Ruimtelijk Uitvoeringsplan Zonevreemde Bedrijven Te Roosdaal
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Provincie Vlaams-Brabant Arrondissement Halle-Vilvoorde Gemeente Roosdaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Zonevreemde Bedrijven te Roosdaal Onderzoek naar MER-plicht Uitgaande van: Gemeentebestuur Roosdaal Brusselstraat 15 1760 Roosdaal Tel. 054/31.78.10 Fax 054/32.90.20 [email protected] www.roosdaal.be Opgesteld door en contactpersoon: Pieter Geerts Gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Tel. 054/31.78.11 [email protected] Inhoud 1. Verantwoording en methodiek 2 2. Beschrijving van de verschillende deelplannen en de effecten - Deelplan 1: Van Asbroeck-Van Den Bogaert (electro) 3-7 - Deelplan 2: Bloemenpaleis Delmotte-Steenhaut (tuincentrum) 8-12 - Deelplan 3: Sofaplus Pvdb collections (meubelzaak) 13-17 - Deelplan 4: gebroeders van Droogenbroeck (schrijnwerkerij) 18-22 - Deelplan 5: AVEVE Vierendeels-Bulté (tuincentrum) 23-27 - Deelplan 6: Van Bellinghen (aannemer) 28-32 - Deelplan 7: Rooseleer (tuinmachines) 33-37 - Deelplan 8: Devriendt Agro (tuinonderhoud, snoeien) 38-42 - Deelplan 9: Van Lierde (hout- en bouwmateriaal) 43-47 - Deelplan 10: Azijnfabriek (productie en opslag azijn) 48-52 - Deelplan 11: Van den Eede (electro) 53-57 - Deelplan 12: Transbelpa bvba (transportbedrijf) 58-62 - Deelplan 13: Appelmans (schrijnwerkerij) 63-67 - Deelplan 14: Minak (drankenproducent) 68-72 - Deelplan 15: Meubelen Lucas (meubelzaak) 73-77 3. Grensoverschrijdende effecten 4. Conclusie van het onderzoek naar de milieueffecten 5. Toetsing of een passende beoordeling relevant is 6. Bijlagen Onderzoek naar plan-MER Pagina 1 van 79 1. Verantwoording en methodiek Plan-MER-plicht Sedert 1 december 2007 is het nieuw plan-MER-decreet (BS 20/06/2007 in voege. Deze nieuwe regelgeving bepaalt dat elk ruimtelijk uitvoeringsplan binnen het toepassingsgebied van het plan- MER-decreet valt. De volgende plannen en programma’s zijn van rechtswege onderworpen aan de plan-MER-plicht: a) plannen en programma’s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd - een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde Projecten; - niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden; - betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, §2, 1° D.A.B.M.); b) plannen en programma’s of de wijziging ervan waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is (artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.). Dit RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-mer-plicht want: - het vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10-12-2004, - gezien de aard van het plan en gezien zich binnen de nabijheid van het plangebied geen Vogelrichtlijn- of Habitatrichtlijngebieden bevindt is er geen passende beoordeling vereist . Conclusie: Het RUP valt onder de screeningsplicht. Concreet houdt dit in dat er moet nagegaan worden of er ten gevolge van het plan aanzienlijke milieueffecten verwacht worden. Indien dit niet het geval is, komt het plan in aanmerking voor een ontheffing van de plan-MER-plicht. In het andere geval dient evenwel nog een plan-MER opgesteld te worden. De volgende milieudisciplines zullen per deelplan onderzocht worden: Landbouw Bodem Water Fauna en flora Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Mens - Mobiliteit en Veiligheid en Gezondheid Lucht Geluid Gezien geen van de deelplannen in of nabij ontginningsgebied gelegen is, is de discipline Energie- en Grondstoffenvoorraden niet verder uitgewerkt. Onderzoek naar plan-MER Pagina 2 van 79 2. Beschrijving van de verschillende deelplannen en de effecten Deelplan 1: Van Asbroeck-Van Den Bogaert (electro) 1.1. Situering De bedrijfssite bevindt zich in het woonlint langs de Ramerstraat, een gemeenteweg van de deelgemeente Strijtem die rechtstreeks aansluit op de Ninoofsesteenweg (N8). Het hoofdzakelijk vergund bedrijf bevindt zich overwegend in landelijk woongebied (eerste 50 meter vanaf de straat), verder in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse (KB 7 maart 1977). Figuur 1.1 - Uittreksel kadastraal plan (bron: Orbit-Gis, EDL) Figuur 1.2 - Uittreksel gewestplan (bron: Orbit-Gis, EDL) Onderzoek naar plan-MER Pagina 3 van 79 1.2. Doelstelling Het plan beoogt het omvormen van het landelijk woongebied en het landschappelijk waardevol agrarisch gebied tot een bedrijvenzone met bedrijfswoning. Hierdoor kunnen de bestaande bedrijfsactiviteiten bestendigd worden, kan rechtszekerheid gecreëerd worden en ontstaat de mogelijkheid voor het bedrijf beperkt uit te breiden. 1.3. Beschrijving van de referentiesituatie 1.3.1 Bedrijfssite Vooraan de bedrijfssite, langs de straatzijde, bevindt zich de bedrijfswoning. Deze bestaat uit een gelijkvloers en een verdieping ingewerkt in de dakconstructie. Naast deze woning bevindt zich de winkelruimte en het atelier. Deze site bestaat uit een industriebouw met enkel een gelijkvloers en plat dak. Achteraan bevindt zich een tuin die door de eigenaars van het bedrijf gebruikt wordt. Tussen de bedrijfswoning en het bedrijfsgebouw is een betonverharding aanwezig. Voor de bedrijfsruimte wordt deze gebruikt als parking voor het cliënteel. 1.3.2 Economische situatie Het bedrijf wordt gerund door 2 vennoten en is een stabiel, lokaal bedrijf. Het wenst in eerste instantie zijn activiteiten te bestendigen en de mogelijkheid om in de toekomst beperkte uitbreidingen te voorzien, te behouden. 1.3.3 Vergunningstoestand De bedrijfsgebouwen werden oorspronkelijk vergund als garagegebouw. Aangezien de huidige activiteiten tot dezelfde functiecategorie horen, kunnen de bestaande gebouwen en de huidige functie als overwegend vergund beschouwd worden 1.3.4 Milieuknelpunten De milieuknelpunten ten aanzien van de referentiesituatie zijn erg beperkt tot afwezig. De functie en de verschijningsvorm van de site blijven nagenoeg identiek. 1.3.5 Alternatieve vestigingsplaatsen Voor dit deelplan werden geen locatiealternatieven onderzocht. Het betreft een grotendeels zone- eigen bedrijf (woongebied) gelegen in een bebouwingsconcentratie waarin verschillende bedrijven aanwezig zijn. 1.4. Beschrijving van de effecten 1.4.1 Landbouw Een deel van het plangebied is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse. De huidige bestemming van dit deel is tuinzone. In de onmiddellijke omgeving is de landbouwfunctie sterk versnipperd en in feite verdrongen door residentiële tuinzones. Er is op de aanpalende percelen geen structurele landbouw meer aanwezig. Het plangebied bevindt zich niet binnen een beleidsmatig herbevestigd agrarisch gebied volgens de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Zenne-Dijle-Pajottenland (goedgekeurd door de Vlaamse regering op 24 april 2009) en is gelegen binnen een “Categorie II: Uitvoeringsacties (RUP) opstarten na verder onderzoek”, uitvoeringsactie 123 “Vallei van de Bellebeek”. Er treden geen noemenswaardige effecten op. 1.4.2 Bodem De bodem wordt gekenmerkt door droge leemgrond. De bodem wordt door de planrealisatie niet verder verhard of bebouwd. Er is een historische bodemverontreiniging gekend op het plangebied. Gekend bij OVAM onder het nr. 599696. Er treden geen noemenswaardige effecten op. Onderzoek naar plan-MER Pagina 4 van 79 Figuur 1.3 - Uittreksel bodemkaart (bron: AGIV) 1.4.3 Water (grond- en oppervlaktewater) Het plangebied is niet gelegen in overstromingsgevoelige gebieden. De planrealisatie voorziet voldoende buffering en zal moeten voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004) en aan de gewijzigde provinciale verordeningen over de afkoppeling van verharde oppervlakten en van hemelwater afkomstig van dakvlakken (besluit van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 7 juni 2005). Door de beperkte verharding en de aard en de schaal van de activiteiten kunnen het afvalwater en de overloop van het hemelwater aangesloten worden op de openbare riolering langs de voorliggende straat. Er treden geen noemenswaardige effecten op. Figuur 1.4 - Uittreksel waterkaart (bron: AGIV) Onderzoek naar plan-MER Pagina 5 van 79 1.4.4 Fauna en flora Het plangebied is niet aangeduid op de Biologische Waarderingskaart. Er treden geen noemenswaardige effecten op. Figuur 1.5 - Uittreksel biologische waarderingskaart (bron: AGIV) 1.4.5 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het plangebied is niet aangeduid op de Landschapsatlas. Aan de overzijde van de Ninoofsesteenweg werd een ankerplaats aangeduid. De Ninoofsesteenweg vormt een sterke morfologische en functionele grens. In de omgeving van het plangebied, 200 meter verder langs de Ninoofsesteenweg in de richting van Brussel bevindt zich ’t Hof ten Brugsken, een bij ministerieel besluit van 20 september 1958 beschermd monument. ’t Hof ten Brugsken is vanop de Ninoofsesteenweg niet zichtbaar en is gebufferd ten opzichte van de omgeving. Er treden geen noemenswaardige effecten op. Figuur 1.6 - Uittreksel landschapsatlas (bron: AGIV) Onderzoek naar plan-MER Pagina 6 van 79 1.4.6 Mens - Mobiliteit en Veiligheid en Gezondheid De planrealisatie voorziet niet in bijkomende bewegingen noch