Provincie Vlaams-Brabant Arrondissement Halle- Gemeente

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Zonevreemde Bedrijven te Roosdaal

Onderzoek naar MER-plicht

Uitgaande van: Gemeentebestuur Roosdaal Brusselstraat 15 1760 Roosdaal Tel. 054/31.78.10 Fax 054/32.90.20 [email protected] www.roosdaal.be

Opgesteld door en contactpersoon: Pieter Geerts Gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Tel. 054/31.78.11 [email protected]

Inhoud

1. Verantwoording en methodiek 2 2. Beschrijving van de verschillende deelplannen en de effecten - Deelplan 1: Van Asbroeck-Van Den Bogaert (electro) 3-7 - Deelplan 2: Bloemenpaleis Delmotte-Steenhaut (tuincentrum) 8-12 - Deelplan 3: Sofaplus Pvdb collections (meubelzaak) 13-17 - Deelplan 4: gebroeders van Droogenbroeck (schrijnwerkerij) 18-22 - Deelplan 5: AVEVE Vierendeels-Bulté (tuincentrum) 23-27 - Deelplan 6: Van Bellinghen (aannemer) 28-32 - Deelplan 7: Rooseleer (tuinmachines) 33-37 - Deelplan 8: Devriendt Agro (tuinonderhoud, snoeien) 38-42 - Deelplan 9: Van Lierde (hout- en bouwmateriaal) 43-47 - Deelplan 10: Azijnfabriek (productie en opslag azijn) 48-52 - Deelplan 11: Van den Eede (electro) 53-57 - Deelplan 12: Transbelpa bvba (transportbedrijf) 58-62 - Deelplan 13: Appelmans (schrijnwerkerij) 63-67 - Deelplan 14: Minak (drankenproducent) 68-72 - Deelplan 15: Meubelen Lucas (meubelzaak) 73-77 3. Grensoverschrijdende effecten 4. Conclusie van het onderzoek naar de milieueffecten 5. Toetsing of een passende beoordeling relevant is 6. Bijlagen

Onderzoek naar plan-MER Pagina 1 van 79 1. Verantwoording en methodiek

Plan-MER-plicht

Sedert 1 december 2007 is het nieuw plan-MER-decreet (BS 20/06/2007 in voege. Deze nieuwe regelgeving bepaalt dat elk ruimtelijk uitvoeringsplan binnen het toepassingsgebied van het plan- MER-decreet valt.

De volgende plannen en programma’s zijn van rechtswege onderworpen aan de plan-MER-plicht: a) plannen en programma’s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd - een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde Projecten; - niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden; - betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, §2, 1° D.A.B.M.); b) plannen en programma’s of de wijziging ervan waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is (artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.).

Dit RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-mer-plicht want: - het vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10-12-2004, - gezien de aard van het plan en gezien zich binnen de nabijheid van het plangebied geen Vogelrichtlijn- of Habitatrichtlijngebieden bevindt is er geen passende beoordeling vereist .

Conclusie: Het RUP valt onder de screeningsplicht.

Concreet houdt dit in dat er moet nagegaan worden of er ten gevolge van het plan aanzienlijke milieueffecten verwacht worden. Indien dit niet het geval is, komt het plan in aanmerking voor een ontheffing van de plan-MER-plicht. In het andere geval dient evenwel nog een plan-MER opgesteld te worden.

De volgende milieudisciplines zullen per deelplan onderzocht worden: Landbouw Bodem Water Fauna en flora Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Mens - Mobiliteit en Veiligheid en Gezondheid Lucht Geluid

Gezien geen van de deelplannen in of nabij ontginningsgebied gelegen is, is de discipline Energie- en Grondstoffenvoorraden niet verder uitgewerkt.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 2 van 79 2. Beschrijving van de verschillende deelplannen en de effecten

Deelplan 1: Van Asbroeck-Van Den Bogaert (electro)

1.1. Situering De bedrijfssite bevindt zich in het woonlint langs de Ramerstraat, een gemeenteweg van de deelgemeente Strijtem die rechtstreeks aansluit op de Ninoofsesteenweg (N8). Het hoofdzakelijk vergund bedrijf bevindt zich overwegend in landelijk woongebied (eerste 50 meter vanaf de straat), verder in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde- (KB 7 maart 1977).

Figuur 1.1 - Uittreksel kadastraal plan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Figuur 1.2 - Uittreksel gewestplan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 3 van 79 1.2. Doelstelling Het plan beoogt het omvormen van het landelijk woongebied en het landschappelijk waardevol agrarisch gebied tot een bedrijvenzone met bedrijfswoning. Hierdoor kunnen de bestaande bedrijfsactiviteiten bestendigd worden, kan rechtszekerheid gecreëerd worden en ontstaat de mogelijkheid voor het bedrijf beperkt uit te breiden.

1.3. Beschrijving van de referentiesituatie 1.3.1 Bedrijfssite Vooraan de bedrijfssite, langs de straatzijde, bevindt zich de bedrijfswoning. Deze bestaat uit een gelijkvloers en een verdieping ingewerkt in de dakconstructie. Naast deze woning bevindt zich de winkelruimte en het atelier. Deze site bestaat uit een industriebouw met enkel een gelijkvloers en plat dak. Achteraan bevindt zich een tuin die door de eigenaars van het bedrijf gebruikt wordt. Tussen de bedrijfswoning en het bedrijfsgebouw is een betonverharding aanwezig. Voor de bedrijfsruimte wordt deze gebruikt als parking voor het cliënteel.

1.3.2 Economische situatie Het bedrijf wordt gerund door 2 vennoten en is een stabiel, lokaal bedrijf. Het wenst in eerste instantie zijn activiteiten te bestendigen en de mogelijkheid om in de toekomst beperkte uitbreidingen te voorzien, te behouden.

1.3.3 Vergunningstoestand De bedrijfsgebouwen werden oorspronkelijk vergund als garagegebouw. Aangezien de huidige activiteiten tot dezelfde functiecategorie horen, kunnen de bestaande gebouwen en de huidige functie als overwegend vergund beschouwd worden

1.3.4 Milieuknelpunten De milieuknelpunten ten aanzien van de referentiesituatie zijn erg beperkt tot afwezig. De functie en de verschijningsvorm van de site blijven nagenoeg identiek.

1.3.5 Alternatieve vestigingsplaatsen Voor dit deelplan werden geen locatiealternatieven onderzocht. Het betreft een grotendeels zone- eigen bedrijf (woongebied) gelegen in een bebouwingsconcentratie waarin verschillende bedrijven aanwezig zijn.

1.4. Beschrijving van de effecten 1.4.1 Landbouw Een deel van het plangebied is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse. De huidige bestemming van dit deel is tuinzone. In de onmiddellijke omgeving is de landbouwfunctie sterk versnipperd en in feite verdrongen door residentiële tuinzones. Er is op de aanpalende percelen geen structurele landbouw meer aanwezig. Het plangebied bevindt zich niet binnen een beleidsmatig herbevestigd agrarisch gebied volgens de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Zenne-Dijle- (goedgekeurd door de Vlaamse regering op 24 april 2009) en is gelegen binnen een “Categorie II: Uitvoeringsacties (RUP) opstarten na verder onderzoek”, uitvoeringsactie 123 “Vallei van de Bellebeek”. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

1.4.2 Bodem De bodem wordt gekenmerkt door droge leemgrond. De bodem wordt door de planrealisatie niet verder verhard of bebouwd. Er is een historische bodemverontreiniging gekend op het plangebied. Gekend bij OVAM onder het nr. 599696. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 4 van 79

Figuur 1.3 - Uittreksel bodemkaart (bron: AGIV)

1.4.3 Water (grond- en oppervlaktewater) Het plangebied is niet gelegen in overstromingsgevoelige gebieden. De planrealisatie voorziet voldoende buffering en zal moeten voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004) en aan de gewijzigde provinciale verordeningen over de afkoppeling van verharde oppervlakten en van hemelwater afkomstig van dakvlakken (besluit van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 7 juni 2005). Door de beperkte verharding en de aard en de schaal van de activiteiten kunnen het afvalwater en de overloop van het hemelwater aangesloten worden op de openbare riolering langs de voorliggende straat. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 1.4 - Uittreksel waterkaart (bron: AGIV)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 5 van 79 1.4.4 Fauna en flora Het plangebied is niet aangeduid op de Biologische Waarderingskaart. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 1.5 - Uittreksel biologische waarderingskaart (bron: AGIV)

1.4.5 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het plangebied is niet aangeduid op de Landschapsatlas. Aan de overzijde van de Ninoofsesteenweg werd een ankerplaats aangeduid. De Ninoofsesteenweg vormt een sterke morfologische en functionele grens. In de omgeving van het plangebied, 200 meter verder langs de Ninoofsesteenweg in de richting van Brussel bevindt zich ’t Hof ten Brugsken, een bij ministerieel besluit van 20 september 1958 beschermd monument. ’t Hof ten Brugsken is vanop de Ninoofsesteenweg niet zichtbaar en is gebufferd ten opzichte van de omgeving. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 1.6 - Uittreksel landschapsatlas (bron: AGIV)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 6 van 79 1.4.6 Mens - Mobiliteit en Veiligheid en Gezondheid De planrealisatie voorziet niet in bijkomende bewegingen noch van klanten, noch van leveranciers. In functie van het aantal klanten is er voldoende parkeerruimte voorzien voor het bestaande gebouw. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

1.4.7 Lucht Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op de luchtkwaliteit verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

1.4.8 Geluid Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op geluid verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Conclusie Het plan voorziet in een planologische herbestemming maar met behoud van de aard en de schaal van de huidige activiteiten. Er kunnen geen aanzienlijke negatieve milieueffecten optreden voor dit planinitiatief.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 7 van 79 Deelplan 2: Bloemenpaleis Delmotte-Steenhaut (tuincentrum)

2.1. Situering De bedrijfssite bevindt zich tussen de Ninoofsesteenweg, zijnde de gewestweg door de deelgemeente Strijtem en de Ramerstraat, zijnde een gemeenteweg van de deelgemeente Strijtem. De site wordt bereikt vanaf de Ninoofsesteenweg. De bedrijfssite bevindt zich overwegend in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse (KB 7 maart 1977).

Figuur 2.1 - Uittreksel kadastraal plan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Figuur 2.2 - Uittreksel gewestplan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 8 van 79 2.2. Doelstelling Het plan beoogt het omvormen van het landschappelijk waardevol agrarisch gebied tot een bedrijvenzone met bedrijfswoning. Hierdoor wordt een nieuw vergunningskader geschapen voor de bestaande activiteiten.

2.3. Beschrijving van de referentiesituatie 2.3.1 Bedrijfssite Vooraan de bedrijfssite bevindt zich een serregebouw dat omgevormd werd naar een tuincenter. Ongeveer de helft van dit gebouw wordt benut als tuincenter, achteraan het gebouw bevindt zich een woonfunctie. Rond het gebouw bevindt zich een opslag in open lucht. Het grootste gedeelte van het perceel is verhard in beton. De grindverharding binnen de rooilijn van de Ninoofsesteenweg wordt gebruikt als parking.

2.3.2 Economische situatie Het bedrijf is een lokaal bedrijf. Het wenst in eerste instantie zijn activiteiten te bestendigen wat door de huidige vergunningstoestand en door de ligging binnen de grenzen van het landschappelijk waardevol agrarisch gebied niet mogelijk is.

2.3.3 Vergunningstoestand De bedrijfsgebouwen werden oorspronkelijk vergund als serre voor de kweek van planten. Vrij snel werd het kweken vervangen door aankoop en verkoop van allerlei tuinbenodigdheden. Aangezien de huidige activiteiten niet tot dezelfde functiecategorie horen, kunnen de bestaande gebouwen en de huidige functie als niet vergund beschouwd worden.

2.3.4 Milieuknelpunten De milieuknelpunten ten aanzien van de referentiesituatie zijn erg beperkt tot afwezig. De referentiesituatie is niet onbebouwd. Er werd immers wel een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het grootste deel van de gebouwenconfiguratie (tuinbouw), maar niet voor de huidige functie (handel). De verschijningsvorm van de site blijven nagenoeg identiek.

2.3.5 Alternatieve vestigingsplaatsen Voor dit deelplan werden geen locatiealternatieven onderzocht. Het betreft een kleinschalig, lokaal gebonden bedrijf dat aanleunt bij het landelijk woongebied. Het is gelegen in een bebouwingsconcentratie waarin verschillende bedrijven aanwezig zijn.

2.4. Beschrijving van de effecten 2.4.1 Landbouw Het plangebied is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse. De huidige bestemming van dit deel is van tuinbouwfunctie geëvolueerd naar verkoop van tuinproducten. In de onmiddellijke omgeving is de landbouwfunctie sterk versnipperd en in feite verdrongen door residentiële tuinzones. Er is op de aanpalende percelen geen structurele landbouw meer aanwezig. Het plangebied bevindt zich niet binnen een beleidsmatig herbevestigd agrarisch gebied volgens de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Zenne-Dijle-Pajottenland (goedgekeurd door de Vlaamse regering op 24 april 2009) en is gelegen binnen een “Categorie II: Uitvoeringsacties (RUP) opstarten na verder onderzoek”, uitvoeringsactie 123 “Vallei van de Bellebeek”. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

2.4.2 Bodem De bodem wordt gekenmerkt door droge leemgrond. De bodem wordt door de planrealisatie niet verder verhard of bebouwd. Er is geen bodemverontreiniging gekend voor het plangebied. Op het aanpalend terrein is een historische bodemverontreiniging gekend bij OVAM onder het nummer Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 9 van 79

Figuur 2.3 - Uittreksel bodemkaart (bron: AGIV)

2.4.3 Water (grond- en oppervlaktewater) Het plangebied is niet gelegen in overstromingsgevoelige gebieden. De planrealisatie voorziet voldoende buffering en zal moeten voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004) en aan de gewijzigde provinciale verordeningen over de afkoppeling van verharde oppervlakten en van hemelwater afkomstig van dakvlakken (besluit van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 7 juni 2005). Door de beperkte verharding en de aard en de schaal van de activiteiten kunnen het afvalwater en de overloop van het hemelwater aangesloten worden op de openbare riolering langs de voorliggende straat. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 2.4 - Uittreksel waterkaart (bron: AGIV)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 10 van 79 2.4.4 Fauna en flora Het plangebied is niet aangeduid op de Biologische Waarderingskaart. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 2.5 - Uittreksel biologische waarderingskaart (bron: AGIV)

2.4.5 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het plangebied is niet aangeduid op de Landschapsatlas. Aan de overzijde van de Ninoofsesteenweg werd een ankerplaats aangeduid. De Ninoofsesteenweg vormt een sterke morfologische en functionele grens. In de omgeving van het plangebied, 250 meter verder langs de Ninoofsesteenweg in de richting van Brussel bevindt zich ’t Hof ten Brugsken, een bij ministerieel besluit van 20 september 1958 beschermd monument. ’t Hof ten Brugsken is vanop de Ninoofsesteenweg niet zichtbaar en is gebufferd ten opzichte van de omgeving. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 2.6 - Uittreksel landschapsatlas (bron: AGIV)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 11 van 79 2.4.6 Mens - Mobiliteit en Veiligheid en Gezondheid De planrealisatie voorziet niet in bijkomende bewegingen noch van klanten, noch van leveranciers. De planrealisatie voorziet in slechts 1 toegang tot de voorliggende gewestweg (N8). Er treden geen noemenswaardige effecten op.

2.4.7 Lucht Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op de luchtkwaliteit verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

2.4.8 Geluid Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op geluid verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Conclusie Het plan voorziet in een planologische herbestemming maar met behoud van de aard en de schaal van de huidige activiteiten. Er kunnen geen aanzienlijke negatieve milieueffecten optreden voor dit planinitiatief.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 12 van 79 Deelplan 3: Sofaplus Pvdb collections (meubelzaak)

3.1 Situering De bedrijfssite bevindt zich in het woon- en handelslint langs de Ninoofsesteenweg (N8), de gewestweg door de deelgemeente Strijtem. Het hoofdzakelijk vergund bedrijf bevindt zich overwegend in landelijk woongebied (eerste 50 meter vanaf de gewestweg), verder in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse (KB 7 maart 1977).

Figuur 3.1 - Uittreksel kadastraal plan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Figuur 3.2 - Uittreksel gewestplan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 13 van 79 3.2. Doelstelling Het plan beoogt het omvormen van het landelijk woongebied en het landschappelijk waardevol agrarisch gebied tot een bedrijvenzone met bedrijfswoning. Hierdoor kunnen de bestaande bedrijfsactiviteiten bestendigd worden, kan rechtszekerheid gecreëerd worden en ontstaat de mogelijkheid voor het bedrijf beperkt uit te breiden.

3.3. Beschrijving van de referentiesituatie 3.3.1. Bedrijfssite Het bedrijfsgebouw op zich staat vrij ver achter de rooilijn van de Ninoofsesteenweg, staat in de rechter perceelsgrens en paalt gedeeltelijk aan een restaurant. De zone voor het bedrijfsgebouw is verhard met grind en is in gebruik als gemeenschappelijke parking voor zowel het bedrijf als het restaurant. Het bedrijfsgebouw wordt door bezoekers bereikt via een luifel vanaf deze parking. De site is volledig verhard met grind. De grindverharding doet dienst als parking en als laad-en los ruimte in functie van het bedrijf. Langs de linker perceelsgrens en over de volledige lengte van deze perceelsgrens doet een wintergroene haag dienst als buffer.

3.3.2. Economische situatie Het bedrijf wordt geleid door een jonge bedrijfsleider en kent een groeiende omzet. Het wenst in eerste instantie zijn activiteiten te bestendigen en de mogelijkheid om in de toekomst beperkte uitbreidingen te voorzien, te behouden.

3.3.3. Vergunningstoestand De bedrijfsgebouwen zijn hoofdzakelijk vergund. Voor het hoofdvolume en de luifel zijn de nodige vergunningen terug te vinden. Voor de uitbreiding/opslagplaats palend aan de achtergevel van het hoofdvolume en voor de recent opgerichte afzonderlijke opslagplaats zijn geen stedenbouwkundige vergunningen verleend.

3.3.4. Milieuknelpunten De milieuknelpunten ten aanzien van de referentiesituatie zijn erg beperkt tot afwezig. De functie en de verschijningsvorm van de site blijven nagenoeg identiek.

3.3.5. Alternatieve vestigingsplaatsen Voor dit deelplan werden geen locatiealternatieven onderzocht. Het betreft een grotendeels zone- eigen bedrijf (woongebied) gelegen in een bebouwingsconcentratie waarin verschillende bedrijven aanwezig zijn.

3.4. Beschrijving van de effecten 3.4.1. Landbouw Een deel van het plangebied is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse. De huidige bestemming van dit deel is parking (volledig verhard met steenslag). Achter het plangebied ligt een groot, aaneengesloten landbouwgebied tuinzones. Het plangebied bevindt zich niet binnen een beleidsmatig herbevestigd agrarisch gebied volgens de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Zenne-Dijle-Pajottenland (goedgekeurd door de Vlaamse regering op 24 april 2009) en is gelegen binnen een “Categorie II: Uitvoeringsacties (RUP) opstarten na verder onderzoek”, uitvoeringsactie 123 “Vallei van de Bellebeek”. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

3.4.2. Bodem De bodem wordt gekenmerkt door droge leemgrond. De bodem wordt door de planrealisatie niet verder verhard of bebouwd. Er is geen bodemverontreiniging gekend voor het plangebied. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 14 van 79

Figuur 3.3 - Uittreksel bodemkaart (bron: AGIV)

3.4.3. Water (grond- en oppervlaktewater) Het plangebied is niet gelegen in overstromingsgevoelige gebieden. De planrealisatie voorziet voldoende buffering en zal moeten voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004) en aan de gewijzigde provinciale verordeningen over de afkoppeling van verharde oppervlakten en van hemelwater afkomstig van dakvlakken (besluit van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 7 juni 2005). Door de beperkte verharding en de aard en de schaal van de activiteiten kunnen het afvalwater en de overloop van het hemelwater aangesloten worden op de openbare riolering langs de voorliggende straat. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 3.4 - Uittreksel waterkaart (bron: AGIV)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 15 van 79 3.4.4. Fauna en flora Het plangebied is niet aangeduid op de Biologische Waarderingskaart. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 3.5 - Uittreksel biologische waarderingskaart (bron: AGIV)

3.4.5. Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het plangebied is niet aangeduid op de Landschapsatlas. Aan de overzijde van de Ninoofsesteenweg werd een ankerplaats aangeduid. De Ninoofsesteenweg vormt een sterke morfologische en functionele grens. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 3.6 - Uittreksel landschapsatlas (bron: AGIV)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 16 van 79 3.4.6. Mens - Mobiliteit en Veiligheid en Gezondheid De planrealisatie voorziet niet in bijkomende bewegingen noch van klanten, noch van leveranciers. In functie van het aantal klanten is er voldoende parkeerruimte voorzien voor het bestaande gebouw. De planrealisatie voorziet in slechts 1 toegang tot de voorliggende gewestweg (N8). Er treden geen noemenswaardige effecten op.

3.4.7. Lucht Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op de luchtkwaliteit verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

3.4.8. Geluid Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op geluid verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Conclusie Het plan voorziet in een planologische herbestemming maar met behoud van de aard en de schaal van de huidige activiteiten. Er kunnen geen aanzienlijke negatieve milieueffecten optreden voor dit planinitiatief.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 17 van 79 Deelplan 4: gebroeders van Droogenbroeck (schrijnwerkerij)

4.1. Situering De bedrijfssite bevindt zich in de deelgemeente O.L.V.-Lombeek, in het woonlint langs de Koning Albertstraat, de gemeenteweg die de verbinding maakt tussen de centra van de deelgemeenten Pamel en O.L.V.-Lombeek. De Koning Albertstraat takt rechtstreeks aan op de Ninnofsesteenweg (gewestweg N8). Het bedrijf (schrijnwerkerij) bevindt zich in landelijk woongebied (eerste 50 meter vanaf de Koning Albertstraat) en verder in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse (KB 7 maart 1977).

Figuur 4.1 - Uittreksel kadastraal plan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Figuur 4.2 - Uittreksel gewestplan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 18 van 79 4.2. Doelstelling Het plan beoogt het omvormen van het landelijk woongebied en het landschappelijk waardevol agrarisch gebied tot een bedrijvenzone. Hierdoor kunnen de bestaande bedrijfsactiviteiten bestendigd worden, kan rechtszekerheid gecreëerd worden en ontstaat de mogelijkheid voor het bedrijf om de bedrijfsgebouwen beperkt uit te breiden of te optimaliseren en een opslagplaats aan te leggen. De bestemmingswijziging wordt slechts voor een gedeelte van het kadastraal perceel voorzien.

4.3. Beschrijving van de referentiesituatie 4.3.1. Bedrijfssite De bedrijfsgebouwen bestaan uit een schuur in baksteenmetselwerk en een aanpalende loods uit betonmetselwerk. De schuur heeft 1 bouwlaag en is afgewerkt met een zadeldak. De loods heeft eveneens 1 bouwlaag maar is afgewerkt met een plat dak. Voor de schuur is een kleinschalige parking aanwezig. De zones links van en achter de bedrijfsgebouwen worden gebruikt als opslagplaats.

4.3.2. Economische situatie Het bedrijf wordt geleid door twee bedrijfsleiders-schrijnwerkers. Het wenst in eerste instantie zijn activiteiten te bestendigen en de mogelijkheid om in de toekomst beperkte uitbreidingen te voorzien, te behouden.

4.3.3. Vergunningstoestand De schuur lang de voorzijde van het terrein is vrij oud en opgericht voor de wet op de Stedenbouw. Voor de aanpalende loods, die duidelijk recenter is dan de schuur zijn geen stedenbouwkundige vergunningen terug te vinden.

4.3.4. Milieuknelpunten De milieuknelpunten ten aanzien van de referentiesituatie zijn erg beperkt tot afwezig. De functie en de verschijningsvorm van de site blijven nagenoeg identiek.

4.3.5. Alternatieve vestigingsplaatsen Voor dit deelplan werden geen locatiealternatieven onderzocht. Het betreft een grotendeels zone- eigen bedrijf (woongebied) gelegen in een bebouwingsconcentratie.

4.4. Beschrijving van de effecten 4.4.1. Landbouw Een deel van het plangebied is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse. Dit deel is gedeeltelijk bebouwd met de huidige bedrijfsgebouwen en gedeeltelijk in gebruik als weide. Het achterliggend gebied is sterk versnipperd. Het plangebied bevindt zich niet binnen een beleidsmatig herbevestigd agrarisch gebied volgens de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Zenne-Dijle-Pajottenland (goedgekeurd door de Vlaamse regering op 24 april 2009) en is gelegen binnen een “Categorie II: Uitvoeringsacties (RUP) opstarten na verder onderzoek”, uitvoeringsactie 114 “Valleien van Hunselbeek,-Bellebeek, Moeliebeek en Sleeborrebeek. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

4.4.2. Bodem De bodem wordt gekenmerkt door vochtige leemgrond. De bodem wordt door de planrealisatie niet verder verhard of bebouwd. Er is geen bodemverontreiniging gekend voor het plangebied. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 19 van 79

Figuur 4.3 - Uittreksel bodemkaart (bron: AGIV)

4.4.3. Water (grond- en oppervlaktewater) Het plangebied is niet gelegen in overstromingsgevoelige gebieden. De planrealisatie voorziet voldoende buffering en zal moeten voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004) en aan de gewijzigde provinciale verordeningen over de afkoppeling van verharde oppervlakten en van hemelwater afkomstig van dakvlakken (besluit van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 7 juni 2005). Door de beperkte verharding en de aard en de schaal van de activiteiten kunnen het afvalwater en de overloop van het hemelwater aangesloten worden op de openbare riolering langs de voorliggende straat. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 4.4 - Uittreksel waterkaart (bron: AGIV)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 20 van 79 4.4.4. Fauna en flora Het plangebied is niet aangeduid op de Biologische Waarderingskaart. Aansluitend op het plangebied wordt een complex van biologisch minder waardevolle elementen en zeer waardevolle elementen aangeduid. De planrealisatie wordt beperkt tot het niet aangeduide deel. Gelet op de aard en de schaal van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op de fauna en flora verwaarloosbaar.

Figuur 4.5 - Uittreksel biologische waarderingskaart (bron: AGIV)

4.4.5. Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het plangebied is niet aangeduid op de Landschapsatlas. Het achterliggend gebied werd door Onroerend Erfgoed voorgesteld als ankerplaats Nr. A20026 “Het Neigembos en O.L.V.-Lombeek met de valleien van de Berchembos- en Hunselbeek”. Het bedrijf behoort morfologisch gezien bij de bebouwing langs de Koning Albertstraat, welke uit de afbakening van de ankerplaatsen werd gesloten. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 4.6 - Uittreksel landschapsatlas (bron: AGIV)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 21 van 79 4.4.6. Mens - Mobiliteit en Veiligheid en Gezondheid De planrealisatie voorziet niet in bijkomende bewegingen noch van klanten, noch van leveranciers. Er wordt slechts 1 rechtstreekse toegang (uitgang) tot de voorliggende gewestweg voorzien. De leveranciers en klanten kunnen gebruik maken van de aanpalende gemeentelijke weg (Tombergstraat) om de site te ontsluiten. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

4.4.7. Lucht Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op de luchtkwaliteit verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

4.4.8. Geluid Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op geluid verwaarloosbaar. Tot op heden zijn geen klachten met betrekking tot geluidsoverlast gekend. De planrealisatie kan door aangepast materiaalgebruik en isolatie enkel een gunstig effect op eventuele geluidsoverlast hebben. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Conclusie Het plan voorziet in een planologische herbestemming maar met behoud van de aard en de schaal van de huidige activiteiten. Er kunnen geen aanzienlijke negatieve milieueffecten optreden voor dit planinitiatief.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 22 van 79 Deelplan 5: Aveve (tuincentrum)

5.1. Situering De bedrijfssite bevindt zich in de deelgemeente Borchtlombeek, in een kleine woonkern langs de Stampmolenstraat, een doodlopende gemeenteweg. Het bedrijf (tuincentrum) bevindt zich in landelijk woongebied (eerste 50 meter vanaf de Koning Albertstraat) en verder in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse (KB 7 maart 1977).

Figuur 5.1 - Uittreksel kadastraal plan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Figuur 5.2 - Uittreksel gewestplan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 23 van 79 5.2. Doelstelling Het plan beoogt het omvormen van het agrarisch gebied tot een bedrijvenzone. Hierdoor kunnen de bestaande bedrijfsactiviteiten bestendigd worden, kan rechtszekerheid gecreëerd worden en ontstaat de mogelijkheid voor het bedrijf om de bedrijfsgebouwen beperkt uit te breiden of te optimaliseren en een opslagplaats aan te leggen.

5.3. Beschrijving van de referentiesituatie 5.3.1. Bedrijfssite De bedrijfsgebouwen bestaan uit een loods oorspronkelijk vergund als een opslagloods voor veevoeders en een niet vergund, aanpalend afdak dat gebruikt wordt als opslagplaats. De loods bestaat uit 1 bouwlaag met zadeldak. Rondom de bedrijfsgebouwen is een hoge keermuur opgericht waardoor de bedrijfsgebouwen zich als het ware in het talud geschoven zijn. Tussen de loods en de voorliggende straat is de zone verhard met beton en gebruikt als parking.

5.3.2. Economische situatie De bedrijfsactiviteiten zijn intussen stopgezet. De huidige loods is in goede staat en behoud zijn economische waarde. Het lijkt aangeraden binnen een gewenst kader een nabestemming voor deze loods vast te leggen.

5.3.3. Vergunningstoestand De loods werd oorspronkelijk vergund als opslagloods voor veevoeders en werd later omgevormd tot tuincentrum. Voor het aanpalende afdak zijn geen vergunningen terug te vinden.

5.3.4. Milieuknelpunten De milieuknelpunten ten aanzien van de referentiesituatie zijn erg beperkt tot afwezig. De functie en de verschijningsvorm van de site blijven nagenoeg identiek.

5.3.5 Alternatieve vestigingsplaatsen Voor dit deelplan werden geen locatiealternatieven onderzocht. Het bedrijf is gegroeid uit een zone-eigen bedrijf en is gelegen in een bebouwingsconcentratie.

5.4. Beschrijving van de effecten 5.4.1. Landbouw Het plangebied is gelegen in agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse. Dit deel is gedeeltelijk bebouwd met de huidige bedrijfsgebouwen en gedeeltelijk in gebruik als weide. De omliggende percelen maken deel uit van een structureel landbouwgebied door de ruilverkaveling . De bestaande gebouwen maken echter deel uit van een beperkte bebouwingsconcentratie en hebben door het bestaande reliëf geen invloed op de structurele landbouw. Het plangebied bevindt zich niet binnen een beleidsmatig herbevestigd agrarisch gebied volgens de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Zenne-Dijle-Pajottenland (goedgekeurd door de Vlaamse regering op 24 april 2009) en is gelegen binnen een “Categorie II: Uitvoeringsacties (RUP) opstarten na verder onderzoek”, uitvoeringsactie 123 “Valleie van de Bellebeek”. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

5.4.2. Bodem De bodem wordt gekenmerkt door vochtige leemgrond. De bodem wordt door de planrealisatie niet verder verhard of bebouwd. Er is geen bodemverontreiniging gekend voor het plangebied. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 24 van 79

Figuur 5.3 - Uittreksel bodemkaart (bron: AGIV)

5.4.3. Water (grond- en oppervlaktewater) Het plangebied is niet gelegen in overstromingsgevoelige gebieden. De planrealisatie voorziet voldoende buffering en zal moeten voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004) en aan de gewijzigde provinciale verordeningen over de afkoppeling van verharde oppervlakten en van hemelwater afkomstig van dakvlakken (besluit van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 7 juni 2005). Door de beperkte verharding en de aard en de schaal van de activiteiten kunnen het afvalwater en de overloop van het hemelwater aangesloten worden op de openbare riolering langs de voorliggende straat. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 5.4 - Uittreksel waterkaart (bron: AGIV)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 25 van 79 5.4.4. Fauna en flora Het plangebied is niet aangeduid op de Biologische Waarderingskaart. Gelet op de aard en de schaal van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op de fauna en flora verwaarloosbaar.

Figuur 5.5 - Uittreksel biologische waarderingskaart (bron: AGIV)

5.4.5. Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het plangebied is niet aangeduid op de Landschapsatlas. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 5.6 - Uittreksel landschapsatlas (bron: AGIV)

5.4.6. Mens - Mobiliteit en Veiligheid en Gezondheid De planrealisatie voorziet niet in bijkomende bewegingen noch van klanten, noch van leveranciers. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 26 van 79 5.4.7. Lucht Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op de luchtkwaliteit verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

5.4.8. Geluid Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op geluid verwaarloosbaar. De planrealisatie kan door aangepast materiaalgebruik en isolatie enkel een gunstig effect op eventuele geluidsoverlast hebben. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Conclusie Het plan voorziet in een planologische herbestemming maar met behoud van de aard en de schaal van de huidige activiteiten. Er kunnen geen aanzienlijke negatieve milieueffecten optreden voor dit planinitiatief.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 27 van 79 Deelplan 6: Van Bellinghen (aannemer)

6.1. Situering De bedrijfssite bevindt zich in de deelgemeente O.L.V.-Lombeek, achter het woonlint langs de Koning Albertstraat, de gemeenteweg die de verbinding maakt tussen de centra van de deelgemeenten Pamel en O.L.V.-Lombeek. De Koning Albertstraat takt rechtstreeks aan op de Ninnofsesteenweg (gewestweg N8). Het bedrijf (schrijnwerkerij) bevindt zich in landelijk woongebied (eerste 50 meter vanaf de Koning Albertstraat) en verder in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse (KB 7 maart 1977).

Figuur 6.1 - Uittreksel kadastraal plan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Figuur 6.2 - Uittreksel gewestplan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 28 van 79 6.2. Doelstelling Het plan beoogt het omvormen van het woongebied en het landschappelijk waardevol agrarisch gebied tot een gebied voor ambachtelijke activiteiten voor een gedeelte van het huidige bedrijfsterrein. Hierdoor kunnen de bestaande bedrijfsactiviteiten bestendigd worden, kan rechtszekerheid gecreëerd worden en ontstaat de mogelijkheid voor het bedrijf om de bedrijfsgebouwen beperkt uit te breiden of te optimaliseren en een opslagplaats aan te leggen. De bestemmingswijziging wordt slechts voor een gedeelte van de bedrijfssite voorzien.

6.3. Beschrijving van de referentiesituatie 6.3.1. Bedrijfssite De bedrijfsgebouwen bestaan uit de bedrijfswoning en 2 loodsen. De woning is onderdeel van een groter gebouw waar meerdere woongelegenheden deel van uitmaken en bestaat uit 1 bouwlaag en een dakvolume. Achter de woning staat een eerste loods, opgetrokken in betonmetselwerk en afgewerkt met een plat dak. De loods wordt gebruikt voor de opslag van bouwmaterialen. De zone tussen de woning en deze loods is verhard met betonklinkers en wordt gebruikt als parkeerplaats en opslagplaats. Langs de linkerzijde van de toegangsweg tot deze site bevindt zich een tweede loods. Deze bestaat uit een bouwlaag en een zadeldak. Deze voormalige landbouwloods wordt eveneens gebruikt voor de opslag van bouwmaterialen.

6.3.2. Economische situatie Het bedrijf wordt geleid en uitgebaat door 1 bedrijfsleider. Het is een lokaal gebonden, kleinschalig bedrijf.

6.3.3. Vergunningstoestand De bedrijfswoning kan als vergund beschouwd worden. Voor de loods achter de woning is geen stedenbouwkundige vergunningen terug te vinden. De tweede loods werd oorspronkelijk vergund als landbouwloods en omgevormd tot loods voor de opslag van bouwmaterialen. Hiervoor is eveneens geen stedenbouwkundige vergunning terug te vinden. Het bedrijf is reeds lange tijd aanwezig op deze locatie.

6.3.4. Milieuknelpunten De functie en de verschijningsvorm van de bedrijfswoning blijven identiek. De loods achter de woning is nieuw ten opzichte van de referentiesituatie doch is beperkt van omvang en heeft enkel een opslagfunctie. De verschijningsvorm van de tweede loods blijft identiek. De functie wijzigt van landbouwloods naar opslag van bouwmaterialen. De milieuknelpunten ten aanzien van de referentiesituatie zijn erg beperkt.

6.3.5. Alternatieve vestigingsplaatsen Voor dit deelplan werden geen locatiealternatieven onderzocht. De bedrijfssite is gedeeltelijk gelegen in landelijk woongebied en sluit aan bij het woonlint langs de Koning Albertstraat waarbinnen zich noch verschillende kleinschalige bedrijven bevinden.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 29 van 79 6.4. Beschrijving van de effecten 6.4.1. Landbouw Een deel van het plangebied is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse. Dit deel is gedeeltelijk bebouwd met de huidige bedrijfsgebouwen. Buiten het plangebied is binnen het agrarisch gebied nog een opslagplaats bestaande uit een grindverharding aanwezig die door de bedrijfsleider zal worden verwijderd. Het plangebied bevindt zich niet binnen een beleidsmatig herbevestigd agrarisch gebied volgens de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Zenne-Dijle-Pajottenland (goedgekeurd door de Vlaamse regering op 24 april 2009) en is gelegen binnen een “Categorie II: Uitvoeringsacties (RUP) opstarten na verder onderzoek”, uitvoeringsactie 114 “Valleien van Hunselbeek,-Bellebeek, Moeliebeek en Sleeborrebeek. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

6.4.2. Bodem De bodem wordt gekenmerkt door droge tot vochtige leemgrond. De bodem wordt door de planrealisatie en ten opzichte van de referentiesituatie slechts heel beperkt verder verhard of bebouwd. Er is geen bodemverontreiniging gekend voor het plangebied. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 6.3 - Uittreksel bodemkaart (bron: AGIV)

6.4.3. Water (grond- en oppervlaktewater) Het plangebied is niet gelegen in overstromingsgevoelige gebieden. De planrealisatie voorziet voldoende buffering en zal moeten voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004) en aan de gewijzigde provinciale verordeningen over de afkoppeling van verharde oppervlakten en van hemelwater afkomstig van dakvlakken (besluit van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 7 juni 2005). Door de beperkte verharding en de aard en de schaal van de activiteiten kunnen het afvalwater en de overloop van het hemelwater aangesloten worden op de openbare riolering langs de voorliggende straat. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 30 van 79

Figuur 6.4 - Uittreksel waterkaart (bron: AGIV)

6.4.4. Fauna en flora Het plangebied is niet aangeduid op de Biologische Waarderingskaart. Gelet op de aard en de schaal van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op de fauna en flora verwaarloosbaar.

Figuur 6.5 - Uittreksel biologische waarderingskaart (bron: AGIV)

6.4.5. Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het plangebied is niet aangeduid op de Landschapsatlas. Het achterliggend gebied werd door Onroerend Erfgoed voorgesteld als ankerplaats Nr. A20026 “Het Neigembos en O.L.V.-Lombeek met de valleien van de Berchembos- en Hunselbeek”. Het bedrijf behoort morfologisch gezien bij de bebouwing langs de Koning Albertstraat, welke uit de afbakening van de ankerplaatsen werd gesloten.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 31 van 79 Achter het plangebied bevindt zich eveneens “de omgeving van de Tragische Molen van O.L.V.- Lombeek”, beschermd als dorpsgezicht bij ministerieel besluit van 10 december 2003. Het plangebied werd bewust beperkt tot buiten de grenzen van het anker gebied en het beschermd dorpsgezicht. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 6.6 - Uittreksel landschapsatlas (bron: AGIV)

6.4.6. Mens - Mobiliteit en Veiligheid en Gezondheid De planrealisatie voorziet niet in bijkomende bewegingen noch van klanten, noch van leveranciers. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

6.4.7. Lucht Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op de luchtkwaliteit verwaarloosbaar. Het betreft voornamelijk opslag van materialen. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

6.4.8. Geluid Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op geluid verwaarloosbaar. Het betreft voornamelijk opslag van materialen. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Conclusie Het plan voorziet in een planologische herbestemming maar met behoud van de aard en de schaal van de huidige activiteiten. Er kunnen geen aanzienlijke negatieve milieueffecten optreden voor dit planinitiatief.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 32 van 79 Deelplan 7: Rooseleer (tuinmachines)

7.1. Situering De bedrijfssite bevindt zich in het centrum van de deelgemeente O.L.V.-Lombeek, langs de Hunselberg, zijnde een gemeenteweg en zijweg van de Koning Albertstraat.. Het bedrijf (verkoop en herstellen van tuinmachines) bevindt zich in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse (KB 7 maart 1977).

Figuur 7.1 - Uittreksel kadastraal plan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Figuur 7.2 - Uittreksel gewestplan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 33 van 79 7.2. Doelstelling Het plan beoogt het omvormen van het landschappelijk waardevol agrarisch gebied tot een gebied voor ambachtelijke activiteiten met bedrijfswoning. Hierdoor kunnen de bestaande bedrijfsactiviteiten bestendigd worden, kan rechtszekerheid gecreëerd worden en ontstaat de mogelijkheid voor het bedrijf om de bedrijfsgebouwen beperkt uit te breiden of te optimaliseren.

7.3. Beschrijving van de referentiesituatie 7.3.1. Bedrijfssite Op de bedrijfssite zijn een woning met bureel, een toonzaal met atelier, een groene boogloods en verschillende bergingen aanwezig. Het perceel maakt een volgebouwde en ongeordende indruk. De zones tussen de gebouwen is verhard met een waterdoorlatende grindverharding. Langs de straat doet een grindverharding dienst als parkeerplaats. De site wordt langs de rechter perceelsgrens afgebakend door de Moeliebeek, een waterloop van 2e categorie en langs de linker perceelsgrens door een voetweg.

7.3.2. Economische situatie Het bedrijf wordt geleid en uitgebaat door 2 bedrijfsleiders. Het is een lokaal gebonden, kleinschalig bedrijf.

7.3.3. Vergunningstoestand De bedrijfswoning en de toonzaal met atelier kunnen als vergund beschouwd worden. Voor de groene boogloods en de overige bergplaatsen zijn geen stedenbouwkundige vergunningen terug te vinden. Het bedrijf is reeds lange tijd aanwezig op deze locatie.

7.3.4. Milieuknelpunten De functie blijft identiek. Door de planrealisatie ontstaat de mogelijkheid om de bedrijfssite te saneren, de verschillende bijgebouwen te verwijderen en over te gaan naar een functioneel geheel als uitbreiding op de bestaande, vergunde toonzaal. Er wordt geen vergunningsbasis gecreëerd voor de verschillende vrijstaande bijgebouwen en er wordt een beschermingszone gecreëerd langs de oever van de waterloop. De milieuknelpunten ten aanzien van de referentiesituatie zijn beperkt.

7.3.5. Alternatieve vestigingsplaatsen Voor dit deelplan werden geen locatiealternatieven onderzocht. Zowel de functie als de voor de bedrijfsvoering noodzakelijke gebouwen zijn vergund. De bedrijfssite sluit onmiddellijk aan op de kern van de deelgemeente O.L.V.-Lombeek waarbinnen zich noch verschillende kleinschalige bedrijven bevinden.

7.4. Beschrijving van de effecten 7.4.1. Landbouw Het plangebied is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse. Het plangebied sluit aan bij de kern van de deelgemeente O.L.V.-Lombeek. Het agrarisch gebied is hier sterk versnipperd en verdrongen door residentiële tuinzone. Het plangebied bevindt zich niet binnen een beleidsmatig herbevestigd agrarisch gebied volgens de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Zenne-Dijle-Pajottenland (goedgekeurd door de Vlaamse regering op 24 april 2009) en is gelegen binnen een “Categorie II: Uitvoeringsacties (RUP) opstarten na verder onderzoek”, uitvoeringsactie 114 “Valleien van Hunselbeek,-Bellebeek, Moeliebeek en Sleeborrebeek. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 34 van 79 7.4.2. Bodem De bodem wordt gekenmerkt door droge tot natte leemgrond. De bodem wordt door de planrealisatie en ten opzichte van de referentiesituatie slechts heel beperkt verder verhard of bebouwd. Er is geen bodemverontreiniging gekend voor het plangebied. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 7.3 - Uittreksel bodemkaart (bron: AGIV)

7.4.3. Water (grond- en oppervlaktewater) Het plangebied is gelegen in overstromingsgevoelige gebieden. De planrealisatie voorziet in een beschermingszone langs de oever van de waterloop. Het winterpeil van de waterloop ligt beduidend lager dan de vloerpas van de verschillende gebouwen. Tot op heden werden nog geen noemenswaardige problemen vastgesteld. De planrealisatie voorziet voldoende buffering en zal moeten voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004) en aan de gewijzigde provinciale verordeningen over de afkoppeling van verharde oppervlakten en van hemelwater afkomstig van dakvlakken (besluit van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 7 juni 2005). Door de beperkte verharding en de aard en de schaal van de activiteiten kunnen het afvalwater en de overloop van het hemelwater aangesloten worden op de openbare riolering langs de voorliggende straat. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 35 van 79

Figuur 7.4 - Uittreksel waterkaart (bron: AGIV)

7.4.4. Fauna en flora Het plangebied is niet aangeduid op de Biologische Waarderingskaart. Aansluitend op het plangebied wordt een complex van biologisch minder waardevolle elementen en waardevolle elementen aangeduid. De planrealisatie wordt beperkt tot het niet aangeduide deel. Gelet op de aard en de schaal van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op de fauna en flora verwaarloosbaar.

Figuur 7.5 - Uittreksel biologische waarderingskaart (bron: AGIV)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 36 van 79 7.4.5. Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het plangebied is aangeduid op de Landschapsatlas. Het gebied werd door Onroerend Erfgoed voorgesteld als ankerplaats Nr. A20026 “Het Neigembos en O.L.V.-Lombeek met de valleien van de Berchembos- en Hunselbeek”. De planrealisatie voorziet in het groeperen van de bestaande constructies tot een homogeen geheel dat aansluit op de kern van de deelgemeente. Er treden positieve effecten op.

Figuur 7.6 - Uittreksel landschapsatlas (bron: AGIV)

7.4.6. Mens - Mobiliteit en Veiligheid en Gezondheid De planrealisatie voorziet niet in bijkomende bewegingen noch van klanten, noch van leveranciers. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

7.4.7. Lucht Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op de luchtkwaliteit verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

7.4.8. Geluid Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op geluid verwaarloosbaar. Het betreft vooral verkoop en herstellen van tuinmachines. Vooral het laatste kan voor geluidsoverlast zorgen. Tot op heden zijn geen lachten gekend. De planrealisatie kan door aangepast materiaalgebruik en isolatie enkel een gunstig effect op eventuele geluidsoverlast hebben. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Conclusie Het plan voorziet in een planologische herbestemming maar met behoud van de aard en de schaal van de huidige activiteiten. Er kunnen geen aanzienlijke negatieve milieueffecten optreden voor dit planinitiatief.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 37 van 79 Deelplan 8: Devriendt (tuinonderhoud, snoeien en kappen van bomen)

8.1. Situering De bedrijfssite bevindt zich in de deelgemeente O.L.V.-Lombeek en is via een private weg te bereiken vanaf de Koning Albertstraat.. Het bedrijf (tuinbouwwerken) bevindt zich in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse (KB 7 maart 1977).

Figuur 8.1 - Uittreksel kadastraal plan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Figuur 8.2 - Uittreksel gewestplan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 38 van 79 8.2. Doelstelling Het plan beoogt het omvormen van het landschappelijk waardevol agrarisch gebied tot een gebied voor ambachtelijke activiteiten met bedrijfswoning. Hierdoor kunnen de bestaande bedrijfsactiviteiten bestendigd worden, kan rechtszekerheid gecreëerd worden en ontstaat de mogelijkheid voor het bedrijf om de bedrijfsgebouwen beperkt uit te breiden. Het is niet duidelijk of de huidige bedrijfsvoering als para-agrarisch kan beschouwd worden. Bij de beoordeling van stedenbouwkundige aanvragen werd dit bedrijf steeds als tuinaannemersbedrijf beschouwd. Een planologische bestemmingswijziging voor deze site kan een hierin duidelijkheid scheppen.

8.3. Beschrijving van de referentiesituatie 8.3.1. Bedrijfssite Op de bedrijfssite zijn een woning, een loods met aangebouwd afdak voor landbouwmachines en verschillende bergingen aanwezig. De zone tussen de toegangsweg en de loods bestaat uit een waterdoorlatende grindverharding en doet dienst als parking en openlucht opslagplaats.

8.3.2. Economische situatie Het betreft een lokaal gebonden, kleinschalig bedrijf. Het is niet duidelijk of de huidige bedrijfsvoering als para-agrarisch kan beschouwd worden. Bij de beoordeling van stedenbouwkundige aanvragen werd dit bedrijf steeds als tuinaannemersbedrijf beschouwd.

8.3.3. Vergunningstoestand De woning op zich kan als vergund beschouwd worden. Voor latere uitgevoerde verbouwings- en uitbreidingswerken aan de woning zijn nog steeds procedures lopende. De loods werd oorspronkelijk vergund als koeienstal.

8.3.4. Milieuknelpunten De milieuknelpunten ten aanzien van de referentiesituatie zijn erg beperkt tot afwezig. De functie en de verschijningsvorm van de site blijven nagenoeg identiek.

8.3.5. Alternatieve vestigingsplaatsen Voor dit deelplan werden geen locatiealternatieven onderzocht. Het bedrijf werd oorspronkelijk als zone-eigen vergund, past zowel naar aard als naar functie in zijn omgeving.

8.4. Beschrijving van de effecten 8.4.1. Landbouw Het plangebied is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse. Dit deel is gedeeltelijk bebouwd met de huidige bedrijfsgebouwen en gedeeltelijk in gebruik als weide. Het achterliggend gebied is sterk versnipperd. Het plangebied bevindt zich niet binnen een beleidsmatig herbevestigd agrarisch gebied volgens de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Zenne-Dijle-Pajottenland (goedgekeurd door de Vlaamse regering op 24 april 2009) en is gelegen binnen een “Categorie II: Uitvoeringsacties (RUP) opstarten na verder onderzoek”, uitvoeringsactie 114 “Valleien van Hunselbeek,-Bellebeek, Moeliebeek en Sleeborrebeek. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

8.4.2. Bodem De bodem wordt gekenmerkt door droge leemgrond. De bodem wordt door de planrealisatie en ten opzichte van de referentiesituatie slechts beperkt verder verhard of bebouwd. Er is geen bodemverontreiniging gekend voor het plangebied. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 39 van 79

Figuur 8.3 - Uittreksel bodemkaart (bron: AGIV)

8.4.3. Water (grond- en oppervlaktewater) Het plangebied is niet gelegen in overstromingsgevoelige gebieden. De planrealisatie voorziet voldoende buffering en zal moeten voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004) en aan de gewijzigde provinciale verordeningen over de afkoppeling van verharde oppervlakten en van hemelwater afkomstig van dakvlakken (besluit van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 7 juni 2005). Door de beperkte verharding en de aard en de schaal van de activiteiten kunnen het afvalwater en de overloop van het hemelwater aangesloten worden op de openbare riolering langs de voorliggende straat. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 8.4 - Uittreksel waterkaart (bron: AGIV)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 40 van 79 8.4.4. Fauna en flora Het plangebied is niet aangeduid op de Biologische Waarderingskaart. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 8.5 - Uittreksel biologische waarderingskaart (bron: AGIV)

8.4.5. Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het plangebied is aangeduid op de Landschapsatlas. Het gebied werd door Onroerend Erfgoed voorgesteld als ankerplaats Nr. A20026 “Het Neigembos en O.L.V.-Lombeek met de valleien van de Berchembos- en Hunselbeek”. Het plangebied sluit aan bij de bebouwing langs de Koning Albertstraat en is vrij ver verwijderd van de Hunselbeek op zich. Het betreft een herbestemming van de bestaande gebouwen. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 8.6 - Uittreksel landschapsatlas (bron: AGIV)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 41 van 79 8.4.6. Mens - Mobiliteit en Veiligheid en Gezondheid De planrealisatie voorziet niet in bijkomende bewegingen noch van klanten, noch van leveranciers. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

8.4.7. Lucht Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op de luchtkwaliteit verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

8.4.8. Geluid Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op geluid verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Conclusie Het plan voorziet in een planologische herbestemming maar met behoud van de aard en de schaal van de huidige activiteiten. Er kunnen geen aanzienlijke negatieve milieueffecten optreden voor dit planinitiatief.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 42 van 79 Deelplan 9: Van Lierde (hout- en bouwcenter)

9.1. Situering De bedrijfssite bevindt zich in de deelgemeente Borchtlombeek langs de Knoddelstraat, zijnde een gemeenteweg. Het bedrijf (verkoop van hout- en bouwmaterialen) bevindt zich gedeeltelijk in landelijk woongebied (eerste 50 meter vanaf de voorliggende straat), gedeeltelijk in een gebied voor ambacht, gedeeltelijk in landschappelijk waardevol agrarisch gebied en het achterste gedeelte in natuurgebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse (KB 7 maart 1977).

Figuur 9.1 - Uittreksel kadastraal plan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Figuur 9.2 - Uittreksel gewestplan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 43 van 79 9.2. Doelstelling Het plan beoogt het omvormen van de verschillende bestemmingen volgens het gewestplan to een duidelijk afgebakend gebied voor ambachtelijke activiteiten met bedrijfswoning. Hierdoor kunnen de bestaande bedrijfsactiviteiten bestendigd worden, kan rechtszekerheid gecreëerd worden en ontstaat de mogelijkheid voor het bedrijf om de bedrijfsgebouwen beperkt uit te breiden.

9.3. Beschrijving van de referentiesituatie 9.3.1. Bedrijfssite Op de bedrijfssite zijn een langs de straatzijde een toonzaal met bovengelegen woongelegenheid en twee grote opslagloodsen aanwezig. De zone voor de toonzaal is verhard met betonklinkers en doet dienst als parking. De zone links en achter de loodsen is verhard met een waterdoorlatende grindverharding. Deze verharding doet dienst als openlucht opslagplaats.

9.3.2. Economische situatie Het betreft een lokaal gebonden, groter bedrijf. Het bedrijf kent continuïteit en functioneert behoorlijk.

9.3.3. Vergunningstoestand De bedrijfsgebouwen kunnen als hoofdzakelijk vergund beschouwd worden. Voor de grindverharding aan de achterzijde van de opslagloodsen zijn geen stedenbouwkundige vergunningen terug te vinden. Het bedrijf is in haar huidige vorm reeds reeds lange tijd aanwezig op deze locatie.

9.3.4. Milieuknelpunten De milieuknelpunten ten aanzien van de referentiesituatie zijn erg beperkt tot afwezig. De functie en de verschijningsvorm van de site blijven nagenoeg identiek. Een gedeelte van de verharding die zich achter de tuinzones van de woningen langs de Knoddelstraat en in natuurgebied bevindt, is moeilijk in overeenstemming met omgeving te brengen en wordt daarvoor uit het plangebied gesloten.

9.3.5. Alternatieve vestigingsplaatsen Voor dit deelplan werden geen locatiealternatieven onderzocht. Het betreft een grotendeels zone- eigen bedrijf dat hoofdzakelijk vergund werd.

9.4. Beschrijving van de effecten 9.4.1. Landbouw Een deel van het plangebied is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse. Dit deel is gedeeltelijk bebouwd met de huidige bedrijfsgebouwen en gedeeltelijk in gebruik als openlucht opslagplaats. Het plangebied bevindt zich niet binnen een beleidsmatig herbevestigd agrarisch gebied volgens de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Zenne-Dijle-Pajottenland (goedgekeurd door de Vlaamse regering op 24 april 2009).

9.4.2. Bodem De bodem wordt gekenmerkt door droge tot vochtige leemgrond. De bodem wordt door de planrealisatie en ten opzichte van de referentiesituatie slechts beperkt verder verhard of bebouwd. Er is een historische bodemverontreiniging gekend op het plangebied. Gekend bij OVAM onder het nr. OA-52825. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 44 van 79

Figuur 9.3 - Uittreksel bodemkaart (bron: AGIV)

9.4.3. Water (grond- en oppervlaktewater) Het plangebied is niet gelegen in overstromingsgevoelige gebieden. De planrealisatie voorziet voldoende buffering en zal moeten voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004) en aan de gewijzigde provinciale verordeningen over de afkoppeling van verharde oppervlakten en van hemelwater afkomstig van dakvlakken (besluit van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 7 juni 2005). Door de beperkte verharding en de aard en de schaal van de activiteiten kunnen het afvalwater en de overloop van het hemelwater aangesloten worden op de openbare riolering langs de voorliggende straat. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 9.4 - Uittreksel waterkaart (bron: AGIV)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 45 van 79 9.4.4. Fauna en flora Het plangebied is niet aangeduid op de Biologische Waarderingskaart. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 9.5 - Uittreksel biologische waarderingskaart (bron: AGIV)

9.4.5. Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het plangebied is niet aangeduid op de Landschapsatlas. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 9.6 - Uittreksel landschapsatlas (bron: AGIV)

9.4.6. Mens - Mobiliteit en Veiligheid en Gezondheid De planrealisatie voorziet niet in bijkomende bewegingen noch van klanten, noch van leveranciers. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 46 van 79 9.4.7. Lucht Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op de luchtkwaliteit verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

9.4.8. Geluid Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op geluid verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Conclusie Het plan voorziet in een planologische herbestemming maar met behoud van de aard en de schaal van de huidige activiteiten. Er kunnen geen aanzienlijke negatieve milieueffecten optreden voor dit planinitiatief.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 47 van 79 Deelplan 10: Sint-Martinus (Azijnfabriek)

10.1. Situering De bedrijfssite bevindt zich in de deelgemeente Strijtem langs de Ramerstraat, zijnde een gemeenteweg die rechtstreeks aantakt op de Ninoofsesteenweg (N8). Langs de linkerzijde wordt de bedrijfssite begrensd door de Bundermeersweg. Langs de achterzijde wordt de site begrensd door de Heilbeek. Het bedrijf (productie en stockage van azijn) bevindt zich gedeeltelijk in landelijk woongebied (eerste 50 meter vanaf de voorliggende straat) en overwegend in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse (KB 7 maart 1977).

Figuur 10.1 - Uittreksel kadastraal plan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Figuur 10.2 - Uittreksel gewestplan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 48 van 79 10.2. Doelstelling Het plan beoogt het omvormen van het landelijk woongebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan tot een gebied voor ambachtelijke activiteiten met bedrijfswoning. Hierdoor kunnen de bestaande bedrijfsactiviteiten bestendigd worden, kan rechtszekerheid gecreëerd worden en ontstaat de mogelijkheid voor het bedrijf om de bedrijfsgebouwen uit te breiden.

10.3. Beschrijving van de referentiesituatie 10.3.1. Bedrijfssite De huidige in gebruik zijnde bedrijfssite bevindt zich grotendeels achter het woonlint van de Ramerstraat. Het bedrijf is echter eigenaar van verschillende percelen langs de Ramerstraat. Op de bedrijfssite zijn aan de straatzijde de kantoren gevestigd in de vroegere bedrijfswoning. Aansluitend aan de kantoren staan de oude bedrijfsgebouwen die gedeeltelijk in onbruik zijn. Meer centraal op de site staan de recente bedrijfsgebouwen met silo’s. De volledige zone is verhard met een niet waterdoorlatende betonverharding. Het geheel oogt verzorgd en is functioneel ingericht. Het bedrijf heeft nog een aantal percelen in eigendom. Deze zijn aangelegd als gazon. Twee ervan liggen binnen het plangebied. De andere liggen langs de Ramerstraat.

10.3.2. Economische situatie Het betreft een niet-lokaal gebonden, groter bedrijf. Het bedrijf kent continuïteit en functioneert behoorlijk. Er is grote vraag naar bijkomende stockageruimte.

10.3.3. Vergunningstoestand De bedrijfsgebouwen kunnen als hoofdzakelijk vergund beschouwd worden. Het bedrijf is in haar huidige vorm reeds lange tijd aanwezig op deze locatie.

10.3.4. Milieuknelpunten De milieuknelpunten ten aanzien van de referentiesituatie zijn beperkt. De planrealisatie voorziet in een vrij grote uitbreiding van de gebouwen. Doch dit zal concreet neerkomen op het optimaliseren binnen de bestaande oppervlakte. De oudere gebouwen zullen naar alle waarschijnlijkheid gesloopt worden en vervangen door een functioneler nieuwe gebouw dat aansluit op de recentere bedrijfsgebouwen. De nieuwe gebouwen zullen meer gericht worden op opslag en bewaring.

10.3.5. Alternatieve vestigingsplaatsen Voor dit deelplan werden geen locatiealternatieven onderzocht. Het betreft een hoofdzakelijk vergund bedrijf dat aansluit op het landelijk woongebied en dat bovendien plaatsgebonden is. De bacteriën die nodig zijn voor de productie van azijn, zijn op deze site (in deze omgeving) in tegenstelling tot andere locaties, wel aanwezig.

10.4. Beschrijving van de effecten 10.4.1. Landbouw Het grootste deel van het plangebied is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse. Dit deel is gedeeltelijk bebouwd met de huidige bedrijfsgebouwen en gedeeltelijk in gebruik als weide. Het agrarisch gebied langs deze zijde van de Heilbeek is sterk versnipperd en teruggedrongen door residentiële tuinzone. Het plangebied bevindt zich niet binnen een beleidsmatig herbevestigd agrarisch gebied volgens de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Zenne-Dijle-Pajottenland (goedgekeurd door de Vlaamse regering op 24 april 2009) en is gelegen binnen een “Categorie II: Uitvoeringsacties (RUP) opstarten na verder onderzoek”, uitvoeringsactie 123 “Vallei van de Bellebeek”. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 49 van 79 10.4.2. Bodem De bodem wordt gekenmerkt door droge tot vochtige leemgrond. De bodem wordt door de planrealisatie en ten opzichte van de referentiesituatie slechts beperkt verder verhard of bebouwd. Er is geen bodemverontreiniging gekend voor het plangebied. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 10.3 - Uittreksel bodemkaart (bron: AGIV)

10.4.3. Water (grond- en oppervlaktewater) Het plangebied is niet gelegen in overstromingsgevoelige gebieden. De planrealisatie voorziet voldoende buffering. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 10.4 - Uittreksel waterkaart (bron: AGIV)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 50 van 79 10.4.4. Fauna en flora Een deel van het plangebied is niet aangeduid op de Biologische Waarderingskaart. Een ander deel van het plangebied is aangeduid op de Biologische Waarderingskaart als een complex van waardevolle en zeer waardevolle elementen. Op terrein is dit een intensief begraasde weide en populierenaanplanting, welke niet als waardevol kan aanschouwd worden. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 10.5 - Uittreksel biologische waarderingskaart (bron: AGIV)

10.4.5. Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het plangebied is niet aangeduid op de Landschapsatlas. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 10.6 - Uittreksel landschapsatlas (bron: AGIV)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 51 van 79 10.4.6. Mens - Mobiliteit en Veiligheid en Gezondheid De planrealisatie voorziet niet in bijkomende bewegingen noch van klanten, noch van leveranciers. De productie zal gelijk blijven. De stockageruimte zal stijgen. In principe moet dit leiden tot minder bewegingen. De bedrijfssite heeft een voldoende ontsluiting. ER zijn geen klachten gekend. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

10.4.7. Lucht Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op de luchtkwaliteit verwaarloosbaar. De bijkomende activiteiten zullen eerder gericht zijn op stockage dan op bijkomende productie waardoor de bijkomende effecten beperkt zullen zijn. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

10.4.8. Geluid Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op geluid verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Conclusie Het plan voorziet in een planologische herbestemming maar met behoud van de aard en de schaal van de huidige activiteiten. Er kunnen geen aanzienlijke negatieve milieueffecten optreden voor dit planinitiatief.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 52 van 79 Deelplan 11: Electro Van Den Eede

11.1. Situering De bedrijfssite bevindt zich in de deelgemeente Strijtem langs de Donkerstraat, zijnde de gemeenteweg die de verbinding maakt tussen de kernen van de deelgemeenten Strijtem en Borchtlombeek. Het bedrijf (verkopen en herstellen van electro) bevindt zich grotendeels in landelijk woongebied (eerste 50 meter vanaf de voorliggende straat) en gedeeltelijk in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse (KB 7 maart 1977).

Figuur 11.1 - Uittreksel kadastraal plan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Figuur 11.2 - Uittreksel gewestplan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 53 van 79 11.2. Doelstelling Het plan beoogt het omvormen van het landelijk woongebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan tot een gebied voor ambachtelijke activiteiten met bedrijfswoning. Hierdoor kunnen de bestaande bedrijfsactiviteiten bestendigd worden, kan rechtszekerheid gecreëerd worden en ontstaat de mogelijkheid voor het bedrijf om de bedrijfsgebouwen uit te breiden.

11.3. Beschrijving van de referentiesituatie 11.3.1. Bedrijfssite Op de site staan momenteel de woning van de bedrijfsleiders, de verkoopsruimte en een bijgebouw voor stockage. De woning staat langs de straat. De berging staat ingeplant langs de linker perceelsgrens. Tussen de woning en de berging ligt de toegang tot de site en de verkoopsruimte. De zone tussen de woning en de verkoopsruimte is verhard met een waterdoorlatende grindverharding die als parking gebruikt wordt.

11.3.2. Economische situatie Het betreft een lokaal gebonden, kleinschalig bedrijf. Het bedrijf kent continuïteit en functioneert behoorlijk. De dochter en schoonzoon van de huidige bedrijfsleiders hebben recent de zaak overgenomen. Op dit moment is er geen behoefte aan uitbreiding, doch de mogelijkheid dient gevrijwaard te worden naar de toekomst toe.

11.3.3. Vergunningstoestand De bedrijfsgebouwen zijn hoofdzakelijk vergund in hun huidige verschijningsvorm en functie.

11.3.4. Milieuknelpunten De milieuknelpunten ten aanzien van de referentiesituatie zijn beperkt. De planrealisatie voorziet in een uitbreiding van de gebouwen. Deze wordt grotendeels voorzien binnen het landelijk woongebied en binnen de huidige vergunde bedrijfssite.

11.3.5. Alternatieve vestigingsplaatsen Voor dit deelplan werden geen locatiealternatieven onderzocht. Het betreft een hoofdzakelijk vergund en grotendeels zone-eigen bedrijf dat geïntegreerd is in het woonlint.

11.4. Beschrijving van de effecten 11.4.1. Landbouw Een deel van het plangebied is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse. Dit deel is gedeeltelijk bebouwd met de huidige bedrijfsgebouwen en gedeeltelijk in gebruik als parking. Het achterliggend gebied is sterk versnipperd en de agrarische functie is er verdrongen. Het plangebied bevindt zich niet binnen een beleidsmatig herbevestigd agrarisch gebied volgens de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Zenne-Dijle-Pajottenland (goedgekeurd door de Vlaamse regering op 24 april 2009) en is gelegen binnen een “Categorie II: Uitvoeringsacties (RUP) opstarten na verder onderzoek”, uitvoeringsactie 123 “Vallei van de Bellebeek”. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

11.4.2. Bodem De bodem wordt gekenmerkt door natte leemgrond. De bodem wordt door de planrealisatie en ten opzichte van de referentiesituatie slechts beperkt verder verhard of bebouwd. Er is geen bodemverontreiniging gekend voor het plangebied. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 54 van 79

Figuur 11.3 - Uittreksel bodemkaart (bron: AGIV)

11.4.3. Water (grond- en oppervlaktewater) Het plangebied is niet gelegen in overstromingsgevoelige gebieden. De rechter perceelsgrens wordt gevormd door een gracht. Langs deze gracht wordt een bouwvrije strook gevrijwaard. De planrealisatie voorziet voldoende buffering en zal moeten voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004) en aan de gewijzigde provinciale verordeningen over de afkoppeling van verharde oppervlakten en van hemelwater afkomstig van dakvlakken (besluit van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 7 juni 2005). Door de beperkte verharding en de aard en de schaal van de activiteiten kan het afvalwater aangesloten worden op de openbare riolering langs de voorliggende straat. De overloop van het hemelwater kan afgevoerd worden naar de naastliggende gracht. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 11.4 - Uittreksel waterkaart (bron: AGIV)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 55 van 79 11.4.4. Fauna en flora Het plangebied is niet aangeduid op de Biologische Waarderingskaart. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 11.5 - Uittreksel biologische waarderingskaart (bron: AGIV)

11.4.5. Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het plangebied is niet aangeduid op de Landschapsatlas. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 11.6 - Uittreksel landschapsatlas (bron: AGIV)

11.4.6. Mens - Mobiliteit en Veiligheid en Gezondheid De planrealisatie voorziet niet in bijkomende bewegingen noch van klanten, noch van leveranciers. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 56 van 79 11.4.7. Lucht Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op de luchtkwaliteit verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

11.4.8. Geluid Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op geluid verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Conclusie Het plan voorziet in een planologische herbestemming maar met behoud van de aard en de schaal van de huidige activiteiten. Er kunnen geen aanzienlijke negatieve milieueffecten optreden voor dit planinitiatief.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 57 van 79 Deelplan 12: Transbelpa bvba

12.1. Situering De bedrijfssite bevindt zich in het woonlint langs de Ramerstraat, een gemeenteweg van de deelgemeente Strijtem die rechtstreeks aansluit op de Ninoofsesteenweg (N8). Het hoofdzakelijk vergund transportbedrijf bevindt zich overwegend in landelijk woongebied (eerste 50 meter vanaf de straat), verder in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse (KB 7 maart 1977).

Figuur 12.1 - Uittreksel kadastraal plan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Figuur 12.2 - Uittreksel gewestplan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 58 van 79 12.2. Doelstelling Het plan beoogt het omvormen van het landelijk woongebied en het landschappelijk waardevol agrarisch gebied tot een bedrijvenzone met bedrijfswoning. Hierdoor kunnen de bestaande bedrijfsactiviteiten bestendigd worden, kan rechtszekerheid gecreëerd worden en ontstaat de mogelijkheid voor het bedrijf beperkt uit te breiden.

12.3. Beschrijving van de referentiesituatie 12.3.1. Bedrijfssite Vooraan de bedrijfssite, langs de straatzijde, bevindt zich de bedrijfswoning. In de aanbouw van de woning bevinden zich de burelen. Verder staat meer achteraan op het perceel, in de linker perceelsgrens, een bijgebouw dat gebruikt wordt voor beperkte opslag van materialen en brandstof. De site is verhard met een waterdoorlatende grindverharding.

12.3.2. Economische situatie Het bedrijf is een stabiel, lokaal bedrijf. Het wenst in eerste instantie zijn activiteiten te bestendigen.

12.3.3. Vergunningstoestand De bedrijfsgebouwen kunnen als hoofdzakelijk vergund beschouwd worden. Voor de grindverharding, die gedeeltelijk in landschappelijk waardevol agrarisch gebied gelegen is, is geen vergunning terug te vinden.

12.3.4. Milieuknelpunten De milieuknelpunten ten aanzien van de referentiesituatie zijn erg beperkt tot afwezig. De functie en de verschijningsvorm van de site blijven nagenoeg identiek.

12.3.5. Alternatieve vestigingsplaatsen Voor dit deelplan werden geen locatiealternatieven onderzocht. Het betreft een grotendeels zone- eigen bedrijf (woongebied) gelegen in een bebouwingsconcentratie waarin verschillende bedrijven aanwezig zijn.

12.4. Beschrijving van de effecten 12.4.1. Landbouw Een deel van het plangebied is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse. Dit deel is verhard met grind en in gebruik als parking. Het achterliggend gebied is geen structureel landbouwgebied. Het agrarisch gebied langs het woongebied staat onder druk van de residentiële vertuining. Het plangebied bevindt zich niet binnen een beleidsmatig herbevestigd agrarisch gebied volgens de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Zenne-Dijle-Pajottenland (goedgekeurd door de Vlaamse regering op 24 april 2009) en is gelegen binnen een “Categorie II: Uitvoeringsacties (RUP) opstarten na verder onderzoek”, uitvoeringsactie 123 “Vallei van Bellebeek”. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

12.4.2. Bodem De bodem wordt gekenmerkt door droge leemgrond. De bodem wordt door de planrealisatie slechts beperkt verder verhard of bebouwd. Er is geen bodemverontreiniging gekend voor het plangebied. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 59 van 79

Figuur 12.3 - Uittreksel bodemkaart (bron: AGIV)

12.4.3. Water (grond- en oppervlaktewater) Het plangebied is niet gelegen in overstromingsgevoelige gebieden. De planrealisatie voorziet voldoende buffering. Door de beperkte verharding en de aard en de schaal van de activiteiten treden er geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 12.4 - Uittreksel waterkaart (bron: AGIV)

12.4.4. Fauna en flora Het plangebied is niet aangeduid op de Biologische Waarderingskaart. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 60 van 79

Figuur 12.5 - Uittreksel biologische waarderingskaart (bron: AGIV)

12.4.5. Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het plangebied is niet aangeduid op de Landschapsatlas. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 12.6 - Uittreksel landschapsatlas (bron: AGIV)

12.4.6. Mens - Mobiliteit en Veiligheid en Gezondheid De planrealisatie voorziet niet in bijkomende bewegingen noch van klanten, noch van leveranciers. Het bedrijf sluit via de Ramerstraat rechtstreeks aan op een gewestweg. Er is een goede ontsluiting en er zijn op heden geen klachten gekend. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 61 van 79 12.4.7. Lucht Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op de luchtkwaliteit verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

12.4.8. Geluid Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op geluid verwaarloosbaar. Het betreft geen koelwagens waardoor de geluidlast zich beperkt tot het op- en afrijden van de vrachtwagens. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Conclusie Het plan voorziet in een planologische herbestemming maar met behoud van de aard en de schaal van de huidige activiteiten. Er kunnen geen aanzienlijke negatieve milieueffecten optreden voor dit planinitiatief.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 62 van 79 Deelplan 13: Appelmans bvba (schrijnwerkerij)

13.1. Situering De bedrijfssite bevindt zich in het woonlint langs de Kaaitvaartstraat, een gemeenteweg van de deelgemeente Pamel die de verbinding maakt tussen het gehucht Ledeberg en de gemeentegrens met de gemeente . Het schrijnwerkersbedrijf bevindt zich gedeeltelijk in landelijk woongebied (eerste 50 meter vanaf de straat), verder in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle- Vilvoorde-Asse (KB 7 maart 1977).

Figuur 13.1 - Uittreksel kadastraal plan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Figuur 13.2 - Uittreksel gewestplan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 63 van 79 13.2. Doelstelling Het plan beoogt het omvormen van het landelijk woongebied en het landschappelijk waardevol agrarisch gebied tot een bedrijvenzone met bedrijfswoning. Hierdoor kunnen de bestaande bedrijfsactiviteiten bestendigd worden, kan rechtszekerheid gecreëerd worden en ontstaat de mogelijkheid voor het bedrijf uit te breiden.

13.3. Beschrijving van de referentiesituatie 13.3.1. Bedrijfssite Op de bedrijfssite staan de bedrijfswoning met bureelruimte en 2 werkplaatsen. Langs de straatzijde, bevindt zich de bedrijfswoning. Achter de woning staat een eerste werkplaats met toonzaal. Deze is nagenoeg volledig opgericht binnen het landelijk woongebied en bestaat ui 1 bouwlaag. Verder staat meer achteraan op het perceel een tweede werkplaats waaraan verschillende open opslagplaatsen zijn aangebouwd. De site is verhard met een waterdoorlatende, steenpuinverharding. Dit deel van de site maakt een wanordelijke indruk.

13.3.2. Economische situatie Het bedrijf is een stabiel, lokaal bedrijf. Het wenst in eerste instantie zijn activiteiten te bestendigen en een vergunningsbasis te bekomen voor een homogeen en functioneel bedrijfsgebouw/werkplaats.

13.3.3. Vergunningstoestand De bedrijfswoning en de eerste werkplaats kunnen als hoofdzakelijk vergund beschouwd worden. Voor de steenslagverharding, de tweede werkplaats en de aanpalende open opslagplaatsen zijn geen vergunningen terug te vinden. Het bedrijf is reeds lange tijd in de huidige verschijningsvorm aanwezig.

13.3.4. Milieuknelpunten De milieuknelpunten ten aanzien van de referentiesituatie zijn erg beperkt tot afwezig. De functie van de site blijft identiek. De planrealisatie voorziet in de oprichting van de groter, doch compacter en homogener bedrijfsgebouw wat de verschijningsvorm ten goede zal komen. Verder wordt op de site een buffer voorzien wat de integratie van het bedrijf in de omgeving ten goed zal komen. Er dient wel gesteld dat de omliggende bossen eveneens in eigendom zijn van het bedrijf waardoor het bedrijf, buiten de site op zich, op heden reeds een voldoende buffer heeft ten opzichte van de omgeving.

13.3.5. Alternatieve vestigingsplaatsen Voor dit deelplan werden geen locatiealternatieven onderzocht. Het betreft een grotendeels zone- eigen bedrijf (woongebied) gelegen in een bebouwingsconcentratie en door de jaren heen volledig opgenomen door de omgeving.

13.4. Beschrijving van de effecten 13.4.1. Landbouw Een groot deel van het plangebied is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse. Dit deel is gedeeltelijk bebouwd met de huidige bedrijfsgebouwen en gedeeltelijk verhard als opslagplaats. Het achterliggend agrarisch gebied is sterk versnipperd met de functies weide en bos. De planrealisatie heeft geen invloed op het structureel agrarisch gebied. Het plangebied bevindt zich niet binnen een beleidsmatig herbevestigd agrarisch gebied volgens de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Schelde-Dender (goedgekeurd door de Vlaamse regering op 28 november 2008) en is gelegen binnen een “Categorie II: Uitvoeringsacties (RUP) opstarten na verder onderzoek”, uitvoeringsactie 57 “De vallei van de Palitsebeek en het omgevend mozaïklandschap”. De planrealisatie brengt de doelstellingen van deze ruimtelijke visie niet in het gedrang. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 64 van 79 13.4.2. Bodem De bodem wordt gekenmerkt door droge leemgrond. De bodem wordt door de planrealisatie slechts beperkt verder verhard of bebouwd. Er is geen bodemverontreiniging gekend voor het plangebied. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 13.3 - Uittreksel bodemkaart (bron: AGIV)

13.4.3. Water (grond- en oppervlaktewater) Het plangebied is niet gelegen in overstromingsgevoelige gebieden. De planrealisatie voorziet voldoende buffering en zal moeten voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004) en aan de gewijzigde provinciale verordeningen over de afkoppeling van verharde oppervlakten en van hemelwater afkomstig van dakvlakken (besluit van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 7 juni 2005). Door de beperkte verharding en de aard en de schaal van de activiteiten kunnen het afvalwater en de overloop van het hemelwater aangesloten worden op de openbare riolering langs de voorliggende straat. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 65 van 79

Figuur 13.4 - Uittreksel waterkaart (bron: AGIV)

13.4.4. Fauna en flora Het plangebied is niet aangeduid op de Biologische Waarderingskaart. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 13.5 - Uittreksel biologische waarderingskaart (bron: AGIV)

13.4.5. Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het plangebied is niet aangeduid op de Landschapsatlas. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 66 van 79

Figuur 13.6 - Uittreksel landschapsatlas (bron: AGIV)

13.4.6. Mens - Mobiliteit en Veiligheid en Gezondheid De planrealisatie voorziet niet in bijkomende bewegingen noch van klanten, noch van leveranciers. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

13.4.7. Lucht Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op de luchtkwaliteit verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

13.4.8. Geluid Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op geluid verwaarloosbaar. Tot op heden zijn geen klachten met betrekking tot geluidsoverlast gekend. De planrealisatie kan door aangepast materiaalgebruik en isolatie enkel een gunstig effect op eventuele geluidsoverlast hebben. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Conclusie Het plan voorziet in een planologische herbestemming maar met behoud van de aard en de schaal van de huidige activiteiten. Er kunnen geen aanzienlijke negatieve milieueffecten optreden voor dit planinitiatief.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 67 van 79 Deelplan 14: Minak (Lébergbronnen)

14.1. Situering De bedrijfssite bevindt zich nabij het centrum van de deelgemeente Pamel en is bereikbaar vanaf de Gasthuisstraat, zijnde een gemeenteweg. Het bedrijf (productie en stockage van waters en frisdranken) bevindt zich gedeeltelijk in woongebied (eerste 50 meter vanaf de voorliggende Gasthuisstraat) maar overwegend in parkgebied (KB 7 maart 1977).

Figuur 14.1 - Uittreksel kadastraal plan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Figuur 14.2 - Uittreksel gewestplan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 68 van 79 14.2. Doelstelling Het plan beoogt het omvormen van het parkgebied volgens het gewestplan tot een gebied voor ambachtelijke activiteiten met bedrijfswoning. Hierdoor kunnen de bestaande bedrijfsactiviteiten bestendigd worden, kan rechtszekerheid gecreëerd worden en ontstaat de mogelijkheid voor het bedrijf om de bedrijfsgebouwen uit te breiden. De relatie met de aanwezige bron zal steeds moeten aangetoond worden.

14.3. Beschrijving van de referentiesituatie 14.3.1. Bedrijfssite De bedrijfssite bevindt zich grotendeels achter het woonlint van de Gasthuisstraat. Het voorste deel van site, tussen de Gasthuisstraat en de eigenlijke bedrijfsgebouwen is verhard met een niet waterdoorlatende asfaltverharding. Deze verharding wordt gebruikt als parking en als openlucht stockageruimte. Achter de stockageruimte staat het bedrijfsgebouw. Het linker en centrale gedeelte zijn de oude gebouwen. Het rechter deel is een recentere gesloten stockageruimte. De achterste grens van de bedrijfssite wordt gevormd door de sterke helling van de Ledeberg.

14.3.2. Economische situatie Het betreft een grootschalig bedrijf met een afzetmarkt ver buiten Roosdaal. Het bedrijf functioneert behoorlijk. Er is grote vraag naar bijkomende stockageruimte.

14.3.3. Vergunningstoestand De bedrijfsgebouwen kunnen als hoofdzakelijk vergund beschouwd worden. Het bedrijf kent problemen bij het aanvragen van vergunningen voor het renoveren of herbouwen van delen van het bedrijfsgebouw.

14.3.4. Milieuknelpunten De milieuknelpunten ten aanzien van de referentiesituatie zijn de inname van een deel van het parkgebied voor de bouw van een loods voor stockage. Het gaat om een zone van ongeveer 25 are. Deze ruigte maakt heden deel uit van het parkgebied.

14.3.5. Alternatieve vestigingsplaatsen Voor dit deelplan werden geen locatiealternatieven onderzocht. Het betreft een hoofdzakelijk vergund bedrijf dat plaatsgebonden is door de aanwezigheid van de bron.

14.4. Beschrijving van de effecten 14.4.1. Bodem De bodem wordt op de bodemkaart aangeduid als antropogeen. De bodem wordt door de planrealisatie en ten opzichte van de referentiesituatie slechts beperkt verder verhard of bebouwd. Er is geen bodemverontreiniging gekend voor het plangebied. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 69 van 79

Figuur 14.3 - Uittreksel bodemkaart (bron: AGIV)

14.4.2. Water (grond- en oppervlaktewater) Het plangebied is niet gelegen in overstromingsgevoelige gebieden. De planrealisatie voorziet voldoende buffering en zal moeten voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004) en aan de gewijzigde provinciale verordeningen over de afkoppeling van verharde oppervlakten en van hemelwater afkomstig van dakvlakken (besluit van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 7 juni 2005). Door de beperkte verharding en de aard en de schaal van de activiteiten kunnen het afvalwater en de overloop van het hemelwater aangesloten worden op de openbare riolering langs de voorliggende straat. Gelet op activiteiten van het huidige bedrijf, die ook de enige activiteiten kunnen zijn volgens de stedenbouwkundige voorschriften, namelijk het bottelen van bronwater en overwegende dat de desbetreffende bron in de onmiddellijke omgeving van het plangebied gelegen is, is het in het belang van het bedrijf en de activiteiten dat er geen negatieve wijzigingen optreden ten opzichte van het grondwater. De planrealisatie voorziet enkel in bijkomende opslagruimte. Er worden geen wijzigingen aan de bron voorzien. De bron ligt ook niet binnen het plangebied. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 70 van 79

Figuur 14.4 - Uittreksel waterkaart (bron: AGIV)

14.4.3. Fauna en flora Het grootste deel van het plangebied is niet aangeduid op de Biologische Waarderingskaart. Een beperktere deel van het plangebied is aangeduid op de Biologische Waarderingskaart als een complex van waardevolle en zeer waardevolle elementen. De beide delen zijn echter wel gelegen in een parkgebied volgens het gewestplan Halle- Vilvoorde-Asse. Dit gebied werd aldus bestemd ter bescherming van de bron eerder dan om de effectieve waarde van het gebied als park. Het aangeduide deel op de Biologische Waarderingskaart is de parkzone rond de woning/kasteel van de bedrijfsleider. In deze zone bevindt zich eveneens de bron. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 14.5 - Uittreksel biologische waarderingskaart (bron: AGIV)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 71 van 79

14.4.4. Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het plangebied is niet aangeduid op de Landschapsatlas. Het plangebied werd ooit opgenomen als beschermd landschap maar werd later geschrapt. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 14.6 - Uittreksel landschapsatlas (bron: AGIV)

14.4.5. Mens - Mobiliteit en Veiligheid en Gezondheid De planrealisatie voorziet niet in bijkomende bewegingen noch van klanten, noch van leveranciers. De productie zal gelijk blijven. De stockageruimte zal stijgen. In principe moet dit leiden tot minder bewegingen. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

14.4.6. Lucht Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op de luchtkwaliteit verwaarloosbaar. De bijkomende activiteiten zullen eerder gericht zijn op stockage dan op bijkomende productie waardoor de bijkomende effecten beperkt zullen zijn. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

14.4.7. Geluid Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op geluid verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Conclusie Het plan voorziet in een planologische herbestemming maar met behoud van de aard en de schaal van de huidige activiteiten. Er kunnen geen aanzienlijke negatieve milieueffecten optreden voor dit planinitiatief.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 72 van 79 Deelplan 15: Lucas Meubelen (meubelzaak)

15.1. Situering De bedrijfssite bevindt zich in de deelgemeente Pamel langs de Ninoofsesteenweg, zijnde de gewestweg (N8) van naar Brussel. De winkel (verkoop van meubelen en interieurartikelen) bevindt zich volledig in een zone voor ambachtelijke bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen volgens het gewestplan Halle- Vilvoorde-Asse (KB 7 maart 1977).

Figuur 15.1 - Uittreksel kadastraal plan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Figuur 15.2 - Uittreksel gewestplan (bron: Orbit-Gis, EDL)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 73 van 79 15.2. Doelstelling Het plan beoogt het verruimen van de mogelijkheden binnen de zone voor ambachtelijke bedrijven en voor kleine en middelgrote ondernemingen volgens het gewestplan. Meer concreet voor winkelruimte en zuivere verkoop.

15.3. Beschrijving van de referentiesituatie 15.3.1. Bedrijfssite Op de bedrijfssite staat 1 grote, homogene loods die dienst doet als winkelruimte, opslagplaats en bureel. Verder is er binnen dit volume eveneens een restaurant aanwezig. Langs de rechter zijde wordt de site afgebakend door de Tombergstraat. De toegang tot de site wordt genomen via de Tombergstraat. De uitrit is gelegen langs de Ninoofsesteenweg. De parking is gelegen links van en achter de loods.

15.3.2. Economische situatie Het betreft een regionale, grotere baanwinkel. De winkel werd recent overgenomen, kent continuïteit en functioneert behoorlijk.

15.3.3. Vergunningstoestand De bedrijfsgebouwen kunnen als hoofdzakelijk vergund beschouwd worden, maar werden vergund als fabrieksgebouwen. Voor de bestemmingswijziging naar winkel of handel is geen stedenbouwkundige vergunning terug te vinden. De huidige functie is echter al geruime tijd aanwezig.

15.3.4. Milieuknelpunten De milieuknelpunten ten aanzien van de referentiesituatie zijn erg beperkt tot afwezig. De functie en de verschijningsvorm van de site blijven nagenoeg identiek.

15.3.5. Alternatieve vestigingsplaatsen Voor dit deelplan werden geen locatiealternatieven onderzocht.

15.4. Beschrijving van de effecten 15.4.1. Bodem De bodem wordt op de bodemkaart aangegeven als antropogeen. De bodem wordt door de planrealisatie en ten opzichte van de referentiesituatie niet gewijzigd. Er is geen bodemverontreiniging gekend. Er is geen bodemverontreiniging gekend voor het plangebied. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 74 van 79

Figuur 15.3 - Uittreksel bodemkaart (bron: AGIV)

15.4.2. Water (grond- en oppervlaktewater) Het plangebied is niet gelegen in overstromingsgevoelige gebieden. De planrealisatie voorziet voldoende buffering en zal moeten voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004) en aan de gewijzigde provinciale verordeningen over de afkoppeling van verharde oppervlakten en van hemelwater afkomstig van dakvlakken (besluit van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 7 juni 2005). Door de beperkte verharding en de aard en de schaal van de activiteiten kunnen het afvalwater en de overloop van het hemelwater aangesloten worden op de openbare riolering langs de voorliggende straat. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 15.4 - Uittreksel waterkaart (bron: AGIV)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 75 van 79 15.4.3. Fauna en flora Het plangebied is niet aangeduid op de Biologische Waarderingskaart. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 15.5 - Uittreksel biologische waarderingskaart (bron: AGIV)

15.4.4. Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het plangebied is niet aangeduid op de Landschapsatlas. In de omgeving (nog net zichtbaar op de bijgevoegde kaart) bevindt zich de “Tragische Molen”, zijnde een beschermd monument (MB van 10 december 2003) en de omgeving van de “Tragische Molen”, zijnde een beschermd dorpsgezicht (MB van 10 december 2003). Het plangebied sluit morfologisch aan bij de bebouwing langs de Ninoofsesteenweg. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Figuur 15.6 - Uittreksel landschapsatlas (bron: AGIV)

Onderzoek naar plan-MER Pagina 76 van 79 15.4.5. Mens - Mobiliteit en Veiligheid en Gezondheid De planrealisatie voorziet niet in bijkomende bewegingen noch van klanten, noch van leveranciers. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

15.4.6. Lucht Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op de luchtkwaliteit verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

15.4.7. Geluid Gelet op de schaal en de aard van de activiteiten zijn de te verwachten effecten op geluid verwaarloosbaar. Er treden geen noemenswaardige effecten op.

Conclusie Het plan voorziet in een planologische herbestemming maar met behoud van de aard en de schaal van de huidige activiteiten. Er kunnen geen aanzienlijke negatieve milieueffecten optreden voor dit planinitiatief.

Onderzoek naar plan-MER Pagina 77 van 79

3. Grensoverschrijdende effecten

Gelet op de ligging van Roosdaal en de aard van het RUP (beperkt tot lokale bedrijven en activiteiten met een geringe oppervlakte) zijn er geen aanzienlijke grensoverschrijdende milieueffecten te verwachten.

4. Conclusie van het onderzoek naar de milieueffecten

Uit de toelichting van het plan en de screening van de mogelijke effecten blijkt dat er geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn en dat de vooropgestelde voorschriften en randvoorwaarden voldoende zijn om een eventueel negatief effect te beperken.

5. Toetsing of een passende beoordeling relevant is

Geen van de verschillende deelplannen is gelegen in of in de nabijheid van een natuurgebied of een VEN-gebied. Gelet op de aard en de schaal van de deelplannen kan gesteld worden dat de passende beoordeling niet relevant is.

6. Bijlagen

- Voorontwerp Sectoraal RUP Zonevreemde Bedrijven Roosdaal - versie april 2009, Algemene Toelichtingsnota - Voorontwerp Sectoraal RUP Zonevreemde Bedrijven Roosdaal - versie april 2009, Deelplannen - Overzichtskaart Deelplannen

Onderzoek naar plan-MER Pagina 78 van 79