Boek Dibbets Opmaak

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Boek Dibbets Opmaak Vertrouwd bezit cultuur- en mentaliteitshistorische studies over de Nederlanden onder redactie van Willem Frijhoff en Henk Hoeks Vertrouwd bezit Materiële cultuur in Doesburg en Maassluis, 1650-1800 Uitgegeven met steun van Stichting Charema, Fonds voor geschiedenis en kunst Omslagontwerp en boekverzorging: Leo de Bruin, Ooij Op het omslag: bord uit het derde kwart van de achttiende eeuw, Delft, polychroom aardewerk, diameter ca. 40 cm. Rijksmuseum Amsterdam (foto: Rijksmuseum Amsterdam) © Uitgeverij , Nijmegen 2001 90 6168 591 5 644 Inhoud 9 11 1. 23 De inventaris 24 Het opstellen van de inventaris 26 Excurs: gewoonterecht in de Generaliteitslanden 31 De blik van de inventarisopsteller 33 Boedelscheiding 34 Geschenken 38 2. 41 De periode tot 1650 42 De plattegrond 47 De periode na 1650 51 De mensen 54 Bestuur 58 Bedrijvigheid 60 De tweedehandsmarkt 63 De loterij 67 Ter afsluiting 69 3. 71 Zitten 76 Toevluchtsoorden van intimiteit 83 Het huis als terrein voor vrijetijdsbesteding 86 Slapen 89 Bedstede of ledikant 90 Samen of gescheiden slapen 91 Slaapkamertjes 93 Pronken 96 De linnenkast 99 Praktische innovaties: de kleerkast en de latafel 101 Mode en behoudzucht 104 Breekbare voorwerpen in huis 107 Vreemden in huis 111 Warmte en licht 113 4. 123 De maaltijd nuttigen 125 De dagelijkse maaltijd: tin of aardewerk 127 Gelegenheidsgoed 129 De ongedekte tafel 137 Alcohol drinken 146 Roken en snuiven 150 Thee- en koffiedrinken 157 Het ritueel 161 Publieke gelegenheden 166 5. 172 Beeldvorming 175 Het lichaam 180 Stoffen en mode 181 Kleuren 187 Gelegenheden 190 Onderhoud 192 Het hoofd 197 De ledematen 202 Kleding dragen of bewaren 206 6. 209 Toegang tot het boek 216 Drukwerk en papier 226 Huis en kerk 233 Religieuze en seculiere lectuur 236 Vroomheid, traditie en theologie in Maassluis 242 Beschaving en distinctie in Doesburg 250 Mannen en vrouwen: wie koos wat? 252 Verfransing? 257 Historisch en geografisch besef 259 Culturele emancipatie in Maassluis 261 Culturele intermediairs 264 Het leeskabinet 267 Liefhebbers van de dichtkunst 272 Vrije tijd 261 Tijd lezen of klok kijken 280 7. 283 Voorstellingen aan de muur 285 Landkaarten 290 Portretten 291 Religieuze voorstellingen in Doesburg 294 Zinnebeelden in Maassluis 299 Naturalia 302 Prullaria 303 Gevoeligheden 306 309 Bijlage 1: Spreiding van voorwerpen over de boedelbeschrijvingen van de selectie 319 Bijlage 2: De boedelbeschrijving van Johan Bettinck en Margrieta de Malesarmes (1659) 330 Bijlage 3: De boedelbeschrijving van Kornelis van Linden en Elisabeth van Kranenburg (1762) 342 Bronnen en literatuur 360 Personenregister 380 Zakenregister 388 Woord vooraf Sommige mensen hebben de gewoonte om bij het passeren van woonhuizen 9 zo nu en dan een blik naar binnen te werpen. Mijn nieuwsgierigheid gaat verder. Waar komen de voorwerpen in die huizen vandaan? Zijn ze gekocht, cadeau gekregen of als erfstuk verworven? En wat voor betekenis hebben ze voor de bewoners? Worden ze dagelijks gebruikt, worden ze gewaardeerd als dierbare souvenirs of staan ze er alleen voor de pronk? Deze vragen stelde ik mij ook tijdens mijn promotieonderzoek naar de materiële cultuur in de zeventiende en achttiende eeuw. Dit boek is de handelseditie van het proef- schrift waarmee ik mijn onderzoek in 1998 afrondde. Voor mijn onderzoek heb ik gebruik kunnen maken van een uniek data- bestand met honderden boedelbeschrijvingen. Het was J.J. Voskuil die in 1980 als hoofd van de afdeling volkskunde van het Meertens Instituut het initiatief nam tot de opbouw van dit databestand. Hans van Koolbergen zorgde voor de elektronische verwerking van het materiaal en begeleidde de invoer van de gegevens. Ik ben beiden veel dank verschuldigd, evenals de tijdelijke medewerkers die de inventarissen hebben ingevoerd. Wezenlijk voor mijn onderzoek was dat ik de voorwerpen die ik aantrof in de boedelbeschrijvingen in hun context kon plaatsen. De medewerkers van de door mij bezochte archieven, musea en bibliotheken ben ik zeer erkente- lijk voor hun bereidwillige hulp bij het verzamelen van het hiervoor beno- digde bronnenmateriaal. Mijn promotor Willem Frijhoff wil ik bedanken voor zijn inspirerende begeleiding van mijn proefschrift. Mijn naaste collega’s op het Meertens Instituut maakten mij vertrouwd met volkskundig onderzoek. Drie van hen wil ik op deze plaats noemen. Zeer veel heb ik te danken aan Eveline Doel- man. Zij heeft vanaf het begin met mij meegedacht en meegeleefd. Bijzon- dere herinneringen bewaar ik aan onze lange gesprekken in Panini. Mijn collega’s Gerard Rooijakkers en Herman Roodenburg wil ik bedanken voor de kritische wijze waarop zij, in verschillende fasen van het onderzoek, mijn teksten becommentarieerden. Luuc Kooijmans las van alle hoofdstukken eerdere versies en leverde telkens waardevol commentaar. Voorts heb ik dankbaar gebruikgemaakt van de kanttekeningen die Fred van Lieburg plaatste bij een eerdere versie van het hoofdstuk over lees- en schrijfcultuur. Pieter en Irene van Thiel gaven onmisbaar commentaar op een eerdere versie van het hoofdstuk over visuele en tactiele cultuur. Ook Wim Vroom wil ik bedanken voor zijn stimulerende opmerkingen. Inspirerend waren voor mij het maandelijkse seminar onder leiding van Willem Frijhoff, de aio-club van Henk van Nierop, de studiegroep boedel- beschrijvingen en de onvergetelijke ‘schrijf-weekenden’ met collega-onder- zoekers in meer of minder idyllische oorden als Tull en ’t Waal, Slenaken en Diepenheim. Van grote waarde is de inbreng geweest van mijn vrienden en collega-historici Margot Jongedijk, Anton Dekker, Gabrielle Dorren, Martijn Eickhoff, Joost Willemsen en Annette de Wit. 10 De Memoria-redacteuren Willem Frijhoff en Henk Hoeks wil ik bedan- ken voor hun inspanningen bij de totstandkoming van deze handelseditie en Lucy Klaassen voor haar zorgvuldige werk aan de productie ervan. Mijn speciale dank gaat uit naar Aart voor zijn persoonlijke betrokken- heid bij dit boek. Tot slot wil ik mijn vader en moeder bedanken voor hun onvoorwaardelijke steun en voor de wijze waarop zij al die jaren met mij meeleefden. De manier waarop zij – elk op hun eigen wijze – omgaan met dingen, is mij dierbaar. Aan hen draag ik dit boek op. Inleiding Doesburg en Maassluis in de zeventiende en achttiende eeuw: twee vroeg- 11 moderne gemeenschappen die weinig méér met elkaar gemeen hadden dan de bescheiden ruimte die zij op de kaart van de Republiek innamen. De eerste: een Gelders landstadje dat als markt- en garnizoensplaats moest zien te overleven. De tweede: een vissersdorp dat ondanks herhaalde tegenslagen binnen een periode van nog geen honderd jaar uitgroeide tot een van de grootste en welvarendste dorpen van Zuid-Holland. Dit boek gaat over de cultuur van het dagelijks leven in Doesburg en Maassluis in de zeventiende en achttiende eeuw. Getracht wordt inzicht te krijgen in de manier waarop de inwoners van deze twee plaatsen vorm gaven aan hun bestaan en betekenis aan de dingen waarmee zij omgingen. Het onderzoek richt zich op de materiële cultuur; met wat voor voorwerpen omringden de Doesburgers en Maassluizers zich, hoe gingen zij met die voorwerpen om, en wat voor betekenissen kenden zij daaraan toe? Bij de beantwoording van deze vragen kon gebruik worden gemaakt van een intrigerende bron: boedelbeschrijvingen. Boedelbeschrijvingen zijn lijs- ten die een overzicht geven van de roerende en onroerende goederen die in het bezit zijn, of geweest zijn, van een persoon, een huishouden of een be- drijf. Huishouden en bedrijf vloeien tijdens onze periode gewoonlijk in el- kaar over. Meestal werd zo’n beschrijving opgesteld wanneer in een gezin met minderjarige kinderen één van de ouders overleden was. Het bezit werd zo veiliggesteld voor de kinderen en eventuele andere wettige erfgenamen. Daarnaast kwam het ook vaak voor dat er een inventaris werd gemaakt bij faillissement, ten behoeve van de schuldeisers. Boedelbeschrijvingen geven een vaak bijna voyeuristische indruk van de duurzame en minder duurzame consumptiegoederen die in particuliere woningen werden aangetroffen. Het linnengoed wordt voor ons overhoop gehaald, matrassen worden opgetild, kelderdeuren geopend. En alsof dat nog niet genoeg is, leveren de inventaris- opstellers regelmatig commentaar op een en ander: zo wordt vermeld wat oud of versleten is, en soms wordt aangegeven of iets voor dagelijks gebruik, of juist alleen voor de pronk bestemd was. Voor Maassluis zijn tot 1800 ongeveer driehonderd boedelbeschrijvin- gen bewaard gebleven, voor Doesburg ongeveer tweehonderd. De opbouw van deze documenten is betrekkelijk uniform; na een aanhef met daarin ge- gevens over de nalater en de eventuele nabestaanden volgt doorgaans een op- gave van het onroerend goed, waardepapieren, contanten, juwelen, goud en zilver, linnengoed, meubilair en overig huisraad, kleding, en tot slot een overzicht van eventuele lasten en baten. In beide plaatsen vonden in de loop van de zeventiende en achttiende eeuw veranderingen plaats in het bezit van duurzame consumptiegoederen: er kwamen nieuwe soorten meubels bij, in steeds meer huishoudens werden naast lepels ook vorken aangetroffen, en innovaties uit de Oost zoals koffie, thee, porselein en sitsen vonden hun weg onder brede lagen van de bevol- king. De achttiende-eeuwers hadden – globaal beschouwd – niet alleen andere spullen in huis, maar ook meer van alles: meer serviesgoed, meer 12 linnengoed en meer opbergmeubelen. Terwijl de Doesburgers blijk geven van een eclectisch cultuurgedrag, presenteren de Maassluizers zich veel meer als een culturele eenheid;
Recommended publications
  • Academic Rhapsodies
    EDITED BY SOPHIA HENDRIKX MEREL OUDSHOORN LIEKE SMITS TIM VERGEER Arts in Society Academic Rhapsodies IIO1 | ARTS IN SOCIETY EDITORIAL BOARD Sophia Hendrikx, Merel Oudshoorn, Lieke Smits, Tim Vergeer LAYOUT Tatiana Kolganova COVER IMAGE © Marion Bracq (2019) Arts in Society. Academic Rhapsodies, 2020. ISBN/EAN: 978-90-9032417-3 OPEN ACCESS STATEMENT All content of this work is available immediately upon publication. Our policy aligns with Creative Common License CC BY-NC-ND: we welcome all readers to download and share the content of this publication freely, as long as the author and publication are appropriately credited. Content cannot however be altered or used commercially. DISCLAIMER Statements of fact and opinion in the articles are those of the respective authors and not necessarily of the editors, or LUCAS. Neither LUCAS, nor the editors of this publication make any representation, explicit or implied, in respect of the accuracy of the material in this publication and cannot accept any responsibility or liability for any errors or omissions that may be made. EDITED BY SOPHIA HENDRIKX, MEREL OUDSHOORN, LIEKE SMITS, TIM VERGEER Arts in Society Academic Rhapsodies IIO3 | ARTS IN SOCIETY contents Introduction 1 Collection and reproduction Small worlds: The miniature logic of the seventeenth-century 5 Dutch dollhouse Jun P. Nakamura Authenticity vs 3D reproduction: Never the twain shall meet? 21 Liselore Tissen Texts and readers To read or not to read: Textual vs media interpretation 42 Andrea Reyes Elizondo To delight and instruct:
    [Show full text]
  • The Miniaturist
    Enter the dollhouse of mystery The Miniaturist Anya Taylor-Joy, Romola Garai and Alex Hassell star in an adaptation of Jessie Burton’s gripping bestseller on MASTERPIECE Sundays, September 9 - 23, 2018 on PBS Golden Age Amsterdam comes alive in all its opulence and repressed sensuality in an adaptation of Jessie Burton’s bestselling novel The Miniaturist, starring Anya Taylor- Joy (Split, The Witch), Romola Garai (Churchill’s Secret, The Hour) and Alex Hassell (Genius: Picasso, Suburbicon). Gorgeously filmed on location in The Netherlands and the U.K., the three-part drama airs Sundays, September 9 - 23 at 9pm ET on MASTERPIECE on PBS. Taylor-Joy plays a young bride who receives mysterious packages from a reclusive maker of miniatures—tiny objects that appear to predict the future. The Miniaturist also features Paapa Essiedu (A Midsummer Night’s Dream, Utopia), Hayley Squires (I, Daniel Blake; Call the Midwife) and Emily Berrington (Humans, The Inbetweeners 2). Critics were captivated when the miniseries recently aired in the U.K. The Telegraph (London) applauded it as “an evocative, spellbinding drama big on atmosphere,” and in another review compared the production to “a Daphne Du Maurier potboiler as painted by Vermeer.” The Guardian (London) praised The Miniaturist as “mesmerizing.” Set in 1686, when the Dutch Republic was one of the world’s richest and religiously zealous nations, The Miniaturist captures the paradox of extreme wealth combined with puritanical abhorrence of the pleasure that riches make possible. Petronella Oortman (Taylor-Joy), called Nella, is the unwitting victim of this clash of values. A naïve eighteen-year-old from a bankrupt aristocratic family in the provinces, she is wooed by Johannes Brandt (Hassell), a handsome and prosperous merchant looking for a wife.
    [Show full text]
  • November 2014 Newsletter
    historians of netherlandish art NEWSLETTER AND REVIEW OF BOOKS Dedicated to the Study of Netherlandish, German and Franco-Flemish Art and Architecture, 1350-1750 Vol. 31, No. 2 November 2014 Jacob Jordaens, Merry Company, c. 1644. Watercolor over black chalk, heightened with white gouache, 21.9 x 23.8 cm. The J. Paul Getty Museum, Los Angeles. Exhibited at The Getty Center, Los Angeles, October 14, 2014 – January 11, 2015. HNA Newsletter, Vol. 23, No. 2, November 2006 1 historians of netherlandish art 23 S. Adelaide Avenue, Highland Park, NJ 08904 Telephone: (732) 937-8394 E-Mail: [email protected] www.hnanews.org Historians of Netherlandish Art Offi cers President – Amy Golahny (2013-2017) Lycoming College Williamsport PA 17701 Vice-President – Paul Crenshaw (2013-2017) Providence College Department of Art History 1 Cummingham Square Providence RI 02918-0001 Treasurer – Dawn Odell Lewis and Clark College 0615 SW Palatine Hill Road Portland OR 97219-7899 European Treasurer and Liaison - Fiona Healy Seminarstrasse 7 D-55127 Mainz Germany Contents Board Members President's Message .............................................................. 1 HNA News ............................................................................1 Lloyd DeWitt (2012-2016) Stephanie Dickey (2013-2017) Personalia ............................................................................... 4 Martha Hollander (2012-2016) Boston Conference Photos ....................................................5 Walter Melion (2014-2018) Exhibitions .........................................................................
    [Show full text]
  • Providing a Voice for the Other: Marginalization in British Historical Fiction on the Dutch Golden Age
    Providing a Voice for the Other: Marginalization in British Historical Fiction on the Dutch Golden Age Rebecca Verhoeve 4109058 Literature Today, English Track MA Thesis 20 ECTS Rosalinde Supheert 18 January 2019 Rebecca Verhoeve 1 Contents 1. Abstract 2 2. Introduction 3-8 3. Chapter 1: A Case Study of The Miniaturist 9-16 4. Chapter 2: A Case Study of Tulip Fever 17-24 5. Chapter 3: A Case Study of Girl with a Pearl Earring 25-34 6. Conclusion 35-40 7. Works Cited 41-43 8. Appendix A 44-45 9. Appendix B 46-48 10. Appendix C 49 Rebecca Verhoeve 2 Abstract The genre of historical fiction has received much critical attention lately. Scholars, such as Linda Hutcheon and Jerome de Groot, have found that historical novels can reinstall the marginalized in historical narratives. While sub-genres like the Neo-Victorian novel have already been researched, the sub-genre of Dutch Golden Age novels has so far received little attention. Through a close-reading of three bestselling British historical novels on the Dutch Golden Age, and a study of relevant theory on the genre of historical fiction in relation to marginalization, this paper attempts to show how British historical fiction on the Dutch Golden Age provides a voice for the Other, stripping the golden era of its lustre. It contains three case studies of The Miniaturist by Jessie Burton, Tulip Fever by Deborah Moggach, and Girl with a Pearl Earring by Tracy Chevalier, which argue that these novels heavily underline female marginalization and use appropriated works of Dutch Golden Age art to achieve this.
    [Show full text]
  • Family Life in Dutch Art of the Seventeenth Century
    Family Life in Dutch art of the seventeenth century By Eriko Taira [Master of Philosophy Faculty of Arts University of Glasgow] Christie’s Education London Master’s Programme September 2000 © Eriko Taira ProQuest Number: 13818856 All rights reserved INFORMATION TO ALL USERS The quality of this reproduction is dependent upon the quality of the copy submitted. In the unlikely event that the author did not send a com plete manuscript and there are missing pages, these will be noted. Also, if material had to be removed, a note will indicate the deletion. uest ProQuest 13818856 Published by ProQuest LLC(2018). Copyright of the Dissertation is held by the Author. All rights reserved. This work is protected against unauthorized copying under Title 17, United States C ode Microform Edition © ProQuest LLC. ProQuest LLC. 789 East Eisenhower Parkway P.O. Box 1346 Ann Arbor, Ml 48106- 1346 ( GLASGOW u n iv e r s it y LIBRARY: , To my parents and my sister Minako Abstract Since I begun to study history of art I have become intrigued by seventeenth century Dutch art. Especially, Dutch genre paintings showing various images of family life made me remember my childhood with my parents and sister, evoking a nostalgic contemplation. The depiction of family life seen in Dutch art might not be faithful records of real experiences, but I have come to think there is something inherently appealing to the human morals or ideals toward family life, beyond any cultural differences, underneath seventeenth century Dutch art. The exhibition, the GLORY OF THE GOLDEN AGE Painting, Sculpture and Decorative Art, now taking place in the Rijksmuseum Amsterdam, inspired me to construct this thesis.
    [Show full text]
  • Uit Verre Streken Guus Röell & Dickie Zebregs GUUS RÖELL & DICKIE ZEBREGS Uit Verre Streken from Distant Shores
    Uit verre streken Guus Röell & Dickie Zebregs GUUS RÖELL & DICKIE ZEBREGS Uit verre streken from distant shores Colonial Art and Antiques, Exotica, Natural History and Scientific Taxidermy. The Age of European Exploration, 17th - 19th century Amsterdam & Maastricht, December 2020 s a c i r e m A e th d an Europe 1 A rare and fine terrestrial table-globe by Johann Gabriel Doppelmayr (1671-1750) Nuremberg, 1728 GLOBUS TERRESTRIS in quo locorum situs terraeque facies, secundum praecipuas celeberrimorum nostri oevi Astronomorum et Geographorum observationes opera IOH. GABR. DOPPELMAIERI Mathem. Prof. Publ. Norib. Exhibentur, concinnatus á Ioh. George. Puschnero Chalcographo Norib. A.C. 1728 Diam. 31.7 cm The globe is made up of twelve engraved and finely hand- coloured gores laid onto a hollow paper-mâché and plaster sphere, the equatorial and meridian of Ferro graduated in individual degrees and labelled every 5°, the Polar and Tropic circles graduated in degrees but not labelled, the ecliptic graduated in individual days of the houses of the Zodiac with names and sigils and labelled every ten days. In the Southern Pacific a second cartouche surrounded by portraits of the various famous explorers. The tracks of several explorers are also shown. Many more interesting details and descriptions can be found on this globe. A stamped brass hour dial and pointer sits on top of the engraved brass meridian circle graduated in four quadrants, fitted in a darkened oak Dutch- style stand. The octagonal horizon with beautifully hand-coloured engraved paper showing degrees of amplitude and azimuth in four quadrants, days of the month with Saint’s Days and days of the Zodiac and wind directions.
    [Show full text]
  • Adventures, Treks, Exiles & Migration
    ZEST Festival 2013 Education Pack FAR FROM HOME: ADVENTURES, TREKS, EXILES & MIGRATION The Zest Festival was created in 2012 to celebrate Cross curriculum unit for the 300th anniversary of the Zuytdorp shipwreck and the cultural heritage of the Dutch East India Trading primary and secondary Company (VOC) in Western Australia. Each year the Zest Festival highlights the cultural contribution of a students on the Dutch East country along the VOC trading route. In 2012 we India Trading Company, South discovered all things Dutch, and in 2013 we will focus on South African connections to the VOC and to African and Australian heritage. Western Australia. The Zest Festival is more than a community fun day. It includes the commissioning and exhibition of art, the sharing of stories and poems, discovering new music and foods, and university research. est Festival EDUCATION PROGRAM In 2012 Kalbarri District School, in partnership with the Kalbarri Development Association and the ARC Centre of Excellence for the History of Emotions, Europe 1100 – 1800 (CHE), developed an engaging semester of Dutch and Shipwreck themed classwork for years F-10. In 2013, we are inviting your school or class to be involved! The following pages outline a variety of suggested classroom activities around the themes of South Africa, VOC, and Western Australia. Participating in this program is free of charge and open to all WA schools. IMPLEMENTATION At each activity description there are links: Australian Curriculum Zest Festival Context For more information Lesson Idea Please note this is not an exhaustive list of curriculum links or activities, and we encourage teachers to assess or adjust the activities to suit their class.
    [Show full text]
  • Thursday, March 23, 2006 Time: 8:45–10:15 Room: Corintia Panel Title: Renaissance Medals and Coins I Organizer: Arne R
    Thursday, March 23, 2006 8:45–10:15 AM Date: Thursday, March 23, 2006 Time: 8:45–10:15 Room: Corintia Panel Title: Renaissance Medals and Coins I Organizer: Arne R. Flaten, Coastal Carolina University Chair: Charles Rosenberg, University of Notre Dame Presenter: Stephen K. Scher, Independent Scholar Paper Title: Reggio Emilia, Milan, and the Mannerist Medal in Italy Abstract: In the entire history of medallic art there is little that can compare with the curious and fantastic group of medals centered upon Reggio Emilia in the sixteenth century. With an oblique reference to Leone Leoni’s medal of Ippolita Gonzaga and the similar piece by Jacopo da Trezzo, the Emilian medallists, whose work is usually uniface and cast in a lead alloy, produced a series of portraits of great originality. Both male and female subjects are clothed in agitated, filmy garments, and, in the case of the latter, with richly coiffed hair as if they were participating in some elaborate court masque. Often they are presented on pedestals following the form of ancient busts, with arms cut off just below the shoulder. This paper will attempt to discover the sources of such fascinating imagery as an element of Italian Mannerist art, and explain its presence in the medallic context. Presenter: Raymond B. Waddington, University of California, Davis Paper Title: Breaking News: Representing the Other on Portrait Medals Abstract: One purpose of the portrait medal has always been to make accessible the faces of famous people, whether from the past or in the present. During an age of exploration and increasing crosscultural encounters, a particular and neglected function was the representation of foreigners.
    [Show full text]
  • How Vermeer and His Generation Stole the Thunder of the Golden Age
    UHLENBECK LECTURE 32 How Vermeer and his Generation Stole the Thunder of the Golden Age Gary Schwartz Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Sciences Meijboomlaan 1, 2242 PR Wassenaar, the Netherlands T: +31-(0)70-512 27 00 E: [email protected] I: www.nias.knaw.nl The thirty-second Uhlenbeck Lecture was held in Wassenaar on 23 June 2014 NIAS, Wassenaar, 2014/1 ISBN 978-90-71093-73-9 ISSN 921-4372; 32 (c) NIAS 2014. No part of this publication may be reproduced without written permission from the publisher. NIAS is an Institute of the Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) UHLENBECK LECTURE 32 How Vermeer and his Generation Stole the Thunder of the Golden Age On the 27th of June in the year 1988, the Prime Minister of the Netherlands, Ruud Lubbers, returned home from a conference in Hannover at which important steps were taken toward European economic integration. In a press conference he said that economic union had been brought a step closer to realization, but that he was worried about the repercussions this might have for the cultural sphere. Lubbers feared that far going European integration would lead to a situation in which Europeans would end up watching American series on Japanese televisions. His message was picked up by a shrewd Dutch academic, the late Douwe Fokkema, who mobilised this “culture scare” to obtain funding from the Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO) and set up the largest research project in the humanities that had ever been seen in our country.
    [Show full text]
  • Imagined Domesticities in Early Modern Dutch Dollhouses* Susan
    Imagined Domesticities in Early Modern Dutch Dollhouses 47 Imagined Domesticities in Early Modern Dutch Dollhouses* Susan Broomhall Early modern prescriptive literature about household spatial and social ordering primarily informs us of elite male views. Few contemporary sources exist to suggest women’s notions about these issues. Early modern dollhouses could shed some light on the views of both sexes, as makers, patrons, and collectors of such objects. Such artefacts have rarely been considered a source for historic perceptions of households and family in scholarly analyses. In particular, by interpreting the meanings of extant structures, their furnishings, dolls, and surrounding documentation produced by the elite Dutch women who created and collected them in the seventeenth and eighteenth centuries, an important female-oriented vision of the idealised early modern household emerges. Between 1674 and 1743, a tiny group of wealthy Dutch women created and collected exquisitely crafted dollhouses. The phenomenon appears to represent, in the Netherlands, a unique form of curiosity cabinet specifically created for a small cohort of women. This essay seeks to explore what possession of dollhouses meant for the four elite Dutch women whose cabinets, furnishing and in some cases dolls, as well as surrounding documentation, are still extant.1 It analyses how ownership was displayed, valued, and memorialized by these women, in the context of the conventions established by earlier and contemporary dollhouses in Germany.2 In addition, it examines how houses could reflect the aspirations and identities of creators through demarcation of household space and notions of domesticity. The * I would like to thank Jet Pijzel-Dommisse, Heidi A.
    [Show full text]
  • Jurriaan Andriessen, Behangselschilder
    Afbeelding omslag: Jurriaan Andriessen, Behangsel met arcadisch landschap, ca. 1780-1790 (Cat.nr D15c), Engeland, Particuliere collectie (met dank aan Agnew’s, Londen) Afbeelding inzet: Jurriaan Andriessen, zelfportret, 1798 (afb.46), Amsterdam, KOG Ontwerp omslag: Caroline Bijvoet Jurriaan Andriessen (1742-1819) ‘behangselschilder’ Proefschrift ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden, op gezag van de Rector Magnificus Dr. D.D. Breimer, hoogleraar in de faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen en die der Geneeskunde, volgens besluit van het College voor Promoties te verdedigen op 12 december 2006 klokke 13.45 uur door Richard Harmanni geboren te Assen in 1962 Promotiecommissie: promotoren Prof. dr. C.W. Fock Prof. dr. E.-J. Sluijter (UvA) referent Prof. dr. R.E.O. Ekkart (UU) overige leden Prof. dr. A.W.A. Boschloo Prof. dr. T.M. Eliëns In liefdevolle herinnering aan mijn vader Fokko Pieter Harmanni (*9-7-1923 / † 9-10-2000) INHOUDSOPGAVE DEEL I Voorwoord 9 Inleiding 11 Stand van het onderzoek naar Jurriaan Andriessen; Stand van het onderzoek naar de decoratieve schilderkunst; De bronnen; Doelstelling van dit onderzoek; Onderzoeksmethode; Opbouw van dit proefschrift - Noten inleiding 23 1. Leven en werken van Jurriaan Andriessen - 1) Achtergrond en gezinssituatie 27 Herkomst van de familie; Het gezin van Christoffel Andriessen en Stijntje Jansen; Schoonfamilie van Jurriaan Andriessen; Het gezin en de woonhuizen van Jurriaan Andriessen - 2) Andriessens leertijd en start van zijn loopbaan als kunstenaar 33
    [Show full text]
  • The Engagement of Carel Fabritius's Goldfinch of 1654 with the Dutch Window, a Significant Site of Neighborhood Social Exchang
    Volume 8, Issue 1 (Winter 2016) The Engagement of Carel Fabritius’s Goldfinch of 1654 with the Dutch Window, a Significant Site of Neighborhood Social Exchange Linda Stone-Ferrier [email protected] Recommended Citation: Linda Stone-Ferrier, “The Engagement of Carel Fabritius’ Goldfinch of 1654 with the Dutch Window, a Significant Site of Neighborhood Social Exchange,” JHNA 8:1 (Winter 2016), DOI: 10.5092/jhna.2016.8.1.5 Available at http://www.jhna.org/index.php/vol-8-1-2016/325-stone-ferrier Published by Historians of Netherlandish Art: http://www.hnanews.org/ Terms of Use: http://www.jhna.org/index.php/terms-of-use Notes: This PDF is provided for reference purposes only and may not contain all the functionality or features of the original, online publication. This PDF provides paragraph numbers as well as page numbers for citation purposes. ISSN: 1949-9833 JHNA 7:2 (Summer 2015) 1 THE ENGAGEMENT OF CAREL FABRITIUS’S GOLDFINCH OF 1654 WITH THE DUTCH WINDOW, A SIGNIFICANT SITE OF NEIGHBORHOOD SOCIAL EXCHANGE Linda Stone-Ferrier This article posits that Carel Fabritius’s illusionistic painting The Goldfinch, 1654, cleverly traded on the experience of a passerby standing on an actual neighborhood street before a household window. In daily discourse, the window func- tioned as a significant site of neighborhood social exchange and social control, which official neighborhood regulations mandated. I suggest that Fabritius’s panel engaged the window’s prominent role in two possible ways. First, the trompe l’oeil painting may have been affixed to the inner jamb of an actual street-side window, where goldfinches frequently perched in both paintings and in contemporary households.
    [Show full text]