Download PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Download PDF Van Tekst Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 122 bron Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 122. Uitgeverij Verloren, Hilversum 2006 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_tij003200601_01/colofon.htm © 2010 dbnl 1 Van de redactie Met deze eerste aflevering van de honderdtweeëntwintigste jaargang van het Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde zijn er door de redactie een aantal inhoudelijke en organisatorische mededelingen te doen. Begin 2005 heeft Olf Praamstra, die sinds 1994 de drijvende kracht was achter de rubriek Letterkunde van de achttiende en negentiende eeuw, de redactie verlaten. Hij is opgevolgd door Jan Oosterholt. Begin 2006 is de redactie uitgebreid met Fred Weerman en Ton van Kalmthout. De laatste neemt het redactiesecretariaat over van Karina van Dalen-Oskam, die bij TNTL betrokken blijft als redacteur en webmaster. Dick Wortel, die in 1990 samen met J. Mateboer het indexdeel over de jaargangen 76 tot en met 100 heeft samengesteld en sinds 1992 de redactie heeft geassisteerd, neemt met ingang van deze jaargang afscheid. De redactie wil hem hierbij hartelijk danken voor zijn grote inzet. In 2000 werd TNTL verrijkt met de rubriek Letterkunde van de twintigste eeuw, vanaf dat moment beschouwd als behorend tot de historische letterkunde. Met ingang van 2006 zal de rubriek Taalkunde verbreed en verdiept worden. De al eerder ingezette uitbreiding naar taalvariatie en taalverandering krijgt met het toetreden van Fred Weerman een nieuwe impuls. De redactie roept taalkundige vakgenoten bij dezen graag op om kopij voor deze vernieuwde rubriek in te dienen. Ook wil zij nog benadrukken dat nieuwe abonnees hartelijk welkom zijn. Daarvoor kan men contact opnemen met Uitgeverij Verloren via www.verloren.nl of [email protected]. Kopij en boeken ter bespreking kunnen vanaf heden worden verzonden naar het onderstaand adres. Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde t.a.v. dr. A.B.G.M. van Kalmthout Huygens Instituut Postbus 90754 NL-2509 LT Den Haag [email protected] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 122 2 Gert de Jager Een ongewone beweging Thematiek en structuur in Max Havelaar Abstract - In the final pages of the nineteenth-century novel Max Havelaar of de koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy, the author Multatuli directly addresses his readers. His eloquent plea for justice in the Dutch East Indies has, understandably, strongly influenced the interpretation of the novel as a whole. The novel, however, shows an abundance of antitheses that are better explained by reference to another basic conflict: the desire of the individual to live without constraints. In the novel, Multatuli creates an autobiographical character who clashes with the institutions of colonialism because of this. The same factor explains Multatuli's persistent dissatisfaction with his readers, despite the success of his book. 1 Het biografisch appèl Er zullen in de wereldliteratuur niet veel boeken zijn geweest die zo snel wisten te bewerken wat de auteur redelijkerwijs kon willen als Multatuli's Max Havelaar of de koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy uit 1860. De auteur zelf dacht er, zoals bekend, anders over. Al snel na verschijnen van het boek dat, zoals het Kamerlid Van Hoëvell zei, ‘eene zekere rilling door het land’ liet gaan, maakte de veroorzaker van die rilling het onbegrip van de natie tot een van de bouwstenen van zijn verdere schrijverschap.1 Dat de miskenning een mythe is, werd pas goed duidelijk in een artikel uit 1992 van Nop Maas. Op basis van een groot aantal documenten liet hij zien dat de discussie zich wel degelijk meteen toespitste op de gerechtvaardigdheid van het optreden van de ambtenaar Douwes Dekker en op de gevolgen voor de bevolking van de bestuurlijke organisatie van een wingewest (Maas 1992: 13-60). Douwes Dekker verloor zijn baan, maar Nederland zijn koloniale onschuld. Hoezeer de vertelstrategieën en andere retorische middelen van de auteur de lezer in een bepaalde richting duwen, blijkt uit bijna anderhalve eeuw Max Havelaar-receptie. Max Havelaar moest onder meer een adelbrief van de auteur zijn. Of zich in het boek inderdaad een edel karakter manifesteerde is een vraag die toonaangevende literatoren als Vosmaer, Van Vloten, Du Perron, Stuiveling, Hermans steeds weer opnieuw probeerden te beantwoorden. Meer dan welke andere literaire tekst ook lijkt Max Havelaar overwegingen omtrent een levensloop op te roepen. De biografie van Van der Meulen vormt het voorlopige sluitstuk van een lange traditie. Hoewel ideologische en biografische bespiegelingen van begin af aan de meeste kolommen en bladzijden vulden, is er ook altijd aandacht geweest voor de manier 1 De woorden van het Kamerlid worden in praktisch elke beschouwing over Max Havelaar aangehaald. Van Hoëvell deed zijn uitspraak in een debat naar aanleiding van de troonrede (Van der Meulen 2002: 417-418). Overigens lag in het verschijnen van Max Havelaar voor de auteur al een nederlaag besloten: hij had boek immers liever onuitgegeven gelaten om Raad van Indië te worden (Van der Meulen 2002: 390-392). Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 122 3 waarop Multatuli zijn boodschap verkondigde. De minachting die Multatuli reserveerde voor lezers die alleen de ‘mooyigheid’ van zijn geschrijf bewonderden, stond die bewondering niet in de weg. In de twintigste eeuw hielden lezers als Oversteegen en Sötemann de bijzondere compositie van het boek verantwoordelijk voor de kracht waarmee Multatuli zijn visie wist over te brengen. Sötemann inventariseerde en analyseerde Multatuli's vertelprocédés uitvoerig in De structuur van Max Havelaar uit 1966. Het tweedelige proefschrift werd, in de woorden van Van der Meulen, ‘bijna even klassiek [...] als de Havelaar zelf’ (Van der Meulen 2002: 413). In de visie van Sötemann is het effect van Max Havelaar vooral te danken aan zich onontkoombaar voltrekkende processen van identificatie en authentificatie. Steeds meer krijgt de lezer in de gaten dat de personages Sjaalman en Havelaar met elkaar vereenzelvigd kunnen worden en steeds sterker wordt hij gedwongen zich te solidariseren met Havelaar en zijn optreden. Dat de gebeurtenissen in wat een roman lijkt geen verzinsels zijn, maar zich in de werkelijkheid voltrokken hebben, is een conclusie die zich van bladzij tot bladzij steeds verder opdringt. Wanneer Multatuli in zijn peroratie een programma ontvouwt om in de werkelijkheid in te grijpen, rest de lezer weinig anders dan met hem in te stemmen. De complexe opbouw van het boek, het hele spel met personages en perspectieven, blijkt, als de lezer aan het slot van zijn lectuur is gekomen, uiterst ‘enkelvoudig [...] wat de uiteindelijke gerichtheid en uitwerking betreft’ (Sötemann 1966: 94). Het curieuze is nu dat Sötemann, van wie het laatste citaat afkomstig is, een opvatting heeft over de uiteindelijke gerichtheid en uitwerking die verder niet zo vaak is aan te treffen. Hij ziet Havelaar als een heroïsche martelaar voor de zaak van de gerechtigheid - een strijd die niet valt te winnen. Een tragische held gaat ten onder. ‘Het besef dat op de lezer wordt overgedragen’, schrijft Sötemann, ‘is dat de uitslag van deze strijd ten hemel schreit’ (Sötemann 1966: 167). Terecht wees Francken erop dat de uitslag van die strijd voor de schrijver van Max Havelaar bepaald niet vaststaat. Als Multatuli neemt hij zich voor om, wanneer hij geen gehoor vindt bij de koning, klewangwettende krijgszangen in de gemoederen van onderdrukten te slingeren. Dat laatste zal niet nodig zijn omdat de koning ongetwijfeld zal ingrijpen. Het is geen tragiek wat de Multatuli van het handschrift uit 1859 en de eerste druk uit 1860 wil overdragen, maar een agressief optimisme. Dat optimisme was aanstekelijk: ‘Max Havelaar is ook een triomfantelijk boek, door wereldverbeteraars met recht als inspiratiebron beschouwd’ (Francken 1990: 94). De gedesillusioneerde Multatuli komt pas aan het woord in de ‘Aantekeningen en ophelderingen’ bij de vierde druk uit 1875 en de vijfde uit 1881 en ook daarin is het moeilijk om iets als een tragisch levensbesef te ontdekken. De auteur is eerder woedend en gefrustreerd omdat Nederland zijn onomstotelijke waarheid niet heeft willen erkennen. Bij alle enkelvoudigheid neemt Sötemann dus afstand van de respons waartoe hij als lezer wordt gedwongen. Dat hij dit doet is niet zo vreemd. Een enkelvoudige waarheid of een ondubbelzinnige boodschap is geen eigenschap die een lezer van literatuur snel aan de teksten van zijn voorkeur zal verbinden. Literatuur moet het hebben van polyinterpretabiliteit en ‘Unbestimmtheitsstellen’. Een beroemde Amerikaanse studie van herhalingspatronen in negentiende-eeuwse romans is Fiction and Repetition van J. Hillis Miller uit 1982. In romans als Wuthering Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 122 4 Heights en Tess of the D'Urbervilles blijkt door hele of halve spiegelingen van gebeurtenissen en de uiteenlopende interpretaties daarvan door personages het gebrek aan eenduidigheid steeds toe te nemen. De lezer krijgt veel, vaak tegenstrijdige informatie en wordt zo gedwongen om verschillende interpretaties naast elkaar te laten bestaan. Van verschillende interpretaties van de gebeurtenissen wil de schrijver van de negentiende-eeuwse roman Max Havelaar, als het er op aankomt, niets weten. De overvloed aan herhalingspatronen staat bij hem juist ten dienste van het tegenovergestelde effect. Het neemt niet weg dat Max Havelaar doorgaans als
Recommended publications
  • Urban Europe.Indd | Sander Pinkse Boekproductie | 10/11/16 / 13:03 | Pag
    omslag Urban Europe.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 10/11/16 / 13:03 | Pag. All Pages In Urban Europe, urban researchers and practitioners based in Amsterdam tell the story of the European city, sharing their knowledge – Europe Urban of and insights into urban dynamics in short, thought- provoking pieces. Their essays were collected on the occasion of the adoption of the Pact of Amsterdam with an Urban Agenda for the European Union during the Urban Europe Dutch Presidency of the Council in 2016. The fifty essays gathered in this volume present perspectives from diverse academic disciplines in the humanities and the social sciences. Fifty Tales of the City The authors — including the Mayor of Amsterdam, urban activists, civil servants and academic observers — cover a wide range of topical issues, inviting and encouraging us to rethink citizenship, connectivity, innovation, sustainability and representation as well as the role of cities in administrative and political networks. With the Urban Agenda for the European Union, EU Member States of the city Fifty tales have acknowledged the potential of cities to address the societal challenges of the 21st century. This is part of a larger, global trend. These are all good reasons to learn more about urban dynamics and to understand the challenges that cities have faced in the past and that they currently face. Often but not necessarily taking Amsterdam as an example, the essays in this volume will help you grasp the complexity of urban Europe and identify the challenges your own city is confronting. Virginie Mamadouh is associate professor of Political and Cultural Geography in the Department of Geography, Planning and International Development Studies at the University of Amsterdam.
    [Show full text]
  • Making Jews Dutch: Secular Discourse and Jewish Responses, 1796-1848
    University of Groningen Making Jews Dutch Rädecker, Tsila Shelly IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 2015 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): Rädecker, T. S. (2015). Making Jews Dutch: Secular discourse and Jewish responses, 1796-1848. University of Groningen. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum. Download date: 28-09-2021 Making Jews Dutch Secular Discourse and Jewish Responses )1796–1848) Tsila Rädecker To the memory of my grandparents Salemon Jacobs (Blokzijl, 1907– Sobibor, 1943) z’’l Rachel Heijman (Rijssen, 1905 – Sobibor, 1943) z’’l ii Acknowledgements “I guess there’s no point in hanging on to this tuba, then,” I said. (Wonder Boys, 1995) Curiosity and fascination with Jewish history went hand in hand in the preparation of this book.
    [Show full text]
  • Jews in the Netherlands and Their Languages
    Paper Jews in the Netherlands and their languages by Jan Jaap de Ruiter© (Tilburg University) [email protected] November 2014 This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NoDerivatives 4.0 International License. To view a copy of this license, visit http://creativecommons.org/licenses/by-nd/4.0/ Jews in the Netherlands and their languages Jan Jaap de Ruiter ABSTRACT Cultural contacts between majority and minority groups involve many different aspects, one of which is language. Jews have been living in the Netherlands since around the beginning of the sixteenth century. In the two centuries that followed, their language repertoire was very rich, consisting of at least five different languages. As a result of processes of integration, speeded up by strongly pushed politics of assimilation pursued in line with the equality principle of the French revolution, Dutch Jews in the nineteenth century gave up using nearly all their original languages in favour of Dutch. The article describes these processes of language shift among Dutch Jews and poses the question whether the results of the acculturation process of the Jews going from being multilingual towards becoming monolingual are to be considered a success in terms of acculturation or a loss in terms of culture. KEY WORDS Languages of Jews, History of Dutch Jews, Integration, Assimilation, Emancipation. INTRODUCTION In the Dutch Golden Age, roughly coinciding with the seventeenth century and in the age that followed, Jewish communities living in the Netherlands made use of the following languages: Portuguese, Spanish, Hebrew, Yiddish, Dutch, German and French1. At the end of the nineteenth century, not much was left of this linguistic abundance and the language that Dutch Jews spoke and wrote, predominantly if not exclusively, had become Dutch.
    [Show full text]
  • Saskia Coenen Snyder Associate Professor, Modern Jewish History Director, Walker Institute for International and Area Studies
    Saskia Coenen Snyder Associate Professor, Modern Jewish History Director, Walker Institute for International and Area Studies Department of History Email: [email protected] 139 Gambrell Hall Office Phone: (803)777-7472 University of South Carolina Office Phone: (803)576-8028 Columbia, SC 29208 Education Ph.D. in History, University of Michigan (2008), Ann Arbor, MI Dissertation: “Acculturation and Particularism in the Modern European City: Synagogue Building and Jewish Identity in Northern Europe” Chair: Professor Todd M. Endelman Dissertation committee: Professor Scott D. Spector, History Professor Deborah Dash Moore, History and Frankel Center for Judaic Studies Professor David M. Scobey, Architecture and Urban Planning Examination Fields: Modern Jewish History: Professor Todd M. Endelman History of the Holocaust and Nazi Germany: Professor Geoff Eley Urban History: Professor Dario Gaggio M.A. in History, University of Michigan (2003), Ann Arbor, MI M.A. in English Language and Literature, University of Utrecht, the Netherlands (1997) M.A. and B.A. in English Language and Literature (combined in the Dutch system) Thesis: “Silence or Speech in Jewish-American Holocaust Fiction” (with distinction) Academic Appointments Associate Professor of Modern European Jewish History, Department of History, University of South Carolina, 2014-current Director, Walker Institute of International and Area Studies, University of South Carolina, 2018- Netherlands Institute of Advanced Study (NIAS) Fellow-in-Residence, Amsterdam, the Netherlands, 2017-2018 Associate Director of the Walker Institute of International and Area Studies, University of South Carolina, 2015-current Assistant Professor of Modern European Jewish History, Department of History, University of South Carolina, 2008-2014 1 Publications Books: Building a Public Judaism: Synagogues and Jewish Identity in Nineteenth-Century Europe (Harvard University Press, 2013).
    [Show full text]
  • Hebreeuwse Letternamen in Het Bargoens Gebruikt Konden Worden: Als Telwoorden En Als Letternamen I.V.M
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Jiddisch-Hebreeuwse letternamen in het Nederlands en het Bargoens den Besten, H. Publication date 2008 Document Version Submitted manuscript Published in Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde Link to publication Citation for published version (APA): den Besten, H. (2008). Jiddisch-Hebreeuwse letternamen in het Nederlands en het Bargoens. Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 124(4), 334-354. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:26 Sep 2021 Hans den Besten1 Jiddisch-Hebreeuwse letternamen in het Nederlands en het Bargoens Naar aanleiding van J.G.M. Moormann, De Geheimtalen. Het Bargoense standaardwerk, met een nieuw, nagelaten deel. Bezorgd door Nicoline van der Sijs, met een inleiding van Enno Endt.
    [Show full text]
  • Studies in Jewish History and Culture
    Religious Changes and Cultural Transformations in the Early Modern Western Sephardic Communities Studies in Jewish History and Culture Edited by Giuseppe Veltri Editorial Board Gad Freudenthal Alessandro Guetta Hanna Liss Ronit Meroz Reimund Leicht Judith Olszowy-Schlanger David Ruderman Marion Aptroot volume 54 The titles published in this series are listed at brill.com/sjhc Religious Changes and Cultural Transformations in the Early Modern Western Sephardic Communities Edited by Yosef Kaplan LEIDEN | BOSTON This is an open access title distributed under the terms of the prevailing CC-BY-NC License at the time of publication, which permits any non-commercial use, distribution, and reproduction in any medium, provided the original author(s) and source are credited. Cover illustration: Interior of the residence of Jacob Henriques de Granada in Amsterdam, Nieuwe Herengracht 99. Photo: Pieter Vlaardingerbroek. Library of Congress Cataloging-in-Publication Data Names: Kaplan, Yosef, editor. Title: Religious changes and cultural transformations in the early modern western Sephardic communities / edited by Yosef Kaplan. Description: Leiden ; Boston : Brill, [2019] | Series: Studies in Jewish history and culture | “The twenty-four articles in this volume are based on lectures given at the conference that took place at the Hebrew University in Jerusalem from November 14 through 16, 2016”—Preface. | Includes bibliographical references and index. Identifiers: LCCN 2018049620 (print) | LCCN 2018050644 (ebook) | ISBN 9789004392489 (E-book) | ISBN 9789004367531 (hardback) Subjects: LCSH: Jews—Europe, Western—History—Congresses. | Sephardim—Europe, Western—History—Congresses. | Europe, Western—Ethnic relations—Congresses. Classification: LCC DS135.E82 (ebook) | LCC DS135.E82 R45 2019 (print) | DDC 305.892/40409031—dc23 LC record available at https://lccn.loc.gov/2018049620 The research leading to these results has received funding from the European Research Council under the European Union’s Seventh Framework Programme (EP7/2007–2013)/ERC grant agreement No.
    [Show full text]
  • Quotidian 1..92
    Goeie Ouwe Gabbers: Listening to ‘Jewishness’ in Multicultural Mokum Megan Raschig Abstract This interview-based ethnography focuses on the Yiddish words ‘hidden’ and heard in the Amsterdam Dutch dialect and their everyday salience to certain speakers/listeners in the context of national integration politics. This popula- tion of primarily retired, secular or non-Jewish Dutch Amsterdammers pursues deep and sustained engagement with ‘Koosjer Nederlands’ based on feelings of attachment to the social and spatial traces of Amsterdam’s (largely lost) Jewish presence. The relationship between Jews and Amsterdammers in gener- al is seen by them as a positive example of successful integration and is sug- gested as a model solution for current issues with Muslim groups in the Neth- erlands. Having the ‘sonic sensibility’ to listen to and recognize these borrowed Yiddish words, which most Dutch speakers already use, is concep- tualised as a technology of social subjectivity in the generation of shared, in- clusive Amsterdam identity. This research takes seriously the role of sound in these Amsterdammers’ daily lives to reveal an intersubjective layer of individual and civic experience that is both mysterious and mundane, a tangible aspect of what makes Amsterdam ‘Mokum’. Introduction: Aural Mokum What is the sound of Jewishness? A cursory consideration might turn up the typi- cal list: a mournful clarinet solo, a primordial shofar bleat, an exuberant rendition of Hava Nagila, a simple ‘Oy’. Silence, even, might be posited, a nod to the ‘un- speakability’ of the Shoah. These ‘iconic sounds’ conjure up the typical images of Jewish life, the generalised and imagined spaces of Jewishness that Morris sug- gests are distant and fabricated, displaced and fetishised (2001, 374).
    [Show full text]
  • Capturing the Imaginary Students and O and Students
    Capturing the Imaginary Students and Other Tribes in Amsterdam Núria Arbonés Aran Núria Arbonés ii Capturing the Imaginary: Students and Other Tribes in Amsterdam ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Amsterdam op gezag van de Rector Magnificus prof. dr. D.C. van den Boom ten overstaan van een door het College voor Promoties ingestelde commissie, in het openbaar te verdedigen in de Agnietenkapel op dinsdag 8 december 2015, te 10:00 uur door Núria Arbonés Aran geboren te Barcelona, Spanje iii Promotiecommissie: Promotor(es): Prof. dr. J.T Leerssen Universiteit van Amsterdam Copromotor(es): Dr. W. van Winden Hogeschool van Amsterdam Overige leden: Prof. dr. L.A. Bialasiewicz Universiteit van Amsterdam Prof. dr. M.D. Rosello Universiteit van Amsterdam Prof. dr. J.B.F. Nijman Universiteit van Amsterdam Dr. J.W.M. de Wit Hogeschool van Amsterdam Prof. dr. G.J. Hospers Universiteit Twente Faculteit: Faculteit der Geesteswetenschappen iv Ter bevordering van de professionalisering van docenten verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam heeft het College van Bestuur een speciale HvA-brede promotieregeling ingesteld, die de kwaliteit van promotietrajecten van HvA docenten bewaakt en faciliteert. Met deze regeling worden (kandidaat-)promovendi in staat gesteld om het promotietraject te volbrengen in maximaal vijf jaar onder begeleiding van een HvA lector/(co-)promotor, en op de kostenplaats van het kenniscentrum. Uitgangspunt voor een promotietraject is dat het een bijdrage levert aan de onderzoeksprogrammering van het kenniscentrum. Het promotietraject van Núria Arbonés Aran is gefinancierd door het domein Economie en Management van de Hogeschool van Amsterdam, en gefaciliteerd door het kenniscentrum CAREM (Centre for Research on Applied Economics and Management).
    [Show full text]