Abakanowickz En/And Hicks
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Henriëtte Heezen Een van de opvallendste zalen van De Poolse kunstenaar Magdalena Abakano- van Abakanowicz naast textiele werken van wicz maakte in de jaren zestig een ware zege- de Joegoslavische Jagoda Buic en de Ameri- de collectiepresentatie ‘Revolution in tocht door Europa en de Verenigde Staten. kaanse Sheila Hicks. De enorme, soms vrij the Air – de Sixties en het Stedelijk’ Haar volumineuze geweven werken, amorfe zwevende, robuuste werken uit eind jaren is wel die met textielsculptuur. figuren gemaakt van touw, sisal en paarden- zestig en begin jaren zeventig maken na al haar, waarmee ze een hele zaal kon omtover- die jaren nog steeds indruk. Niet alleen van- In tegenstelling tot hard kunststof, en in een woud van mysterieuze gestalten, wege die krachtige, fysieke aanwezigheid, de metaal en de felle kleuren in de hebben overal de aandacht getrokken. Jean ongekunstelde vorm en het ruwe, organische meeste andere zalen voeren hier jute Leering, toenmalig directeur van het Van materiaal. Ook door die minder makkelijk te Abbemuseum, haalde Abakanowicz in 1968 benoemen spanning tussen de uitnodigende en wol de boventoon. Begin dit jaar naar Nederland. tactiele kant van het werk en de absurde vor- ontving het Stedelijk bovendien een De tentoonstelling reisde verder langs musea men die een ietwat macabere of zwaarmoedi- schenking van Schiphol: het wand- in Haarlem, Schiedam en Groningen. Het jaar ge sfeer ademen. kleed ‘Hommage aan Kho Liang Ie’ daarop was werk van haar te zien in het Het contrast met de kleurrijke, koele registra- Gemeentemuseum Arnhem en op de tentoon- ties van de Amerikaanse Pop Art uit de zaal van Sheila Hicks, dat ook op de ten- stelling ‘Perspectief in Textiel’ in het Stedelijk ernaast is groot. Om nog maar niet te spre- toonstelling is te zien. Henriëtte Museum Amsterdam. Een van Abakanowicz’ ken van het onderscheid met het futuristisch Heezen zocht uit waarom de textiele eerste grote opdrachten voor een openbaar vormgegeven industriële design: een knalro- gebouw was die voor het Provinciehuis Noord de televisie en oranje kunststof stoelen. Ze kunst in de tweede helft van de jaren Brabant in 1970-1971. Tot op de dag van getuigen van het voor die tijd kenmerkende zestig plotseling ongekende furore vandaag hangt daar het wandvullende Bois le optimisme over de technologische vernieu- maakte, al even snel weer in Duc, genoemd naar de plaats ‘s Hertogen- wing en de verlokkingen van de consumptie- bosch, waarvan alleen al de omvang – ruim maatschappij. Alleen in de zaal ingericht met vergetelheid raakte, om pas in de 160 vierkante meter – respect afdwingt. keramiek uit de jaren zestig keert iets terug jaren ’90 weer te worden herontdekt. In ‘Revolution in the Air’ hangt Zwart kleed van de soberheid, het tactiele en organische Abakanowickz en/and Hicks Textiele werken in ‘Revolution in the Air’ Textile works in ‘Revolution in the Air’ One of the most striking galleries in In the 1960s the Polish artist Magdalena hanging, robust works from the end of the the presentation from the collection, Abakanowicz made a real triumphal proces- 1960s and early 1970s still make an impres- sion through Europe and the United States. sion after all these years. This is not only ‘Revolution in the Air – the Sixties Her massive woven works, amorphous fig- because of their powerful physical presence, and the Stedelijk’, is surely that with ures made of rope, sisal and horsehair, with the unsophisticated form and the raw, organ- textile sculpture. In contrast to the which she could magically transform a whole ic materials, but also because of a less easi- gallery into a wood with mysterious forms, ly characterised tension between the inviting hard plastic and metal, and the drew attention everywhere. Jean Leering, tactile side of the work and the absurd forms bright colours in most of the other then director of the Van Abbe Museum, that are suffused with a sense of the galleries, here jute and wool have brought Abakanowicz to The Netherlands in macabre or melancholy. 1968. The contrast with the colourful, cool registra- the monopoly. Moreover, at the The exhibition then travelled on to museums tions of American Pop Art in the following beginning of this year the Stedelijk in Haarlem, Schiedam and Groningen. The gallery couldn’t be greater – not to mention received a gift from Schiphol year after that her work was to be seen in the the distinction with the futuristic industrial Municipal Museum in Arnhem and at the exhi- design: a fire-engine red television and airport: the tapestry ‘Homage to bition ‘Perspectives in Textile’ at the Stedelijk orange plastic chairs. These bear witness to Kho Liang Ie’ by Sheila Hicks, which Museum Amsterdam. One of Abakanowicz’s the optimism about technological progress is also to be seen in the exhibition. first large commissions for a public building and the allure of the consumer society that was that for the seat of government of the was characteristic of that era. Only in the Henriëtte Heezen seeks out the Province of North Brabant, in 1970-71. To gallery with the ceramics from the 1960s reasons why textile art suddenly this day the wall-filling Bois le Duc, named for does something of the austerity, the tactile created an unprecedented the city of ‘s Hertogenbosch (i.e., the Duke’s and organic qualities that also characterise woods) still hangs there. The dimensions the textile work return. sensation in the second half of the alone – over 160 square metres – command It is peculiar that particularly the works of tex- sixties, and then dropped back into respect. tile artists and ceramists should reflect hard- obscurity with equal suddenness, In ‘Revolution in the Air’ Abakanowicz’s Black ly anything of those cosmopolitan develop- only to be rediscovered again in the Tapestry hangs next to textile works by the ments. In regard to form, they show a prefer- Yugoslav Jagoda Buic and the American ence for the organic and the traditional, for nineties. Sheila Hicks. The enormous, sometimes free- nature and folklore. ‘Folk art’ as subject is 36 Stedelijk Museum Bulletin 37 Stedelijk Museum Bulletin 38 Stedelijk Museum Bulletin dat ook het textiele werk kenmerkt. primitief schrift vertoont. de textielkunst als autonome kunstdiscipline Het is opmerkelijk dat met name de werken De Oost-Europese kunstenaars bleven dichter in de jaren zestig nog in de kinderschoenen. van textielkunstenaars en keramisten nauwe- bij huis. Noodgedwongen, omdat de mogelijk- Zo boden academies geen textiel gerichte lijks iets van die grootstedelijke ontwikkelin- heden voor reizen achter het IJzeren Gordijn opleidingen, anders dan op de nijverheid- gen weerspiegelen. Ze vertonen naar de immers beperkt waren. Zij grepen terug op afdelingen, waar kunstenaars in de geest van vorm een voorkeur voor het organische en voorbeelden uit hun eigen traditie, op de Bauhaus vertrouwd werden gemaakt met ambachtelijke, voor natuur en folklore. Volks- volkskunst van boeren die weefden met ruwe beginselen van verhoudingen in kleur en kunst als onderwerp, luidt de titel van een soms ongesponnen materialen, en daarvoor vorm. De emancipatie van het medium tex- keramisch beeld van Johan van Loon. Sheila zelf de wol en andere vezels met plantaardige tiel, het onderzoek naar de specifieke moge- Hicks putte voor haar reusachtige vrijhangen- kleurstoffen verfden. lijkheden ervan, liep nagenoeg parallel aan de ‘sculpturen’ van strengen en koorden en de emancipatie van de maker: van ambachts- geweven brieven inspiratie uit wind- en weef- Relatie met schilderkunst man tot beeldend kunstenaar. technieken zoals die in traditionele culturen Vanwaar die hang naar de natuur en het Kunstwerken in textiel waren tot dan toe beoefend werden. Ze maakte studiereizen handwerk zoals dat beoefend werd in traditio- sterk gerelateerd geweest aan de schilder- naar Mexico, Chili en Peru, gebieden die ook nele culturen, naar een bepaalde eerlijkheid kunst. In feite waren applicaties, borduurwer- de aandacht hadden getrokken van andere ten aanzien van het materiaal, die parallel ken en tapisserieën nagemaakte schilderijen. kunstenaars, onder wie haar leermeesters lijkt te gaan met een voorkeur voor organi- Professionele wevers of vakbekwame bor- Josef en Anni Albers. Deze oudere generatie sche vormen? En waaraan was het succes te duursters werkten op basis van ontwerpen – kunstenaars was vooral onder de indruk van danken dat deze kunstenaars aan het eind zogeheten kartons – die veelal door vooraan- de geometrische patronen en kleurverhoudin- van de jaren zestig te beurt viel? staande schilders werden aangeleverd. Het gen in het traditionele handwerk. Volgens Jos- Antwoorden op deze vragen houden voor een resultaat was voor een aanzienlijk deel afhan- ef Albers waren de Precolumbiaanse culturen deel verband met de ontwikkeling van de tex- kelijk van de kundigheid van de uitvoerder ‘het beloofde land van de abstractie’. Hicks tielkunst tot een meer autonome kunstvorm. van het ontwerp. Recentelijk wijdde het Ste- was op haar beurt meer gegrepen door speci- Textiel en keramiek zijn, ofschoon deze disci- delijk Museum nog tentoonstellingen rond fieke technieken, zoals het omwinden van plines lange tradities kennen, betrekkelijk een zeldzaam wandkleed naar ontwerp van strengen wol of linnen met draden zodat lan- laat losgekomen van hun toegepaste functies de schilder Ernst Ludwig Kirchner en aan een ge kabels met verdikkingen en kwasten ont- als gebruiksvoorwerp en decoratieve aankle- gerestaureerde applicatie van de schilder staan, en weef- en borduurwerk waarvan de ding of bescherming van het interieur. Verge- Roger Bissière, beide uit de eigen collectie. losse reliefachtige structuur een relatie met leken met schilder- en beeldhouwkunst stond Voorbeelden van dergelijk werk, maar dan op p 37 Sheila Hicks Trapèze de Cristobal, 1971; Jagoda Buic Jagoda Buic Gevallen engel / Fallen Angel, 1967 Reflets blancs II, 1975 the title of a ceramic sculpture by Johan van Relation with painting deries and tapestries were imitations of Loon. For her gigantic, free-hanging ‘sculp- Whence this penchant for nature and hand- paintings.