Tussen Hof En Keizerskroon : Carolus Clusius En De Ontwikkeling Van De Botanie Aan Midden-Europese Hoven (1573-1593) Gelder, E
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Tussen hof en keizerskroon : Carolus Clusius en de ontwikkeling van de botanie aan Midden-Europese hoven (1573-1593) Gelder, E. van Citation Gelder, E. van. (2011, June 9). Tussen hof en keizerskroon : Carolus Clusius en de ontwikkeling van de botanie aan Midden-Europese hoven (1573-1593). LUP Dissertations. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/17701 Version: Publisher's Version Licence agreement concerning inclusion of License: doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/17701 Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable). TUSSEN HOF EN KEIZERSKROON Afbeelding omslag: Keizerskroon in: C. Clusius, Rariorum plantarum historia (Antwerpen 1601) 127. Ontwerp omslag: Andreas Weber & Esther van Gelder Ontwerp binnenwerk: Esther van Gelder ISBN 978 90 8728 131 1 NUR 680 © Esther van Gelder / Leiden University Press 2011 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. TUSSEN HOF EN KEIZERSKROON Carolus Clusius en de ontwikkeling van de botanie aan Midden-Europese hoven (1573-1593) PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden, op gezag van Rector Magnificus prof. mr. P.F. van der Heijden, volgens besluit van het College voor Promoties te verdedigen op donderdag 9 juni 2011 klokke 15.00 uur door ESTHER VAN GELDER geboren te ’s-Hertogenbosch in 1979 Promotiecommissie Promotor: prof. dr. M.E.H.N. Mout Overige leden: prof. dr. D. van Delft prof. dr. J.F.J. Duindam prof. dr. P.G. Hoftijzer dr. H.G.M. Jorink (Huygens Instituut, KNAW) Voor mijn ouders, Rita en Marius [S]o ist es gewiß, daß jener einzige Augenblick und einzige Gesichtspunkt dieses einzigen Augenblickes nicht fruchtbar genug gewählet werden kann. G.E. Lessing, Laokoon: oder über die Grenzen der Mahlerey und Poesie (Berlijn 1766) 35 vii - INHOUDSOPGAVE - Dankwoord ix Inleiding Tussen hof en keizerskroon 1 Proloog. Mechelen 1569, een moeilijk punt in Clusius’ carrière 19 Deel I. Wenen: botanie en horticultuur tussen hof, stad en universiteit Hoofdstuk 1 Een ‘hortus medicorum’ voor keizer Maximiliaan II (1573-1576) 1.1 Introductie 29 1.2 Patronage van wetenschap als een kwestie van prestige en nut 30 1.3 De groene wereld van keizer Maximiliaan II 50 1.4 Clusius en de nieuwe ‘hortus medicorum’ 71 1.5 Besluit 97 Hoofdstuk 2 Botanie en horticultuur in Wenen en Praag in de eerste jaren van keizer Rudolf II (1576-1588) 2.1 Introductie 99 2.2 Botanie en horticultuur aan het Praagse en Weense hof 101 2.3 De adellijke horticultuur in Wenen 123 2.4 Botanie aan de Weense universiteit 141 2.5 Besluit 155 Deel II. Als wetenschap en patronage botsen? Clusius als hoveling, botanicus en tuinman aan Duitse hoven Hoofdstuk 3 Clusius en de hoftuinen van Duitse vorsten 3.1 Introductie 159 3.2 De hoftuin als kunstwerk en verzameling 160 3.3 De hoftuin als laboratorium 182 3.4 Clusius’ werkzaamheden aan de Duitse hoven 193 3.5 Besluit 211 viii Hoofdstuk 4 Kennis en status: geleerde tuinlieden in de hoftuin van landgraaf Willem IV 4.1 Introductie 213 4.2 De vorst-botanicus of de vorst-tuinman? 215 4.3 De tuinman-botanicus 230 4.4 De botanicus-tuinman 248 4.5 Besluit 268 Deel III. Weg van de tuin: de jacht op onbekende planten Hoofdstuk 5 De Oostenrijkse flora: reizen en botaniseren 5.1 Introductie 273 5.2 Materiaal voor nieuw onderzoek 275 5.3 Onderzoek thuis: cultiveren, afbeelden en beschrijven 291 5.4 Clusius presenteert nieuwe gebieden in de botanie 304 5.5 Besluit 321 Hoofdstuk 6 Hongaarse paddenstoelen: het moeizame vastleggen van een ontdekking 6.1 Introductie 323 6.2 Paddenstoelen rondom het hof van Batthyány 324 6.3 Onderzoek in Leiden 339 6.4 Waarheid en waarde in ‘Fungorum brevis historia’ (1601) 348 6.5 Besluit 359 Conclusie ‘Si is Princeps rei herbariae studio delectabitur…’ 361 Bijlagen 373 Summary 387 Verantwoording illustraties 391 Bronnen en literatuur 397 Personenregister 425 Curriculum Vitae 431 ix - DANKWOORD - Wetenschap is mensenwerk. Juist het terugbrengen van grootse ontdekkingen en briljante publicaties tot menselijke proporties is wat me gedurende het promotieonderzoek naar Carolus Clusius fascineerde. Het was soms lastig voor te stellen hoe deze zestiende-eeuwse geleerde gedacht en gewerkt heeft, beziggehouden als ik werd door onleesbare handschriften in vele talen en onvindbare sporen in archieven. Toch heb ik hem kunnen volgen tijdens zijn reizen langs steden, kastelen en vrienden, zijn tochten in velden en bergen, zijn gewroet in de tuin, en zijn werk in de studeerkamer. Wat me daarbij ook intrigeerde was het proces waarin een wetenschapper zijn schijnbaar nutteloze nieuwsgierigheid vertaalde naar betrouwbare en interessante kennis voor derden. Ik hoop dat de nieuwsgierigheid en het geploeter die ten grondslag lagen aan dit boek, een verhaal hebben voortgebracht dat anderen kan boeien en misschien wel verder helpen. Ook mijn wetenschappelijk werk was vaak een zeer menselijke aangelegenheid. Het promoveren was soms een feestje en soms een eenzaam avontuur, maar ik werd altijd op allerlei manieren bijgestaan door collega’s, vrienden en familie. Voor hun kennis en hulp, hun belangstelling en geduld wil ik hen hier graag bedanken. Allereerst zijn daar de prominentste leden van het Clusiusproject van de Universiteit Leiden: Paul Hoftijzer, Florike Egmond en Sylvia van Zanen. Paul, ik heb een grote bewondering voor je enorme kennis en nooit aflatende nieuwsgierigheid en inzet voor ons project. Dankjewel daarvoor, werken met iemand als jij is ontzettend inspirerend! Florike en Sylvia, het was een eer om met jullie in het leven van een zestiende-eeuwse geleerde te mogen duiken. Ik heb ontzettend veel geleerd van onze samenwerking en discussies en genoten van onze speculaties. Veel dank ook voor jullie kritische blik op het manuscript in verschillende fasen! Kasper van Ommen heeft als drijvende kracht achter het Scaliger Instituut menig studiedag, tentoonstelling of lezing mogelijk gemaakt. Heel veel dank voor je kundigheid en enthousiasme! Peter Mason, Dirk van Miert en Gerda van Uffelen hebben geholpen met het Latijn of de botanische nomenclatuur, waarvoor veel dank. Tijdens verblijven in Marburg en Wenen heb ik advies gehad en veel geleerd van vele onderzoekers, bibliotheek- en archiefmedewerkers. Paola Molino dank ik in het bijzonder voor haar expertise die ons tot de diepe krochten van het Österreichisches Staatsarchiv heeft gebracht. En Sonia Horn voor de vriendelijke uitnodiging om op het Josephinum Institut für Geschichte der Medizin te komen spreken en haar advies over de geschiedenis van de medische faculteit in Wenen. Toen ik in Leiden arriveerde, werden de instituten Pallas en Geschiedenis van elkaar gescheiden. Hoewel dat idealiter betekende dat ik van de borrels, lezingen en andere bijeenkomsten van beide instituten kon x profiteren, dreigde het bij uitstek interdisciplinaire Clusiusproject toch een beetje tussen wal en schip te belanden. Maar Lia ten Brinke en Lenie Witkam hebben ervoor gezorgd dat ik me altijd thuis voelde binnen het Pallas Instituut. Het was verder een groot plezier om kennis te maken met de aio’s van beide instituten en van het Huizinga Instituut en met hen de hoogte- en dieptepunten van het wetenschappelijk onderzoek te delen. Twee van hen wil ik hier bij naam noemen: Lydeke van Beek en Annemieke Verboon. Lydeke, jouw openheid en vrolijkheid op onze kamer en tijdens onze vele lunches hebben de soms saaie dagen achter de computer kleur gegeven. En Annemieke, ik zal nooit jouw eerste mail vergeten die mij als student in Leuven bereikte: je had gehoord dat er nog iemand bezig was met wetenschappelijke illustraties… Eenmaal in Leiden hebben we onze interesses verenigd. Het was een groot plezier om met je samen te werken. We hebben veel gelachen om onze eigen onhandigheden en onervarenheid, maar ik ben ook trots op wat we hebben neergezet! Maar het meest thuis voelde ik mij bij de alle-institutionele-grenzen- overschrijdende gemeenschap van de Nederlandse wetenschapshistorici. Hun enthousiasme, nieuwsgierigheid en gedrevenheid voelde als een warm bad, steeds als we elkaar tegenkwamen bij lezingen, congressen, borrels en leesclubjes. Zo moet wetenschap zijn! Ik hoop velen van hen nog vaak te ontmoeten. Huib Zuidervaart wil ik in het bijzonder bedanken voor zijn altijd hartelijke en belangstellende aanwezigheid in deze gemeenschap. En Rob Zwijnenberg voor zijn vertrouwen en kennis die me ooit enthousiast hebben gemaakt voor de wetenschap. Van mijn vrienden wil ik vooral Ellen, Marloes, Marieke, Birgitta, Kitty, Ramon en de bewoners van de Herengracht bedanken, met wie ik al jaren lief en leed van het leven deel. Het opstel is af! Marloes heeft trouwens een zomermaand opgeofferd om mijn tekst te redigeren. En Andreas, je kwam er pas later bij maar je hebt met je liefde, vrolijkheid en belangstelling ervoor gezorgd dat ik het promotie avontuur heb afgemaakt. Ik zie ontzettend uit naar onze nieuwe avonturen! Tot slot mag de familie van Gelder niet ontbreken - Marius, Rita, Marjolein, Selma en Daan. Zij hebben het lange proces soms met onbegrip gevolgd, maar zorgden met grappen en lieve woorden altijd voor de nodige afleiding en relativering.