene gedeelte van het oorspronkelijk BPA nr. 2, is op vandaag grotendeels achterhaald; de planopties uit dit BPA zijn op vandaag Tot op heden zijn deze plannen nog niet uitgevoerd. De algemene opzet voor niet meer realistisch waardoor vervanging zich opdringt. Zo is er bijvoorbeeld dit gebied blijft echter voor het overgrote deel hetzelfde. De voorziene ver- voor de zone voor volkstuinen op vandaag geen vraag meer naar dergelijke plaatsingen, uitbreidingen en herorganisatie van de openbare nutsvoorzienin- tuinen door omwonenden. gen (containerpark, vrachtwagenparking, technische dienst), zoals uitgewerkt in de herziening van het BPA, worden dan ook verder meegenomen in het Bijkomend heeft dit RUP dan ook als doelstelling om de achterhaalde be- RUP Galgenberg. stemmingszones, welke in het verleden werden vastgelegd maar op heden weinig betekenis meer hebben, waar geen draagvlak meer voor is, of welke Na overleg met de gemeente wordt de inrichtingsschets, zoals opgenomen in intussen niet meer uitvoerbaar zijn,… te herzien binnen zijn actuele ruimte- de herziening van het BPA Galgenberg, wel als volgt geactualiseerd: lijke context en waar nodig verder te verfijnen.

De capaciteit van de vrachtwagenparking dient opgetrokken te worden Doel is daarbij om voor het volledige plangebied een op vandaag relevante naar minimum 20 vrachtwagens; en samenhangende totaalvisie tot stand te brengen. Het voorzien van een groenscherm tussen het containerpark en het speelbos lijkt weinig zinvol. Belangrijker is om het groenscherm langs- 7.6 Inbouwen voldoende flexibiliteit bestemmingszones heen de Leopolddreef voldoende breed in te tekenen; De gemeente geeft aan dat er ook langsheen de Galgenbergstraat een Als laatste doelstelling wenst de gemeente een voldoende mate aan flexibili- parkeerproblematiek bestaat ter hoogte van de schoolomgeving. Om teit in te bouwen, wat betreft de invulling van de verschillende bestemmings- ook hier een antwoord op te bieden, wenst de gemeente binnen het zones. Dit laat toe ook een visie op lange termijn te realiseren binnen dit plangebied (ter hoogte van de school) een (beperkte) parkeerzone te RUP, waardoor de duurzaamheid van het plan gegarandeerd wordt. voorzien, welke ontsloten dient te worden via één gebundelde aantak- king op de Galgenbergstraat. Concreet wordt volgende aangegeven: Bij de realisatie van een nieuw sociaal woningproject langsheen de  De gemeente verkiest om de terreinen van het gemeentemagazijn en het huidige Eremijtenwegel kan het zinvol zijn om, naar analogie met het oorspron- gemeentelijke containerpark, welke momenteel binnen het BPA Galgenberg nr. 2 kelijke BPA nr. 2 en ter vervanging van buurtweg nr. 142, een voetweg gelegen zijn binnen ‘zone voor gebouwen van openbaar nut’, in te kleuren als ‘zo- doorheen het plangebied te voorzien welke een langzaam verkeersver- ne voor lokale bedrijvigheid’, in aansluiting op de aanliggende zones voor bedrij- binding creeërt tussen het nieuwe sociale woonproject en de schoolom- vigheid. Wel dient te worden opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften geving langsheen de Galgenbergstraat. Deze zal ook langsheen de dat binnen deze zone ook gemeentemagazijnen toegelaten blijven; zuidzijde van parking en containerpark doorgetrokken worden.  De gemeente wenst ook de huidige zone voor sport (zoals opgenomen in het BPA Galgenberg nr. 2) ter hoogte van het huidige tenniscomplex ‘Chiwawa’, te voorzien van een nabestemming, zijnde ‘zone voor lokale bedrijvigheid’. Deze nabestem- ming gaat van kracht wanneer de functie van tenniscomplex komt te vervallen.

287895_revisie 01 Pagina 43 van 96 Ruimtelijke analyse

8 Ruimtelijke analyse

8.1 Historiek

Zowel op de Ferrariskaart als op de Vandermaelenkaart kan al duidelijk de huidige wegenstructuur onderscheiden worden.

Op de oudste kaart, de Ferrariskaart, is het gebied vooral ingenomen door landbouw met een duidelijke perceelsafscheiding door houtkanten en enkele restpercelen met opgeschoten bosjes. Bebouwing is zeer kleinschalig terug te vinden in de hoek tussen de huidige Hoogstraat en Eremijtenwegel. Een deel van de huidige Leopolddreef is weergegeven als onderdeel van een lange dreef.

Op de Vandermaelenkaart komt nog niet veel meer bebouwing voor en ook het grondgebruik is niet veel gewijzigd. Het wegennet is beperkt uitgebreid t.h.v. de Eremijtenwegel en kent maar weinig verschillen met het huidige stra- tenpatroon. De Sint-Jobkapel is eveneens al aanwezig.

Het kasteeldomein ten noordoosten van het plangebied is op beide kaarten duidelijk terug te vinden.

Figuur 22: Ferrariskaart (1777) Figuur 23: Vandermaelenkaart (1795-1869)

287895_revisie 01 Pagina 44 van 96 Ruimtelijke analyse

8.2 Structuur vandaag

Hoogstraat

Eremijtenwegel Leopolddreef.

St-Jobstraat Bollewerkstraat

Galgenbergstraat Figuur 25: lijninfrastructuur

Intern wordt het plangebied ontsloten door twee wegen, de Bollewerkstraat en Figuur 24: bebouwingstypes de Eremijtenwegel.

De bebouwing rondom het plangebied is eerder kleinschalig te noemen. De Bollewerkstraat verbindt de Galgenbergstraat met de Leopolddreef. Hierop sluiten de tennisclub en de gemeenschapsvoorzieningen aan, zijnde het hui- Aan noordelijke zijde wordt het plangebied omgeven door een mengeling van dige containerpark en de gemeentelijke werkplek. open tot gesloten bebouwing, met een overwicht aan halfopen bebouwing. Open bebouwing typeert dan weer de bebouwing die het zuidelijke deel van De Eremijtenwegel, die de Hoogstraat met de Galgenbergstraat verbindt, is het plangebied omgeeft. een ontsluitingsweg voor de erlangs gelegen woningen. Ter hoogte van de Eremijtenwegel is er een aanzet van nieuwe wegenis lopend van de Eremij- Het plangebied zelf kan opgesplitst worden in twee delen wat betreft de tenwegel tot aan het hoekpunt van de Hoogstraat met de Sint-Jobstraat. Mo- schaalgrootte van de gebouwen. In het noorden van het plangebied treft men menteel komen er een aantal garages en bergruimtes op uit, van de woningen kleinschalige (lint)bebouwing aan, welke een eenheid vormt met de overige langsheen Hoogstraat en Galgenbergstraat. Deze verbinding is onverhard. bebouwing in de omgeving. Het zuidelijke gedeelte van het plangebied wordt vooral getypeerd door grootschalige gebouwen in open bebouwing. Het plangebied wordt in noordzuidelijke richting gedwarst door een grachten- stelsel. Centraal in het plangebied scheidt dit grachtenstelsel de tennisclub van de zuidwestelijker gelegen kmo’s.

287895_revisie 01 Pagina 45 van 96 Wonen Bedrijvigheid Recreatie Openbaar nut

Figuur 26: Opdeling plangebied volgens functies Voorts komen er een groot aantal onbebouwde, nog niet of weinig ontwikkel- Binnen het plangebied is er een veelheid aan functies aanwezig, in contrast de gronden voor. Het betreft bijzonder diepe achtertuinen van woonpercelen, met de ruimere omgeving die hoofdzakelijk monofunctioneel is (in hoofdzaak- boomgaarden, weiden of braakliggende percelen. Een braakliggende onver- gericht op wonen). harde zone centraal in het plangebied wordt momenteel gebruikt voor het par- keren van vrachtwagens. Aan de noordzijde van het plangebied is de hoofdfunctie wonen, geconcen- treerd langsheen de Hoogstraat, Eremijtenwegel, Sint-Jobstraat en voor een beperkt deel langsheen de Leopolddreef.

In de zuidelijke helft van het plangebied bevindt zich hoofdzakelijk bedrijvig- heid met bijhorden bedrijfswoningen, in hoofdzaak gericht op de Galgenberg- straat. Er bevindt zich ook één solitair gelegen k.m.o. langsheen de Leopold- dreef, en eentje langsheen de Hoogstraat.

Op de hoek van de Bollewerkstraat en de Galgenbergstraat bevindt zich de de gemeentelijke werkplaats. In aansluiting hierop is het gemeentelijke con- tainerpark gelegen.

Centraal in het plangebied langsheen de blauwe arm van het grachtenstelsel, bevindt zich de tennisclub ‘Chiwawa’. Figuur 27: Functieopdeling in het plangebied

287895_revisie 01 Pagina 46 van 96 9 Ruimtelijke ontwikkelingsvisie 9.1 Ruimtelijke concepten

In wat volgt wordt de globale visie op de toekomstige ontwikkeling van het volledige plangebied van RUP Galgenberg naar voor gebracht. Deze visie zal het ruimtelijk kader vormen waaraan elke toekomstige ontwikkeling voor elk bedrijf afzonderlijk afgetoetst zal kunnen worden.

Om deze visie bevattelijk te maken, wordt ze weergegeven aan de hand van een opeenvolging van ruimtelijke concepten, welke samen resulteren in een globale en samenhangende structuurschets voor het volledige plangebied. Figuur 28: Conceptfiguur 1 – realiseren van een kwalitatieve ruimtelijke over- De vijf ruimtelijke concepten zijn: gang tussen woongebied en bedrijvigheid

1. Realiseren van een kwalitatieve ruimtelijke overgang tussen het kleinschalige Het plangebied kan ruimtelijk opgedeeld worden in twee deelgebieden, waar- woongebied en de grootschaligere bedrijvigheid; bij het ene deelgebied gevormd wordt door de kleinschalige woonbebouwing van de verlinting langsheen de Hoogstraat, Sint-Jobstraat, Leopolddreef en 2. Structureren van het plangebied d.m.v. een éénduidige ontsluitingsstructuur, Eremijtenwegel; en het andere deelgebied door grootschaligere bebouwing met een voldoende ‘dooradering’ voor langzaam verkeer; en functies bestaande uit bedrijfsvolumes, de tennishal, het gemeentemaga- zijn, het containerpark en de vrachtwagenparking. 3. Garanderen van de continuïteit en ruimtelijke opwaardering van de (bestaan- de) natuurlijke structuren binnen het plangebied; Binnen dit RUP Galgenberg wordt getracht een kwalitatieve ruimtelijke over- gang te realiseren tussen beiden. Dit kan door kleinere bedrijvigheid toe 4. Integratie van onbereikbare en braakliggende percelen binnen het omliggen- te laten t.h.v. de (op vandaag achterhaalde) zone voor volkstuinen en de bebouwde weefsel, zowel naar wonen als bedrijvigheid; diepe achtertuinen achteraan de bebouwing langsheen de Hoogstraat. Het ontsluiten van deze kleinschalige ambachtelijke be- 5. Volwaardige afwerking van de randen naar het omliggende gebied en land- drijvigheid langsheen de Hoogstraat dient daarbij echter vermeden te schappelijke inpassing van de openbare nutsvoorzieningen. worden.

287895_revisie 01 Pagina 47 van 96 Ruimtelijke ontwikkelingsvisie

Figuur 30: Conceptfiguur 3 - continuïteit (bestaande) natuurlijke structuren Figuur 29: Conceptfiguur 2 - éénduidige ontsluitingsstructuur en dooradering

De ontsluiting van het gebied Galgenberg gebeurt ook in de toekomst Maxi- Doorheen het plangebied is in noord-zuidelijke richting een grachtenstructuur maal langsheen bestaande wegenis (grijs). De ontsluiting van het woonge- terug te vinden, welke de boomgaard aan het kruispunt Galgenbergstraat – bied en die van de bedrijvigheid en grootschaligere functies, worden daarbij Leopolddreef ruimtelijk verbindt met het groengebied achteraan het domein zoveel als mogelijk van elkaar gescheiden gehouden. van de Villa ‘Mon Désir’. De woongebieden gelegen binnenin het plangebied worden ontsloten langs- heen de Eremijtenwegel; de grootschaligere activiteiten binnen het plange- Bij de verdere ontwikkeling van het plangebied wordt de kans geboden om bied takken aan op de Bollewerkstraat, welke het zware verkeer (o.a. verkeer deze landschappelijke structuur in de mate van het mogelijke op te waarde- van vrachtwagenparking en containerpark) naar de N467 leidt. Hierdoor wordt ren. De twee groengebieden (momenteel gelegen in ‘zone voor bos/openbaar verkeershinder doorheen omliggende woonzones vermeden. Er wordt wel groen’ blijven daarbij bestendigd. een bijkomende ontsluiting voorzien langsheen het tennisveld, welke de ach- terliggende braakliggende percelen bereikbaar maakt (rood). Deze natuurlijke verbinding loopt ook gedeeltelijk parallel aan de langzaam- verkeersverbinding tussen de (toekomstige) woonomgeving van de Eremij- Doorheen het volledige plangebied wordt een continue langzaamverkeers- tenwegel en de school aan de Galgenbergstraat, zoals aangegeven in voor- verbinding voorzien, (zoals ook voorzien in het oorspronkelijke BPA Galgenberg n.2, gaand concept. De grachtenstructuur kan mogelijks ruimtelijk geaccentueerd ter vervanging van buurtweg nr. 142), welke de woonomgeving rond Eremijten- worden met een bomenrij of houtkanten. wegel verbindt met de schoolomgeving aan de Galgenbergstraat (geel).

287895_revisie 01 Pagina 48 van 96 Figuur 31: Conceptfiguur 4 - integratie onbereikbare en braakliggende percelen Figuur 32: Conceptfiguur 5 – volwaardige afwerking randen naar omgeving toe

Binnen het plangebied zijn een aantal percelen gelegen die momenteel nog Van groot belang bij de verdere ruimtelijke ontwikkeling van het gebied Gal- braakliggend en/of ruimtelijk weinig kwalitatief ontwikkeld zijn. genberg, is het afwerken van de randen van het plangebied naar het aan- grenzende publieke domein en de ruimere context toe. Deze ‘restgebieden’ kunnen onderverdeeld worden in twee categorieën, af- hankelijk van hun ligging. Ter hoogte van de Eremijtenwegel is een klein on- Zo wordt de woonbebouwing t.h.v. de Eremijtenwegel langsheen de verbin- bebouwd binnengebied omsloten door de woonverlinting langsheen de ding – Galgenbergstraat – Hoogstraat ruimtelijk afgewerkt tot een volwaardig Hoogstraat, Sint-Jobstraat en Galgenbergstraat. Andere braakliggende ge- bouwblok. bieden grenzen vooral aan de grootschalige bedrijfspercelen van de ambach- telijke bedrijvigheid en kmo’s langsheen Bollewerkstraat en Galgenbergstraat. Ook de bedrijvigheid langsheen Galgenbergstraat en Leopolddreef wordt ruimtelijk ingepast in het straatbeeld door het voorzien van een (kleinschalige- Om een kwalitatieve ontwikkeling van de verschillende restgebieden toe te la- re) zone voor kantoren, bedrijfswoning en groenaanleg, vooraan de bedrijfs- ten, is het aangewezen om een meer samenhangende ruimtelijke structuur te percelen. Hierdoor ontstaat een kwalitatief beeld vanop het openbaar domein. creëren, waarbij deze restgebieden een volwaardige ontsluiting krijgen, en waarbij - vanuit het principe van zuinig ruimtegebruik - nog onontwikkelde De grootschalige openbare nutsvoorzieningen (containerpark, vrachtwagen- binnengebieden mee kunnen worden opgenomen binnen het bebouwde parking,…) worden landschappelijk ingebufferd teneinde de visuele hinder weefsel van Berlare. van deze functies naar de omgeving toe, te beperken.

287895_revisie 01 Pagina 49 van 96 9.2 Structuurschets

Figuur 33: Structuurschets RUP Galgenberg

287895_revisie 01 Pagina 50 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10 Onderzoek tot m.e.r. Noodzaak passende beoordeling aftoetsen:  Gelegen in of in de nabijheid van speciale beschermings- zones?  Aard van het plan: mate van verstoring, versnippering,…? Indien één van beiden van toepassing, is een plan-MER vereist.

 Scoping milieu-effecten: eerste ruwe screening van de kwets- baarheid van de omgeving en de aard van de milieu-impact van het ruimtelijk uitvoeringsplan. De scoping biedt volgende ant- Met de inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse regering van 11 woorden: april 2008 is er meer duidelijkheid geschapen omtrent de integratie van Is de opmaak van een PlanMER toch noodzakelijk? milieueffectenrapportage (m.e.r.) in het planproces van een ruimtelijk uit- Zijn er bepaalde relevante milieudisciplines die verder uitge- voeringsplan (RUP). werkt dienen te worden? Vanaf 1 juni 2008 dient er bij de opmaak van RUP’s formeel rekening ge-  Indien noodzakelijk, diepgaander onderzoek van de relevante houden te worden met het onderzoek van milieueffecten die de realisatie milieudiscipline(s) zoals vastgesteld in de scoping van de bestemmingen in dit RUP kunnen teweegbrengen. In de praktijk betekent dit dat voor elk RUP minimaal een ‘onderzoek tot m.e.r.’ dient  Eindconclusie uitgevoerd te worden.

De resultaten van het ‘onderzoek tot m.e.r.’ geven aan of de opmaak van een planMER al dan niet noodzakelijk is. Bijkomend worden de resultaten aangewend om de ruimtelijke keuzes die in het RUP Galgenberg gemaakt worden inhoudelijk te versterken en te onderbouwen.

Dit onderzoek is opgebouwd op basis van volgende stappen:

 Aftoetsing plan-MERplicht van rechtswege Project-m.e.r. plicht effectief aftoetsen d.m.v. mogelijk rele- vante rubrieken uit bijlangen I en II;

287895_revisie 01 Pagina 51 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.1 Alternatieven 10.1.3 Ruimere of strengere ontwikkelingsperspectieven

Vooraleer we het eigenlijke onderzoek tot m.e.r. starten voor de gekozen Gezien het voorliggende plan het resultaat is van een diepgaande analyse ontwikkelingsperspectieven, willen wij kort enkele alternatieven voorstel- en weloverwogen visie, en gezien deze visie zowel rekening houdt met de len, die uiteindelijk niet weerhouden werden. actuele noden binnen de gemeente Berlare, alsook met de waardevolle elementen van het gebied Galgenberg, blijken andere ontwikkelingsper- 10.1.1 Het nul-alternatief spectieven voor het plangebied minder kwaliteitsvol en bijgevolg minder wenselijk. Het ‘nulalternatief’ houdt in dat er geen planinitiatieven worden genomen en dat er dus geen RUP wordt opgemaakt. In dat geval blijft het huidige 10.1.4 Conclusie alternatieven BPA nr.2 Galgenberg (inclusief wijziging) van kracht. De voorgestelde ontwikkelingsperspectieven zijn het resultaat van een Een aantal van de vooropgestelde planopties uit dit originele BPA zijn ech- zeer uitgebreid onderzoek, waarbij weloverwogen keuzes werden ge- ter niet realistisch of zijn achterhaald omdat ze niet meer inspelen op de maakt. De voorgestelde ontwikkelingsperspectieven houden bijgevolg huidige behoeften. Mede hierdoor is dit BPA in verloop van tijd reeds her- meer rekening met de ruimtelijke context en huidige problematiek, dan het zien geweest. Het werd daarbij slechts voor een beperkt deel aangepast. nulalternatief of eventueel andere opties.

Bovendien zijn de voorschriften zoals opgemaakt in het oorspronkelijke Bijgevolg bieden de voorgestelde ontwikkelingsperspectieven naar de toe- BPA nr. 2 Galgenberg weinig verfijnd. komst toe, de beste garanties voor ruimtelijke kwaliteit.

10.1.2 Locatie-alternatieven

Bijkomend kan gesteld worden dat binnen het plangebied van RUP Gal- genberg momenteel heel wat gronden onbenut blijven, gezien hun ligging in een weinig optimale bestemmingszone of hun beperkte mogelijkheden naar ontsluiting toe.

Vanuit zuinig ruimtegebruik, waarbij het aansnijden van reeds ingesloten binnengebieden de voorkeur geniet op het aansnijden van nog onaange- taste grote open ruimtegebieden, is het uitbreiden van ambachtelijke be- drijvigheid, sociale huisvesting,… elders in de gemeente Berlare dan ook weinig opportuun.

287895_revisie 01 Pagina 52 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.2 Grensoverschrijdende effecten Uit dit overzicht blijkt dat het overgrote deel van de bestaande bedrijvig- Omwille van de aard van het plan (ontwikkeling van het gebied Galgen- heid in het plangebied bestaat uit handelszaken, aannemingsbedrijven of berg, in hoofdzaak gericht op inbreiding en herorganisatie van ambachte- transportbedrijven. Deze categorieën van bedrijvigheid zijn niet opgeno- lijke bedrijvigheid, openbare nutsvoorzieningen, sociale huisvesting,…), de men in de bijlagen I en II. Ook het tenniscomplex Chiwawa valt hier niet afstand tot de grenzen, de beperkte grootte van het plangebied en relatief onder. kleine impact van het plan op zijn omgeving, worden er geen aanzienlijke effecten op de gewest- of landsgrenzen verwacht. De grensoverschrijden- Ook de activiteiten die binnen het planologisch kader van het RUP Gal- de effecten zijn bijgevolg verwaarloosbaar. genberg zullen kunnen worden gerealiseerd, vallen hier niet onder.

10.3 Aftoetsing plan-MER plicht van rechtswege Bij nazicht van bijlage II.10, blijkt dat het wat betreft de ontwikkleingskan- sen voor bedrijvigheid en woningbouw eveneens niet gaat over: 10.3.1 Project-m.e.r.plicht  ‘’Industrieterreinontwikkeling met een oppervlakte van 50 ha of meer;  Stadsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van de bouw van winkelcen- De project-m.e.r.-plicht wordt afgetoetst op basis van het besluit van de tra en parkeerterreinen’’. Vlaamse regering houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage (B.S. 11/01/2010), meerbe- Bij nazicht van bijlage II. 11, blijkt ook dat het wat betreft het containerpark, paald bijlagen I en II. eveneens niet gaat over:  ‘’Installaties voor de verwijdering van afval – stortplaatsen van catego- De bestaande bedrijvigheid in het plangebied valt hier niet onder. Deze rie 1 en 2 voor niet-gevaarlijke afvalstoffen’’. wordt in onderstaande tabel beschreven: Bijgevolg kan besloten worden dat de project - m.e.r.-plicht niet van toe- Bedrijf Activiteit passing is op dit RUP. Vennootschap Quetzales – Hoogstraat 70 gardencenter Vennootschap (Decorent) Elgeka – Overheet 48 aannemingsbedrijf Vennootschap Cammaert Bicque – Brugstraat 22 aannemingsbedrijf Vennootschap Adam Antoine – Leopolddreeft 16c Verhuur heftoestellen Vennootschap Eric Baeyens – Schuitje 21a aannemingsbedrijf Vennootschap Sinex – Hoogstraat 98 transportbedrijf Vennootschap Chiwawa – Bollewerkstraat 32 tenniscomplex De heer Peter Beelaert – Hoogstraat 21 Voederhandel/transport GMC Instruments Belguim – E. Hertecantlaan 24 handel De heer Ivan Verheggen – Galgenbergstraat 52A aannemingsbedrijf Tabel 2: Overzichtstabel bestaande bedrijvigheid Galgenberg

287895_revisie 01 Pagina 53 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.3.2 Noodzaak tot passende beoordeling

10.3.2.1 Speciale beschermingszones

Het plangebied is niet gelegen in:  Habitatrichtlijngebied;  Vogelrichtlijngebied;  Ramsar-gebied.

Ten noordwesten van het plangebied komen wel een habitat- en vogel- richtlijngebied voor. Deze zijn gelegen op een (geschatte) afstand van ca. 200 m :  Vogelrichtlijngebied ‘Durme en middenloop van de Schelde’ (BE2301235)  Habitatrichtlijngebied ‘Schelde en Durmeëstuarium van de Neder- landse grens tot Gent (BE2300006)

Figuur 34: Natura 2000

287895_revisie 01 Pagina 54 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.3.3 Voortoets passende beoordeling

In deze voortoets wordt de nodige informatie aangereikt om te bepalen of voor het plan, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is.

Deze nota omvat volgende onderdelen:  Beschrijving van de bestaande toestand;  Beschrijving van de speciale beschermingszones;  Vooronderzoek;  Conclusie.

10.3.3.1 Beschriiving bestaande toestand

Het plangebied van RUP Galgenberg is gelegen op een geschatte afstand van ca. 200 m van het SBZ-V ‘Durme en middenloop van de Schelde’ (BE2301235), en het SBZ-H ‘Schelde en Durmeëstuarium van de Neder- landse grens tot Gent’ (BE2300006).

Het plangebied situeert zich daarbij tussen het SBZ-gebied en de kern van Berlare. Het gebied maakt deel uit van de bebouwde kern van de gemeen- te Berlare, en is dan ook quasi volledig omsloten door het bebouwde weef- sel. Meer specifiek bevindt zich tussen het plangebied en de SBZ-gebieden de woonverlinting langsheen de Hoogstraat en Turfputstraat, en zijn er geen ecologisch verbindende structuren aanwezig, waardoor het plangebied geen rechtstreekse relatie aangaat met het SBZ.

Aan de noordzijde grenst het plangebied wel aan het kasteelpark, en ook ten zuidwesten van het plangebied zijn enkele biologisch waardevolle ge- bieden gelegen. Deze gebieden zijn echter veeleer in oost-westelijke rich- ting georiënteerd naar het SBZ-gebied, waardoor de mogelijke rol van het plangebied als ‘ecologische stapsteen’ eerder gering is. Figuur 35: Biologische waarderingskaart

287895_revisie 01 Pagina 55 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

Roerdomp 4 5 (1 bp) Niet broedend Annex I

10.3.3.2 Beschrijving SBZ-V ‘Durme en middenloop van de Schelde’ Slobeend 800 Wintergast of doortrekker niet Annex I

(BE2301235) Smient 180 Wintergast of doortrekker niet Annex I

Tafeleend 300 Wintergast of doortrekker niet Annex I  Oppervlakte: 4190 ha Velduil 2 3 Niet broedend Annex I  Soorten: Visdief 10 Niet broedend Annex I Populatie-grootte Wilde Eend 7100 Wintergast of doortrekker niet Annex I

Min Max Seizoen Wilde Zwaan 10 Niet broedend Annex I

Aalscholver 3 Niet broedend Annex I Wintertaling 1500 Wintergast of doortrekker niet Annex I

Bergeend 630 Wintergast of doortrekker niet Annex I Witoogeend Niet broedend Annex I

Blauwborst 60 70 Broedvogel Annex I Woudaap 2 Broedvogel Annex I

Blauwe Kiekendief 10 Niet broedend Annex I Zwarte Stern 10 Niet broedend Annex I

Blauwe Reiger 100 Wintergast of doortrekker niet Annex I Zwarte Wouw 1 Broedvogel Annex I

Bosruiter 5 10 Niet broedend Annex I Bruine Kiekendief 3 5 (1 bp) Niet broedend Annex I Tabel 3: Soorten SBZ-V (BE2301235) (bron: www.Agiv.be) Dodaars 45 Wintergast of doortrekker niet Annex I  Fuut 45 Wintergast of doortrekker niet Annex I Habitats:

Grutto 150 Wintergast of doortrekker niet Annex I Artificiële landschappen, gemengd bos, getijdenrivieren, moerasgebieden, Ijsvogel 5 10 Broedvogel Annex I stilstaand zoetwater, wouden en bossen. Kemphaan 40 50 Niet broedend Annex I Kleine Zwaan 4 Niet broedend Annex I  Landgebruik: Knobbelzwaan 10 Wintergast of doortrekker niet Annex I

Krakeend 20 Wintergast of doortrekker niet Annex I Landbouw, onderzoek en behoud, toerisme/recreatie/

Kuifeend 70 Wintergast of doortrekker niet Annex I  Bedreigingen: Meerkoet 1250 Wintergast of doortrekker niet Annex I Nonnetje Wintergast of doortrekker niet Annex I  Bouw en impact van dijken en stuwen (zeer belangrijk) Pijlstaart 90 Wintergast of doortrekker niet Annex I  Infrastructuur algemeen (belangrijk) Porseleinhoen Niet broedend Annex I  Landbouwintensificatie (belangrijk) Purperreiger 5 Niet broedend Annex I

287895_revisie 01 Pagina 56 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.3.3.3 Beschrijving SBZ-H ‘Schelde en Durmeëstuarium van de Ne-  Vissen: derlandse grens tot Gent’ (BE2300006) 1134 Rhodeus sericeus - Bittervoorn  Oppervlakte: 6005 ha 1099 Lampetra fluviatilis - Rivierprik

Cobitis taenia - Kleine modder-  1149 Habitats: kruiper Prioritair Tabel 5: Vissen SBZ-H (BE2300006) (bron: www.Agiv.be) 1130 Estuaria nee

Eénjarige pioniersvegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia- 1310 nee  Amfibieën en Reptielen: soorten en andere zoutminnende planten

1320 Schorren met slijkgrasvegetaties (Spartinion) nee Triturus cristatus - Kamsala- 1166 1330 Atlantische schorren (Glauco-Puccinellietalia maritimae) nee mander

2310 Psammofiele heide met Calluna- en Genista-soorten nee Tabel 6: Amfibieën en Reptielen SBZ-H (BE2300006) (bron: www.Agiv.be) 2330 Open grasland met Corynephorus- en Agrostis-soorten op landduinen nee

Van nature eutrofe meren met vegetatie van het type Magnopotamium of 3150 nee Hydrocharition

Grasland met Molinia op kalkhoudende bodem en kleibodem (Eu- 6410 nee Molinion)

6430 Voedselrijke ruigten nee

Laaggelegen, schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba 6510 nee officinalis)

9160 Eikenbossen van het type Stellario-Carpinetum nee

Overblijvende of relictbossen op alluviale grond (Alnion glutinoso- 91E0 ja incanae)

Tabel 4: Habitats SBZ-H (BE2300006) (bron: www.Agiv.be)

287895_revisie 01 Pagina 57 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.3.3.4 Vooronderzoek tussen de SBZ-gebieden en het plangebied, en het huidige ruimtegebruik binnen het plangebied. Bijgevolg worden geen effecten verwacht.  Ecotoopinname  Verstoring door geluid en licht Gezien het plangebied zelf niet in een SBZ gelegen is, onstaat er geen directe ecotoop-inname. Ook zijn er ons geen gegevens beschikbaar over Uitbreiding van de bestaande bedrijvigheid of nieuwe bedrijvigheid met habitatgebruik van aangemelde soorten binnen het plangebied. Gezien het geluidsintensieve activiteiten komt niet in aanmerking binnen dit RUP Gal- huidige grondgebruik binnen het plangebied, is het ook vrij onwaarschijnlijk genberg, gezien dit niet verenigbaar is met de woonomgeving waarop het dat deze soorten er voorkomen. Het plangebied kan bijgevolg weinig plangebied aansluit. meerwaarde bieden ten aanzien van de nabijgelegen SBZ-V en SBZ-H. Er worden dan ook geen effecten verwacht. Qua verlichting kan het zinvol zijn om erop aan te sturen dat verlichting van percelen binnen het plangebied enkel gebeurt indien strikt noodzake-  Versnippering en barrière-effecten lijk. Zo is verlichting van het containerpark ’s nachts mogelijks overbodig en dienen ook de centraal gelegen tennispleinen ’s nachts niet verlicht te Het RUP Galgenberg heeft naast de reorganisatie van enkele bestaande worden. Hiertoe dienen de toekomstige uitbaters/beheerders de nodige functies, voornamelijk tot doel om onbenutte gronden, welke in verloop van initiatieven te nemen. Daarnaast zal in de stedenbouwkundige voorschrif- tijd ingesloten kwamen te liggen door bebouwing, terug bereikbaar te ma- ten opgelegd worden dat verlichting gunstig gepositioneerd dient te wor- ken waardoor deze benut kunnen worden. Dit geldt niet enkel voor enkele den t.o.v. de nabijgelegen SBZ-gebieden (geen strooilicht, geen opwaarts braakliggende gronden die ruimtelijk aansluiten op de bestaande bedrijfs- gerichte lichtbronnen,…), en dat er een correcte afstemming dient te ge- percelen langsheen de Galgenbergstraat en Leopolddreef, maar ook voor beuren van het type verlichtingsarmaturen (neerwaarts gerichte armatu- enkele restpercelen langsheen de Eremijtenwegel, waar de gemeente een ren2, aangepaste golflengte van het licht3, verlichtingspalen niet hoger dan sociaal woningbouwproject wenst in te plannen. strikt noodzakelijk,…).

Het gaat bijgevolg in hoofdzaak over inbreiding van reeds bestaande acti- Rekening houdend met deze milderende maatregelen, en met de ligging viteiten, in een gebied dat reeds sterk ingenomen is door bebouwing. Van- van het plangebied in een bebouwde context, de reeds bestaande activitei- uit het principe van zuinig ruimtegebruik krijgt dit de voorkeur op verdere ten (bedrijvigheid, recreatievoorziening, containerpark,…) en de afstand tot aansnijding van nog onaangetaste open ruimtegebieden of waardevolle het SBZ-gebied, kan gesteld worden dat er door de ontwikkelingen binnen groengebieden.

Deze inbreiding gebeurt volledig buiten de hierboven beschreven SBZ-V 2 De armaturen zijn voorzien met vlakglas en de ULOR (Upward Light Output Ratio) moet nagenoeg 0% en SBZ-H. Bovendien gebeurt dit in een gebied dat zelf geen ruimtelijk- zijn. ecologische relatie heeft met beide SBZ-gebieden, gezien de aansluiting 3 Dit spectrum bepaalt de aantrekkingskracht voor bv. nachtvlinders. De grootste aantrekkingskracht wordt op het stedelijk gebied, de afwezigheid van ecologische corridors of stap- uitgeoefend door licht met golflengten in het nabije UV en het blauwe gebied van het spectrum (tussen 350 stenen binnen en doorheen het plangebied, de ligging van huizenlinten en 500 nm). Dergelijke lichtbronnen hebben een belangrijke impact op nachtvlinders en bijgevolg op vleer- muizen. Dergelijke verlichting moet dan ook vermeden worden.

287895_revisie 01 Pagina 58 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

het RUP Galgenberg geen of slechts verwaarloosbare extra geluids- of lichthinder verwacht wordt ten aanzien van het SBZ-gebied.

 Verstoring door verkeersafwikkeling

De ontsluiting van de bedrijfsactiviteiten in het plangebied gebeurt in hoofdzaak in de richting van de N467, die ten oosten van het plangebied de kern van Berlare doorsnijdt. Mogelijks bijkomende verkeersbewegingen doorheen de hiervoor beschreven SBZ-gebieden, welke ten noordwesten van het plangebied gelegen zijn, zijn bijgevolg nagenoeg verwaarloosbaar.

 Wijziging hydrologie/bodem

Realisatie van nieuwe bebouwing in functie van wonen, bedrijvigheid,… binnen het plangebied kan mogelijks een verstoring betekenen voor de bodem en het grondwater in het SBZ-gebied. Op vandaag zijn echter geen gegevens beschikbaar of de nieuwe bebouwing in het plangebied gepaard zal gaan met bemaling van gronden.

Als we kijken naar de ecosysteemkwetsbaarheidskaart – verdroging, dan is het plangebied gelegen in ‘niet tot weinig kwetsbaar’ gebied. Toch kan het bij ontwikkeling van nieuwe bebouwing en verhardingen zinvol zijn om maatregelen op te leggen waardoor de invloedssfeer van een eventuele bemaling niet tot in de SBZ-gebieden kan reiken. Op deze manier worden mogelijke effecten vermeden.

 Vervuiling/Eutrofiëring Figuur 36: Verdroging Het volledige plangebied is gelegen in “centraal gebied” op het zonerings- plan van de VMM, waarvoor het voorzien is om alle bebouwing aan te slui- ten op het bestaande rioleringsnet.

Bijgevolg wordt er geen impact verwacht op de waterkwaliteit van de SBZ- gebieden.

287895_revisie 01 Pagina 59 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.3.3.5 Conclusie voortoets passende beoordeling

Bovenstaand vooronderzoek leidt tot de conclusie dat de impact als ver- waarloosbaar kan beschouwd worden, en dat er bijgevolg geen noodzaak is voor de opmaak van een passende beoordeling.

Wel komen uit deze beschrijving een aantal aandachtspunten naar voor om mee te nemen in het onderzoek tot m.e.r. en de verdere uitwerking van het RUP Galgenberg:

geen uitbreiding van de bestaande bedrijvigheid of nieuwe bedrijvigheid met geluidsintensieve activiteiten, gezien dit niet verenigbaar is met de woonom- geving waarop het plangebied aansluit; verlichting op bedrijfspercelen, tennisterreinen, containerpark,… dient gun- stig gepositioneerd te worden t.o.v. de nabijgelegen SBZ-gebieden. (geen strooilicht, geen opwaarts gerichte lichtbronnen,…), en er dient een correcte afstemming te gebeuren van het type verlichtingsarmaturen (neerwaarts ge- richte armaturen, aangepaste golflengte van het licht, verlichtingspalen niet hoger dan strikt noodzakelijk,…); bij ontwikkeling van nieuwe bebouwing en verhardingen dienen maatregelen opgelegd te worden waardoor de invloedssfeer van een eventuele bemaling niet tot in de SBZ-gebieden kan reiken.

10.3.4 Conclusie aftoetsing MER-plicht van rechtswege

De opmaak van een planMER wordt van rechtswege niet noodzakelijk ge- acht vanuit de project-m.e.r. plicht of de noodzaak tot een passende be- oordeling

287895_revisie 01 Pagina 60 van 96 10.4 Scoping milieu-effecten

10.4.1 Aard van het plan  waterwingebieden en bijhorende beschermingszones type I en II vastgesteld ter uitvoering van het decreet van 24 januari 1984 Het planologisch initiatief van de gemeente betreft het aanpassen, heror- houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer; ganiseren, actualiseren en verfijnen van de bestemmingszones en voor-  het Vlaams Ecologisch Netwerk overeenkomstig het decreet schriften bepaald in het BPA Galgenberg 1993 (incl. herziening 2008). van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het na- tuurlijk milieu; 10.4.2 Voorkomen van bijzonder beschermde gebieden  een volgens een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan vastgesteld erfgoedlandschap. In het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de ca- tegorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage Aangezien het voorkomen van deze bijzonder beschermde gebieden vaak (B.S.17/02/2005) wordt aangegeven wat er verstaan wordt onder ‘bijzon- een bepalende rol speelt in functie van het bepalen van de project-m.e.r.- der beschermde gebieden’: plicht en gezien deze gebieden als bijzondere beschermde gebieden wor- den beschouwd omdat ze een hoge waarde en/of kwetsbaarheid vanuit  de speciale beschermingszones overeenkomstig het decreet milieuoogpunt hebben, geeft het voorkomen ervan een goede indicatie van van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het na- gevoeligheid van het plangebied voor het mogelijk optreden van milieu- tuurlijk milieu; effecten.  gebieden aangeduid overeenkomstig de Conventie van Ram- sar inzake watergebieden van internationale betekenis; Deze elementen worden daarom nu voor het plangebied van het RUP  beschermde duingebieden of voor het duingebied belangrijk Galgenberg onderzocht. landbouwgebied zoals aangegeven ter uitvoering van het de- creet van 14 juli 1993 houdende maatregelen tot bescherming van de kustduinen;  natuurgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke waar- de en de ermee vergelijkbare gebieden, aangewezen op plan- nen van aanleg en de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening;  bosgebieden, valleigebieden, brongebieden, overstromingsge- bieden, agrarische gebieden met ecologisch belang of ecologi- sche waarde en de ermee vergelijkbare gebieden, aangewezen op plannen van aanleg en de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening;  beschermde landschappen, stads- of dorpsgezichten, monu- menten of archeologische zones;

287895_revisie 01 Pagina 61 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.4.2.1 VEN-gebieden

Om de open ruimte in de toekomst veilig te stellen, wordt door de Vlaamse overheid onder meer een Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) uitgetekend. Het VEN vormt met haar grote aaneengesloten gebieden de ruggengraat van de toekomstige natuurlijke structuur (netwerken) in Vlaanderen. Het bestaat uit de Grote Eenheden Natuur (GEN) en Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling (GENO).

Binnen de grenzen van het RUP komen geen van deze gebieden voor.

10.4.2.2 Ramsar-gebieden

De Ramsar-conventie, ook wel de conventie over waterrijke gebieden ge- noemd, is een internationale overeenkomst daterend van 1971 die tot doel heeft het behoud en het oordeelkundig gebruik van alle watergebieden te bewerkstelligen.

Er zijn geen door deze conventie afgebakende gebieden aanwezig in het plangebied of zijn onmiddellijke omgeving.

10.4.2.3 Beschermde duingebieden

Er komen geen beschermde duingebieden voor in Berlare.

10.4.2.4 Natuurreservaten

Er komen geen natuurreservaten voor binnen de plangrenzen of de on- middellijke omgeving.

Figuur 37: Figuur gebieden van het VEN (Agiv,1e fase afbakening van het VEN0310)

287895_revisie 01 Pagina 62 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.4.2.5 ‘Ecologische’ gebieden volgens het Gewestplan

Als ecologische gebieden volgens het gewestplan beschouwen we de groengebieden, parkgebieden, natuurgebieden, natuurgebieden met we- tenschappelijke waarde, natuurreservaten, natuurontwikkelingsgebieden, bosgebieden, valleigebieden, brongebieden of agrarische gebieden met ecologisch belang of waarde volgens het vigerende gewestplan.

Binnen het RUP komen geen van deze gebieden voor. In het noorden en het zuiden grenst het plangebied met een kleine tip aan natuur- en park- gebieden. De grenzen tussen deze gebieden bestaan uit bestaande open- bare wegenis en aangelegen bebouwing (welke in het RUP Galgenberg behouden blijft), waardoor er geen negatieve invloed op de ecologische of wetenschappelijke waarde van de aangrenzende gebieden te verwachten valt.

Figuur 38: Ruimtelijk kwetsbare gebieden volgens het Gewestplan

287895_revisie 01 Pagina 63 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.4.2.6 Oppervlaktewaterwingebieden

In het plangebied komen geen oppervlaktewaterwingebieden voor.

10.4.2.7 Beschermingszones grondwaterwinning

Voor de gebieden waar grondwater gewonnen wordt voor de productie van drinkwater is een bijzondere bescherming voorzien. Om de kwaliteit van het grondwater te waarborgen werden in de wetgeving drie beschermings- zones voorzien:  Zone I: de zone rondom het waterwingebied waarin het water binnen 24 uur de waterwinningszone kan bereiken. Ook wel de 24 urenzone ge- noemd.  Zone II: de zone waarvan het water de putten van het waterwingebied kan bereiken in minder dan 60 dagen (maximum 300 meter). Deze zone wordt ook wel de bacteriologische zone genoemd.  Zone III : het voedingsgebied van de grondwaterwinning (maximum 2 km). Deze zone wordt ook wel de chemische zone genoemd.

De handelingen en activiteiten die binnen de beschermingszones toegela- ten zijn, zijn opgesomd in het besluit van de Vlaamse regering van 27 maart 1985. Ook in de milieuwetgeving VLAREM en VLAREBO en in het Mestdecreet zijn bepalingen opgenomen over wat kan en wat niet kan bin- nen de afgebakende beschermingszones. Uiteraard gelden in zone II, die dichter bij de eigenlijke winning gelegen is, strengere maatregelen dan in zone III.

Het plangebied is niet gelegen in een waterwingebied of beschermingszo- ne. In het noorden grenst het RUP wel rechtstreeks aan een bescher- mingszone type III. Er valt echter weinig invloed van het RUP te verwach- ten langsheen deze grens (welke samenvalt met de Hoogstraat), gezien deze op vandaag reeds druk bebouwd is. Figuur 39: Grondwaterwinningsgebieden

287895_revisie 01 Pagina 64 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.4.2.8 Onroerend erfgoed (monumenten, landschappen, stads- en dorpsgezichten)

Binnen het plangebied zijn geen beschermde zones aanwezig in de vorm van monumenten, landschappen, stad- en/of dorpsgezichten.

In de noordelijke punt grenst het beschermde landschap ”Het kasteel en zijn omgeving” (OO000147) aan het RUP Galgenberg. Het gaat meer spe- cifiek over de laan naar het betreffende kasteeldomein. Hierop valt echter weinig invloed te verwachten, gezien de grens met dit gebied bestaat uit bestaande wegenis met aangelegen bebouwing, welke in het RUP Gal- genberg behouden blijft.

Figuur 40: Onroerend erfgoed

287895_revisie 01 Pagina 65 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.4.3 Kwetsbaarheid plangebied  drainagekaart  bodemsaneringen en -attesten De aanwezigheid van bijzonder beschermde gebieden geeft weliswaar een idee van belangrijke te beschermen waarden, maar geeft vaak onvoldoen-  BIOLOGISCHE WAARDE: de de kwetsbaarheid van een gebied weer.  waardevolle of zeer waardevolle gebieden volgens de Bio- logische Waarderingskaart De kwetsbaarheid van een gebied is echter in belangrijke mate bepalend  vogelatlas voor de te verwachten milieueffecten. Een gedetailleerde beschrijving van de kenmerken van het plangebied is in dit stadium van het onderzoek niet  LANDSCHAPS- EN ERGOEDWAARDE: zinvol. Daarom wordt de kwetsbaarheid van het plangebied gekarakteri-  seerd aan de hand van beschikbaar kaartmateriaal, dat een ruwe indicatie relictzones en ankerplaatsen volgens de landschapsatlas hiervan weergeeft.  Inventaris van het bouwkundig erfgoed Aangezien dit een eerder ruwe werkwijze is die de specifieke eigenheid  eventueel aangevuld met informatie uit de inventaris van van het gebied slechts beperkt in rekening brengt, wordt er uitgegaan van het bouwkundig erfgoed en de centraal archeologische in- het voorzorgsbeginsel op dit vlak. Dit betekent dat – als er twijfel is over de ventaris (CAI) kwetsbaarheid van – er wordt uitgegaan van een ‘worst case’ inschatting van de kwetsbaarheid.  LANDBOUWWAARDE  landbouwgronden met een hoge of zeer hoge waardering Om de kwetsbaarheid in kaart te brengen raadplegen we volgend kaartma- volgens de landbouwtyperingskaart teriaal:  landbouwgronden gelegen binnen de herbevestigde agrari-  WATER: sche gebieden (HAG’s)  overstromingskaart  kaart van de overstromingsgevoelige gebieden  GELUID EN TRILLINGEN:  grondwaterstromingsgevoeligheid  stiltegebieden  erosiegevoeligheid  hellingen  INVLOED OP GEZONDHEID/VEILIGHEID MENS:  kaart van de infiltratiegevoelige gebieden  woonconcentraties (BPA)  zoneringskaart  mobiliteit  grondwaterkwetsbaarheid Rekening houdend met de aard van het planelement, de aanwezige en  BODEM: geplande ontwikkelingen in de omgeving en de aard van/afstand tot kwetsbare gebieden, wordt het risico op milieueffecten beoordeeld en de  gebieden met een zeer slechte drainage en/of een bijzonde- gewenste diepgang per milieudiscipline vastgesteld. re gevoeligheid (zeer natte gronden - drainageklasse f, g, h of i volgens de bodemkaart – en veen-en poelgronden)

287895_revisie 01 Pagina 66 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.4.3.1 WATER a. Overstromingsgevoeligheid

Om te weten welke gebieden gevoelig zijn voor overstromingen en welke milderende maatregelen er kunnen opgelegd worden bovenop de gewes- telijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buf- fervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, worden onderstaande kaarten bekeken. De volgende analyse werd ge- maakt:

Binnen het RUP of zijn omgeving komt geen risicozone voor overstroming (MOG) voor. Er is ook geen recent overstroomde gebied (ROG) gelegen binnen het plangebied of zijn omgeving.

Het plangebied is gelegen in het Boven-Scheldebekken. Een deel van het plangebied, t.h.v. de hoek tussen de Hoogstraat en Sint-Jobstraat, maakt daarbij deel uit van een van nature overstroombaar gebied (NOG).

Het studiegebied is echter nergens gelegen binnen of in de nabijheid van overstromingsgevoelig gebied. Extra voorschriften bovenop de gewestelij- ke verordening zijn bijgevolg niet noodzakelijk.

Wel wordt als aandachtspunt opgenomen in de stedenbouwkundige voor- schriften:

 Het inperken van aangelegde verhardingen tot wat noodzakelijk is, alsook het maximaal werken met waterdoorlatende verhardingen, tenzij werken met niet-waterdoorlatende verhardingen om bepaalde redenen aangewe- zen zou zijn (bijv. vigerende sectorale wetgeving).

Figuur 41: Overstromingskaart (Agiv, MOG, ROG, NOG, 2008)

287895_revisie 01 Pagina 67 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

Figuur 42: Overstromingsgevoelige gebieden (Watertoetskaart, 2006)

287895_revisie 01 Pagina 68 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

b. Grondwaterstromingsgevoeligheid

Het plangebied is grotendeels matig grondwaterstromingsgevoelig (type2). Het noordwestelijke deel t.h.v. de hoek tussen Hoogstraat en Sint- Jobstraat is zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type1). Dit maakt echter een beperkt deel uit van het plangebied.

Voor de matig gevoelige delen betekent dit dat de aanleg van infiltratie- voorzieningen zoals waterdoorlatende verhardingen bij individuele ingre- pen op perceelsniveau zinvol zijn, en als aandachtpunt dienen meegeno- men te worden.

Gelet op de aard van het RUP en de reeds aanwezige bebouwing in de zeer gevoelige gebieden valt geen grote verstoring van de grondwater- stromingen te verwachten. Toch kunnen er zich bij zeer gevoelige gebie- den beperkte (al dan niet tijdelijke) plaatselijke wijzigingen van het grond- waterpatroon voordoen indien ondergrondse constructies of tijdelijke be- maling worden uitgevoerd.

Er moet bij mogelijks ondergrondse constructies van nieuwe bebouwing dan ook aandacht worden besteed aan de grondwaterstromingsgevoelig- heid. Hiervoor gelden volgende richtlijnen:

 In type 1 gebied dient voor een ondergrondse constructie met een diepte van meer dan 3m of een horizontale lengte van meer dan 50m advies aan- gevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie;  In type 2 gebied dient voor een ondergrondse constructie met een diepte van meer dan 5m en een horizontale lengte van meer dan 100m advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie.

Figuur 43: Grondwater- stromingsgevoeligheid (Watertoetskaart, 2006)

287895_revisie 01 Pagina 69 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

c. Erosiegevoeligheid

Het RUP Galgenberg is quasi voor het volledige plangebied niet erosiege- voelig. Het RUP zal bijgevolg geen effect hebben op de erosiegevoeligheid van het gebied.

Figuur 44: Erosiegevoelige gebieden (Watertoetskaart, 2006)

287895_revisie 01 Pagina 70 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

d. Hellingen

Het plangebied kent hier en daar enkele kleine hellingen. De meeste van deze hellingen werden in het verleden echter veelal weggewerkt bij het voorzien van nieuwe bebouwing.

Met dit RUP worden geen noemenswaardige reliëfwijzigingen beoogd. De effecten van het RUP op het aspect ‘hellingen’ zijn verwaarloosbaar.

Figuur 45: Hellingenkaart

287895_revisie 01 Pagina 71 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

e. Infiltratiegevoeligheid

De kaart met de infiltratiegevoelige bodems werd opgemaakt om te kun- nen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infil- treren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt. Bovendien staat infiltratie in voor de aan- vulling van de grondwatervoorraden en zodoende voor het tegengaan van verdroging van watervoerende lagen en van waterafhankelijke natuur.

Uitgezonderd een kleine zone aan de noordwestelijke rand van het plan- gebied is het terrein infiltratiegevoelig. Dit houdt in dat het zinvol kan zijn om infiltratiesystemen te voorzien. Voor de delen waar bij uitvoering van het RUP Galgenberg bijkomende bebouwing en/of verharding is voorzien, kunnen voorschriften rond infiltratie worden opgenomen.

Vanuit een duurzame uitgangshouding is het immers aangewezen om overeenkomstig de principes van het integraal waterbeleid – naast de ge- westelijke verordening – in de stedenbouwkundige voorschriften te streven naar het beperken van de verharding, het maximaal werken met water- doorlatende verhardingen (tenzij werken met niet-waterdoorlatende ver- hardingen om bepaalde redenen aangewezen zou zijn, bijv. vigerende sectorale wetgeving), het organiseren van de opvang van afstromend wa- ter in de grachten die infiltratie toelaten, en het eventueel toepassen van andere maatregelen die de waterafvoer vertragen. Dit streven wordt opge- nomen in de stedenbouwkundige voorschriften.

Figuur 46: Infiltratiegevoeligheid (Watertoetskaart, 2006)

287895_revisie 01 Pagina 72 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

f. Oppervlaktewaterkwaliteit

Op 10 maart 2006 is het besluit van de Vlaamse Regering houdende de vaststelling van de regels met betrekking tot de scheiding tussen de ge- meentelijke en de bovengemeentelijke saneringsverplichting en het vast- stellen van de zoneringsplannen goedgekeurd. Hiermee kregen de zone- ringsplannen wettelijke grond.

In september 2006 startte de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) met de verzending van een voorontwerp van zoneringsplan naar alle Vlaamse gemeenten. Deze plannen doorliepen een goedkeuringsprocedure waarbij zowel de betrokken als de omliggende gemeenten, de bekkenbesturen en de burger hun standpunt kenbaar konden maken. Dit alles resulteerde in een definitief zoneringsplan.

Op deze plannen zijn 4 zones terug te vinden:  het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zui- veringsstation (oranje gearceerd);  het geoptimaliseerde buitengebied met recente aansluiting op een zuiveringsstation (groen gearceerd);  het collectief te optimaliseren buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen);  het individueel te optimaliseren buitengebied, waar het afval- water individueel zal moeten gezuiverd worden door middel van een IBA (rood).

Het volledige plangebied is quasi volledig gelegen in “centraal gebied” (oranje arcering), waar het is voorzien alle bebouwing aan te sluiten op het Figuur 47: bestaande rioleringsnet. Zoneringsplan (VMM) Bijgevolg kunnen we besluiten dat het RUP geen invloed zal hebben op de oppervlaktewaterkwaliteit en dienen er geen extra maatregelen worden opgenomen in dit RUP.

287895_revisie 01 Pagina 73 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

g. Grondwaterkwetsbaarheid

Op de grondwaterkwetsbaarheidskaart is het volledige plangebied gelegen in zeer kwetsbaar gebied.

Gezien quasi het volledige plangebied volgens het zoneringsplan van de VMM reeds aangesloten is op een bestaande zuivering, kunnen we beslui- ten dat het RUP geen extra bedreiging vormt voor het grondwater.

Figuur 48: Grondwaterkwetsbaarheid

287895_revisie 01 Pagina 74 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.4.3.2 BODEM a. Bodemkaart

Het plangebied is gelegen in de Zandstreek.

Ten zuiden van de Hoogstraat treffen we een bebouwde zone aan, welke samenvalt met de aanduiding ‘antropogene’ gronden. Dit refereert naar de invloed van menselijke activiteiten op de grond.

Het grootste deel, de oostelijke helft van het plangebied, bestaat uit matig droge en matig natte zandbodems, met verbrokkelde ijzer en/of humus B horizont (Zch en Zdh). Het zuidwestelijke deel bestaat vooral uit droge en zeer droge zandbodems zonder profiel (Zbp).

Aansluitend bij het plangebied treffen we ook ten oosten, langsheen de Leopolddreef, antropogene gronden aan. In het zuidwesten, langsheen de Galgenbergstraat, lopen de droge zandgronden verder door.

Voor bodemsoorten als natte zandbodems, natte zandleembodems, natte kleibodems en natte zware kleibodems is het belangrijk om te screenen of deze voorkomen binnen het plangebied. De meest gevoelige bodems zij diegene met drainageklassen f,g of i. Geen van de bodems binnen het plangebied vallen hieronder.

Tevens treffen we in het plangebied geen veenbodems of poelgronden aan.

Figuur 49: Bodemkaart (Agiv, 2001)

287895_revisie 01 Pagina 75 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

b. Drainagekaart

Uit de drainagekaart kunnen we besluiten dat de oostelijke rand, t.h.v. de Leopolddreef, bestaande uit matig natte grond, overgaat naar matig tot zeer droge grond in het westen van het studiegebied, langsheen de Gal- genbergstraat. Langsheen de noordelijke grens van het plangebied zijn geen gegevens beschikbaar.

Figuur 50: Drainagekaart (Agiv, 2001)

287895_revisie 01 Pagina 76 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

c. Bodemsaneringen en –attesten

De kaart van OVAM geeft het oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek weer, alsook de bodemattesten en bodemsaneringsprojecten. Een oriënterend bodemonderzoek of OBO geeft een beeld van de toestand van de bodem op een volledig perceel. Een beschrijvend bodemonderzoek of BBO wordt uitgevoerd om een vastgestelde verontreiniging in kaart te brengen. Het kan dan ook op een deel van een perceel of perceelsoverschrijdend uitgevoerd worden.

Binnen het plangebied werden er verschillende oriënterende bodemonderzoeken uitgevoerd en bodemattesten afgeleverd. Deze wijzen over het algemeen niet op verontreiniging van de bodem. Wel wordt binnen het plangebied één beschrijvend bodemonderzoek aangegeven, gekoppeld aan een bodemsaneringsproject, ter hoogte van de braakliggende ter- reinen in het zuidelijke deel van het plangebied.

De gemeente bevestigt dat op deze braakliggende terreinen, welke eigendom zijn van de gemeente, een vonnis van bodemverontreiniging gekend is. Deze laagge- legen terreinen zijn indertijd opgehoogd met verontreinigd materiaal.

Het vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Dendermonde dd. 11 septem- ber 2006 vermeldt:

‘’Uit de vaststellingen van de federale politie op 3 oktober 2001 bleek onder meer dat het bewuste perceel een braakliggend stuk grond betrof dat ongeveer één me- ter onder het gangbare niveau ligt en waarvan het niveau op diverse plaatsen werd opgehoogd met aarde en sloopafval.’’ Figuur 51: Bodemsaneringen en - Overeenkomstig artikel 59 § 1 van het afvalstoffendecreet veroordeelt de rechtbank onderzoeken degene die de afvalstoffen achterlaat in strijd met de bepalingen van dit decreet tot het verwijderen ervan binnen de door de rechtbank bepaalde termijn van 1 jaar vanaf het vonnis.

De gerechtelijke procedure inzake dit vonnis is momenteel nog steeds lopende.

287895_revisie 01 Pagina 77 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.4.3.3 BIOLOGISCHE WAARDERING a. Biologische waardering

Het plangebied van RUP Galgenberg is voornamelijk gelegen in biologisch minder waardevol gebied, met uitzondering van enkele terreinen in het oosten langsheen de Leopolddreef, enkele ingesloten weilanden achter de bebouwing langsheen de Hoogstraat, een perceel langsheen de Galgen- bergstraat, en een braakliggende grond tussen de Hoogstraat en de Ere- mijtenwegel.

Er zijn echter geen biologisch zeer waardevolle gebieden gelegen binnen de grenzen van de plancontour van RUP Galgenberg. Het RUP heeft bij- gevolg weinig tot geen negatieve effecten op biologisch zeer waardevolle gebieden.

Daarbij worden in dit RUP Galgenberg enkele groengebieden, gelegen langsheen de Leopolddreef, juridisch verankerd en sterk opgewaardeerd.

Figuur 52: Biologishe waarderingskaart

287895_revisie 01 Pagina 78 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

b. Vogelatlas

Wanneer we de vogelatlas bekijken, zien we dat er binnen het plangebied geen broed- en pleisterplaatsen van regionaal belang voorkomen. Het plangebied wordt wel doorkruist door een route voor seizoentrek.

Figuur 53: Vogelatlas (INBO)

287895_revisie 01 Pagina 79 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.4.3.4 LANDSCHAPS- & ERFGOEDWAARDE a. Landschapsatlas

Het studiegebied is gelegen in het traditioneel landschap ‘Straatdorpenge- bied van Lokeren’.

Verder zijn er geen ankerplaatsen, relictzones, lijnrelichten of puntrelicten aanwezig binnen het plangebied van het RUP.

Ten noorden van het plangebied bevindt zich een lijnrelict, nl. de ‘Kas- teeldreef Berlare’ (L40057). b. Inventaris bouwkundig erfgoed

Binnen het plangebied van het RUP bevinden zich twee gebouwen die opgenomen zijn in de inventaris bouwkundig erfgoed:

 De voorheen gehete ‘Villa Mon Désir’ is gelegen in de Hoogstraat nr 10. De woning, gebouwd in 1921, is een achterin gelegen eclectische villa met ruime beboomde tuin. De voorkant is bewaard gebleven, ach- teraan is een nieuwe aanbouw toegevoegd. Links van de woning staat, haaks op de straat, nog een bakstenen bijgebouw.

 Op de hoek van de Sint-Jobstraat met de Galgenbergstraat bevindt zich de ‘Sint-Jobkapel’. Deze laat 18de eeuwse, eenvoudige wegkapel is ingeplant op een klein grasperk, omgeven door openbare wegenis. Het interieur van de kapel is niet meer origineel.

In de stedenbouwkundige voorschriften zal worden aangegeven hoe met de waardevolle elementen dient omgegaan te worden, opdat deze een duurzame toekomst kunnen krijgen.

Figuur 54: Landschapsatlas

287895_revisie 01 Pagina 80 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

De Sint-Jobkapel Wegkapel binnen het gehucht Vliet in de wijk Grote Heide, gelegen op het pleintje aan de viersprong gevormd door Sint Jobstraat, Galgenbergstraat, Haagstraat en Vlietwegel. Inge- plant op een klein grasperk met de voorgevel gericht naar Vlietwegel, beschaduwd voorheen door vier taxusbomen, waarvan nu nog twee staand achter de kapel. Toegangspad van gekante baksteen en schuin voor de kapel geplaatste betonnen knielbank met in mozaïeksteentjes op de zitting aangebracht opschrift: “Man Job bvo”. De kapel komt niet voor op de kaart van de Ferraris (1771-1778), noch op de “Ommelooper en Terrier ofte Land en Caerteboek der Prochie van Berlaere” van 1773-1786; wel aangegeven op de Atlas der Buurtwegen van Berlare van 1844. Rechthoekige wegkapel onder zadeldak (pannen), minstens opklimmend tot de eerste helft van de 19de eeuw en mogelijk in kern of oorsprong teruggaand tot eind 18de eeuw; in de loop van de 20ste eeuw voorzien van een nieuw parement. Gewitte gecementeerde gevels met schijnvoegen. Voorpuntgevel met horizontale banden en rondboogvormige deuropening voor oudere gevel(?) met deur onder houten latei; houten deur met getralied deurlicht en offerbusgleuf. In geveltop paneel met geschilderd opschrift “H. Man Job bvo”. Beide zijgevels met een vlak omlijst ruitvormig venstertje met een tralie en gestructureerd glas. Grotendeels vernieuwd interieur met gemetst altaar in de driezijdige sluiting. Grijs geschilder- de bepleisterde wanden en keperboogvormig gewelf. Op een houten sokkel, beschilderd met “s. job” in een vierpas, het polychroom terracottabeeld van Sint-Job met rood fluwelen mantel, geflankeerd door twee porseleinen vazen en een porseleinen beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes onder stolp. IJzeren kaarsenhouder en rookvang met afvoer.

Villa Mon Désir Eclectische villa in een ruime beboomde tuin, volgens het kadasterarchief gebouwd in 1921 door de heer L. Scheurs-Beelaert. Op grond van stilistische gelijkenissen mogelijk toe te schrijven aan architect Th. Présiaux (Lede). Gekasseide oprit naar de woning aan de straat afgesloten door vernieuwde toegang met ijzeren hek en aangepaste gemetste hekpijlers. Achterin gelegen kleurrijke bak- en hardstenen woning op L-vormige plattegrond met vier traveeën van twee bouwlagen op souterrain. Gemarkeerde deurportiek in de hoek van beide vleugels, bekroond met een rank achtzijdig okseltorentje oprijzend boven de daklijst en met hoge leien naaldspits. Afdekkende overstekende zadeldaken op uitgelengde houten conso- les. Hoge omlopende breukstenen plint met keldervensters afgewerkt met hardstenen lijsten. Verder horizontale speklagen van groene en witte geglazuurde baksteen met hardstenen diamantkoppen. Getoogde of rondboogvormige vensters met ijzeren I-latei met rozetjes en onder groene en witte gestreepte ontlastingsbogen, hardstenen dorpels, hoekblokken en sluitstenen; nieuw schrijnwerk. Hoekportiek vooraf gegaan door vijf hardstenen treden, open- gewerkt aan twee zijden met rondbogen onder groen en witte gestreepte booglijsten op ge- profileerde consoles; originele paneeldeur met deurlichten en gesmeed ijzeren tralies. Nieuwe Sint-Jobkapel Villa Mon Désir aanbouw achteraan. Links, haaks op de straat ingeplant vrijstaand bakstenen bijgebouw onder overstekend zadel- dak (kunstleien) met onder meer twee getoogde garagepoorten. Figuur 55: Inventaris van het bouwkundig erfgoed

287895_revisie 01 Pagina 81 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

c. Centraal Archeologische inventaris

Op de inventaris van het archeologisch erfgoed (www.cai.erfgoed.net) zijn binnen dit plangebied geen zones aangeduid als (deel van) archeologisch erfgoed.

Bovendien zal in de voorschriften opgenomen worden dat bij geplande grondwerken binnen het plangebied van dit RUP, voorafgaand overleg noodzakelijk is met de bevoegde archeologische diensten.

Figuur 56: Centraal archeologische inventaris

287895_revisie 01 Pagina 82 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.4.3.5 LANDBOUWWAARDE a. Landbouwtyperingskaarten

De percelen gelegen binnen het plangebied van RUP Galgenberg hebben een zeer lage waardering op de landbouwtyperingskaart. Deze gronden zijn gedeeltelijk al jaren in gebruik als woonkavel of zijn voor de landbouw minder gunstig gelegen binnen een verstedelijkte omgeving.

In het RUP wordt geen landbouwgebied met hoge waardering aangetast.

Figuur 57: landbouwtyperingskaart

287895_revisie 01 Pagina 83 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

b. Herbevestigd agrarisch gebied

In uitvoering van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) stelt de Vlaamse overheid een ruimtelijke visie op voor landbouw, natuur en bos. Doelstelling is te komen tot een afbakening van de agrarische, natuurlijke en bosstructuur van het buitengebied.

Dit planningsproces resulteerde in het verleden reeds in een gedeeltelijke afbakening van de VEN-gebieden (fase 1). In de tweede fase wil de Vlaamse overheid op korte termijn ook reeds duidelijkheid geven over de percelen die zeker opgenomen worden in de agrarische structuur en die nu ook reeds gelegen zijn in een ‘agrarische bestemming’, de zogenaam- de ‘herbevestigde agrarische gebieden’.

In 2008 nam de Vlaamse Regering kennis van de visie voor de ‘regio Schelde-Dender’, en keurde ze op 28 november 2008 de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca. 21.900 ha agra- risch gebied én een operationeel uitvoeringsprogramma goed. Berlare be- vindt zich daarbij in de deelruimte 2: ‘Boven-Zeeschelde’. In deze deel- ruimte is de Scheldevallei structuurbepalend voor de natuurlijke structuur op Vlaams niveau. Binnen dit natuurcomplex gaat bijzondere aandacht uit naar de invloed van getij. Er wordt gestreefd naar een versterking van de gradiënt van slikken en schorren, afgewisseld met rivierduinen en donken die in bepaalde delen verweven voorkomen met de landbouw. Op de ho- ger gelegen delen, tussen en in de verstedelijkte gebieden speelt de land- bouw een cruciale rol in het behouden en het versterken van de resteren- de open ruimte gebieden.

De mogelijkheden binnen het herbevestigd agrarisch gebied worden weer- gegeven in het planologisch beleid binnen de herbevestigde agrarische bestemmingen zoals omschreven in de omzendbrief RO/2005/01 over het BVR van 3 juni 2005.

Binnen het plangebied van RUP Galgenberg zijn geen gronden gelegen binnen herbevestigd agrarisch gebied. Figuur 58: Herbevestigde agrarische gebieden

287895_revisie 01 Pagina 84 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.4.3.6 GELUID EN TRILLINGEN a. Geluid en trillingen

De opzet van het RUP betreft een aanpassing, herorganisatie, actualise- ring en verfijning van de bestemmingszones en voorschriften bepaald in het huidige BPA nr. 2 Galgenberg. Het overgrote deel van het plangebied is daarbij reeds bebouwd door woningen, bedrijvigheid, een recreatievoor- ziening en openbare nutsvoorzieningen.

Geluidseffecten van bedrijfsactiviteiten die in de toekomst gegenereerd kunnen worden binnen het plangebied, zijn onderhevig aan de vigerende Vlarem-wetgeving en worden bij een concrete aanvraag tot milieuvergun- ning gedetailleerd onderzocht. b. Stiltegebieden

Wat geluid betreft wordt ook het aspect ‘Stiltegebieden’ meegenomen. Reeds in de jaren ’80 groeide het besef dat de nog resterende stiltegebie- den in Vlaanderen moesten worden beschermd. In 1994 werd een globale screening gedaan naar de stiltegebieden in Vlaanderen.

Binnen het plangebied en zijn nabije omgeving zijn geen van dergelijke stiltegebieden gelegen. Daarom kan men besluiten dat het RUP geen in- vloed zal hebben op ongeschonden gebieden inzake geluid. Figuur 59: Stiltegebieden

287895_revisie 01 Pagina 85 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.4.3.7 INVLOED OP DE GEZONDHEID EN VEILIGHEID VAN DE heel, waarbij karaktervolle elementen behouden worden. Dit zal een duide- MENS lijke verbetering vormen voor de ruimtelijke woon- en leefkwaliteit in en rondom het plangebied van Galgenberg. Bovendien biedt het RUP ook a. BPA belangrijke kansen voor de ontwikkeling van sociale huisvesting binnen de gemeente Berlare, waardoor ingespeeld wordt op het creëren van woon- Het Gewestplan deelde het plangebied grotendeels op in woongebied en aanbod voor een diversiteit aan bevolkingsgroepen. recreatiegebied, met ook een zeer beperkt deel ambachtelijke bedrijvig- heid en kmo’s. Met het Bijzonder Plan van Aanleg ‘Galgenberg’ werd reeds een verdere verfijning van het Gewestplan doorgevoerd. Daarbij werd naast de zone voor sport ook meer ruimte gegeven aan de ontwikkeling van ambachtelijke en kleine ondernemingen, alsook aan ge- bouwen voor openbaar nut. Daarbij werden bijkomende bufferzones inge- tekend rondom de bedrijvigheid, alsook zones voor volkstuinen en open- baar groen. Bij de herziening van dit BPA, werd een groot deel van de ruimte voor sport, omgezet naar ruimte voor openbaar nut, een zone voor groenscherm en een belangrijk aandeel zone voor bos.

Gezien de opzet van het RUP Galgenberg in hoofdzaak de aanpassing, herorganisatie, actualisering en verfijning van de bestemmingszones en voorschriften bepaald in dit BPA Galgenberg betreft, en het overgrote deel van het plangebied daarbij reeds bebouwd is door woningen, ambachtelij- ke bedrijvigheid, openbare nutsvoorzieningen en een recreatievoorziening, zijn er weinig bijkomende effecten te verwachten op de gezondheid en vei- ligheid van de mens.

Daarbij voorziet het RUP Galgenberg in een volwaardige groenbuffering van de bestaande en toekomstige bedrijvigheid in het plangebied t.o.v. het omliggende woongebied. Ook bij de verplaatsing van het containerpark, welke gecombineerd zal worden met de aanleg van een vrachtwagenpar- king, wordt de nodige groenbuffering voorzien om de visuele hinder naar de omwonenden zoveel als mogelijk te beperken. Daarbij wordt ook de inplanting van een bos voorzien.

Het sterk versnipperde binnengebied van Galgenberg zal daarbij ruimtelijk worden gestructureerd tot één samenhangend en ruimtelijk kwalitatief ge-

287895_revisie 01 Pagina 86 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

Figuur 60: BPA Galgenberg Figuur 61: BPA Galgenberg - herziening

287895_revisie 01 Pagina 87 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

b. Mobiliteit

Bedrijvigheid en voorzieningen

Het plangebied van RUP Galgenberg spant zich op tussen de Hoogstraat, de Leo- polddreef en de Galgenbergstraat. Het plangebied wordt daarbij doorsneden door de Bollewerkstraat.

De bedrijfsactiviteiten worden daarbij in hoofdzaak ontsloten langsheen Galgen- bergstraat en Bollewerkstraat. Momenteel betreft het vervoersbewegingen van een 10-tal bedrijven. De mogelijkheid aan bijkomende bedrijvigheid welke binnen dit RUP Galgenberg wordt voorzien, is eerder beperkt, en zal grotendeels ten dienste staan van de gewenste uitbreiding voor de bestaande bedrijvigheid in het plange- bied.

De Galgenbergstraat en Bollewerkstraat worden in het GRS (gewenste verkeers- en vervoersstructuur) aangegeven als lokale wegen van categorie II, welke een ontsluitende functie opnemen voor de bedrijvigheid en andere functies gelegen langsheen deze wegen. Deze Galgenbergstraat en Bollewerkstraat bieden rechtstreeks verbinding met de N467, welke binnen het GRS aangeduid wordt als lokale weg van categorie I. De lokale verbindingswegen zorgen voor een verbinding richting de primaire en se- cundaire wegen; de hoofdfunctie is verbinden en/of verzamelen op (inter)lokaal niveau.

Het huidige tenniscomplex en containerpark worden eveneens ontsloten langsheen de Bollewerkstraat. Ook het toekomstige containerpark zal hierlangs ontsloten Figuur 62: Gewenste verkeers- en blijven, zodat gegarandeerd blijft dat het bestemmingsverkeer voor het container- vervoersstructuur (bron: GRS Berlare) park niet ontsloten wordt langsheen een woonstraat. In 2010 had het containerpark 21.162 bezoekers; dit komt neer op een gemiddeld aantal bezoekers van ca. 58 bezoekers/dag.

Bijkomend wordt in het RUP Galgenberg getracht een oplossing te bieden aan de parkeerproblematiek voor vrachtwagens. Deze parking voorziet een 20-tal par- keerplaatsen en zal eveneens aantakken op de Bollewerkstraat.

287895_revisie 01 Pagina 88 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

Wonen

Binnen het plangebied van dit RUP Galgenberg wordt ook een sociaal woonproject voorzien. Hiervoor wordt verwezen naar Hfdst. 5.15.1Inrichtingsvoorstel sociale woningbouw Eremijtenwegel.

Dit woningbouwproject voorziet de inplanting van ca. 26 nieuwe sociale woningen ter hoogte van de Eremijtenwegel. De Eremijtenwegel is momenteel een buurtweg en bijgevolg niet aangelegd. Er is momenteel een verbod voor doorgaand verkeer. Bij de ontwikkeling van het binnengebied wordt er gestreefd naar een beperkte doorgang van het plaatselijk verkeer om overlast naar de nu nog rustige omliggen- de straten te vermijden. De inrichting van deze weg zal een gepaste snelheid af- dwingen zodoende de veiligheid en het comfort voor voetgangers en fietsers te laten primeren boven de doorstroomsnelheid van gemotoriseerd verkeer.

Daarbij wordt voor de woningen de mogelijkheid voorzien voor open parkeerplaat- sen en/of een carport zodanig dat er ook aan de parkeernormen wordt voldaan. Er wordt 1 autostaanplaats per ééngezinswoning voorzien en 1 autostaanplaats per drie bejaardenwoningen. Het openbaar domein binnen het project vervult daarbij tevens een rol als opvang van (al dan niet overdekte) publieke parkeervoorzienin- gen.

De kern van Berlare wordt bediend door 3 buslijnen (nrs. 29, 53, 54) waarvan de routes gelegen zijn langsheen de N467. We kunnen bijgevolg concluderen dat bij ontwikkeling van woon- & werkgelegenheid binnen het plangebied, de mogelijkhe- den qua openbaar vervoer voldoende zijn uitgebouwd.

T.h.v. de Galgenbergstraat wordt een bijkomende parkeerzone ingericht om een antwoord te kunnen bieden aan de parkeerproblematiek rondom de school. Figuur 63: Overzicht buslijnen Berlare (bron: www.DeLijn.be)

287895_revisie 01 Pagina 89 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.4.4 Conclusie Scoping milieu-effecten ten te verwachten zijn op de oppervlaktewaterkwaliteit en grondwater- kwaliteit. Uit deze scoping van de milieu-effecten kunnen we besluiten dat er geen VEN-gebieden, Ramsar-gebieden, beschermde duingebieden, natuur- Het plangebied is niet gelegen in natte bodemsoorten, veen- of poel- reservaten, ecologisch waardevolle gebieden of waterwingebieden gronden. Er is wel één bodemverontreiniging gekend binnen het plan- gelegen zijn binnen de contour van het plangebied Galgenberg. gebied.

Er zijn ook geen beschermde landschappen, stads- of dorpsgezichten Het RUP Galgenberg heeft ook weinig tot geen effecten op biologisch of monumenten gelegen binnen het plangebied. Er zijn wel enkele ge- zeer waardevolle gebieden. Er bevinden zich ook geen broed- of pleis- bouwen opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, meer terplaatsen voor vogels binnen het plangebied. specifiek de ‘Villa Mon Désir’ en de ‘Sint-Jobkapel’. Bij de opmaak van het RUP kan met deze inventaris rekening gehouden worden door voor Het plangebied is niet gelegen binnen een ankerplaats of relictzone. Er beeldbepalende gebouwen strengere voorschriften te voorzien. bevinden zich eveneens geen punt- of lijnrelicten binnen het plange- bied. Wel maakt het plangebied deel uit van het traditioneel landschap Binnen de grenzen van het RUP Galgenberg zijn geen overstromingsge- ‘Straatdorpengebied van Lokeren’. voelige gebieden aanwezig. Het plangebied is voor het overgrote deel matig grondwaterstromingsgevoelig, niet erosiegevoelig, en kent Op de inventaris van het archeologisch erfgoed zijn binnen dit plangebied geen noemenswaardige hellingen. We kunnen concluderen dat door de geen zones aangeduid als (deel van) archeologisch erfgoed. aard van het RUP er weinig zal veranderen aan de waterhuishouding bin- nen het plangebied. Met dit RUP Galgenberg wordt geen landbouwgebied met hoge waarde- ring aangetast. Er zijn ook geen gronden gelegen in herbevestigd agra- Uitgezonderd een kleine zone in noordwestelijke hoek van het plangebied, risch gebied. is het terrein infiltratiegevoelig. Vanuit een duurzame uitgangshouding is het aangewezen om overeenkomstig de principes van het integraal water- Het RUP zal geen invloeden hebben ongeschonden gebieden inzake beleid in de stedenbouwkundige voorschriften te streven naar het beper- geluid. ken van de verharding, het maximaal werken met waterdoorlatende ver- hardingen (tenzij werken met niet-waterdoorlatende verhardingen om be- Gezien de opzet van het RUP Galgenberg in hoofdzaak de aanpassing, paalde redenen aangewezen zou zijn, bijv. vigerende sectorale wetge- herorganisatie, actualisering en verfijning van de bestemmingszones en ving), het organiseren van de opvang van afstromend water in de grachten voorschriften bepaald in het BPA Galgenberg betreft, en het overgrote deel die infiltratie toelaten, en het eventueel toepassen van andere maatregelen van het plangebied daarbij reeds bebouwd is, zijn er weinig bijkomende die de waterafvoer vertragen. effecten te verwachten op de gezondheid en veiligheid van de mens. Het sterk versnipperde binnengebied van Galgenberg zal daarbij ruimtelijk Het zoneringsplan voorziet dat alle bebouwing binnen het plangebied aan- worden gestructureerd tot één samenhangend en ruimtelijk kwalitatief ge- gesloten is op een bestaande zuivering, waardoor geen negatieve effec- heel, waarbij karaktervolle elementen behouden worden.

287895_revisie 01 Pagina 90 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

Dit zal een duidelijke verbetering vormen voor de ruimtelijke woon- en In type 2 gebied dient voor een ondergrondse constructie met een diepte leefkwaliteit in en rondom het plangebied van Galgenberg. Bovendien van meer dan 5m en een horizontale lengte van meer dan 100m advies biedt het RUP ook belangrijke kansen voor de ontwikkeling van socia- aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. le huisvesting binnen de gemeente Berlare.  Inventaris bouwkundig erfgoed: De activiteiten (bedrijvigheid, recreatie, wonen, containerpark…) binnen Aangeven hoe omgegaan dient te worden met gebouwen opgenomen het plangebied zijn goed bereikbaar gelegen. Ook het openbaar vervoer in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Hierbij dient in de steden- in de omgeving van het plangebied is voldoende uitgebouwd. Bijkomend bouwkundige voorschriften aangegeven te worden hoe met de waarde- wordt in het RUP Galgenberg getracht een oplossing te bieden aan de volle elementen van deze gebouwen dient omgegaan te worden, opdat parkeerproblematiek voor vrachtwagens. deze elementen een duurzame toekomst kunnen krijgen.  Archeologie: Uit deze scoping komen ook een aantal aandachtspunten naar voor om Opname in de stedenbouwkundige voorschriften van de zinsnede die mee te nemen in de verdere uitwerking van het RUP Galgenberg: aangeeft dat bij geplande grondwerken in het plangebied, voorafgaand  Integraal waterbeleid: overleg noodzakelijk is met de bevoegde archeologische diensten. Opname in stedenbouwkundige voorschriften van het inperken van  Geluid aangelegde verhardingen tot wat noodzakelijk is, alsook het maximaal Geluidseffecten van bedrijfsactiviteiten die in de toekomst gegenereerd werken met waterdoorlatende verhardingen, tenzij werken met niet- kunnen worden binnen het plangebied, zijn onderhevig aan de vigeren- waterdoorlatende verhardingen om bepaalde redenen aangewezen zou de Vlarem-wetgeving en worden bij een concrete aanvraag tot milieu- zijn (bvb. vigerende sectorale wetgeving), het organiseren van de op- vergunning gedetailleerd onderzocht. vang van afstromend water in de grachten die infiltratie toelaten, en het eventueel toepassen van andere maatregelen die de waterafvoer ver- tragen.

 Grondwaterkwetsbaarheid:

Er moet bij mogelijks ondergrondse constructies van nieuwe bebou- wing dan ook aandacht worden besteed aan de grondwaterstromings- gevoeligheid. Hiervoor gelden volgende richtlijnen: In type 1 gebied dient voor een ondergrondse constructie met een diepte van meer dan 3m of een horizontale lengte van meer dan 50m advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie;

287895_revisie 01 Pagina 91 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.5 Externe mensveiligheid Op basis van bovenstaande aftoetsing stelt er zich op het vlak van de ex- De externe mensveiligheidsaspecten zijn verwaarloosbaar omwille van het terne mensveiligheid geen probleem. feit dat het plangebied van voorliggend RUP Galgenberg geen Seveso- bedrijvigheid omvat. In de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP Galgenberg zal opgenomen worden dat dit ook in de toekomst onmogelijk zal zijn. Dit is vanzelfsprekend gezien het hier gaat over de ontwikkeling van een gebied dat deel uitmaakt van de bebouwde woonkern van Berlare. Ook in de ruimere omgeving van het plangebied van dit RUP is geen Se- veso-bedrijvigheid aanwezig.

Om een inschatting te maken van het aspect externe mensveiligheid, dient het voorliggende RUP afgetoetst te worden aan de hand van criteria die werden opgenomen onder de vorm van een beslissingsdiagram in bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26/01/2007 houdende nadere regels inzake de ruimtelijke veiligheidsrapportage:

Gelet op het feit dat:

 Volgens de gegevens van de dienst VR4 in het plangebied geen Seve- so-inrichitngen aanwezig zijn binnen het plangebied;

 Volgens de gegevens verstrekt in de toelichtingsnota van dit RUP geen Seveso-inrichtingen mogelijk zijn binnen het plangebied;

 Volgens de gegevens verstrekt in de toelichtingsnota van dit RUP zijn er aandachtsgebieden (zoals gedefinieerd in het besluit van de Vlaam- se Regering van 26/01/2007 houdende nadere regels inzake ruimtelijke veiligheidsrapportage) gepland in het plangebied;

 Volgens de gegevens van de dienst VR5 binnen een perimeter van 2 km rond het plangebied geen Seveso-inrichtingen aanwezig zijn;

4 Bron: webstek http://www.lne.be/themas/veiligheidsrapportage/inrichtingen/lijsten 5 Bron: webstek http://www.lne.be/themas/veiligheidsrapportage/inrichtingen/lijsten

287895_revisie 01 Pagina 92 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

10.6 Eindconclusie Het plangebied valt qua ecosysteemkwetsbaarheid – verdroging in ‘niet tot weinig kwetsbaar’ gebied. De opmaak van een plan-MER wordt niet noodzakelijk geacht vanuit de project-m.e.r. plicht. Het volledige plangebied is gelegen in “centraal gebied” (oranje arce- ring) op het zoneringsplan van de VMM, waarvoor het voorzien is om al- Vanuit het vooronderzoek tot passende beoordeling kunnen we het le bebouwing aan te sluiten op het bestaande rioleringsnet. volgende besluiten: Bijgevolg zal er geen impact zijn op de waterkwaliteit van de SBZ- Gezien het plangebied niet in een SBZ gelegen is, onstaat er geen di- gebieden. recte ecotoop-inname. Het plangebied kan ook weinig meerwaarde bieden ten aanzien van de nabijgelegen SBZ-V en SBZ-H. Bovenstaande vooronderzoek leidt tot de conclusie dat de impact als verwaarloosbaar kan beschouwd worden en dat er bijgevolg geen Het gaat daarbij in dit RUP Galgenberg in hoofdzaak over inbreiding van noodzaak is voor de opmaak van een passende beoordeling. reeds bestaande activiteiten, in een gebied dat reeds sterk ingenomen is door bebouwing. Deze inbreiding gebeurt in een gebied dat geen ruimte- Vanuit de scoping van de milieu-effecten kunnen we het volgende lijk-ecologische relatie heeft met beide SBZ-gebieden, gezien de aan- besluiten: sluiting op het stedelijk gebied, de afwezigheid van ecologische corridors of stapstenen binnen en doorheen het plangebied, de ligging van huizen- Er zijn geen VEN-gebieden, Ramsar-gebieden, beschermde duinge- linten tussen de SBZ-gebieden en het plangebied, en het huidige ruimte- bieden, natuurreservaten, ecologisch waardevolle gebieden of wa- gebruik binnen het plangebied. terwingebieden gelegen binnen de contour van het plangebied Galgen- berg. Rekening houdend met enkele milderende maatregelen inzake licht en ge- luid, en met de ligging van het plangebied in een bebouwde context, de Er zijn ook geen beschermde landschappen, stads- of dorpsgezichten reeds bestaande activiteiten en de afstand tot het SBZ-gebied, kan ge- of monumenten gelegen binnen het plangebied. Er zijn wel enkele ge- steld worden dat er door de ontwikkelingen binnen het RUP Galgenberg bouwen opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, geen of slechts verwaarloosbare extra geluids- of lichthinder ver- meer specifiek de ‘Villa Mon Désir’ en de ‘Sint-Jobkapel’. Bij de opmaak wacht wordt ten aanzien van het SBZ-gebied. van het RUP kan met deze inventaris rekening gehouden worden door voor beeldbepalende gebouwen strengere voorschriften te voorzien. De ontsluiting van de bedrijfsactiviteiten in het plangebied gebeuren hoofdzakelijk in de richting van de N467, die aan oostelijke zijde van het Binnen de grenzen van het RUP Galgenberg zijn geen overstromings- plangebied de kern van Berlare doorsnijdt. Mogelijks bijkomende ver- gevoelige gebieden aanwezig. Het plangebied is voor het overgrote deel keersbewegingen doorheen het SBZ-gebied, ten noordwesten van het matig grondwaterstromingsgevoelig, niet erosiegevoelig, en kent plangebied, zijn bijgevolg nagenoeg verwaarloosbaar. geen noemenswaardige hellingen. We kunnen concluderen dat door de aard van het RUP er weinig zal veranderen aan de waterhuishouding bin- nen het plangebied.

287895_revisie 01 Pagina 93 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

Uitgezonderd een kleine zone in noordwestelijke hoek van het plangebied, Het RUP zal geen invloeden hebben ongeschonden gebieden inzake is het terrein infiltratiegevoelig. Vanuit een duurzame uitgangshouding is geluid. het aangewezen om overeenkomstig de principes van het integraal water- beleid – naast de gewestelijke verordening – in de stedenbouwkundige Gezien de opzet van het RUP Galgenberg in hoofdzaak de aanpassing, voorschriften te streven naar het beperken van de verharding, het maxi- herorganisatie, actualisering en verfijning van de bestemmingszones en maal werken met waterdoorlatende verhardingen (tenzij werken met niet- voorschriften bepaald in het BPA Galgenberg betreft, en het overgrote waterdoorlatende verhardingen om bepaalde redenen aangewezen zou deel van het plangebied daarbij reeds bebouwd is, zijn er weinig bijko- zijn, bijv. vigerende sectorale wetgeving), het organiseren van de opvang mende effecten te verwachten op de gezondheid en veiligheid van de van afstromend water in de grachten die infiltratie toelaten, en het eventu- mens. eel toepassen van andere maatregelen die de waterafvoer vertragen. Het sterk versnipperde binnengebied van Galgenberg zal daarbij ruimtelijk worden gestructureerd tot één samenhangend en ruimtelijk kwalitatief ge- Het zoneringsplan voorziet dat alle bebouwing binnen het plangebied aan- heel, waarbij karaktervolle elementen behouden worden. Dit zal een dui- gesloten is op een bestaande zuivering, waardoor geen negatieve effec- delijke verbetering vormen voor de ruimtelijke woon- en leefkwaliteit ten te verwachten zijn op de oppervlaktewaterkwaliteit en grondwater- in en rondom het plangebied van Galgenberg. Bovendien biedt het RUP kwaliteit. ook belangrijke kansen voor de ontwikkeling van sociale huisvesting binnen de gemeente Berlare. Het plangebied is niet gelegen in natte bodemsoorten, veen- of poel- gronden. Er is wel één bodemverontreiniging gekend binnen het plan- De activiteiten (bedrijvigheid, recreatie, wonen, containerpark,…) binnen gebied. het plangebied zijn goed bereikbaar gelegen. Ook het openbaar ver- voer in de omgeving van het plangebied is voldoende uitgebouwd. Bij- Het RUP Galgenberg heeft ook weinig tot geen effecten op biologisch komend wordt in het RUP Galgenberg getracht een oplossing te bieden zeer waardevolle gebieden. Er bevinden zich ook geen broed- of pleis- aan de parkeerproblematiek voor vrachtwagens. terplaatsen voor vogels binnen het plangebied. Er zijn m.a.w. geen aanzienlijke milieu-effecten te verwachten want: Het plangebied is niet gelegen binnen een ankerplaats of relictzone. Er bevinden zich eveneens geen punt- of lijnrelicten binnen het plange-  De impact van de bestemmingswijzigingen en de activiteiten die in bied. Wel maakt het plangebied deel uit van het traditioneel landschap het kader van dit RUP kunnen worden gerealiseerd hebben slechts ‘Straatdorpengebied van Lokeren’. een beperkte potentiële impact op de milieu-effecten;  Er zijn geen beschermingen in het plangebied of in de nabijheid Op de inventaris van het archeologisch erfgoed zijn binnen dit plangebied aanwezig die bijzondere aandacht vragen; geen zones aangeduid als (deel van) archeologisch erfgoed.  Er zijn geen bijzondere kwetsbaarheden die de te verwachten mili- eu-impact zwaarder zullen doen doorwegen. Met dit RUP Galgenberg wordt geen landbouwgebied met hoge waar- dering aangetast. Er zijn ook geen gronden gelegen in herbevestigd Ook de externe mensveiligheidsaspecten zijn verwaarloosbaar. agrarisch gebied.

287895_revisie 01 Pagina 94 van 96 Onderzoek tot m.e.r.

 Inventaris bouwkundig erfgoed: Bijgevolg kunnen we besluiten dat er geen plan-MER moet worden opgemaakt. Aangeven hoe omgegaan dient te worden met gebouwen opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Hierbij dient in de stedenbouwkun- dige voorschriften aangegeven te worden hoe met de waardevolle elemen- Wel dienen wel een aantal aandachtspunten meegenomen te worden in de ten van deze gebouwen dient omgegaan te worden, opdat deze elementen verdere uitwerking van het RUP ‘Galgenberg’. Deze worden hieronder op- een duurzame toekomst kunnen krijgen. gelijst.  Archeologie:

 Integraal waterbeleid: Opname in de stedenbouwkundige voorschriften van de zinsnede die aan- geeft dat bij geplande grondwerken in het plangebied, voorafgaand overleg Opname in stedenbouwkundige voorschriften van het inperken van aange- noodzakelijk is met de bevoegde archeologische diensten. legde verhardingen tot wat noodzakelijk is, alsook het maximaal werken met waterdoorlatende verhardingen, tenzij werken met niet-  Geluid: waterdoorlatende verhardingen om bepaalde redenen aangewezen zou zijn (bvb. vigerende sectorale wetgeving), het organiseren van de opvang van Er kan geen uitbreiding van de bestaande bedrijvigheid of nieuwe bedrijvig- afstromend water in de grachten die infiltratie toelaten, en het eventueel heid met geluidsintensieve activiteiten worden voorzien, gezien dit niet ver- toepassen van andere maatregelen die de waterafvoer vertragen. enigbaar is met de woonomgeving waarop het plangebied aansluit.  Grondwaterkwetsbaarheid: Geluidseffecten van bedrijfsactiviteiten die in de toekomst gegenereerd kunnen worden binnen het plangebied, zijn onderhevig aan de vigerende Bij ontwikkeling van nieuwe bebouwing en verhardingen dienen maatrege- Vlarem-wetgeving en worden bij een concrete aanvraag tot milieuvergun- len opgelegd te worden waardoor de invloedssfeer van een eventuele be- ning gedetailleerd onderzocht. maling niet tot in de nabijgelegen SBZ-gebieden kan reiken.  Licht:

Er moet bij mogelijks ondergrondse constructies van nieuwe bebouwing Verlichting op bedrijfspercelen, tennisterreinen, containerpark,… dient gun- dan ook aandacht worden besteed aan de grondwaterstromingsgevoelig- stig gepositioneerd te worden t.o.v. de nabijgelegen SBZ-gebieden. (geen heid. Hiervoor gelden volgende richtlijnen: strooilicht, geen opwaarts gerichte lichtbronnen,…), en er dient een correc- te afstemming te gebeuren van het type verlichtingsarmaturen (neerwaarts In type 1 gebied dient voor een ondergrondse constructie met een gerichte armaturen, aangepaste golflengte van het licht, verlichtingspalen diepte van meer dan 3m of een horizontale lengte van meer dan niet hoger dan strikt noodzakelijk,…). 50m advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie;  Mens: In type 2 gebied dient voor een ondergrondse constructie met een diepte van meer dan 5m en een horizontale lengte van meer dan Bij de inrichting van de (onderdelen van) het plangebied wordt gezorgd voor 100m advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstan- een kwalitatieve randafwerking, en wordt waar mogelijk een groenbuffer tie. voorzien tussen de verschillende zones met potentieel conflicterende ge- bruiken.

287895_revisie 01 Pagina 95 van 96 Decretale bepalingen

11 Decretale bepalingen  Artikel 1: Algemeen  Artikel 2: Publiciteit  Artikel 3: Zone voor verkeerswegen  Artikel 4: Welstand der gebouwen  Artikel 5: Zone voor bedrijfswoningen  Artikel 6: Zone voor halfopen bebouwing  Artikel 7: Zone voor open woningbouw  Artikel 8: Zone voor ambachtelijke en kleine ondernemingen  Artikel 9: Zone voor gebouwen van openbaar nut  Artikel 10: Zone voor bijgebouwen 11.1 Opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het  Artikel 11: Zone voor koeren, erven en tuinen ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden  Artikel 12: Zone voor achteruitbouw  Artikel 13: Bufferzone 11.1.1 gewestplan  Artikel 14: Zone voor openbaar groen  Artikel 15: Zone voor volkstuinen De gemeente Berlare maakt deel uit van het gewestplan Dendermonde  Artikel 16: Zone voor sport (KB 07 november 1978). De volgende bestemmingen van het gewestplan, die terug te vinden zijn in 11.1.3 Wijziging BPA nr. 2 Galgenberg (2008) het plangebied, worden opgeheven: - gebied voor dagrecreatie (reeds opgeheven bij invoegetreding van BPA nr 2); Het plangebied omvat het volledige plangebied van de Wijziging BPA nr. 2 - woongebied; Galgenberg (2008). - gebieden voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s (reeds opgehe- ven bij invoegetreding van BPA nr 2). De wijziging van het BPA Galgenberg heeft betrekking op de zone voor volkstuinen, de zone voor openbaar groen, de wandelweg en de bufferzo- 11.1.2 BPA nr. 2 Galgenberg (1993) ne. De zones in het oorspronkelijke BPA werden herbestemd als:

Het plangebied omvat het volledige plangebied van het huidige BPA nr. 2  Zone 1: zone voor bos Galgenberg (1993).  Zone 2: zone voor groenscherm  Zone 3: zone voor openbaar nut De wijziging 1 van het BPA Galgenberg is goedgekeurd op 3 mei 1993 en Deze worden bij invoegetreding van het RUP Galgenberg opgeheven. omvat volgende artikels die worden opgeheven:

287895_revisie 01 Pagina 96 van 96