r strekt ter vervanging van het eerder toegezonden exemplaar

Gemeente Den Haag rv 67 Dienst Stedelijke Ontwikkeling nr. DSG/2003.230 RIS104443_030507 VOORSTEL TOT WIJZIGING Den Haag, 2 mei 2003 Aan de gemeenteraad

INHOUDSOPGAVE

Inleiding -2- 1. Doel van voorliggend raadsvoorstel 2. Opzet en inhoud van het raadsvoorstel

Voorgeschiedenis 1 Nut & noodzaak 1.1 Van oude glorie en een nieuwe kans 1.2 Sociaal maatschappelijke betekenis motie rvi 03 (2002) 2 Revitalisering: met een loopplank naar een nieuw stadion 2.1 Het initiatief 2.2. Adviezen en besluiten 3 De locatie: van Zuiderpark naar Forepark 3.1. Het stadionconcept 3.2. De locatie Zuiderpark 3.3. Alternatieve locaties

Een plan en een bieding; de uitkomst van de aanbestedingsprocedure voor een bouwer/ontwikkelaar 1. De inrichting en proces van selectie en aanbesteding 2. Het resultaat: het plan en de bieding 2.1. Planologische en stedenbouwkundige toetsing 2.2, Ruimtelijke ordening en milieu 2.3. Financiële toetsing 2.4, Conclusies

IV Veiligheidsplan en Parkeerplan -11- 1. Het veiligheidsplan 1.1, Inleiding 1.2, Inhoud, te nemen maatregelen 1.3, Maatschappelijk draagvlak 2, Het parkeerplan 2.1. Inleiding 2.2. De behoefte aan parkeerplaatsen 2.3. Het aanbod van mogelijke parkeerlocaties 2.4, Conclusie 2.5, Parkeer- en vervoersmanagement 2.6, Financiële consequenties

Zakelijke aspecten: posities SSO en de gemeente, risicobeperking, -17- financiële paragraaf

1. Inleiding en voorgeschiedenis 2. Privaat initiatief met een groot maatschappelijk belang; de rol van de Stichting Stadion Ontwikkeling 3. Lessen van elders 4. Haagse keuze 4.1. Op afstand 4.2. Gemeentelijke financiële bemoeienis 4.3. Vastgoedposities gemeente en SSO 4.4. Hoe verder; uitgangspunten bij vervolg samenwerkingsovereenkomst Gemeente - SSO 4.5. Ontwikkelingen ADO Den Haag 5. Europese wetgeving over staatssteun 6. Financiële paragraaf; dekkingsplan 6,1 Opzet en overzicht 6,2, Toelichting 6.3. Motie rv 133/01 (van de Laar); private bijdrage 6,4, Grondbedrijfsaspecten 6,5. Resterende risico's VII Besluitvorming -2a-

^ r^adsv(K)rstellen 2003 1. Inleiding

1.1. Doel van het voorliggend raadsvoorstel

Dit raadsvoorstel is het vervolg op het locatiebesluit van de raad voor het nieuwe stadion van juni 2002. Het doel is de resterende besluiten te nemen die het de Stichting Stadion Ontwikkeling (SSO) mogelijk zal maken het nieuwe voetbalstadion op het Forepark daadwerkelijk te realiseren. Dit raadsvoorstel omvat niet een voorstel voor de invulling van het belendende perceel op de stadionlocatie, ondanks dat dit deel uit heeft gemaakt van het voorstel van de geselecteerde aannemer/ontwikkelaar. Hierover zal in het kader van het vast te stellen bestemmingsplan een besluit worden genomen. De gemeente is bij het initiatief voor een nieuw eredivisievoetbalstadion publiekrechtelijk betrokken ter zake van de inpassing in de omgeving: planologisch, milieutechnisch, uit oogpunt van bereikbaarheid en parkeren en voor wat betreft de veiligheidsmaatregelen buiten het stadion. Daartoe resteren voor dit raadsbesluit de beoordeling van een veiligtieidsplan in relatie tot een parkeerplan voor het stadionbezoek. Dit raadsvoorstel Is de basis voor de bouwplanontwikkeling van het voetbalcomplex (stadion plus hoofdgebouw) en de herziening van het bestemmingsplan. De vergunning voor de bouw van het stadioncomplex zal vooruitlopend op de vaststelling van het bestemmingsplan in procedure worden gebracht. De ontwikkelingen rond het stadion zijn nog niet ingevuld. De mogelijkheden zullen in het kader van de bestemmingsplan worden aangegeven. Dan zal ook zoals gebruikelijk de milieuaspecten worden beoordeeld. Daarnaast is de gemeente financieel betrokken. Gegeven de beperkte rendabiliteit, maar tevens de grote maatschappe- lijke betekenis van een voetbalstadion als onderdeel van de maatschappelijke infrastructuur, zal de gemeente moeten bijdragen in de kosten die met de realisatie van dit particulier initiatief zijn gemoeid. Deze gemeentelijke bijdrage wordt u in de vorm van een dekkingsplan voorgelegd. Inmiddels is door de gemeente met betrokkenheid van hulpdiensten, omwonenden, het bedrijfsleven uit het Forepark en het naburige Voorburg, een veiligheidsplan opgesteld en een nadere verkenning uitgevoerd naar de parkeerproblema- tiek, neergelegd in een parkeerplan. De SSO heeft inmiddels - In het kader van een Europese aanbestedingsprocedure - een partij geselecteerd voor de bouw en ontwikkeling van het stadioncomplex met als resultaat een concept overeenkomt voor de realisatie.

De sociale binding die een op niveau spelende betaald voetbalclub voor stad en regio kan hebben is niet gering. Voetbal is zo ongeveer het belangrijkste discussieonderwerp 'in de straat' en op feesten. Nu al is zichtbaar en hoorbaar dat het recente succes van ADO Den Haag de tongen losmaakt. Uit de kijkcijfers van de live-uitzendingen van ADO Den Haag via TV-west blijkt dat soms 200.000 mensen (een deel van) de wedstrijd volgt. Daarmee is tevens de potentie van ADO Den Haag als club van de regio aangegeven. Voetbal bevordert meer dan welke sport of welk evenement ook de saamhorigheid. Topsport kan niet zonder de breedtesport en breedtesport kan niet zonder topsport. Amateurclubs en professionele voetbalclubs hebben elkaar nodig. Wanneer ADO Den Haag goed presteert, worden jonge voetballertjes gestimuleerd om zich in te schrijven bij amateurclubs.

ADO Den Haag is een van de laatste clubs in het Nederlandse betaald voetbal die tot nieuwbouw van een stadion komt. Een nieuw stadion, op een strategische plek die als "landmark" kan worden aangemerkt kan veel betekenen voor de verdere ontwikkeling van ADO Den Haag. De club en haar voorgangers maken al bijna 100 jaar deel uit van de Haagse samenleving. Door het bouwen van een nieuw stadion krijgt de club de kans ook in te toekomst haar positie in de stad te behouden en te versterken.

2. Opzet en inhoud van het raadsvoorstel

Het voorliggende raadsvoorstel omvat de volgende onderdelen. Onder II (voorgeschiedenis en bestuurlijk traject) wordt een kort overzicht gegeven van de bestuurlijke en andere wapenfeiten tot nu toe. Daarbij komen onder andere aan de orde 'nut en noodzaak' van een nieuw stadion, de maatschappelijke betekenis en de wijze waarop de revitalisering ADO is gedacht met 'een financiële loopplank' en een nieuw stadion, alsmede de keuze voor de locatie Forepark. In deel III wordt verslag gedaan van de aanbestedingsprocedure en de resultaten daarvan. Apart wordt daarbij ingegaan op de aspecten ruimtelijke ordening en milieu.I In deel IV wordt uitgebreid stilgestaan bij het veiligheidsplan en het parkeer- plan. De zakelijke kant van de stadionontwikkeling is verwoord in deel V. Hierin wordt ingegaan op de rollen van gemeente en Stichting Stadion Ontwikkeling, de gemeentelijke financiële bemoeienis, mede in het licht van de Europe- se regelgeving inzake staatssteun, In de financiële paragraaf van dit deel wordt een overzicht geboden van alle kosten die gemoeid zijn met de voorgestelde stadionontwikkeling en wordt de motie RVI 33/01 behandeld.

II. Voorgeschiedenis en bestuurlijk traject

1. nut & noodzaak:

1.1. Van oude glorie en een nieuwe kans

Den Haag kent een rijke voetbalhistorie waaronder een aantal landskampioenschappen. Sinds de invoering van het betaalde voetbal in 1954 en na de fusie van ADO en Holland Sport in 1971 werden vele successen behaald. Na de degradatie uit de in 1992 kreeg de club echter een marginale rol in het Nederlandse voetbal. Midden jaren negentig ontstond een particulier initiatief om de club weer op een hoger plan te brengen. De rol van de gemeente was toen zeer beperkt. Zij was nog slechts eigenaar van het Zuiderpark stadion; ADO draagt de gebruikerslasten.

Een aantal ontwikkelingen leidde tot een meer betrokken visie van de gemeente op het betaald voetbal In Den Haag. Er was een groeiend besef dat betaald voetbal voor de sportbeleving van vele Hagenaars een belangrijke functie is en ook voor het totale imago van de stad en dat het in toenemende mate bijdraagt aan de sociale binding in stad en regio. Ook speelt de verwachting een rol, dat ten gevolge van nationale en internationale ontwikkelingen (ontstaan van een Europese competitie, vervaging van grenzen tussen amateur en betaald voetbal) de structuur van de Nederlandse competitie zou kunnen wijzigen en dat bestaande clubs zich hierop moeten voorbereiden. En daarnaast is er de notie dat in de regio Haaglanden de basisvoorwaarden in ruime mate aanwezig zijn om een professionele voetbalclub in stand te houden.

1.2. Sociaal maatschappelijke betekenis

Voetbal komt regelmatig negatief in de publiciteit. Dat hangt vaak samen met het gedrag van supporters en de financi- ële pnsblemen van een aantal clubs. Met dit voorstel wordt juist beoogd de positie van de club duurzaam te versterken. De bouw van een stadion is een belangrijk onderdeel van het revitaliseringsproces dat ADO doormaakt en dat ten grondslag ligt aan de sportieve vooruitgang die de afgelopen tijd wordt geboekt. Voor wat betreft de supporters kan worden geconstateerd dat de grote problemen bij ADO mede dank zij het beleid van de club tot het verleden t>ehoren. Juist de afgelopen tijd is veelvuldig geïnvesteerd in de sociaal-maatschappelijke positie van ADO. Zo verzorgt ADO Den Haag voetbalclinics bij amateurverenigingen in de Haagse regio. Deze clinics zijn gericht op de jeugd van amateurclubs in de leeftijdscategorie van 7 tot en met 14 jaar. De belangrijkste doelstelling van de clinics is om de jeugd een onverge- telijke voetbalmiddag te bezorgen. Daarbij krijgt men verschillende vormen van voetbal aangereikt. De clinics worden verzorgd door twee medewerkers van ADO Den Haag die telkens door een van de selectiespelers ondersteund worden.

Sinds 1996 wordt in Den Haag het project De Held uitgevoerd. Dit is een samenwerkingsproject tussen ADO Den Haag en de Stichting Welzijn Escamp. Doel van het project is het leveren van een bijdrage in de bestrijding van pestgedrag, racisme en zinloos geweld. Op het complex van ADO Den Haag worden door spelers van het eerste elftal vrijwel wekelijks groepen 8 van het basisonderwijs ontvangen. De Stichting Welzijn Escamp organiseert en begeleidt deze schoolbezoeken. Gezamenlijk met de spelers wordt een gastles verzorgd die ruim twee uur duurt. Tijdens deze gastles gaan de spelers in gesprek met de schoolkinderen over de drie genoemde thema's. Respect is daarbij het kernbegrip. De kracht van het project vormt de inzet van voetballers. Zij zijn immers veelal het idool voor de bezoekende kinderen. In de praktijk is gebleken dat deze helden een zeer belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het communiceren van de juiste normen en waarden. De woorden van de voetballers van ADO Den Haag hebben simpelweg bijzonder veel impact. Het project de Held omvat naast de schoolbezoeken nog een aantal onderdelen en activiteiten, waaronder gratis wedstrijdbezoeken, spandoekenwedstrijden, en het 'Daggie Düh Haag', waarbij kinderen uit het basisonderwijs worden uitgenodigd voor een volledig door ADO Den Haag verzorgde dag.

Op korte termijn wordt 'ADO Kids' gelanceerd. Gekozen is voor een unieke sociaal maatschappelijke insteek, waarbij de positieve ervaringen van 'De Held' als uitgangspunt hebben gefungeerd. De impact die een hoogwaardige voetbalclub heeft, kan aangewend worden om gedrag van de jeugd op een positieve manier te beïnvloeden. De deuren van het stadion staan straks dagelijks open voor de jeugd in de regio. Er zal een aparte ruimte gecreëerd worden, waarin jongeren allerlei activiteiten kunnen ontplooien. Zij worden hierbij intensief begeleid door maatschappelijk werkers. De jeugd aldaar krijgt de gelegenheid huiswerk te maken, te internetten, of zich op andere manieren te ontspannen. Net als bij project 'De Held' zullen ook de spelers een belangrijke rol krijgen bij 'ADO Kids'. Na afloop van trainingen kunnen spelers gemakkelijk de aanwezige jongeren bezoeken, en door hun voorbeeldfunctie invloed uitoefenen op gedrags- patronen van de jeugd.

ADO Den Haag gaat over meer dan 90 minuten voetbal. De club wordt regelmatig de 'kampioen maatschappelijk ondernemen' onder de betaald voetbalorganisaties genoemd. Door op innovatieve wijze de Haaglandse samenleving te betrekken bij de club, vervult zij een belangrijke functie voor de regio. Ook de komende jaren zal de maatschappelijke functie van de club verder worden uitgebouwd. Op die manier wordt ADO Den Haag steeds meer een club van en voor de regio.

Conclusie: Betaaid voetbal zien we inmiddels als een belangnjke pijler onder het grootstedelijk/regionaal sportbeleid in de volle breedte. Het heeft onmiskenbaar veel aantrekkingskracht, het draagt bij aan de identiteit van stad en regio, het geeft mensen een trots gevoel, biedt bovenal veel vermaak en heeft een bindende werking. Het enthousiasme dat wordt losgemaakt door de recente successen van ADO laat zien dat het draagvlak in de stad en regio groot is. Bij de behande- ling van eerdere voorstellen met betrekking tot ADO en een nieuw stadion hebben overigens college en raad uitgebreid stilgestaan bij de sociaal maatschappelijke betekenis van ADO Den Haag voor de stad en regio.

motie rv 103 (2000), "Balanssteun NV ADO Den Haag" De motie rv 103 (2000) is ingediend door de heren Van Lente, D66, Polman (D66) en Van der Zalm (D66), De motie "Balanssteun NV ADO Den Haag" strekt ter versterking van de maatschappelijke positie van ADO/Den Haag door middel van het versterken van de band met de amateurclubs en het onderwijs. Dit sluit ons inziens naadloos aan op de hier beschreven maatschappelijke betekenis. Daarbij zijn wij van mening dat de SSO en ADO Den Haag zelfstandig in staat zijn deze rol verder uit te bouwen. De omvangrijke bijdrage van de gemeente aan het voorliggende initiatief voor het nieuwe stadion en bijbehorende loopplank, achten wij daarbij als voldoende steun. Hiermee zijn wij van mening voldoende gevolg te hebben gegeven aan hetgeen in de motie werd beoogd.

2. Revitalisering: met een loopplank naar een nieuw stadion

2.1. het initiatief

De eerste voorwaarde voor een succesvolle toekomst van het betaalde voetbal in onze stad en regio is een goed presterende voetbalclub op hoog niveau. Het startsein voor het huidige revitalisatieproces werd op 9 december 1999 door onder andere de burgemeester gegeven in de businesslounge van ADO. Dat gebeurde tijdens een bijeenkomst voor het bedrijfsleven, georganiseerd door de gemeente met de Stichting Bevordering Topvoetbal Den Haag en ADO Den Haag, Tijdens deze bijeenkomst werd de Actie 'Voor de Stad, Voor de Club' gelanceerd. Ook kondigde de gemeente aan onderzoek te gaan doen naar de mogelijkheden voor een nieuw stadion. De wethouder LSPMS heeft dit toen in een brief aan de commissie SPM als volgt verwoord: "Voor de langere termijn is de vraag of ADO Den Haag in het Zuiderpark moet blijven voetballen, of dat een ander stadion op een andere locatie beter voldoet aan de eisen die aan een betaald voetbalclub worden gesteld. In veei steden (Tilburg, Amsterdam) betekent de ontwikkeling van een nieuw stadion niet alleen een impuls voorde club, maar trekt het ook economische bedrijvigheid aan die een rol kan spelen bij de financiering ervan. Door verschillende marktpartijen worden op dit moment initiatieven genomen om de haalbaarheid van een dergelijke ontwikkeling te onderzoeken. Ik stel voor dit scherp te blijven volgen en ons als gemeente als een positief gestemd gesprekspartner op te stellen voor deze partijen."

Adviezen en besluiten

In augustus 2000 verschijnt in opdracht van de gemeente Den Haag het rapport van Boer & Croon "Naar een nieuw stadion voor ADO Den Haag" (zie bijlage 1, ter inzage, leeskamer). Het rapport stelt dat de regio Haaglanden aiim- schoots voldoet aan de basisvoonwaarden die gelden voor het in stand kunnen houden van een goed functionerende betaald voetbalclub, te weten: instroom van jeugdspelers; het potentieel aantal bezoekers; en het potentieel aan sponsors. Voor de ontwikkeling van ADO is een nieuwe accommodatie volgens Boer & Croon essentieel. Afgezien van het feit dat het huidige complex niet meer toereikend is, stelt een nieuw stadion de club in staat haar inkomsten uit recettes en sponsoring te versterken. Bovendien zal van het ontwikkelingsproces een zeer positieve impuls uit gaan voor de club

Volgens Boer & Croon is een nieuw voetbalstadion voor Den Haag haalbaar. Het rapport introduceert ook het begrip 'loopplank'. Dat staat voor de overbrugging tot de oplevering van het nieuwe stadion en de daarbij behorende begrotingsgroei van de club. Deze groei moet de club helpen zich geleidelijk naar eredivisieniveau te ontwikkelen, zowel qua spelersniveau als qua organisatie. Boer & Croon stelt ook voor om een Stichting op te richten die de stadionontwik- keling ter hand kan nemen.

In september 2000 wordt het raadsvoorstel 'Vitalisatie ADO/Stadlonontwikkeling' (rv 103, 2000) uitgebracht. In dit voorstel wordt het revitaliseringsproces, conform de door Boer & Croon uitgezette route, in gang gezet. Het dictum luidt: 'Het rapport van Boer & Croon Proces Management wordt als uitgangspunt gehanteerd voor de verdere ontwikkeling van het betaalde voetbal in Den Haag en de ontwikkeling van een nieuw stadion".

Op 18 december 2001 stelt het College vervolgens vast dat:

de Prime locatie Forepark in principe wordt aangewezen voor stadionontwikkeling; het conceptraadsvoorstel in principe uitgaat van uitgifte van de grond voor het stadion zelf "om niet" aan de stichting -mede ten behoeve van de loopplankfinanciering-, met terugkooprecht van de gemeente en nadere uitwerking van de uitgiftevoorwaarden, door de raad te delegeren aan B&W.

Dit wordt vastgelegd in een brief aan de toenmalige commissie SPM.

Op 29 januari 2002 verschijnt vervolgens het raadsvoorstel "Locatiekeuze nieuwbouw stadion ADO Den Haag".

De Raad besluit op 14 februari 2002 om:

In te stemmen met een principe keuze voorde Foreparklocatie als nieuwbouwlocatie van het stadion Het College van B&W op te dragen in april 2002 besluitvonning door de raad voor te bereiden die leidt tot realisering van nieuwbouw van het ADO Den Haag stadion waarbij de uitgangspunten zijn: Sluitend dekkingsplan, waaronder begrepen bijdragen van derden en waarbij de grond ten behoeve van het stadion "om niet" ter beschikking wordt gesteld aan de Stichting Stadion Ontwikkeling Het coilege van B&W op te dragen een integraal bereikbaarheidsplan te presenteren

De wens om te komen tot de ontwikkeling van een nieuw stadion is na de verkiezingen van 6 maart 2002 in het beleidsakkoord 2002-2006 bevestigd. Het volgende artikel werd opgenomen: De komende jaren wordt ten behoeve van het betaald voetbal in de Haagse regio, in nauwe samenweridng met ADO Den Haag en de hiertoe in het leven geroepen Stichting Stadion Ontwikkeling, een stadioncomplex ontwikkeld op het Forepark Op korte termijn zai aan de gemeenteraad een ontwikkelingsopzet worden voorge- legd, waarbij onder andere aandacht zal worden gegeven aan de gemeentelijke nnanciering, de veiligheid, de bereikbaarheid en de exploitatie alsmede aan de substantiële bijdrage van het bedrijfsleven alsmede aan de revitalisering van HFC ADO Den Haag.

Op 27 juni 2002 wordt het voorbereidingsbesluit door de gemeenteraad genomen. In dit besluit staat: Vanwege de venvachting dat de nadere onderzoeken met betrekking tot de veiligheid, het pariceren en de vonm van projectontwikkeling geen blokkades opleveren voorde ontwikkeling van het stadion op deze locatie stellen wij voor om de "prime location" nu definitief aan te wijzen als vestigingsplaats vooreen nieuw voetbalstadion. In een later stadium zullen wij temg komen op de nog uit te voeren onderzoeken en het resultaat van het overieg met belanghebbenden. De reden waarom wij nu tot definitieve locatie keuze overgaan is gelegen in de noodzaak om een basis te hebben op grond waan/an diverse activiteiten van start kunnen gaan: de planologische procedures, de tenderprocedure, het opstellen van een veiligheidsplan en de venverving, respectievelijk de onteigening van een locatie ten behoeve van het parkeren. Een voortvarende voortgang is van belang voor de lengte (en daarmee de prijs) van 'de loopplank'. het college van burgemeesteren wethouders draagt er zorg voor:

om ten behoeve van de realisering van een voetbalstadion op de 'prime location'op het bedrijventen-ein Foreparic, de Stichting Stadion Ontwikkeling in staat te stellen een tenderprocedure te voeren en het resultaat voor te leggen aan de raad;

om de uitgangspunten op het gebied van veiligheid voortkomend uit de veiligheidsscan uit te werken in de vorm van een veiligheidsplan ten behoeve van de vestiging van een voetbalstadion op voornoemde locatie, in overieg met de hulpdiensten, met belanghebbenden in de directe omgeving en ADO Den Haag en de resultaten, gelijktijdig met die als voomoemd onder het hier voorgaande besiuit, aan de raad voor te leggen;

om een overeenkomst te sluiten met de Stichting Stadion Ontwikkeling waarin de projectontwikkeling en de exploitatie en beheer van het stadion juridisch zijn geregeld.

Tijdens de behandeling in de Raad is een motie aangenomen. De motie stelt dat het uiteindelijke definitieve besluit moet worden getoetst aan een aantal criteria waarondereen sluitend dekkingsplan, substantiële bijdrage van het bedrijfsleven, geen exploitatieverantwoordelijkheid voor de gemeente, een sluitend veiligheidplan, bereikbaarheid met openbaarvervoer, fiets en auto en adequate parkeeroplossingen. Tegen het voorbereidingsbesluit zijn verschillende bezwaarschriften ingediend. Deze zijn aan de orde geweest op 5 november 2002 in de Commissie van Beroep en Bezwaar. De bezwaarschriften zijn niet ontvankelijk verklaard, omdat geen van de reclamanten direct belanghebbend is bij het voorbereidingsbesluit. De bezwaren hadden betrekking op de inhoudelijke aspecten van de plannen, welke eerst aan de orde zijn bij het bestemmingsplan. Het betreft hierbij onder meer de locatiekeuze, overiast en geluidsproblematiek, het al dan niet toestaan van evenementen, bereikbaarheid en parkeren.

Op 29 oktober 2002 is aan uw raad het concept-veiligheidsplan stadion Forepark t.k.n. aan B&W gestuurd. Dit is conform de afspraak besproken in de commissie OCS. Dit veiligheidsplan is in nauw overieg met de hulpdiensten tot stand gekomen en ondenwerp geweest van een intensieve samenspraak met betrokken bewoners en bedrijven. Het nader geactualiseerde Veiligheidsplan maakt onderdeel uit van het thans vooriiggende raadsvoorstel.

Ten slotte heeft de wethouder SISS op 19 november 2002 een brief aan de commissie gezonden met betrekking tot het onderwerp Staatssteun. Ook dit onderwerp maakt integraal onderdeel uit van dit voorstel, conclusie: De voorbereiding van een nieuw stadion kent inmiddels een bestuuriijke historie van enige jaren. Stap voor stap zijn de voorwaarden geformuleerd waarbinnen het initiatief gestalte heeft gekregen. 3. De locatie: van Zuiderpark naar Forepark

3.1. Het stadionconcept

Conform het advies van Boer en Croon wordt voor Den Haag ingezet op een voetbalstadion (referentie Heerenveen of Roda JC), met een capaciteit van 15,000 tot 18.000 bezoekers. Daarbij zijn voor een structureel gezonde exploitatie nodig:

commercieel te exploiteren voetbal gerelateerde voorzieningen (business rooms, sky-boxen, business seats, VIP loges etc) meervoudig gebruik van voetbalgebonden stadionfaciliteiten (kleedkamers, persruimte, ontvangstruimten, restaurants etc.) combinatie met commercieel te exploiteren accommodatiegebonden vastgoedontwikkeling in of tegen het stadion.

Voor het stadion zelf zijn comfort, veiligheid, sfeer en een goede bereikbaarheid de bepalende factoren. Op basis van deze uitgangspunten zijn zowel de huidige locatie als alternatieve vestigingslocaties onderzocht.

3.2. De locatie Zuiderpark

De locatie Zuiderpark stuit op een aantal ruimtelijke en commerciële bezwaren. De stadionlocatie Is te klein (4,1 ha) en laat zich moeilijk uitbreiden. Uitbreiding ter plekke zou ten koste gaan van het recent gerenoveerde park of van andere sportverenigingen. De veiligheidsvoorwaarden in de omgeving zijn verre van optimaal. Zo is er geen fysieke scheiding van uit- en thuissupporters en zijn er geen aparte calamiteitenroutes etc. De bereikbaarheid zowel per auto als per openbaar vervoer is matig, de parkeermogelijkheden gering (capaciteit 450 pp). Uitbreiding van het aantal parkeerplaat- sen is of zeer kostbaar (ondergronds) of gaat ten kosten van het nabij gelegen groen. De locatie biedt zowel qua ruimte als qua uitstraling nauwelijks mogelijkheden om tot een representatieve vastgoedont- wikkeling te komen, nodig voor een bestendige, gezonde exploitatie. Voor mogelijke investeerders en huurders van skyboxen zijn vergaderruimten en ontmoetingsplekken wenselijk, die nu niet geboden kunnen worden. De commerciële exploitatie van ADO loopt op dit moment tegen zijn grenzen aan. De verdere uitbouw van de commerciële activiteiten wordt belemmerd door de beperkingen die het stadion heeft.

Ten slotte zou een verbouwing van de huidige accommodatie leiden tot problemen met betrekking tot de voortgang van de competitie. Een verbouwing die een tot twee jaar duurt, heeft tot gevolg dat ADO gedurende lange tijd niet in het eigen stadion kan spelen. Het vinden van een tijdelijke alternatieve locatie is, zeker gezien de mogelijke promotie naar de ere-divisie in het komende seizoen, vrijwel onmogelijk, zeker zonder de commerciële exploitatie in die zo kwetsbare periode niet de schaden.

conclusie: De huidige stadionlocatie is niet geschikt voor herontwikkeiing van het stadion conform de nu geldende uitgangspunten voor een modem stadion dat aan aile eisen voldoet

3.3. alternatieve locaties

Door Boer en Croon zijn 4 locaties onderzocht: Harnaschpolder/ Sion 't Haantje, Wateringse Veld, Vlietrand en Ypenburg/ Prins Clausplein. De eerste drie zijn afgevallen omdat de beschikbare ruimte onvoldoende was en/of omdat de locatie niet op tijd vrij zou kunnen komen (andere gemeente, onteigeningsproblematiek etc).

Eind 2001/begin 2002 is een nadere afweging gemaakt voor een viertal locaties rondom het Prins Clausplein. Dit had te maken met de gemeentelijke herindeling waardoor rond het Prins Clausplein meer Haags grondgebied in de afweging kon worden betrokken. De onderscheiden locaties zijn de GAVI-kavel, het Station-Reef, het Forepark (Prime Location) en de Vlietrand. Dit leidde tot een tweede ronde in de afweging voor een geschikte stadionlocatie. Deze locaties zijn beoordeeld op de volgende criteria: oppervlakte, beschikbaarheid, auto-bereikbaarheid, bereikbaarheid openbaar vervoer en de ligging. De uitkomsten van deze locatiebeoordeling zijn weergegeven in onderstaande tabel.

Locatie oppervlakte beschikbaarheid bereikbaarheid bereikbaarheid ligging auto openbaar ver- voer

GAVI-kavel 9 ha +/- - - -

Station-Reef 6 ha - +/- + +

Forepark 6 ha ++ + +/- +

Vlietrand 9 ha - - - +/-

Op basis van dit onderzoek is de "Prime Location" op bedrijventerrein Forepark als voorkeurslocatie naar voren gekomen. Redenen hiervoor zijn onder andere: de goede auto-ontsluiting (via de Donau tweezijdig ontsloten naar Al2 en A4); beschikbaarheid van de locatie, de mogelijkheid tot een snelle ontwikkeling ; de mogelijkheid tot dubbelgebruik van de parkeerlocaties (in combinatie met bedrijven). bereikbaarheid openbaar vervoer. Het niet doorgaan van de zogenaamde sky-shuttle maakt de bereikbaarheid van de GAVI-kavel moeizaam. Het NS station is van minder belang daar de uit-supporters met een bus-combi zullen worden vervoerd. Forepark wordt tweezijdig bediend. De ligging in de Al2 zone betekent voor al deze locaties een voordeel gegeven de regionale betekenis van een nieuw stadion; kijkend naar toegevoegde waarde op in te zetten, of ingezette ontwikkelingen dan scoren stationslocatie en Forepark het hoogste.

De "prime location Forepark" is vervolgens vanuit verschillende invalshoeken gedetailleerd onder de loep genomen. Uit geen van de onderzoeken komen onoverkomelijke belemmeringen naar voren. Een belangrijk aandachtspunt zijn de milieuaspecten. III. Een plan en een bieding; de uitkomst van de aanbestedingsprocedure voor een bouwer / ontwikkelaar

1. de inrichting en proces van selectie en aanbesteding

dB voor-selectie Voor de selectie van een aannemer/ontwikkelaar voor een project van de omvang van een voetbalstadion is een Europese aanbestedingsprocedure vereist. De Stichting Stadion Ontwikkeling heeft daartoe Brink Management & Advies bv, opdracht gegeven deze procedure te begeleiden. Op 16 augustus 2002 heeft de SSO de aanmelding naar de Europese commissie gestuurd. Op de advertentie die daarna is gepubliceerd hebben diverse partijen gereageerd. Deze zijn in een zogeheten 'pre selectie' beoordeeld op hun geschiktheid voor een dergelijk werk. Drie partijen bleken te voldoen aan de gestelde voorwaarden en kregen daarmee toegang tot de tweede fase van de selectie. Deze drie partijen hebben op basis van een daartoe opgesteld inschrijfdocument (onder andere het programma van eisen, zie tjijlage 3, ter inzage, leeskamer) op 6 januari jongstle- den een bieding gedaan in relatie tot een daartoe door partijen vervaardigd ontwerp.

de definitieve selectie; objectieve beoordeling Vervolgens heeft een selectiecommissie bestaande uit deskundige vertegenwoordigers van SSO en gemeente (algemeen directeur DSO, directeur Sport / OCW en adj, directeur HOB/DSO) een keuze gemaakt, daarbij geadviseerd door Brink (het projectmanagement en de advisering) en Aestate (adviseur gemeente, second opinion op Brink). De selectie vond plaats op vooraf vastgelegde kwalitatieve en financiële criteria. Dit heeft geleid tot een keuze voor Ballast Nedam BV als ontwikkelaar/ aannemer.

Overigens heeft de SSO conform een daartoe opgestelde samenwerkingsovereenkomst gedurende deze aanbesteding geopereerd in afstemming met de gemeente. De beoordelingscommissie was unaniem in haar voorkeur voor de partij die zowel kwalitatief als financieel en daarmee economisch gezien het beste bod heeft uitgebracht (zie bijlage 5),

De overeenkomst (zie bijlage 12, vertrouwelijk) Op grond van deze uitkomst Is met Ballast Nedam verder gewerkt aan het opstellen van een concept aanneming/ontwikkelovereenkomst. Deze overeenkomst is in concept gereed. De definitieve ondertekening van de zijde van de SSO hangt af van besluitvorming op onderhavig raadsbesluit.

2. Het resultaat: het plan en de bieding (zie bijlage 4.1. aanbiedingsbrief Ballast Nedam vertrouwelijk in leeskamer en bijlage 4.2 Ontwerp Nieuw Stadion Zwarts en Jansma)

2.1 planologische en stedenbouwkundige toetsing (zie bijlage 6. Stedenbouwkundige en planologische beoordeling)

Het geselecteerde plan steekt zowel kwalitatief als in financieel opzicht met kop en schouder uit boven de twee andere aangeboden plannen. Over de beoordeling van de kwalitatieve criteria bestond in de selectiecommissie een zeer grote mate van eenstemmigheid. Het plan voldoet qua ruimtelijke invulling het best aan de stedenbouwkundige uitgangspun- ten. Zowel een wand aan de Donau als een opvallend object met uitstraling zichtbaar van de rijkswegen. Dit plan is als enige van de drie als een samenhangend geheel vormgegeven, waarbij een duidelijke plaats wordt gegeven aan een voorplein. De architectuur zorgt voor een kwalitatief hoogwaardige uitstraling en draagt bij aan een kwaliteitsimpuls voor de omgeving. De situering van de toren is goed gekozen. Tevens besteedt de plan van Zwarts en Jansma als enige aandacht aan duurzaamheid (grijs water). Als positief punt kan verder nog worden aangemerkt dat dit plan faseerbaar is, dat wil zeggen dat het stadion los van de overige ontwikkelingen gerealiseerd kan worden. Op grond van deze overwegingen scoort deze propositie het hoogst op de volgende criteria: herkenbaarheid, inpassing en positieve impuls. Daarnaast heeft deze partij ook een hoge score op de criteria laagdrempeligheid en duurzaamheid. Buiten een stadion omvat het plan de mogelijkheid om in plaats van een kantorenprogramma (de basis-optie conform de gemeentelijke kaders neergelegd in het inschrijfdocument) een diversiteit aan toegevoegde functies in de sfeer van leisure, kantoren en retail te kunnen realiseren. Dit programma is inmiddels getoetst. Hieruit komt naar voren dat -

9 gegeven de vigerende planologische kaders en de commerciële ontwikkelingen in de nabije omgeving (o.a. Leidschen- veen) - functies in de sfeer van 'dagelijkse benodigdheden', 'mega bioscoop' en casino niet gewenst zijn. Nochtans zijn wij van mening dat een alternatief voor een kantorenprogramma nader onderzocht dient ter worden met het oog op de toegevoegde waarde op het stadion, het Forepark en met het oog op de toekomstige ontwikkeling in de Al 2-zone. Dit onderzoek is inmiddels gestart in overieg met Haaglanden en de Provincie Zuid Holland (o,a. uitwerking Regionaal Structuurplan). De bieding van Ballast Nedam voorziet in een offerte voor de bouw van het stadion en separaat een bieding op de grond voor het aanpalende perceel. Deze bieding staat financieel los van het vastgestelde programma; d.w.z. dat indien wij niet akkoord gaan met de voorgestelde functies zoals winkels en megabioscoop het bod voor de bouw van het stadion toch gestand wordt gedaan.

2.2 Ruimtelijke ordening en milieu

Bestemmingsplan, bouwplan en milieuvergunning

Voor de onhvikkeling van het stadion en de parkeerten-einen zullen de huidige bestemmingsregelingen moeten worden gewijzigd. Deze bestemmingswijziging zal moeten passen in een door het stadsgewest Haaglanden opgesteld uitwer- kingsplan van het Regionaal Structuurplan Haaglanden. Met de voorbereiding van het nieuwe bestemmingsplan en het uitwerkingsplan is inmiddels een aanvang genomen, In het bestemmingsplan worden behalve voor het stadioncomplex ook de bouw- en bestemmingsregelingen opgenomen voor het resterende deel van de "Prime location", de Wegener en de Zegwaardlocatie, Daarbij zullen de milieukundige aspecten aan de orde komen. Rekening houdend met de volledige wettelijke reactie- en inspraakprocedures wordt de vaststelling van het bestem- mingsplan in de gemeenteraad voorzien in juni 2004, waarna nog zes maanden moet worden uitgetrokken voor de goedkeuringsprocedure bij Gedeputeerde Staten. De inzet is dat het bouwplan voor het stadioncomplex separaat aan en voomitlopend op het bestemmingsplan zal worden ingediend. Parallel aan de bouwplanprocedure zal de procedure voorde milieuvergunning worden dooriopen. In het kader van de milieuvergunning verdient het aspect geluidhinder aandacht. Voor het verkrijgen van de milieuvergun- ning zal door de initiatiefnemer de SSO een geluidsonderzoek moeten worden geleverd. Op tïasis van een globale inventarisatie wordt verwacht dat er aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn om de woningen aan de Donau af te schermen. Wanneer blijkt dat dit inderdaad het geval zal zijn worden de kosten ten laste van de initiatiefnemer gebracht. Bij de milieuvergunning en de bouwplanprocedure zal hierop terug worden gekomen. Deze beide vergunningstrajecten zullen volgens planning plaats vinden in de periode mei 2003 tot februari 2004. Als toetsingskader zal onder andere dienen het concept van het uitwerkingsplan RSP.

m.e.r- procedure (zie bijlage 2, aanmeldingsnotitie m.e.r,-beoordeling stadionontwikkeling Den Haag, Tauw bv, 7 mei 2002, ter inzage, leeskamer). Wanneer een toeristisch-recreatieve voorziening meer dan 250.000 en minder dan 500.000 bezoekers per jaar trekt dan moet op grond van de Wet Milieubeheer beoordeeld worden of er een MER rapportage moet worden opgesteld. Bij meer dan 500.000 bezoekers is het opstellen van een MER rapport wettelijk voorgeschreven. Voor de voetbal activitei- ten kunnen maximaal 300,000 - 350.000 bezoekers worden venwacht. Namens de initiatiefnemer is de "voorgenomen activiteit", de bouw van het stadioncomplex, in het kader van de m,e,r, procedure bij het "bevoegd gezag" (college van Burgemeester en Wethouders van Den Haag) formeel aangemeld. Burgemeester en wethouders hebben in hun hoedanigheid van 'bevoegd gezag', besloten (4 maart 2003 , DSO/2002/3535) de m.e.r -beoordeling voor de bouw van het stadion te laten uitvoeren; definitief uitsluitsel hierover zal op korte termijn worden gegeven en aan u gerapporteerd. Bij de aanmeldingsnotitie is een door een extern bureau (Tauw bv) verricht onderzoek opgenomen naar de noodzaak om een MER op te stellen. Dit bleek volgens het externe bureau niet het geval te zijn. Het bureau concludeert dat: "De locatie zelf en de directe omgeving ervan zijn niet gevoelig voor milieu-invloeden. Eris weliswaar sprake van negatieve milieueffecten, maar deze worden als niet emstig nadelig beschouwd. In de verdere besluitvonning (de zelfstandige projectprocedure op basis van de Wet op de ruimtelijke ordening en ven/olgens de milieuvergunning) zijn er voldoende mogelijkheden om met de milieumiddeien rekening te houden, zodat negatieve milieu-effecten zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen." In het onderzoek van Tauw naar de MER beoordeling is in een apart advies aandacht gevraagd voor de luchtkwaliteit.

10 Luchtkwaliteit Sinds 1 juli 2001 is het Besluit Luchtkwaliteit van kracht, gebaseerd op de Europese richtlijn Luchtkwaliteit, Uitgaande van de huidige intensiteiten en de prognoses op de autosnelwegen A4 en Al 2 zullen voor de gehele locatie de normen worden overschreden. Op basis van de volgende criteria wordt door de provincie (Nota Planbeoordeling) bepaald of een bestemming als gevoelig wordt gekarakteriseerd: dagelijks verblijf van 12 uur of langer, de aanwezigheid van gevoelige groepen en het verrichten van fysieke inspanning. Met name dit laatste criterium is bij het voetbalstadion in het geding. Ons inziens is dit criterium niet van toepassing op het voetbalstadion, omdat in het Besluit Luchtkwaliteit expliciet is opgenomen dat het niet van toepassing is op de werkplek. Dat betekent derhalve dat de normen in ieder geval niet gelden voor de voetballers op het veld, omdat zij worden beschouwd als werknemers. Daarbij moet in ogenschouw worden genomen dat het doel van het besluit Luchtkwaliteit is bescherming van de gezondheid van burgers. De extra blootstelling voor publiek en profvoetballers is naaronze mening verwaarioosbaar, en derhalve is de locatie van het stadion uit milieu- hygiënisch oogpunt verantwoord. Gelet op de recente werkingsduur van het besluit zijn er nog geen rechteriijke uitspraken bekend over de uitvoering van het besluit Luchtkwaliteit in vergelijkbare situaties waaruit kan worden afgeleid of deze interpretatie juridisch waterdicht is. Wel is duidelijk dat het regelmatig gebruik van het stadion voor amateursport uit oogpunt van de luchtkwaliteit niet is toegestaan. Gelet op het gegeven dat op 19 februari jongstleden bij de vaststelling van het streekplan Zuid Holland West expliciet is gespn^ken over de vestiging van het Nieuwe Stadion op Forepark en waariiij is aangegeven dat een sportpari( ter plekke aanvaardbaar is, gaan vtnj er van uit dat het gebmik van het stadion voor profvoetbal ook voor de provincie uit milieu-oogpunt aanvaardbaar is,

2.3. financiële toetsing (zie ook V: dekkingsplan)

De bieding voor de bouw van het stadion, is binnen de raming zoals die door Brink - op basis van het opgestelde programma van eisen - was gemaakt. Reeds bij deze opstelling is door de SSO gekozen voor een capaciteit van 15000 bezoekersplaatsen, naar aanleiding van een kostenraming op basis van een referentieontwerp. De bieding voor de belendende vastgoedontwikkeling binnen het stadioncomplex is marktconform. Met Ballast Nedam is daarbij vastge- steld dat de geboden grondwaarde geldt als bodemprijs in afwachting van een definitieve bepaling van het te realiseren programma rond het stadion, 2.4. conclusies

Met het oog op het voorgaande stelt het college vast dat de aanbestedingsprocedure een positief resultaat heeft gehad. Er is een plan uit de bus gekomen waar de stad trots op kan zijn. Bovendien blijven de bouwkosten binnen de raming die de basis was voor de gereserveerde gemeentelijke bijdrage in het beleidsprogramma 2002-2006. De concept-overeenkomst voor de realisering van het stadion en directe omgeving valt qua risico binnen aanvaardbare grenzen (zie verder V: dekkingsplan). De voorgestelde functionele invulling van de ruimte rond het stadion is op onderdelen niet haalbaar; een passende invulling zal onderzocht worden in het kader van een ontwikkelingsvisie voor de "Al2-zone" en de uitwerking van het Regionaal structuurplan voor dit gebied.

IV. Veiligheidsplan en Parkeerplan

1. Het veiligheidsplan (zie ook bijlage 7: het veiligheidsplan)

1.1. inleiding

De afgelopen periode hebben politie, brandweer en GGD/GHOR gezocht naar oplossingen en maatregelen om de veiligheid rond het stadion te garanderen. Het bijgevoegde veiligheidsplan geeft een overzicht van de oplossingen en de

11 mogelijke alternatieven en nader uit te werken punten voor het vervolg. Het veiligheidsplan gaat met name in op de maatregelen in de omgeving van het stadion, en in het bijzonder op veiligheidsrisico's zoals deze zijn benoemd in het raadsbesluit van 27 juni 2002. Dit zijn de bereikbaarheid van het stadion, vrije aanrijdroutes, inrichting omgeving stadion en parkeren. Alvorens in te gaan op de te nemen maatregelen moet het volgende worden opgemerkt. De huidige bereikbaarheid en doorstroming op het lokale wegenstelsel in het Forepark staat al behooriijk onder druk. Dat geldt met name in de dagelijkse splts-tijden. Nog afgezien van de komst van het nieuwe stadion is een verbetering van het lokale wegenstelsel noodzakelijk. Bovendien noodzaakt de huidige dmk op het lokale wegenstelsel tot het realiseren van aparte aanrijdroutes, tevens zogenoemde calamiteitenroutes, voor de hulpdiensten (politie, brandweer en ambulance). Het realiseren daarvan houdt niet alleen verband met het realiseren van een stadion; de ontsluiting, bereikbaarheid en doorstroming verkeer komt ook de veiligheid van het gehele gebied ten goede.

1.2. inhoud, te nemen maatregelen

Bereikbaarheid

Mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan is het stadion voldoende bereikbaar, i.c binnen 1 uur na de wedstrijd kan het verkeer op een veilige wijze worden afgewikkeld. De voorwaarden hebben betrekking op het opheffen van knelpunten in de weginfrastmctuur, het vrijhouden van de Donau van parkeren, busvervoer voor uitsupporters en het reguleren van de vervoersstromen via een actief verkeers-en vervoersmanagement o.l.v. en op kosten van ADO Den Haag. De supporters van de bezoekende vereniging zullen alleen met de bus komen (combi-kaart) en via een aparte route aanrijden. In het plan worden de volgende te nemen maatregelen voorgesteld:

aanpassing weginfrastructuur, waaronder kruising Donau/Laan van Ypenburg, afrit Al2 (Nootdorp), aansluiting Donau/A4, rotondes Donau bij Tiber en Theems, actieve personeelsinzet (parkeerbeheer) opzetten vervoers- en verkeersmanagement

Noodzakelijk in acht te nemen voorwaarden in verband met auto-bereikbaarheid en -doorstroming zijn:

1. Op wedstrijden in ieder geval geen parkeren van auto's op de Donau toegestaan 2. Geen wedstrijden in het stadion tijdens de avond-spits op werkdagen 3. Een verplichte routing van auto's naar de te realiseren parkeeriocaties

4. Een deugdelijke bewegwijzering vanaf de rijkswegen naar de parkeeriocaties

Bereikbaarheid stadion voor het langzame verkeer

Voetgangers Voetgangers/supporters vanaf de parkeer-locaties en de OV-haltes gaan zoveel mogelijk via de bestaande infrastmc- tuur richting stadion, waarbij uit een oogpunt van veiligheid is gekozen voor de minst kwetsbare routes (aan de achterzijde van de aanwezige bedrijven). De voet- en fietspaden behouden ook op wedstrijddagen hun openbare functie. Teneinde deze functie en de veiligheid voor alle verkeersdeelnemers te kunnen waarborgen zal de supportersstroom professioneel moeten worden begeleid vanaf de haltes via de voet- en fietspaden naar het stadion. Over de exacte invulling van begeleiding zullen in het beheersconvenant tussen ADO Den Haag en de gemeente Den Haag afspraken worden gemaakt. Door de keuze van de routes en begeleiding supporters kunnen de voorzienbare risico's in voldoende mate worden afgedekt. F/etsers Op basis van de modal split bezoekers wordt bij een bezetting van 70% van het stadion rekening gehouden met ca. 850 tot 900 (brom)fietsers. Het overgrote merendeel daarvan heeft zijn of haar herkomst binnen een straal van 10 km van het stadion, vooral uit Den Haag, De in 2005 bestaande weginfrastmctuur is in voldoende mate berekend op het beperkte aanbod van (brom)fietsers uit Den Haag en omliggende gemeenten richting het stadion. Door het treffen van verkeersmaatregelen en zo nodig begeleiding is het zeer wel mogelijk (brom) fietsers uit Oud-Voorburg te weren.

12 De plannen van het Stadsgewest Haaglanden voor verbetering en uitbreiding van fietsroutes in de komende Jaren draagt op een positieve manier bij aan zowel een goede bereikbaarheid van het stadion voor (brom)fietsers als het voorkomen van (extra) overiast in Oud-Voorburg. In het gepresenteerde plan is in het stadiongebouw een fietsenstalling opgenomen met een capaciteit van 750 plaatsen. Ter stimulering van het fietsgebmik wordt ingezet op een totale capaciteit van 1500 fietsstallingsplaatsen.

Bereikbaarheid stadion met het openbaar vervoer Op basis van de modal split bezoekers stadion zullen bij een bezettingsgraad van 70% van het stadion ca, 1700 personen met het openbaar vervoer naar het stadion gaan. De bereikbaarheid van het stadion is als volgt: De lijnen 33 en 42 stoppen in de directe omgeving van het stadion (ca. 200 meter). Vanuit Den Haag Zuidwest is de reistijd, inclusief één overstap, ca. 45 minuten tot aan het stadion. De lijnen 33 en 42 bieden een goede OV-mogeliJkheid voor supporters uit Den Haag, Rijswijk en Zoetermeer. De toekomstige uitbreiding van het OV vanaf medio 2006 biedt een nog beter perspectief voor bezoekers van het stadion die met het OV komen: NS-station Ypenburg is beschikbaar vanaf medio 2006 Randstadrail is beschikbaar vanaf medio 2006 - Buslijn 19 is beschikbaar vanaf medio 2006.

De te realiseren haltes liggen op ca, 1.000 meter vanaf het stadion, derhalve op ca, 10 minuten loop-afstand van het stadion. Wanneer de toekomstige OV-voorzieningen zijn gerealiseerd zal het gebruik van het OV door supporters worden gestimuleerd, door bijv, een (al dan niet verplichte) combi-kaart die entree geeft tot zowel het stadion als het OV. De verwachting is dat een OV-aandeel van 30% van de thuissupporters en werknemers te bereiken valt. Vooralsnog wordt bijvoorbeeld met het plannen van het aantal parkeerplaatsen rekening gehouden met een aandeel van 20%.

tijdelijke situatie Indien het stadion conform huidige planning in de tweede helft van 2005 in gebruik zal worden genomen zal het dan nog een periode van een Jaar duren alvorens station Ypenburg en de haltes van Randstadrail later in gebruik worden genomen. In deze periode zal er een tijdelijke voorziening voor vervoer van supporters getroffen worden door speciaal vervoer met pendelbussen en groepsvervoer vanuit diverse locaties in Den Haag. In het conve- nant tussen ADO en de gemeente Den Haag worden hierover afspraken gemaakt.

Bereikbaarheid van het stadion voor gastbezoekers Het uitgangspunt is het visueel en fysiek scheiden van gast- en thuissupporters. Dit uitgangspunt heeft betrekking op zowel het vervoer naar en van het stadion als in het stadion. Voor de gastsupporters is een combi-kaart (entreebewijs en verplicht groepsvervoer per bus) verplicht. Deze verplichting is een hard uitgangspunt. De 20 bussen (een aantal gastsupporters van maximaal 1000) zullen vla een route (moeten) rijden die de kans op een ontmoeting en/of confronta- tie tussen gast- en thuissupporters zo klein mogelijk maakt. (NB Niet bij iedere thuis-wedstrijd van ADO zal overigens sprake zijn van het maximale aantal gast-supporters), In beginsel zijn er twee mogelijkheden voor het (verplichte) bus-vervoer van de gast-supporters, te weten: 1 Vanaf de rijksweg via de Donau naar het stadion 2 Vanaf de rijksweg A4, afslag Leidschendam, via de Westvlietweg en de tunnels onder de A4 naar het stadion. Voor route 2 geldt als voorwaarde dat de 3 tunnels onder de A4 aangepast moeten worden, in de zin van het verdiepen van het weggedeelte waardoor het mogelijk is dat bussen die tunnels kunnen passeren (de bestaande tunnels moeten dan 4,5 meter hoog zijn). Het hanteren van het uitgangspunt van visueel en fysiek scheiden van gast- en thuis-suppor- ters leidt tot de conclusie dat route 2 uit overwegingen van veiligheid een voorwaarde is. Het vervoer van gastsupporters per bus zal vanaf de rijksweg richting stadion begeleid moeten worden door de politie om de veiligheid van zowel reguliere weggebmikers als de supportersbussen te kunnen garanderen. De bussen (maximaal 20) van gastsupporters zullen binnen het stadioncomplex zodanig worden opgesteld dat er sprake is en blijft van een visuele en fysieke scheiding van gast- en thuissupporters. De bussen zullen via een door hekken afsluitbare toegangsroute het terrein van het stadion op- en afrijden en aldaar in een van andere bezoekers/supporters afgescheiden i.c, niet toegankelijke ruimte (de zogenoemde bussluis) worden geparkeerd. De zogenoemde bussluis is aan twee zijden te ontsluiten en is ook via twee zijden aanrijdbaar i.c, heeft aansluiting op de openbare weg. De gastsupporters zullen vanuit de bussen rechtstreeks naar hun zitplaatsen op de

13 tribunes gaan, zonder dat er sprake is van een ontmoeting met de thuissupporters. In het programma van eisen van het te realiseren stadion is dit als uitgangspunt gesteld,

aanriydrot/tes Om een veilig en adequaat handelen van de hulpdiensten in geval van incidenten, calamiteiten en grootschalig optreden te kunnen garanderen is de beschikbaarheid van tenminste twee vrije aanrijdroutes noodzakelijk. De oplossing wordt gevonden in een te verbreden en te verzwaren fietsroute Nieuweveensepad (zowel langs de Al2 als onder de A4 naar Voorburg). Deze route zal niet alleen een bijdrage moeten leveren aan de veiligheid van het stadion, maar ook voor het achtste stadsdeel. Het is namelijk van belang dat Leidschenveen (en Ypenburg) in geval van calamiteiten op meerder manieren een snelle verbinding krijgen met de stad. Er moet voor de hulpdiensten een alternatief voor de Donau geboden kunnen worden voor het aanrijden van de stad naar Leidschenveen en vice versa. Een aanrijdroute zal tevens worden gebruikt door de bussen van de bezoekende vereniging. De volgende maatregelen worden voorgesteld: verzwaring en verbreding van het Nieuweveense pad aanleg van twee afsluitbare bmggen (achter het stadion) verdieping fietstunnels onder de A4,

overige veiligheidsmaatregelen (zie veiligheidsplan, bijlage 7) Aan de inrichting van de directe omgeving zijn diverse eisen gesteld. Het gaat daarbij o.a. om het opnemen van een obstakelvrije omloop rondom het stadion, het reserveren van ruimte voor een voorplein aan de zuidzijde van het stadion. Overigens zijn ook vanuit veiligheid inrichtingseisen binnen het stadion in het programma van eisen opgeno- men (bijvoorbeeld bussluis, commandoruimte, compartimentering). In het kader van de bouwaanvraag wordt het programma van eisen ten aanzien van het stadion nog getoetst. Verder onder andere: verbeteren fysieke afscheiding van de woonwijk de Lanen (o.a, sloten doortrekken) verbeteren/aanleggen voetpaden naar stadion - parkeren weren op Donau voorplein aan de zuidzijde van het stadion parkeren Vanuit veiligheidsoptiek is het van belang dat in de definitieve situatie voldoende parkeerplaatsen binnen een straal van 750 meter worden aangeboden. Het parkeerplan (zie IV.2) voorziet daarin, In het parkeerplan wordt een aantal van maximaal 3800 parkeerplaatsen aangeboden, hetgeen een verveelvoudiging is van het huidige aanbod in het Zuider- park (450 p.p.). Verder is van belang dat de parkeerplaatsen geconcentreerd rondom het stadion worden gesitueerd en dat een zodanig vervoers- en parkeermanagement wordt opgezet dat parkeren buiten de daarvoor bestemde parkeer- plaatsen wordt voorkomen. De volgende maatregelen worden voorgesteld (zie ook IV,2): aanleg van voldoende permanente parkeerplaatsen op de volgende locaties: Prime location, "Rest Wegener", "Zegwaard", stationslocatie Ypenburg en aanleg tijdelijke parkeerplaats op de GAVI-kavel zolang de "Zegwaard" locatie nog niet beschikbaar is, - onderzoek naar (mede) gebruik van diverse particuliere locaties opzetten vervoers- en verkeersmanagement met combi-parkeerkaart

1.3. maatschappelijk draagvlak

Er zijn over de veiligheidsproblematiek verschillende informatie-/discussieavonden avonden gehouden met ondeme- mersvereniging Forepark, bewoners en ondernemers uit Ypenburg, Leidschenveen, Forepark, Voorburg. Daarnaast zijn enkele nieuwsbrieven huis-aan-huis verspreid in Leidschenveen en een deel van Ypenburg en Voorburg, Ook zijn de plannen gepresenteerd aan de college's van Pijnacker-Nootdorp, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk (tweemaal presentatie in raadscommissie van Leidschendam-Voorburg). Zoals blijkt uit het bijgesloten reactierapport is een aantal voorstellen goed gevallen en zijn er tegelijkertijd nog (veel) twijfels over de uitvoering van de voorgestelde maatregelen.

Een aantal principes wordt doorgaans wel onderschreven zoals de combi-regeling waarbij de uitsupporters met bussen, via een aparte route tot in het stadion worden geleid;

14 het principe van een combi-parkeerkaart, waarbij de ADO/Den Haag supporters die met de auto komen, van te voren een route naar een vastgelegde parkeerplaats krijgen aangeboden. De belangrijkste route zal via de Al2 en de Donau lopen; het deels vrijhouden van de Donau en achtergelegen gebieden van parkeren en grote voetgangersstromen. De voetgangers vanaf de zuidzijde lopen - zodra de "Zegwaard" locatie beschikbaar Is - achter de bedrijven langs; het nieuwe stadion zal primair getimikt worden als voetbalstadion.

conclusie: Van meet af aan zijn wij ons bewust geweest van het feit dat de veiligheidsaspecten een belangrijke rol spelen voor de acceptatie van het stadion. Daar en boven speelt voor ons ook de ambitie om Juist op het aspect veiligheid een nummer 1-stadion te realiseren. Met de totstandkoming van het veiligheidsplan menen wij een eerste belangrijke stap te hebben gezet om deze ambitie te verwezenlijken.

motie rv39(2002) ln dit kader rekenen wij ook op draagvlak bij onze buurgemeenten en de provincie. Ondanks de positieve maatschappe- lijke regionale betekenis van een modem stadion is er nochtans een beperkte appreciatie voor ons initiatief, met name uit oogpunt van de veiligheidsaspecten bij inpassing op het Forepark. Daarmee is er ook (nog,,.) geen sprake van een materiële bijdrage van onze buren. Dit kan nog komen. We zullen de gemeenten in Haaglanden interesseren voor de huur van Business-ruimte dan wel business-stoelen. De provincie heeft overigens ingestemd met de komst van het stadion op het Forepark.

2 Het parkeerplan (zie ook bijlage 8)

2.1. inleiding

Ten behoeve van bezoekers van het stadion is voldoende parkeergelegenheid vereist om te voorkomen dat er - op grond van mimtegebrek - de belendende woonbuurten en bedrijventerrein met ongecontroleerd parkeren worden belast. Bij een vast stelsel van parkeerplaatsen is het mogelijk door middel van koppelverkoop van toegangs- met parkeerkaar- ten en door parkeermanagement ter plaatse o.a, door de inzet van stewards het parkeren geheel gereguleerd te laten veriopen (Daar zijn inmiddels goede voorbeelden van o.a. bij FC, Utrecht en NAC-Breda), Daar het hier gaat om een omvangrijke parkeerbehoefte gedurende een beperkte tijdsperiode, is bij het onderzoek naar mogelijke parkeerterreinen ook gekeken naar de mogelijkheden van meervoudig gebruik om het rendement op de investeringen voor het parkeren te verhogen. In dit parkeerplan zijn de potentiële parkeeriocaties ten behoeve van het parkeren van stadionbezoekers onderzocht op omvang, geschiktheid en beschikbaarheid en zijn de aanleg/ gebruiks kosten geraamd. De daadwerkelijke beschikbaar- heid van de particuliere locaties, alsook de mogelijkheden voor exploitatie en beheer kunnen pas na het vooriiggend raadsbesluit over het stadion worden onderzocht inmiddels is er al de bereidheid voorde beschikbaarstelling van 1000 pp. geuit

2.2. de behoefte aan parkeerplaatsen

Bij de behoeftebepaling (Bereikbaarheid rapportage Bureau Goudappel Coffeng, (zie bijlage 9 ter inzage, leeskamer d.d, 8 mei 2002) is nog uitgegaan van een stadion met een capaciteit van 18,000 bezoekers met een gemiddeld stadionbezoek van 14,000 bezoekers met drie keer per Jaar een uitverkocht stadion. Dit leverde een behoefteraming van 4.300 parkeerplaatsen op. Inmiddels is de stadioncapaciteit beperkt tot 15.000 bezoekers maximaal. Uitgaande van 15,000 bezoekers en een bezettingsgraad van 70% is het gemiddeld aantal bezoekers gesteld op (afgerond) 11.000 per wedstrijd, inclusief het aantal aanwezige werknemers. Drie tot vier maal per Jaar wordt rekening gehouden met een geheel uitverkocht stadion. Op basis van algemene ervaringscijfers (Bureau Goudappel Coffeng, Aestate bv en een benchmark met andere stadions) is de definitieve parkeerbehoefte bij een bezettingsgraad van 70% gesteld op 3164 parkeerplaatsen. Wanneer wordt uitgegaan van een bezettingsgraad van 100% is de parkeerbehoefte 4374 parkeer- plaatsen. Voorgesteld wordt om in de uiteindelijke situatie tenminste 3500 en maximaal 3800 vaste parkeerplaatsen te realiseren in de directe nabijheid van het stadion. Hiermee wordt zowel in absolute als in relatieve zin in een aanzienlij-

15 ke toename van het parkeeraanbod bereikt in vergelijking met de situatie in het Zuiderpark (450 p.p.). Bij een bezetting van 70% van het stadion kan aan alle automobilisten een parkeerplaats worden gegarandeerd. Bij een bezetting van 100% van het stadion is er een tekort aan 874 parkeerplaatsen. Er wordt echter vanuit gegaan dat binnen enkele Jaren het OV aandeel zal stijgen van 20% naar 30%, waardoor het aantal benodigde parkeerplaatsen terugloopt van 4374 naar 3800. Bovendien is hierbij nog geen rekening gehouden met eventuele beschikbaarheid van particuliere locaties. Daarnaast zijn er verschillende pendelmogelijkheden.

2.3. het aanbod van mogelijke parkeerlocaties

Er zijn 3 soorten locaties onderscheiden: zeker beschikbare parkeerterreinen, mogelijke parkeerterreinen in de directe omgeving op loopafstand en mogelijke pendellocaties. Het aanbod ziet er dan als volgt uit:

Soort parkeerplaatsen Locaties Aantal plaatsen Zekere parkeerplaatsen Rond het stadion 720 'rest - Wegenerterrein' 280 Taagterrein 500 Totaal zekere parkeerplaatsen 1500 Mogelijke parkeerplaatsen Zegwaardterrein 2000 - 2300 Rond Station Ypenburg 700 - 1.800 Particuliere locaties rond stadion 675 - 875 Totaal mogelijke parkeerplaatsen 3375 - 4975 Mogelijke pendellocaties Gavi kavel 2.300-3,500 Particulier pendellocatie 700 - 1.000 Kavel deelgebied 24 350 Totaal mogelijke pendellocaties 3350 - 4850

Hierbij dient opgemerkt te worden dat met de particuliere eigenaren nog geen contact is geweest over mogelijk gebruik van de locaties t.b.v. stadionbezoek. Op de particuliere locatie Zegwaard (voormalige vuilstort) is vooruitlopend op de definitieve parkeeriocatiekeuze het voorkeursrecht gevestigd. De eigenaar heeft te kennen gegeven niet mee te willen werken aan een vrijwillige verkoop van zijn perceel als parkeerterrein en heeft de gemeente ingezet op een onteige ningsprocedure. relatie met veiligheidsplan Het parkeerplan heeft een relatie met het veiligheidsplan. Geformuleerde uitgangspunten zijn onder andere dat parkeren zoveel mogelijk geconcentreerd en gebundeld rond het stadion plaatsvindt en er een maximale loopafstand van 750 meter is. Vanuit deze uitgangspunten zijn de locaties rondom het stadion en de Zegwaard locatie te prefereren. Indien onverhoopt onvoldoende parkeergelegenheid in de directe omgeving beschikbaar is, dan dient een parkeerioca tie op grotere afstand met inzet van pendelbussen gerealiseerd te worden.

2.4. conclusie Op basis van het voorgaande trekken wij de conclusie dat het mogelijke aanbod aan parkeerterreinen ruim voldoende is om 3500 tot 3800 parkeerplaatsen te realiseren. Bij een bezetting van 70% van het stadion kan aan alle automobilisten een parkeerplaats worden gegarandeerd. Er wordt een hiermee een aanzienlijke uitbreiding van het parkeeraanbod bereikt ten opzichte van de huidige situatie in het Zuiderpark.

De keuze voor de terreinen die ingezet zullen worden voor het stadion-parkeren is afhankelijk van de mogelijkheid om ze beschikbaar te krijgen (de particuliere terreinen) en de exploitatiemogelijkheden van de overige. Vooralsnog wordt voorgesteld de terreinen aan te wijzen waarover met zekerheid beschikt kan worden, opdat daarmee de maatschappelij ke onzekerheid over dit onderwerp kan worden ondervangen. Het betreft de terreinen rond het Nieuwe Stadion, het Wegeneren Taag terrein, rond de vastgoedontwikkeling bij het station Ypenburg, en op de GAVI - locatie (tijdelijk).

16 Omdat nog een Jaar beschikbaar is alvorens de uitvoering van de parkeerterreinen ter hand te nemen zal onderzocht worden of een efficiëntere terreinkeuze mogelijk is, overigens in combinatie met en uitwerking van het parkeer-en vervoersmanagement. Indien dit zo blijkt te zijn zal hierover aan de raad worden gerapporteerd.

2.5. Parkeer- en vervoersmanagement Een groot aantal vragen en opmerkingen uit de informatieavonden van bewoners en ondernemers, van hulpdiensten en eveneens bij diverse bestuuriijke besprekingen in Den Haag en omliggende gemeenten heeft te maken met autorouting naar en van de parkeerplaatsen, loopstromen van en naar het Nieuwe Stadion en de veiligheid en bereikbaarheid van de bedrijfsterreinen en woongebieden. In zowel het parkeer- en veiligheidsplan zijn hiervoor de contouren geschetst. Dit vraagt echter nadere uitwerking bij de definitieve locatiekeuze voor parkeren, zowel met verantwoordelijke hulpdien sten, de gebruiker van het stadion als mogelijk begeleider van groepen supportersstromen en met bedrijven en bewoners in de omgeving. Hiertoe zal de komende tijd een parkeer- en vervoermanagement-plan opgesteld te worden.

2.6. financiële consequenties

Met het oog op het maatschappelijk belang zekerheid te verschaffen over een afdoende parkeervoorziening voor het stadion is - financieel gezien - vooralsnog een maximale oplossing gekozen. Daarmee is een bedrag gemoeid van maximaal €7,3 min. In de uitwerking van het parkeerplan verwachten wij minimaal €4,1 min. daarvan rendabel te kunnen maken en/ofte kunnen besparen. Door zowel de exploitatiemogelijkheden te benutten voor nieuwe commercië le ontwikkelingen en benutting van het nieuwe station Ypentiurg (bijv. als transferium) naast een besparing door gebruik te kunnen maken van reeds bestaande locaties kan dit worden bereikt. Dan resteert daar een onrendabele top van maximaal € 3,2 min, welke ten laste zal worden gebracht van het bouwbudget nieuw stadion.

V. Zakelijke aspecten: posities SSO en Gemeente, risicobeperking, financiële paragraaf

1. inleiding en voorgeschiedenis

De bouw en exploitatie van een voetbalstadion is niet rendabel. Daarmee is de financiële haalbaarheid van een nieuw stadion afhankelijk van een bijdrage van de overheid. Deze bijdrage kan verschillende vormen aannemen. In de voorgeschiedenis van dit nieuwe Haagse stadion zijn verschillende vormen aan de orde geweest. In eerste instantie werd gedacht aan een gebiedsontwikkeling op het zogenaamde GAVI-terrein waamit de financiering van het stadion bekostigd zou moeten kunnen worden. De formule was dat zou worden ingezet op een aanbesteding die niet alleen de voorziene grondwaarde ten behoeve van de vastgestelde bestemming moest opleveren, maar daarboven ook de bouwkosten voor een nieuw stadion. Met de wijziging van de locatie naar het Forepark is in eerste instantie (raadsvoorstel van febmari 2002) doorgegaan langs deze weg door de financiering van het stadion te bekosti gen uit een verzameling grondexploitaties In de directe omgeving van het nieuwe stadion en die verband houden met de achter te laten locatie op het Zuiderpark. Deze wijze van bekostiging is in feite een indirecte vorm van subsidiering via grondwaarden die niet toevloeien naar de algemene middelen van de gemeente maar naar de initiatiefnemer van het nieuwe stadion. De financiering van het stadion is daarbij niet transparant en de risico's staan verdekt opgesteld in termen van mogelijke en te behalen grondopbrengsten in de toekomst. Met het beleidsprogramma 2002-2006 is gekozen deze subsidiering, 'door de voordeur' te laten plaatsvinden: de kosten van het stadion en de gemeentelijke bijdrage daarbij zijn direct zichtbaar en controleerbaar en beter beheersbaar; de grondexploitaties blijven binnen de gebruikelijke kaders (reserve grondbedrijf) en ook zichtbaar en controleerbaar, maar op hun eigen merites. In het dekkingsplan (zie 6) wordt langs deze weg aangegeven op welke wijze de gemeente financieel betrokken is bij de realisering van het nieuwe stadion. Daaraan voorafgaande (2) wordt ingegaan op de positie van de gemeente en die van de Stichting Stadion Ontwikkeling (SSO), mede in relatie tot 'lessen van elders'(3). Daarbij komt aan de orde de inperking van het gemeentelijk risico door de grondposities (4) en de toetsing op de Europese regelgeving inzake staatssteun (5).

17 2. privaat initiatief met een groot maatschappelijk belang; de rol van de Stichting Stadion Onhvikkeling

Reeds eerder in dit voorstel is aangegeven dat een nieuw stadion voor betaald voetbal door ons gezien wordt als onderdeel van de noodzakelijke maatschappelijke infrastructuur van onze stad. Betaald voetbal is echtereen private bedrijfsactiviteit die op zich los staat en los behoort te staan van directe bemoeienis van de overheid. Het initiatief voor het Nieuwe Stadion is daarom ingezet vanuit een private stichting SSO die daarmee bouw en exploitatie van het stadion ter hand zal nemen en als huisbaas van ADO zal optreden. Het stadion zal daarbij als accommodatie ook beschikbaar blijven voor activiteiten die van belang zijn voor het maatschappelijk functioneren van de stad o.a. als regeringsstad (waarbij het accommoderen van grootschalige bijeenkomsten een noodzaak is). Overigens zullen dat niet grootschalige popconcerten e.d. zijn omdat daar grotere stadions als het Feyenoord stadion in Rotterdam en de Arena in Amsterdam voor beschikbaar zijn. Het stadion is primair een voetbalstadion, maar dit betekent niet dat er geen andere activiteiten kunnen plaatsvinden. Daarbij kan gedacht worden aan het houden van publieke manifestaties (zie ook hieronder). Er is echter ook sprake van een commerciële spin-off: de stad als product wordt completer en beter te promoten maar ook wordt er een voorziening geboden waar ondememers profijt van kunnen trekken. Dit dient zich te vertalen in een bijdrage in investering en exploitatie die door 'de markt' wordt gedragen. De motie rv 133/02 maakt daar terecht gewag van. De Stichting Stadion Ontwikkeling heeft daartoe een verplichting op zich genomen om een deel van de investering + 'loopplank' privaat te financieren.

Multifunctionaliteit van het stadion

Het aspect 'multifunctionaliteit' van het stadion is belangrijk in de discussie over exploitatie en inpassing in de omgeving van het stadion. Ter verduidelijking het volgende: a. het stadion is een voetbalstadion. Dit betekent dat de inrichting en exploitatie gericht zijn op voetbalwedstrij- den en daarmee samenhangende activiteiten. Voor de exploitatie is dus geen andere vorm van gebruik nodig. b. het stadion als onderdeel van de maatschappelijke infrastructuur van onze stad. Daarmee wordt bedoeld dat het stadion gebruikt moet kunnen worden voor niet commerciële publiekseve- nementen, die van belang zijn voor het maatschappelijk en cultureel functioneren van de stad. Dit is overi- gens ook een legitimatie voor het verlenen van financiële steun cf. Europese regelgeving. Bij een dergelijk gebruik vait te denken aan sportgala's, voorlichtingsbijeenkomsten, bijeenkomsten van maatschappelijke organisaties, culturele of religieuze bijeenkomsten, e.d. c. het stadion als commercieel te exploiteren bouwwerk, naast de voetbalgebonden exploitatie. Hier valt te denken aan promotionele manifestaties voor het bedrijfsleven, commerciële muziekconcerten, e.d. Sommige van deze vormen van exploitatie worden echter niet rendabel geacht omdat daar extra investe- ringen voor nodig zijn (bescherming van de voetbalvoorzieningen, extra geluids en veiligheidsvoorziening- en, e.d.). Deze extra investeringen zijn niet verantwoord i.v.m. de beperkte omvang van het stadion in relatie tot zijn concurrentiepositie met Kuip (R'dam) en ArenA (A'dam) waar veei meer bezoekers dus opbrengsten kunnen worden gegenereerd. Overigens is bij dergelijke manifestaties een evenementenvergunning vereist.

3. lessen van elders

De laatste tijd is er veel publiciteit rond de financiële problemen van voetbalstadions en voetbalclubs. In veel gevallen is sprake van tegenvallende verwachtingen van de exploitatiemogelijkheden van het stadion waardoor de begroting van de voetbalclub te zwaar onder druk komt te staan. Het Gelredome in Arnhem is hiervan een voorbeeld. Andere voorbeelden betreffen de eigendomssituatie en de mate van betrokkenheid en zeggenschap in de periode na oplevering van een nieuw stadion. Recentelijk hebben de gemeentebesturen van Breda en Nijmegen aangekondigd dat zij het stadion willen kopen om daarmee de financiële positie van de voetbalclubs weer gezond te maken. Daar tegenover staat dat de clubs (NAC en NEC) huur gaan betalen, die binnen de mogelijkheden van de clubs liggen, In Groningen heeft de raad aldaar in januari jl. een voorstel aangenomen om de ontwikkeling van een nieuw stadion voor FC Groningen als onderdeel van het Euroborgcomplex mogelijk te maken. De gemeente verstrekt daartoe een lening aan de NV Euroborg die door FC Groningen via de huur binnen de door de club aangegeven financiële grenzen zal worden

18 terugbetaald. De gemeente Groningen zal na oplevering Jaariijks een financiële bijdrage leveren voor het onderhoud van het stadioncomplex, In genoemde gemeenten is daarmee niet alleen een basis gelegd voor een nieuwe toekomst, maar blijven die gemeenten voor vele jaren financieel en daarmee toch ook bestuuriijk nauw verbonden met hun voetbalclub.

4. Haagse keuze

4.1. op afstand

Ons college kiest niet voor de voorbeelden van elders. Wij vinden het noodzakelijk financieel bij te dragen aan de totstandkoming van een nieuw voetbalstadion als voorwaarde om in onze stad en regio betaald voetbal te kunnen accommoderen inclusief het beschikken over een grootschalige accommodatie waar ook andere sportieve of maat schappelijk van belang zijnde evenementen kunnen plaatsvinden. Daamaast kiezen we voor een beperkte gemeentelij ke bemoeienis respectievelijk een zo groot mogelijke autonomie van de SSO, gepaard aan voldoende zekerheden voor de gemeente om te voorkomen dat wij het stadion op enig moment zouden moeten temgkopen inclusief een op het vastgoed mstende schuldenlast. Een en ander wordt bereikt langs twee lijnen: de wijze van financiële bemoeienis met de financiële aspecten en de wijze waarop de vastgoedposities zijn bedacht.

4.2. gemeentelijke financiële bemoeienis Wij zijn bereid het onrendabele deel van de investering van een nieuw stadion af te dekken en daarmee de exploitatie door SSO mogelijk te maken. Daarbij zal de SSO - conform het advies Boer en Croon - zich ontpoppen als een holding waarbij de exploitatie en beheer van het stadion (de Stadion Exploitatie BV) ten goede kan komen aan verdere groei van de voetbalclub (de werkmaatschappij voetbalclub), maar daar niet als voetbalclub aan ten onder kan gaan. Op deze wijze verkrijgt ADO Den Haag een goede uitgangssituatie om, zonder een te zware huisvestingslast en los van verdere gemeentelijk financiële zorg, zich te kunnen ontwikkelen. De rol van de gemeente zal daarbij zoveel mogelijk beperkt blijven tot een control functie tijdens de realisatie en een dubbel functie als verhuurder en als toezichthouder (op afstand) op de stadionexploitatie vanwege onze relatief omvangrijke bijdrage aan de financiering van het stadion (zie ook 4.3). Tevens willen wij een toezichthoudende functie met het oog op inperking van het risico op onverantwoorde verplichtingen.

4.3. vastgoedposities gemeente en SSO Om te voorkomen dat situaties, waarbij een schuldpositie op het vastgoed in combinatie met een faillissement van de stadionexploitant, zou kunnen leiden tot een sluiting of vervreemding van het stadion (zie bij FC Utrecht) - met in het uiterste geval een temgkoop door de gemeente teneinde de voetbalclub te kunnen laten spelen - is gekozen voor de volgende verdeling van vastgoedposities tussen de gemeente en de SSO. De grond wordt in eeuwig durende erfpacht uitgegeven aan de SSO, behoudens een appartementsrecht dat bij de gemeente blijft. Dit gemeentelijk appartements recht omvat het voetbalveld, de omliggende passage, de tribunes en de kleedkamers. De gemeente verhuurt deze vervolgens weer aan de SSO. Daarmee waarborgt de gemeente dat het stadion als publieke voorziening gebmikt kan blijven worden en dat de gemeente niet in een positie kan komen om dit deel van de accommodatie opnieuw te moeten betalen.

4.4. Hoe verder; Uitgangspunten bij vervolg samenwerkingsovereenkomst Gemeente - SSO) Gemeente en SSO In het figuur is de samenhang tussen de rollen van de gemeente en de SSO weergegeven. De SSO is daarbij de opdrachtgever en exploitant van het stadion en tevens de eigenaar van het voetbalbedrijf ADO De Haag, De gemeente levert een financiële bijdrage aan de Stichting en ziet toe op de besteding van de middelen en op de latere financiële handel en wandel van de SSO. Tevens is de gemeente - als mede eigenaar - verantwoordelijk voor de wijze waarop de

19 huurovereenkomst met de SSO inzake haar appartementsrecht wordt nagekomen. Dit alles verioopt via de dienst OCW. De gemeente zorg voor de uitgifte van de grond en de de coördinatie en afwikkeling van de bouwplantoetsing en planologische inpassing via de dienst DSO. Tot slot draagt de gemeente zorg voor de totstandkoming van een operatic nele uitwerking van het veiligheidsplan en parkeerplan onder verantwoordelijkheid van de directie Bestuurszaken

Gemeente/ SSO

Financieel toezicht & budget

Gronduitgifte

Loopplank

BV stadion Bouw & Exploitatie BV. Voetbal: ADO

Gronduitgifte, planeilogische inpassing & coördlijatie vernuur bouwplan toetsing

Ballast Nedam Bouw stadion Ontwikkeling Stadionkavel

uitgangspunten voor verdere samenwerking qemeente en SSO In september 2002 hebben de SSO en het college een overeenkomst gesloten met "Uitgangspunten voor de (verdere) samenwerking inzake de ontwikkeling en realisering van een voetbalstadion in de Haagse regio". Indien uw raad instemt met het onderhavige raadsvoorstel, zal zo spoedig mogelijk een vervolg - samenwerkingsovereenkomst met de SSO worden gesloten. De afgelopen weken zijn daarvan de contouren zichtbaar geworden. In deze samenwerkingsovereenkomst zullen in ieder geval de volgende zaken worden geregeld: de omvang van de bijdrage die de SSO van de gemeente zal ontvangen voor de bouw van het stadion en enkele bijbehorende voorbereidingskosten; de wijze waarop genoemde bijdrage wordt overgemaakt en de waarborgen voor een verantwoorde besteding; de splitsing in appartementsrechten; de wijze waarop met plan- en planologische risico's wordt omgegaan; de wijze waarop de projectorganisatie tijdens de bouw wordt ingericht, inclusief de rapportageprocedure door de SSO, waarbij de gemeente instemmingsrecht heeft voor wijzigingen in tijd, geld en programma; de wijze waarop de SSO het businessplan van de SSO/ADO Den Haag uitwerkt, zowel voor het revitaliserings- proces van ADO Den Haag als de gevolgen voor het stadion; de huurovereenkomst voor het voetbalgebonden deel (mogelijk volledig, maar in ieder geval de wijze waarop de huur wordt berekend en de eis voor multifunctionele bestemming); het eerste recht van temgkoop van appartementsrecht B (het voetbal gerelateerde deel van het stadion, grofweg gesteld het hoofdgebouw)

Voor de meeste van genoemde zaken is in dit raadsvoorstel al aangegeven welke uitgangspunten hiervoor gelden. Pas als de Samenwerkingsovereenkomst is getekend, kunnen de verplichtingen worden aangegaan,

4.5. Ontwikkelingen ADO Den Haag

ADO Den Haag heeft in maart 2003 haar businessplan gepresenteerd. Dit plan voorziet in een gedegen marktanalyse gebaseerde uitwerking van het technisch-, marketing-, commercieel en veiligheidsbeleid. Tevens wordt ingegaan op de sociaal maatschappelijke doelstelling van de club en wordt een nadere onderbouwing van de financiële situatie en organisatie gegeven.

20 Uitgangspunt is dat ADO in het seizoen 2005-2006 zelfstandig € 10 miljoen aan inkomsten kan genereren. In vergelij king met de venwachte omzetten van andere BVO's is hiermee in financiële handhaving in de Eredivisie gewaarborgd. Op basis van een geleidelijke groei is tevens de sportieve ambitie op lange termijn -verwerving van een stmcturele positie in de top-9 van de eredivisie- reëel.

Op basis van een analyse van de branche alsmede de demografische omgeving van de club, wordt in het businessplan de conclusie getrokken dat een betaald voetbalclub in de regio voldoende kansen heeft. De regio kent veel potentiële bezoekers (de wedstrijden worden door ca. 200,000 mensen via RTV West gevolgd), relatief veel amateurclubs en bedrijven die kunnen sponsoren.

In het businessplan wordt een reëel beeld beschreven van het imago van ADO Den Haag en de wijze waarop dit ten positieve kan worden beïnvloed. Vandaar dat de integrale benadering, waar commercieel beleid hand in hand gaat met het verbeteren en verstreken van de sociaal-economische positie van de club, centraal staat. De "branding" van de naam ADO Den Haag neemt tevens een belangrijke plaats in. Veel van de acties die ADO onderneemt zijn gericht op het versterken van de band met de stad/regio en haar inwoners.

Het commercieel beleid is gericht op het rond thema's groeperen van sponsors, bedrijven en instellingen. Deze thema's zijn onder andere topsport, jeugd en veiligheid. Essentieel bij de verdere vormgeving van dit beleid is de verhuizing naar een nieuw stadion waar de mogelijkheden om sponsors te ontvangen en faciliteren ruimer zijn dan in het Zuiderpark.

Een vergelijking met andere clubs leert dat het vooriiggende businessplan van ADO Den Haag als vergaand, gedetail leerd en zeer professioneel kan worden aangemerkt. Tegelijkertijd ademt het realisme met betrekking tot de stand van zaken in het hedendaagse voetbal en de club zelf. Separaat vindt op verzoek van de raad nog een onafhankelijk onderzoek door een accountant plaats. Het verslag van de accountant wordt afzonderiijk aan de raad aangeboden.

Huisvestingslasten ADO Den Haag Met de kennis van de plannen op dit moment zijn de totale huisvestingslasten nog niet exact te bepalen. Uitgegaan wordt van een getotaliseerd bedrag dat marktconform is in lijn met de KNVB-richtlijn (8% tot 10% van de totale exploitatiekosten).

In het Businessplan van ADO Den Haag zijn de totale huisvestingslasten in drie posten ondergebracht, namelijk de 'huisvestingskosten' (van het nieuwe stadion), een deel van de 'wedstrijd- en trainingskosten' en een deel van de personeelslasten. Bij de totale huisvestingslasten behoren namelijk ook alle lasten die met het trainingscomplex te maken hebben en de personeelslasten die direct aan de huisvesting in brede zin verbonden zijn. Het totaliseren van al deze posten brengt de totale huisvestingslasten in lijn met de KNVB-richtlijn en is derhalve marktconform.

5. Europese wetgeving over staatssteun (zie bijlage 11, vertrouwelijk)

De discussie rond het vraagstuk van de staatssteun aan betaalde voetbalorganisaties is actueel. Regelmatig halen steden en clubs de media als een gemeente een bijdrage levert aan nieuwbouw of aankoop van stadions en het lenigen van de financiële nood van de clubs. Op 18 maart heeft de Minister van Binnenlandse Zaken een onderzoek gepubli- ceerd naar de verstrekte steun aan voetbalorganisaties in de afgelopen 10 Jaar. Daarbij is nadrukkelijk gesteld dat het onderzoek betrekking had op het brede begrip 'ondersteuning' en niet om de enge. Juridische definitie van staatssteun. De conclusie was dat alle 33 gemeenten financiële relaties hebben (gehad) met clubs en/of stadions. Duidelijk is ook dat gemeenten zich bevinden in het spanningsveld van formele Europese regelgeving, maar dat er gebrek is aan jurisprudentie op dit specifieke terrein. In dat spanningsveld veroorioven gemeenten zich derhalve enige speelmimte. De Minister meldt in zijn brief dat met dit rapport in de hand de interdepartementale werkgroep staatssteun binnenkort met de Europese Commissie zal praten over de financiële ondersteuning van betaald voetbalorganisaties in het algemeen.

De transparantie van de door het college voorgestelde gemeentelijke bijdrage heeft tot gevolg dat er een voor ieder zichtbare substantiële overheidsbijdrage gemoeid is met de realisatie van het stadion. Wij hebben uitgebreid Juridisch en beleidsmatig advies ingewonnen of dit in het kader van de Europese regelgeving over staatssteun tot bezwaren zou kunnen leiden. Daarbij is geconcludeerd dat de gemeente Den Haag met haar bijdrage aan het nieuwe stadion zich begeeft binnen de regels die daartoe zijn gesteld. Dit laat onveriet dat wij dit dossier nauw blijven volgen en bijvoorbeeld de resultaten van het overieg tussen Rijk en de Europese Commissie met belangstelling afwachten,

21 6. Financiële paragraaf; dekkingsplan

6.1. opzet en overzicht

opzef

In deze financiële paragraaf wordt een overzicht gegeven van de kosten voor de ontwikkeling van het stadion, waaronder de bouwkosten, de kosten voor de benodigde parkeervoorzieningen, de inpassingskosten en de veiligheid. Aangegeven is voor wiens rekening welke kosten komen. De hoogte van de gemeentelijke bijdrage is mede ingege- ven door de wens dat de gemeente het eigendom houdt van het voetbalgebonden deel van het stadion. Buiten beschouwing zijn gebleven de opbrengsten die mogelijk later gerealiseerd kunnen worden bij de ontwikke- ling van de 'rest - Wegener-locatie' en de vrijkomende locatie in het Zuiderpari(. Daarnaast wordt het mogelijk tegelijk een aantal infrastmcturele voorzieningen te verwezenlijken waaronder de verdieping van de fietstunnels onder de A4. Deze zouden als onderdeel van een nieuwe calamiteitenroute ook zonder stadion-besluit vanwege de veiligheid moeten worden aangelegd. Tot slot wordt inzicht geboden in de financiering van de 'loopplank' (revitaliseringstraject/ADO) en de motie RV133/01 wordt behandeld. Hieronder is eerst een overzicht over kosten en dekking opgenomen, gevolgd door een toelichting (6.2.)

Beleidsprogramma en kosten stadion

in het beleidsprogramma 2003 -2006 is € 32 min. gereserveerd voor de bouw van een nieuw stadion. Dit bedrag is gebaseerd op een raming van Boer en Croon voor de bouwkosten van een monofunctioneel voetbalstadion (fl. 55 - 60 min. prijspeil oktober 2000). Deze raming betrof uitsluitend de bouwkosten. Kijken we naar onderstaand overzicht van kosten, gerelateerd aan de realisatie van het stadion, dan omvattendeze niet alleen de bouwkosten maar ook de kosten gemoeid met de inpassing op het Forepark en de noodzakelijke parkeervoorzieningen en veiligheidsmaatregelen. Kijken we naar de bouwkosten dan is de uitkomst van de aanbestedingsprocedure - €27.2 min. - binnen het kader van de reservering. Inmiddels zijn we 2 jaar verder en zou de raming van Boer en Croon op prijspeil oktober 2002 €29,2 min. bedragen. In dat licht bezien, is de bieding van Ballast Nedam passend. Naast deze kosten zijn er voorbereidingskosten (€0.3 min voor de SSO en €0,3 min. voor de gemeente) en is er zicht gekomen op de Inpassingskosten die direct voortvloeien uit de realisatie van het stadion. Deze omvatten extra aanpassingen aan de Infrastructuur op het Forepark (€2.05 min; zie in onderstaand overzicht onder b.). kosten voor cameratoezicht en inrichting openbare ruimte (€0.45 min. zie overzicht onder a.) en kosten voor parkeren (3.2 min. zie overzicht onder a.). Uitgaande van de beschikbaarstelling van de grond om niet voor het stadion en een bijdrage In het kader van de loopplank (€1,0 min), bedraagt de gemeentelijke bijdrage aan de stichtingskosten van het nieuwe stadion €34,5 min.

overzicht a. kosten voor rekening van de gemeente voor bouw en inpassing van het stadion op het Forepark: bouwkosten, incl, voorbereidingskosten SSO: € 27,5 min. gemeentelijke begeleidingskosten: € 0,3 min. parkeerkosten € 3,2 min. herinrichting openbare ruimtevoor veiligheid: € 0,25 min. camera toezicht e.d.: € 0,2 min. totaal €31,45 min dekking ter dekking van deze bijdrage wordt het volgende voorgesteld budget Nieuw Stadion (begrotingspost 922,3) € 31,0 min. kostenplaats Dienst Stadsbeheer € 0,25 min. kostenplaats Bestuursdienst nr, 3161028 € 0.2 min. totaal €31,45 min

22 b. effecten op grondexploitatie negatief effect grondopbrengst 'prime location' - € 7,0 min. kosten inpassing o.a. infrastructuur - € 2,05 min kosten parkeren stadion incl. beweg- wijzering (4,2), minimaal budgettair neutraal: - - € 9,05 min. dekking Van de totale investering in parkeervoorzieningen t.b.v. het stadion en bewegwijzering zal minimaal €4,2 min. rendabel worden ontwikkeld en geëxploiteerd. De 2,05 min. inpassingskosten vloeien voort uit het veiligheidsplan maar zijn tevens van belang voor de doorstroming van verkeer voor het Forepark. Tegenover deze kosten staan extra opbrengsten op de 'rest-wegenerkavel' waar bij het besluit over locatiekeuze stadion in de bestemming Kantoren is voorzien (50.000m2 bvo; realisatie 2014). De exploitatie Forepark sluit daarmee met een positief saldo. Voor de achter te laten locatie in het Zuiderpark is nog geen bestemming resp. opbrengst geraamd. c. Kosten/dekking van de loopplank (7 min totaal) hypothecaire lening € 5 min. rentevoordeel up front ter beschikkingstelling bouwbudget; € 1 min. bijdrage gemeente € 1 min. totaal € 7 min dekking gemeenteliike biidrage De bijdrage van de gemeente wordt gedekt ten laste van het budget nieuw stadion (begrotingspost 922.3) d. maatregelen calamiteiten route tb.v. algemene veiligheid Leidschenveen/Forepark

Deze maatregel omvat de verdieping van fietstunnels onder de A4 en versterking ondergrond Nieuweveensepad ten behoeve van een optimalisering van de bereikbaarheid door hulpdiensten voor Leidscheveen/Forepark is dit reeds voorgenomen per raadsbesluit in dec, 2002, echter nog zonder dekking. De kosten zijn geraamd op €3,3 min. Met de komst van het stadion is een tijdige dekking/uitvoering noodzakelijk, dekking Voorgesteld wordt hiervoor - vooruitlopend op besluitvorming over dekking maatregelen voorzie ningennota - in te zetten op €3,3 min. uit het gemeentelijk Investeringsfonds (f 100 min. uit de begroting 2001). Uit dit fonds is € 40,9 min. in de begrotingen 2002 en 2003 ingevuld met concrete projecten, er resteert nog € 4,5 min. Dit bedrag zou in de begrotingsvoorbereiding 2004 worden ingevuld; voorgesteld wordt om € 3,3 min. ervan nu te gebrui- ken voor de veiligheidsmaatregelen (stadion/voorzieningennota), e. samenvattend:

De kosten gemoeid met bouw, inpassing, veiligheid en (onrendabele top voor het) parkeren van en bij het stadion bedragen € 33,5 min. De private bijdrage aan 'de loopplank' (dus exclusief de opbrengst door exploitatie van parkeerterreinen) bedraagt minimaal € 5 min. De ter beschikkingstelling van de grond om niet voor het stadion kan binnen de grondexploitatie Forepark worden opgevangen.

23 6,2, toelichting a. De gemeentelijk bijdrage aan de bouwkosten

In 'Den Haag, dat zijn we allemaal', het beleidsakkoord voor de periode 2002-2006, is in de financiële paragraaf in de jaarschijf 2003 € 86 min, opgenomen voor enkele grote projecten, waaronder het stadioncomplex. In de Productenra ming 2003-2006 is dit bedrag nader verdeeld en is aangegeven dat voor het stadion € 32 min, beschikbaar is (zie begrotingspost 922,3 Overige beleidsvoornemens). Het college stelt voor de bouwkosten ad € 27,2 min, plus € 0,3 min, aan overige voorbereidingskosten van de SSO, dus tezamen € 27,5 min, aan de SSO te verstrekken. Daarmee kan de SSO als bouwheer optreden. Door splitsing in appartementsrechten zal het voetbalgebonden deel van het complex (tribunes, kleedkamers, passage en de grasmat) eigendom van de gemeente worden. De investeringsbijdrage komt daarmee voor een groot deel 'terug'. De gemeente (dienst OCW) zal vervolgens haar deel van het complex aan de SSO verhuren. b. gemeenteliike voorbereidingskosten

De dienst OCW is verantwoordelijk voor de aansturing vanuit de gemeente en zal hierin nauw samenwerken met DSO en de Bestuursdienst. Om de ambtelijke ondersteuning in het vervolgtraject mogelijk te maken stellen wij voor €125.0000 toe te kennen als voorbereidingsbudget voor de dienst OCW, € 75.000 voor de dienst DSO en € 100.000 t.b.v. BZ. Binnen de ambtelijke voorbereidingskosten zijn begrepen de activiteiten die verricht zullen worden om het bouwproces te begeleiden en het veiligheidsplan en het parkeerplan operationeel uit te werken. Deze totale voorberei dingskosten ter omvang van € 0,3 min, zullen ten laste worden gebracht van het budget Nieuw Stadion (begrotingspost 922,3). c, kosten en dekking van het parkeren

Gekoppeld aan de realisatie van het ADO stadion zullen circa 3.500 parkeerplaatsen moeten worden gerealiseerd, (zie bijlage 8 bij het raadsvoorstel nieuw stadion; parkeerplan). Maximaal is hier een investering mee gemoeid van € 7,3 min. Dit is in de extreme situatie dat er op de GAVI een tijdelijke parkeervoorziening moet worden gerealiseerd voomit lopend op de ingebruikname van de Zegwaardlocatie (dubbele aanlegkosten), er geen enkele exploitatiemogelijkheid zal zijn in relatie tot te realiseren commerciële programma's in de Al 2-zone en de parkeerbehoefte van ondernemers en bezoekers aan het Forepark, en dat er geen enkel particulier terrein aangewend kan worden voor bezoekers van voetbalwedstrijden. Uitgaande van deze maximale kosten voor parkeervoorzieningen wordt ingeschat dat daarvan meer dan de helft (minimaal € 4,2 min.) rendabel is te maken in het kader van optimalisering binnen de gebiedsontwikkeling van Forepark en overig Al 2-zone, Voor wat betreft dit rendabele deel is ingeschat dat de parkeerplaatsen zowel tijdens de wedstrijd dagen als op werkdagen opbrengsten kunnen opleveren. De dekking van dit deel zal door verhuur ten behoeve van verdere ontwikkeling van commercieel vastgoed, aan ondernemers uit de omgeving en ten behoeve van het nieuwe station (transferiumfunctie) kunnen worden bekostigd. Ook wordt ingeschat, dat de parkeeroplossing nog is te optimali seren middels de aanwending van alternatieve locaties en andere besparingen. Het komende Jaar zal er aan gewerkt worden om deze kanskaart op een hoog rendement van de parkeervoorziening te verwezenlijken. Resteert een dekkingsbehoefte voor het onrendabele deel. Aangezien er een direct verband is tussen de bouw van het stadion en de extra behoefte aan parkeren wordt dekking voorgestaan van het onrendabele deel van deze kosten voor het parkeren te financieren uit het bouwbudget van het stadion. Deze € 3,2 min, wordt ten laste gebracht van het bouwbudget Nieuw Stadion (begrotingspost 922,3) d, overzicht kosten en dekking gemoeid met uitvoering van het veiligheidsplan

Het veiligheidsplan voorziet in een aantal te nemen maatregelen voor de inrichting van de directe omgeving die de bereikbaarheid van hulpdiensten en bezoekers verbetert en de risico's voor de veiligheid van de omgeving van het stadion inperken. Daarnaast zijn er maatregelen nodig die het beheer betreffen (o.a, camerabewaking e.d.) Gelijktijdig met het onderzoek naar de bereikbaarheid van de hulpdiensten voor het nieuwe stadion werd ook bekend dat de bereikbaarheid in deze voor het gehele gebied Forepark en Leidschenveen verbetering behoefde. Onderzoek wees daarbij uit dat een aanvullende calamiteitenroute, waaronder verruiming van de fietstunnels onder de A4 de beste oplossing daarvoor zou zijn. In het kader van de besluitvorming over de voorzieningennota Is daar op 12 december 2002 door de raad een positief besluit over genomen. Het financieel effect van de aanvullende veiligheidsmaatregelen ter zake van aanpassingen openbare ruimte en slootwerk zullen ten laste worden gebracht van het reguliere dienstbud

24 get van de dienst Stadsbeheer. Eenmalige kosten gemoeid met cameratoezicht en overige veiligheidsmaatregelen langs de Donau worden bekostigt uit het budget intensivering veiligheid (portefeuille burgemeester). Het veiligheidsplan voorziet in een reeks van maatregelen en benodigde acties die geraamd zijn op totaal € 5,9 min. ten laste van diverse dekkingsbronnen. Hiermee zijn de kosten en dekking van dit pakket bijeengezet.

€ 3,3 min.: calamiteitenroute incl. aanpassing fietstunnels onder de A4 Ter dekking wordt voorgesteld - provisorisch, vooruitlopend op definitieve besluitvorming over dekking voorzieningennota; in te zetten € 3,3 min. uit het gemeentelijk Investeringsfonds (fl.100 min. uit de begroting 2001), Uit dit fonds is € 40,9 min. in de begrotingen 2002 en 2003 ingevuld met concrete projecten, er resteert nog € 4,5 min. Dit bedrag zou in de begrotingsvoorbereiding 2004 worden ingevuld; voorgesteld wordt om € 3,3 min ervan nu te gebmiken voor de veiligheidsmaatregelen (stadion/voorzieningennota), € 0,20 min: camera's e.d. toezicht langs Donau budget intensivering veiligheid, portefeuille burgemeester € 0,25 min: aanpassing buitenruimte ten laste van reguliere begroting DSB € 2,05 min: aanpassingen infrastructuur t.b.v. doorstroming e.d. ten laste van grondexploitatie Forepark € 0,1 min: kosten uitwerking veiligheidsplan ten laste van bouwbudget nieuw stadion e. De loopplank en de private bijdrage

Om de revitalisering van de club te kunnen realiseren heeft ADO Den Haag in de periode tot aan de oplevering van het nieuwe stadion extra middelen nodig. Daamaast heeft de SSO kosten in verband met de voorbereiding van e.e.a. Tezamen noemen wij dit de 'loopplank'. Deze loopplank is voor de periode vanaf het reeds lopende seizoen 2002-2003 tot en met het seizoen 2004-2005 (geplande oplevering is immers 1 Juni 2005) geraamd op € 7 min. De SSO heeft op zich genomen de financiering daarvan te verzorgen. Deze lening zal uit 'foundering' en uit de stadionexploitatie worden afgelost. Tot voor kort is steeds uitgegaan van een volledige financiering van deze loopplank door het aangaan van een hypothe caire lening op de gehele kavel die om niet ter beschikking zou worden gesteld. Inmiddels is gekozen voor een inperking van de vastgoedpositie van de SSO, ten einde een majeur risico voor de gemeente af te kunnen dekken (zie V.4). Daardoor is de hypotheekwaarde van de grondpositie van de SSO teruggelopen naar ca. € 5 min. Overigens zal door deze inperking van de vastgoedpositie van de SSO het voetbalgebonden deel in bezit blijven van de gemeente waardoor tevens voldaan wordt aan de Europese regelgeving inzake staatssteun. Desondanks wordt - uit oogpunt van financiële soliditeit- een volledige dekking verankerd op basis van nu bekende dekkingsbronnen:

1. De gemeente zal onder nader overeen te komen zekerheden de € 27,5 min. in zijn geheel direct na het raadsbesluit ter beschikking van de SSO stellen. Dit levert een geraamd een rentevoordeel op van €1 tot 1,5 min. afhankelijk van de ontwikkeling van de rentestand. De bedoelde zekerheden zullen tot gevolg hebben dat het geld steeds met toestemming van de gemeente kan worden gebruikt voor betalingen op de afgesproken data ten behoeve van vooraf overeengekomen doeleinden, zoals de termijnen voor de ontwikkelaar (Ballast Nedam),De gemeente heeft toegezegd een renteopbrengst van € 1 min te garanderen. Op basis van de huidige rentestand en het verwachte uitgavenpatroon is er overigens nauwelijks sprake van een reëel risico. Indien onverhoopt in de loop van de tijd uit deze afspraak toch een verplichting voor de gemeente ontstaat, zullen wij u tijdig hierover in het Concembericht te zijner tijd informeren.

2. Een hypothecaire lening van € 4,5 tot 5 min. te financieren door de SSO uit commerciële baten. De hypotheek is pas feitelijk nodig enkele maanden vóór oplevering van het stadion. Dan zal duidelijk zijn hoe hoog de hypotheek daadwerkelijk zal moeten bedragen. De gemeente heeft toegezegd SSO behulpzaam te willen zijn bij het vinden van een financierder voor de hypotheek. Wij gaan er zonder meer vanuit dat SSO dan een hypotheek (met de huidige inzichten dus maximaal € 5 min) zal weten te verkrijgen. Het is echter nu niet te voorzien hoe bijvoorbeeld de hypotheekmarkt zich zal ontwikkeien. Indien het dan nodig mocht zijn dat de gemeente een rol moet gaan vervuilen in het regelen van het verschil tussen de benodigde en de dan door de financierder toegezegde hypotheek, zullen wij ook in die situatie u hierover in het Concembericht te zijner tijd informeren.

25 6.3. Motie RV133/01 ('van de Laar'): private biidrage

{//tgangssituat/e De oorspronkelijke uitgangssituatie rond de private bijdrage bij de financiering van het stadion en loopplank was als volgt: De SSO zou de stadionkavel in eeuwig durende erfpacht om niet ter beschikking krijgen om er een hypothecaire lening van €7mln. te kunnen afsluiten. De aflossing van deze lening zou plaats moeten vinden middels private bijdragen die als extra middelen binnen de exploitatie van het stadion worden gegenereerd (naamgeving, reclame - uitingen, businesslounges, e.d.). Aan voornoemde motie zou worden voldaan als aangetoond kan worden dat dit ook de facto zal lukken. Als basis geldt daarbij de stichtings- kosten vermeerderd met de kosten van de loopplank. nieuwe situatie De afgelopen periode zijn drie zaken gepasseerd die tot een nieuwe benadering van deze private bijdrage leiden: a. vanwege lessen van elders (FC Utrecht) en regelgeving staatssteun is gekozen voor een beperkte grondpositie voor de SSO omdat het voetbalgebonden stadiondeel in eigendom van de gemeente blijft. Daarmee loopt de hypotheekwaarde voor de SSO terug van €7 naar €4,5 tot €5 min. b. de bieding van Ballast Nedam bood een uitstekende prijs voor de bouw maar niets voor naamgeving en een zeer beperkte private bijdrage. De sponsoring moet nu vooral getrokken worden op basis van het plan dat voorligt, zonder dat het zeker is dat het er komt en zonder dat er stenen zijn gestapeld. De SSO heeft inmiddels verklaard dat al meer dan 15 (van de 44) businesslounges aan de man zijn gebracht Deze lounges zullen € 60.000 - € 72.500 huur/jaar gaan opleveren. c. de voetbalsector staat onder druk en de economie zit tegen; ergo sponsoring gaat minder makkelijk. SSO en Ballast Nedam hebben een overeenkomst afgesloten waarin dit professioneel opgepakt gaat worden. nieuwe benadering van de motie Gegeven deze drie elementen is het o.i. nodig om de motie als volgt te benaderen: de raad wenst een substantiële private bijdrage deze zal in de vorm van een extra bijdrage in de exploitatie van het stadion plaatsvinden van minimaal €7mln. zijnde de gehele loopplank;

Omdat de grondwaarde is afgenomen (van €7 naar €4,5 tot €5mln) en de sponsorbijdragen nu nog niet beschikbaar zijn en er wel zekerheid moet zijn over de dekking van de loopplank biedt de gemeente daar 'een borg' voor in de vorm van up front financiering van haar bijdrage aan de bouw waardoor er €1 tot €1,5 min. rentevoordeel ontstaat. Daarboven wordt door de veranderde omstandigheid dat de gemeente het voetbal gerelaterde deel van het stadion in eigendom behoud een bijdrage verstrekt voor de ontbrekende €1 min. parkeren Met de berekening van de private bijdrage kan het stadionparkeren worden meegerekend. Indien de kosten worden meegerekend (€7,2 min.) zullen ook de baten (€4,2 min.) moeten worden meegenomen als private bijdrage (zijnde het resultaat van opbrengsten te betalen door particulieren) moeten worden ingeboekt. conclusie Het college constateert dat het niet mogelijk is een meer substantiële private bijdrage, als bedoeld in de motie, nu harder af te dwingen. Het bedrijfsleven kan immers in de gegeven situatie alleen via naamgeving, business- units enz. bijdragen leveren. Deze bijdragen hebben niet met de bouw van het stadion te maken, maar met de exploitatie daarvan hetgeen in het kader van de motie ook mogelijk is. Daarin wordt gesproken over stichtings- kosten en loopplank.

6.4. grondbedrijfsaspecten afscheidsregeling Forepark De afscheidsregeling van het bedrijvenschap Forepark heeft op het niveau van het algemeen dagelijks bestuur van het (voormalig) bedrijvenschap plaatsgevonden. Dit is geschied op basis van het - ook elders bij ontvlechtingen na de herindeling toegepaste - uitgangspunt van peildatum 1 Januari 2002, Ter zake zijn nog geen besluiten genomen in de

26 respectievelijke gemeenteraden. Dit wordt in het brede kader van de herindeling meegenomen. Dit is tevens de reden waarom er - in formele zin - nog geen nieuwe Haagse grondexploitatie Forepark geopend is. Vooralsnog wordt uitge gaan van een financieel resultaat zoals dit door voornoemd bestuur is geaccordeerd.

locatie Zuiderpark Met het vertrek van het huidige stadion van het Zuiderpark naar het Forepark - waar grond om niet ter beschikking wordt gesteld voor voetbal gebonden functies - komt de locatie Zuiderpark beschikbaar voor herontwikkeling. Al in een eerder stadium van de planvoorbereiding (voorafgaande aan het raadsbesluit van Januari 2002) heeft een verkenning plaats gevonden waaruit bleek dat de Zuiderpark locatie een belangrijke betekenis kan hebben voor een zgn. 'doorschuifope ratie' waarbij sportbestemmingen kunnen worden uit geplaatst in delen van de stad waar een veelbelovende vastgoed ontwikkeling tot de mogelijkheden behoort. Vooralsnog zijn daar geen concrete voorstellen voor. De vrijkomende stadionlocatie zal op basis van de door de raad gestelde regels ten aanzien van inbreng en uitlichting overgebracht worden naar de DSO, Wij zullen uiteriijk in 2004 een plan voorieggen voor herbestemming van de Zuiderpark locatie,

6.5. resterende risico's

a. gevolgen bij vertraging

De oplevering van het stadion is gepland medio 2005. In de planning zijn de wettelijke bezwaarperioden voor het bestemmingsplan, bouwplan en milieuvergunning volledig opgenomen. Wij zullen ons met communicatie en overieg met betrokkenen, met name ten aanzien van de nodige flankerende maatregelen, maximaal inspannen om het aantal bezwaren terug te brengen. Het risico is nu niet exact te bepalen. Het hangt namelijk af van rentestanden, bouwkosten indexering enz. Wij taxeren dit risico op € 1 tot 2 min, per Jaar, Tegenover dit risico staat echter de kans dat de inzet vanuit het stadionbudget ten behoeve van de afdekking van de onrendabele top op de benodigde parkeervoorzieningen kleiner kan zijn (zie par, 6,1), Mocht zich een vertraging voordoen dan zal dit uiteriijk medio 2004 bekend zijn. Op dat moment is de aanleg van de parkeerterreinen nog niet gestart. Wel is dan bekend welk aandeel rendabel te maken is resp. welke kostenbesparingen door de inzet van particuliere terreinen aan de orde zullen zijn, In het uiterste geval kan de volledige dekking worden behaald door af te zien van aanleg van de Zegwaardlocatie en in ieder geval tot 2009 de GAVI als pendel-parkeerterrein te benutten. Vanuit deze kans resp, met deze vangnet constructie acht het college dit risico op dit moment aanvaardbaar.

b. onvoorziene extra bouwkosten

Onvoorziene bouwkosten worden beperkt door een prijs plafondgarantie bij de aannemingsovereenkomst. Dit houdt in dat wijzigingen in het ontwerp tijdens het bouwproces die meer kosten met zich brengen, financieel moeten worden gecompenseerd binnen het werk. Overigens is de SSO verantwoordelijk voor dit risico.

Daarbuiten kan door wijzigende regelgeving, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid het nodig zijn het plan aan te passen. Het is niet te voorzien of de bestaande wet- en regelgeving op het veiligheidsterrein zal veranderen. Indien dit het geval is en financiële consequenties met zich meebrengt, komen deze voor rekening van de gemeente,

c. faillissement van de aannemer

De overeenkomst met de aannemer zal worden getekend door de directie van de Nederlandse werkmaatschap- pij, zijnde het financieel sterkere deel van het bedrijt Overigens geldt dat een bankgarantie, te stellen door de aannemer/ontwikkelaarteromvang van 10% van de bouwsom plus de grondwaarde, onderdeel is van de gunning. Deze is vereist met het oog op de garantie dat het werk zal worden afgemaakt conform de overeen- komst resp. de opdrachtgever compensatie heeft bij een mogelijk faillissement d. risico's vastgoedontwikkeling

De risico's voor de vastgoedontwikkeling komen voor rekening van de ontwikkelaar. Daartoe is een afname garantie prijs voor het belendende vastgoed rond het stadion afgesproken in het kader van een gronduitgifte overeenkomst.

27 e. vervreemding van het hoofdgebouw (het niet voetbalgebonden deel van het stadioncomplex)

Verkoop aan derden van (delen van) het hoofdgebouw is conform de algemene erfpachtbepalingen, gebonden aan goedkeuring door de gemeente. Vervreemding van het hoofdgebouw zou ook kunnen ontstaan indien de eigenaar (SSO) in financiëlie problemen geraakt Het recht van eerste koop door de gemeente moet borgen dat de gemeente daarbij een positie heeft. Door een binding van de SSO aan gemeentelijke goedkeuring voor hypothecaire belasting van het hoofdgebouw, kan de gemeente een schuldpositie beperken (dit is geregeld in de samenwerkings- overeenkomst tussen gemeente en SSO). Mocht onverhoopt toch ooit een faiilisement van de SSO aan de orde zijn dan zal de gemeente in dat geval een zakelijke afweging maken welke handelswijze opportuun is. De gemeente heeft daarbij, door haar eigendom van liet voetbalgebonden deel van het stadioncomplex een groot deel van de sleutel voor de exploitatiemogelijkheid van het hoofdgebouw in handen.

Vli. Besluitvorming

Besluit: I. In te stemmen met het vooriiggende veiligheidsplan en de venwezenlijking van de daarin opgesomde maatregelen (zie raadsvoorstel deel V.6.2.C). Daarbij in te stemmen met € 3,3 min, ten laste te brengen van het gemeentelijk investeringsfonds t.b.v, maatregel calamiteitenroute Nieuweveensepad, inclusief verdieping fietstunnels onder de A4, Deze dekking is vooruitlopend op definitieve besluitvor- ming in het kader van de dekking van de door uw raad vastgestelde nota "gemeentelijke voorziening Ypenburg-Leidschenveen" (rv 276(02), 12 december 2002),

II. In te stemmen met het ter beschikking stellen van een gemeentelijke biidrage voor realisering van een nieuw voetbalstadion op het Forepark aan de Stichting Stadionontwikkeling (begrotingspost 922.3), zijnde € 27,5 min (excl. BTW) bouwkosten en € 1 min financiering van de loopplank.

III. Toe te voegen aan de Lz,t, vast te stellen grondexploitatie Forepari< € 3,2 min, zijnde het onrendabele deel van de pari

IV. In te stemmen met het beschikbaar stellen van een voorbereidingskrediet ten behoeve van extra inzet voor de begeleiding van het bouw- en planproces en operationalisering veiligheids- en parkeerplan tb.v OCW € 125.000, tb.v. BSD € 100.000 en tb.v DSO € 75.000 ten laste van budget nieuw stadion (begrotingspost 922.3).

V. In te stemmen met het wijzigen van de begroting 2003 conform bijgevoegde begrotingswijzigingen.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van

De griffier, De scretaris,

De bij dit voorstel behorende bijlagen liggen voor de raadsleden in de leeskamer B03.17 (ook de vertrouwelijke bijlagen) en voor een ieder in het in het ContactCentrum aan het Spui 70 ter inzage.

De secretaris, De burgemeester, D,M,F, Jongen. W.J. Deetman.

28 Model 1: WIJZIGING PROGRAMMABEGROTING BEHOREND BIJ RAADSVOORSTEL NAAR REALISATIE NIEUW VOERBAL STADION

WIJZIGING PROGRAMMABEGROTING 2003 bedragen x € 1.000,-

begr. omschrijving dienst wijziging nieuwe raming inc./ prestaties / kengetallen post lasten baten lasten baten struct omschrijving wijziging nieuwe raming

2,8 Sport Impulsen breedte en topsport OGW 28.625 inc, 2.13 Ruimte: plannen en voortier, kosten DSO 3.275 inc. 2,2 Veiligheid BSD 100 inc. 2.16 Middelen BSD -32.000 inc.

TOTAAL

Pagina 1 Model 2: WIJZIGING PRODUCTENIÏAMING BEHOREND BIJ COLLEGEBESLUIT/RAADSVOORSTEL REALISATIE NIEUW VOETBAL STADION

WIJZIGING PRODUCTENRAMING CONCERN 2003 bedragen x € 1.000,- begr. omschrijving dienst wijziging nieuwe raming inc./ prestaties / kengetallen post lasten baten lasten baten struct. omschrijving wijziging nieuwe raming

530.1 Sport- en soelaccommodaties OCW 28.500 inc 830.0 Bouwgrondexploitatie DSO 3.200 inc 530.2 Sportverenigingen ocw 125 inc 100 140.1 Bestrijding onveiligheid BSD inc 75 810.3 Bestemmingsplannen DSO inc -32.000 922.3 Overige beleidsvoomemens BSD inc

TOTAAL

Pagina 1