De Gulden Passer. Jaargang 82
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De Gulden Passer. Jaargang 82 bron De Gulden Passer. Jaargang 82. Vereniging van Antwerpse Bibliofielen, Antwerpen 2004 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_gul005200401_01/colofon.php © 2016 dbnl i.s.m. 7 [De Gulden Passer 2004] Jeanine de Landtsheer & Marcus de Schepper De bibliotheek van Laevinus Torrentius, tweede bisschop van Antwerpen (1525-1595)* Laevinus Torrentius (Lieven vander Beke, Gent, 8 maart 1525 - Brussel, 26 april 1595) was een man met behoorlijk wat invloed op het humanistenmilieu in de Zuidelijke Nederlanden van de tweede helft van de zestiende eeuw.1 Hij verzekerde zijn naam als geleerde door een commentaar op de keizersbiografieën van de Latijnse biograaf Suetonius (ca. 70-ca. 130),2 die hij in 1592 opnieuw publiceerde in een sterk uitgebreide versie, nu aangevuld met een editie van Suetonius. Zijn plan om Horatius uit te geven, bleef steken bij de commentaar op de Ars poetica en verscheen pas postuum in 1608.3 Verder toonde Torrentius zich een verdienstelijk dichter die vlot weg kon met de verschillende versmaten uit de klassieke Latijnse poëzie. De eerste druk van deze Poemata Sacra verscheen bij Plantijn in Antwerpen in 1572, maar de steeds verder aangroeiende verzameling kende nog drie uitgaven, respectievelijk in 1575, 1579 en 1594. Naast Oden aan de vrienden uit de periode dat hij in Rome verbleef en gedichten naar aanleiding van historische gebeurtenissen als de slag bij Lepanto (1571), de moord op Willem de Zwijger (1584) en de inname van Antwerpen door Alexander Farnese (1585), ging Torrentius zich van langsom meer toeleggen op religieuze onderwerpen. Toen hij in de jaren tachtig steeds meer in beslag werd genomen door zijn beroepsbezigheden als rechterhand van de Luikse prins-bisschoppen en vanaf 1587 als tweede bisschop van Antwerpen, ging dat ten koste van zijn literaire activiteiten. Toch bleef hij een trouwe beschermheer voor een aantal collega's-humanisten: hij * De afronding van deze studie kwam in een stroomversnelling dankzij de bereidwilligheid van Bart Op de Beeck en Luc Knapen, die de Torrentiusexemplaren uit de door hen ontsloten collecties (Koninklijke Bibliotheek Brussel en Bibliotheek Godgeleerdheid Leuven) signaleerden. Luc Knapen zorgde ook voor de digitale foto-opnames. 1 Literatuur over Torrentius vindt men in A. Gerlo-H.D.L. Vervliet, Bibliographie de l'Humanisme des Anciens Pays-Bas (Brussel, 1972); Supplément, ed. M. de Schepper - C.L. Heesakkers (Brussel, 1988); M.J. Marinus, Laevinus Torrentius als tweede bisschop van Antwerpen (1587-1595) (= Verhandelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België. Klasse der Letteren, 131) (Brussel, 1989); Tentoonstellingscatalogus Torrentiustentoonstelling in Antwerpen, kathedraal en K.U. Leuven, fac. theologie [J. Van Damme, ed.] (Antwerpen-Leuven, 1995); J. De Landtsheer, ‘Laevinus Torrentius, vicaris van het bisdom Luik, en de pauselijke nuntiatuur’, Trajecta, 4 (1995), pp. 300-315 en specifiek over de betekenis van Torrentius voor de humanistenkringen Eadem, ‘Laevinus Torrentius: auctor et fautor litterarum’, Handelingen van de Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, 47 (1997), pp. 131-147. 2 In C. Suetonii Tranquilli XII Caesares Commentarii (Antwerpen: Christoffel Plantijn, 1578). Suetonius beschrijft hierin de levens van Caius Julius Caesar en de eerste Romeinse keizers tot Domitianus († 96). 3 Q. Horatius Flaccus, cum erudito Laevini Torrentii commentario, nunc primum in lucem edito. Henr. Petri Nannii Alcmariani in Artem Poeticam (Antwerpen: J. Moretus, 1608); de ontbrekende commentaar van de Ars poetica werd aangevuld met die van Jacobus Crucquius. De Gulden Passer. Jaargang 82 gaf raad voor hun toekomst, moedigde hun voorgenomen publicaties aan en was graag bereid hen te helpen door het lenen van handschriften en drukken in zijn bezit. Een groot deel van zijn rijke collectie had hij verworven door de bibliotheek van zijn vriend, de Luikse humanist en filoloog Carolus Langius (De Langhe) aan te kopen bij diens dood in 1573. Als dank voor zijn adviezen en materiële De Gulden Passer. Jaargang 82 8 hulp stuurden een aantal auteurs hem hun werken ten geschenke of droegen ze aan hem op. Dit laatste was, bijvoorbeeld, het geval met het eerste deel van het Syntagma tragicum van de jezuïet Martinus Antonius Delrio4 en met de Statiusuitgave met commentaar van de vroeggestorven Mechelse humanist Jan Bernaerts.5 De bewaarde correspondentie van Torrentius, waarvan het grootste deel is uitgegeven door Marie Delcourt en Jean Hoyoux,6 en van tijdgenoten als Christoffel Plantijn en Justus Lipsius is heel verhelderend voor de contacten van Torrentius met het humanistenwereldje. In zijn testament bepaalde de Antwerpse bisschop dat zijn uitgebreide bibliotheek zou worden overgemaakt aan het jezuïetencollege te Leuven, waarmee hij zeker tijdens zijn laatste levensjaren nauwe banden onderhield. Vanuit zijn bekommernis om de geestelijken een degelijke opleiding te garanderen droomde hij namelijk van een soort gymnasium in samenwerking met de jezuïeten in Leuven; naast een cursus metafysica en wiskunde, wilde hij een volledige cursus filosofie organiseren. Voor de realisatie van dit project wilde hij zo'n 48.000 gulden investeren; een deel van deze som werd gedekt door de nalatenschap van zijn bibliotheek.7 Na de dood van Torrentius werd, vermoedelijk in opdracht van zijn testamentuitvoerders, een catalogus opgesteld, nu in de Koninklijke Bibliotheek van België te Brussel (Hs. 3974-3975), die echter nooit is gepubliceerd. Een voorbereidende studie hiertoe gebeurde in 1999 en diende als basis voor deze inleiding, waarvan de materiële gegevens echter grondig opnieuw werden bekeken en aangepast op grond van verdere bibliografische gegevens.8 De analyse ervan levert een verhelderend uitzicht op de belangstelling en de activiteiten van Torrentius, zowel in zijn privé-leven als beroepsmatig. 1. Het handschrift van de catalogus Manuscript 3974-3975 van de Koninklijke Bibliotheek van België te Brussel is gebonden in een moderne rode, gespikkelde kartonnen band met een rug in rood leder en opgeborgen in een kartonnen doosje van dezelfde kleur. Het gaat om een 4 Syntagma tragoediae Latinae in tres partes distinctum (Antwerpen: Weduwe Plantijn en Jan Moretus, 1593-1594). 5 P[ublii] Statii Papinii opera quae extant, Ioh[annes] Bernartius ad libros veteres recensuit et scholiis illustravit (Antwerpen: Weduwe Plantijn en Jan Moretus, 1595). 6 Zie Laevinus Torrentius: correspondance, 3 vols (Luik, 1950-1954). Deze uitgave is gebaseerd op de minuten van Torrentius' briefwisseling van 1583 tot 1595 (Brussel, Kon. Bibl., Hs. 15704). In de voetnoten bij de catalogus wordt naar deze uitgave verwezen met de afkorting DH, Ep. 7 Het project stuitte echter op hevige weerstand van de Leuvense universiteit die hiermee een geduchte concurrentie vreesde voor haar eigen opleiding. Zij greep naar de grote middelen en klaagde haar nood bij paus Clemens VIII, die in een breve van 22 december tussenbeide kwam in het voordeel van de universiteit. Het gymnasium sloot definitief zijn deuren in 1597. Cf. Marinus, Laevinus Torrentius..., pp. 190-193. 8 Cf. J. De Landtsheer, ‘The Library of Bishop Laevinus Torrentius: a Mirror of Otium and Negotium’, Humanists and their Libraries, ed. R. De Smet (Brussel, 2001), pp. 173-189. Voordien had alleen L. Dupont twee artikels aan de bibliotheek van Torrentius gewijd: een korte, oppervlakkige beschouwing, ‘Note sur le catalogue manuscrit de la bibliothèque de Torrentius’, Archives et Bibliothèques de Belgique - Archief- en Bibliotheekwezen in België, 43 (1972), pp. 579-587 en een bijdrage over een specifiek onderdeel, ‘La bibliothèque de e Torrentius: les livres d'un prélat humaniste du XVI siècle sur l'empire ottoman’, Gulden Passer, 50 (1972), pp. 100-123. De Gulden Passer. Jaargang 82 kwarto formaat (24 × 19 cm) en is geschreven in een hand uit de late zestiende eeuw, zonder veel versieringen en vrij goed leesbaar, met uitzondering van een aantal verbeteringen of toevoegingen tussen de regels. Na vier eeuwen zijn de overlangse vouwsporen nog steeds duidelijk zichtbaar, [afb. 1] Het eerste deel bevat de lijst van de gedrukte boeken in twee kolommen en werd door de kopiist voorzien van een paginanummer in de vrije bovenhoek (1 tot 39 en een ongenum- De Gulden Passer. Jaargang 82 9 Afb. 1. Beginbladzijde van de catalogus (Brussel, KB 3974-3975, p. 1) merde bladzijde). Het tweede deel, met de alfabetische index van de vermelde auteurs en de catalogus van Torrentius' manuscripten, waartoe ook de geannoteerde boeken dienen gerekend, is eveneens in twee kolommen ingedeeld. In dit gedeelte heeft een recente hand in potlood een foliëring aangebracht in de rechterbovenhoek. Hierbij werd echter de ongenummerde pagina over het hoofd gezien, zodat de foliëring begint met 40, tot 52. De Catalogus librorum R[everendissi]mi D[omini] Laevini Torrentii Episcopi Antverpiensis is verdeeld in secties, naargelang de talen van de beschreven publicaties. De overgrote De Gulden Passer. Jaargang 82 10 Afb. 2. Einde van de sectie Poetae en begin van de Humanistae (Brussel, KB 3974-3975, p. 30a en b) meerderheid van de boeken is geschreven in het Latijn; daarop volgt Grieks, evenals twee werken in het Hebreeuws. Tot slot is er een kleine hoeveelheid boeken in volkstalen, respectievelijk Nederlands, Frans, Italiaans en Spaans. De Latijnse sectie werd onderverdeeld in drieëntwintig categorieën, de veel kleinere Griekse sectie in zeven onderdelen. De verschillende