Almere College Kampen - Dronten
Jaarverslag 2020
Kampen, juni 2021 INHOUD
1. Bestuursverslag 5 1.1 Voorwoord van het College van Bestuur 6 1.2 Algemene informatie 7 1.2.1 Kerngegevens 7 1.2.2 Doelstelling van de organisatie 9 1.3 Visie en besturing 9 1.3.1 Missie en visie 9 1.3.2 Kernactiviteiten 10 1.3.3 Juridische structuur 12 1.3.4 Interne organisatiestructuur en organogram 13 1.3.5 Samenwerkingsverbanden en overige verbonden partijen 14 1.3.7 (Neven)functies bestuur 15 1.3.8 Governancestructuur 15 1.3.9 Naleving branchecode 16 1.3.10 Verslag raad van toezicht 16 1.3.11 Verslag medezeggenschapsraad 21 1.3.12 Horizontale verantwoording 24 1.3.13 Klachtenafhandeling 24 1.3.14 Gebeurtenissen na balansdatum 25 1.4 Risicomanagement 26 1.4.1 Risicoprofiel 26 1.4.2 Interne risicobeheersingssysteem 27 1.4.3 Gemanifesteerde risico’s 28 1.5 Treasury 29 1.6 Bedrijfsvoering 31 1.6.1 Onderwijs 31 1.6.2 Kwaliteitszorg 37 1.6.3 ICT 38
Pagina 2 1.6.4 Huisvesting 38 1.6.5 Financiën 39 1.6.6 Personeel 44 1.6.7 Duurzaamheid 47 1.7 Continuïteitsparagraaf 48 1.7.1 Onderwijs en onderwijskwaliteit 48 1.7.2 Leerlingontwikkeling 48 1.7.3 Personele ontwikkelingen 49 1.7.4 Huisvesting 49 1.7.5 ICT 49 1.7.6 Investeringen 50 1.7.7 Duurzaamheid 50 1.7.8 Financiën 50 2. JAARREKENING 53 2.1 Balans per 31 december 2020 (na verwerking resultaat) 54 2.2 Staat van baten en lasten over 2020 58 2.3 Kasstroomoverzicht 61 2.4 Toelichting op de balans en staat van baten en lasten 62 2.4.1 Algemene toelichting 62 2.4.2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva 64 2.4.3 Grondslagen voor bepaling van het exploitatieresultaat 68 2.4.4 Toelichting op het kasstroomoverzicht 70 2.4.5 Materiële vaste activa 71 2.4.6 Financiële vaste activa 74 2.4.7 Vorderingen 75 2.4.8 Liquide middelen 77 2.4.9 Eigen vermogen (Algemene reserve en bestemmingsreserves) 78 2.4.10 Voorzieningen 80 2.4.11 Langlopende schulden 85 2.4.12 Kortlopende schulden 86 2.4.13 Verantwoording subsidies (Model G) 88 2.4.14 Niet uit de balans blijkende verplichtingen 88
Pagina 3 2.4.15 Samenwerkingsverbanden en verbonden partijen 90 2.4.16 Baten 92 2.4.17 Lasten 96 2.4.18 Rentebaten en –lasten 104 2.4.19 Accountantskosten 104 2.4.20 WNT-verantwoording 2020 105 2.4.21 Gebeurtenissen na balansdatum 109 3. OVERIGE GEGEVENS 111 3.1 Controleverklaring van de onafhankelijk controlerend accountant 112 3.2 Vaststellingsbesluit 116 3.3 Gegevens rechtspersoon 118 3.3.1 Algemeen 118 3.3.2 Aan de instelling verbonden onderwijsvormen 118 3.4 Bestemming resultaat 120
Pagina 4 1. Bestuursverslag
Pagina 5 1.1 Voorwoord van het College van Bestuur
Voor u ligt het jaarverslag 2020 van Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Kampen Dronten (het Almere College).
De organisatie werkte in 2020 met kracht verder aan het verbeteren van de kwaliteit, zowel van het onderwijs als van de organisatie die het primaire proces ondersteunt. De ‘basis op orde en het dak omhoog’ vormde voor 2020 een belangrijk uitgangspunt voor ons handelen. De uitkomsten van het herstelonderzoek van de Inspectie laten zien dat wij goede vorderingen maken op deze weg. Daarbij is het vertrouwen in onze locatie Marinus Post zo gegroeid dat weer een basisarrangement is toegekend. Met een nieuw Strategisch Beleidsplan 2021-2025 zal een nieuwe koers worden ingezet waarbij voor het Almere College ambities voor de komende jaren worden geformuleerd. Het Almere College is en staat voor openbaar onderwijs. Openbaar onderwijs in een ontmoetingsschool. We staan voor goed onderwijs voor alle leerlingen en werken daarbij op basis van de principes ‘samen’, ‘vertrouwen’ en ‘groei’. Het Almere College verplaatste in 2020 het servicebureau naar een van de scholen. Hierdoor is er een fysieke verbinding tot stand gebracht tussen centrale ondersteuning en het onderwijs. Ook heeft het Almere College hiermee het aantal gebouwen in de stichting kunnen reduceren, hetgeen zal leiden tot een efficiënter en effectiever gebruik van beschikbare ruimtes. Voor het Almere College was 2020 daarnaast het jaar van de Covid-19 pandemie. Een groot deel van het jaar stond in het teken van aanpassingen aan de situatie die de pandemie met zich meebracht. Aanpassingen in het onderwijs (online en hybride lesgeven), in de fysieke omgeving (de 1,5 meter samenleving ook op school, ventilatieproblematiek etc), in de toetsing en afsluiting (het Centraal Eindexamen verviel in 2020), uitval van personeel, om enkele zaken te noemen. Deze aanpassingen vergden heel veel van alle betrokkenen, zowel van alle personeelsleden van de school, maar ook van leerlingen en ouders. Zoals het zich nu laat aanzien zal ook 2021 deels in dit teken blijven staan. Naast veel negatieve kanten heeft de pandemie ook geleid tot versnelling van een aantal reeds ingezette processen, zoals plaats- en tijdonafhankelijk onderwijs en de inzet van ICT in het onderwijs. Ook is de waardering voor het onderwijs van het Almere College in deze periode toegenomen. Als bestuurder ben ik er trots op dat wij hebben laten zien dat onze locaties wendbaar en weerbaar zijn gebleken in deze moeilijke omstandigheden.
Het financiële resultaat in 2020 is afgerond 321.000 euro waar -298.000 euro was begroot. Het resultaat wordt onder andere beïnvloed door de verkoop van het gebouw aan de Noordweg. We zien dat de school beter in staat is gebleken binnen de rijksbekostiging te werken. De belangrijkste oorzaak daarvan is stimuleren van het kostenbewustzijn op de locaties en het met elkaar inrichten en uitvoeren van het formatieproces. Het eigen vermogen van de Stichting heeft voldoende omvang om beperkte tekorten te dragen. De school maakt een ombuiging om binnen rijksbekostiging te blijven. Dit is nodig om de verwachte lichte krimp in de regio en de negatieve verevening in het kader van Passend Onderwijs op te kunnen vangen. Pagina 6 Alle gelden zijn gebruikt waarvoor zij bestemd waren: de organisatie en het verzorgen van onderwijs aan onze leerlingen en de ondersteuning die leerlingen daarbij nodig hebben.
Er is in 2020 heel veel opgepakt en in gang gezet. Er is hard gewerkt om te verbeteren, te ontwikkelen en vooral met creativiteit goede werkbare aanpassingen en oplossingen te zoeken. Een overzicht daarvan vindt u in dit verslag. Ik wil iedereen bedanken die in 2020 deze bijdrage heeft geleverd aan het onderwijs van onze leerlingen.
Drs. C.J. (Caren) Japenga Voorzitter College van Bestuur
1.2 Algemene informatie
Het Almere College is een onderwijsorganisatie die in 2020 onderwijs verzorgde op 7 verschillende locaties, verspreid over Kampen en Dronten, elke locatie met eigen leiding, het geheel vallend onder een bestuur, met één begroting en één bestuursformatieplan.
1.2.1 Kerngegevens
De Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Kampen Dronten (het Almere College) is opgericht in 18 december 2015 en is gevestigd in Kampen.
Naam organisatie Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Kampen Dronten Bestuursnummer 12975 Adres Marinus Postlaan 1, 8264 PB Kampen Telefoon 038-3370600 Contactpersoon Mevr. C.J. Japenga – voorzitter college van bestuur E-mail [email protected] Website https://www.almerecollege.nl/ Nummer KvK 64783294 RSIN 855840614 Schoollocaties · Almere College (01XN) o Kampen § Marinus Post (01XN00) § VIA (01XN02) § ISK Veenmos (01XN10) o Dronten § Copernicus (01XN01) § ISK Vossemeerdijk (01XN07) § Praktijkonderwijs (01XN08) § Schoollocatie Het Perron Dronten (01XN09)
Pagina 7 Naam organisatie Marinus Post BRIN 01XN00 Adres Marinus Postlaan 1, 8264 PB Kampen Telefoon 038-3371230 Contactpersoon Dhr. A. de Graaf E-mail [email protected] Onderwijs mavo, havo, vwo
Naam organisatie VIA BRIN 01XN02 Adres Flevoweg 68, 8265 PL Kampen Telefoon 088-8508383 Contactpersoon Mevr. M.C. Visser E-mail [email protected] Onderwijs vmbo basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg
Naam organisatie ISK Kampen BRIN 01XN10 Adres Veenmos 34, 8265 HZ Kampen Telefoon 038-2031001 Contactpersoon Dhr. J. Wennekes E-mail [email protected] Onderwijs ISK
Naam organisatie Copernicus BRIN 01XN01 Adres Educalaan 8, 8251 GC Dronten Telefoon 0321-385050 Contactpersoon Mevr. S. Zandbergen E-mail [email protected] Onderwijs mavo, havo, vwo
Naam organisatie ISK Dronten BRIN 01XN07 Adres Vossemeerdijk 40, 8251 PN Dronten Telefoon 0321-209001 Contactpersoon Dhr. J. Wennekes E-mail [email protected] Onderwijs ISK
Pagina 8 Naam organisatie Praktijkonderwijs BRIN 01XN08 Adres Educalaan 8A, 8251 GC Dronten Telefoon 0321-387000 Contactpersoon Mevr. S. Zandbergen E-mail [email protected] Onderwijs praktijkonderwijs
Naam organisatie Schoollocatie Het Perron Dronten BRIN 01XN09 Adres Arend 4, 8251 GR Dronten Telefoon 0321-209010 Contactpersoon Mevr. I. Klink E-mail [email protected] Onderwijs vmbo basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg
1.2.2 Doelstelling van de organisatie
De belangrijkste dienst van het Almere College bestaat uit het bieden van openbaar voortgezet onderwijs aan de doelgroep in de gemeenten Kampen en Dronten. De organisatie streeft daarbij om een zo veel mogelijk volwaardig onderwijsaanbod te bieden.
1.3 Visie en besturing
1.3.1 Missie en visie
Missie
Onze ondertitel is ontmoetingsschool. Zo geven we onze identiteit als scholen voor openbaar onderwijs vorm. We willen scholen zijn waarin men op zorgvuldige wijze met de ander omgaat. Waarin ontmoeten cultuur is: we kijken elkaar aan, we groeten elkaar. Iedereen, medewerker en leerling, wordt met respect en vertrouwen tegemoet getreden. Iedereen, medewerker en leerling, wordt gezien, gehoord en gekend. Iedereen is welkom op onze scholen ongeacht je afkomst, religie, cultuur, geaardheid. Diversiteit is ons uitgangspunt en onze kracht. Daarmee vormen wij een afspiegeling van onze samenleving en kunnen onze leerlingen binnen onze scholen leren hoe zij zich ten opzichte van elkaar zo kunnen verhouden dat er ruimte is en blijft voor iedereen. Het Almere College geeft modern en goed onderwijs en daagt uit om grenzen te verleggen. Dit geldt voor onze leerlingen maar ook voor onze medewerkers. Onze leerlingen worden goed voorbereid op het leven en op de vervolgopleiding; ze leren keuzes te maken met groeiende verantwoordelijkheid. Op het Almere College is ”leren” een werkwoord en samenwerken is echt samen werken. De locaties van het Almere College staan midden in de gemeenschap, de scholen zoeken de Pagina 9 verbinding met de omgeving ten behoeve van de ontwikkeling van de leerlingen.
Visie
Iedere leerling leert op een eigen unieke manier en het Almere College biedt dan ook meerdere mogelijkheden om te leren, rekening houdend met diverse leerstijlen en cognitieve mogelijkheden. De leerling is medeverantwoordelijk voor het eigen leren; de leraar helpt hem met het maken van keuzes, geeft onderwijs rekening houdend met niveau, tempo en leerstrategie. Het Almere College biedt de mogelijkheid om onafhankelijk van tijd of plaats te leren. ICT speelt hierbij een belangrijke rol. De docent is de coach, de wegwijzer en de expert. Medeleerlingen zijn ondersteuner en stimulator, soms zelfs uitlegger. Want leren doe je samen!
De 21ste eeuw vraagt naast de kennis van de vakken die we op de scholen geven vooral ook om vaardigheden. De vaardigheden die voor de 21ste eeuw nodig zijn richten zich onder andere op samenwerken, kennisconstructie, creativiteit, planmatig werken, onderzoeken, zelfreflectie, probleem oplossen, zelfsturing, analyseren en burgerschap. Het Almere College zet in op het ontwikkelen van deze vaardigheden. Om ervoor te zorgen dat de leerling in het leren en opgroeien goed kan worden begeleid, werken de scholen van het Almere College opbrengstgericht. De docent brengt de opbrengst van zijn/haar handelen bij de leerlingen in kaart om het effect te registeren en het eigen handelen daarop bij te stellen. Hierbij is ”opbrengst” meer dan cijfers of diploma.
1.3.2 Kernactiviteiten
Het Almere College is een instelling voor openbaar voortgezet onderwijs. Het openbaar onderwijs is een publieke voorziening die voor iedereen toegankelijk is, zonder onderscheid naar de godsdienst of levensbeschouwing van de leerling. De algemene toegankelijkheid is wettelijk gegarandeerd. De organisatie draagt bij aan de ontwikkeling van leerlingen met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die leven in de Nederlandse maatschappij, met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden. Het onderwijs wordt ingericht met eerbiediging van ieders godsdienst of levensbeschouwing.
Het werkgebied van het Almere College wordt gevormd door de gemeenten Kampen en Dronten en de directe omgeving. Naast voornoemde gemeenten komt voor de schoollocaties in Dronten een klein deel van de leerlingen uit de gemeente Lelystad.
Pagina 10 Voedingsgebied Schoollocatie Gemeente leerling 2018-2019 2019-2020 2020-2021 Marinus Postlaan, Kampen Dronten 0,6% 1,1% 0,9% Kampen 97,3% 97,6% 98,7% Lelystad 0,0% 0,0% 0,0% Noordoostpolder 1,2% 0,9% 0,0% Overig 1,0% 0,4% 0,4% 100,0% 100,0% 100,0%
VIA, Kampen Dronten 1,5% 0,6% 1,2% Kampen 97,4% 97,2% 97,6% Lelystad 0,0% 0,0% 0,0% Noordoostpolder 0,5% 0,6% 0,6% Overig 0,5% 1,7% 0,6% 100,0% 100,0% 100,0%
Copernicus, Dronten Dronten 95,4% 92,5% 91,5% Kampen 0,1% 0,4% 0,3% Lelystad 4,0% 6,8% 7,7% Noordoostpolder 0,0% 0,0% 0,1% Overig 0,5% 0,4% 0,4% 100,0% 100,0% 100,0%
Het Perron, Dronten Dronten 95,7% 95,8% 95,0% Kampen 0,0% 0,3% 0,3% Lelystad 2,6% 3,6% 4,7% Noordoostpolder 0,0% 0,0% 0,0% Overig 1,6% 0,3% 0,0% 100,0% 100,0% 100,0%
Praktijkonderwijs, Dronten Dronten 82,1% 86,5% 89,9% Kampen 0,0% 0,0% 0,0% Lelystad 15,5% 12,5% 9,2% Noordoostpolder 0,0% 0,0% 0,0% Overig 2,4% 1,0% 0,9% 100,0% 100,0% 100,0%
Almere College totaal Dronten 64,1% 65,6% 64,2% Kampen 31,8% 29,1% 30,3% Lelystad 3,0% 4,5% 4,9% Noordoostpolder 0,3% 0,2% 0,1% Overig 0,8% 0,5% 0,4% 100,0% 100,0% 100,0%
De ontwikkeling van het leerlingaantal verschilt per schoollocatie. De locatie Marinus Post heeft de afgelopen jaren te maken met een daling van het leerlingaantal. Dit werd onder meer veroorzaakt door het Inspectieoordeel ‘zeer zwak’ dat over alle afdelingen van de Marinus Post werd uitgesproken en de interne onrust. Nu zowel de kwaliteitsverbetering als de interne organisatie met kracht zijn aangepakt, is met ingang van het schooljaar 2020-2021 de dalende trend gestopt en is een lichte toename van het aantal leerlingen zichtbaar. De locatie VIA liet in eerst instantie een stijging van het aantal leerlingen zien, maar met ingang van het schooljaar 2019-2020 is sprake van een daling. De locatie Copernicus heeft in eerste instantie een stijging van het aantal leerlingen laten zien, vervolgens stabiliseerde het leerlingaantal zich en met ingang van het schooljaar 2020-2021 is er sprake van een afname in het aantal leerlingen. Het leerlingaantal van de schoollocatie Het Perron Dronten is in eerste instantie toegenomen. Het schooljaar 2020-2021 is er sprake van een beperkte afname van het aantal leerlingen. Het praktijkonderwijs laat vanaf het schooljaar 2019-2020 een stijging van het aantal leerlingen zien. Pagina 11 Leerlingontwikkeling
1.3.3 Juridische structuur
De Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Kampen Dronten (het Almere College) heeft sinds 1 januari 2016 de bestuursvorm de openbare stichting. De stichting kent de volgende organen: het Pagina 12 college van bestuur en de raad van toezicht. Het college van bestuur bestaat in de verslagperiode uit een enkel lid, de voorzitter college van bestuur. In de verslagperiode is de volgende functionaris aangesteld geweest als voorzitter college van bestuur: · Mevrouw C.J. Japenga (vanaf 1 augustus 2019)
Het college van bestuur is belast met het besturen van de stichting onder toezicht van de raad van toezicht. Het college van bestuur is belast met alle taken en bevoegdheden van het bevoegd gezag met uitzondering van besluitvorming over de opheffing van een openbare school.
1.3.4 Interne organisatiestructuur en organogram
Onder de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Kampen Dronten valt een school, het Almere College (brin-nummer 01XN). Het Almere College is een ontmoetingsschool voor praktijkonderwijs, vmbo, havo en vwo (atheneum/gymnasium). Aan de Stichting is een ISK (Internationale Schakelklas) verbonden voor nieuwkomers. Het Almere College heeft twee vestigingen, in Kampen en Dronten. De vestigingen bestaan uit meerdere onderwijslocaties, in totaal zeven en ter ondersteuning van het bestuur en de onderwijslocaties een servicebureau. Het bestuur en het servicebureau zijn met ingang van december 2020 gevestigd aan de Marinus Postlaan 1 te Kampen.
Schoollocaties Almere College (01XN) · Vestiging Kampen: rector de heer J. Timmermans a.i. (1 november 2018 t/m 31-1-2020). De heer. A. de Graaf (vanaf 1-2-2020) o Marinus Post (01XN00): onderwijstypen mavo, havo, vwo en gevestigd aan de Marinus Postlaan 1 te Kampen o VIA (01XN02): onderwijstypen vmbo basis- en kaderopleidingen en gevestigd aan de Flevoweg 68 te Kampen o ISK Kampen: (01XN10) onderwijstype ISK en gevestigd aan de Veenmos 34 te Kampen · Vestiging Dronten: rector de heer C de Koning Gans (t/m 29-2-2020). Mevrouw S. Zandbergen a.i. (vanaf 1-3-2020) o Copernicus (01XN01): onderwijstypen mavo, havo, vwo en gevestigd aan de Educalaan 8 te Dronten o ISK Dronten (01XN07): onderwijstype ISK en gevestigd aan de Vossemeerdijk 40 te Dronten o Praktijkonderwijs (01XN08): onderwijstype praktijkonderwijs en gevestigd aan de Educalaan 8A te Dronten o Schoollocatie Het Perron Dronten (01XN09): onderwijstypen vmbo basis- en kaderopleidingen en gevestigd aan De Arend 4 te Dronten De leiding van de schoollocaties in Kampen berust bij de rector Kampen en de leiding van de schoollocaties in Dronten berust bij de rector Dronten. Per schoollocatie zijn nog één of meerdere afdelingsleiders actief. Vanaf 1 augustus 2019 is de ISK met beide schoollocaties rechtstreeks onder de bestuurder geplaatst. Dit in verband met de bijzondere positie van de ISK, zowel voor wat betreft de doelgroep en de complexiteit daarvan, als vanwege de kwetsbaarheid in verband met de
Pagina 13 kwartaalbekostiging.
De voorzitter college van bestuur en de rectoren bespreken de (beleids)ontwikkelingen in het bestuur rectorenoverleg (BRO). Besluiten die de gehele stichting betreffen worden genomen door de voorzitter college van bestuur. De rectoren nemen binnen de overkoepelende randvoorwaarden besluiten ten aanzien van de betreffende vestiging.
Organogram
Raad van Toezicht College van Bestuur MR
Servicebureau
Rector Kampen Rector Dronten
Afdelingsleiders Afdelingsleider Afdelingsleiders - mavo en onderbouw havo/vwo - ISK: AZC De Vlieger - praktijkonderwijs - bovenbouw havo/vwo en Veenmos - vmbo bb/kb - vmbo bb/kb - onderbouw mavo/havo/vwo - bovenbouw mavo/havo/vwo
1.3.5 Samenwerkingsverbanden en overige verbonden partijen
Het Almere College werkt met diverse externe partijen samen. Het Almere College is participant in: · Samenwerkingsverband VO/VSO 23.05. Ten behoeve van de regionale zorgstructuur. · Regio IJssel-Vecht VSV en VSV regio Flevoland. In deze verbanden werken scholen en ROC’s samen om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. · Stichting Huisvesting VMBO Kampen, voor beheer en exploitatie van het VIA-gebouw. · Stichting Huisvesting Onderwijs Dronten e.o. Deze stichting bouwde het nieuwe centrum voor beroepsonderwijs in Dronten en is verantwoordelijk voor beheer en exploitatie ervan. · Flevokans, dit samenwerkingsverband werkt samen in het kader van het dreigend lerarentekort. · Opleidingsschool Oostelijk Flevoland (OSOF) een gesubsidieerde opleidingsschool waarin schoolbesturen in Flevoland samen met opleidingsinstituten Windesheim en de HvA toekomstige Pagina 14 leraren opleidt. · Regionale Aanpak Personeelstekort (RAP) Veluwe-Noord en Zwolle · Sterk Techniek Onderwijs Kampen Verkenning scenario’s samenwerking in de regio
In 2019 is gestart met een brede verkenning met betrekking tot samenwerking in de regio. Deze samenwerking richt zich vooralsnog vooral op de versterking van de kwaliteit van de onderwijsondersteuning. Behalve met de Landstede groep worden daartoe gesprekken gevoerd met andere besturen in de regio. Met de Landstede groep worden nieuwe vormen van samenwerking onderzocht op VIA en het Perron Dronten. De vigerende samenwerkingsovereenkomsten voldoen niet meer.
1.3.7 (Neven)functies bestuur
Naam Functie Nevenfuncties C.J. Japenga Voorzitter College Onbezoldigd van Bestuur Lid Algemeen Bestuur Samenwerkingsverband IJssel-Vecht (vanaf 1-8-2019) Lid bestuur Stichting Huisvesting VMBO Kampen Voorzitter bestuur Stichting Huisvesting Onderwijs Dronten e.o. Vertrouwenspersoon Groningse School Vereniging (GSV) te Groningen
Bezoldigd Lid Raad van Toezicht Stichting Plateau Assen (openbaar primair onderwijs en kinderopvang in de gemeente Assen) Registermediator aangesloten bij de Mediatorsfederatie Nederland (MfN)
1.3.8 Governancestructuur
De Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Kampen Dronten (het Almere College) vormt het bevoegd gezag. De voorzitter van het college van bestuur is belast met de taken en bevoegdheden van het bevoegd gezag en bestuurt de stichting onder toezicht van de raad van toezicht. De raad van toezicht komt ten minste vier keer per jaar bijeen. De raad van toezicht overlegt ten minste twee keer per jaar met de medezeggenschapsraad en jaarlijks met de onderwijswethouders in de gemeenten Kampen en Dronten. De voorzitter college van bestuur bespreekt met de medezeggenschapsraad de ontwikkelingen voor de stichting als geheel en legt zaken conform de WMS voor ter advisering dan wel instemming. De rectoren en locatieleiders overleggen met de deelraad van de betreffende vestiging over aangelegenheden die de betreffende locaties betreffen. Daarnaast functioneren er een tweetal personeelsraden, een voor de ISK en een voor het servicebureau. Beiden overleggen met de bestuurder. Pagina 15 1.3.9 Naleving branchecode
Het Almere College leeft de in 2019 door de VO raad aangepaste Code Goed Onderwijsbestuur VO na. Hierbij hanteert de organisatie de vier principes: verantwoordelijkheid, professionaliteit, integriteit en openheid. Deze principes vormen de basis voor de wijze waarop bestuur en intern toezicht belangen afwegen en hun koers bepalen. Het Almere College ontwikkelt zich in de richting van het creëren en zichtbaar maken van publieke waarde. De bewustwording hiervan en het gesprek hierover tussen bestuur, intern toezicht en medezeggenschap is in 2019 op gang gekomen en wordt de komende jaren verder ontwikkeld.
1.3.10 Verslag raad van toezicht
Het jaar 2020 stond in het teken van het onderwijs tijdens de Covid-19 epidemie en de daardoor gedwongen sluiting van de scholen, het lesgeven op afstand en het voortdurend aanpassen aan nieuwe omstandigheden. De raad van toezicht heeft waardering voor hoe alle betrokkenen zich in deze uitdagende omstandigheden hebben ingezet.
De raad van toezicht had zich voorgenomen de verschillende locaties van het Almere College te bezoeken. Deze bezoeken moesten worden uitgesteld. Wel is in het najaar een bezoek gebracht aan de ISK.
De raad van toezicht heeft zich gericht op het formuleren van de governance, de herziening van de statuten en de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en de organisatie.
Ten behoeve van de specialisatie zijn er 3 commissies gevormd te weten renumeratiecommissie, onderwijscommissie en audit commissie. Deze commissies zijn in dit verslagjaar met hun werkzaamheden gestart. Ze bereiden adviezen aan de raad voor in aanwezigheid van de bestuurder en/of hoofd financiën.
De raad van toezicht heeft in 2020 zeven maal vergaderd. Daarnaast hebben de commissies meerdere bijeenkomsten gehad en heeft de raad een zelfevaluatie uitgevoerd.
In het verslagjaar 2020 zijn de statuten van het Almere College geactualiseerd en de voorgestelde aanpassingen aan de gemeenteraden van Kampen en Dronten voorgelegd. In maart 2021 hebben beide gemeenteraden ingestemd met de statutenwijziging.
1.3.10.1 Samenstelling raad van toezicht en rooster van aftreden
De samenstelling van de raad van toezicht was in 2020 als volgt:
· mevrouw mr. C.B. Bos, voorzitter
Pagina 16 · Mevr. M.l. van Kleef, plaatsvervangend voorzitter · de heer dr. ir. P.J. van der Aar · De heer J.H. Sweers · mevr. ir. G.N. Sweringa · de heer P.G. Rinkel
Mevrouw Bos is per 31-12-2020 teruggetreden als lid. Haar taak als voorzitter is overgenomen door de heer van der Aar. De organisatie en de overige leden van de raad van toezicht zijn haar erkentelijk voor haar inzet en inspanningen voor de organisatie in de afgelopen jaren.
1.3.10.2 (Neven)functies leden raad van toezicht
Overzicht (neven)functies van leden van de raad van toezicht in 2020
Naam Functie Nevenfunctie(s) M.L. van Kleef -Vice-voorzitter Raad van Toezicht Lucas Onderwijs, Den Haag, -Voorzitter Stichting Jong Kinabu, -Voorzitter Stichting Deborafonds. dr. ir. P.J. v.d. Aar Directeur R&D en Business -Lid St. Bevordering Studie Diervoeding Development Schothorst Feed - Voorzitter Geert Popkema Jeugdfonds Research B.V. (tot 1-2020) -Lid coöperatiefonds Rabobank Flevoland -Columnist Voeding Nu -Medewerker Stichting Agri Facts mr. C.B. Bos Jurist/sociaal ombudsvrouw in -Voorzitter Klachtenadviescommissie 2 gemeenten diverse woningcorporaties regio Zwolle -Lid RvT openbare bibliotheek Kampen J.H. Sweers Programma directeur -Voorzitter RvC cultuurbedrijf NOP Provincie Flevoland -Lid tenderboard RWS -Lid kernteam smart mobility embassy -Lid stuurgroep Intelligente infra ir. G.N. Sweringa Directeur-bestuurder Oost -Vz stichting leefbaarheidsfonds OFW Flevoland Woondiensten -Lid Groene Huisvesters (tot 1 april 2020) -Lid kandidaatsstellingscie Aedes -Lid strategische klankbordgroep duurzamer wonen Aedes -Vz RvT Flevolandschap P.G. Rinkel Directeur Hagranop -Vz Stichting Haringparty Dronten Mede-eigenaar St. Nyk -Vz Flevoruiters Holding -Bestuurslid Stichting Flevo Manege
Pagina 17 1.3.10.3 Rooster van aftreden
Rooster van aftreden van de raad van toezicht d.d. 31 december 2020
Naam lid Functie Specialisme Datum aantreden Aftredend per Herbenoembaar C.B. Bos voorzitter Juridisch 01-01-2016 31-12-2020 Nee Herbenoemd per 01-01-20 M.L. van Kleef Plv. Onderwijs 01-01-2020 31-12-2023 Ja voorzitter J.H. Sweers Lid Strategie 01-01-2020 31-12-2023 Ja P.J. van der Aar Lid Financiën 01-01-2016 01-01-2024 Nee Herbenoemd per 01-01-20 P.G. Rinkel Lid Ondernemer 01-10-2016 01-10-2020 Ja, voor max 4 jaar (tot 01-10-2024) G.N. Sweringa Lid Openbaar 01-10-2016 01-10-2020 Ja, voor max 4 jaar Bestuur (tot 01-10-2024)
Werving nieuwe leden raad van toezicht In 2020 heeft een werving plaatsgevonden voor nieuwe leden van de Raad van Toezicht als gevolg van het aftreden van de heren J. Visser en L.M.E d’Hondt. Na een zorgvuldige procedure waarbij ook de medezeggenschap was betrokken, heeft de raad van toezicht de gemeenteraden van Kampen en Dronten geadviseerd om mevrouw M.L. van Kleef en de heer J.H. Sweers te benoemen als nieuwe leden van de raad van toezicht. Conform dit advies zijn beide leden in de raadsvergaderingen van 27 februari 2020 benoemd.
1.3.10.4 Financiën
Centraal aandachtspunt in dit verslagjaar was de kostenbeheersing. De begroting van 2020 was taakstellend voor een kostenbeheersing van zowel de personele als de materiele lasten. De raad werd iedere vier maanden geïnformeerd over de voortgang van de inkomsten en uitgaven. Vanaf 2021 zal deze rapportage ook een latest estimate voor de rest van het jaar bevatten.
Onderdeel van de kostenbeheersing is het verminderen van het aantal locaties van het Almere College. Het afstoten van de gebouw op de Noordweg leverde een bijzondere bate op van 175.000,-
Daarnaast heeft de raad van toezicht in de junivergadering in aanwezigheid van de accountant het financieel jaarverslag 2019 besproken. Pagina 18 De auditcommisie heeft kennis genomen van de exploitatie van de stichting huisvesting Voortgezet Onderwijs Dronten. De auditcommisie en de raad van toezicht zijn regelmatig geïnformeerd over de voortgang oplossing van de discussie met het ministerie over de leningen aan de stichtingen huisvesting in Kampen en Dronten. In 2020 is nog geen reactie van Inspectie van het Onderwijs gekomen op de voorgestelde oplossingsrichting.
1.3.10.5 Rechtmatige verwerving en doelmatige besteding van middelen
De RvT heeft de doelmatigheid van de te besteden Rijksmiddelen getoetst en vastgesteld dat deze juist zijn ingezet.
1.3.10.6 Onderwijs
De gehele raad van toezicht heeft de voortgang van de herstelopdrachten zoals geformuleerd door de Inspectie van het Onderwijs gevolgd. Het is verheugend te kunnen constateren dat de Inspectie van het Onderwijs de inspanningen van de medewerkers heeft gewaardeerd en de locatie op de Marinus Post een voldoende heeft gegeven.
De onderwijscommissie heeft een Plan van Aanpak voor deze Onderwijscommissie opgesteld en op 22 oktober vond de eerste vergadering plaats. Daarin is het plan van aanpak vastgesteld waarin samenstelling, werkwijze en vergaderfrequentie zijn opgenomen.
Daarnaast heeft de onderwijscommissie zich gebogen over de ontwikkeling van een gestructureerde vorm van informatievoorziening over onderwijskwaliteit in de vorm van een ‘dashboard’ waaruit ten behoeve van elke vergadering van de onderwijscommissie zal worden gerapporteerd door de bestuurder.
Tevens is gesproken over de herstelonderzoeken en het bestuursonderzoek dat de Inspectie voor het Onderwijs in het Almere College heeft gehouden.
1.3.10.7 Renumeratiecommissie
Werkgeversrol bestuur en evaluatie bestuur
De renumeratiecommissie heeft in het verslagjaar een evaluatie-en beoordelingsgesprek met de bestuurder gevoerd. Tijdens de voorbereiding heeft de commissie met verschillende kernmedewerkers van het Almere College gesproken. De bestuurder heeft een zelfevaluatie opgesteld waarbij ze ingegaan is op de doelen uit de bestuursopdracht. Mede op basis van deze input is de commissie tot een positief oordeel gekomen. De bestuursopdracht voor 2021 is geactualiseerd. Daarnaast heeft de deze commissie een zelfevaluatie van de raad georganiseerd.
Pagina 19 Vaststellen bezoldigingsklasse bestuurder
Conform het gestelde in de WNT heeft de raad de bezoldigingsklasse van de bestuurder vastgesteld. Op basis van de complexiteitspunten is dat bezoldigingsklasse D geworden.
1.3.10.8 Evaluatie functioneren rvt
De renumeratiecommissie heeft in het verslagjaar de zelfevaluatie van de raad van toezicht georganiseerd.
1.3.10.9 Onafhankelijkheid en situaties met (potentieel) tegenstrijdige belangen
De raad van toezicht is zich er van bewust dat sprake kan zijn van situaties met (potentieel) tegenstrijdige belangen en spreekt hierover binnen de raad van toezicht. Zo heeft de bestuurder haar voorzitterschap van de Raad van toezicht van Stichting SchOOL in Lelystad op verzoek van de raad beëindigd vanwege mogelijke belangenverstrengeling als gevolg van het voedingsgebied van het Almere College. Daarnaast is gesproken over (de schijn van) mogelijk tegenstrijdige belangen van mevrouw G.N. Sweringa als directeur-bestuurder van OFW, omdat OFW bezig is een appartementengebouw te ontwikkelen waarin het Praktijkonderwijs te Dronten mogelijk op de begane grond zal worden gehuisvest. Omdat bekend was dat mevrouw Sweringa met pensioen zou gaan bij OFW per 1 april 2020 en besluiten pas na die datum genomen worden leidt dit niet tot problemen. Daarom is besloten dat hier vooralsnog geen sprake is van (potentieel) tegenstrijdige belangen. Mocht dit punt eerder aan de orde komen in de RVT dan zal mevrouw Sweringa niet deelnemen aan het overleg.
1.3.10.10 Afstemming met stakeholders
Inspectie van het Onderwijs
Aan het begin van het schooljaar 2019-2020 bezocht de Inspectie van het Onderwijs de verschillende locaties van het Almere College in het kader van het bestuurlijk toezicht. Ook werd een herstelonderzoek verricht naar de locatie Marinus Post in Kampen. In verband met deze onderzoeken heeft de raad van toezicht twee gesprekken gehad met de Inspectie.
Overleg met MR
De medezeggenschapsraad heeft een nieuwe samenstelling gekregen. De raad van toezicht en de medezeggenschapsraad hebben in het verslagjaar éénmaal een gemeenschappelijke bijeenkomst gehad. Dit overleg was open en constructief. Daarnaast hebben beide voorzitters telefonisch contact gehad.
Pagina 20 Overleg met wethouders Kampen en Dronten
Het geplande overleg met beide wethouders is niet doorgegaan. Wel is met de beleidsambtenaren van beide gemeenten contact geweest over de benoeming van een nieuw lid van de raad van toezicht. Onderwerpen die de raad van toezicht heeft behandeld
Naast hetgeen hiervoor is behandeld heeft de raad van toezicht de volgende punten besproken in het verslagjaar: · Samenwerking met strategische partners · Uitgangspunten voor het koersplan · Huisvestingsproblematiek · Verzuimcijfers · Tevredenheidsonderzoek · Onderwijsrendement · Passend Onderwijs · Bezoldigingsklasse bestuurder
Besluiten raad van toezicht
Samengevat heeft de raad van toezicht in 2020 de volgende formele besluiten genomen: · Goedkeuring jaarverslag 2019 · Goedkeuring begroting 2021 en de meerjarenbegroting · Besluit goedkeuring voorgenomen besluit bestuurder tot verkoop van pand Noordweg 87 te Kampen. · Voorstel aan de gemeenten Kampen en Dronten tot wijziging van de statuten · Vaststellen van de bezoldigingsklasse van de bestuurder · Voorstel aan gemeenteraden van Dronten en Kampen om mevr M. Kompier te benoemen als lid van de raad van toezicht.
1.3.10.11 Vergoedingen raad van toezicht
De leden van de raad van toezicht ontvangen een vergoeding van € 5.000 op jaarbasis. De voorzitter ontvangt een vergoeding van € 7.500 op jaarbasis. Deze vergoeding wordt jaarlijks uitbetaald in december.
1.3.11 Verslag medezeggenschapsraad
Voor u ligt het jaarverslag van de medezeggenschapsraad van het Almere College. In dit verslag beschrijven we in hoofdlijnen waar we ons het afgelopen jaar mee bezig hebben gehouden. Pagina 21 Medezeggenschap is er voor, namens en met de leerlingen, de ouders en het personeel op school. Wilt u reageren of iets aan ons meedelen, dan kan dit via ons mailadres: [email protected] De MR behandelt zaken die het gehele Almere College betreffen. Iedere vestiging kent daarnaast een deelraad (DR). Michiel Dekker, voorzitter Medezeggenschapsraad Almere College Postbus 1 8260AA Kampen [email protected]
1.3.11.1 Algemeen
De MR (voorheen GMR) van het Almere College levert vanuit een kritisch-constructieve instelling een bijdrage aan de kwaliteit van het onderwijs. De MR doet dat door belangenbehartiging van ouders, leerlingen en personeel bij schoolzaken. Uitgangspunt daarbij is het algemene belang van de school. De MR functioneert als kritische gesprekspartner en controlerend orgaan van de bestuurder. De MR streeft ernaar een proactieve gespreks- en onderhandelingspartner te zijn. Als vertegenwoordiger van de achterban – zonder last of ruggenspraak – wil de MR voldoende informatie verwerven én verstrekken.
1.3.11.2 Samenstelling van de MR
Christiaan Trox (ouder, Dronten) Brenda Rill (ouder, Kampen) Claudine Raciti (ouder, Kampen) Britt Borsboom (leerling, Dronten) Rinor Kukaj (leerling, Kampen) Danielle Haesen (leerling, Dronten) Tiny Haasjes (personeel, het Perron Dronten) Peter Kwakkel (personeel, Pro Dronten) Kees Ribbers (personeel, Copernicus Dronten) Jack Postma (personeel, Marinus Post Kampen) Kanar Talal (personeel, Service Bureau Marinus Post Kampen ) Michiel Dekker (voorzitter, personeel Copernicus Dronten)
1.3.11.3 Verkiezingen
Afgelopen schooljaar is de hele structuur van de medezeggenschap grondig herzien en zijn er verkiezingen voor de ouders en leerlingen in de MR georganiseerd. De ouders Christiaan Trox, Claudine Raciti en Brenda Rill kregen de meeste stemmen. De leerlingen kregen Rinor Kukaj, Britt Borsboom en Danielle Haesen zijn geworven via de leerlingraad/deelra(a)d(en) en vormen de leerlinggeleding van de MR. Voor de personeelsgeleding waren verkiezingen niet nodig omdat er
Pagina 22 genoeg plekken beschikbaar waren voor alle kandidaten. Het is voor het eerst in lange tijd dat de MR een volledige bezetting heeft met een bezetting uit alle geledingen. De ervaring leert dat het moeilijk is om ouders en leerlingen te werven wat tot resultaat had dat personeelsleden de lege plekken van de ouders innamen. Sinds augustus 2020 heeft de MR de beschikking over ambtelijke ondersteuning in de persoon van Marion Braat.
1.3.11.4 De thema’s van de MR
Om vergaderingen gestroomlijnder te laten verlopen en om de juiste expertise op de juiste dossiers te zetten heeft de MR ervoor gekozen om te gaan werken met portefeuilles. De MR werkt met:
- Goede medezeggenschap/governance: Jack Postma, Claudine Raciti en Michiel Dekker - Kwaliteit: Tiny Haasjes, Brenda Rill, Rinor Kukaj, Danielle Haesen, Britt Borsboom, Kanar Talal - Financiën: Kees Ribbers, Christiaan Trox en Peter Kwakkel
Deze portefeuilles sluiten aan bij de portefeuilles die ook de Raad van Toezicht hanteert.
1.3.11.5 Vergaderingen
De MR heeft het afgelopen jaar 10 keer met de bestuurder vergaderd over diverse onderwerpen. De MR heeft in belangrijke zaken advies- of instemmingsrecht. De volgende onderwerpen zijn in de MR behandeld:
· Jaarplan · Corona · Begroting · Inspectierapport · Vakantierooster/studiedagen · Formatieplan · Nieuw taakbeleid
Naast de geplande vergaderingen zijn er veel extra ingelaste vergaderingen geweest rondom het nieuwe taakbeleid en alle problematiek rondom corona. De MR spreekt 2 keer per jaar met de Raad van Toezicht in het kader van verantwoording en dialoog tussen de bestuurder, Raad van Toezicht en de MR. Daarnaast spreekt de MR 2 keer per jaar met de deelraden uit Kampen en Dronten. Natuurlijk is er naast deze “ officiële” vergaderingen veelvuldig contact via gesprekken op de werkvloer, via de groeps-app en e-mail. Een aantal vergaderingen heeft noodgedwongen online plaatsgevonden vanwege corona.
De vergaderingen van de MR zijn openbaar en alle ouders, personeelsleden en leerlingen zijn van harte uitgenodigd om een MR-vergadering als toehoorder bij te wonen.
Pagina 23 1.3.11.6 Contact met de achterban
De MR hecht veel belang aan contact met de achterban; wij willen zichtbaar en bereikbaar zijn voor de achterban. Het afgelopen jaar hebben we in nieuwsbrieven naar ouders en personeel een MR- bericht opgenomen en persoonlijke contacten onderhouden. Wij merken dat steeds meer ouders en personeel de MR weten te vinden al is het door de herstructurering nog niet voor iedereen duidelijk waar nu de MR over gaat en wat is bedoeld voor deelraden. Hier ligt een opdracht voor de deelraden en de MR.
1.3.11.7 Deskundigheidsbevordering
De verantwoording en ( het gebrek aan) dialoog met de vorige bestuurder was zwaar onvoldoende. Dat heeft de inspectie ook beschreven in haar verslag. De MR heeft zich dit aangetrokken en werkt aan deskundigheidsbevordering om de samenwerking tussen bestuurder en MR optimaal te laten verlopen. De MR wil een gelijkwaardige sparringpartner zijn van de bestuurder. De dialoog en verantwoording verloopt nu veel beter. De MR-leden hebben een startcursus medezeggenschap gevolgd. Er stond verdere scholing op de planning, maar ook dit kon geen doorgang vinden door de maatregelen rond corona. In 2021 hoopt de MR zich verder te scholen.
1.3.12 Horizontale verantwoording
Het College van Bestuur heeft regelmatig en gestructureerd overleg met de medezeggenschapsraad, waarin ouders, leerlingen en personeel vertegenwoordigd zijn. Daarnaast heeft het College van Bestuur regelmatig en gestructureerd overleg met de beidde personeelsraden van het Almere College, gemeentebesturen en bestuurders van primair en voortgezet onderwijs in Kampen en Dronten. De beide rectoren hebben regelmatig en gestructureerd overleg met deelraden, ouderraden en klankbordgroepen van leerlingen. Daarnaast is er met collega’s van primair en voortgezet onderwijs in Kampen en Dronten regelmatig overleg in overleggen, belegd door beide gemeentebesturen. Het Almere College legt ook verantwoording af aan het samenwerkingsverband passend onderwijs over de inzet van de beschikbaar gestelde middelen en de daarbij behaalde resultaten.
1.3.13 Klachtenafhandeling
Er is in 2020 één klacht bij het College van Bestuur binnengekomen. De klacht is na een poging tot interne afhandeling door ouders voorgelegd aan Onderwijsgeschillen. Het betrof een klacht over puntenaftrek bij een ingediende praktische opdracht en tegen de gevolgde klachtbehandeling door locatie Marinus Post. Deze klacht is ongegrond (puntenaftrek) en niet-ontvankelijk (klachtbehandeling) verklaard door Onderwijsgeschillen. Het Almere College heeft dit advies van Onderwijsgeschillen overgenomen alsmede een aantal aanbevelingen vanuit dit orgaan. Ouders zijn van de uitkomst door het bestuur op de hoogte gesteld.
Pagina 24 1.3.14 Gebeurtenissen na balansdatum
Schatkistbankieren Het Almere College stapt in 2021 over op schatkistbankieren. Dit betekent dat overtollige publieke middelen worden uitgezet bij het ministerie van financiën. Middels een rekening-courantverhouding wordt dagelijks het saldo op de betaalrekening bij de ING afgeroomd of aangevuld, afhankelijk van de stand aan het einde van de dag.
Nationaal Programma Onderwijs Op 17 februari 2021 is door de overheid het meerjarige Nationaal Programma Onderwijs aangekondigd. De Covid-19 crisis heeft tot diverse schoolsluitingen in 2020 en 2021 geleid waardoor grote groepen leerlingen vertraging in het leerproces hebben opgelopen. Daarnaast zijn er sociaal/emotionele en persoonlijke gevolgen die van directe invloed zijn op het welzijn en de ontwikkeling van leerlingen. Via het Nationaal Programma Onderwijs moeten deze achterstanden worden ingelopen. De opzet van het plan is als volgt: - April 2021: de scholen dienen een 'schoolscan' uit te voeren waarin op leerling- en schoolniveau de behoefte wordt vastgelegd middels een analyse die zich richt op leerontwikkeling, sociale ontwikkeling en welbevinden; - April-mei 2021: op basis van de schoolscan dient een plan van aanpak te worden gemaakt waarin effectieve interventies worden gekozen. Deze interventies kunnen worden gekozen uit een 'menukaart' die in april 2021 door OCW zal worden gepubliceerd; - Mei-juni 2021: de gekozen interventies dienen te worden verwerkt in een 'schoolprogramma'.
Voor dit programma zal naar schatting een bedrag van € 700 per leerling beschikbaar worden gesteld en is bedoeld voor de schooljaren 2021/2022 en 2022/2023.
Nieuwbouw praktijkonderwijs Het Almere College, woningcorporatie OFW en de gemeente Dronten hebben besloten om tot gezamenlijke realisatie te komen van nieuwbouw van een praktijkschool voor het Almere College en 60 sociale huurappartementen. Het Almere College en de woningcorporatie OFW zullen daarbij als bouwheer optreden, ieder voor het eigen gedeelte. De gemeente Dronten draagt zorg voor het verstrekken van financiële middelen voor de realisatie van de praktijkschool. In de periode 2021- 2025 zal de realisatie van deze nieuwbouw plaats gaan vinden.
Pagina 25 1.4 Risicomanagement
1.4.1 Risicoprofiel
Op basis van een risicoanalyse is in beeld gebracht wat de grootste risico’s zijn voor het behalen van de doelstellingen van de organisatie. In onderstaand schema zijn de betreffende risico’s in beeld gebracht. Per risicoaspect is bekeken welke beheersingsmaatregel(en) getroffen kan worden om de betreffende risico’s te mitigeren.
Onderwerp Risico Risicokans Risicogevolgen Risicopercentage Risico: € Imagogevolgen Onderwijs & kwaliteit Innovatie 50% 4 1% € 110.000 3 Kwaliteit 50% 5 2% € 220.000 4 Implementatie gepersonaliseerd leren 50% 5 2% € 220.000 4 (Onderwijskundig) leiderschap 50% 5 2% € 220.000 4 Leerlingen Instroom leerlingen: regulier & nieuwkomers 50% 5 3% € 330.000 3 Passend Onderwijs: bekostiging & zorgvraag 50% 5 2% € 220.000 3 Personeel Voldoende gekwalificeerd personeel 50% 5 2% € 220.000 4 Ziekteverzuim 50% 5 3% € 330.000 3 CAO 30% 4 1% € 66.000 3 Versnippering van ondersteunende werkzaamheden 50% 5 2% € 220.000 3 Werkgeverslasten 30% 5 2% € 132.000 3 Financiën Toereikende financieringsstromen 50% 5 3% € 330.000 3 Managementinformatie 50% 4 1% € 110.000 3 ICT & leermiddelen Veiligheid 30% 5 2% € 132.000 4 Continuïteit 50% 5 2% € 220.000 3 Koppeling ICT en onderwijskundig beleid 50% 4 1% € 110.000 3 Kosten ICT en leermiddelen niet in verhouding tot budget 50% 4 1% € 110.000 3 Huisvesting Staat van onderhoud 30% 5 2% € 132.000 3 Duurzaamheid 30% 4 1% € 66.000 3 Binnenklimaat 75% 5 2% € 330.000 3 Veiligheid 30% 4 1% € 66.000 4 Aansluiten op onderwijskundig concept 50% 5 2% € 220.000 3 Leegstand 50% 5 2% € 220.000 3 Communicatie & PR In de markt zetten onderwijskundig concept 50% 3 0,5% € 55.000 3 Communicatie naar stakeholders 50% 3 0,5% € 55.000 3 Communicatie lijnen in geval van crisis voldoende helder 30% 4 1% € 66.000 4 Samenwerking Samenwerkingspartners zelfde doelen (intern en extern) 75% 5 2% € 330.000 4 Organisatie Pandemie 75% 5 2% € 330.000 4 Totaal € 5.170.000 Baten € 22.000.000 Weerstandsvermogen 24%
De grootste risico’s van het Almere College hebben te maken met overheidsmaatregelen en schommelingen in leerlingaantallen en als gevolg daarvan personele inzet versus verplichtingen. De belangrijkste risico’s voor de organisatie zijn:
· Onderwijs & kwaliteit: onvoldoende zicht op de belangrijkste indicatoren van de onderwijskwaliteit en het onvoldoende borgen van de interne kwaliteitscyclus. Onvoldoende zicht op de noodzakelijke stappen om gepersonaliseerd leren te implementeren en tussentijds onvoldoende monitoren of deze stappen gerealiseerd worden en tot het gewenste resultaat leiden. Het risico dat het managementteam onvoldoende is toegerust op haar taak. · Leerlingen: daling van leerlingaantal als gevolg van demografische gevolgen ofwel een onderwijskundig concept dat onvoldoende aansluit op de lokalen onderwijsvraag. Het ontbreken van een adequaat schoolondersteuningsprofiel in relatie tot de ondersteuningsvraag, ofwel een interne ondersteuningsstructuur die niet in staat is om de ondersteuningsvragen te bedienen..
Pagina 26 · Personeel: als gevolg van marktomstandigheden ofwel onvoldoende aantrekkelijk zijn als werkgever niet in staat zijn tijdig gekwalificeerd personeel aan te trekken. Het risico van een stijging van het ziekteverzuimpercentage als gevolg van interne of externe omstandigheden met het risico op continuïteitsproblemen. Het risico van versnipperde werkzaamheden over de organisatie, waardoor onvoldoende zicht is of deze werkzaamheden tot het gewenste resultaat leiden en dat de werkzaamheden minder efficiënt worden uitgevoerd. · Financiën: het risico op budgetoverschrijdingen met als gevolg het gevaar van financiële discontinuïteit. Verder het risico van ontbreken van adequate sturingsinformatie, waardoor ontwikkelingen niet tijdig worden gesignaleerd en er niet op resultaat gestuurd kan worden. · ICT & leermiddelen: het niet op orde zijn van de ICT-beveiliging en het onvoldoende aansluiten van de ICT-dienstverlening op de interne vraag met gevolgen voor de continuïteit van processen. Het risico van leermiddelenbeleid dat niet passend is binnen de budgettaire ruimte voor leermiddelen. · Huisvesting: het risico dat het binnenklimaat niet aan de gestelde eisen voldoet, bijvoorbeeld als gevolg van veranderende omstandigheden (COVID of klimaatverandering). Het risico dat bij veranderingen in het onderwijskundig concept de huisvesting niet tijdig wordt aangepast aan deze veranderende omstandigheden. Het risico dat niet tijdig de juiste stappen worden gezet in overleg met strategische partners zoals de gemeenten om de huisvestingsportefeuille te verduurzamen, c.q. dat er onvoldoende middelen beschikbaar komen om aan de eisen van de energietransitie te voldoen. · Communicatie & PR: het risico dat communicatie & PR niet tijdig of onduidelijk wordt uitgezet naar betrokkenen of onvoldoende aansluit op het onderwijskundig concept. · Samenwerking: het risico dat de onderwijsorganisaties in Kampen en Dronten onvoldoende in staat zijn om samen te werken, waardoor de lokale onderwijsmarkt onvoldoende of inefficiënt wordt bediend. · Organisatie: het risico op een pandemie met verstorende effecten voor het onderwijsproces.
1.4.2 Interne risicobeheersingssysteem
De belangrijkste beheersingsmaatregelen zijn:
· Onderwijs & kwaliteit: aan de hand van de kwaliteitscyclus in beeld brengen wat de stand van zaken is ten aanzien van de belangrijkste onderwijskwaliteitsaspecten en op de benodigde onderdelen acties uitzetten ter verbetering en borging van de onderwijskwaliteit. Verder door middel van scholing & ondersteuning inzetten op versterken (onderwijskundig) leiderschap. De implementatie van gepersonaliseerd leren middels begeleiding en tussentijdse monitoring borgen. · Leerlingen: rekening houdend met de demografische ontwikkelingen vanuit een aansprekend onderwijskundig concept zorgen voor toestroom van voldoende leerlingen en waar mogelijk op basis van samenwerking met andere schoolbesturen de lokale onderwijsmarkt bedienen. De vestigingen hebben een schoolondersteuningsprofiel dat aansluit bij de lokale zorgvraag en dat past bij de interne mogelijkheden van de organisatie. Pagina 27 · Personeel: op basis van het strategisch personeelsbeleidsplan zullen tijdig acties worden uitgezet om te zorgen voor voldoende gekwalificeerd personeel dat aansluit bij de onderwijsvraag, oftewel rekening houdt met de leerlingenontwikkeling en de onderwijskundige veranderingen. Om het verzuim beheersbaar te houden zijn leidinggevenden geschoold tot het voeren van verzuimgesprekken. Onderzocht zal worden welke werkzaamheden centraal en welke werkzaamheden decentraal uitgevoerd worden, waarbij het principe is centraal tenzij. · Financiën: er wordt binnen drie jaar toegewerkt naar een situatie waarbij elke vestiging met een sluitende exploitatie werkt. Tussentijds wordt middels managementrapportages gemonitord hoe de organisatie er op het vlak van onderwijs, personeel, huisvesting, leermiddelen en financiën voor staat, zodat in geval van afwijkingen tijdig kan worden bijgestuurd. · ICT & leermiddelen: er zal onderzoek worden uitgevoerd naar het gewenste niveau van ICT dienstverlening binnen de budgettaire mogelijkheden. Op het vlak van de leermiddelen wordt binnen drie jaar toegewerkt naar een situatie waarbij binnen de budgettaire kaders kan worden gewerkt. · Huisvesting: de huisvesting zal worden afgestemd op de onderwijskundige concepten. Het verduurzamen van de huisvestingsportefeuille zal in overleg met de beide gemeenten worden uitgevoerd. Daarbij zal aandacht zijn voor het binnenklimaat. Binnenklimaat (voldoende ventilatie) is als gevolg van de pandemie COVID van groot belang voor de organisatie. · Communicatie & PR: stakeholders zullen actief betrokken worden bij de lijnen die de organisatie gaat uitzetten. Tijdige en transparante communicatie naar (toekomstige) leerlingen, ouders en personeel is van belang. De communicatie & PR moet aansluiten bij de onderwijskundige ambities van de school zowel qua inhoud als uitingsvorm en beeld · Samenwerking: in Kampen en Dronten bedienen twee onderwijsorganisaties voor een groot deel dezelfde doelgroep. Daarbij werken deze instellingen samen op de vmbo-locaties Het Perron en VIA. Partijen hebben belang bij een effectieve samenwerking om de lokale onderwijsmarkt efficiënt te kunnen bedienen. · Organisatie: een pandemie zoals COVID heeft grote gevolgen voor het primaire proces van de organisatie. Het vraagt op diverse punten aanpassingen, zowel in fysieke vorm als in werkprocessen.
De interne risicobeheersing bestaat uit jaarlijks, conform de planning- en controlcyclus, in het Bestuur Rectoren Overleg (BRO) en in de vergaderingen van de Raad van Toezicht de genoemde risico’s langslopen en analyseren. Op basis van deze analyse worden in deze vergaderingen de maatregelen bepaald, teneinde de risico’s te beheersen.
1.4.3 Gemanifesteerde risico’s
In het verslagjaar hebben zich de volgende risico’s zich voorgedaan: Pagina 28 · Corona-pandemie: de wereld heeft in 2020 te maken met de Corona-pandemie. Het Almere College heeft op dit vlak in 2020 niet direct met grote financiële consequenties te maken, maar de effecten voor het onderwijsproces en het welbevinden van betrokkenen is groot. Middels diverse maatregelen, waaronder inhaalprogramma’s en maatwerk wordt getracht de effecten van de pandemie te minimaliseren. · Er hebben intensieve gesprekken plaatsgevonden over de toekomst van de samenwerking tussen de samenwerkingspartners Ichthus College, MBO Landstede en Almere College. Deze gesprekken hebben in het verslagjaar nog niet tot duurzame afspraken omtrent de samenwerking voor de toekomst geleid. Naast het overleg met deze samenwerkingspartners worden er inmiddels ook met andere potentiële samenwerkingspartners gesprekken gevoerd.
1.5 Treasury
Het treasurybeleid vindt plaats binnen de kaders van de regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 6 juni 2016, nr. WJZ/800938 (6670), houdende regels voor onderwijsinstellingen omtrent het uitzetten van gelden, het aangaan van leningen en het aangaan van verbintenissen voor financiële derivaten (Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016). Op 25 mei 2021 is door het College van Bestuur een aangepast ”Treasurystatuut Almere College” vastgesteld. Het statuut zal periodiek worden geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Het ”Treasurystatuut Almere College” (met bovengenoemde OCW-regeling beleggen en belenen als basis en addendum) is leidraad voor het gevoerde en te voeren treasurybeleid. Het Almere College leeft de vereisten uit de regeling beleggen, belenen en derivaten 19 december 2018 na, met uitzondering van het onderdeel zoals benoemd onder het kopje beleningen in deze paragraaf. De organisatie maakt geen gebruik van derivaten en/of speculatieve instrumenten. In het treasurystatuut is het gebruik van dit soort instrumenten uitgesloten.
Gedurende het boekjaar 2020 waren de (tijdelijk) overtollige liquide middelen geparkeerd op verschillende internetrekeningen bij de ING Bank (Vermogen Spaarrekening, Bonus Spaarrekening). Het tegoed van deze rekeningen was steeds direct opvraagbaar. Met ingang van april 2020 was er sprake van een negatieve rente op deze spaarrekeningen boven een bepaald grensbedrag.
Beleningen
In het verleden heeft het Almere College leningen verstrekt aan de Stichting Huisvesting VMBO Kampen (SHVK) en de Stichting Huisvesting Onderwijs Dronten e.o. (SHOD). SHVK beheert en exploiteert het gebouw VIA waarin Almere College en Ichthus College gezamenlijk vorm geven aan het vmbo basis- en kaderberoepsgerichte onderwijs aan de leerlingen in de gemeente Kampen en omgeving. SHOD beheert en exploiteert het gebouw schoollocatie Het Perron Dronten waarin Almere College, Ichthus College en MBO Landstede gezamenlijk vorm geven aan het vmbo basis- en kaderberoepsgerichte onderwijs en MBO-onderwijs aan de leerlingen in de gemeente Dronten Pagina 29 en omgeving. Op basis van deze leningen waren de huisvestingsstichtingen in staat om de benodigde inventaris en eventuele gebruikerswensen in het gebouw te financieren. De jaarlijkse aflossing op de leningen is gelijk aan de overeenkomstige afschrijvingen op de betreffende inventaris en gebruikerswensen. De leningen nemen in omvang toe door eventuele jaarlijkse investeringen.
De leningen aan de huisvestingsstichtingen voldoen niet aan de eisen van de Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016. De betrokken partijen zouden per 1 januari 2021 een oplossingsrichting geïmplementeerd hebben, zodat weer aan de eisen van deze regeling zou worden voldaan. De beoogde oplossingsrichting, namelijk het overnemen van de inventaris van de stichtingen huisvesting door de betrokken onderwijspartijen tegen boekwaarde tegen het gelijktijdig wegstrepen van de leningen is in juli 2020 voorgelegd aan de Onderwijsinspectie. De onderwijspartijen zijn sinds die tijd in afwachting van een reactie van de Onderwijsinspectie op dit vlak, deze is tot op heden uitgebleven in verband met drukte bij de Onderwijsinspectie als gevolg van de Corona-pandemie en ziekte.
Soort lening Omvang lening Looptijd lening Lening aan SHVK t.b.v. €363.419 (per 31-12-2020) Looptijd lening hangt af van de financiering aanschaf afschrijvingstermijnen van de inventaris en realisatie inventaris en gebruikerswensen die gebruikerswensen gerealiseerd zijn. Doel is om in 2021 gebouw de lening te liquideren om aan de eisen van de regeling Beleggen, lenen en derivaten 2016 te voldoen Lening aan SHOD t.b.v. €800.044 (per 31-12-2020) Looptijd lening hangt af van de financiering aanschaf afschrijvingstermijnen van de inventaris inventaris. Doel is om in 2021 de lening te liquideren om aan de eisen van de regeling Beleggen, lenen en derivaten 2016 te voldoen
Schatkistbankieren
Het Almere College stapt in 2021 over op schatkistbankieren. Dit betekent dat overtollige publieke middelen worden uitgezet bij het ministerie van financiën. Middels een rekening-courantverhouding wordt dagelijks het saldo op de betaalrekening bij de ING afgeroomd of aangevuld, afhankelijk van de stand aan het einde van de dag.
Pagina 30 1.6 Bedrijfsvoering
1.6.1 Onderwijs
1.6.1.1 Onderwijsresultaten
Toezicht Onderwijsinspectie
Bestuurlijke Inspectie Almere College De reeds ingezette ontwikkeling van het kwaliteitszorgbeleid werd in het verslagjaar krachtig doorgezet. Dit gold zowel op bestuurlijk niveau als op het niveau van de locaties. Dit heeft erin geresulteerd dat van de veertien herstelopdrachten die het bestuur ontving in september 2019 nu aan tien daarvan is voldaan. Op bestuurlijk niveau zijn zowel de kwaliteitscultuur als de verantwoording en dialoog nu op orde. Er moet nog verder gewerkt worden aan het kwaliteitszorgbeleid en de kwaliteitszorg. De verwachting is dat ook dit bij de start van schooljaar 2021-2022 op orde is gebracht. Alle locaties van het Almere College hebben het basisarrangement van de Onderwijsinspectie.
Inspectieoordeel Marinus Post In 2020 werd verder gewerkt aan het op orde krijgen van de onderwijskwaliteit van de Marinus Post. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in het verdwijnen van het predicaat ‘ zwak’ en het toekennen van het basisarrangement voor alle afdelingen begin 2021. Ontwikkelpunten voor Marinus Post liggen nog bij de verdere ontwikkeling van het taalbeleid en de kwaliteitszorg en planvorming (schoolplan en locatieplan).
Leerlingtevredenheid
De algemene leerlingtevredenheid is in beeld gebracht in de volgende tabel. De leerlingtevredenheid ligt voor de locaties VIA, Marinus Post, praktijkonderwijs, en de schoollocatie Het Perron Dronten voor het schooljaar 2019-2020 rond of boven het gemiddelde van de vergelijkingsgroep. Voor het Copernicus ligt de leerlingtevredenheid voor dat jaar onder het gemiddelde van de vergelijkingsgroep.
Pagina 31 Leerlingtevredenheid Marinus Postlaan Brugjaar VMBO-(G)T HAVO VWO 2018-2019 P.M. (7,2) 6 (6,4) 6,2 (6,4) 6,6 (6,7) 2019-2020 7,5 (7,2) 7,1 (6,5) 6,4 (6,5) 7,1 (6,8)
VIA VMBO VMBO-B VMBO-K 2018-2019 7,1 (7,1) 7,4 (6,5) 6,4 (6,4) 2019-2020 7,4 (7,1) P.M. (6,7) 7 (6,5)
Copernicus Brugjaar VMBO VMBO-(G)T HAVO VWO 2018-2019 7 (7,2) 6,8 (7,1) 6,4 (6,4) 6,3 (6,4) 6,5 (6,7) 2019-2020 6,8 (7,2) 6,2 (7,1) 5,9 (6,5) 6,1 (6,5) 6,2 (6,8)
PRO PRO 2018-2019 P.M. (P.M.) 2019-2020 8 (P.M.)
Schoollocatie Perron VMBO VMBO-B VMBO-K 2018-2019 7,2 (7,1) 6,9 (6,5) 6,6 (6,4) 2019-2020 6,9 (7,1) 6,8 (6,7) 6,4 (6,5) Tussen haakjes de landelijk e cijfers
Slagingspercentages
Als gevolg van de Covid-pandemie verviel het Centraal Eindexamen in 2020 en werd het Schoolexamen (PTA) op onderdelen aangepast. Op basis van het Schoolexamen (SE) werd uiteindelijk de uitslag bepaald. De uiteindelijke SE cijfers lagen in lijn met de drie-jaars gemiddelden van de jaren daarvoor.
Slagingspercentages 2020 (2019)
VMBO VMBO VMBO BBL KBL TL HAVO VWO Totaal 100% 100% Kampen (100%) (100%) 98% (91%) 96% (81%) 95% (93%) 98% (93%) 100% 100% Dronten (100%) 100% (98%) (88%) 99% (89%) 97% (92%) 99% (93%) 100% Totaal (100%) 100% (99%) 99% (89%) 98% (86%) 96% (92%) 99% (93%)
1.6.1.2 Onderwijskundige ontwikkelingen
Op elke locatie van het Almere College is in 2020 verder geïnvesteerd in de ontwikkeling van meer maatwerkonderwijs. Via gepersonaliseerd onderwijs kan meer recht gedaan worden aan de verschillen tussen leerlingen. Op deze manier kunnen leerlingen uitgedaagd worden per vak op het voor hem of haar hoogste niveau te functioneren. De groepsvorming in de onderbouw is heterogeen
Pagina 32 en de keuze voor de uitstroom mavo, havo of vwo wordt uitgesteld. Elke locatie zoekt daarin zijn eigen weg in gepersonaliseerd onderwijs, passend bij de doelgroep leerlingen en de medewerkers. Scholing van docenten maakt onderdeel uit van deze beweging. Een belangrijk element bij gepersonaliseerd onderwijs is de inzet van ICT. Elke leerling en elke docent van het Almere College heeft de beschikking over een eigen device. Op sommige locaties wordt gewerkt vanuit de portal van Kunskapsskolan door zowel docenten als leerlingen, andere locaties werken met Magister-me.
1.6.1.3 Door minister benoemde jaarlijkse verantwoordingsthema’s
Strategisch personeelsbeleid
Het Almere College tracht haar personeelsbeleid goed af te stemmen op externe ontwikkelingen, haar onderwijskundige (school) doelen en opbrengsten voor medewerkers. Middels de opleidingsschool OSOF en een goede eigen opleidingsstructuur met schoolopleider en vakcoaches probeert de school tijdig te voorzien in kwalitatief goed personeel. Om ook in de toekomst over voldoende gekwalificeerd personeel te kunnen beschikken heeft het Almere College zich aangesloten bij de samenwerkingsverbanden in Noord-Veluwe en in Zwolle in het kader van de RAP (Regionale Aanpak Personeelstekort). Via een samenwerking tussen besturen en opleidingsinstituten wordt gepoogd in deze regio het probleem op te lossen. Ook wordt de lerarenbeurs ingezet om docenten een (1e graads) bevoegdheid te laten halen. Het Almere College werkt daarnaast met zijinstromers uit andere sectoren die de keuze voor het onderwijs hebben gemaakt. Indien mogelijk wordt daarbij gebruik gemaakt van de zij- instroomsubsidie. Het Almere College werkt naar een situatie waarin onbevoegdheid hoge uitzondering is. Voor de ISK wordt naast de Pabo opleiding ook de eis gesteld van een NT-2 opleiding of de bereidheid die te halen. Knelpunt ervaart de school bij het ontbreken van een universitaire samenwerking. Dit hangt samen met de organiseerbaarheid van de kant van de universitaire opleidingsinstituten. Naast het opleiden in algemene zin steekt de school energie in de professionalisering van het personeel in het kader van Passend Onderwijs en de invoering van gepersonaliseerd onderwijs. Elk personeelslid heeft tijd en ruimte in de jaartaak om zich hier voldoende in te scholen. Daarnaast worden op alle locaties thema(mid)dagen gewijd aan deze thema’s en trainingen georganiseerd om de kwaliteit van ons onderwijs te verbeteren. Leidinggevenden professionaliseren zich individueel en in groepsverband om leiding te kunnen geven aan deze onderwijskundige ontwikkelingen. Duurzame inzetbaarheid is een thema dat in 2020 volop aandacht heeft gekregen. De werkdrukverlagende middelen die de school in 2019 heeft ontvangen worden voor alle locaties ingezet door met het personeel af te stemmen waar dit het meeste zal opleveren voor het personeel. De gelden zijn aan de locaties als extra budget toegekend. Deze werkwijze doet recht aan eigenaarschap van het personeel en de verschillen die er tussen de locaties bestaan. In 2020 is voor het gehele Almere College een zeer uitgebreid Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) uitgezet. Werkdruk kwam ook hier als rode draad naar voren evenals de behoefte aan meer ontwikkelmogelijkheden voor het personeel. De uitkomsten worden zowel op locatieniveau als op bestuurlijk niveau opgepakt.
Pagina 33 Per 1 augustus 2020 zijn na een zorgvuldige procedure met de medezeggenschap en een zeer ruime meerderheid van het personeel de nieuwe kaders voor het taakbeleid vastgesteld en ingevoerd. Werkdrukverlaging was daarbij een belangrijk kernthema. Het aantal lesuren per week voor leraren is teruggebracht en elke leraar heeft naast scholingsruimte ook ontwikkeltijd gekregen om binnen zijn sectie en team onderwijskundige ontwikkelingen mede vorm te geven. In 2020 was, mede als gevolg van de afname van het leerlingenaantal, geen ruimte voor procedures voor benoemingen in LC/LD.
Passend onderwijs
In 2020 is weer hard gewerkt aan het ondersteunen van de leerlingen die dat nodig hebben en de organisatie daarvan. De regio waarvan het Almere College onderdeel uitmaakt, kent een doorverwijzing naar het speciaal onderwijs die boven de landelijke norm ligt. Dat betekent op termijn een negatieve verevening en minder geld voor de school. Een deel van deze doorverwijzing vindt plaats vanuit het vo, het grootste deel ervan vanuit het (speciaal) basisonderwijs (onderinstroom). Het aantal verwijzingen naar het vso vanuit het Almere College is afgenomen maar nog steeds boven het landelijke gemiddelde. In totaal gaf het Almere College aan deze voorzieningen (zware en lichte ondersteuning ruim € 2,21 miljoen euro uit waarvan € 1,95 miljoen euro van het samenwerkingsverband werd ontvangen. We zetten de gelden in voor professionalisering van de medewerkers, voor arrangementen binnen de school waarbij leerlingen extra ondersteuning geboden wordt etc. Op deze manier proberen we alle leerlingen te kunnen bedienen en de opname in het speciaal onderwijs te voorkomen. De Tussenvoorziening in Dronten is een bijzondere voorziening. In een gezamenlijke inspanning en financiering door het samenwerkingsverband, de gemeente Dronten, het bestuur van het Ichthus College en het Almere College is een Tussenvoorziening ingericht waar een leerling tijdelijk onderwijs kan volgen in een sterk begeleide en gepersonaliseerde setting als de leerling dat nodig heeft. Doelstelling hiervan is uitstroom naar het speciaal onderwijs te voorkomen en terugkeer naar de reguliere setting open te houden. De tussenvoorziening lijkt aan deze doelstelling te kunnen voldoen. Er werden in 2020 9 leerlingen van het Almere College en het Ichthus geplaatst voor kortere of langere tijd. De Tussenvoorziening richt zich nu ook op kwetsbare leerlingen in het primair onderwijs. Geprobeerd wordt om leerlingen uit het basisonderwijs via de Tussenvoorziening alsnog op het reguliere vo te kunnen plaatsen. Dit zou een halt kunnen toeroepen aan onnodige verwijzing vanuit het po naar het vso. Helaas lukte dat niet altijd; In totaal waren er op onze scholen in 2020 gedurende een deel van het jaar 5 thuiszitters en we hebben voor 6 leerlingen een TLV moeten aanvragen voor plaatsing in VSO. Eind 2020 zaten er 20 leerlingen in het vso, die door het Almere College zijn doorverwezen. De totale kosten daarvan bedroegen ruim 188.000 euro. Deze doorverwijzingen zijn gedaan over de periode van 2016 tot eind 2020. In het jaar 2020 hebben we voor drie leerlingen een TLV aangevraagd en die is ook daadwerkelijk afgegeven. Vier van de 20 afgegeven TLV’s worden niet doorberekend aan het Almere College.
Pagina 34 Sterk Techniek Onderwijs
De overheid stelt extra middelen beschikbaar voor de versterking van het techniekonderwijs. In de vorm van fantastisch toegeruste technieklokalen, zowel op de locatie VIA als op de locatie Het Perron Dronten, worden deze gelden goed benut. In het kader van de Subsidie Sterk Techniek is deze ontwikkeling in Kampen verder geïntensiveerd. Voor Dronten wordt in 2021 alsnog een plan uitgewerkt waarin de subsidie in het kader van Sterk Techniek wordt aangevraagd. Dit kan niet meer vanuit de subsidieregeling van Sterk Techniek Onderwijs, maar het ministerie van OC&W heeft aangegeven dat in geval van een kwalitatief goed plan voor de regio Dronten er alsnog geld beschikbaar komt.
Zomerschool in Kampen en Dronten
In het kader van passend onderwijs en het tegengaan van kansenongelijkheid is in Kampen en Dronten uitvoering gegeven aan de zomerschool. Leerlingen die een achterstand in hun leren hebben opgelopen krijgen in de zomervakantie extra lessen om deze achterstanden bij te werken om zo mogelijk zittenblijven te voorkomen. Omdat de school hiervoor subsidie heeft gekregen was dit voor de leerlingen (en voor de school) kosteloos.
Allocatie van middelen naar schoolniveau
Het Almere College betreft één brin-nummer (01XN) met zeven schoollocaties en ter ondersteuning van het bestuur en de schoollocaties een servicebureau. De baten worden voornamelijk ontvangen vanuit het ministerie van OC&W, direct in de vorm van subsidies en indirect in de vorm van de middelen die via het samenwerkingsverband Passend Onderwijs worden ontvangen. Het uitgangspunt is dat de schoollocatie de middelen ontvangt die op basis van de leerlingen die op de betreffende locatie zitten ontvangen worden. Ter dekking van de kosten van het bestuur en servicebureau wordt 6,5% van de ontvangen subsidies afgedragen door de schoollocaties. Indien nodig vindt er een herverdeling van middelen plaats. Dit was in 2020 het geval bij de locaties Marinus Post en VIA. De overige schoollocaties dragen bij om de kosten voor deze locatie dekkend te krijgen. Met de schoolleidingen en de medezeggenschap wordt hierover het gesprek gevoerd.
Toetsing en examinering Het bestuur monitort de aanlevering en inrichting van de verschillende PTA’s. In 2020 is een netwerk ingericht van de kwaliteitszorgmedewerker met alle examensecretarissen om het Zelfevaluatie- instrument Kwaliteitsborging Schoolexaminering en de checklist PTA te bespreken. Ook worden in het netwerk de procedures rondom de uitvoering van de examens besproken. Het netwerk komt minimaal drie keer per jaar bij elkaar. Het toetsbeleid van het Almere College vraagt om verdere ontwikkeling.
Convenantsmiddelen In 2019 zijn gelden ter beschikking gesteld in het kader van het convenant ‘Aanpak lerarentekorten
Pagina 35 en werkdrukverlichting’ Deze gelden zijn in te zetten in 2020 en 2021 voor ontwikkeltijd, werkdrukverlichting, begeleiding startende leerkrachten en zij-instromers, onderwijsinnovatie of maatregelen voor arbeidsmarktvraagstukken. Het Almere College heeft zoals hierboven in het hoofdstuk Strategisch Personeelsbeleid deels al benoemd is deze gelden besteed aan ontwikkeltijd voor alle leraren, werkdrukverlichting door lesvermindering, tijdelijke inzet van onderwijsassistenten, een evenwichtigere verdeling tussen lessen en overige taken onder leraren. Deze vermindering van de werkdruk is vastgelegd in een nieuw taakbeleid. In de begeleiding heeft intervisie een duidelijke plek gekregen evenals de opleiding van begeleidende docenten. Binnen de RAP worden nieuwe wegen gezocht om het hoofd te bieden aan het (dreigend) personeelstekort.
Corona De covid-19 pandemie had, net als op alle Nederlandse scholen, veel invloed op het Almere College. Naast een periode waarin leerlingen helemaal niet op school onderwijs konden volgen was het een groot deel van 2020 alleen mogelijk leerlingen gedeeltelijk op school te ontvangen. Het Almere College heeft snel de omschakeling naar online en daarna naar hybride onderwijs kunnen maken. Reden hiervan is de snelle afstemming en communicatie die binnen de schoolleidingen en bestuur gerealiseerd is. Daarnaast heeft het gepersonaliseerd onderwijs van onze scholen al een sterke ICT component. Het Almere College heeft ervoor gekozen de leerlingen zoveel als mogelijk is naar school te laten komen. Dit houdt verband met de doelgroepen die wij bedienen en de regio waarin wij ons bevinden. Kwetsbare leerlingen (individuele leerlingen van alle leerwegen en alle leerlingen uit het praktijkonderwijs en ISK) hebben zo snel als het kon alle lessen weer op school gehad conform het normale lesrooster. Datzelfde gold voor de praktijklessen in het vmbo. Ouders en leerlingen hebben dit op prijs gesteld. Het online lesgeven heeft een versnelling gebracht in de inzet van ICT in de lessen van alle leraren. Ook de voorlichtingsactiviteiten voor de basisschoolleerlingen in groep 7 en 8 hebben veelal volledig digitaal plaatsgevonden. Dit alles vroeg om een grote mate van creativiteit en wendbaarheid van de organisatie. De scholen zijn fysiek aangepast aan de nieuwe situatie: inregeling van de 1,5 meter afstand, desinfectiezuilen, mondkapjesverplichting, onderzoek en vervolgens op onderdelen aanpassing van de ventilatie, enzovoort. Het jaar 2020 heeft heel veel energie gekost van iedereen binnen het Almere College. Het heeft gezorgd voor momenten van angst en druk bij het personeel. Op dit moment hebben wij nog steeds te maken met aanpassingen van het ‘normale’ onderwijsproces. 2020 was een jaar waarin er veel aan crisismanagement is gedaan. We hebben er veel van geleerd en zijn trots op alles wat ondanks de beperkingen tot stand is gebracht.
1.6.1.4 Prestatiebox
In 2020 ontving het Almere College 341 euro per leerling vanuit de prestatiebox. De gelden van de Prestatiebox zijn in het verslagjaar met name besteed aan talentontwikkeling van leerlingen en professionalisering van leerkrachten en leidinggevenden. Een voorbeeld hiervan is het Technasium. Voorbeelden van professionalisering zijn vooral te vinden in de scholingen in het kader van GPL en Passend Onderwijs. Op de schoollocatie Het Perron Dronten is het traject ingegaan om te komen tot de certificering als partnerschool van Kunskapsskolan. Het innovatiebudget dat het Almere
Pagina 36 College heeft gevormd is aan deze ontwikkeling besteed.
1.6.1.5 Internationalisering
De locaties van het Almere College kennen een uitgebreid excursieprogramma waarvan internationale contacten deel uitmaken. Helaas hebben deze het afgelopen jaar in verband met corona allemaal geen doorgang gevonden. Voor de komende jaren gaat de school zich herbezinnen op het programma. De kosten die verbonden zijn aan de huidige vorm van internationalisering vindt de school te hoog. Alle leerlingen moeten daar – ongeacht de financiële positie van de ouders – aan mee kunnen doen. De activiteiten moeten daarmee ook afgestemd zijn op de draagkracht van onze ouders. Andere internationaliseringsactiviteiten ( zoals contacten per email tussen leerlingen) kunnen natuurlijk prima plaatsvinden. Binnen vakken wordt hier aandacht aan besteed.
1.6.1.6 Onderzoek & ontwikkeling
We proberen bij onze leerlingen een onderzoekende houding te stimuleren. Datzelfde geldt voor onze medewerkers. De leerlingen die het Technasium volgen hanteren hierbij een projectaanpak waarbij onderzoeksvaardigheden worden geleerd en geoefend. De leerlingen havo en vwo maken een profielwerkstuk op basis van een eigen onderzoeksvraag. Op het Almere College functioneren een aantal werkgroepen op de locaties en bovenschools die samen onderzoek en ontwikkeling op bepaalde thema’s oppakken. Zo is er een groep NT2. Het bestuur is aangesloten bij de RAP, waarbij docenten en leidinggevenden boven bestuurlijk in werkgroepen zitting hebben. Het Almere College neemt deel aan een Opleidingsschool, OSOF, waarbij we samen met de opleidingsinstituten jonge docenten opleiden voor het Nederlandse onderwijs.
1.6.1.7 Maatschappelijke thema’s
Elke docent besteed aandacht aan maatschappelijke thema’s vanuit het vak. Daarnaast komen deze aan de orde tijdens stages, debatgroepen van leerlingen, de leerlingenraden/medezeggenschap en excursies. Sommige maatschappelijke thema’s worden behandeld tijdens projectweken.
1.6.2 Kwaliteitszorg
In 2020 is verder gewerkt aan de versterking van de kwaliteitszorg van het Almere College. Er is door bestuur en schoolleidingen sterk ingezet op het schoolbreed ontwikkelen van een kwaliteitscultuur. Daarnaast is verder gewerkt aan de uitvoering van de kwaliteitskalender en het kwaliteitsbeleidsplan. Bovenschools is gestart met een aantal netwerken om kennis te delen en elkaar te helpen bij de kwaliteitsontwikkeling. Zo functioneert een netwerk rond de examensecretarissen en een netwerk NT2/ onderwijs aan leerlingen uit een niet-Nederlands talig gezin. Kwaliteitszorg staat periodiek op de agenda van de bovenschoolse bijeenkomsten van alle leidinggevenden. De kwaliteitszorgmedewerker van het Almere College is gestart met 6 wekelijkse gesprekken over de kwaliteit van de locaties waarbij de kwaliteitsagenda de leidraad is. Tijdens deze
Pagina 37 gesprekken bespreekt zij met de schoolleiding de voortgang van de school – en locatieplannen en passeren alle indicatoren van het Inspectiekader in een schooljaar de revue. Zij bekijkt daarnaast welke ondersteuning en professionalisering nodig is voor de schoolleiding. Het Almere College heeft op het gebied van kwaliteitszorg nog een verdere doorontwikkeling te maken. Zo ontbreken er nog een schoolplan van Kampen en locatieplannen voor VIA en Marinus Post.
1.6.3 ICT
Aanbesteding leermiddelen
Het Almere College heeft een systeem van blended learning omarmd. Dit betekent dat digitale leermiddelen en boeken gemixt worden gebruikt en elkaar aanvullen en ondersteunen. In 2018 is gekozen voor een levering volgens het LiFo (Licentie-Folio) model. Hierbij krijgen leerlingen een licentie voor al het digitale lesmateriaal van een methode. Daardoor kunnen ze zonder problemen met materiaal van een ander leerjaar of niveau werken. Daarnaast krijgen leerlingen papieren leerboeken (folio) die als verbruiksmateriaal functioneren: ze worden eigendom van de leerlingen. Er zijn contracten met Malmberg, Thieme en Noordhoff en Osinga de Jong als distributeur. Naast de Lifo contracten zijn er nog separate contracten met andere uitgeverijen en een distributeur.
AVG
In 2018 trad nieuwe privacy-wetgeving in werking. Het Almere College heeft hier adequaat op gereageerd. De noodzakelijke protocollen zijn opgesteld. Regelmatig is er een overleg door bestuur en FG (Functionaris Gegevensbescherming) om de stand van zaken te bespreken op het punt van het privacy-beleid. Er is een externe FG en een interne Privacy Officer benoemd. In het verslagjaar heeft de organisatie te maken gehad met ransomware. Als gevolg hiervan is uiteindelijk een deel van de data verloren gegaan. De backup-voorziening bleek op dit vlak niet toereikend te zijn. Er zijn geen persoonsgegevens bij derden terecht gekomen. Er is een ICT-scan uitgevoerd en de verbetermaatregelen die uit deze scan naar voren zijn gekomen, waaronder het inrichten van een andere backup-voorziening, zijn inmiddels grotendeels geïmplementeerd.
1.6.4 Huisvesting
Voor het Praktijkonderwijs is in het verslagjaar verder gewerkt aan de totstandkoming van een nieuw gebouw. In samenspraak met de gemeente Dronten en de woningcorporatie OFW wordt nagedacht over een zogenaamde “magic mix”, een mix van bewoners en gebruikers van het nieuwe gebouw die elkaar kunnen helpen en stimuleren. Voor dit project is een projectgroep en een stuurgroep ingesteld. Er is in het verslagjaar verder gewerkt aan een oplossing voor de leningconstructies aan de huisvestingsstichtingen. Dit is een ingewikkeld proces waarin in nauwe samenspraak met de accountants van de Landstede Groep en het Almere College stappen worden gezet. Het proces is ingewikkeld omdat moet worden voorkomen dat er overdrachtsbelasting moet worden betaald
Pagina 38 vanwege de overdracht van de gebouwen vanuit de huisvestingsstichtingen naar één van de betrokken onderwijsbesturen. In 2021 wordt een oplossing verwacht.
1.6.5 Financiën
1.6.5.1 Balans + toelichting
De realisatie van de investeringen in 2020 ligt in lijn met de begroting. Als gevolg van de verkoop van de Noordweg en de daarmee versnelde afschrijving van de investeringen in dat gebouw en voor de overige posten de hogere afschrijvingslasten ten opzichte van de investeringen neemt de totale boekwaarde van materiële vaste activa af. Vanwege de verkoop van de Noordweg is er geïnvesteerd in aanpassingen aan het gebouw van de Marinus Post om het bestuur en servicebureau te kunnen inhuizen op die locatie, daarnaast zijn er aanpassingen gedaan aan het gebouw van het Copernicus en is er valbeveiliging aangelegd op het dak van de Marinus Post. Tevens is er geïnvesteerd in inventaris en ICT middelen op de diverse locaties.
De financiële vaste activa hebben betrekking op de verstrekte leningen aan de huisvestingsstichtingen ten behoeve van aanschaf van inventaris en gebruikerswensen in de gebouwen van de schoollocaties Het Perron Dronten en VIA. Jaarlijks vindt er aflossing plaats op de leningen op basis van de afschrijvingslasten van de betreffende inventaris en investeringen in gebruikerswensen in het gebouw. De leningen nemen toe indien er nieuwe investeringen plaatsvinden. Per saldo was de aflossing op de leningen groter dan de nieuwe investeringen, met als gevolg dat deze financiële vaste activa afnemen.
Door het positieve exploitatieresultaat in 2020, het gegeven dat de afschrijvingen groter zijn dan de investeringen en het toenemen van de voorzieningen nemen de liquide middelen toe ten opzichte van het voorgaande boekjaar.
De voorziening voor groot onderhoud neemt in beperkte mate toe ten opzichte van het voorgaande jaar. De beperkte toename hangt onder andere samen met de vrijval van de voorziening groot onderhoud van de locatie Noordweg 87 in verband met de verkoop van dit gebouw in 2020. In 2020 heeft een beperkt aantal onderhoudsactiviteiten plaatsgevonden. De voorziening voor het sparen van verlofuren op basis van het persoonlijk budget neemt toe. Er worden momenteel meer uren gespaard dan opgenomen. De voorziening jubileumgratificaties is afgenomen als gevolg van het vertrek van een aantal medewerkers. De toevoeging aan de voorziening WW-uitkeringen en de nieuw gevormde voorziening mobiliteit zorgen voor een toename van de voorzieningen. Dit hangt samen met de mobiliteitsafspraken die met medewerkers zijn gemaakt en de daaruit voortvloeiende kosten. Ten slotte zijn in 2020 voorzieningen gevormd voor de verplichtingen voor ex-werknemers op het vlak van WGA-uitkeringen en op het vlak van de transitievergoeding en een voorziening met betrekking tot recht op vakantieverlof voor medewerkers die in het verleden zwangerschapsverlof hebben genoten tijdens vakantieperiodes en niet zijn gecompenseerd voor dit vakantieverlof.
Pagina 39 De kortlopende schulden liggen in totaal in lijn met 2019.
Voor een inzicht in de financiële positie kunnen de balansen per 31 december 2020 en 2019 als volgt worden samengevat:
Balans per 31 december 2020 2019 € € Activa
Materiële vaste activa 2.823.752 3.484.289 Financiële vaste activa 975.326 1.069.788 Totaal vaste activa 3.799.078 4.554.077
Vlottende activa 6.774.676 4.914.067
Totaal activa 10.573.754 9.468.144
Balans per 31 december 2020 2019 € € Passiva
Eigen vermogen (publiek) 5.837.971 5.508.636 Eigen vermogen (privaat) 156.916 0 Voorzieningen 2.172.750 1.550.723 Langlopende schulden 0 0 Kortlopende schulden 2.406.117 2.408.786
Totaal passiva 10.573.754 9.468.144
Netto vlottende middelen (werkkapitaal) 4.368.559 2.505.282 Vastgelegde middelen 3.799.078 4.554.077
1.6.5.2 Staat van baten en lasten + toelichting
Het nettoresultaat over 2020 bedraagt positief € 321.109. Samengevat zijn de baten en lasten over 2020 en 2019 als volgt samengesteld:
Pagina 40 Staat van baten en lasten 2020 Begr. 2020 2019 € € € Baten
Rijksbijdragen 22.151.384 21.194.750 22.163.147 Overige overheidsbijdragen 0 0 0 Overige baten 437.994 58.250 113.812
Totaal baten 22.589.377 21.253.000 22.276.959
Lasten
Personele lasten 18.549.432 17.866.500 18.390.808 Afschrijvingen 461.461 582.000 586.118 Huisvestingslasten 958.094 990.500 969.140 Overige lasten 2.280.424 2.105.000 2.249.023
Totaal lasten 22.249.411 21.544.000 22.195.089
Saldo baten en lasten 339.966 -291.000 81.870
Financiële baten en lasten -18.857 -7.250 -365
Nettoresultaat 321.109 -298.250 81.505
Het uiteindelijke resultaat over 2020 kwam € 620.000 positiever uit dan bij het opmaken van de begroting werd voorzien. De toename van de baten is verhoudingsgewijs groter dan de toename in de lasten. De rijksbijdragen liggen redelijk in lijn met de realisatie over 2019 en vallen hoger uit dan begroot. De afwijking ten opzichte van de begroting komt onder meer voort uit indexatie van de personele en materiële bekostiging. De indexatie wordt niet opgenomen in de begroting. Daarnaast zijn geoormerkte subsidies aangevraagd en ontvangen op het vlak van inhalen leerachterstanden COVID en de zomerschool. Tegenover deze geoormerkte subsidies staan ook kosten. De overige baten vallen eveneens hoger uit dan begroot en tevens hoger dan de realisatie over 2019. Dit hangt voornamelijk samen met de incidentele baten op het vlak van de verkoop van de Noordweg 87, de ontvangen subsidie van het project STO in Kampen en de niet begrote ouderbijdragen.
De personele lasten zijn toegenomen ten opzichte van 2019 en vallen hoger uit dan begroot. De toename wordt enerzijds verklaard door loonafspraken in de cao-vo waardoor de loonkosten toenemen en anderzijds in de mutaties van de personele voorzieningen. Vanuit de mobiliteitsregelingen komen verplichtingen voort, enerzijds op het vlak van de (bovenwettelijke) WW en anderzijds vanuit de individuele afspraken met medewerkers. De kosten vanuit individuele afspraken die doorwerken in 2021 zijn opgenomen in een voorziening mobiliteit. De kosten voor de
Pagina 41 WW in de voorziening ERD-WW. Tevens zijn in 2020 voorzieningen gevormd voor de kosten die voor rekening van het Almere College komen vanuit WGA-uitkeringen, de kosten voor transitievergoedingen en de kosten voor niet genoten vakantieverlof tijdens zwangerschapsverlof.. In de begroting was geen rekening gehouden met voornoemde kosten.
De investeringen liggen in lijn met de begroting. De afschrijvingslasten vallen wel lager uit dan begroot. De begroting was op dit vlak te hoog ingeschat.
De huisvestingslasten liggen in totaal redelijk in lijn met de realisatie over 2019 en vallen wat lager uit dan begroot. Op onderdelen zijn er afwijkingen. De kosten voor onderhoud zijn toegenomen. Dit hangt samen met kosten in verband met noodzakelijke aanpassingen als gevolg van de Corona- pandemie. Dit betreft bijvoorbeeld spatschermen, desinfectiezuilen, stickers en bewegwijzering. De kosten voor huur accommodaties valt als gevolg van de pandemie juist weer lager uit, omdat een deel van de gymlessen die extern worden gegeven niet konden doorgaan. De energielasten vallen juist weer hoger uit als gevolg van de pandemie vanwege de aanvullende ventilatie-eisen. Dit betreft de locatie Copernicus waar dit effect zich heeft voorgedaan. De andere locaties laten hier vanuit financieel oogpunt geen effect zien. De dotatie aan de onderhoudsvoorzieningen valt lager uit dan begroot. Dit hangt samen met de vrijval van de voorziening groot onderhoud van de Noordweg 87 in verband met verkoop van dit pand in september 2020.
De overige lasten nemen toe ten opzichte van 2019 en vallen hoger uit dan begroot. In de begroting was rekening gehouden met een kostenreductie op het vlak van de leermiddelen. Op basis van het bestaande contract is het momenteel nog niet mogelijk om de beoogde besparing op dit vlak te realiseren. Dit aspect wordt meegenomen in de aanbesteding van 2021. Daarnaast zijn met ingang van 2020 de kosten vanuit de ouderbijdrage opgenomen in de boekhouding. Deze baten en lasten werden tot dat moment niet meegenomen. Dit is in 2020 hersteld. Als gevolg van de Corona- pandemie en de daarmee samenhangende gedeeltelijke sluiting van de scholen zijn op onderdelen ook lagere kosten gerealiseerd.
Pagina 42 1.6.5.3 Kengetallen
De volgende kengetallen zijn van toepassing:
Signaal- Financiële kengetallen 2020 2019 2018 waarde IvhO
Solvabiliteit 1 Eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen 0,567 0,582 0,601
Solvabiliteit 2 Eigen vermogen plus voorzieningen ten opzichte van het totale vermogen 0,772 0,746 0,748 < 0,3
Liquiditeit (current ratio) Vlottende activa en liquide middelen t.ov. de kortlopende schulden 2,816 2,040 1,697 < 0,75
Kapitalisatiefactor Balanstotaal minus gebouwen/terreinen t.o.v. de totale baten 0,374 0,309 0,307
Weerstandsvermogen Eigen vermogen t.o.v. de totale baten (incl. rentebaten) 26,6% 24,7% 26,5% < 5,0%
Huisvestingsratio Huisvestingslasten plus afschrijvingen gebouwen t.o.v. de totale lasten 5,0% 5,1% 4,8% < 5,0%
Verhouding personele lasten t.o.v. de materiële lasten Personele lasten t.o.v. de totale lasten 83,4% 82,9% 81,1% Materiële lasten t.o.v. de totale lasten 16,6% 17,1% 18,9%
Rentabiliteit Nettoresultaat ten opzichte van de totale baten 1,4% 0,4% -1,5% 3 jarig < 0% 2 jarig < -5% 1 jarig < -10%
Het ministerie van OC&W heeft voor het weerstandsvermogen aangegeven 10% respectievelijk 40% te beschouwen als gangbare, acceptabele onder- en bovengrens voor dit kengetal. Afwijkingen buiten deze grenzen dienen zeker te worden toegelicht c.q. te worden verantwoord. Het weerstandsvermogen is afdoende ter dekking van de gesignaleerde risico’s.
Het solvabiliteitskengetal 1 laat een lichte daling zien ten opzichte van 2019. Dit komt door de verhoudingsgewijs grotere toename van de voorzieningen ten opzichte van de stijging van het eigen vermogen. In solvabiliteitskengetal 2 worden de voorzieningen en het eigen vermogen afgezet tegen het totale vermogen. De kortlopende schulden blijven min of meer gelijk ten opzichte van een toename van het eigen vermogen en de voorzieningen. Dit kengetal neemt dan ook toe ten opzichte van 2019.
Het liquiditeitskengetal neemt toe ten opzichte van 2019. De kortlopende vorderingen en liquide middelen nemen toe, terwijl de kortlopende schulden min of meer gelijk blijven. Het kengetal is van afdoende niveau. De organisatie is in staat op korte termijn aan de betalingsverplichtingen te voldoen.
Pagina 43 1.6.6 Personeel
1.6.6.1 Personeelsbeleid
Duurzame inzetbaarheid
Het Almere College zal de komende jaren meer gaan inzetten op duurzame inzetbaarheid van het personeel als onderdeel van strategisch personeelsbeleid. Er wordt naar gestreefd het PB budget in te zetten in de jaartaak zodat structureel sprake is van werkdrukvermindering. Daarnaast worden door de locatieleiding jaarlijks gesprekken gevoerd met alle medewerkers waarbij de inzet maar ook de inzetbaarheid in relatie tot de belastbaarheid onderwerp zijn. Zo nodig wordt gebruik gemaakt van verlofconstructies als het generatie pact. De HR adviseur ondersteunt zo nodig bij deze gesprekken. Daarnaast wordt regelmatig coaching ingezet voor collega’s waarvan de inzetbaarheid onder druk staat.
Taakbeleid
In augustus 2020 zijn nieuwe kaders voor het taakbeleid ingevoerd. Deze kaders hebben geleid tot werkdrukvermindering voor alle leraren middels lessenreductie maar ook zijn ontwikkeluren voor elke leraar ingevoerd. Daarnaast heeft elke medewerker de beschikking over een jaartaakbrief waarin de inzet voor het daaropvolgende schooljaar worden vastgelegd. De jaartaakbrief wordt besproken en voor akkoord getekend door elke medewerker.
Leiderschap
In 2018/2019 is vrijwel het gehele leidinggevende kader van het Almere College vervangen. Dit geeft nieuwe kansen maar ook veel noodzakelijke aandacht voor professionalisering middels scholing en coaching. Het Almere College betrekt regelmatig externe deskundigheid om intern de ingezette ontwikkelingen op gang te krijgen, op gang te houden en goed te borgen. Alle leidinggevenden ontmoeten elkaar in zes-wekelijkse bijeenkomsten waarin trainingen, intervisie maar ook bespreking van beleidsvoornemens plaats vindt.
LC/LD-promoties
In 2020 hebben er geen promoties in het kader van de functiemix plaatsgevonden. Bij de behandeling van het Bestuursformatieplan met de medezeggenschap worden de maatwerkafspraken in het kader van de functiemix jaarlijks besproken.
Gesprekscyclus
Het Almere College vindt het belangrijk dat alle medewerkers het gesprek voeren met hun leidinggevende over de kwaliteit van hun werk, de voortgang van hun overige taken en hun ambities.
Pagina 44 Daartoe worden ontwikkelgesprekken gevoerd. Bij leraren gaan deze gesprekken altijd gepaard met lesbezoeken en feedback daarop.
1.6.6.2 Personele ontwikkelingen
Ziekteverzuim
Het gemiddelde ziekteverzuimpercentage in 2020 was voor het Almere College 4,7% ten opzichte van circa 6,4% in 2019. De doelstelling is om het ziekteverzuim terug te dringen naar maximaal 4%. Zichtbaar is dat in 2020 ondanks de Covid pandemie het ziekteverzuim fors is afgenomen en dat de organisatie dichter op de streefwaarde zit. Alle leidinggevenden van het Almere College hebben in 2019 een meerdaagse training verzuimgesprekken voeren gevolgd. De aansluiting met de afdeling HR is verbeterd en de verzuimgesprekken worden consequent en vroegtijdig ingezet. Daarnaast krijgen alle leidinggevenden maandelijks een overzicht van de verzuimcijfers van alle locaties van het Almere College.
De ziekmeldingsfrequentie lag in 2020 op gemiddeld 0,73.
Mobiliteit en werving & selectie
In het verslagjaar 2020 zijn in totaal 50 mensen in dienst gekomen van het Almere College. In totaal hebben 58 medewerkers de organisatie verlaten in het verslagjaar. Gemiddeld genomen over het gehele verslagjaar is de formatieve inzet afgenomen van 230 fte in 2019 naar 218 fte in 2020. In de periode januari t/m juli 2020 was de formatieve inzet hoger. Met ingang van augustus 2020 is sprake
Pagina 45 van een afname van de formatie. Omdat er meer parttimers in dienst zijn gekomen is het totaal aantal medewerkers niet afgenomen.
Locatie & categorie Aantal medew. in dienst Aantal medew. uit dienst Servicebureau OOP 2 3
Copernicus & Het Perron DIR 0 1 OP 28 25 OOP 3 6
Praktijkonderwijs OP 0 2 OOP 0 1
Marinus Postlaan DIR 1 0 OP 7 9 OOP 2 0
VIA OP 3 4 OOP 2 4
ISK OP 1 3 OOP 1 0
Totaal 50 58
Aantallen personeelsleden op 1 oktober 2020 (1 oktober 2019)
O.P. O.O.P. Directie Totaal Kampen 58 (59) 23 (24) 2 (1) 83 (84) Dronten 123 (127) 40 (38) 5 (8) 168 (173) ISK 20 (16) 3 (2) 1 (1) 24 (19) Servicebureau 14 (13) 0 (0) 14 (13)
Totaal 201 (202) 80 (77) 8 (10) 289 (289)
Pagina 46 Aantal fte’s
Gemiddeld aantal fte's 2020 2019
Directie 9 8 Onderwijs Ondersteunend Personeel 54 58 Onderwijsgevend Personeel 155 164 Totaal 218 230
1.6.6.3 Beheersing uitkeringen na ontslag
Ons beleid is er op gericht om tijdig disfunctioneren te onderkennen en middels coaching te verbeteren. Mocht onverhoopt blijken dat de medewerker echt niet geschikt is voor de baan dan is onze begeleiding erop gericht dat hij/zij naar ander werk wordt geleid.
In 2020 is met 14 medewerkers een mobiliteitsregeling getroffen. Dit heeft gezorgd voor een reductie van de structurele loonkosten. Voor 19 medewerkers heeft het Almere College bijgedragen in kosten van de ww-verplichtingen (25% eigen bijdrage per schoolbestuur). Per dossier wordt beoordeeld welke acties uitgezet dienen te worden om de uitkeringskosten te beheersen.
1.6.7 Duurzaamheid
Het Almere College streeft ernaar de huisvesting te verduurzamen. In 2019 heeft een extern deskundige onderzocht welke duurzaamheidsmaatregelen getroffen kunnen worden, om daarmee te voldoen aan de wettelijke verplichtingen op dit vlak. De betreffende maatregelen zullen de komende jaren geïmplementeerd worden. Het moment van implementatie is in bepaalde gevallen afhankelijk van het moment waarop het betreffende onderdeel is opgenomen in de meerjaren onderhoudsplanning. De schoollocaties VIA en Het Perron Dronten betreffen relatief nieuwe locaties. De schoollocatie Het Perron Dronten beschikt bijvoorbeeld over een extra geïsoleerde schil met o.a. triple beglazing, warmte/koude opslag, LED-verlichting met aanwezigheidssensoren en zonnepanelen. De locatie Marinus Post beschikt eveneens over zonnepanelen. De verlichting op deze locatie wordt gefaseerd vervangen door LED-verlichting. Voor de locatie van het praktijkonderwijs vindt een verkennend onderzoek naar nieuwbouw plaats. In dit onderzoek wordt rekening gehouden met het aspect duurzaamheid.
Pagina 47 1.7 Continuïteitsparagraaf
In de continuïteitsparagraaf vindt u een doorkijk naar de komende jaren, bij gelijkblijvend beleid. Omdat het Almere College een kleine en wendbare organisatie is die snel kan inspelen op maatschappelijke en politieke veranderingen zal de organisatie zich snel aanpassen mocht er zich iets onverwachts voordoen. Aan de andere kant herbergt deze omvang ook de kwetsbaarheid van de organisatie in het opvangen van risico’s.
1.7.1 Onderwijs en onderwijskwaliteit
De basis op orde en het dak omhoog
Onder deze noemer zal de komende jaren gewerkt worden aan de verbetering van het Almere College. Het gaat hierbij om de verbetering van het onderwijs (tenminste alle scholen basisarrangement en daarboven het nastreven van eigen kwaliteitsdoelstellingen) en alles wat daartoe nodig is in de ondersteuning daarvan.
Strategisch beleidsplan
In 2021 zal een nieuw strategisch beleidsplan geschreven worden waarbij de koers voor de komende 4 jaar zal worden uitgezet. In het hart van dit plan staat de doorontwikkeling van maatwerkonderwijs (GPL) passend bij de doelgroep van de verschillende locaties. Het Almere College zal meerdere bovenschoolse netwerken inrichten om haar onderwijskundige doelstellingen te realiseren. We werken bovenschools bewust samen om elkaar te versterken in de uitvoering van onze maatschappelijke opdracht. Dit betekent ook dat we een krachtige slanke centrale ondersteuning inrichten en dat systemen (automatisering) ons daarbij gaan helpen. Deze samenwerking beperkt zich niet tot het Almere College zelf. Wij richten de blik naar buiten om samen met andere besturen en scholen te onderzoeken waar we elkaar kunnen helpen om het onderwijs in de regio te versterken. Wij werken daarbij vanuit eigenaarschap en vertrouwen op basis van heldere kaders.
1.7.2 Leerlingontwikkeling
Onze leerlingaantallen zullen naar verwachting in beperkte mate teruglopen de komende jaren. Het Almere College heeft een flexibele schil om schommelingen in leerlingenaantallen op te vangen. De omvang van de flexibele schil is op de peildatum 31-12-2020 circa 25% v/h personeelsbestand. De cijfers in onderstaand overzicht zijn geproduceerd op basis van de gegevens uit de begroting van december 2020.
Kengetallen per 31 december 2020 2021 2022 2023
Leerlingaantallen 2.202 2.161 2.075 2.071
Pagina 48 1.7.3 Personele ontwikkelingen
Om de uitgaven beheersbaar te houden de komende jaren dient de totale formatie teruggebracht te worden. Het uitgangspunt daarbij is dat de teruggang in formatie op basis van vrijwillige mobiliteit wordt gerealiseerd. Medewerkers die daarvoor in aanmerking willen komen hebben de mogelijkheid om in gesprek te gaan over de mogelijkheden van mobiliteit. Daarnaast zal gebruik worden gemaakt van de flexibele schil om de formatie terug te brengen.
Kengetallen per 31 december 2020 2021 2022 2023
Personele bezetting in FTE Management/ Directie 9 8 8 8 Onderwijzend personeel 155 151 151 151 Overige medewerkers 54 53 53 53 Totaal medewerkers 218 212 212 212
1.7.4 Huisvesting
Het Huisvestingsbeleid zal de komende jaren gericht zijn op de nieuwbouw van een gebouw voor ons praktijkonderwijs, waarschijnlijk in de periode 2021-2025. De gemeente Dronten zal deze nieuwbouw financieren. Daarnaast wordt steeds stapsgewijs gewerkt worden aan verbetering van het binnenklimaat van de gebouwen.
1.7.5 ICT
ICT zal de komende jaren cruciaal zijn om zowel de onderwijskundige als de ondersteunende processen te optimaliseren. In het najaar van 2020 heeft het bestuur een ICT scan laten uitvoeren door een externe partij om te bekijken welke noodzakelijke ingrepen daartoe moeten worden gerealiseerd. Op het gebied van onderwijs worden in toenemende mate hoge eisen gesteld aan de capaciteit van onze internetverbindingen. In 2020/2021 worden de bandbreedtes bijna verdubbeld. Om tijd- en plaats onafhankelijk leren en werken mogelijk te maken gaat het Almere College op weg naar cloud- toepassingen. De voorbereidingen vergen aanpassingen van de bestaande infrastructuur en hardware. Ook zien we dat wij meer moeten investeren in een goede beveiliging van onze systemen. Op het vlak van de personele administratie wordt ingezet op het versterken van employee self service (ESS) en management self service (MSS). Deze beweging past bij onze visie om verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie te leggen en eigenaarschap in alle geledingen te versterken. Dit betekent dat waar mogelijk medewerkers zelf bepaalde administratieve processen kunnen opstarten. De leidinggevende krijgt vervolgens een dergelijke mutatie digitaal ter goedkeuring voorgelegd en vervolgens wordt de mutatie in de personeels- en salarisadministratiesysteem verwerkt. De leidinggevenden krijgen ook de mogelijkheid om diverse administratieve processen te starten. Hierbij kan gedacht worden aan een Pagina 49 mutatie in de werktijdfactor of het in dienst melden van een nieuwe medewerker. Op het vlak van de financiële administratie zal gewerkt worden aan de principes dat de administratie volledig, tijdig en betrouwbaar is en dat de informatie voorziening aan belanghebbenden volgens deze principes functioneert en is toegesneden op de gebruiker. Onderzoek zal worden gedaan naar begrotingsmodules. Daarnaast wordt de facturering aan ouders geautomatiseerd.
1.7.6 Investeringen
De investeringen de komende jaren liggen voornamelijk op het vlak van modernisatie en vervanging van ICT middelen. Ten aanzien van de realisatie van de nieuwbouw van het praktijkonderwijs is het uitgangspunt dat gewerkt zal worden binnen het budget dat de gemeente voor de bouw beschikbaar zal stellen en is vanuit de algemene reserves een bestemmingsreserve gevormd voor een bedrag van € 650.000 ter dekking van de verwachte eigen investeringen in de inventaris. In verband met de aangescherpte ventilatie-eisen als gevolg van Covid zal mogelijk geïnvesteerd dienen te worden in het verbeteren van de ventilatie op de locaties. Dit zal dan (deels) vanuit eigen middelen gefinancierd dienen te worden.
1.7.7 Duurzaamheid
Op basis van het advies opgesteld door de extern deskundige in 2019 zal de komende jaren gewerkt worden aan het verder verduurzamen van het huisvestingsbestand van het Almere College. Daarbij zal steeds bekeken worden wat de terugverdientijd van een bepaalde investering is ten opzichte van de verwachte gebruiksduur van een gebouw. Waar mogelijk laten we duurzaamheidsactiviteiten samenvallen met de overeenkomstige onderhoudsmomenten.
1.7.8 Financiën
Het bekostigingsstelsel van scholen voor voortgezet onderwijs vanuit de rijksoverheid zal worden vereenvoudigd. Doorrekening hiervan levert voor het Almere College geen noemenswaardige wijziging op van de hoogte van de rijksbijdragen.
Wanneer zich geen nieuwe aanpassingen van regelgeving hieromtrent zullen voordoen verwachten wij geen ongebruikelijke aanpassingen/mutaties van onze reserves en voorzieningen e.d.
1.7.8.1 Staat van baten en lasten
Vanwege de beperkte daling in het aantal leerlingen wordt een eveneens beperkte daling in de rijksbekostiging verwacht. Dit vraagt om de kosten op personeel en materieel vlak evenredig te laten dalen.
Pagina 50 Staat van baten en lasten 2020 2021 2022 2023 € € € € Baten
Rijksbijdragen 22.151.384 21.422.000 20.671.000 20.008.000 Overige overheidsbijdragen 0 0 0 0 Overige baten 437.994 375.000 315.000 274.000
Totaal baten 22.589.377 21.797.000 20.986.000 20.282.000
Lasten
Personele lasten 18.549.432 17.467.000 16.784.000 16.105.000 Afschrijvingen 461.461 519.000 548.000 606.000 Huisvestingslasten 958.094 1.113.000 1.133.000 1.133.000 Overige lasten 2.280.424 2.698.000 2.521.000 2.438.000
Totaal lasten 22.249.411 21.797.000 20.986.000 20.282.000
Saldo baten en lasten 339.966 0 0 0
Financiële baten en lasten -18.857 0 0 0
Nettoresultaat 321.109 0 0 0
1.7.8.2 Balans
Reservepositie Op basis van de verwachte sluitende exploitatie voor de komende jaren blijft het eigen vermogen stabiel. Op het moment dat de nieuwbouw praktijkonderwijs gerealiseerd gaat worden betekent dit op termijn dat middelen nodig zijn voor de eigen investeringen in de inventaris van deze locatie. Hiervoor is een bedrag in een bestemmingsreserve ondergebracht van € 650.000 ter dekking van deze investeringen. Het resterende deel van het eigen vermogen is bedoeld ter financiering van de aanschaf van activa en het vanuit eigen middelen kunnen afdekken van risico’s die de organisatie loopt. Tevens wordt er als gevolg van het op termijn voldoen aan de richtlijnen van de jaarverslaggeving op het vlak van de voorziening groot onderhoud verwacht dat er een eenmalige verschuiving zal plaatsvinden vanuit het eigen vermogen naar deze voorziening, waardoor het eigen vermogen zal afnemen. De organisatie is in staat om op korte en lange termijn aan de betalingsverplichtingen te voldoen.
Leningen In de balans zijn de leningen aan de huisvestingsstichtingen nog opgenomen. Indien de betrokken partijen kiezen voor de oplossingsrichting waarbij de inventaris en investeringen in de
Pagina 51 gebruikerswensen worden overgedragen aan de betrokken schoolbesturen tegen het wegstrepen van de overeenkomstige leningen, zal dit een verschuiving betekenen van de financiële vaste activa naar de materiële vaste activa.
Balans per 31 december 2020 2021 2022 2023 € € € € Activa
Materiële vaste activa 2.823.752 3.245.303 3.272.303 3.241.303 Financiële vaste activa 975.326 769.788 619.788 469.788 Totaal vaste activa 3.799.078 4.015.091 3.892.091 3.711.091
Vorderingen 286.635 602.000 602.000 602.000 Liquide middelen 6.488.041 5.029.959 5.317.946 5.653.619
Totaal activa 10.573.754 9.647.050 9.812.037 9.966.710
Balans per 31 december 2020 2021 2022 2023 € € € € Passiva
Eigen vermogen (publiek) 5.837.971 5.369.434 5.369.434 5.369.434 Eigen vermogen (privaat) 156.916 Voorzieningen 2.172.750 1.665.479 1.830.466 1.985.139 Langlopende schulden 0 0 0 0 Kortlopende schulden 2.406.117 2.612.137 2.612.137 2.612.137
Totaal passiva 10.573.754 9.647.050 9.812.037 9.966.710
Pagina 52 2. JAARREKENING
Pagina 53 2.1 Balans per 31 december 2020 (na verwerking resultaat)
Balans per 31 december 2020 (na verwerking resultaat) 2020 2019 € € Vaste activa
Materiële vaste activa Verbouwingen 2.139.802 2.590.727 Inventaris en meubilair 683.950 893.562 2.823.752 3.484.289
Financiële vaste activa Stichting Huisvesting VMBO Kampen 316.941 280.460 Stichting Huisvesting Onderwijs Dronten e.o. 658.385 789.328 975.326 1.069.788
Totaal vaste activa 3.799.078 4.554.077
Vlottende activa
Vorderingen (korter dan 1 jaar) Ministerie van OC&W P.M. P.M. Stichting Huisvesting VMBO Kampen 19.157 0 Stichting Huisvesting Onderwijs Dronten e.o. 183.098 36.087 Vordering op gemeente en GR's 0 0 Overlopende activa 84.379 96.171 286.635 132.259
Liquide middelen 6.488.041 4.781.808
Totaal vlottende activa 6.774.676 4.914.067
10.573.754 9.468.144
Pagina 54 Balans per 31 december 2020 (na verwerking resultaat) 2020 2019 € €
Eigen vermogen Algemene reserve 5.187.971 5.508.636 Bestemmingsreserve - publieke middelen 650.000 0 Bestemmingsreserve - private middelen 156.916 0 5.994.887 5.508.636
Voorzieningen Voorziening spaarverlof 33.516 45.940 Voorziening LPB (levensfasebewust personeelsbeleid) 691.428 560.198 Voorziening jubilea 162.762 191.186 Voorziening ERD WW-uitkeringen 269.282 88.404 Voorziening mobiliteit 70.699 0 Voorziening ERD WGA-uitkeringen 218.792 0 Voorziening transitievergoeding 9.519 0 Voorziening zwangerschapsverlof 34.115 0 Voorziening onderhoud 682.638 664.995 2.172.750 1.550.723
Langlopende schulden Egalisatie rijksbijdragen 0 0
Kortlopende schulden (korter dan 1 jaar) Crediteuren 357.581 385.406 Schulden aan OCW 288.896 288.896 Loonheffing en pensioenpremies 899.228 912.795 Salarissen 546.856 565.858 Egalisatie rijksbijdragen 0 0 Stichting Huisvesting VMBO Kampen 0 22.869 Overlopende passiva 313.555 232.962 2.406.117 2.408.786
10.573.754 9.468.144
Pagina 55 De diverse activa en passiva uit de balans in grafiekvorm (mèt de getallen)
Pagina 56 Pagina 57 2.2 Staat van baten en lasten over 2020
Staat van baten en lasten over 2020 2020 Begr. 2020 2019 € € € Baten
Rijksbijdragen OC&W 22.151.384 21.194.750 22.163.147 Overige overheidsbijdragen 0 0 0 Overige baten 437.994 58.250 113.812
Totaal baten 22.589.377 21.253.000 22.276.959
Lasten
Personele lasten 18.549.432 17.866.500 18.390.808 Afschrijvingen 461.461 582.000 586.118 Huisvestingslasten 958.094 990.500 969.140 Overige lasten 2.280.424 2.105.000 2.249.023
Totaal lasten 22.249.411 21.544.000 22.195.089
Saldo baten en lasten 339.966 -291.000 81.870
Financiële baten en lasten Financiële baten 58 0 810 Financiële lasten 18.915 7.250 1.175 -18.857 -7.250 -365
Nettoresultaat 321.109 -298.250 81.505
Pagina 58 De exploitatierekening grafisch weergegeven (mèt de getallen)
2 0 2 0
2 0 1 9
Pagina 59 De baten en lasten uit de exploitatierekening in ”taartvorm” (in percentages)
Pagina 60 2.3 Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht 2020 2019 € € Kasstroom uit operationele activiteiten
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 339.966 81.870
Aanpassingen voor aansluiting bedrijfsresultaat: - afschrijvingen 461.461 586.118 - mutaties voorzieningen 622.027 221.055 Totaal aanpassingen voor aansluiting met bedrijfsresultaat 1.083.488 807.173
Veranderingen in werkkapitaal: - mutaties kortlopende vorderingen -154.376 -4.406 - mutaties kortlopende schulden -2.669 605.528 Totaal veranderingen in werkkapitaal -157.045 601.122
Kasstroom uit bedrijfsoperaties 1.266.409 1.490.165
Financiële baten 58 810 Financiële lasten 18.915 1.175 -18.857 -365
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 1.247.553 1.489.800
Kasstroom uit investeringsactiviteiten (Des)investeringen in materiële vaste activa 199.076 -225.786 Mutaties financiële vaste activa 94.462 258.310 Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten 293.538 32.524
Kasstroom uit financeringsactiviteiten Mutaties egalisatierekeningen (langlopende schulden) 0 0 Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten 0 0
Mutaties liquide middelen 1.541.090 1.522.324
Beginstand liquide middelen 4.946.951 3.259.484 Mutaties liquide middelen 1.541.090 1.522.324
Eindstand liquide middelen 6.488.041 4.781.808
Pagina 61 2.4 Toelichting op de balans en staat van baten en lasten
2.4.1 Algemene toelichting
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. De corona-crisis zorgt niet voor financiële discontinuïteit van de organisatie.
De jaarrekening is opgesteld in hele euro’s, de functionele valuta van de instelling. De algemene grondslag voor de waardering van activa en passiva, alsmede voor het bepalen van het resultaat, zijn de historische kosten. Voor zover niet anders vermeld worden activa en passiva opgenomen voor de nominale waarde’. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen ervan naar de onderwijsorganisatie zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een in de balans opgenomen actief of verplichting blijft op de balans als een transactie (met betrekking tot het actief of de verplichting) niet leidt tot een belangrijke verandering in de economische realiteit met betrekking tot het actief of de verplichting. Een actief of verplichting wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico's met betrekking tot het actief of de verplichting aan een derde zijn overgedragen. Verder wordt een actief of een verplichting niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip dat niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Voorzieningen worden met ingang van 2020 tegen contante waarde gewaardeerd. In dit jaarverslag is van dit principe afgeweken vanwege de beperkte invloed van deze verwerkingswijze. Er is voor de bepaling van de contante waarde in het verslagjaar namelijk uitgegaan van een rekenrente van 0%.
De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een
Pagina 62 verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten worden verantwoord indien alle belangrijke risico’s zijn overgedragen.
Vergelijkende cijfers De vergelijkende cijfers zijn ten behoeven van vergelijkingsdoeleinden aangepast.
2.4.1.1 Activiteiten Het Almere College is een openbare school voor voortgezet onderwijs van ”Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Kampen Dronten”, gevestigd te Kampen, KvK-nummer 64783294. Onze ondertitel is ontmoetingsschool. We willen een school zijn waarin men op zorgvuldige wijze met de ander omgaat. Waarin ontmoeten cultuur is: we kijken elkaar aan, we groeten elkaar. Iedereen, medewerker en leerling, wordt met respect en vertrouwen tegemoet getreden.
2.4.1.2 Verbonden partijen Als verbonden partij worden alle rechtspersonen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire leden van het College van Bestuur, andere sleutelfunctionarissen in het management van het Almere College en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht.
2.4.1.3 Schattingen Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het college van bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en passiva en van baten en lasten. De belangrijkste schattingen hebben betrekking op: - de waardering van materiële vaste activa, waaronder de gehanteerde afschrijvingstermijnen; - de verwachte onderhoudsuitgaven bij bepaling van de voorziening voor groot onderhoud; - de bepaling van personele voorzieningen. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
2.4.1.4 Bepaling reële waarde Een aantal grondslagen en toelichtingen in de jaarrekening vereist de bepaling van de reële waarde Pagina 63 van zowel financiële als niet-financiële activa en verplichtingen. Voor waarderings- en informatieverschaffingsdoeleinden is de reële waarde op basis van de volgende methoden bepaald. Indien van toepassing wordt nadere informatie over de uitgangspunten voor de bepaling van de reële waarde vermeld bij het onderdeel van deze toelichting dat specifiek op het betreffende actief of de betreffende verplichting van toepassing is. De reële waarde van financiële instrumenten wordt bepaald door de verwachte kasstromen contant te maken tegen een disconteringsvoet die gelijk is aan de geldende risicovrije marktrente voor de resterende looptijd vermeerderd met krediet- en liquiditeitsopslagen.
2.4.2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva
2.4.2.1 Algemeen Deze jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de grondslagen voor financiële verslaggeving die in Nederland algemeen aanvaard zijn en de specifieke bepalingen voor onderwijsinstellingen. De jaarrekening is in overeenstemming met de (stellige uitspraken in de) Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving die gelden voor een jaarrekening met een boekjaar dat op of na 1 januari 2008 begint, en is in overeenstemming met de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek (Boek 2, titel 9) en de (stellige uitspraken in de) Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (inclusief RJ 660 waarin de specifieke bepalingen voor onderwijsinstellingen zijn opgenomen). Vorengenoemde bepalingen zijn van toepassing op grond van de OC&W-Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs 2008 (doorlopende versie, editie december 2019).
2.4.2.2 Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar. In 2020 hebben zich geen stelsel- en schattingswijzigingen voorgedaan.
2.4.2.3 Vaste activa Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. Subsidies op investeringen worden in mindering gebracht op de verkrijgingsprijs van de activa waarop de subsidies betrekking hebben. Wanneer de verkrijgingsprijs van (een groep van) voor activering in aanmerking komende aanschaffingen meer bedraagt dan de ondergrens van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek die de belastingdienst hanteert, dan vindt activering en de daarbij behorende afschrijving plaats. In 2020 bedroeg die ondergrens € 2.400. Onder deze activeringsgrens worden de betreffende uitgaven ten laste van het resultaat van het betreffende boekjaar gebracht. Zowel de inkomsten als de uitgaven voor de ”gratis” leermiddelenverstrekking worden rechtstreeks, en volledig aan enig boekjaar toegerekend.
Pagina 64 Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de gebouwen is een voorziening voor groot onderhoud gevormd. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt.
2.4.2.4 Bijzondere waardeverminderingen vaste activa Voor vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te schatten voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort. Wanneer de boekwaarde van een actief (of een kasstroom genererende eenheid) hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Indien sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies van een kasstroom genererende eenheid, wordt het verlies allereerst toegerekend aan overwaarde die is toegerekend aan de kasstroom genererende eenheid. Een eventueel restant verlies wordt toegerekend aan de andere activa van de eenheid naar rato van hun boekwaarden. Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief (of kasstroom genererende eenheid) geschat. Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies. In dat geval wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroom genererende eenheid) opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of kasstroom genererende eenheid) zou zijn verantwoord.
Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waar (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien de instrumenten bij de vervolgwaardering niet worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeverminderingen in de winst en verliesrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
Pagina 65 Handels- en overige vorderingen Handels- en overige vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.
Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rekenmethode.
Afgeleide financiële instrumenten Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Kampen Dronten maakt geen gebruik van financiële derivaten en beperkt de risico’s (renterisico, kasstroomrisico en kredietrisico) door gebruik te maken van de rekening-courant en spaarrekeningen, rekening houdend met de voorwaarden uit de Regeling beleggen en belenen tot 1 juli 2016 en regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016 na 1 juli 2016 (gewijzigd d.d. 19 december 2018).
2.4.2.5 Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan krediet- instellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
2.4.2.6 Eigen vermogen Onder het eigen vermogen worden de algemene reserves en de eventuele bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen gepresenteerd, waarbij een onderscheid is gemaakt tussen reserves uit private middelen en reserves uit publieke middelen. De algemene reserve bestaat uit de reserves die ter vrije beschikking staan van het bestuur. Indien een beperkte bestedingsmogelijkheid door de organisatie is aangebracht, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsreserve. De beperkte bestedingsmogelijkheid van de bestemmingsreserve is door het bestuur bepaald en betreft geen verplichting. Het bestuur kan deze verplichting zelf opheffen. Indien een beperkte bestedingsmogelijkheid door een derde is aangebracht, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsfonds. De algemene reserve betreft een buffer ter waarborging van de continuïteit van de scholen en de stichting. Deze wordt opgebouwd uit resultaatbestemming van overschotten welke ontstaan uit het verschil tussen de toegerekende baten en de werkelijke lasten (in geval van een tekort wordt dit resultaat ten laste van de algemene reserve gebracht).
2.4.2.7 Voorzieningen Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is
Pagina 66 en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Vanwege de beperkte invloed op de bedragen is in het verslagjaar gekozen om de voorzieningen te waarderen tegen nominale waarde. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. Voorziening onderhoud In afwijking van hoofdstuk 212 Materiële vaste activa, paragraaf 4, alinea 451, van de richtlijnen heeft de stichting voor het boekjaar 2020 gebruik gemaakt van de tijdelijke mogelijkheid om de jaarlijkse toevoeging aan de voorziening groot onderhoud te bepalen op basis van het voorgenomen onderhoud gedurende de gehele planperiode van het groot onderhoud op het niveau van het onderwijspand gedeeld door het aantal jaren waaruit de planperiode bestaat. Dit in lijn met de verwerkingswijze in het voorgaande verslagjaar en conform de tijdelijke overgangsregeling in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs voor het toepassen van de methode van kostenegalisatie voor de voorziening onderhoud. Periodiek wordt de planning geactualiseerd. Jaarlijks wordt bekeken of de dotatie toereikend is. Voorziening jubilea De voorziening jubilea wordt opgenomen tegen de contante waarde van de toekomstige uitbetalingen en is afhankelijk van de ingeschatte blijfkans, de verwachte salarisstijgingen en de disconteringsvoet. De werkelijke jubilea-uitkeringen worden ten laste van de voorziening gebracht.
Schattingswijziging disconteringsvoet: In verband met de gedaalde marktrente is de disconteringsvoet met ingang van 2020 verlaagt naar -0,1%. Het percentage is gebaseerd op basis van opgave van de Belastingdienst over marktrente.
Overige voorzieningen De overige voorzieningen worden opgenomen tegen nominale waarde van de voor de afwikkeling van de voorziening naar verwachting noodzakelijke uitgaven.
2.4.2.8 Schulden Schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de geschatte looptijd van de schulden in de staat van baten en lasten als intrestlast verwerkt.
Pagina 67 2.4.3 Grondslagen voor bepaling van het exploitatieresultaat
2.4.3.1 Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Baten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Lasten en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden.
2.4.3.2 Rijksbijdragen Onder de rijksbijdragen worden de vergoedingen voor de personele en materiële exploitatie opgenomen verstrekt door het Ministerie OCW. De ontvangen (normatieve) rijksbijdragen uit hoofde van de basisbekostiging (lumpsum) worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft (in het jaar van toewijzing) volledig als baten verwerkt in de staat van baten en lasten.
Niet-geoormerkte OCW-subsidies (subsidies die volledig vrij besteedbaar zijn) worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft volledig als baten verwerkt in de staat van baten en lasten. De niet bestede niet-geoormerkte OCW-subsidies worden op uitzondering verantwoord onder de vooruit ontvangen subsidies OCW (overlopende passiva) indien er een afgebakend bestedingsplan is opgesteld waarmee expliciet kan worden aangetoond dat de middelen in de toekomst worden aangewend.
Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (G1-doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekening-clausule heeft) worden naar rato van de voortgang (%) van de gesubsidieerde activiteiten verwerkt in de staat van baten en lasten. De subsidies waarvoor nog niet (alle) activiteiten (prestaties) zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de vooruit ontvangen subsidies OCW (overlopende passiva) zolang de bestedingstermijn (subsidietijdvak) nog niet is verlopen.
Geoormerkte OCW-subsidies (G2-doelsubsidies met verrekening-clausule) worden ten gunste van de staat van de baten en lasten verantwoord in het jaar waarvan de werkelijke subsidiabele lasten komen (naar rato van de aan het verslagjaar toe te rekenen werkelijke subsidiabele uitgaven). Niet bestede middelen worden verantwoord onder de vooruit ontvangen subsidies OCW (overlopende passiva) zolang de bestedingstermijn (subsidietijdvak) nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord als schuld aan het Ministerie van OCW onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn (subsidietijdvak) is verlopen op balansdatum (terugvordering door Ministerie OCW).
2.4.3.3 Overige overheidsbijdragen en –subsidies Onder de overige overheidsbijdragen worden de vergoedingen opgenomen, verstrekt door gemeente, provincie of andere overheidsinstellingen. De overige overheidsbijdragen worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.
Pagina 68 2.4.3.4 Overige baten Onder de overige baten worden de vergoedingen opgenomen die niet zijn verstrekt door het Ministerie van OCW, gemeenten, provincies of andere overheidsinstellingen. De overige baten (waaronder ouderbijdragen) worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, waarbij ervan uitgegaan is dat reguliere onderwijs- en onderzoekstaken gelijkmatig over het jaar zijn gespreid. 2.4.3.5 Afschrijvingen op materiële vaste activa Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen uit de incidentele verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen.
2.4.3.6 Personeelsbeloningen
Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de CAO-VO uitbetaald. De beloningen van het personeel worden als last in de staat van baten en lasten verantwoord in de periode waarin de arbeidsprestatie wordt verricht en, voor zover nog niet uitbetaald, als verplichting op de balans opgenomen. Als de reeds betaalde bedragen de verschuldigde beloningen overtreffen, wordt het meerdere opgenomen als een overlopend actief voor zover er sprake zal zijn van terugbetaling door het personeel of van verrekening met toekomstige betalingen door de stichting.
Pensioengrondslagen De stichting is aangesloten bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). Het ABP is het bedrijfstakpensioenfonds voor overheidswerkgevers, waaronder onderwijsinstellingen. Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. ABP hanteert het middelloon als pensioengevende salarisgrondslag. ABP probeert ieder jaar de pensioenen te verhogen met de gemiddelde stijging van de lonen in de sectoren overheid en onderwijs. De dekkingsgraad van het ABP per 31 december 2020 bedraagt 93,2%.
2.4.3.7 Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt
Pagina 69 rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.
2.4.4 Toelichting op het kasstroomoverzicht
In samenhang met de balans en de staat van baten en lasten moet het kasstroomoverzicht bijdragen aan het inzicht in de financiering, liquiditeit, de solvabiliteit en het vermogen van de instelling om geldstromen te genereren. Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij de indirecte methode wordt het resultaat (saldo van baten en lasten) als basis genomen. Dit overzicht geeft weer waaraan de in de verslagperiode beschikbaar gekomen gelden zijn besteed. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder financial leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van financial leasing zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten.
Pagina 70 2.4.5 Materiële vaste activa
De specificatie van de materiële vaste activa is als volgt:
Inventaris en Materiële vaste activa Verbouwingen meubilair € €
Boekwaarde per 1 januari 2020 2.590.727 893.562 Verbouwing Educalaan Dronten 84.323 - Verbouwing Marinus Postlaan Kampen 20.219 - Verbouwing Servicebureau Kampen 83.238 - Investeringen inventaris en meubilair - 113.728 Desinvesteringen verbouwingen/inventaris 560.200 146.605 2.218.308 860.685
Afschrijvingen desinvesteringen 73.722 132.498 Afschrijvingen 2020 152.228 309.233 Boekwaarde per 31 december 2020 2.139.802 683.950
Aanschaffingswaarde per 31 december 2020 3.972.343 6.379.887 Cumulatieve afschrijvingen per 31 december 2020 1.832.541 5.695.937
Boekwaarde per 31 december 2020 2.139.802 683.950
Verbouwingen
De investeringen voor aanpassingen/verbouwingen in 2020 betreffen: €
Diverse aanpassingen t.b.v. optimalisatie Copernicus 18.406 Aanpassingen buitenterrein Copernicus 6.000 Verbouwing afdeling G 1e verdieping Copernicus 24.450 Akoestische elementen in lokalen Copernicus 11.501 Realiseren 2 lokalen Copernicus 16.728 Aanpassingen i.v.m. ventilatie Copernicus i.v.m. Corona 7.237 Valbeveiliging Marinus Postlaan 20.219 Verbouwing Marinus Postlaan i.v.m. inhuizing servicebureau 83.238 187.781
Voor de voor eigen rekening gekomen verbouwingen worden de volgende afschrijvingstermijnen gehanteerd:
Verbouwingen in Dronten van 1997-1998 en in Kampen van 2002-2004 en van 2013-2014: Vanwege de combinatie uitbreiding/grote renovatie, een volledige afschrijvingstermijn van 40 jaar Overige aanpassingen/verbouwingen 2,5-20 jaar
In september 2020 is de Noordweg 87 verkocht. De investeringen in het gebouw zijn in 2020 versneld afgeschreven en de investeringen zijn vervolgens na verkoop gedesinvesteerd. Pagina 71 Inventaris en meubilair
Op de investeringen in inventaris en meubilair wordt afgeschreven op basis van de aanschaffingswaarde, waarbij de volgende afschrijvingstermijnen worden gehanteerd:
Afschrijvingstermijnen overig Computerapparatuur 3-4 jaar Bekabeling 5 jaar Vloerbedekking/stoffering 10 jaar Machines t.b.v. technische secties 10 jaar Toestellen lichamelijke opvoeding 10 jaar School- en kantoormeubilair 15 jaar Kantoormachines 5-10 jaar
De investeringen voor inventaris en meubilair in 2020 betreffen: €
Digiborden (1x Copernicus en 4x Veenmos) 24.643 Inventaris Lichamelijke opvoeding (Marinus Postlaan en Copernicus) 26.837 Inventaris t.b.v. buitenruimte Copernicus 12.566 Data-netwerk Copernicus 6.534 Inventaris servicebureau 11.257 Ipads (47x Veenmos & AZC en 9x Perron) 22.006 MacBook (1x VIA en 1x Perron) 2.012 Netwerk video recorder Copernicus 2.547 Vlaggenmasten Marinus Postlaan 2.857 Stellingrek Copernicus 2.470 113.728
De desinvesteringen voor inventaris en meubilair in 2020 (met boekwaarde € 0) betreffen opschoning van de activa voor niet meer in gebruik zijnde c.q. afgevoerde activa.
Pagina 72 Totaaloverzicht materiële vaste activa
Gebouwen en Inventaris en Totaaloverzicht materiële vaste activa terreinen meubilair Totaal mva € € €
Stand per 01-01-2020 Aanschafprijs tot 01-01-2020 4.344.762 6.412.764 10.757.526 Afschrijvingen tot 01-01-2020 1.754.035 5.519.202 7.273.237 Boekwaarde per 01-01-2020 2.590.727 893.562 3.484.289
Mutaties in 2020 Investeringen 187.781 113.728 301.509 Desinvesteringen 560.200 146.605 706.805 Afschrijvingen 152.228 309.233 461.461 Afschrijvingen desinvesteringen 73.722 132.498 206.220 Mutaties in 2020 -450.925 -209.612 -660.537
Stand per 31-12-2020 Aanschafprijs t/m 31-12-2020 3.972.343 6.379.887 10.352.230 Afschrijvingen t/m 31-12-2020 1.832.541 5.695.937 7.528.478 Boekwaarde per 31-12-2020 2.139.802 683.950 2.823.752
Gehanteerde afschrijvingspercentages 2,5 - 20 6,7 - 33,3
Pagina 73 2.4.6 Financiële vaste activa
Stichting Huisvesting VMBO Kampen Deze lening is in 2008 ontstaan door overdracht van materiële vaste activa aan de stichting die de gezamenlijke huisvesting voor de VMBO-leerlingen van zowel Almere College als Ichthus College sinds 1 augustus 2008 exploiteert. Naast deze overdracht van activa is in de daaropvolgende jaren door de beide scholen een lening aan de stichting verstrekt en verhoogd ter financiering van de overige aangeschafte activa. Over deze lening wordt geen rente vergoed; aflossing van de lening loopt in principe parallel aan de afschrijvingen bij de Stichting Huisvesting VMBO Kampen, zulks naar rato van de door Almere College en Ichthus College verstrekte leningen op basis van de verdeling van de VMBO- leerlingenaantallen van de respectievelijke scholen op 1 oktober voorafgaand aan elk boekjaar. Het verloop van deze lening is als volgt geweest:
Stichting Huisvesting VMBO Kampen 2020 2019 € €
Stand per 1 januari 326.163 351.680 Bij: in boekjaar verstrekte lening 82.959 40.390 409.122 392.070 Af: in boekjaar ontvangen aflossing 45.703 65.907 Stand per 31 december 363.419 326.163 Kortlopende deel (opgenomen onder vorderingen 46.478 45.703 316.941 280.460
Stichting Huisvesting Onderwijs Dronten e.o. Deze lening is in 2016 verstrekt aan de stichting ter financiering van ”Het Perron”, het in 2016 in gebruik genomen gebouw voor de Dronter VMBO- en MBO-leerlingen van Almere College, Ichthus College en MBO Landstede. De Stichting Huisvesting Onderwijs Dronten e.o. exploiteert deze gezamenlijke huisvesting. Over deze lening wordt geen rente vergoed; aflossing van de lening loopt in principe parallel aan de afschrijvingen bij de Stichting Huisvesting Onderwijs Dronten e.o., zulks naar rato van de door de drie participanten verstrekte leningen op basis van de verdeling van de leerlingenaantallen van de respectievelijke scholen op 1 oktober voorafgaand aan elk boekjaar.
Pagina 74 Stichting Huisvesting Onderwijs Dronten e.o. 2020 2019 € €
Stand per 1 januari 1.249.224 1.249.224 Bij: in boekjaar verstrekte lening 10.716 0 1.259.940 1.249.224 Af: in boekjaar ontvangen aflossing 459.896 0 Stand per 31 december 800.044 1.249.224 Kortlopende deel (opgenomen onder vorderingen 141.659 459.896 658.385 789.328
2.4.7 Vorderingen
Vordering ministerie van OC&W 2020 2019 € €
De vordering op het ministerie van OC&W betreft n.t.o. GPL-vergoeding P.M. P.M.
Stichting Huisvesting VMBO Kampen Deze vordering is als volgt te specificeren:
Stichting Huisvesting VMBO Kampen 2020 2019 € €
Te ontvangen te veel betaalde exploitatieverg VIA 55.639 0 Nog te betalen aandeel investeringen VIA -82.959 0 Kortlopende deel financiële vaste activa St. Huisvesting VMBO Kampen 46.478 0 Totaal kortlopende vordering Stichting Huisvesting VMBO Kampen 19.157 0
Indien er per saldo een bedrag te vorderen is op de Stichting Huisvesting VMBO Kampen, dan wordt dit onder de kortlopende vorderingen verantwoord, is er per saldo sprake van een nog te betalen bedrag, dan wordt dit onder de kortlopende schulden verantwoord. In het boekjaar 2019 was er per saldo sprake van een te betalen bedrag aan de Stichting Huisvesting VMBO Kampen.
In 2020 heeft het Almere College een hogere exploitatiebijdrage aan de Stichting Huisvesting VMBO Kampen (schoollocatie VIA) betaald, dan nodig was op basis van de daadwerkelijke realisatie van de kosten voor dat jaar. Het verschil zal het Almere College in 2021 retour ontvangen.
Stichting Huisvesting Onderwijs Dronten e.o. Deze vordering is als volgt te specificeren:
Pagina 75 Stichting Huisvesting Onderwijs Dronten e.o. 2020 2019 € €
Nog te betalen kosten personeelskantine -3.782 -4.029 Nog te betalen (aanvullende bijdrage) exploitatiekosten Het Perron -403.959 -419.780 Kortlopende deel financiële vaste activa St. Huisv. Onderwijs Dronten e.o. 590.839 459.896 Totaal kortlopende vordering Stichting Huisvesting Onderwijs Dronten e.o. 183.098 36.087
Indien er per saldo een bedrag te vorderen is op de Stichting Huisvesting Onderwijs Dronten e.o., dan wordt dit onder de kortlopende vorderingen verantwoord, is er per saldo sprake van een nog te betalen bedrag, dan wordt dit onder de kortlopende schulden verantwoord. Voor zowel het boekjaar 2020, als het boekjaar 2019 was er per saldo sprake van een vordering.
In 2020 heeft er geen betaling van de exploitatiebijdrage vanuit het Almere College aan de Stichting Huisvesting Onderwijs Dronten e.o. (schoollocatie Het Perron) plaatsgevonden. Partijen waren in afwachting van een reactie van de Onderwijsinspectie ten aanzien van de oplossing voor de leningconstructies. Deze reactie blijft tot op heden uit. In 2021 zullen de relevante betalingen en verrekeningen tussen het Almere College en de huisvestingsstichting worden afgewikkeld.
Vordering op gemeenten en GR’s De specificatie van deze post is als volgt:
Vordering op gemeenten en GR's 2020 2019 € €
Terug te vorderen kosten noodgebouwen 0 0
Overlopende activa De specificatie van deze post is als volgt:
Pagina 76 Overlopende activa 2020 2019 € €
Personele verrekeningen Perron 38.062 52.688 Terug te vorderen salaris/voorschotten 15.452 17.652 Te ontvangen uitkering UWV ZW 7.326 7.301 Te ontvangen voorgeschoten kosten noodverlicht VM 4.434 0 Te ontvangen voorgeschoten kosten RPO 7.951 0 Te ontvangen creditnota kosten Magister 7.986 0 Te ontvangen vitaliteitsbudget Loyalis 0 7.000 Te ontvangen salariskosten detachering mdw. aan Cito 0 6.361 Verhuur gebouwen/gymzalen 3.168 3.704 Rente bankrekeningen 0 810 Te verrekenen creditnota accountant 0 656 84.379 96.171
De personele verrekening betreft het nog te ontvangen bedrag van Landstede voor de personele diensten die door het Almere College zijn geleverd op de schoollocatie Het Perron.
2.4.8 Liquide middelen
De liquide middelen bestaan uit:
Liquide middelen 2020 2019 € €
Kas 297 785 SNS betaalrekening 6.230 0 ING betaalrekeningen 2.987.756 1.281.023 ING vermogen spaarrekening 2.494.382 2.500.000 ING bonus spaarrekening 999.375 1.000.000 6.488.041 4.781.808
In 2020 zijn er geen middelen voor bepaalde tijd vastgelegd, ze waren steeds vrij opneembaar. De (tijdelijk) overtollige liquide middelen werden bij internetspaarrekeningen van ING Bank ondergebracht.
In 2020 zijn er ING-rekeningen geopend voor de vestigingen Kampen, Dronten en ISK. Doel van deze rekeningen is om het totale betalingsverkeer centraal inzichtelijk te hebben en centraal te kunnen beheren. De locatierekeningen die de vestigingen Kampen en Dronten hadden bij de Rabobank en de rekeningen voor de ouderbijdragen/schoolkosten die zij hadden bij de SNS Bank zijn in 2021 opgeheven. De saldi van die bankrekeningen zijn eind 2020 en voor een klein gedeelte begin 2021 overgeboekt naar de ING-rekeningen. De organisatie gaat met ingang van 2021 werken met schatkistbankieren. Tijdelijk overtollige liquide
Pagina 77 middelen zullen worden aangehouden op een rekening-courant bij de Rijksoverheid. Alle publieke middelen dienen op basis van de overeenkomst bij de staat te worden ondergebracht. Doel is dat op termijn het Almere College werkt met twee bankrekeningen bij de ING, 1 bankrekening voor de publieke middelen en 1 bankrekening met een gekoppelde spaarrekening voor de private middelen.
In 2020 heeft het Almere College te maken gehad met negatieve rente op de banksaldi. De negatieve rente is één van de overwegingen om over te gaan op schatkistbankieren.
De (steeds) verder dalende rente varieerden in 2020 van: - ING bonus spaarrekening: van 1 januari t/m 30 september 0,00% en vanaf 1 oktober -0,50% voor saldo vanaf € 250.000 - ING vermogen spaarrekening: van 1 januari t/m 31 maart 0,00%, van 1 april t/m 30 september - 0,50% voor saldo vanaf € 1.000.000 en vanaf 1 oktober -0,50% voor saldo vanaf € 250.000
2.4.9 Eigen vermogen (Algemene reserve en bestemmingsreserves)
Algemene reserve Het verloop van de algemene reserve is als volgt:
Eigen vermogen (algemene reserve) 2020 2019 € €
Stand per 1 januari 5.508.636 5.427.130 Nettoresultaat boekjaar 321.109 81.505 Mutatie bestemmingsreserve ouderbijdragen 8.226 0 Vorming bestemmingsreserve nieuwbouw PRO -650.000 0 Stand per 31 december 5.187.971 5.508.636
De algemene reserve bestaat uitsluitend uit publieke middelen.
Bestemmingsreserve nieuwbouw PRO (publieke middelen) Het Almere College is voornemens om nieuwbouw te plegen voor het praktijkonderwijs. De gemeente Dronten draagt zorgt voor het budget voor de realisatie van nieuwbouw. Het Almere College draagt zorg voor de inrichtingskosten. Deze zijn ingeschat op een bedrag van € 650.000. Ter dekking van deze kosten is een bestemmingsreserve gevormd. Afhankelijk van de (snelheid van) besluitvorming en projectfases, zal dit bedrag in de periode 2021 – 2024 besteed worden.
Het verloop van dit bestemmingsreserve is als volgt:
Pagina 78 Eigen vermogen (bestemmingsreserve - publiek) 2020 2019 € €
Stand per 1 januari 0 0 Vorming bestemmingsreserve nieuwbouw PRO 650.000 0 Stand per 31 december 650.000 0
De bestemmingsreserve nieuwbouw PRO bestaat uitsluitend uit publieke middelen.
Bestemmingsreserve ouderbijdragen (private middelen) De ouderbijdragen en schoolkosten werden tot 2020 niet in de centrale boekhouding van het Almere College verwerkt. Dit is in 2020 hersteld. Vanuit het verleden zijn de vrijwillige bijdragen van de ouders hoger geweest dan de uitgaven. Het bedrag dat daar uit is voortgekomen is opgenomen in het bestemmingsreserve ouderbijdragen. In 2020 hebben er terugbetalingen aan ouders plaatsgevonden in verband met het niet doorgaan van activiteiten, waarvoor ouders een bijdrage hadden betaald. Een deel van deze terugbetalingen heeft betrekking op het voorgaande boekjaar. Het negatieve saldo van de opbrengsten ouderbijdragen, de terugbetalingen ouderbijdragen en de kosten ouderbijdragen dat betrekking heeft op het boekjaar is ten laste gebracht van dit bestemmingsreserve en wordt toegevoegd aan de algemene reserve.
Het verloop van dit bestemmingsreserve is als volgt:
Eigen vermogen (bestemmingsreserve - privaat) 2020 2019 € €
Stand per 1 januari 0 0 Correctie beginstand per 1 januari 271.671 0 Onttrekking best. reserve ouderbijdragen: terugbetaling bijdragen voorgaande periode -106.529 0 Onttrekking best. reserve ouderbijdragen: saldo baten, lasten en terugbetalingen boekjaar -8.226 0 Stand per 31 december 156.916 0
De bestemmingsreserve ouderbijdragen bestaat uitsluitend uit private middelen.
Pagina 79 2.4.10 Voorzieningen
Voorziening spaarverlof Voor medewerkers die in het verleden spaarverlofrechten hebben opgebouwd is de voorziening spaarverlof getroffen. Het verloop van de voorziening spaarverlof is als volgt:
Voorziening spaarverlof 2020 2019 € €
Het per 31 december gespaarde aantal klokuur bedraagt 720 900 Ofwel, uitgedrukt in FTE's (of manjaren) 0,43 0,54
Stand per 1 januari 45.940 41.940 Dotatie voorziening 0 4.000 Onttrekking voorziening 10.660 0 Vrijval voorziening 1.764 0 Stand per 31 december 33.516 45.940
Voorziening LPB (Levensfasebewust PersoneelsBeleid) Sinds augustus 2014 hebben personeelsleden recht op 50 klokuren LPB per jaar per FTE. Vanwege de omvang van doorschuiven van deze rechten is in 2016 de voorziening LPB ingesteld. Het verloop van de voorziening LPB is als volgt:
Voorziening LPB (Levensfasebewust PersoneelsBeleid) 2020 2019 € €
Stand per 1 januari 560.198 441.828 Dotatie voorziening 296.828 221.750 857.026 663.578 Onttrekking voorziening 124.944 34.962 Vrijval voorziening 40.654 68.418 Stand per 31 december 691.428 560.198
Het per 31 december gespaarde aantal klokuren LPB bedraagt 15.939 16.066 Ofwel, uitgedrukt in FTE's (of manjaren) 9,61 9,68
Voorziening jubilea Het verloop van de voorziening jubilea is als volgt:
Pagina 80 Voorziening jubilea 2020 2019 € €
Stand per 1 januari 191.186 161.546 Rentemutatie i.v.m. contante waardeberekening 2.700 0 Dotatie voorziening 42.585 52.550 236.471 214.096 Onttrekking voorziening 24.854 22.910 Vrijval voorziening 48.855 0 Stand per 31 december 162.762 191.186
Voorziening ERD WW-uitkeringen Het Almere College is eigen risicodrager voor WW-verplichtingen voor ex-werknemers die nà 1 januari 2007 werkloos werden. 75% van deze uitkeringskosten worden collectief gedragen, 25% van de uitkeringskosten zijn voor rekening van het Almere College. Voor deze verplichtingen is in 2017 de voorziening ERD WW-uitkeringen ingesteld, het verloop van de voorziening is als volgt:
Voorziening ERD WW-uitkeringen 2020 2019 € €
Stand per 1 januari 88.404 89.540 Dotatie voorziening 290.598 37.417 379.002 126.957
Onttrekking voorziening 51.011 25.885 Vrijval voorziening 58.709 12.668 Stand per 31 december 269.282 88.404
Voorziening mobiliteit Voor medewerkers waarmee in 2020 afspraken zijn gemaakt met betrekking tot mobiliteit die doorwerken in de opvolgende periode, dient een voorziening te worden getroffen. Deze voorziening dekt de toekomstige kosten voor deze mobiliteitsafspraken:
Voorziening mobiliteit 2020 2019 € €
Stand per 1 januari 0 0 Dotatie voorziening 70.699 0 70.699 0 Onttrekking voorziening 0 0 Vrijval voorziening 0 0 Stand per 31 december 70.699 0
Voorziening ERD WGA-uitkeringen Het Almere College is eigen risicodrager voor WGA-verplichtingen voor ex-werknemers. Deze
Pagina 81 kosten worden door het UWV in rekening gebracht bij de voormalige werkgever. Voor de ex- medewerkers waar het Almere College verplichtingen voor heeft is met ingang van 2020 een voorziening getroffen, waaruit de toekomstige verplichtingen betaald zullen worden:
Voorziening ERD WGA-uitkeringen 2020 2019 € €
Stand per 1 januari 0 0 Dotatie voorziening 218.792 0 218.792 0 Onttrekking voorziening 0 0 Vrijval voorziening 0 0 Stand per 31 december 218.792 0
Voorziening Transitievergoeding Medewerkers waarvan het dienstverband op initiatief van de werkgever wordt beëindigd, komen in aanmerking voor een transitievergoeding. Voor de medewerkers waarvan wordt ingeschat dat het dienstverband niet verlengd zal worden, is deze voorziening getroffen ter dekking van verwachte transitiekosten:
Voorziening Transitievergoeding 2020 2019 € €
Stand per 1 januari 0 0 Dotatie voorziening 9.519 0 9.519 0 Onttrekking voorziening 0 0 Vrijval voorziening 0 0 Stand per 31 december 9.519 0
Voorziening Zwangerschapsverlof Naar aanleiding van een uitspraak van de Hoge Raad hebben medewerkers die zwangerschapsverlof genieten recht op (compensatie van) vakantieverlof dat in de periode van het zwangerschapsverlof valt. Ter dekking van de betreffende verlofrechten is deze voorziening getroffen:
Voorziening Zwangerschapsverlof 2020 2019 € €
Stand per 1 januari 0 0 Dotatie voorziening 34.115 0 34.115 0 Onttrekking voorziening 0 0 Vrijval voorziening 0 0 Stand per 31 december 34.115 0 Pagina 82 Onderhoudsvoorziening Op basis van de in maart 2016 door Van den Berg Groep, adviseurs, architecten, bouwkundigen te Kampen opgeleverde meerjarenonderhoudsbegroting is de jaarlijks noodzakelijke dotatie aan de onderhoudsvoorziening vastgesteld op: - € 74.000 voor het gebouw Marinus Postlaan 1 te Kampen, - € 3.000 voor de (voormalige) conciërgewoning Hilbert van Dijkstraat 1 te Kampen
Voor 2020 is een aanvullend bedrag gedoteerd van € 10.786 in verband met hogere kosten schuifdeuren en brandwerende coating.
Voor de Dronter schoolgebouwen is in april 2018 op basis van de herschikte gebouwensituatie een nieuwe meerjarenonderhoudsbegroting opgesteld door Van den Berg Groep, adviseurs, architecten, bouwkundigen te Kampen. De jaarlijks noodzakelijke dotatie aan de onderhoudsvoorziening voor de gebouwen aan de Educalaan 8 en 8a te Dronten is daarbij vastgesteld op respectievelijk € 60.000 en € 5.000. Voor 2020 is een aanvullend bedrag gedoteerd van € 1.653 in verband met hogere kosten schilderwerk.
Er wordt gewerkt aan een actualisatie van de onderhoudsplannen. In combinatie met het juist toepassen van de regels voor het opbouwen van een voorziening groot onderhoud zal dit in 2021 naar verwachting leiden tot een aanpassing van de noodzakelijke bedragen voor de voorziening en de bijbehorende dotaties.
Het verloop van de onderhoudsvoorziening is als volgt geweest:
Voorziening onderhoud 2020 2019 € €
Stand per 1 januari 664.995 594.814 Dotatie boekjaar 154.439 149.073 819.434 743.887 Uitgevoerd onderhoud M. Postlaan 1 te Kampen -10.786 0 Vrijval voorziening Noordweg 87 -97.200 0 Uitgevoerd onderhoud Educalaan 8 te Dronten -28.810 -78.892 Stand per 31 december 682.638 664.995
Per vestiging is de onderhoudsvoorziening als volgt opgebouwd: Marinus Postlaan 1 te Kampen 389.053 315.053 Hilbert van Dijkstraat 1 te Kampen (conciërgewoning) 27.572 24.572 Noordweg 87 te Kampen (servicebureau) 0 97.200 Educalaan 8 en 8a te Dronten 266.013 228.170 682.638 664.995
In verband met de verkoop van de Noordweg 87 in september 2020 is de voorziening voor deze locatie vrijgevallen. Pagina 83 Totaaloverzicht voorzieningen conform OC&W-model
Totaal alle Totaaloverzicht voorzieningen conform OC&W-model Onderhoud Spaarverlof LPB Jubilea WW-uitker. Mobiliteit ERD-WGA Transitievg. Zwangersch Totaal pers. voorziening € € € € € € € € € € €
Stand per 01-01-2020 664.995 45.940 560.198 191.186 88.404 0 0 0 0 885.728 1.550.723 Dotaties 2020 154.439 0 296.828 42.585 290.598 70.699 218.792 9.519 34.115 963.136 1.117.575 Onttrekkingen 2020 39.596 10.660 124.944 24.854 51.011 0 0 0 0 211.469 251.065 Vrijval 2020 97.200 1.764 40.654 48.855 58.709 0 0 0 0 149.982 247.182 Rente mutatie (bij contante waarde) 0 0 0 2.700 0 0 0 0 0 2.700 2.700 Stand per 31-12-2020 682.638 33.516 691.428 162.762 269.282 70.699 218.792 9.519 34.115 1.490.112 2.172.750
Onderverdeling stand per 31-12-2020 Looptijd korter dan 1 jaar 141.430 4.655 55.000 8.510 108.016 70.699 41.591 9.519 34.115 332.105 473.535 Looptijd van 1 t/m 5 jaar 447.578 28.861 220.000 51.308 161.266 0 130.936 0 0 592.370 1.039.948 Looptijd meer dan 5 jaar 93.630 0 416.428 102.944 0 0 46.265 0 0 565.637 659.267 Stand per 31-12-2020 682.638 33.516 691.428 162.762 269.282 70.699 218.792 9.519 34.115 1.490.112 2.172.750
Voor de voorziening jubilea is een rekenrente van -0,1% gehanteerd. Dit heeft een beperkt financieel effect van circa € 2.700 op de omvang van de noodzakelijke voorziening.
Pagina 84 2.4.11 Langlopende schulden
Egalisatie rijksbijdragen Een aantal in het verleden door het ministerie toegekende doelsubsidies (voor bijvoorbeeld interne verbouwingen, vernieuwing inventaris in 2000 en PGL, praktijkgerichte leeromgeving in 2007) is niet in zijn geheel ten gunste van het resultaat van enig boekjaar gebracht, maar wordt conform het toerekeningsbeginsel verdeeld over de jaren waarin ook de (afschrijvings)lasten ten laste van het resultaat komen. Het verloop van de egalisatierekening rijksbijdragen is als volgt:
Egalisatie rijksbijdragen 2020 2019 € €
Stand per 1 januari 0 5.742 Vrijgevallen ten gunste van de rijksbijdragen 0 5.742 Stand per 31 december 0 0 Kortlopende deel (opgenomen onder kortlopende schulden) 0 0 Langlopende deel verplichting (<5 jaar, liep af in 2018) 0 0
Pagina 85 2.4.12 Kortlopende schulden
Crediteuren 2020 2019 € €
Crediteuren 357.581 385.406 357.581 385.406
Schulden aan OCW 2020 2019 € €
Schulden aan OCW 288.896 288.896 288.896 288.896
Met ingang van 1 januari 2019 zijn scholen in het voortgezet onderwijs overgegaan op het nieuwe BRON. Bij deze conversie naar het nieuwe BRON heeft het Almere College voor 37 leerlingen zowel nieuwkomersbekostiging ontvangen als reguliere bekostiging. De ontvangen reguliere bekostiging is onrechtmatig ontvangen en dient terugbetaald te worden aan het ministerie van OC&W. Om die reden is dit bedrag onder de schulden aan OCW opgenomen.
Loonheffing en pensioenpremies 2020 2019 € €
Loonheffing 687.802 689.788 Pensioenpremies 211.426 223.007 899.228 912.795
Salarissen 2020 2019 € €
De te betalen salariskosten bestaan uit: Nog te betalen salaris 1.658 318 Vakantie-uitkering (juni t/m december) 495.164 515.524 Bindingstoelage (september t/m december) 50.034 50.016 546.856 565.858
Egalisatie rijksbijdragen 2020 2019 € €
Egalisatie rijksbijdragen 0 0 0 0
Pagina 86 Stichting Huisvesting VMBO Kampen 2020 2019 € €
Nog te betalen (aanvullende bijdrage) exploitatiekosten VIA 0 28.182 Nog te betalen aandeel investeringen VIA 0 40.390 Kortlopende deel financiële vaste activa St. Huisvesting VMBO Kampen 0 -45.703 Totaal kortlopende schuld Stichting Huisvesting VMBO Kampen 0 22.869
Indien er per saldo een bedrag te vorderen is op de Stichting Huisvesting VMBO Kampen, dan wordt dit onder de kortlopende vorderingen verantwoord, is er per saldo sprake van een nog te betalen bedrag, dan wordt dit onder de kortlopende schulden verantwoord. In het boekjaar 2020 was er per saldo sprake van een te vorderen bedrag van de Stichting Huisvesting VMBO Kampen.
Overlopende passiva 2020 2019 € €
Deze post is als volgt te specificeren Vooruitontvangen compensatie huurkosten noodgebouwen Copernicus 20.701 56.185 Nog te betalen schoonmaakkosten schoonmaakcontract 0 47.961 Nog te besteden subsidie leerlingdaling 50.000 0 Nog te besteden subsidie inhalen leerachterstanden 77.041 0 Nog te besteden subsidie zij-instroom 20.000 0 Te verrekenen personele inzet IC/AC/MBO op Perron 42.943 34.967 Borg iPads 20.955 21.150 Accountantskosten 9.500 18.000 Vooruitonvangen/nog te besteden rijksvergoeding OC&W, VsV-subsidie 17.500 17.500 Nog te betalen gebruiksvergoeding Veenmos 0 10.000 Terug te betalen normvergoeding OC&W, uitkeringskosten 29.007 7.570 Vooruitonvangen/nog te besteden subsidie Erasmus+ 15.203 8.045 Vooruitontvangen/nog te besteden subsidie plusvoorziening 4.002 4.899 Nog te betalen schoonmaakkosten AZC 4.000 4.000 Diversen 0 1.516 Vooruitonvangen/nog te besteden subsidie SWV tussenvoorziening 0 1.169 Nog te betalen bank- en rentekosten 2.703 0 313.555 232.962
Er zijn geoormerkte subsidies ontvangen in 2020 op het vlak van de leerlingdaling, inhalen leerachterstanden in verband met COVID en een subsidie in het kader van zij-instroom. Deze subsidies zijn in 2020 nog niet (volledig) besteed en om die reden opgenomen onder de kortlopende verplichtingen. Besteding zal naar verwachting in 2021 plaatsvinden.
Pagina 87 2.4.13 Verantwoording subsidies (Model G)
Model G. Verantwoording subsidies G1. Subsidies waarbij het eventueel niet aangewende deel van de subsidie, mits de activiteiten volledig zijn uitgevoerd, kan worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt De activiteiten zijn ultimo verslagjaar conform de subsidiebeschik king geheel uitgevoerd en Omschrijving Toewijzing afgerond Kenmerk Datum
Subsidie incidentele middelen leerlingendaling vo 2020 LVO20015 10-7-2020 Nee Subsidie voor studieverlof 2020 (lerarenbeurs) 1.091.393 8-8-2020 Ja Subsidie voor studieverlof 2020 (lerarenbeurs) 1.094.149 21-8-2020 Ja Subsidie zij-instroom 1.052.349 20-3-2020 Nee Subsidie lenteschool LENZO20186 21-4-2020 Ja Subsidie Inhaal- en ondersteuningsprogramma’s COVID-19 IOP-12975- VO 10-8-2020 Nee
G2A. Subsidies die uitsluitend mogen worden aangewend voor het doel waarvoor de subsidie is verstrekt, aflopend per ultimo verslagjaar
Totale Te verrekenen Ontvangen t/m subsidiabele Saldo per Subsidiabele per 31 Bedrag van de vorig kosten t/m vorig 1 januari Ontvangen in kosten in december Omschrijving Toewijzing toewijzing verslagjaar verslagjaar verslagjaar verslagjaar verslagjaar verslagjaar Kenmerk Datum
Nieuwe post ...... € - € - € - € - € - € - € -
Totaal: € - € - € - € - € - € - € -
G2B. Subsidies die uitsluitend mogen worden aangewend voor het doel waarvoor de subsidie is verstrekt, doorlopend tot in een volgend verslagjaar
Totale Ontvangen t/m subsidiabele Saldo per Subsidiabele Saldo per 31 Bedrag van de vorig kosten t/m vorig 1 januari Ontvangen in kosten in december Omschrijving Toewijzing toewijzing verslagjaar verslagjaar verslagjaar verslagjaar verslagjaar verslagjaar Kenmerk Datum
Subsidie plusvoorziening ROC Flevoland € 19.536 € 19.536 € 14.637 € 4.899 € 4.002 € 4.899 € 4.002
Totaal: € 19.536 € 19.536 € 14.637 € 4.899 € 4.002 € 4.899 € 4.002
2.4.14 Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Verplichtingen meerjarige contracten Overeenkomst Looptijd < 1 jaar > 1 jaar < 5 jaar Totaal Van Dijk, leermiddelen 6-3-2022 € 460.578 € 460.578 NOVON/Delta Care, schoonmaak 27-10-2022 € 278.927 € 232.439 € 511.366 Portakabin, huur noodgebouwen 1-11-2021 € 99.519 € 99.519 DVEP, gas 31-12-2025 € 118.143 € 472.572 € 590.715 DVEP, elektra 31-12-2025 € 63.855 € 255.420 € 319.275 Malmberg, leermiddelen 6-3-2022 € 48.785 € 48.785 Hollander Techniek, onderhoud installaties 31-12-2022 € 53.131 € 53.131 € 106.262 € 1.122.938 € 1.013.562 € 2.136.500
Regeling beleggen en belenen Het Almere College heeft leningen uitstaan bij Stichting Huisvesting VMBO Kampen en Stichting Huisvesting Onderwijs Dronten e.o. De Inspectie van het Onderwijs heeft in februari 2018 laten weten dat deze leningen in strijd zijn met de Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016. Het Almere College is door de Inspectie van het Onderwijs verzocht de overtreding te herstellen. De termijn die hiervoor door de Inspectie van het Onderwijs is gesteld eindigde in augustus 2020. De betrokken schoolbesturen hebben in juli een oplossingsrichting aan de Onderwijsinspectie gecommuniceerd met het verzoek om daarop een reactie te geven of de voorgestelde oplossingsrichting wat betreft de Onderwijsinspectie afdoende is. Tot op moment van dit schrijven
Pagina 88 zijn partijen in afwachting van een reactie van de Onderwijsinspectie. De Onderwijsinspectie heeft aangegeven dat als gevolg van de Corona-pandemie en ziekte het nog niet is gelukt om de reactie aan partijen toe te sturen en dat zij dit zo spoedig mogelijk proberen te doen. Bij dergelijke overtredingen hanteert de Inspectie van het Onderwijs de Beleidsregel financiële sancties bij bekostigde onderwijsinstellingen. In deze regeling is een sanctietraject opgenomen afhankelijk van de overtreding. Het traject voor het niet voldoen aan de Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016 is onderstaand weergegeven.
Type voorschrift Feiten Sanctietraject dat is overtreden Alle wettelijke Een of meerdere 1. Voortraject (artikel 6). Instelling krijgt een voorschriften voorschriften zijn niet redelijke termijn om de tekortkoming te herstellen. (art. 4) nageleefd 2. In kennis stellen instelling van het voornemen tot een sanctie. De instelling krijgt een termijn om haar zienswijze op het voornemen te geven. 3. Instelling ontvangt beschikking met het besluit tot maandelijkse opschorting van 1/12 deel van de jaarlijkse bekostiging met 15%. Instelling blijft in verzuim Na 3 maanden ontvangt instelling beschikking met het besluit tot maandelijkse inhouding van 1/12 deel van de jaarlijkse bekostiging met 15%. 1.Instelling heeft de De inhouding bekostiging wordt per de tekortkoming hersteld eerstvolgende gelegenheid beëindigd. De opgeschorte bedragen worden alsnog nabetaald, zonder rentevergoeding. De ingehouden bedragen worden niet nabetaald. 2.Instelling blijft De instelling ontvangt een beschikking met het stelselmatig volharden in besluit tot maandelijkse inhouding van een hoger niet naleving percentage.
Het Almere College is zoals aangegeven in afwachting van een reactie van de Onderwijsinspectie ten aanzien van de voorgestelde oplossingsrichting waardoor de gestelde termijn van augustus 2020 niet gehaald is. Op basis van bovenstaand sanctiebeleid kan de Inspectie van het Onderwijs overgaan tot het opschorten en inhouden van de jaarlijkse bekostiging. Indien hiertoe door de Inspectie van het Onderwijs wordt besloten zal dit impact hebben op de liquiditeitspositie van het Almere College.
De verwachting is dat voor de datum van augustus 2021 er in overleg met de Onderwijsinspectie en het Ichthus College en MBO Landstede een adequate oplossingsrichting zal zijn gekozen. Vervolgens zal deze oplossingsrichting zo spoedig mogelijk uitgewerkt en geïmplementeerd worden. De Inspectie van het Onderwijs zal door het Almere College op de hoogte worden gehouden van de Pagina 89 voortgang in dit dossier.
Vordering GPL-vergoeding De vordering GPL-vergoeding is per 31-12-2005 vastgesteld op een bedrag van € 761.000. Door de overgang van schooljaarbekostiging naar kalenderjaarbekostiging per 1 januari 2006 heeft de vordering een eeuwigdurend karakter gekregen. Tot in de verre toekomst zou deze vordering op OC&W inzake ”te weinig ontvangen” vergoeding over de periode van 1 augustus 2005 tot en met 31 december 2005 op de balans blijven staan. De vordering zal nimmer geïnd kunnen worden behoudens mogelijk bij een algehele liquidatie (niet bij fusie, en dergelijke) van de school en dan nog uitsluitend indien die liquidatie plaats zal vinden per 31 december van enig jaar. Reden om deze vordering op OC&W op de contante waarde, ofwel nihil te waarderen en als P.M.-vordering in de balans op te nemen. Volgens de thans geldende rekenregels zou de vordering € 1.130.461 bedragen per 31-12-2020. De vordering kan nooit hoger zijn dan de originele vordering van € 761.000.
2.4.15 Samenwerkingsverbanden en verbonden partijen
Stichting Samenwerkingsverband VO IJssel-Vecht (23.05) De overheid heeft, ten behoeve van samenwerking tussen scholen betreffende de zorgleerlingen, het land opgedeeld in samenwerkingsverbanden (SWV). Hierin participeren VO- en VSO-scholen uit dezelfde regio. Het Almere College zit in SWV IJssel-Vecht. Het SWV zorgt voor de verdeling van de toegekende zorgmiddelen en heeft een gezamenlijk zorgplan voor de regio.
Stichting Huisvesting VMBO Kampen In het in 2008 samen met het Ichthus College gerealiseerde nieuwe Kamper schoolgebouw VIA (VMBO Ichthus Almere), worden na een herschikking sinds schooljaar 2013/2014 praktijkonderwijs en alle leerjaren van de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg van het VMBO aangeboden De Stichting Huisvesting VMBO Kampen beheert en exploiteert gebouw en inventaris van VIA. Het College van Bestuur van het Almere College participeert in het bestuur van de Stichting Huisvesting VMBO Kampen, samen met het bestuur van het Ichthus College, elk met 1 bestuurszetel. De inventaris en een deel van de inrichting van VIA is bekostigd middels door de beide scholen voorgefinancierde bedragen in de vorm van een renteloze lening. Deze lening zal in de loop der jaren op basis van de gepleegde afschrijvingen op de inventaris en inrichting worden afgelost. De exploitatiekosten worden jaarlijks op basis van de leerlingenaantallen op 1 oktober van het voorafgaande jaar verrekend met de participerende scholen. Beide schoolbesturen hebben zich garant gesteld voor eventuele negatieve resultaten van de Stichting Huisvesting VMBO Kampen.
Stichting Huisvesting Onderwijs Dronten e.o. Voor het medio 2016 in gebruik genomen centrum voor beroepsonderwijs in Dronten, genaamd “schoollocatie Het Perron”, participeert het Almere College, samen met het Ichthus College en MBO Landstede, in de Stichting Huisvesting Onderwijs Dronten e.o. Het College van Bestuur van het Almere College participeert in het bestuur van de Stichting
Pagina 90 Huisvesting Onderwijs Dronten e.o., samen met het bestuur van de Landstede groep (namens Ichthus College èn MBO Harderwijk), elk met 1 bestuurszetel. De Stichting Huisvesting Onderwijs Dronten e.o. beheert en exploiteert het nieuwe gebouw en de inventaris. Vergelijkbaar met de Kamper variant VIA, zullen daarbij de exploitatiekosten van het gebouw over enig kalenderjaar worden versleuteld over de participanten op basis van de leerlingenaantallen op 1 oktober van het voorafgaande jaar, evenals de aflossingen op de verstrekte leningen op basis van de gepleegde afschrijvingen.
Overzicht verbonden partijen (minderheidsbelang en geen beslissende zeggenschap) Naam Juridische vorm Statutaire zetel Code activiteit Stichting Samenwerkingsverband VO IJssel-Vecht (23.05) Stichting Zwolle 4 Stichting Huisvesting VMBO Kampen Stichting Kampen 3 Stichting Huisvesting Onderwijs Dronten e.o. Stichting Kampen 3
Pagina 91 2.4.16 Baten
2.4.16.1 Rijksbijdragen
Rijksbijdragen OC&W 2020 Begr. 2020 2019 € € €
Vergoeding personele lasten 17.144.125 16.500.000 16.954.981 Exploitatiekostenvergoedingen 3.103.256 3.041.000 3.403.219 Vrijval uit egalisatie OC&W-subsidies 0 0 5.742 Totaal bijdragen OC&W 20.247.381 19.541.000 20.363.942 Aan VO's doorbetaalde personele vergoeding 0 0 -3.648 Aan VO's doorbetaalde materiële vergoeding 0 0 -644 Aan ROC's doorbetaalde personele vergoeding Vavo-lln -42.330 -81.000 -40.691 Aan ROC's doorbetaalde exploitatiekostenvergoeding Vavo-lln -8.903 -20.000 -12.093 20.196.149 19.440.000 20.306.866 Doorbetalingen regionaal zorgbudget 1.955.235 1.754.750 1.856.281 22.151.384 21.194.750 22.163.147
Personele vergoedingen OCW 2020 Begr. 2020 2019 € € €
Deze post is als volgt te specificeren Basisnorm personele vergoedingen 15.072.807 14.593.000 14.580.032 Regeling 1e opvang nieuwkomers VO 1.452.071 1.386.000 1.466.461 Collectieve korting uitkeringskosten -191.654 -191.000 -188.162 Werkgeversdeel 25% uitkeringskosten -53.330 -36.000 -25.060 Sectorakkoord en Prestatiebox 728.781 690.000 693.978 Subsidie studieverlof 42.946 45.000 39.088 Prestatiesubsidie Voortijdig Schoolverlaters 22.846 13.000 21.296 Subsidie lente- en zomerschool 22.500 0 22.950 Inhalen leerachterstanden i.v.m. COVID-19 47.159 0 0 Aanvullende bekostiging werkdrukverlichtende maatregelen 0 0 344.398 Totaal ontvangen personele vergoedingen OCW 17.144.125 16.500.000 16.954.981
Exploitatiekostenvergoedingen OCW 2020 Begr. 2020 2019 € € €
Deze post is als volgt te specificeren Exploitatiekostenvergoedingen 2.100.785 2.065.000 2.098.594 Verstrekking gratis lesmaterialen 713.608 702.000 704.489 Regeling 1e opvang nieuwkomers VO 256.248 245.000 258.788 Sectorakkoord en Prestatiebox 25.000 25.000 25.000 Prestatiesubsidie Voortijdig Schoolverlaters 7.615 4.000 7.098 Techniek middelen 0 0 309.250 Totaal ontvangen exploitatiekostenvergoedingen OCW 3.103.256 3.041.000 3.403.219
De personele en materiële bekostiging is geïndexeerd in 2020. Deze indexatie was niet begroot. Als gevolg hiervan nemen deze subsidies toe ten opzichte van de begroting.
In 2020 is subsidie aangevraagd en toegekend in het kader van inhalen van leerachterstanden als Pagina 92 gevolg van COVID. In totaal is een bedrag van € 124.000 toegekend, waarvan in 2020 € 47.000 is besteed. Het resterende deel zal worden besteed in de periode januari t/m juli 2021.
Doorbetalingen regionaal zorgbudget In het kader van Passend Onderwijs zijn de volgende zorggelden van het Samenwerkingsverband 23.05 ontvangen:
Doorbetalingen regionaal zorgbudget 2020 Begr. 2020 2019 € € €
Deze post is als volgt te specificeren Lichte ondersteuning 180.800 178.000 160.752 Ambulante begeleiding 0 0 113.618 VSO, zware ondersteuning 552.082 504.000 514.861 PRO 37.392 77.000 77.059 Korting VSO-verwijzingen -188.515 -183.000 -177.752 LWOO 1.264.301 1.174.000 1.088.714 Projectsubsidie tussenvoorziening Dronten (bestede middelen '19 & '20)*) 1.169 0 15.867 Nabetaling resultaat 2018 & 2019 101.005 0 58.911
Totaal van SWV 23.05 ontvangen 1.948.235 1.750.000 1.852.031 Doorbetalingen van Bartimeus 1.750 1.750 3.000 Doorbetalingen van Visio 5.250 3.000 1.250 Totaal ontvangen zorggelden 1.955.235 1.754.750 1.856.281
*) In 2018 in totaal een bedrag van € 40.000 ontvangen ten behoeve van het project tussenvoorziening Dronten. Daarvan is in 2018 € 22.964 besteed, in 2019 een bedrag van € 15.867. Resterende middelen ad € 1.169 zijn in 2020 ingezet. Het Almere College heeft voor 1,2 fte aan onderwijskundige en ondersteunende personele bezetting (orthopedagoog) voor de tussenvoorziening ingezet.
De scholen in het samenwerkingsverband passend onderwijs ontvangen een bijdrage vanuit de niet bestede middelen voor PRO-leerlingen. Deze worden naar rato van het leerlingaantal verdeeld over de scholen. Omdat het aantal PRO-leerlingen in de regio is toegenomen, daalt deze bekostiging ten opzichte van de begroting en de realisatie over 2019.
Als gevolg van de niet begrote indexatie van de bekostiging, bleven er middelen over bij het samenwerkingsverband passend onderwijs. Deze middelen worden na het boekjaar uitbetaald aan de deelnemende scholen naar rato van het leerlingaantal.
Pagina 93 2.4.16.2 Overige overheidsbijdragen
Overige overheidsbijdragen 2020 Begr. 2020 2019 € € €
Gemeentelijke bijdragen Gemeentelijke bijdragen 0 0 0 Totaal overige overheidsbijdragen 0 0 0 2.4.16.3 Overige baten
Overige baten 2020 Begr. 2020 2019 € € €
Ouderbijdragen 66.162 0 0 Resultaat verkoop Noordweg 87 (saldo) 173.092 0 0 Subsidie STO 100.000 0 0 Subsidie Opleidingsschool Oostelijk Flevoland (OSOF) 20.792 20.000 27.568 Gebruiksvergoeding iPads 0 0 21.831 Medegebruik gebouwen door derden 12.450 16.000 18.926 ESF-subsidie impulskansen PRO 0 0 18.024 COA-vergoedingen 20.480 15.000 17.408 Detachering personeel 15.443 7.250 6.361 Subsidie plusvoorziening 4.899 0 -887 Subsidie gezonde schoolkantine 0 0 3.000 Diversen 24.676 0 1.582 RAP-subsidie 0 0 0 437.994 58.250 113.812
Ouderbijdragen In het verleden waren de ouderbijdragen niet opgenomen in de centrale boekhouding. Dit is in 2020 aangepast. Vanwege de Corona-pandemie zijn veel activiteiten in 2020 niet doorgegaan. Voor een deel van deze activiteiten waren voor 2020 al bijdragen van ouders ontvangen. In 2020 heeft een terugbetaling plaatsgevonden van deze middelen. Met ingang van 2021 zullen de ouderbijdragen via het programma Wiscollect geïnd gaan worden.
Resultaat verkoop Noordweg 87 Het bestuur en servicebureau van het Almere College waren gehuisvest op de Noordweg 87. Om tot een kostenreductie te komen en meer aansluiting te vinden met de locaties en het onderwijsproces is het bestuur en servicebureau met ingang van december 2020 gehuisvest op de schoollocatie Marinus Postlaan 1 te Kampen. De Noordweg 87 is verkocht en het netto resultaat van deze verkoop (opbrengst verkoop minus kosten voor versnelde afschrijving investeringen in de Noordweg 87) is verantwoord onder deze post.
STO-subsidie In de regio Kampen neemt het Almere College samen met het Ichthus College en het Pieter Zandt deel aan het gesubsidieerde project Sterk Techniek Onderwijs. Het Pieter Zandt is voor deze subsidie de penvoerder. Middels declaraties ontvangt het Almere College voor de locatie VIA Pagina 94 subsidie in het kader van dit project.
COA-vergoedingen Dit betreft vergoedingen van COA voor nieuwkomers die op teldata nog geen status hebben.
Subsidie Opleidingsschool Oostelijk Flevoland (OSOF) De subsidie is bedoeld voor de kosten van het in stand houden van een opleidingsschool in samenwerking met VO-scholen in Oostelijk Flevoland, het MBO en hogeschool Windesheim. De subsidieperiode betreft de schooljaren 2017/2018 t/m 2020/2021. De subsidie zal ook na deze periode doorlopen.
Subsidie impulskansen PRO De subsidie is bedoeld ter dekking van de kosten om voor kwetsbare leerlingen betere baankansen te creëren.
Medegebruik gebouwen door derden De Kamper sportaccommodaties worden door diverse sportverenigingen gebruikt en in het pand van het Servicebureau aan de Noordweg hebben we inwoning van de Stichting Openbaar Onderwijs Kampen (basisonderwijs). Verder vindt er nog incidenteel gebruik van gebouwen door derden plaats.
Pagina 95 2.4.17 Lasten
2.4.17.1 Personele lasten
Personele lasten 2020 Begr. 2020 2019 € € €
Salarissen, vakantie-uitkeringen, eindejaarsuitkeringen, e.d. 13.120.248 12.561.900 12.769.255 Sociale premies en heffingen 1.640.162 1.643.000 1.633.361 Pensioenpremies 1.985.908 1.949.800 2.024.990 Mutatie voorziening spaarverlof -12.424 0 4.000 Mutatie voorziening LPB (Levensfasebewust PersoneelsBeleid) 131.230 121.200 118.370 Mutatie voorziening jubilea -28.424 9.000 29.640 Mutatie voorziening ERD WW-uitkeringen 180.878 26.000 -1.136 Mutatie voorziening mobiliteit 70.699 0 0 Mutatie voorziening ERD WGA-uitkeringen 218.792 0 0 Mutatie voorziening transitievergoeding 9.519 0 0 Mutatie voorziening zwangerschapsverlof 34.115 0 0 Personeel niet in loondienst 791.453 1.001.500 1.206.764 Overige personele lasten 407.276 554.100 605.564 18.549.432 17.866.500 18.390.808
2 0 2 0 2 0 1 9
Overige personele lasten 2020 Begr. 2020 2019 € € €
Deze post is als volgt te specificeren Voorziening in vacatures 39.604 25.100 44.888 Scholingskosten 179.077 134.000 350.779 BGD en ARBO 49.414 55.000 50.807 Representatiekosten personeel 53.022 65.000 61.279 Overige personeelskosten 86.159 275.000 97.811 407.276 554.100 605.564
Pagina 96 Gemiddeld aantal personeelsleden
Gemiddeld aantal personeelsleden 2020 2019
Directie 9 8 Onderwijsgevens Personeel 78 212 Onderwijs Ondersteunend Personeel 202 80 Totaal 289 300
Gemiddeld aantal fte’s
Gemiddeld aantal fte's 2020 2019
Directie 9 8 Onderwijs Ondersteunend Personeel 54 58 Onderwijsgevend Personeel 155 164 Totaal 218 230
In 2020 is de omvang van het personeelsbestand teruggebracht om deze in lijn te brengen met de verwachte bekostiging. Voor deze transitie zijn er mobiliteitskosten gerealiseerd. In totaal een bedrag van circa € 187.000 in 2020. Daarnaast is het Almere College met ingang van 2020 als gevolg van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren verplicht om een transitievergoeding te betalen voor medewerkers die uit dienst gaan. In 2020 betrof dit in totaal een bedrag van circa € 25.500.
Op basis van de CAO-VO 2020 zijn de lonen vanaf maart 2020 met 2,75% verhoogd en is er in juni een eenmalige uitkering van € 750 per voltijdaanstelling uitbetaald. De loonsverhoging zorgde in 2020 voor een kostenstijging van circa € 300.000. De eenmalige uitkering betrof een bedrag van in totaal circa € 167.000. Deze maatregelen waren niet begroot.
Medewerkers die uit dienst gaan hebben in bepaalde gevallen recht op een WW-uitkering aangevuld met een bovenwettelijke WW-uitkering van toepassing op het voortgezet onderwijs. Voor deze medewerkers moet een voorziening worden getroffen, waaruit de toekomstige kosten die voor rekening van het Almere College komen, 25% van de totale uitkeringskosten, gedekt worden. Vanwege de mobiliteitsregelingen is er een aantal mensen uit dienst gegaan met recht op een (bovenwettelijke) WW-uitkering. De kosten hiervan zijn opgenomen in de voorziening WW- uitkeringen. Daarnaast zijn er met medewerkers mobiliteitsregelingen overeengekomen in 2020 die doorwerken in 2021. De betreffende kosten zijn opgenomen in de voorziening mobiliteit. Tot slot zijn er voorzieningen gevormd voor de kosten die de werkgever draagt voor voormalig medewerkers die een WGA-uitkering ontvangen, de kosten voor een transitievergoeding voor medewerkers waarvan het dienstverband om initiatief van de werkgever niet verlengd zal worden
Pagina 97 en de kosten voor medewerkers die in het verleden tijdens hun zwangerschapsverlof geen (compensatie voor) vakantieverlof hebben genoten. Er is in 2020 ingezet op het terugbrengen van de externe personele kosten ten opzichte van 2019. Dit is gelukt. Daarnaast was onder het budget externe personele kosten het innovatiebudget opgenomen. Het innovatiebudget is in 2020 niet volledig uitgeput, waardoor de kosten op dit vlak lager uitvallen dan begroot. Een deel van het innovatie budget is onder andere posten verantwoord, waaronder de scholingskosten. De scholingskosten vallen hierdoor hoger uit dan begroot. Ten opzichte van 2019 zijn er lagere scholingskosten gerealiseerd. In 2019 waren de scholingskosten op het vlak van gepersonaliseerd leren hoog. Bovendien gingen in 2020 veel bij- en nascholing niet door als gevolg van de Covid pandemie.
Onder de overige personele lasten was in de begroting een bedrag van € 170.000 opgenomen ten behoeve van transitievergoedingen. De kosten voor mobiliteit en transitie zijn uiteindelijk verantwoord onder de loonkosten, zoals hiervoor is vermeld. De overige personele lasten vallen op dit punt om die reden lager uit dan begroot.
Pagina 98 2.4.17.2 Huisvestingslasten
Huisvestingslasten 2020 Begr. 2020 2019 € € €
Klein onderhoud 227.578 172.000 206.214 Dotatie onderhoudsvoorziening 57.239 163.000 149.073 Schoonmaakkosten 303.399 312.000 269.093 Energie 211.256 170.000 151.143 Belastingen/heffingen 24.987 24.000 23.755 Huur (sport)accommodaties 133.635 149.500 169.862 958.094 990.500 969.140
In verband met de Corona-pandemie waren er aanpassingen noodzakelijk in de schoolgebouwen. In totaal zijn in 2020 circa € 62.500 aan kosten op dit vlak gerealiseerd t.b.v. desinfectiezuilen, stickers, spatschermen, huren van een buitentent bij het Copernicus, mondkapjes en desinfectiemiddelen.
In september 2020 is de Noordweg 87 verkocht. Dit heeft tot gevolg gehad dat de onderhoudsvoorziening die voor deze locatie was gevormd is vrijgevallen. Om die reden valt de dotatie aan de onderhoudsvoorziening veel lager uit.
De schoonmaakkosten vallen wat lager uit dan begroot als gevolg van de gedeeltelijke lockdown in de periode maart t/m mei. Bepaalde onderhoudsbeurten zijn daardoor niet doorgegaan. Ten opzichte van 2019 nemen de schoonmaakkosten toe, omdat het nieuwe duurdere schoonmaakcontract is ingegaan in oktober 2019. 2020 is het eerste volledige jaar van het nieuwe contract.
De energielasten vallen hoger uit dan begroot en tevens hoger dan de realisatie in 2019. Voor de locatie Copernicus was in 2019 een relatief fors bedrag retour ontvangen, vanwege lagere energielasten in een voorgaande periode. Daarnaast heeft de Corona-pandemie voor hogere gaskosten gezorgd, vanwege toegenomen ventilatie-eisen. Hierdoor gaat tevens een deel van de warmte verloren. Op de andere locaties is dit effect niet zichtbaar en liggen de kosten voor energie in lijn met de realisatie over 2019.
De huurkosten vallen lager uit dan begroot als gevolg van de Corona-pandemie. De gymlessen die voor een deel op externe locaties plaatsvinden, zijn gedurende een gedeelte van het jaar niet doorgegaan.
Pagina 99 2 0 2 0 2 0 1 9
2 0 2 0 2 0 1 9
Pagina 100 2.4.17.3 Overige lasten
Overige lasten 2020 Begr. 2020 2019 € € €
Administratie en beheer Kantoorbenodigdheden 23.252 37.050 34.985 Contributies/abonnementen 3.576 4.700 4.607 Portokosten 5.831 9.200 7.284 Telefoon/fax 20.769 18.050 19.933 Kopieerkosten 38.178 50.000 49.486 Accountantskosten 26.167 35.000 26.312 Bestuurskosten 67.962 32.000 24.885 Representatie- en vergaderkosten 51.264 40.600 33.151 Reis- en verblijfkosten 4.532 7.400 6.438 Advertenties 10.456 9.000 11.024 Overige kosten 26.381 21.000 30.139 Automatisering Automatisering 265.010 265.000 271.616 Onderwijs Kosten van middelen t.b.v. lesondersteuning 142.619 196.000 171.644 Kosten verstrekking "gratis" leermiddelen 886.734 639.000 783.574 Aandeel exploitatie Stichting Huisvesting VMBO Kampen 203.853 275.000 298.194 Aandeel exploitatie Stichting Huisvesting Onderwijs Dronten e.o. 391.475 400.000 419.780 Ouderbijdragen/ schoolkosten 74.388 0 0 Leerlingactiviteiten 14.531 40.000 35.963 Decanaat, studiebegeleiding, e.d. 23.445 26.000 20.010 2.280.424 2.105.000 2.249.023
Als gevolg van de Corona-pandemie zijn de scholen in de periode maart t/m mei 2020 gedeeltelijk gesloten geweest. Dit is terug te zien in de kosten die zijn gerealiseerd op het vlak van de kantoorbenodigdheden, lesondersteuning, leerlingactiviteiten, het aandeel in de kosten voor de exploitatie Stichting Huisvesting VMBO Kampen en reprografie. Deze vallen lager uit dan begroot en tevens lager dan de realisatie in 2019.
In de begroting 2020 was ingezet op een forse reductie van de kosten van de verstrekking van de leermiddelen. Vanwege de bestaande overeenkomst is deze kostenreductie niet gerealiseerd. In de nieuwe aanbesteding van de leermiddelen in 2021 zal het kostenaspect worden meegenomen. Er zullen een aantal jaren nodig zijn om de kosten op dit vlak terug te brengen.
De ouderbijdragen/schoolkosten waren tot op heden niet opgenomen in de centrale boekhouding van het Almere College. Dit is in 2020 hersteld. Vanwege de Corona-pandemie zijn veel activiteiten waarvoor ouders/verzorgers een bijdrage betalen niet doorgegaan.
De bestuurskosten vallen in 2020 hoger uit dan begroot. Er is in 2020 gewerkt aan de planvorming voor nieuwbouw van het praktijkonderwijs. Op dit vlak is externe expertise ingehuurd om te ondersteunen bij deze planvorming. Daarnaast zijn er onder externe begeleiding stappen gezet op het vlak van het verbeteren van de governance. Pagina 101 2 0 2 0 2 0 1 9
Pagina 102 2.4.17.4 Afschrijvingen materiële vaste activa
Afschrijvingen materiële vaste activa 2020 Begr. 2020 2019 € € €
Deze afschrijvingen zijn als volgt te specificeren: Afschrijving verbouwingen 152.228 156.000 170.479 Afschrijving inventaris en meubilair 309.233 426.000 415.639 461.461 582.000 586.118
2 0 2 0 2 0 1 9
Pagina 103 2.4.18 Rentebaten en –lasten
Rentebaten en -lasten Begr. 2021 2020 Begr. 2020 2019 € € € €
De rentebaten zijn als volgt te specificeren: Rabobank spaarrekening 0 0 0 0 SNS spaarrekening 0 58 0 0 ING bonus spaarrekening 0 0 0 500 ING vermogen spaarrekening 0 0 0 310 0 58 0 810
De rentelasten bestaan uit: Rente en kosten betalingsverkeer Rabobank 0 510 0 0 Rente en kosten betalingsverkeer SNS bank 0 562 0 0 Rente en kosten betalingsverkeer ING bank 0 17.843 7.250 1.175 0 18.915 7.250 1.175
Per saldo een rentelast van 0 -18.857 -7.250 -365
2.4.19 Accountantskosten
Accountantskosten 2020 2019 € €
Ten laste van het resultaat gebrachte accountantskosten: Niet controlediensten (in 2020 door Astrium Accountants) 7.272 0 Werkzaamheden i.v.m. controle jaarrekening en bekostigingsgegevens Astrium accountants 24.020 0 Werkzaamheden i.v.m. controle jaarrekening en bekostigingsgegevens Flynth accountants -5.126 26.312 Subtotaal werkzaamheden i.v.m. controle jaarrekening en bekostigingsgegevens 18.894 26.312 Totaal accountantskosten 26.167 26.312
Pagina 104 2.4.20 WNT-verantwoording 2020
De WNT is van toepassing op Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Kampen Dronten. Het voor Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Kampen Dronten toepasselijke bezoldigingsmaximum voor het onderwijs is in 2020 € 157.000 (volgens klasse D), zoals is vastgesteld door de raad van toezicht in de vergadering van 12 december 2019.
Motivering bezoldigingsklasse D - 4 complexiteitspunten voor baten op jaarbasis tussen de 5 en 25 miljoen - 2 complexiteitspunten voor een leerlingenaantal tussen 1.500 en 2.500 - 4 complexiteitspunten voor 4 onderwijssoorten (PRO/VMBO/HAVO/VWO) 10 complexiteitspunten in totaal dus, corresponderend met bezoldigingsklasse D (9 - 12 punten)
De bezoldiging van een topfunctionaris bestaat op basis van artikel 2.3 Wet normering bezoldiging topfunctionarissen (WNT) uit een beloning vermeerderd met belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen en voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn.
Het College van Bestuur is belast met het besturen van de rechtspersoon. De bevoegdheid tot vaststelling van een bezoldiging en verdere arbeidsvoorwaarden voor het College van Bestuur komt toe aan de Raad van Toezicht. De bezoldiging bestaat uit een basissalaris, pensioen, sociale lasten en overige onkostenvergoedingen en voldoet aan de vereisten van de Wet Normering Topinkomens (WNT).
Aan het bestuurslid zijn geen leningen, voorschotten en garanties verstrekt.
Bij de samenstelling van de verantwoording uit hoofde van de WNT is de (gewijzigde) Regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren gehanteerd, nr. FEZ/ 17725846 d.d. 12 november 2019.
Pagina 105 1 Bezoldiging topfunctionarissen
1a. Leidinggevende topfunctionarissen met dienstbetrekking en leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13e maand van de functievervulling
Gegevens 2020
bedragen x € 1 C.J. Japenga
Functiegegevens Voorzitter CvB Aanvang en einde functievervulling in 2020 01/01 – 31/12 Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 0,8917 Dienstbetrekking? ja Bezoldiging Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 114.991 Beloningen betaalbaar op termijn 18.386 Subtotaal 133.377
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 139.997
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag N.v.t.
Bezoldiging 133.377
Het bedrag van de overschrijding en de reden waarom de overschrijding al dan niet is N.v.t toegestaan Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t. Gegevens 2019
bedragen x € 1 C.J. Japenga
Functiegegevens Voorzitter CvB Aanvang en einde functievervulling in 2019 01/08 – 31/12 Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 0,8 Dienstbetrekking? ja Bezoldiging Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 38.780 Beloningen betaalbaar op termijn 6.654 Subtotaal 45.434
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 50.972
Bezoldiging 45.434
1b. Leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking in de periode kalendermaand 1 t/m 12
Er zijn in geen 2020 geen leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking.
Pagina 106 1c. Toezichthoudende topfunctionarissen
Gegevens 2020
bedragen x € 1 Mw. C.B. Bos Mw. G.N. Sweringa Dhr. P.J. van der Aar
Functiegegevens Voorzitter Lid Lid Aanvang en einde functievervulling in 2020 01/01 – 31/12 01/01 – 31/12 01/01 – 31/12 Bezoldiging Bezoldiging 7.500 5.000 5.000 Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 23.550 15.700 15.700 -/- Onverschuldigd betaald en nog niet N.v.t. N.v.t. N.v.t. terugontvangen bedrag Bezoldiging 7.500 5.000 5.000 Het bedrag van de overschrijding en de reden N.v.t. N.v.t. N.v.t. waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan Toelichting op de vordering wegens N.v.t. N.v.t. N.v.t. onverschuldigde betaling Gegevens 2019
bedragen x € 1 Mw. C.B. Bos Mw. G.N. Sweringa Dhr. P.J. van der Aar
Functiegegevens Voorzitter Lid Lid Aanvang en einde functievervulling in 2019 01/01 – 31/12 01/01 – 31/12 01/01 – 31/12 Bezoldiging Bezoldiging 4.500 3.000 3.000 Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 22.800 15.200 15.200
Gegevens 2020
bedragen x € 1 Mw. M.L. Kleef Dhr. J.H. Sweers Dhr. P.G. Rinkel
Functiegegevens Lid Lid Lid Aanvang en einde functievervulling in 2020 01/03 – 31/12 01/03 – 31/12 01/01 – 31/12 Bezoldiging Bezoldiging 5.000 5.000 5.000 Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 13.083 13.083 15.700 -/- Onverschuldigd betaald en nog niet N.v.t. N.v.t. N.v.t. terugontvangen bedrag Bezoldiging 5.000 5.000 5.000 Het bedrag van de overschrijding en de reden N.v.t. N.v.t. N.v.t. waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan Toelichting op de vordering wegens N.v.t. N.v.t. N.v.t. onverschuldigde betaling Gegevens 2019
bedragen x € 1 Mw. M.L. Kleef J.H. Sweers Dhr. P.G. Rinkel
Functiegegevens Lid Lid Lid Aanvang en einde functievervulling in 2019 n.v.t. n.v.t. 01/01 – 31/12 Bezoldiging Bezoldiging n.v.t. n.v.t. 3.000 Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum n.v.t. n.v.t. 15.200
Pagina 107 Gegevens 2020
bedragen x € 1 Dhr. J. Visser Dhr. L.M.E. d’Hondt
Functiegegevens Lid Lid Aanvang en einde functievervulling in 2020 n.v.t. n.v.t. Bezoldiging Bezoldiging 0 0 Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 0 0 -/- Onverschuldigd betaald en nog niet N.v.t. N.v.t. terugontvangen bedrag Bezoldiging 0 0 Het bedrag van de overschrijding en de reden N.v.t. N.v.t. waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan Toelichting op de vordering wegens N.v.t. N.v.t. onverschuldigde betaling Gegevens 2019
bedragen x € 1 Dhr. J. Visser Dhr. L.M.E. d’Hondt
Functiegegevens Lid Lid Aanvang en einde functievervulling in 2019 01/01 – 31/12 01/01 – 31/12 Bezoldiging Bezoldiging 3.000 3.000 Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 15.200 15.200
1d. Topfunctionarissen met een totale bezoldiging van € 1.700 of minder
Er zijn geen topfunctionarissen met een totale bezoldiging van € 1.700 of minder.
1e. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van meer dan € 1.700
De topfunctionaris C.J. Japenga heeft enkel een aanstelling bij het Almere College en verricht deze werkzaamheden enkel als topfunctionaris. Verantwoording op basis van model 1e kan om die reden achterwege blijven.
1f. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van meer dan € 1.700 waarop de anticumulatie bepaling van toepassing is
De topfunctionaris C.J. Japenga heeft enkel een aanstelling bij het Almere College en verricht deze werkzaamheden enkel als topfunctionaris. Verantwoording op basis van model 1f kan om die reden achterwege blijven.
1g. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van € 1.700 of minder waarop de anticumulatiebepaling van toepassing is
De topfunctionaris C.J. Japenga heeft enkel een aanstelling bij het Almere College en verricht deze werkzaamheden enkel als topfunctionaris. Verantwoording op basis van model 1g kan om die reden achterwege blijven.
Pagina 108 2. Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen
Er zijn geen uitkeringen wegen beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen uitbetaald. Verantwoording op basis van model 2 kan om die reden achterwege blijven.
3. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT
Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met een dienstbetrekking die in 2020 een bezoldiging boven het individueel toepasselijke drempelbedrag hebben ontvangen.
2.4.21 Gebeurtenissen na balansdatum
Schatkistbankieren Het Almere College stapt in 2021 over op schatkistbankieren. Dit betekent dat overtollige publieke middelen worden uitgezet bij het ministerie van financiën. Middels een rekening-courantverhouding wordt dagelijks het saldo op de betaalrekening bij de ING afgeroomd of aangevuld, afhankelijk van de stand aan het einde van de dag.
Nationaal Programma Onderwijs Op 17 februari 2021 is door de overheid het meerjarige Nationaal Programma Onderwijs aangekondigd. De Covid-19 crisis heeft tot diverse schoolsluitingen in 2020 en 2021 geleid waardoor grote groepen leerlingen vertraging in het leerproces hebben opgelopen. Daarnaast zijn er sociaal/emotionele en persoonlijke gevolgen die van directe invloed zijn op het welzijn en de ontwikkeling van leerlingen. Via het Nationaal Programma Onderwijs moeten deze achterstanden worden ingelopen. De opzet van het plan is als volgt: - April 2021: de scholen dienen een 'schoolscan' uit te voeren waarin op leerling- en schoolniveau de behoefte wordt vastgelegd middels een analyse die zich richt op leerontwikkeling, sociale ontwikkeling en welbevinden; - April-mei 2021: op basis van de schoolscan dient een plan van aanpak te worden gemaakt waarin effectieve interventies worden gekozen. Deze interventies kunnen worden gekozen uit een 'menukaart' die in april 2021 door OCW zal worden gepubliceerd; - Mei-juni 2021: de gekozen interventies dienen te worden verwerkt in een 'schoolprogramma'.
Voor dit programma zal naar schatting een bedrag van € 700 per leerling beschikbaar worden gesteld en is bedoeld voor de schooljaren 2021/2022 en 2022/2023.
Nieuwbouw praktijkonderwijs Het Almere College, woningcorporatie OFW en de gemeente Dronten hebben besloten om tot gezamenlijke realisatie te komen van nieuwbouw van een praktijkschool voor het Almere College en 60 sociale huurappartementen. Het Almere College en de woningcorporatie OFW zullen daarbij als bouwheer optreden, ieder voor het eigen gedeelte. De gemeente Dronten draagt zorg voor het
Pagina 109 verstrekken van financiële middelen voor de realisatie van de praktijkschool. In de periode 2021- 2025 zal de realisatie van deze nieuwbouw plaats gaan vinden.
Pagina 110 3. OVERIGE GEGEVENS
Pagina 111
3.2 Vaststellingsbesluit
Instelling: Almere College te Kampen en Dronten, brinnummer 01XN.
Bevoegd gezag: De stichting ”Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Kampen Dronten”, gevestigd te Kampen, bestuursnummer 12975.
De jaarrekening is goedgekeurd in de vergadering van de Raad van Toezicht d.d. 28 juni 2021.
Dr. ir. P.J. van der Aar, voorzitter Raad van Toezicht
Ing. P.G. Rinkel, lid Raad van Toezicht
Mevr. ir. G.N. Sweringa, lid Raad van Toezicht
Mevrouw M.L. van Kleef, lid Raad van Toezicht
Pagina 116 De heer J.H. Sweers, lid Raad van Toezicht
Mevrouw M. Kompier, lid Raad van Toezicht
Na goedkeuring door de Raad van Toezicht is de jaarrekening vastgesteld in de bestuursvergadering d.d. 28 juni 2021.
C.J. Japenga, voorzitter College van Bestuur
Pagina 117 3.3 Gegevens rechtspersoon
3.3.1 Algemeen
Naam en adres van de rechtspersoon Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Kampen Dronten Postbus 1, 8260 AA Kampen KvK-nummer: 64783294 Rechtsvorm: stichting Statutaire zetel: Kampen
Bestuursnummer: 12975
Naam en adres van de instelling Almere College Marinus Postlaan 1 Postbus 1 8260 AA Kampen
Brinnummer: 01XN
College van Bestuur Mevrouw C.J. Japenga, voorzitter
E-mailadres [email protected]
Raad van Toezicht De heer dr. ir. P.J. van der Aar, voorzitter Mevr. ir. G.N. Sweringa De heer ing. P.G. Rinkel Mevrouw M.L. van Kleef De heer J.H. Sweers Mevrouw M. Kompier
Website www.almerecollege.nl
3.3.2 Aan de instelling verbonden onderwijsvormen
Aan de instelling zijn de volgende onderwijsvormen verbonden: - Praktijkonderwijs
Pagina 118 - VMBO B/K - MAVO - HAVO - VWO
Pagina 119 3.4 Bestemming resultaat
Bestemming resultaat 2020 Het College van Bestuur van het Almere College stelt voor het resultaat over 2020 ad positief € 321.109 toe te voegen aan de algemene reserve. Daarnaast wordt vanuit het resultaat een bestemmingsreserve gevormd (publieke middelen) ter dekking van de kosten op termijn voor de eigen investeringen in de inventaris voor de nieuwbouw van het praktijkonderwijs in Dronten, een bedrag van € 650.000. Tot slot wordt aan de in 2020 gevormde bestemmingsreserve ouderbijdragen (private middelen) het negatieve verschil onttrokken tussen de baten die ouders inbrengen (ouderbijdrage) en de kosten die vanuit deze ouderbijdrage worden gedekt (schoolkosten en kosten voor reizen en excursies) en dit wordt aan de algemene reserves toegevoegd, een bedrag van € 8.226. Dit voorstel is in deze jaarrekening reeds verwerkt.
Pagina 120