landschapsontwikkelingsplanLOP West Maas en landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

Colofon

SAB

Bezoekadres: Landschapsontwikkelingsplan West Maas en Waal Frombergdwarsstraat 54 Projectnummer: 100431 6814 DZ Datum: augustus 2011

Correspondentieadres: Opdrachtgever: Postbus 479 Gemeente West Maas en Waal 6800 AL Arnhem Correspondentieadres: T » (026) 3576911 Postbus 1 F » (026) 3576611 6658 ZG Beneden-Leeuwen I » www.sab.nl E » [email protected] T » (0487) 599500 F » (0487) 594549 I » www.westmaasenwaal.nl E » [email protected]

SAB Vastgesteld: PM Guido Baten Barbara van Dijk

Bronvermelding foto’s en afbeeldingen: foto’s en afbeeldingen SAB www.doelbeelden.nl www.google.nl www.panoramio.com www.westmaasenwaal.nl

De gebruikte nummers bij bepaalde afbeeldingen in dit rapport komen overeen met de fotonummers in de bronvermelding van bijlage 2.

  landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

Inhoud

1 Inleiding 08 1.1 Aanleiding 09 1.2 Doel 09 1.3 LOP in relatie tot structuurvisie buitengebied 2020 09 1.4 Aard van het LOP: toepassen en uitvoeren 09

Deel 1

2 Landschapsontwikkelingsvisie 2020 16 2.1 Inleiding 16 2.2 Doel 20 2.3 Opzet visie 20 2.4 Landschappelijke basisvisie 24 Komgebied/rivierduin 26 Oeverwallen 30 Uiterwaarden 34

Deel 2

3 Handreikingen - beeldenboek 42 3.1 Inleiding 42 3.2 Landschappelijke versterking en inpassing erven 42 Uiterwaarden Waal en Maas 47 Oeverwal Waal en Maas 49 Komgebied 51 Rivierduin Altforst 53 3.3 Zoekzones landschappelijke versterking en kernranden 55 3.4 Waterberging 63 3.5 Versterken natuurwaarden 67 3.6 Vergroten recreatieve beleefbaarheid 69

4 Uitvoeringsprogramma 72 4.1 Inleiding 72 4.2 Uitvoering via samenwerking 72 4.3 Programmering van projecten 74

 Bijlage 78 Bijlage 1: plankaart basisvisie totaal 80 Bijlage 1: index natuur en landschap (natuurbeheertypen) 82 Bijlage 2: bronvermelding 84

 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

1 LOP landschapsontwikkelingsplanLOP West Maas en Waal landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

1 InleidingInhoud

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De gemeente West Maas en Waal heeft zich voorge- In de structuurvisie zijn hoofdkeuzen ten aanzien van In de Structuurvisie Buitengebied 2020 is een uit- nomen een landschapsontwikkelingsplan (LOP) op te de ruimtelijke en landschappelijke ontwikkelingen gebreide inventarisatie en analyse uitgevoerd. Deze stellen. Het doel van dit landschapsontwikkelingsplan gemaakt. Tevens is in de structuurvisie bepaald dat analyse is voldoende basis voor dit LOP. Er heeft geen is om als gemeente nadrukkelijk in samenwerking bepaalde nieuwe ontwikkelingen zorgvuldig in het nieuwe analyse plaatsgevonden en er wordt voor dit met maatschappelijke organisaties die betrokken zijn landschap moeten worden ingepast. Voor de wijze onderdeel verwezen naar de analyse van de struc- bij het landschap en met particulieren actief vorm te waarop deze inpassing moet plaatsvinden wordt ver- tuurvisie. Dit LOP richt zich op het uitwerken van de geven aan behoud en ontwikkeling van streekeigen wezen naar het LOP. visie en de handreikingen om uiteindelijk een uitvoer- landschapswaarden. Door in een LOP op een inspirerende wijze concrete baar kader te hebben ten behoeve van het beheer In het kader van de Structuurvisie Buitengebied 2020, handreikingen te bieden voor het versterken van het van het landschap en het realiseren van nieuwe land- die is vastgesteld in februari 2010, is er tevens een landschap bij de inpassing van ontwikkelingen, wordt schappelijke ontwikkelingen. visie opgesteld voor de landschappelijke en ruimte- bevorderd dat de doelstellingen in de structuurvisie lijke structuur van de gemeente West Maas en Waal. ook daadwerkelijk worden bereikt. 1.4 Aard van het LOP: toepassen en Deze visie vormt de basisvisie voor voorliggend LOP. uitvoeren De handreikingen hebben betrekking op de volgende 1.2 Doel aspecten: In het LOP ligt het accent op toepassing en uitvoering. » landschappelijke versterking en inpassing erven; Toepassing betreft het gebruik van het LOP door ini- De gemeente West Maas en Waal stelt een LOP op, » zoekzones landschappelijke versterking en kern- tiatiefnemers als inspiratiebron en door ambtenaren met als doel om in aanvulling op de Structuurvisie randen; als toetsingskader. Daarnaast ligt het accent op het Buitengebied 2020 te komen tot concrete handrei- » waterberging; formuleren en realiseren van concrete uitvoerings- kingen voor een streekeigen landschappelijke inpas- » versterken natuurwaarden; projecten. sing van bestaande en nieuwe functies, om hiermee » vergroten recreatieve beleefbaarheid. de karakteristieke landschappelijke verschillen binnen de gemeente te behouden. Daarnaast heeft het LOP tot doel om handreikingen te geven voor het beheer en ontwikkeling van land- schapselementen, zodat deze elementen de verschil- lende landschappelijke kenmerken versterken en tevens een recreatieve of ecologische functie verte- genwoordigen.

1.3 LOP in relatie tot Structuurvisie Buitengebied 2020 De gemeente West Maas en Waal heeft in februari 2010 de Structuurvisie Buitengebied 2020 vastge- steld. In deze structuurvisie heeft de gemeente haar visie op de toekomst van het landelijk gebied uitge- werkt. Deze structuurvisie vormt een voorbode van het LOP. De doelen ten aanzien van de ruimtelijke, maar vooral ook landschappelijke ontwikkeling zijn hierin reeds vastgelegd. Daarnaast geeft de struc- tuurvisie richting aan een aantal specifieke opgaven die in het LOP worden uitgewerkt in handreikingen.

 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

topografische kaart West Maas en Waal

10 11 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

DEEL1 landschapsontwikkelingsplanLOP West Maas en Waal landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

2 LOP landschapsontwikkelingsplanLOP West Maas en Waal landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

2 Landschapsvisie 2020

2.1 Inleiding

De Structuurvisie Buitengebied 2020 die is vastge- steld in februari 2010 vormt een belangrijke basis voor dit LOP. In de structuurvisie is de inventarisa- tie en analyse van de landschappelijke en ruimtelijke structuur uitgevoerd. In dit LOP vindt dan ook geen inventarisatie en analyse plaats en wordt voor dit onderdeel verwezen naar de structuurvisie. In het kader van de planvorming van de structuurvisie zijn er destijds verschillende scenario’s ontwikkeld voor de toekomstige ontwikkeling van het buitengebied van West Maas en Waal. De scenario’s zijn bediscus- sieerd, beoordeeld en hebben uiteindelijk geleid tot de huidige vastgestelde structuurvisie. Voor het LOP vormt de landschappelijke en ruimtelijke visie van de structuurvisie de basis voor de landschappelijke uit- werking en het uitvoeringsprogramma. In het LOP wordt uitwerking gegeven aan deze basisvisie die in- zet op het behouden, versterken en ontwikkelen van de landschappelijke verscheidenheid tussen de drie karakteristieke landschappelijke eenheden van het buitengebied, te weten: de uiterwaarden, de kom en de oeverwallen.

De basisvisie gaat in op de uitgangspunten, maat- regelen en spelregels die betrekking hebben op het behouden en versterken van de karakteristieke land- schappelijke structuren. Per landschapstype wordt aangegeven op welke wijze erven moeten worden in- gepast. Daarnaast is voor een aantal opgaven in het buitengebied een zogenaamde handreiking opgesteld. Specifieke spelregels en maatregelen zijn opgesteld voor de volgende handreikingen: » landschappelijke versterking en inpassing erven; » zoekzones landschappelijke versterking en kern- randen; » waterberging; » versterken natuurwaarden; » vergroten recreatieve beleefbaarheid.

In dit hoofdstuk wordt de landschappelijke basisvisie beschreven. In hoofdstuk 3 wordt uitwerking gegeven aan de hierboven benoemde aspecten in de vorm van handreikingen en het beeldenboek. 216 LandschapsontwikkelingsvisieInhoud 2020

kaartbeeld Structuurvisie Buitengebied 2020

17 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

uitsnede historische kaart 1843

18 uitsnede historische kaart 1910

19 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

2.2 Doel 2.3 Opzet visie

De voorliggende landschapsvisie heeft als doel te ko- De landschapsontwikkelingsvisie voor de gemeente men tot een robuust landschap met een eigen iden- West Maas en Waal wordt opgebouwd uit de volgen- titeit. de onderdelen: De visie wil de unieke landschappelijke kwaliteit be- » Landschappelijke basisvisie. Hiermee kan de ge- houden en versterken, omdat deze op zichzelf van bij- leidelijke landschappelijke ontwikkeling van het zondere waarde is. Het streven is bovendien gericht gebied in goede banen worden geleid. Het vormt op het aanbrengen of herstellen van samenhang. Het een inspiratiebron en een toetsingskader. gaat daarbij om samenhang tussen het landschap en » De uitwerking van de handreikingen. Deze hand- de verschillende functies die daarbinnen hun plek heb- reikingen hebben tot doel om actief te komen tot ben. Gedacht kan worden aan samenhang met een een versterking van de landschappelijke kwaliteit recreatief netwerk van routes, of ecologische relaties voor specifieke thema’s en aspecten. tussen verschillende deelgebieden, maar ook de ver- bondenheid van de plek en de mensen die er wonen De basisvisie vormt het landschappelijke toetsingska- en werken, en relaties tussen de verschillende tijdsla- der voor nieuwe ontwikkelingen. Het doel van de ba- gen met respect voor relicten uit eerdere culturen. sisvisie is om de basiskenmerken van het landschap De drijvende kracht om met elkaar aan het landschap van West Maas en Waal te behouden. Bij de beoorde- te willen bouwen zal voort moeten komen uit de ver- ling van initiatieven wordt op basis van de basisvisie bondenheid en verantwoordelijkheid die mensen bezien in hoeverre het initiatief passend is of op een voelen en beleven bij het landschap. Nieuwe functies juiste wijze wordt ingepast vanuit het streefbeeld dat moeten op een landschappelijk verantwoorde wijze is geformuleerd voor het betreffende landschapsty- worden ingepast. Het zichtbaar maken van de land- pe. Ook vormt de basisvisie een inspiratiebron voor schappelijke kenmerken in dit landschap vergroot de initiatiefnemers. leesbaarheid van het gebied. Een landschap is lees- In de basisvisie wordt voor de verschillende land- baar door de samenhang die waargenomen kan wor- schapstypen de gewenste ontwikkelingsrichting be- uiterwaard met geulen, meanderruggen en welvingen den tussen verschillende tijdlagen, van het ontstaan schreven. De basisvisie gaat in op de huidige basis- tot de meest recente ontwikkelingen. Wanneer de ge- kwaliteiten van het landschap die behouden dienen vlaktes ontstaan door afgraving of egalisatie bruiker het landschap begrijpt, zal de waardering van te worden en op mogelijkheden om deze waarden te het landschap en de locale identiteit van de streek versterken. doorbraakwaaier (kolk) waarin men leeft, vergroot worden. De landschapsvisie wordt verbeeld in een basisvisie- rivierkom- en oeverwalachtige vlakte (overgangsgebied) Door het versterken van de beleving van de aanwe- kaart en uitgewerkt in de handreiking “landschappe- zige kwaliteiten gaan deze kwaliteiten een belangrij- lijke versterking en inpassing erven”. De pijlen, land- moerassige vlakte (vlietland) kere rol vervullen voor de recreant, de huidige bewo- schapselementen en andersoortige lijnen of vlakken rivierkom ners en gebruikers van het gebied. op de kaarten in het LOP zijn veelal indicatief weer- gegeven en vormen een mogelijke toekomstige weer- rivieroeverwal Het streven is erop gericht om te blijven bouwen aan gave van de werkelijkheid. Aan de kaarten in het LOP het landschap met respect voor alle functies die daar- kunnen geen rechten worden ontleend. dijken in een plek hebben. De visie wil daarvoor concrete In de handreikingen en beeldenboek zijn inspirerende rivierduin handreikingen bieden. voorbeelden opgenomen van de specifieke eigen- schappen van de verschillende landschapstypen en de wijze waarop deze kunnen worden versterkt. Dit beeldenboek geldt als een praktische handreiking voor initiatiefnemers en voor toetsers van initiatie- ven.

20 (nr. 1)

(nr. 2)

(nr. 3)

(nr. 4) geomorfologische kaart

21 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

Vervolgens wordt de basisvisie aangevuld met de handreikingen die uitgeschreven en verbeeld worden in hoofdstuk 3. Waar de basisvisie gericht is op de landschappelijke zonering binnen de gemeente en het versterken van de ruimtelijke kwaliteit, overstijgen de handreikingen deels deze zonering en wordt ingegaan op belangrijke aspecten die bijdragen aan de leefbaar- heid en de beleving van het landschap. In de basisvisie en de handreikingen van het LOP wordt inzichtelijk gemaakt op welke wijze de land- schappelijke kwaliteit van de gemeente West Maas en Waal de komende 10 jaar versterkt zal gaan wor- den. De visie op het landschap wordt aangevuld met een uitvoeringsprogramma in hoofdstuk 4. Hierdoor kan ook echt een start gemaakt worden met het ac- tief versterken van het landschap. Een jaarlijkse eva- luatie van het uitvoeringsprogramma en eventuele bijstelling is noodzakelijk om adequaat op nieuwe of veranderende inzichten te reageren. natuurgebied De Meren (nr. 7)

rivier de Waal

uiterwaarden Waal

oeverwal Waal

komgebied

natuurgebied De Meren

oeverwal Maas

uiterwaard Maas

rivier de Maas

rivierduin Altforst

natuurgebied Moringer Waarden

22 landschapstypen West Maas en Waal

23 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

2.4 Landschappelijke basisvisie

Het rivierenlandschap is een dynamisch landschap Het uitgangspunt bij de visie is dat het onderscheid waar de rivieren de basis hebben gelegd voor de ui- tussen kom, oeverwal en uiterwaard behouden moet terlijke verschijningsvorm en het functioneren van blijven en waar mogelijk versterkt moet worden om het landschap. De gegevenheden in de ondergrond, zo de eigenheid en leesbaarheid van het landschap te de geomorfologische opbouw, de bodem en de wa- bewaren. De basisvisie richt zich op het waarborgen terhuishouding bepalen al sinds lange tijd de ontwik- en behouden van de basiskwaliteit van het landschap. kelingsmogelijkheden in het rivierengebied. De te on- Daarbij staat het behouden en versterken van de derscheiden landschappelijke zones (uiterwaarden, karakteristieke elementen van de verschillende land- oeverwal en kom) zijn in de visie op deze gegevenhe- schapstypen voorop. den gebaseerd.

De uiterwaarden behorend bij de rivier zijn in gebruik als extensief te beheren grasland, natuurgebied en water, maar ook voor de zand- en kleiwinning. De oe- verwallen vormden de eerste bewoningsgebieden in het rivierengebied. Daar ontwikkelden de landbouw en de kernen zich als eerste. Later, toen de komgebie- den ontgonnen werden en de ontwatering goed was, bleken de gronden ook zeer geschikt voor agrarische bedrijvigheid (landbouw en veeteelt). Deze basisprinci- pes zijn nog steeds herkenbaar in het rivierengebied.

Door de groei van de kernen, een veranderende vraag van onder andere de agrariër en de recreant, worden ontwikkelingen in gang gezet, die vragen om heldere keuzes over de ontwikkeling van het buitengebied. Het gerespecteerde en gewaardeerde onderscheid en de karakteristieke indeling van oeverwal, kom en uiterwaard moeten worden gewaarborgd. De druk op het landschap is groot. Toch zal het landschap ingezet moeten worden om de kwaliteiten van het rivierenge- bied te versterken en op voort te bouwen. Ingespeeld moet kunnen worden op nieuwe vragen (ruimte- claims) en veranderende behoeftes in het gebied. Dit vraagt om spelregels waarmee sturing kan worden gegeven aan de gewenste ontwikkelingsrichting van het buitengebied.

een duidelijke laan als onderdeel van de noord-zuidverbindingen

24 visie LOP: basisvisie totaal

25 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

Komgebied Landschap en cultuurhistorie Het komgebied kent een relatief korte en late ontwik- Beplanting dient als oriëntatie in het open landschap, Deze beplantingslijnen verbinden tevens de oeverwal- kelingsgeschiedenis. Toch kan de wijze waarop het de grote maat van de open ruimtes mag niet ‘ver- len van de Maas en de Waal met elkaar en kunnen komgebied is ontgonnen en de daarbij behorende ka- stoord’ worden door grotere oppervlakten opgaande daar waar mogelijk doorgezet worden in de kernen rakteristieke elementen beschouwd worden als cul- beplanting. Het realiseren van goede erfbeplantingen of de oeverwal. Hierdoor ontstaat een sterke land- tuurhistorisch waardevol. De boerderijen lagen in het wordt gestimuleerd. schappelijke maar ook recreatieve verbinding tussen begin nog op de rand van de oeverwallen. De kom was Daarbij is het tevens van belang dat er goed en re- de verschillende landschapstypen. De wegen kun- in gebruik als hooiland, rietland en er lagen eenden- gelmatig onderhoud plaatsvindt van de bestaande nen 1- of 2-zijdig worden beplant. De soorten dienen kooien en grienden in dit lage natte gebied. Van noord erfbeplantingen en landschapselementen. Ook de streekeigen te zijn en te passen bij de voorkomende naar zuid liepen er al wel enkele verbindingswegen die erven vormen ‘blikvangers’ in het open landschap bodemsoort en waterhuishouding. de oeverwallen van de Waal en de Maas met elkaar van de kom. Bebouwing mag op een terughoudende verbonden. wijze best hier en daar zichtbaar zijn in het landschap N322 Het komgebied van West Maas en Waal was een van maar moet gezien worden als een incident en onder- Voor de N322 is een landschapsplan gemaakt. Dit de eerste ruilverkavelingsgebieden van Nederland. geschikt zijn aan de landschappelijke elementen en plan is als uitgangspunt meegenomen in dit LOP. De Pas toen veranderde het komgebied in een bewoond openheid. weg wordt niet over het gehele tracé van bomen voor- en agrarisch bruikbaar gebied. De boerderijen wer- zien maar er worden lage natte gebieden ontwikkeld den van de rand van de oeverwal verplaatst naar het Populierenpercelen voorzien van wilgenstruwelen in noord-zuidrichting. komgebied en gesitueerd in een zogenaamde ‘boer- Populierenbossen vormen een karakteristiek element Hierdoor blijven zichtlijnen vanaf de oeverwal richting derijstraat’. Deze boerderijen zijn nog steeds herken- van het komgebied. Van oudsher werden populieren de kom gewaarborgd. baar aan hun eigen karakteristieke opbouw van het geplant ten behoeve van onder andere klompen. De erf en jaren ’50-60 architectuur. Deze zogenaamde populierenpercelen maakte deel uit van het totale Weteringen boerderijstraat langs de Papesteeg, Liesbroekstraat agrarische functioneren. Die functie hebben de bos- De Grote Wetering en Nieuwe Wetering vormen de en Hoogbroekstraat is nog steeds een herkenbaar en percelen nu verloren en er is veelal sprake van ach- hoofdwatergangen van het komgebied. Het huidige structuurbepalend element. Behoud en versterking terstallig onderhoud en kaprijpheid van de bomen. beeld wordt bepaald door strak gemaaide oevers. van deze straat vormt een belangrijk uitgangspunt. Er wordt echter wel gestreefd naar het behoud van Door het ontbreken van beplanting is deze lijn niet Karakteristiek voor de kom is het in die tijd ontwik- deze opgaande bospercelen. Deze bospercelen kun- in het landschap waar te nemen en herkenbaar. De kelde orthogonale patroon van weteringen en wegen. nen een grotere betekenis krijgen in het ecologische Wetering wordt als ecologische verbindingszone Het behouden en versterken van deze structuren als functioneren van het landschap. Dat betekent dat er ingericht waarbij ook vanuit het ruimtelijke beeld ge- bijzonder landschappelijk en cultuurhistorisch ele- gestreefd wordt naar natuurbeheertypen zoals het streefd wordt naar brede natuurvriendelijke oevers ment wordt dan ook nagestreefd. haagbeuken- en essenbos, of vochtig hakhout en mid- waar riet- en moerasvegetaties zich kunnen ontwik- denbos met inheemse en streekeigen soorten, zoals kelen. Opgaand struweel mag zich ontwikkelen maar Open en grootschalig essen en elzen. een begeleiding door bomen wordt niet voorgesteld. Karakteristiek voor de kom is de grote mate van open- Het komgebied dient zijn openheid te behouden. Door heid en de grootschalige robuuste structuren. Lange Noord-zuidverbindingen de bredere rietkragen en het struweel is de Grote zichtlijnen, lange rechte wegen en weinig bebouwing Zowel in noord-zuid- als oost-westrichting zijn aanzet- Wetering herkenbaar als een nat element in het kom- zijn kenmerkend. De eendenkooien en opgaande popu- ten van wegbeplantingen aanwezig. De samenhang gebied. lierenbossen vormen de blikvangers in het komgebied. en helderheid wordt gemist en geven een versnip- De populieren zijn ook vaak dicht langs de wegkant perd beeld. Gestreefd wordt naar het ontwikkelen Eendenkooien aangeplant, waardoor opdruk van de weg ontstaat van samenhangende en herkenbare laanstructuren De eendenkooien zijn karakteristieke landschapsele- door de wortels. Bij eventuele nieuwe aanplant dient in het komgebied. Daarbij wordt voorgesteld om een menten voor het komgebied en dateren soms al van- hier rekening mee te worden gehouden. Verdere ver- continue laanbeplanting langs de noord-zuidwegen uit de 13e of 14e eeuw en worden dan ook beschermd. dichting van het komgebied met opgaande dichte be- aan te brengen. Er wordt geen onderbeplanting aan- Herstel en het goed onderhouden van de eendenkooi- planting dient dan ook te worden voorkomen. gebracht waardoor het ervaren van de openheid ge- en is van groot belang voor het veilig stellen van de waarborgd blijft. cultuurhistorische waarde in de toekomst.

26 visie LOP: basisvisie komgebied en rivierduin

27 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

De Meren In het westelijke deel van het komgebied ligt het na- Dit laatste kan bijvoorbeeld door de aanleg van stru- De ecologische verbindingszone langs de Grote We- tuurgebied De Meren. Het gebied (+3,3m NAP) ligt weel op de rand kom-rivierduin. Hierdoor ontstaat tering begint bij de aansluiting bij de nieuwe N322 tussen de Merenweg en De Reefwetering. Deze een meer besloten en omsloten gebied. Een ander tot het gemaal van Quarlers van Uffort. De zuidelijke wetering ten noorden van het natuurgebied vormt mogelijkheid is het aanbrengen van kavelgrensbe- oever krijgt een breedte van 10 meter en de noorde- een scheiding tussen het bestaande reservaat en plantingen waardoor er een kleinschaligere structuur lijke oever wordt 3 meter breed. Voor de inrichting de rivierdonk (+4,3m NAP) met de ‘Dreumelse berg’ ontstaat in contrast met de grote open kavels van de van de zone gelden de voorwaarden van het “model (+8,7m NAP). Dit gebied wordt gekenmerkt door ruige kom. Vanaf de rivierduin blijft er dan wel zicht op het Kamsalamander” uit de uitwerking van het streekplan bloemrijke graslanden, water, opgaand struweel en open komgebied. . Dit model bestaat uit een corridor met een bosperceel. Het vormt een besloten ‘idylle’ in het stapstenen, ingebed in een landschapszone. ‘Natte’ open komgebied en dient in die vorm gewaarborgd te Water elementen, met name poelen, zijn essentieel in dit worden. Uit onderzoek is gebleken dat De Meren van De watergangen, weteringen en slotenpatroon in de model. oorsprong een crevasse is, een geul die ontstaat wan- kom zorgen ervoor dat agrarische bedrijvigheid in de De Reef Wetering is eveneens aangewezen als te neer een rivier door zijn oeverwal breekt. Deze geul kom mogelijk is. Dit is en zal de hoofdfunctie zijn en ontwikkelen natuurgebied. Deels is dit inmiddels aan- is vervolgens gedeeltelijk dichtgeslibd met klei. Wat blijven van de watergangen. Daarnaast zorgen deze gelegd, deels nog gepland. Hierdoor ontstaat een resteerde was een ondiepe plas die daarna verder is watergangen ook voor de aan- en afvoer van het wa- ecologische verbinding tussen de Grote Wetering en verland. Dit verklaart de hogere organische stofge- ter uit de kernen en de oeverwallen. In droge periodes het gebied rondom De Meren. Dit gebied blijft gehand- haltes in de bodem van de slenk. Momenteel bestaat wordt er water vanuit de komgebieden aangevoerd haafd en zal verder worden ontwikkeld als natuurge- de geul grotendeels uit verruigd rietland. Ook treedt naar de kernen en de oeverwallen. Tijdens natte peri- bied. verbossing op. Staatsbosbeheer staat een verdere odes wordt het water afgevoerd richting de kom en Het komgebied heeft ook een belangrijke ecologische uitbreiding van De Meren voor waarbij het beheer en vervolgens via de wetering naar de Maas. waarde voor weidevogels. Het beheer van de gronden onderhoud afgestemd moet worden op het huidige Het waterschap streeft naar en stimuleert het ont- die aangewezen zijn als weidevogelgebied dient afge- beeld. wikkelen van natuurlijke/ecologische oevers. Hierbij stemd te zijn op de weidevogels. Forse hoog opgaan- wordt gestreefd naar het verwerven van een aantal de bomen dienen beperkt te worden toegepast op en Grienden westzijde meters grond direct naast de A-watergangen ten be- rondom de erven in verband met de aantrekkende In de uiterste westhoek van de kom zijn enkele grien- hoeve van de natuurlijke oevers. Het aanleggen van kracht hiervan voor roofvogels. Deze hebben immers den gelegen. Deze van oudsher als geriefhout gebruik- natuurvriendelijke oevers levert extra mogelijkheden een ongunstig effect op het weidevogelbestand in de te struwelen van wilgen vormen cultuurhistorisch ge- op voor waterbering en het verbetert eveneens de weidevogelgebieden. zien waardevolle elementen. Ook vanuit het ruimtelijke kwaliteit van het water. beeld zijn deze grienden behoudenswaardig. Er wordt Agrarisch gebruik dan ook gestreefd naar behoud van deze grienden. Het waterschap heeft subsidieregelingen voor water- In de toekomst zullen er in de kom minder agrariërs Het beheer dient hierop te zijn afgestemd. bergingsoevers voor particulieren (natuurvriendelijke zijn, maar die wel beschikken over grotere bedrijven oevers), waarbij particulieren delen van hun gronden en een groter areaal aan grond. De gemeente wil Rivierduin Altforst verkopen/verhuren aan het waterschap en die oevers dan ook ruimte bieden voor ontwikkelingen gericht op De rivierduin bij Altforst vormt een bijzonder gebied afgraven en natuurvriendelijk inrichten ten behoeve schaalvergroting van de productie. in het komgebied. Deze wat hoger gelegen rivierduin van waterberging. Het waterschap voert het beheer Verdichting in de kom heeft hier in zekere zin al plaats- werd eerder ontgonnen dan het nattere komgebied, uit van de A watergangen, de belangrijkste aan- en af- gevonden en bovendien bestaan er meer mogelijkhe- waardoor het nu als bijzonder landschappelijk element voerroutes. De aangrenzende grondeigenaren avn de den voor landschappelijke inpassing en zijn er naar in het relatief jonge komgebied ligt. De bebouwing en overige watergangen voeren het beheer uit van deze verhouding minder burgerwoningen aanwezig. verkavelingstructuur van de rivierduin bij Altforst zijn zogenaamde. B en C watergangen. Vanwege het feit dat de kom ruimte moet bieden aan dan ook cultuurhistorisch waardevolle elementen. de agrariërs wil de gemeente toestaan dat burgerwo- Landschappelijk wordt er gestreefd naar het verster- Natuur en ecologie ningen mogen worden omgezet in een agrarisch be- ken van het contrast tussen de kom en de besloten- De Grote Wetering en de Nieuwe Wetering zijn drijf. Voorwaarde bij deze schaalvergroting en functie- heid en kleinschaligheid van de rivierduin. Dit kan be- aangewezen als ecologische verbindingszone. Deze verandering is dat de nieuwe bebouwing en de erven reikt worden door de aanleg van erfbeplantingen te verbindingszones bestaan uit een schakeling van na- landschappelijk en stedenbouwkundig goed worden stimuleren en de rand van de rivierduin te markeren. tuurelementen (stapstenen) die het multifunctionele ingepast. komgebied doorsnijden.

28 Hierbij moet bijvoorbeeld rekening worden gehouden Nieuwe gebouwen dienen landschappelijk te worden met het behoud van zichtlijnen naar het achterland, ingepast. Daarom is mede gekozen voor vrijstaande dat boerderijerven niet aan elkaar mogen groeien, et woningen en niet voor woongebouwen. Ook hier gel- cetera. In de handreiking “landschappelijke verster- den de spelregels die beschreven worden in de hand- king en inpassing erven” worden richtlijnen aangege- reiking “landschappelijke versterking en inpassing ven voor de wijze waarop de erven dienen te worden erven”. ingepast. basisvisie komgebied, a: kleinschalig en groen karakter rivierduin Altforst, b: ontwikkelen padennetwerk komgebied, Recreatie en toerisme c: natuur ontwikkeling langs Reef Wetering, d: cultuurhistorisch waardevolle grienden Het komgebied heeft momenteel geen specifieke re- creatieve functie, maar gezien de lokale en landelijke ontwikkelingen bij agrarische bedrijven en de toena- me van de vraag naar recreatieve voorzieningen wil de gemeente meer ruimte gaan bieden aan recreatie in de kom. In de kom is dan ook slechts ruimte voor extensieve recreatie en kleinschalige dagrecreatie. Kleinschalige dagrecreatie is slechts onder bepaalde voorwaarden mogelijk. Het gaat daarbij om het benutten van moge- lijkheden voor de uitbreiding van de wandel- en fiets- routes. Ook is in delen kleinschalige verblijfsrecreatie toegestaan. Het is van groot belang dat de kampeer- a b terreinen landschappelijk goed ingepast worden. In de kom zullen recreatie- en landbouwverkeer ge- zamenlijk gebruikmaken van de bestaande infrastruc- tuur.

In de handreiking “vergroten recreatieve beleefbaar- heid” wordt ingegaan op de wijze waarop de beleef- baarheid van het landschap vergroot kan worden voor zowel de recreant als ook voor de bewoners in c het gebied. Het ontwikkelen van lokale ommetjes is hier een voorbeeld van.

Wonen Het toevoegen van nieuwe burgerwoningen is niet toegestaan. Reden hiervoor is dat agrarische bedrij- vigheid voorop staat en deze bedrijven niet beperkt mogen worden in hun bedrijfsvoering en ontwikke- lingsmogelijkheden. Daarnaast moet verstening van het landschap worden voorkomen en de identiteit worden behouden. Wel zijn er mogelijkheden om bij vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing woningen te realiseren. Aangezien het gaat om een open land- d schap is het van belang dat de woningen qua aard en schaal passend zijn.

29 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

Oeverwallen Landschap en cultuurhistorie De oeverwallen zijn parallel aan de rivieren gelegen De dijken vormen de begrenzing tussen de oeverwal Het mozaïekachtige karakter, de afwisseling van ver- en vormden door hun hogere en droge ligging de oud- en de uiterwaard en vormen duidelijk herkenbare ka- schillende functies, open weides, boomgaarden en ste bewoningplaatsen langs de rivier. Al vroeg werd rakteristieke lijnen in het landschap. De dijken vormen bebouwing vormen de basis voor de toekomstige ont- hier landbouw bedreven en ontstonden verschillende belangrijke routes in de beleefbaarheid van het land- wikkelingen. Dit betekent niet dat de oeverwal op slot kernen. De kwaliteit van de gronden langs de Maas is schap voor de bewoners, de recreant en de toerist. zit. Het landschap vormt immers ook een belangrijke geringer en eveneens is opvallend dat deze oeverwal- drager voor economische functies zoals het toeris- len smaller zijn dan langs de Waal. Daardoor ontwik- Kleinschalig en gevarieerd me. kelden de kernen langs de Maas zich direct aan de Het kleinschalige en gevarieerde karakter van de dijken terwijl langs de Waal de kernen, door de brede- oeverwallen van de Maas en de Waal worden land- Langs de Maas zijn er twee recreatieve concentra- re oeverwal, meer van de dijken en de rivier af lagen. schappelijke versterkt en uitgebouwd. Landschappe- tiegebieden aangewezen. Op deze oeverwallen mag De oeverwallen variëren in breedte waardoor er een lijke structuren en elementen vormen het ‘raamwerk’ intensieve recreatie zich ontwikkelen. Het is van wisselend beeld ontstaat. Karakteristiek voor de oe- voor toekomstige ontwikkelingen. groot belang dat deze ontwikkelingen zo worden op- verwallen is de kleinschalige structuur met onregel- gezet dat deze recht doen aan de maat en schaal van matige blokverkavelingen, verspreid liggende wegen Daarbij dienen bestaande waardevolle landschapsele- het oeverwallenlandschap. Er kan sprake zijn van een en een verspreid patroon van bebouwingselementen. menten goed te worden beheerd en daar waar nodig grootschalige ontwikkeling, maar het is echter van be- De oude gemalen, kastelen en buitenplaatsen dienen hersteld. Het gaat vaak om kleinschalige elementen lang dat er een landschappelijke geleding plaatsvindt behouden te blijven, deze geven de oeverwal een ei- zoals elzensingels, houtwallen en hagen die particulier binnen de totale ontwikkeling die zorg draagt voor het gen identiteit. eigendom zijn. Op enkele plaatsen is nog een aantal mozaïekachtige karakter van het landschap. Vanwege de grondslag zijn de oeverwallen van ouds- restanten te vinden van oude knip- en scheerheggen her zeer geschikt voor fruitteelt. Kenmerkend zijn dan van bijvoorbeeld meidoorn. Ook hier geldt dat behoud Afwisseling, doorzichten en het gebruiken van in- ook de vele boomgaarden waarvan enkele zelfs nog en herstel van deze kenmerkende landschapselemen- heems en streekeigen beplantingsmateriaal is dan met hoogstambomen. Oude wielen en kolken herinne- ten belangrijk zijn voor de kwaliteit van het landschap- van wezenlijk belang. ren aan tijden dat de dijken nog wel eens doorbraken pelijke raamwerk. In de buurt van boomgaarden (circa en liggen nu als cultuurhistorische relicten achter de 1 km) dient echter terughoudend te worden omge- Ook is het van belang om de zichtlijnen (ruimtelijke dijken op de oeverwal. Bebouwing ontwikkelde zich gaan met het herstel van specifieke meidoornhagen relatie) naar de kom en andersom te handhaven, zo- langs de dijken en wegen waardoor lintbebouwingen in verband met bacterievuur. Ook het beleefbaar ma- dat het verschil tussen beide landschapstypen zicht- ontstonden. Deze oude lint- en dijkstructuren met ka- ken van elementen, zoals de wielen en kolken, speelt baar is. Er wordt gestreefd naar het versterken van rakteristieke bebouwing en zichtlijnen naar het ach- daarbij eveneens een belangrijke rol. Door het creë- het contrast tussen de kleinschalige oeverwal en de terliggende landschap vormen belangrijke cultuurhis- ren van doorzichten in beplanting of het afzetten van grootschalige en open kom op de overgang. Dat be- torische kenmerken op de oeverwal die gewaarborgd de onderbeplantingen kan er op een eenvoudige ma- tekent dat er mogelijkheden zijn om beplanting op de moeten blijven. nier vormgegeven worden aan deze doelstelling. randen aan te brengen om de ´grens´ te markeren. Op de oeverwal is ook een aantal landgoederen en/ Belangrijk is dat daarnaast wordt ingezet op het ont- Of het verdichten van de structuur op de oeverwal of kastelen terug te vinden. Deze iconen in het land- wikkelen en realiseren van nieuwe landschappelijke door het aanbrengen van kavelgrensbeplantingen. schap met bijbehorende landschapselementen zoals elementen. Het landschap moet worden ingezet om Ook hierdoor wordt het contrast tussen beide land- bosschages, waterpartijen, lanen etc. laten de rijke verrommeling te voorkomen, maar ook om te voor- schapstypen versterkt en beleefbaar gemaakt. historie van het gebied zien. Behoud van deze elemen- komen dat de dorpskernen aan elkaar groeien (zie ten is belangrijk voor de identiteit van het gebied. Het hierna). Het is gewenst om het groene karakter ook Kernranden kasteel te Leeuwen, oostelijk gelegen van Boven Leeu- voor de toekomst te waarborgen. Ingezet wordt op De kernen zijn altijd sterk verweven geweest met het wen, met bijbehorend ‘sterrebos’ is hier een voor- het onderhouden, behouden en ontwikkelen van omringende landschap. De bebouwingsplaatsen zijn beeld van. Het sterrebos wordt gekenmerkt door een goede erfbeplantingen, kavelgrensbeplantingen, ontstaan langs de wegen op de oeverwallen op een stervormig grondpatroon en maakte vroeger deel uit (hoogstam)boomgaarden, wielen en kleinschalige lintvormige manier. Verdichting van de linten vond als van het grotere landgoed rondom het kasteel. open ruimtes. eerste plaats en pas later werden er planmatige uit- breidingen ontwikkeld tussen de linten.

30 visie LOP: basisvisie oeverwallen

31 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

Zoekzones landschappelijke versterking Recreatie en toerisme Met name de kernen langs de Waal hebben zich ont- De provincie Gelderland heeft in het streekplan ge- De oeverwallen hebben door hun kleinschalige karak- wikkeld tot grotere plaatsen. Langs de Maas hebben bieden aangewezen als zoekzones landschappelijke ter en de nabijheid van de rivier grote aantrekkings- minder uitbreidingen plaatsgevonden. De oeverwal is versterking. Deze zones zijn in de gemeente West kracht op de recreant. De oeverwallen vormen ook daar ook veel smaller en de kernen richten zich op de Maas en Waal gelegen op de oeverwal nabij de ker- een belangrijk uitloopgebied direct vanuit de verschil- dijk. In tegenstelling tot de kernen langs de Waal die nen. Het betreft overgangsgebieden tussen de dich- lende kernen, het benutten van dorpsommetjes en juist veel meer een ´achterkant´ hebben gecreëerd ter bebouwde kernen en het landschap. Zoals eerder kerk- en klompenpaden. naar de Waal. De doorgaande wegen langs de Waal beschreven gaat het met name om die gebieden lagen immers midden op de oeverwal en niet langs waar de lintbebouwingen sterker verweven zijn met Waal de dijk zoals bij de Maas. Door de organische groei het landschap. Verrommeling vormt een bedreiging Op de oeverwal van de Waal wordt de mogelijkheid langs de wegen en de bebouwingslinten die daardoor omdat er veel verschillende functies, en dus bebou- geboden voor recreatie en toerisme en is het toevoe- zijn ontstaan, gaan de kernen vaak geleidelijk over wing naast elkaar is ontwikkeld en de landschappelijke gen en daarmee uitbreiden van verschillende vormen in het landschap. Het lint wordt dunner en het land- samenhang in het gebied dreigt te verdwijnen, of al is mogelijk. Gedacht wordt aan extensieve dagrecreatie, schap krijgt steeds meer de overhand. Deze geleide- verdwenen. De doelstelling van de zoekzones is het kleinschalige dag- en verblijfsrecreatie, kleinschalige lijke overgangen dienen gewaarborgd te blijven. De versterken en ontwikkelen van een samenhangend kampeerterreinen, kleinschalige recreatie als neven- balans tussen groen en bebouwing dient evenwichtig landschappelijke raamwerk. Het ontwikkelen van nieu- activiteit bij een agrarisch bedrijf en extensieve ver- te zijn. Daar waar er sprake is van randen die bepaald we landschappelijke elementen dient bij te dragen aan blijfsrecreatie in vrijkomende agrarische bebouwing. worden door de meer planmatige uitbreidingen wordt de algemene doelstelling van de landschappelijke ver- Het is van groot belang dat deze functies landschap- eveneens gestreefd naar een balans tussen bebou- sterking van de oeverwal. Het groene mozaïekachtige pelijk goed ingepast worden. wing en groen. Een harde rand met een open zicht op karakter staat daarbij voorop. Maas de bebouwing is niet wenselijk. Langs de Maas zal ruimte worden geboden aan de Om echter het ontwikkelen van groene elementen ontwikkeling van intensievere recreatievormen, deels Bebouwing mag best zichtbaar zijn maar wordt ´ver- mogelijk te maken wordt er ruimte geboden aan het gebonden aan de rivier en de watersport. De aange- zacht´ door het ontwikkelen van groene opgaande ontwikkelen van nieuwe landgoederen volgens de pro- wezen concentratiegebieden bij de Gouden Ham en elementen langs de randen. Een transparante bo- vinciale regelingen. In dit LOP wordt in de handreiking De Schans bieden deze ruimte. Daarbij dient tevens menrij, dus zonder onderbegroeiing, fruitbomen en “zoekzones landschappelijke versterking en kernran- een bijdrage te worden geleverd aan de gewenste kleinschalige bospercelen zouden als rand kunnen den” per zone aangegeven welke spelregels en uit- ruimtelijke kwaliteit van de oeverwal (landschappelijke dienen. gangspunten er gelden. De handreiking geeft inzicht inpassing). Hierbij kan gedacht worden aan het aan- De schakering van verschillende elementen staat in de wijze waarop het landschap versterkt en verder planten (herstellen) van scheerheggen op en langs de voorop. Daar waar de kern de rand van het komge- ontwikkeld kan worden. dijk. Door de aanplant van scheerheggen kan een ge- bied raakt dient juist wel ingezet te worden op het leidelijke overgang gecreëerd worden van landschap vormgeven van een duidelijke rand. Het versterken Agrarisch gebruik naar recreatie. Zie ook de voorgaande tekst over van het contrast en het benadrukken van de begren- Evenals in de kom is begrazing van gronden (intensief landschap en cultuurhistorie. zing vormt het uitgangspunt. en extensief) toegestaan. Gestreefd wordt naar een inrichting waarbij de huidige landbouw kan voortbe- Wonen Groene geleding staan en zo mogelijk kan uitbreiden. Uitbreiding van Het omzetten van een agrarisch bouwperceel naar In de structuurvisie is aangegeven dat de kernen in bestaande grondgebonden maar ook niet-grondge- burgerwoning, volgens de VAB-regeling, maar ook de toekomst niet aan elkaar mogen groeien, ze moe- bonden bedrijven is mogelijk. Het toekomstperspec- het omzetten van een burgerwoning naar agrarisch ten als afzonderlijke kernen herkenbaar blijven. Tus- tief van deze bedrijven is gunstig. De gemeente wil bouwperceel is passend op de oeverwal. sen de kernen is daarom een groene geledingszone dan ook ruimte bieden voor ontwikkeling gericht op Daarnaast zijn er mogelijkheden om bij vrijkomende aangebracht, die een groene buffer tussen de kernen schaalvergroting van de productie. Hierbij dient wel agrarische bedrijfsbebouwing woningen te realiseren. vormt. Het behouden, versterken en ontwikkelen van rekening te worden gehouden met de ruimtelijke, Een voorwaarde is dat alle vrijgekomen (agrarische) be- de karakteristieke mozaïekachtige structuur van de landschappelijke en milieuhygiënische inpasbaarheid. drijfsgebouwen zonder karakteristieke of monumentale oeverwal wordt in deze geledingszones voorgestaan. waarde worden gesloopt.

32 Dit houdt in dat handhaving van bestaande karakteris- tieke panden of panden met een monumentale waarde voorop staat. De nieuwbouw dient in principe plaats te vinden op de plek van het voormalige hoofdgebouw. Nieuwbouw op een andere plek op het perceel kan uitsluitend plaatsvinden als daarvoor belangrijke ste- denbouwkundige en landschappelijke argumenten ten grondslag liggen. In de handreiking “landschappelijke versterking en inpassing erven” worden de uitgangspun- ten en spelregels beschreven voor de landschappelijke inpassing op de oeverwal van bestaande, om te vormen en nieuwe erven.

Water Op de oeverwal is met name behoefte aan waterber- b gingsgebieden vanuit stedelijk gebied. In de kernen is het water veelal onzichtbaar weggewerkt in duikers. De gemeente streeft naar het beleefbaar en zicht- baar maken van water in de kernen. Op de overgan- gen tussen de oeverwal en de kom en de kernen zijn zoekgebieden aangewezen die ingericht kunnen wor- den als waterbergingsgebied. In de handreiking “wa- terberging” worden uitgangspunten geformuleerd ten behoeve van de inpassing van de waterbergings- opgave.

Natuur en ecologie Op de oeverwal zijn geen gebieden aangewezen als onderdeel van de ecologische hoofdstructuur. De oeverwal wordt wel doorsneden door de weteringen a c die afwateren op de Maas. Op deze plaatsen langs de weteringen kan een ecologische verbinding worden ontwikkeld. Ten behoeve van de landschappelijke versterking van de kleinschaligheid op de oeverwal wordt de aanleg van erfbeplantingen en kleinschalige landschapsele- menten gestimuleerd. Deze kleinschalige landschaps- elementen dragen bij aan een groen raamwerk op de oeverwal voor een beter ecologisch functioneren. De wielen en kolken spelen daarin eveneens een belang- rijke rol. Het beheer dient hierop gericht te zijn.

d e

basisvisie oeverwallen, a: wandelen en dorpsommetjes bij de kernen, b-c: nieuw wonen op de oeverwal (omzetting agra- risch naar burgerwoning, d: fruitboomgaarden als belangrijke drager van de oeverwal, e: begrazing van weidegronden 33 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

Uiterwaarden Landschap en cultuurhistorie De uiteindelijke vorming van de uiterwaarden is pas Ter hoogte van Beneden-Leeuwen is de uiterwaard Strak afgewerkte oevers met zwemstranden en lig- in de tweede helft van de 19e eeuw voltooid na aanleg echter vrij smal en is het contact met de rivier vanaf weides. De oostelijke hoek van dit gebied heeft echter van de dijken. Voor de aanleg van de dijken werden de dijk mogelijk. Gestreefd wordt naar het creëren een natuurfunctie, een daarbij passend beheer en vanaf de 10e eeuw ´zijwinden´ aangelegd. Dit waren van zichtlijnen naar de Waal, zodat het water beter een landschappelijk beeld van natuurvriendelijke oe- kaden dwars op de stromingsrichting die als water- beleefbaar wordt vanaf zowel de dijk als de uiter- vers en ruigere graslanden. Deze tweedeling blijft ge- kering diende. Er zijn enkele van die zijwinden in het waard zelf. handhaafd. De oevers direct grenzend aan de Maas landschap terug te vinden. De uiterwaarden van de Waal moeten meer ruimte hebben een natuurlijk karakter en sluiten aan op de De uiterwaarden hebben lange tijd een functie gehad gaan bieden aan de grote wateropgave langs de ri- uiterwaarden aan de west- en oostkant van de Gou- voor de steenfabrieken. Er werd klei maar ook zand vieren in het kader van de beleidslijn Ruimte voor de den Ham. gewonnen in de uiterwaarden van de Waal. De steen- Rivier. Verschillende mogelijkheden worden in het ka- fabrieken zijn inmiddels verdwenen maar de open wa- der van Waalweelde onderzocht en zullen betrekking Water terplassen en tichelgaten herinneren nog aan deze hebben op het verwijderen van kades, het verlagen De uiterwaarden dienen als waterberging voor de ri- winning. Langs de Waal hebben deze gebieden met van het maaiveld en het realiseren van nevengeulen. vieren. Het waterbeheer is nu afgestemd op het hui- name een ecologische functie en worden slechts ex- dige agrarische gebruik. Bij ontwikkeling van de EHS tensief recreatief gebruikt. Maas langs de Waal zal het beheer afgestemd worden op Langs de Maas werd, en wordt nog steeds, zand ge- De uiterwaarden van de Maas hebben een ander de natuurfunctie. wonnen. Ter hoogte van zijn grote aaneen- karakter dan de uiterwaarden van de Waal. Door de In de uiterwaarden van de Maas zal zand gewon- gesloten waterplassen ontstaan die nu als intensieve kanalisatie zijn oude armen afgesneden waardoor de nen gaan worden. Het project ‘Over de Maas’ is een recreatiegebieden dienst doen. Langs beide rivieren is uiterwaarden sterk wisselen in hun omvang. De ene zandwinproject in combinatie met natuurontwikke- er ook nog sprake van, weliswaar beperkt, agrarisch keer smal waarbij de dijk en de kern de rivier elkaar ling en ruimte voor de rivier. Uiteindelijk zal ook hier gebruik. De uiterwaarden herbergen geen bijzondere bijna raken om vervolgens te verbreden daar waar het waterbeheer worden afgestemd op de gewenste cultuurhistorische waarden. De karakteristieke, voor- een oude Maasarm loopt of heeft gelopen. Zand- natuurfunctie. De overige Maasuiterwaarden kennen malige steenfabrieken langs de rivier zijn al geruime winning heeft plaatsgevonden en zal plaatsvinden in een gemengde functie waar ook het toekomstige wa- tijd verdwenen in de gemeente West Maas en Waal. de Maasuiterwaarden. De uiterwaarden bij Over de terbeheer op afgestemd zal moeten worden. Echter de oude strangen langs de Waal en de oude Maas zullen na de zandwinning ingericht worden als meanders van de Maas (of beddingen daarvan) zijn natuurgebied en daarmee deel uitmaken van de eco- Natuur en ecologie nog wel hier en daar terug te vinden in de uiterwaar- logische hoofdstructuur. De overige uiterwaarden den. Deze elementen dienen gewaarborgd te blijven. van de Maas hebben naast een betekenis voor natuur Waal ook een belangrijk recreatieve betekenis. Naast na- Grote delen van de uiterwaarden vallen onder de EHS Waal tuurontwikkeling is er ruimte voor recreatie. natuur en zijn dan ook grotendeels bedoeld voor de De uiterwaarden van de Waal maken deel uit van de Landschappelijke gezien wordt gestreefd naar be- ontwikkeling van natuur langs de grote rivieren. De ecologische hoofdstructuur en zijn voor een groot houd van kenmerkende landschapselementen in de ui- uiterwaarden langs de Waal zijn in hun geheel onder- deel aangewezen als Natura 2000-gebied. Natuur- terwaarden van de Maas, zoals de bakenbomen langs deel van EHS. De natuurontwikkeling richt zich op het ontwikkeling staat hier voorop. De uiterwaarden zijn de rivier en leilindes aan de Maasdijk in Maasbommel ontstaan van opgaande struwelen, ooibossen, water- landschappelijk en ecologisch van grote betekenis en Appeltern. Deze uiterwaarden hebben een opener plassen en de weidsheid van de ruigere graslanden. met name door hun ruimtelijke afwisseling en de re- karakter dan de uiterwaarden van de Waal. Dit beeld Begrazing (intensief en extensief) van gronden is daar gelmatige overstroming. Het landschappelijke beeld dient als uitgangspunt en opgaande dichte beplantin- mogelijk. De dynamiek van de rivier zal ervoor zorgen van de uiterwaarden van de Waal wordt bepaald door gen worden niet voorgesteld. dat er ook een dynamische natuur ontstaat. De maat- de robuustheid en grootschaligheid van de opgaande regelen vanuit de ruimte voor de rivier projecten zijn, struwelen, ooibossen, waterplassen en de weidsheid De Gouden Ham naast de waterbergingsopgave voor de uiterwaarden van de ruigere graslanden. Doordat de uiterwaarden Het recreatiegebied de Gouden Ham vormt een bij- van de Waal gericht op het ontwikkelen van een ro- op sommige plekken erg breed zijn is de Waal niet zonder en eigen gebied in de uiterwaarden van de buuste ecologische hoofdstructuur. beleefbaar vanaf de dijk. Maas. Deze zelfstandige waterplas en oevers zijn gro- tendeels ingericht ten behoeve van recreatie.

34 visie LOP: basisvisie uiterwaarden

35 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

Maas Agrarische bedrijvigheid Langs de noordelijke Maasuiterwaarden wordt een Bestaande agrarische bedrijven (zowel grondgebon- Wel mag een agrarisch bouwperceel worden omge- verweving voorgestaan van natuur en recreatie, na den als niet-grondgebonden) mogen hun bedrijfsvoe- zet naar burgerwoning. Aangezien het gaat om een de zandwinning bij Over de Maas. Het gebied worden ring voortzetten. Uitbreiding of verplaatsing is niet open landschap is het van belang dat de woningen ingericht als natuurgebied. Het gebied beslaat een mogelijk. De nieuwvesting van agrarische bedrijvig- qua aard en schaal passend zijn. oppervlakte van circa 277 hectare. Door middel van heid is eveneens niet toegestaan. Het optimaliseren Bovendien is een voorwaarde dat alle vrijgekomen de winning van minimaal 15 miljoen ton industriezand van de uiterwaarden voor agrarisch gebruik is gezien (agrarische) bedrijfsgebouwen zonder karakteristie- ontstaan uiteindelijk een viertal plassen van verschil- de slechte productieomstandigheden, maar ook van- ke of monumentale waarde worden gesloopt. lende omvang welke verspreid liggen over het gebied wege de beoogde natuurontwikkeling en ruimte voor in de uiterwaarden. In het gebied wordt circa 205 ha de rivier niet zinvol. nieuwe natuur gerealiseerd met langs de oevers van de plassen aaneengesloten moeras– en oeverzones. Recreatie en toerisme De agrarische functie komt te vervallen. Bij de situe- ring en vormgeving van de plassen is zo veel mogelijk Waal rekening gehouden met nog aanwezige cultuurhisto- Grote delen van de uiterwaarden zijn nog landbouw- rische en landschappelijke waarden. kundig in gebruik of zijn in eigendom van natuurbe- Ook wordt er gedacht aan de aanleg van enkele ex- schermende instanties. Rekening houdend met de ka- tensieve recreatieve elementen zoals een doorgaand rakteristiek van het gebied wil de gemeente beperkt fietspad, een kleine natuurschaatsbaan en wandel- recreatief medegebruik in de vorm van extensieve routes die aansluiten op historische kenmerken en recreatie en kleinschalige dagrecreatie toestaan. struinroutes (een zogenaamd laarzenpad). Ook is Denk daarbij aan het benutten en ontwikkelen van aansluiting gezocht op bestaande routes. Daarnaast wandel- en fietspaden, struinroutes, dorpsommetjes wordt gedacht aan elementen zoals een vogelkijkhut, en overige routes. De recreatieve mogelijkheden zijn opvang voor grote grazers (bijvoorbeeld brandrode ondergeschikt en dienen te worden ingepast in de na- runderen die mogelijk zullen worden ingezet voor het tuur- en landschapsontwikkeling. beheer) et cetera. Plassen liggen geïsoleerd van de Maas of staan juist Maas in open verbinding met het water van de Maas, zodat De intensieve recreatie is langs de Maas geconcen- deze hetzelfde peil hebben als het benedenstrooms treerd rondom de Gouden Ham bij Maasbommel. van de stuw gelegen deel van deze rivier. Deze open Daarbij gaat het met name om watersport en verschil- verbindingen zijn van groot belang om gebruik te kun- lende vormen van verblijfsaccommodatie. De overige nen maken van de aanwezige getijdenwerking (eb en uiterwaarden hebben een extensieve recreatieve vloed). De dynamiek die door deze getijdenwerking functies. Ook rondom de toekomstige waterpartijen ontstaat is vanuit het perspectief van natuurontwik- bij Over de Maas ligt het accent op natuurbeleving, keling van groot belang. Allerlei planten en dieren pro- rust en extensieve recreatieve voorzieningen. fiteren van de verschillen tussen nat en droog. Daarnaast zijn extra aansluiting op de Maas voorzien Wonen uiterwaarden om de verversing van water in de grote plas door Nieuwe woonvormen (burgerwoningen, VAB-wo- middel van getijdenwerking verder te optimaliseren. ningen, nieuwe landgoederen, et cetera.) zijn in de Deze extra aansluiting vormt samen met de uitloop uiterwaarden niet toegestaan, omdat het gaat om van de plas in de Moleneindsche Waard een soort ne- buitendijks gebied, waarbij primair wordt ingezet op vengeul. Hierdoor ontstaat tussen de plassen en de natuurontwikkeling en ruimte voor de rivier. Wonen Maas een soort eiland, waarbij de veerpont naar Lith is niet alleen een kwetsbare, maar ook een belemme- blijft bestaan. rende functie.

36 b

a c

d e basisvisie uiterwaarden, a: recreatie en toerisme aan de Maas (nr. 9), b-c: flora & fauna langs de Waal en struinpaden, d: graafwerkzaamheden zandwinning (Over de Maas), e: natuur in de uiterwaarden langs de Waal (nr 8) 37 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

DEEL2 landschapsontwikkelingsplanLOP West Maas en Waal landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

3 LOP landschapsontwikkelingsplanLOP West Maas en Waal landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

3 Handreiking - beeldenboek

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt uitwerking gegeven aan de ver- schillende handreikingen. Er worden concrete maat- regelen, spelregels en uitgangspunten geformuleerd. Principetekeningen en referentiebeelden ondersteu- nen de voorgestelde maatregelen. Tevens wordt aangegeven welke beplantingsoorten en elementen karakteristiek zijn voor de verschillende handreikin- gen. Dit hoofdstuk vormt het praktische en handzame toetsingskader voor zowel de gemeente als initiatief- nemers op het gebied van natuur- en landschapsont- wikkeling.

3.2 Landschappelijke versterking en inpassing erven De landschapsontwikkelingsvisie in hoofdstuk 2 heeft de streefbeelden beschreven van de gewenste ont- wikkelingsrichting van de verschillende landschapsty- pen. Het streven is gericht op het versterken van de landschappelijke verschillen tussen de te onderschei- den landschapstypen: de kom, de uiterwaarden en de oeverwallen. Daarbij is het van belang dat er gedegen en regelmatig onderhoud plaatsvindt van bestaande karakteristieke elementen om deze voor de toekomst te waarborgen. Daarnaast is het streven gericht op het realiseren van nieuwe landschapselementen die bijdragen aan het herstellen, versterken en ontwikke- lingen van karakteristieke landschappelijke patronen. Per landschapstype wordt kort en bondig aangeven welke landschappelijke versterking wordt voorgesteld en welke elementen daarvoor moeten worden inge- zet.

342 visie LOP: handreiking landschappelijke structuren

43 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

Inpassing erven

De erven maken wezenlijk onderdeel uit van de ver- schillende landschapstypen en dragen bij aan de ge- wenste landschappelijke versterking door een goede UW inpassing en het gebruik van de juiste beplantingsoor- ten. Zowel in het komgebied als op de oeverwallen is uiterwaard sprake van een eigen karakteristieke opbouw en in- waal passing van de erven. Omdat deze gebonden zijn aan de verschillende landschapstypen wordt de inpassing van de erven samengevoegd met de handreiking land- schappelijke versterking. De spelregels en uitgangs- punten hebben betrekking op bestaande erven maar OW ook op erven waar schaalvergroting of uitbreiding speelt of sprake is van het beëindigen van de agrari- oeverwal sche bedrijfsvoering en er gebruikgemaakt kan wor- waal den van de VAB-regeling. Ook de nieuwe erven die in het kader van de zoekzones landschappelijke verster- king mogen worden gerealiseerd dienen zich aan de spelregels voor de inpassing van de erven te houden. De spelregels dienen als inspiratiebron voor nieuwe KG initiatieven en toetsingskader voor de gemeente. Het komgebied opstellen van een landschapsplan kan als vereiste worden meegegeven bij de ontwikkeling, uitbreiding of omvorming van de erven in het buitengebied. Het is tevens belangrijk het onderhoud aan de be- staande erfbeplantingen te stimuleren waarbij zo- nodig gestreefd kan worden naar omvorming van de RD erfbeplanting naar streekeigen beplantingen en ken- merken. rivierduin

Elk voorkomend landschapstype heeft zijn eigen ka- rakteristieke erven. De boerderijen en de wijze waar- op deze zijn gesitueerd op het erf en gelegen zijn in het landschap verschilt. Ook de erfbeplantingen en OM opbouw van het erf kennen hun eigen karakteristiek. Per landschapstype wordt in het beeldenboek de spe- oeverwal cifieke kenmerken beschreven van de voorkomende maas erven en worden richtlijnen aangegeven voor de in- passing van zowel bestaande als nieuwe, om te vor- men agrarische erven. UM uiterwaard maas

44 UW

OW

RD KG

OM UM

visie LOP: landschapstype en landschappelijke structuren

45 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

UW

UM

visie LOP: landschapstypen uiterwaarden Waal en Maas Uiterwaarden Waal en Maas

3.2.1 Uiterwaarden Waal en Maas Soorten » EHS (uiterwaarden Waal in zijn geheel) Elzenrijke Essen-Iepenbos » Langs de Maas: natuur en recreatie » Overstromingsgebied : » Zandwinning aan de Maas; inrichten als natuur- Bomen gebied » Fraxinus excelsior » Recreatie Maasuiterwaarden » Ulmus minor/carpinifolia » Kenmerkende landschapselementen: leilindes » Alnus glutinosa langs de Maasdijk, Maasbommel en Appeltern » Salix alba » Begrazing (intensief en extensief) » Quercus robur begrazing » Zicht op rivier behouden vanuit de uiterwaarden » Prunus avium (ook vanuit kernen) » Verwijzingen creëren naar voormalige steenfa- Struiken: brieken » Crataegus monogyna » Strangen langs Waal en meanders van Maas be- » Salix cinerea houden » Ribes rubrum » Behouden beperkte agrarisch gebruik » Viburnum opulus » Recreatieroutes » Ribes nigrum » Geen nieuw wonen en nieuwe erven » Voornamelijk lichte klei en klei op grof zand Randen: » Prunus spinosa Landschapselementen » Cornus sanguinea Veel voorkomende landschapselementen binnen de openheid en zicht (nr. 11) uiterwaarden zijn: » Knotbomen » Houtwal/singel » Struweelhaag

Natuurtype Op basis van het natuurtype kan sturing worden ge- geven aan de beoogde natuurkwaliteit binnen een ge- bied of landschapstype. Binnen een landschapstype kunnen meerdere natuurtypen voorkomen. Voor de uitwaarden zijn dit de onderstaande typen.

Beheertypen Natuurdoeltypen » Rivier en moeraslandschap Laag/hoog dynamisch rivierenlandschap » Rivier Gebufferde poel en wiel » Kruiden en faunarijk grasland Nat, matig voedselrijk grasland » Glanshaver hooiland Glanshaverhooiland van het rivieren- en zeekleigebied » Zilt- en overstromingsgrasland Binnendijks zilt grasland, Zilverschoongrasland en matig voedselrijk grasland » Vochtig weidevogelgrasland Bloemrijk weidevogelgrasland van het rivieren- en zeekleigebied » Rivier- en beekbegeleidend bos Ooibos, Bos van voedselrijke, Vochtige gronden, Zoom, mantel en droog struweel van het rivieren- en zeekleigebied, Beekbegeleidende bloemrijke natuur (nr. 10) bossen, Bronbos

47 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

OW

OM

visie LOP: landschapstypen oeverwallen Waal en Maas Oeverwal Waal en Maas

3.2.2 Oeverwal Waal en Maas Soorten » Kleinschalig halfopen landschap (wonen-werken- Essen-Iepenbos agrarisch) » Behoud groene ruimten tussen de kernen Bomen: » Mozaïek: afwisseling open weides, boomgaarden Fraxinus excelsior en bebouwing Ulmus minor/carpinifolia » Wielen behouden Tilia platyphyllos » Zichtlijnen naar kom handhaven Quercus robur wiel aan de dijk » Waterberging overgang oeverwal-kom Aesculus hippocastanum » Begrazing toegestaan (intensief en extensief) Prunus avium » Geen glastuinbouw » Zoekzones landschappelijke versterking Struiken: » Langs Maas kernen aan de dijk, Waal: meer van Crataegus monogyna (gevoelig voor bacterievuur, de dijken en rivieren af mogelijk gevaar voor fruitboomgaarden) » Lint- en dijkstructuren met zichtlijnen Euonymus europaeus » Natuurlijke overgang kern – landschap Ribes rubrum » Kleinschaligheid versterken: erfbeplanting en Rosa canina kleine landschapselementen Ribes nigrum » Voornamelijk lichte en zware zavel en lichte klei Prunus spinosa rechtlijnigheid fruitboomgaard » Afzettingen op de oeverwal zijn kalkrijk Corylus avellana

» Afzettingen op de maas zijn kalkloos solitaire bomen rondom of op het erf groene zoom rondom erf Landschapselementen Veel voorkomende landschapselementen op de oe- haag verwallen zijn: » Houtwal en houtsingel » Knip of scheerheg, of struweelhagen fruit oogsten » Geriefhoutbosjes erf aan de dijk (Maas) » Bossingel/kleine bosschages » Hoogstamboomgaard rechtlijnigheid fruitboomgaard fruitbomen als afscheiding benutten Natuurtype Op basis van het natuurtype kan sturing worden ge- geven aan de beoogde natuurkwaliteit binnen een ge- bied of landschapstype. Binnen een landschapstype haag kunnen meerdere natuurtypen voorkomen. Voor de erf op de oeverwal oeverwallen zijn dit de onderstaande typen.

Beheertypen Natuurdoeltypen » Rivier Gebufferde poel en wiel » Zoete plas Gebufferde poel en wiel » Kruiden en faunarijk grasland Nat, matig voedselrijk grasland » Ruigteveld Natte strooiselruigte » Haagbeuken- en essenbos Bos van voedselrijke vochtige gronden, Zoom en droge ruigte van afwisseling oeverwal het rivieren- en zeekleigebied

49 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

KG

visie LOP: landschapstype komgebied Komgebied 3.2.3 Komgebied Soorten » Sterk agrarisch (schaalvergroting): open karak- Elzenrijke Essen-Iepenbos ter » Geen glastuinbouw Bomen: » Geen woongebouwen Fraxinus excelsior » Orthogonale karakter van weteringen en we- Ulmus minor/carpinifolia gen en boerderijstraat behouden en versterken Alnus glutinosa door: Salix alba » Aanbrengen transparante beplanting langs Quercus robur noord-zuidwegen Prunus avium » Openheid » Grote Wetering en Nieuwe Wetering zijn aangewe- Struiken: zen als ecologische verbindingszone (stapstenen) Crataegus monogyna » Grote Wetering: zuidelijke oever 10, noordelijke 3 Salix cinerea meter: model kamsalamander Ribes rubrum Grote Wetering als EHS » Komgebied is belangrijk voor weidevogels. Ooste- Viburnum opulus lijk deel is weidevogelgebied Ribes nigrum » Enkele eendenkooien aangewezen als natuurge- bied en beschermd Randen: » Voornamelijk zware klei, zavel en lichte klei. Prunus spinosa Cornus sanguinea Landschapselementen Veel voorkomende landschapselementen in de kom zijn: groene mantel » Houtwal en houtsingel » Elzensingel » Struweelhaag haag behoud eendenkooien » Laan/bomenrij entree » Knotbomen dichte rand basis erf (kom) » Rietzoom en kleine rietpercelen weidevogebieden: dichte singelbeplanting met » Natuurvriendelijke oevers groene rand slechts enkele hoog- opgaande boom, geen bomenrijen Natuurtype

Op basis van het natuurtype kan sturing worden ge- groene mantel geven aan de beoogde natuurkwaliteit binnen een ge- bied of landschapstype. Binnen een landschapstype kunnen meerdere natuurtypen voorkomen. Voor de kom zijn dit de onderstaande typen. wilgentenen (grienden) verschil in beplanting laat erf met uitbreiding verschil in tijd en schaal (kom) zien Beheertypen Natuurdoeltypen » Gemaaid Rietland Moeras » Vochtig Hooiland Kievitsbloem- en Pimpernelgrasland » Kruiden en faunarijk grasland Nat, matig voedselrijk grasland » Ruigteveld Natte strooiselruigte » Wintergastenweide - » Rivier- en beekbegeleidend bos Ooibos, Bos van voedselrijke, Vochtige gronden, Zoom, mantel en droog struweel van het rivieren- en zeekleigebied, Beekbegeleidende bossen, Bronbos » Haagbeuken- en Essenbos Bos van voedselrijke vochtige gronden, Zoom en droge ruigte van het rivieren- en zeekleigebied » Vochtig bos met productie Multifunctionele afgeleiden van vochtige bossen groene mantel (links en ontbreekt rechts) » Vochtig hakhout en middenbos Elzen-Essenhakhout en middenbos » Eendenkooi -

51 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

RD

visie LOP: landschapstype rivierduin

52 Rivierduin

doorzichten naar het achterland 3.2.4 Rivierduin Altforst Soorten » Bijzondere eenheid in open komgebied Essen-Iepenbos » Agrarisch karakter lintbebouwing Woerdse- straat Bomen: » Doorzichten naar achterland behouden Fraxinus excelsior » Opstrekkende verkaveling Ulmus minor/carpinifolia » Bebouwingsconcentratie Altforst op verhoging Tilia platyphyllos (rivierduin) Quercus robur bebouwing aan de straat » Behoud en versterken groene randen Aesculus hippocastanum » Aanwezigheid veel opgaand groen Prunus avium » Voornamelijk grof zand op de rivierduin Struiken: Landschapselementen Crataegus monogyna Veel voorkomende landschapselementen op de rivier- Euonymus europaeus duin zijn: Ribes rubrum » Houtwal en houtsingel Rosa canina » Bossingel en kleine bosschages Ribes nigrum » Geriefhoutbosje Prunus spinosa » Struweelhaag Corylus avellana » Laan/bomenrij groen karakter » Hoogstamboomgaard

Natuurtype beplanting op zijdelingse openheid naar perceelsgrens Op basis van het natuurtype kan sturing worden ge- solitair op erf achterland geven aan de beoogde natuurkwaliteit binnen een ge- bied of landschapstype. Binnen een landschapstype kunnen meerdere natuurtypen voorkomen. Op de ri- vierduin zijn dit de onderstaande typen. haag opgaand groen erven op rivierduin verhoogde ligging (rivierduin)

Beheertypen Natuurdoeltypen

» Droog schraalgrasland Rivierduin en -strand, Zoom, mantel en droog struweel van het rivieren- en zeekleigebied » Kruiden en faunarijk grasland Nat, matig voedselrijk grasland » Dennen-, eiken- en beukenbos Eiken en beukenbos van lemige zandgronden, Bos van arme zand- groene randen gronden

53 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

visie LOP: handreiking zoekzones en kernranden Zoekzones en kernranden

3.3 Zoekzones landschappelijke versterking en kernranden

Nieuwe mogelijkheden om te komen tot een verster- Voor elke locatie wordt in dit LOP uitwerking gegeven king van landschappelijke kwaliteit betreffen de zoge- aan de landschappelijke spelregels en de wijze waarop naamde ‘zoekzones landschappelijke versterking’. Dit de nieuwe rode ontwikkelingen landschappelijk moe- betreft nieuwe mogelijkheden voor ‘rode ontwikkelin- ten worden ingepast. Aan de hand van kaartbeelden, gen’ in het landelijke gebied onder de voorwaarde dat korte steekwoorden/zinnen en referentiebeelden er nadrukkelijk sprake is van een landschappelijke ver- worden de spelregels inzichtelijk gemaakt. Er worden sterking. Primair staat de landschappelijke verster- in dit LOP geen beeldkwaliteitseisen (ten aanzien van king van deze locaties voorop. In de Structuurvisie Bui- architectuur, bebouwingsstructuur erf et cetera) op- tengebied 2020 zijn de locaties van deze zoekzones gesteld. rechtlijnigheid boomgaard benutten bepaald. In het LOP wordt per locatie uitwerking gege- ven aan de gewenste landschappelijke versterking. De De overgangen van de kernen naar het landschap zijn locaties zijn allemaal gelegen in het landschapstype bij sommige kernen abrupt. De kernranden zijn hard van de oeverwal. Dat betekent dat aangegeven wordt en vormen een groot contrast met het omringende welke elementen, patronen en ruimtelijke karakteris- landschap. De ontwikkeling van kernranden is gericht tieken waardevol zijn en op welke wijze het landschap op het creëren van een goede (groene) overgang versterkt kan worden. Daarbij wordt uitgegaan van tussen stad en land. Naast verbetering in de fysieke de spelregels, zoals die zijn beschreven in de handrei- overgang wordt ingezet op het versterken van de re- king landschappelijke versterking. In de handreiking latie tussen beide. Het landschapstype moet daarbij zoekzones landschappelijke versterking vindt echter de basis vormen voor de uitstraling van de randen een verdiepingsslag plaats. Te handhaven zichtlijnen, van de dorpskernen. Groene elementen, zichtlijnen, fruitbomen gebruiken bij ontwikkelingen open ruimtes of boomgaarden worden bijvoorbeeld eventueel waterberging en nieuwe paden (ommetjes) stimulerend aangegeven. Vervolgens wordt aangeven versterken de overgang van kernranden naar het op welke wijze het landschap versterkt kan worden, landschap. welke karakteristieke principes of patronen gehan- teerd moeten worden. Op de navolgende bladzijden wordt voor de op de Primair is de ontwikkeling van de zoekzones gericht kaart aangeduide zoekzones per locatie aangegeven op het actief bouwen aan het landschap. Incidenteel op welke wijze invulling kan worden gegeven aan de is er de mogelijkheid om bebouwing te realiseren in landschappelijke versterking. de vorm van een nieuw landgoed. Realisering moet plaatsvinden volgens de provinciale regeling voor nieuwe landgoederen. Hier moet dan sprake zijn van een ontwikkeling van minimaal 5 hec- voorbeeld groene kernrand tare bos- en natuurgebied dat deels openbaar toegan- kelijk moet zijn. Er is dan ruimte om 2 a 3 wooneenhe- den te realiseren. Al deze nieuwe rode ontwikkelingen moeten direct of indirect een bijdrage leveren aan de voorgestelde landschappelijke versterking.

haag, fruitbomen en solitair bij erf

55 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

Voorbeelduitwerking zoekzones - - versterken en ontwikkelen kleinschalige bospercelen waterbergingsgebied (op basis van een wiel) waarborgen open ruimte versterken en ontwikkelen fruit boomgaarden waarborgen zichtlijnen versterken en ontwikkelen kavelgrensbeplanting realiseren dorpsommetjes (route indicatief) versterkenen ontwikkelen laan- en wegbeplanting versterken en ontwikkelen kavelgrensbeplanting realiseren dorpsommetjes (route indicatief) versterken en ontwikkelen fruit boomgaarden waarborgen zichtlijnen

Beneden Leeuwen Boven Leeuwen

56 Zoekzones en kernranden

versterkenen ontwikkelen laan- en wegbeplanting versterken en ontwikkelen kleinschalige bospercelen waarborgen open ruimte fruitboomgaarden en ommetjes

kavelgrensbeplanting (laag)

kavelgrensbeplanting (opgaand)

houtwallen/singels

57 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

Voorbeelduitwerking zoekzones - - - waterbergingsgebied rabat structuur (aansluiten bij over zijde dijk) versterken en ontwikkelen fruit boomgaarden waarborgen zichtlijnen waarborgen open ruimte realiseren dorpsommetjes (route indicatief) versterken en ontwikkelen kleinschalige bospercelen versterken en ontwikkelen kavelgrensbeplanting versterkenen ontwikkelen laan- en wegbeplanting

Appeltern

58 Zoekzones en kernranden

waarborgen open ruimte versterken en ontwikkelen kavelgrensbeplanting versterkenen ontwikkelen laan- en wegbeplanting stedelijke uitbreiding realiseren dorpsommetjes (route indicatief) waterbergingsgebied en riet/ ruigte vegetatie fruitboomgaarden en ommetjes

kavelgrensbeplanting (laag)

ommetjes via klompenpaden

Maasbommel ommetjes via boerenlandpaden

59 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal -

Voorbeelduitwerking zoekzones waarborgen open ruimte versterken en ontwikkelen laan- en wegbeplanting waarborgen zichtlijnen realiseren ommetjes (route indicatief) stedelijke uitbreiding versterken en ontwikkelen kavelgrensbeplanting waterberging, natuur vriendelijke oevers hoogteverschil benutten versterken en ontwikkelen fruitboomgaarden realiseren ommetjes (route indicatief) versterken en ontwikkelen fruitboomgaarden versterken en ontwikkelen laan- en wegbeplanting versterken en ontwikkelen kavelgrensbeplanting

Alphen noord

60 Zoekzones en kernranden waarborgen zichtlijnen waarborgen open ruimte waterbergingsgebied in groene laagte waterbergingsgebied en riet/ruigte vegetatie bestaand water- bergingsgebied versterken en ontwikkelen laan- en wegbeplanting versterken en ontwikkelen kavelgrensbeplanting versterken en ontwikkelen fruitboomgaarden versterken en ontwikkelen bospercelen waarborgen open ruimte mogelijke locatie nieuw landgoed

Dreumel zuid

61 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

visie LOP: handreiking waterberging Landschappelijke inpassing waterberging

3.4 Waterberging

In de Structuurvisie Buitengebied 2020 is bepaald Aan de hand van principeschetsen worden de uit- dat er op de randen van het komgebied en de oever- gangspunten en spelregels inzichtelijk gemaakt. Re- wal gezocht wordt naar mogelijkheden voor water- ferentiebeelden ondersteunen de voorgestane land- berging. De realisatie van waterberging biedt kansen schappelijke inpassing. waterberging nabij de Margrietstraat om ook landschappelijke kwaliteiten te versterken. De mogelijkheden hiertoe worden in dit LOP verkend. Bij Dreumel kan aansluiting worden gezocht bij het be- In het gemeentelijke waterstructuurplan zijn locaties staande waterbergingsgebied ten oosten van de Van aangegeven voor de benodigde waterberging. Voor Heemstraweg, ter hoogte van de Margrietstraat. Ook een aantal locaties zijn reeds plannen in ontwikkeling nieuwe of voormalige eendenkooien kunnen hierbij en deze zijn deels ook al gerealiseerd. Voor de overige benut worden voor waterbering. Bij Alphen en Maas- zoeklocaties geeft dit LOP uitgangspunten aan over bommel kan de waterbergingsopgave gecombineerd de wijze waarop de waterberging kan worden vorm- worden met de zoekzones en het creëren van een gegeven. landschappelijke inpassing langs de dorpsranden.

Het basisuitgangspunt bij de situering van deze ge- speelweide met waterslinger bieden is, door de ligging op de overgangszone van de kom naar de oeverwal, dat deze overgangssituatie ruimtelijk en landschappelijk wordt versterkt. Daar- bij dient de vormgeving van de waterberging aan te sluiten bij de karakteristieke verkavelingspatronen van de oeverwal en de komgebieden. en niet als ge- biedsvreemd elemnet worden ontworpen. Daar- naast moet het principe van bergen, vasthouden en afvoeren zichtbaar worden gemaakt. Wanneer er waterberging met ijsbaan in de winter dus een flinke regenbui is moet te zien zijn waar het water vandaan komt, waar het wordt vastgehouden en waar het vervolgens eventueel naar toe wordt af- gevoerd. Dat betekent dat op de oeverwal sprake zal zijn van wadi’s, ‘droge bergingsgreppels’ of gebieden waar het water ten tijde van pieken wordt geborgen, maar via bodeminfiltratie zal verdwijnen of eventueel ‘overstort’ naar open watergangen richting het kom- gebied. Bij een waterberging gelegen in het komge- eendenkooi passend in het landschap bied wordt juist het natte karakter verder versterkt. Het oppervlaktewater wordt uitgebreid om te kunnen voldoen aan de benodigde waterbergingscapaciteit. De waterbergingsgebieden kunnen ook een functie hebben als ijsbaan in de winter of speelweide in de zomer. Te gebruiken beplantingsoorten zijn gerelateerd aan de soorten, zoals die benoemd zijn bij de landschappe- lijke versterking voor de verschillende landschapsty- pen. Patronen van de waterberging worden ontleend aan de karakteristieken van de oeverwal of het kom- rabbattenbos op grens oeverwal-kom gebied.

63 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

Principeschetsen voor waterberging ruigte tijdelijk water laanbeplanting inlaat water verhoogde rabat met bomen (bijvoorbeeld wilg of els) verhoogde rand met groene omlijsting watergang (rondgang) met rietvegetatie uitlaat water bos oever met riet, ruigte en bomen uitlaat water vlonder als rustpunt/uitkijkpunt over het water

lijnvormige laagte/wadi vlakvormige rabatten vlakvormige eendenkooi kom kom kom

natuurlijke wadi rabattenbos als waterberging eendenkooi als ontwerpprincipe

64 Landschappelijke inpassing waterberging natuurlijke oever/flauwe oever (oeverwalzijde) met ruigte rietvegetatie steile oever (komzijde) bosje ruigte groene omlijsting met bijvoorbeeld knotwilgen vlonder als rustpunt/uitkijkpunt over het water bosje/houtopstand/griend vlonderpad/knuppelpad wateroppervlak kan vergroten bij grotere hoeveelheden solitaire bomen of boomgroepen

lijnvormige natuurvriendelijke oevers vlakvormige wiel vlakvormige laagte/wadi oeverwal en kom (overgang) oeverwal oeverwal

ontwikkelen natuurvriendelijke oevers wiel als ontwerpprincipe wadi in vlakvorm met vlonder/brug

65 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

visie LOP: handreiking natuurwaarden Versterken natuurwaarden

3.5 Versterken natuurwaarden

De huidige natuurwaarden van het buitengebied van Ook de aanleg van erfbeplantingen en omvorming van West Maas en Waal zijn grotendeels gelegen in de ui- populieren bossen dragen bij aan het vergroten van terwaarden van de Waal en de Maas. Natuurontwik- de natuurwaarden. Daarnaast is het van belang dat keling in het kader van de EHS in de uiterwaarden is gebieden onderling met elkaar verbonden zijn of wor- veelal gekoppeld aan maatregelen vanuit de beleidslijn den. In de weidevogelgebieden moet rekening worden ruimte voor de rivier en reeds geplande zandwinning. gehouden met het feit dat te veel hoog opgaande bo- In het beheerplan voor 2011 van de provincie Gel- men roofvogels aantrekken die een ongunstig effect derland is voor verschillende gebieden aangegeven hebben op het weidevogelbestand. op welke natuurdoeltypen het beheer moet worden afgestemd. Dit geldt zowel voor de uiterwaarden in Op de oeverwallen vormen de boomgaarden een be- hun huidige vorm als voor de gronden langs de Grote langrijk leefgebied voor de steenuilen. Ook knotwilgen knotwilgen goed voor fauna van oeverwal Wetering, de ecologische verbindingszone vanaf de zijn van belang voor deze soort. Beheer en instand- Wetering richting het natuurgebied de Meren, de houding van deze boomgaarden is dan ook van we- Meren (een kwetsbaar gebied met o.a. eendenkooien, zenlijk belang. Daarnaast dient de aanleg van deze een reigerkolonie en bijzondere paddenstoelen) en landschapselementen gestimuleerd te worden. het weidevogelgebied aan de oostelijke zijde van het buitengebied. Voor de uiterwaarden van de Waal vormt de Kwar- Het beheer van deze, veelal in gebruik als agrarische telkoning een vogelrichtlijnsoort. Dit is een van de gronden, wordt afgestemd op deze beheerdoelstel- weinige gebieden in Nederland waar nog broedparen ling. Daarmee zijn zowel de landschappelijke als ecolo- voorkomen van de Kwartelkoning. Voor deze soort gische waarden gewaarborgd. zijn de instandhouding en ontwikkeling van hooilan- den, ruigtes en plas-drassituaties van belang in de De Grote Wetering, het natuurgebied de Meren vor- uiterwaarden. men belangrijke gebieden voor amfibieën. Poelen zou- nieuwe natte natuur langs de Waal (nr. 13) den kunnen dienen als stapstenen voor de doelsoor- Er wordt in de basisvisie van het LOP aangegeven ten Poelkikker en Kamsalamder. Aanbrengen van volgens welke natuurmodellen de verschillende gebie- geleidelijke oevers en rietontwikkeling zijn voor beide den beheerd of ontwikkeld moeten worden. Het LOP soorten van belang. Daarnaast is het aan te bevelen benoemd de benodigde bouwstenen en refereert te- amfibieëntunnels te realiseren bij de Merenweg, Rui- vens aan de karakteristieke ruimtelijke kenmerken vertweg en Van Heemstraweg. van de verschillende landschapstypen. De voor natuur te ontwikkelen en te beheren gebieden zullen immers Het waterschap stimuleert de aanleg van de natuur- ook moeten aansluiten bij de gewenste landschappe- vriendelijke oevers. Dit levert een bijdrage aan het lijke structuur. nieuwe natte natuur langs de Waal (nr. 14) vergroten van de natuurwaarden van het landschap. Daarnaast heeft het waterschap watergangen aan- geduid waar het hoogste ecologische niveau van toepassing is, de zogenaamde HEN wateren en SED wateren waar specifieke ecologische doelstellingen gelden. Deze wateren zijn aangegeven op de water- kaart in de vorige paragraaf.

natuurontwikkeling langs wetering

67 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

visie LOP: handreiking recreatieve beleefbaarheid

68 Vergroten recreatieve beleefbaarheid

3.6 Vergroten recreatieve beleefbaarheid padennetwerk Voor het gehele buitengebied van West Maas en Waterschappen kunnen een rol in het recreatieve Waal wordt gestreefd naar het versterken van de aanbod vervullen. beleefbaarheid van het landschap. Van belang is dat Wandelen, fietsen en paardrijden krijgen al snel een er een samenhangend netwerk ontstaat van fiets- en meerwaarde in een waterrijke omgeving. Daarnaast wandelpaden. Naast de aangelegde fiets- en wandel- zijn er natuurlijk verschillende vormen van waterre- paden willen recreanten en toeristen, maar ook de creatie zoals zwemmen, varen en vissen. Veel wa- bewoners van het gebied, graag de wat minder ge- terschaps-eigendommen zijn prima toegankelijk voor baande paden betreden, de zogenaamde struinpa- wandelaars. Te denken valt aan waterkeringen en den. Met name de uiterwaarden vormen hiervoor schouw- en onderhoudspaden. de meest geschikte gebieden. Daarnaast hebben de Ook liggen er struinpaden door de uiterwaarden en bewonders van de verschillende kernen behoefte aan zijn er plannen om het aantal uit te bereiden. Schouw- het maken van ommetjes. Deze ommetjes kunnen en onderhoudspaden zijn veelal niet echt geschikt heerlijkheid als onderdeel van routes (nr. 15) vervolgens weer aansluiten op langere routes op de voor fietsers wanneer ze niet verhard zijn. oeverwal, kom of uiterwaarden. Voor ruiters is het in het algemeen echter niet toe- Belangrijk is dat er ‘kortsluitingen’ ontstaan tussen de gestaan om van wandel- en fietspaden gebruik te verschillende routenetwerken. Dat betekent ook dat maken. (bron Recreatief medegebruik van water- er goede en voldoende informatie wordt gerealiseerd schapseigendommen, Vastgesteld 29 oktober 2007, over de mogelijke routes en aansluitingen. De reeds Waterschap Rivierenland). bestaande fietsknooppuntennetwerken en wandel- knooppuntennetwerken spelen daarin een belangrijke Om de verschillende grootschalige recreatieve gebie- rol. Door de aanleg van de N322 zijn de vanzelfspre- den langs de Maas en de interessante recreatieve kende verbindingen tussen de kernen en het komge- kernen en plekken langs de Maas met elkaar te ver- bied verdwenen. Gestreefd wordt naar het realiseren binden zou een zogenaamde Maassprinter kunnen markering route door relict (steenfabriek) van verbindingen voor het recreatieve en langzame worden ingezet. Deze recreatieve taxi over het water verkeer. Informatie over het landschap, de historie en vervoert de recreanten vanaf de verschillende kernen natuurwaarden in de vorm van informatiepanelen, fol- naar de recreatiegebieden en vice versa. ders et cetera kan een belangrijke bijdrage leveren De locaties van de voormalige steenfabrieken zouden aan het positief beleven van het landschap. onderdeel kunnen vormen van een recreatieve route Historisch waardevolle plekken als de eendenkooien, door de uiterwaarden. Markering door een paneel, historische buitens, heerlijkheden, monumentale een kunstwerk of relict behoort tot de mogelijkheden boerderijen, de boerderijstaat vanuit de ruilverka- om de betekenis aan te duiden. veling, kolken en wielen maar ook bed & breakfast, Dit geldt ook voor de heerlijkheden van Maasbommel dag- en verblijfsvoorzieningen kunnen opgenomen en Appeltern. De heerlijkheden maken al onderdeel worden in verschillende routes en beter beleefbaar uit van bepaalde routes, dit kan wellicht nog verder fietsroutes met GPS gemaakt worden voor de recreant. Met name de wie- versterkt of benut worden De heerlijkheden kennen len en kolken liggen veelal verscholen achter groen een lange geschiedenis en ontstonden al in de vroege en zijn niet toegankelijk voor recreanten. Het opscho- middeleeuwen. In Maasbommel is de gracht van het nen, op bepaalde plekken verwijderen van beplanting, oude huis Het Hof nog te zien als relict van de heerlijk- eenduidige afrasteringen, plaatsen van zitelementen heid. Waar nu de boerderij ’t Hof staat, stond vroeger en een informatiepaneel vergroot de beleefbaarheid het belangrijkste huis van de stad met gracht. van deze historisch en landschappelijk waardevolle In Appeltern vormt het voormalige kasteel, later om- elementen. Waterkeringen en watergangen hebben gebouwd tot boerderij, een verwijzing naar het rijke naast hun functionele waarde ook een sterke bele- verleden. De heerlijkheid van Appeltern was vroeger vingswaarde. Ze vormen een belangrijk deel van de een kasteel en een park met stervormige lanenstelsel landschappelijke kwaliteiten van het (landelijk) gebied. en twee vijvers. Enkele paden, de laanrestanten met watertaxi ‘Maassprinter’ Vooral water vormt een belangrijk decor voor diverse eikenbomen en de toegangshekken aan de Maasdijk vormen van recreatie. herinneren nog aan deze oude parkaanleg.

69 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

4 LOP landschapsontwikkelingsplanLOP West Maas en Waal landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

4 Uitvoering

4.1 Inleiding

In dit LOP wordt inzichtelijk gemaakt hoe de gemeente West Maas en Waal de landschappelijke ontwikkeling van haar buitengebied voor de komende 10 jaar wil vormgeven. Dit hoofdstuk waarborgt dat de landschappelijke visie vertaald wordt naar concrete uitvoeringsprojecten en dat er daadwekelijk een start gemaakt wordt met een gerichte uitvoering van het landschap van West Maas en Waal.

4.2 Uitvoering via samenwerking

Het LOP heeft tot doel om de landschappelijke kwa- liteiten binnen West Maas en Waal te behouden en waar mogelijk te versterken. Ook is er aandacht voor het versterken van ecologische waarden door land- schapselementen en waterlopen onderling te verbin- den tot doorgaande netwerken. Tevens heeft het LOP ten doel om het netwerk aan recreatieve voorzienin- gen te versterken omdat via recreatie het landschap goed kan worden beleefd. Het landschap wordt in belangrijke mate gevormd door het uiterlijk van de functies die er in aanwezig zijn. Te denken valt aan agrarische activiteiten met hun erven en agrarische gronden, maar ook aan woonfuncties met hun tuinen en erven en allerhande andere bedrijvigheid. Het LOP streeft naar een gezonde ontwikkeling van deze functies, zodat zij door een goede inrichting van erven en terreinen kunnen bijdragen aan landschap- pelijke kwaliteit.

versterken recreatieve voorzieningen 472 UitvoeringsprogrammaInhoud

De uitvoering van het LOP is in eerste instantie een » Jaarlijks vindt een korte evaluatie van de projec- » Een uitbreiding van bebouwing binnen het bouw- taak voor de gemeente West Maas en Waal. Deze ten plaats (evaluatie en bijsturing). vlak is juridisch, volgens het bestemmingsplan, taak is in de volgende paragraaf omschreven. Het » De gemeente draagt zorg voor koppeling van het vaak toegestaan. In dit geval geeft de gemeente gaat daarbij om bijvoorbeeld het realiseren van wan- beleid op het gebied van ruimtelijke ordening en in een adviserende en stimulerende vorm aanbe- delroutes en het beschermen van waarden. Ook zoekt landschapsontwikkeling (zie hieronder). velingen voor de landschappelijke inpassing van de gemeente samenwerking met andere overheden, » De gemeente heeft ook een taak als aanjager van de bebouwing. Dit is een taak voor de landschaps- zoals de provincie Gelderland en het Waterschap, nieuwe projecten. coördinator. die bijdragen door de realisatie van eigen projecten » Handhaving van overeenkomsten tussen ge- De bouwwerken zelf in het buitengebied worden ook of door deelname in de gemeentelijke projecten. Dit meente en derden met betrekking tot de reali- getoetst aan de Welstandsnota’s. geldt bijvoorbeeld voor de realisatie van natuurvrien- satie en de instandhouding van overeengekomen delijke en landschapsversterkende inrichting van de landschappelijke inpassing of andere overeenge- waterlopen. komen maatregelen.

Tevens is het doel van het LOP om ook particulieren in Koppeling beleid voor ruimtelijke ordening en het gebied te stimuleren tot investering in landschap- landschapsontwikkeling pelijke kwaliteit. Te denken valt aan de realisatie van Handhaving van bestaande landschapswaarden kan een hoogstamfruitgaard, de aanleg van houtsingels door het voeren van een goed ruimtelijk ordenings- of andere erfbeplanting of de toepassing van streek- beleid, via de structuurvisie, het bestemmingsplan of eigen hekwerken. door omgevingsvergunningen voor bouwen of het uit- voeren van werken (de vroegere bouwvergunningen De gemeente speelt een belangrijke rol bij de stimule- en aanlegvergunningen). De realisatie van natuur- en ring van een actieve landschapsontwikkeling. In feite landschapsontwikkeling (ook wel OLS genoemd, Ont- is de gemeente de initiator en motivator gericht op wikkelingsgerichte Landschaps Strategie), recreatief uitvoering van het LOP. Hiertoe behoren de volgende medegebruik, versterken van cultuurhistorie, et cete- taken: ra is onder andere mogelijk door randvoorwaarden te » De gemeentelijke diensten toetsen ingediende stellen aan bestemmingsplanwijzigingen, -ontheffin- plannen voor nieuwe ontwikkelingen die niet gen en aanlegvergunningen. Een tijdige communicatie rechtstreeks toelaatbaar zijn aan het land- van deze randvoorwaarden naar de aanvrager is van schapsbeleid en de gestelde randvoorwaarden groot belang, bijvoorbeeld bij een functiewijziging van vanuit landschap. het bestemmingsplan of bij een omgevingsvergunning. » De gemeente heeft ook een uitvoerende taak. Dit is een taak voor de betreffende beleidsmedewer- Diverse projecten (zie volgende hoofdstuk) wor- ker, die het eerste contact heeft met de aanvrager. den conform het uitvoeringsplan uitgevoerd door Een begeleidend stimulerend beleid ten aanzien van de gemeente. De realisatie van deze projecten is advies met betrekking tot erfinrichting en beplanting niet afhankelijk van medewerking van bijvoorbeeld werkt in een groot aantal gevallen positief. Een toet- particulieren en derden. sing doet zich in drie verschillende vormen voor: » De gemeente heeft ook een beheertaak. Een juist » Bij functieverandering is sprake van een aanpas- en duurzaam beheer van bijvoorbeeld landschap- sing van het bestemmingsplan. Bij deze ruimtelijke selementen (houtopstanden/wegbermen) is im- ingreep is een goede landschappelijke inpassing mers de garantie voor een duurzaam landschap. en een goede beeldkwaliteit een randvoorwaarde » De gemeente/landschapscoördinator contro- voor de wijziging van het bestemmingsplan. leert regelmatig de uitvoering en het beheer van » Bij een afwijkingsprocedure in het bestem- projecten en of die in overeenstemming zijn met mingsplan, bijvoorbeeld omdat een verandering de doelstellingen en stuurt bij waar nodig. in gebruik zich voordoet of een uitbreiding van bebouwing buiten het bouwperceel, is een land- schappelijke inpassing een randvoorwaarde.

73 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

4.3 Programmering projecten

Projecten op initiatief van gemeente en derden

Naast het begeleiden van ontwikkelingen door toe- De gemeente kiest ervoor om in eerste instantie drie De provincie subsidieert een gedeelte van de totale passing van de landschapsontwikkelingsvisie heeft strategische projecten op korte termijn uit te voe- uitvoeringkosten het LOP tot doel om te komen tot de concrete uit- ren. voering van projecten. Hoewel het LOP een gemeen- Om met de uitvoering van GBD te kunnen starten, is telijk beleidsdocument is, gaat het bij de uitvoering Daarnaast is er een breed pakket aan mogelijke pro- het nodig dat gemeenten: om projecten die zowel op initiatief van de gemeente jecten geselecteerd dat op de langere termijn tot uit- » Een Gebiedsuitvoeringsprogramma (GUP) opstel- tot stand komen als om projecten die op initiatief van voering kan worden gebracht. In overleg met de pro- len; derden worden gerealiseerd. De gemeente West vincie Gelderland wordt bezien voor welke projecten » Een uitvoeringsorganisatie opzetten (administra- Maas en Waal heeft hierbij een stimulerende en co- subsidie is te verkrijgen. De daadwerkelijke uitvoering tie, advisering naar en contact met grondeigena- ördinerende taak, in aanvulling op haar taak om ook is namelijk afhankelijk van het vinden van externe fi- ren en subsidieregeling/-verordening); zelf projecten tot uitvoer te brengen. nancieringsbronnen in aanvulling op gemeentelijke » Gelden reserveren (veilig stellen). bijdragen. Dynamisch uitvoeringsprogramma Het GUP is een cruciaal document voor de uitvoering Benadrukt wordt dat het uitvoeringsprogramma een Vanwege de onzekerheden over de financiering wordt van de GBD, want: dynamisch karakter heeft. Gedurende de looptijd van de uitvoering van de verschillende projecten nog niet » Daarin wordt de gewenste ontwikkeling van het het LOP van circa 10 jaar zullen er projecten worden strak gepland in de tijd. Er is gekozen voor een prag- landschap uitgewerkt naar concrete doelstellin- afgerond, er zullen nieuwe projecten worden toege- matische aanpak waarbij dat project wordt opgepakt gen qua landschapselementen. Dit gebeurt door voegd en er zullen projecten afvallen omdat ze wel- waar zich spontaan bijzondere kansen voordoen van- aan te geven waar het beheer van bepaalde land- licht niet haalbaar bleken. wege het vrijkomen van subsidie, het beschikbaar ko- schapselementen wel of niet wordt ondersteund, Bij de aanpak van projecten zal voortdurend bezien men van grond of het kunnen meeliften met initiatie- waar welke prioriteiten daarin worden gesteld en worden of zij kunnen meeliften met andere werk- ven van derden (werk-met-werk maken). Om kansen hoeveel subsidie per element verleend gaat wor- zaamheden binnen de gemeente. Door het credo open te laten wordt de ambitie vooraf niet ingeperkt. den. ‘werk-met-werk-maken’ toe te passen kunnen inspan- » Daarin wordt inzichtelijk gemaakt met welke in- ningen en kosten worden bespaard. Selectie van drie voorrangprojecten strumenten die doelen gerealiseerd kunnen wor- Bij de vaststelling van het LOP wordt voor drie pro- den; In dit hoofdstuk zijn de projecten die op korte termijn jecten gekozen om de uitvoering daadwerkelijk te » Het is de basis voor de subsidieovereenkomst kunnen worden opgepakt weergeven. Voor veel pro- starten. Hiermee wordt bevestigd dat het LOP niet met de provincie en is daarmee een voorwaarde jecten is eerst een verkennende fase noodzakelijk, beperkt blijft tot een visie maar dat er daadwerkelijk om subsidie te ontvangen; voordat besloten wordt tot daadwerkelijke uitvoe- sprake is van uitvoering. » Het is mede de basis voor de uitvoering van de ring. subsidieregeling GBD. Nadat de projecten in een concreet projectvoorstel De volgende drie projecten zijn geselecteerd: Het opstellen van het GUP en de implementatie van zijn uitgewerkt kan de financiering worden bepaald, de GBD wordt in samenwerking met gemeente Beu- waarbij ook mogelijkheden van provinciale subsidie Project 1: Implementatie ‘groenblauwe ningen, , en gedaan. Hiervoor wordt meegewogen. Op dit moment zijn de mogelijk- diensten (GBD)’ en opstellen Gebiedsuitvoerings- is al een collegebesluit genomen. heden voor subsidie niet zeker vanwege de pauze die programma (GUP) de provincie Gelderland met betrekking tot subsidies Project 2: Voorlichtingsmateriaal voor natuur en landschap heeft ingelast. Doel Met groenblauwe diensten wordt de aanleg en het be- Doel Voor de financiering van landschap en recreatie kan heer van landschapselementen instrumenteel gere- Om de doorwerking van het Landschapsontwikke- ook gebruikgemaakt worden van een landschapsfonds geld. Uitgangspunt bij GBD is dat we als overheden, na- lingsplan richting burgers van het buitengebied te be- of van financiering op basis van een structuurvisie. mens de samenleving voor langere tijd een vergoeding vorderen wordt een handzaam en praktische folder betalen aan de grondeigenaren en duurzame grond- of boekwerkje opgesteld. Daarin worden de doelstel- De financiële middelen van de gemeente West Maas gebruikers voor het beheren en ontwikkelen van land- lingen van het LOP helder gemaakt op een populaire en Waal en de onzekerheid ten aanzien van subsidies schapsdiensten (bijvoorbeeld boerenwandelpaden, en beeldende wijze. noodzaken tot het stellen van prioriteiten. knotwilgen, boomgaarden, struweelhagen en poelen.

74 Op een overzichtelijke wijze worden de uitgangspun- Het Park moet weer aantrekkelijk worden als cen- ten, spelregels en subsidiemogelijkheden per land- traal ontmoetingspunt met een goede landschappe- schapstype inzichtelijk gemaakt. Er wordt informatie lijke kwaliteit. Hierdoor kan tevens een goede en her- gegeven over de gebiedseigen karakteristieken en de kenbare overgang ontstaan naar het buitengebied. mogelijkheden voor o.a. erf- en kavelgrensbeplantin- De situering op de overgang tussen de oeverwal- en gen. Tevens wordt aandacht besteed aan de te ne- de komgronden vormt een belangrijke ontwerpaanlei- men stappen om te komen van idee naar daadwerke- ding bij het op te stellen inrichtingsplan. Het zichtbaar lijke realisatie. Het beeldenboek in het LOP vormt de maken van de landschappelijke verschillen, waarbij de basis voor de uitwerking in handzaam en praktisch nieuwe waterberging een belangrijke rol speelt, maakt voorlichtingsmateriaal. Het materiaal is vervolgens tevens de gebruikers bewust van de verschillende plantdag beschikbaar bij de gemeente en via de website. landschapstypen in hun woon- en leefomgeving. Door verbreding van de bestaande watergang met Betrokken partijen natuurvriendelijke oevers wordt voldaan aan de wa- De gemeente West Maas en Waal is trekker bij het terbergingsopgaaf van ca. 0,43 ha. De ophoging van opstellen van he voorlichtingsmateriaal. Daarnaast de paden en een bollere ligging zal de lokale hemelwa- kunnen partijen zoals het waterschap, ZLTO, Staats- teroverlast van de slecht begaanbare paden vermin- bosbeheer en natuurbeherende en beschermende deren. De padenstructuur sluit aan op de structuur organisaties gevraagd worden voor een bijdrage. in de kern en het buitengebied waardoor er verschei- dene ommetjes gemaakt kunnen worden vanuit de Planning kern . Het realiseren van voorlichtingsmateriaal is voorzien In het park ontstaat daardoor een meer afwisselend in 2012. ruimtelijk beeld waardoor de aantrekkelijkheid ver- groot wordt. Zichtlijnen vanaf de oeverwal richting Project 3: Park Wamel het komgebied zijn daarbij belangrijk. Ook in de te ge- bruiken beplantingssoorten wordt ingespeeld op het Doel landschappelijke overgang. Park Wamel aan de zuidzijde van Wamel kan onvol- Indien er verder nog speelplekken worden aangelegd, doende benut worden door de kern als uitloopgebied dan kunnen deze inspelen op dit landschappelijke vanwege lokale hemelwateroverlast, omdat de paden thema. Daarnaast wordt onderzocht of er behoefte dan slecht toegankelijk zijn. Het park vormt de over- is aan zit- en verblijfsplekken voor verschillende leef- gang tussen de kern en het buitengebied. Daarnaast tijdscategorieën. is in Wamel sprake van een waterbergingstekort, dat tijdens hoog water tot overlast kan leiden. Volgens Betrokken partijen aanleg laanbeplanting het Nationaal Bestuursakkoord Water staat er voor De gemeente West Maas en Waal is trekker van het Wamel een waterbergingsopgaaf van 0,43 ha. (her)inrichtingsplan en de realisatie van de water- Het doel is om een kwaliteitsverbetering te realise- maatregelen. Het waterschap wordt vanwege hun ren van het Park Wamel waarbij tevens een nieuwe financiële bijdrage voor de wateropgave intensief be- waterberging wordt gerealiseerd. De regie van dit trokken het project. Daarnaast zullen de direct be- project ligt bij de gemeente West Maas en Waal in langhebbenden betrokken worden, zoals de school de samenwerking met waterschap Rivierenland en de di- Laak, de kinderboerderij de Grote Gemeente en de rect belanghebbenden worden betrokken bij het ont- aanwonenden. werpproces. Er wordt ook onderzocht of er kansen liggen in het betrekken van een school en kinderboer- Planning landschapsdag derij bij de inrichting van het park. De realisatie van de herinrichting zal plaats vinden in 2012.

75 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

Totaal overzicht voorgenomen uitvoeringsprojec- Projectnaam Werkzaamheden Trekker Betrokkenen ten Voorrangprojecten In nevenstaande tabel is een lijst opgenomen van 1. Groen- blauwe diensten Implementatie subsidieregeling groen-, Gemeente SLG, provincie voorgenomen projecten blauwe diensten en opstellen GUP. Gelderland 2. Voorlichtingsmateriaal over Opstellen van een brochure met Gemeente Gemeente streekeigen erfbeplanting, handreikingen per landschapstype. erfinrichting en landschapselementen 3. Aanleg waterberging Park Uitwerking projectplan en aanleg Gemeente Gemeente, Wamel waterberging plus beplanting waterschap

4. Landschaps- en plantdag Organisatie landschapsdag, opstellen Gemeente Natuur- en (erf)beplantingsplannen, levering landschapsvereniging plantmateriaal. en, waterschap,….. 5. Aanleg laanbeplanting Aanvullen en aanplanten laanbomen Gemeente Gemeente Veesteeg 6. Erfinrichting; advies en Opstellen erfinrichtingsplan en aanleggen, Particulieren Gemeente, eigenaren aanleg aanplanten van de erfinrichting. 7. Aanleg waterberging Uitwerking projectplan en aanleg Gemeente Gemeente, Leeuwse veld waterberging plus beplanting waterschap 8. Aanleg waterberging Uitwerking projectplannen en aanleg Gemeente Gemeente, Beneden Leeuwen waterberging plus beplanting waterschap

9. Aanleg waterberging Boven Uitwerking projectplannen en aanleg Gemeente Gemeente, Leeuwen waterberging plus beplanting waterschap

10. Aanleg waterberging Uitwerking projectplan en aanleg Gemeente Gemeente, Dreumel waterberging plus beplanting waterschap 11. Aanleg waterberging Alphen Uitwerking projectplannen en aanleg Gemeente Gemeente, waterberging plus beplanting waterschap

12. Aanleg waterberging Uitwerking projectplan en aanleg Gemeente Gemeente, Altforst waterberging plus beplanting waterschap 13. Aanleg waterberging Uitwerking projectplannen en aanleg Gemeente Gemeente, Maasbommel waterberging plus beplanting waterschap

14. Aanleg waterberging Uitwerking projectplannen en aanleg Gemeente Gemeente, Appeltern waterberging plus beplanting waterschap

15. Ecologisch bermbeheer Verkenning ecologisch bermbeheer, bepalen Gemeente Gemeente meest geschikte locaties en beheerskosten. 16. Aanleg landschappelijke Uitwerken projectplan en aanplant Gemeente Gemeente beplantingen in brede beplantingen bermen van de Nieuwe weg en de Putstraat

76 Projectnaam Werkzaamheden Trekker Betrokkenen 17. InventarisatieVoorrangprojecten huidige Verkennen van huidige wandel- en fiets Gemeente 1. wandelGroen- -blauwe en fietspaden diensten pImplementatieaden om te bepalen subsidiereg waare zichling gpotentiesroen-, Gemeente SLG, provincie voordoenblauwe diensten om routes en opstellen met elkaar GUP te. verbinden. Gelderland 18.2. NetwerkvormingLandschaps- en plantdag VerkenningOrganisatie vanlandschapsdag, locaties waar ops zichtellen kansen Gemeente ZLTO,Natuur particulieren- en landschapselementen voordoen(erf)beplantingsplannen, om landschapselementen levering te landschapsvereniging veplantmatrbindene riaal.tot een doorgaand ecologisch en, waterschap,….. 3. Nader te bepalen in netwerk……………….. (comb ineren met opstellen GUP). …………… …………………. 19. Versterkenklankbordgroep land schappelijk Verkenning van mogelijkheden tot vergroten Waterschap, Waterschap, blauwProjecten netwerk van natuur- en landschapswaarden en gemeente particuli eren 4. Voorlichtingsmateriaal over recreatieveOpstellen van struinp een abrochureden lang mets weteringen, Gemeente Gemeente streekeigen erfbeplanting, slotenhandreikingen en greppels. per landschap stype. 20. Beeldkwaliteitsplanerfinrichting en landelijk Karakteristieke bebouwing, waardevolle Gemeente Gemeente gebiedlandschapseleme nten landschapselementen etc. vormen tezamen 5. Aanleg laanbeplanting eenAanvullen kenmerkend en aanplanten beeld. Behoudlaanbomen van het Gemeente Gemeente Veesteeg en Nieuweweg karakteristieke beeld wordt bevorderd door 6. Erfinrichting; advies en hetOpst opstellenellen erfinrichtingsplan van een beeldkwaliteitsplan en aanleggen, Particulieren Gemeente, eigenaren aanleg vooraanplanten het landelijk van de gebied erfinrichting. als aanvulling op de 7. Aanleg waterberging Welstandsnota.Uitwerking project plan en aanleg Gemeente Gemeente, 21. WegbLeeuwseeplanting veld Verkenningwaterberging van plus de beplantingmogelijkheden om door Gemeente Gemeente,waterschap eigenaren 8. Aanleg waterberging Park wegbeplantingUitwerking project de plankarakteristieke en aanleg Gemeente Gemeente, Wamel landschappelijkewaterberging plus ver beplantingschillen te accentueren. waterschap 22.9. AmfibieëntunnelsAanleg waterberging VerkenningUitwerking projectvan deplan noodzaaknen en van aanleg Gemeente,Gemeente ProvincieGemeente, Gelderland, Dreumel, Alphen, Altforst, amfibieëntunnelswaterberging plus Van beplantin Heemstraweg,g Staatsbosbeheer gwaterschapemeente Maasbommel, Appeltern, Ruivertweg, Merenweg 23. WBenedenandelpad Leeuwen Grote Wetering Realisatie wandelpad Waterschap Eigenaren, 10. Ecologisch bermbeheer Verkenning ecologisch bermbeheer, bepalen Gemeente waterschap,Gemeente meest geschikte locaties en beheerskosten. gemeente, 24.11. NaderAanleg te landschappelijke bepalen ……………………Uitwerken projectplan en aanplant ……………..Gemeente ……………………….Gemeente projecten………beplantingen in brede beplantingen bermen van de Nieuwe weg en de Putstraat referentiebeeld projecten, a-d: beheren en ontwikkelen landschap,12. Informatiesysteem/borden/ actief bouwen aan het Informatiesysteem/bordenlandschap opzetten bij Gemeente Gemeente, panelen ontwikkelen landschappelijk, cultuurhistorisch of oudheidkundige ecologisch waardevolle gebieden of objecten. verenigingen, waterschap, bureau voor toerisme 13. Onderhoud Afzetten/aanvullen houtsingel, Particulieren, Eigenaren landschapselementen hoogstamfruitbomen voor gebied….. natuur- en locatie……………… landschaps- verenigingen a b c d 14. Actieve landschapsbouw Voor het gebied rondom……., Particulieren, Gemeente, locatie….. landschapsversterking stimuleren. Actief eigenaren waterschap bouwen aan het landschap. Advisering en aanleg landschapselementen. 77 15. Aanvulling haagstructuur Aanplant meidoornheggen op dijklichaam Gemeente Bedrijven, eigenaar Maasdijk Maasbommel dijk, aanwonende 16. Natuurontwikkelingsproject Aanleg wandelpad, bloemrijk grasland, Staatsbosbeheer Staatsbosbeheer, De Meren dotterbloemhooiland, verlandingsvegetatie waterschap landschapsontwikkelingsplan west maas en waal bijlage LOP landschapsontwikkelingsplanLOP West Maas en Waal landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

Bijlage 1 Plankaart basisvisie totaal

80 81 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

Bijlage 2

Index Natuur en Landschap (natuurbeheertypen), Red. P. Schipper en H. Siebel Uiterwaarden Natuurtypen Beheertypen Programma Beheer Natuurdoeltypen » N 01 Grootschalige dynamische natuur N 01.03 Rivier en moeraslandschap 21 A/B Natuurlijke eenheid 2.4/2.5 Laag/ Hoog dynamisch rivierenlandschap » N 02 Rivieren N02.01 Rivier 22A Soortenrijke plas 3.14 Gebufferde poel en wiel » N 12 Rijke graslanden en akkers N12.02 Kruiden en faunarijk grasland 15 (Half)natuurlijk grasland 3.32c Nat, matig voedselrijk grasland N12.03 Glanshaver hooiland 29D Droog soortenrijk grasland 3.39b Glanshaverhooiland van het rivieren- en zeekleigebied N12.04 Zilt- en overstromingsgrasland 28E Nat soortenrijk grasland 3.41 Binnendijks zilt grasland 15 (half)natuurlijk grasland 3.32a Zilverschoongrasland 3.32c Nat, matig voedselrijk grasland » N 13 Vogelgraslanden N13.01 Vochtig weidevogelgrasland 34/35 Soortenrijk weidevogelgrasland 3.39 Bloemrijk weidevogelgrasland van het rivieren- en zeekleigebied » N14 Vochtige bossen N14.01 Rivier- en beekbegeleidend bos 39 Natuurbos 3.61 Ooibos 37/38/39 Omvormingsbos-Bos verhoogde natuurwaarde-Natuurbos 3.66 Bos van voedselrijke, vochtige gronden 20 Bos 3.53 Zoom, mantel en droog struweel van het rivieren- en zeekleigebied 3.67b Beekbegeleidende bossen 3.67a Bronbos Oeverwal Natuurtypen Beheertypen Programma Beheer Natuurdoeltypen » N 02 Rivieren N02.01 Rivier 22A Soortenrijke plas 3.14 Gebufferde poel en wiel » N04 Stilstaande wateren N04.02 Zoete plas 54 Poel 3.14 Gebufferde poel en wiel » N 12 Rijke graslanden en akkers N12.02 Kruiden en faunarijk grasland 15 (Half)natuurlijk grasland 3.32c Nat, matig voedselrijk grasland N12.06 Ruigteveld 26 Overjarig rietland 4.25 Natte strooiselruigte » N 14 Vochtige bossen N14.03 Haagbeuken- en essenbos 20 Bos 3.66 Bos van voedselrijke vochtige gronden 3.53a Zoom en droge ruigte van het rivieren- en zeekleigebied

Komgebied Natuurtypen Beheertypen Programma Beheer Natuurdoeltypen » N 05 Moerassen N05.02 Gemaaid Rietland 55 Rietzoom en klein rietperceel 3.24 Moeras » N 10 Vochtige schraalgraslanden N10.02 Vochtig Hooiland 28D Nat Soortenrijk grasland 3.32b Kievitsbloem- en Pimpernelgrasland » N 12 Rijke graslanden en akkers N12.02 Kruiden en faunarijk grasland 15 (Half)natuurlijk grasland 3.32c Nat, matig voedselrijk grasland N12.06 Ruigteveld 26 Overjarig rietland 4.25 Natte strooiselruigte » N 13 Vogelgraslanden N13.02 Wintergastenweide » N 14 Vochtige bossen N14.01 Rivier- en beekbegeleidend bos 39 Natuurbos 3.61 Ooibos 37/38/39 Omvormingsbos-Bos verhoogde natuurwaarde-Natuurbos 3.66 Bos van voedselrijke, vochtige gronden 20 Bos 3.53 Zoom, mantel en droog struweel van het rivieren- en zeekleigebied 3.67b Beekbegeleidende bossen 3.67a Bronbos N14.03 Haagbeuken- en essenbos 20 Bos 3.66 Bos van voedselrijke vochtige gronden 3.53a Zoom en droge ruigte van het rivieren- en zeekleigebied » N 16 Bossen met productie functie N16.02 Vochtig bos met productie 20 Bos 4 Multifunctionele afgeleiden van vochtige bossen 37/38 Omvormingsbos/Bos met verhoogde natuurwaarde » N17 Cultuur historische bossen N17.01 Vochtig hakhout en middenbos 40 Hakhout en griend 3.57 Elzen-essenhakhout en middenbos N17.04 Eendenkooi 53 Eendenkooi

Rivierduin Natuurtypen Beheertypen Programma Beheer Natuurdoeltypen » N 11 Droge schraalgraslanden N11.01 Droog schraalgrasland 29A/B/C Droog soortenrijk grasland 3.49 Rivierduin en -strand 3.53 Zoom, mantel en droog struweel van het rivieren- en zeekleigebied » N 12 Rijke graslanden en akkers N12.02 Kruiden en faunarijk grasland 15 (Half)natuurlijk grasland 3.32c Nat, matig voedselrijk grasland » N15 Droge bossen N15.02 Dennen-, eiken- en beukenbos 37/38/39 Omvormingsbos-Bos verhoogde natuurwaarde-Natuurbos 3.65 Eiken en beukenbos van lemige zandgronden 37/38 Omvormingsbos/Bos met verhoogde natuurwaarde 3.64 Bos van arme zandgronden 20 Bos

82 Uiterwaarden Natuurtypen Beheertypen Programma Beheer Natuurdoeltypen » N 01 Grootschalige dynamische natuur N 01.03 Rivier en moeraslandschap 21 A/B Natuurlijke eenheid 2.4/2.5 Laag/ Hoog dynamisch rivierenlandschap » N 02 Rivieren N02.01 Rivier 22A Soortenrijke plas 3.14 Gebufferde poel en wiel » N 12 Rijke graslanden en akkers N12.02 Kruiden en faunarijk grasland 15 (Half)natuurlijk grasland 3.32c Nat, matig voedselrijk grasland N12.03 Glanshaver hooiland 29D Droog soortenrijk grasland 3.39b Glanshaverhooiland van het rivieren- en zeekleigebied N12.04 Zilt- en overstromingsgrasland 28E Nat soortenrijk grasland 3.41 Binnendijks zilt grasland 15 (half)natuurlijk grasland 3.32a Zilverschoongrasland 3.32c Nat, matig voedselrijk grasland » N 13 Vogelgraslanden N13.01 Vochtig weidevogelgrasland 34/35 Soortenrijk weidevogelgrasland 3.39 Bloemrijk weidevogelgrasland van het rivieren- en zeekleigebied » N14 Vochtige bossen N14.01 Rivier- en beekbegeleidend bos 39 Natuurbos 3.61 Ooibos 37/38/39 Omvormingsbos-Bos verhoogde natuurwaarde-Natuurbos 3.66 Bos van voedselrijke, vochtige gronden 20 Bos 3.53 Zoom, mantel en droog struweel van het rivieren- en zeekleigebied 3.67b Beekbegeleidende bossen 3.67a Bronbos Oeverwal Natuurtypen Beheertypen Programma Beheer Natuurdoeltypen » N 02 Rivieren N02.01 Rivier 22A Soortenrijke plas 3.14 Gebufferde poel en wiel » N04 Stilstaande wateren N04.02 Zoete plas 54 Poel 3.14 Gebufferde poel en wiel » N 12 Rijke graslanden en akkers N12.02 Kruiden en faunarijk grasland 15 (Half)natuurlijk grasland 3.32c Nat, matig voedselrijk grasland N12.06 Ruigteveld 26 Overjarig rietland 4.25 Natte strooiselruigte » N 14 Vochtige bossen N14.03 Haagbeuken- en essenbos 20 Bos 3.66 Bos van voedselrijke vochtige gronden 3.53a Zoom en droge ruigte van het rivieren- en zeekleigebied

Komgebied Natuurtypen Beheertypen Programma Beheer Natuurdoeltypen » N 05 Moerassen N05.02 Gemaaid Rietland 55 Rietzoom en klein rietperceel 3.24 Moeras » N 10 Vochtige schraalgraslanden N10.02 Vochtig Hooiland 28D Nat Soortenrijk grasland 3.32b Kievitsbloem- en Pimpernelgrasland » N 12 Rijke graslanden en akkers N12.02 Kruiden en faunarijk grasland 15 (Half)natuurlijk grasland 3.32c Nat, matig voedselrijk grasland N12.06 Ruigteveld 26 Overjarig rietland 4.25 Natte strooiselruigte » N 13 Vogelgraslanden N13.02 Wintergastenweide » N 14 Vochtige bossen N14.01 Rivier- en beekbegeleidend bos 39 Natuurbos 3.61 Ooibos 37/38/39 Omvormingsbos-Bos verhoogde natuurwaarde-Natuurbos 3.66 Bos van voedselrijke, vochtige gronden 20 Bos 3.53 Zoom, mantel en droog struweel van het rivieren- en zeekleigebied 3.67b Beekbegeleidende bossen 3.67a Bronbos N14.03 Haagbeuken- en essenbos 20 Bos 3.66 Bos van voedselrijke vochtige gronden 3.53a Zoom en droge ruigte van het rivieren- en zeekleigebied » N 16 Bossen met productie functie N16.02 Vochtig bos met productie 20 Bos 4 Multifunctionele afgeleiden van vochtige bossen 37/38 Omvormingsbos/Bos met verhoogde natuurwaarde » N17 Cultuur historische bossen N17.01 Vochtig hakhout en middenbos 40 Hakhout en griend 3.57 Elzen-essenhakhout en middenbos N17.04 Eendenkooi 53 Eendenkooi

Rivierduin Natuurtypen Beheertypen Programma Beheer Natuurdoeltypen » N 11 Droge schraalgraslanden N11.01 Droog schraalgrasland 29A/B/C Droog soortenrijk grasland 3.49 Rivierduin en -strand 3.53 Zoom, mantel en droog struweel van het rivieren- en zeekleigebied » N 12 Rijke graslanden en akkers N12.02 Kruiden en faunarijk grasland 15 (Half)natuurlijk grasland 3.32c Nat, matig voedselrijk grasland » N15 Droge bossen N15.02 Dennen-, eiken- en beukenbos 37/38/39 Omvormingsbos-Bos verhoogde natuurwaarde-Natuurbos 3.65 Eiken en beukenbos van lemige zandgronden 37/38 Omvormingsbos/Bos met verhoogde natuurwaarde 3.64 Bos van arme zandgronden 20 Bos

83 landschapsontwikkelingsplan west maas en waal

Bijlage 3

Bronvermelding

Bronvermelding beelden LOP West Maas en Waal (nr. afbeelding)

» 1 http://www.panoramio.com/photo/5326772 » 2 http://www.panoramio.com/photo/7304475 » 3 http://static.panoramio.com/photos/original/37344257.jpg » 4 http://www.panoramio.com/photo/22481175 » 5 http://www.panoramio.com/photo/2585534 » 6 http://www.panoramio.com/photo/20126342 » 7 http://www.panoramio.com/photo/47056831 » 8 http://www.panoramio.com/photo/27092698 » 9 http://www.panoramio.com/photo/4058507 » 10 http://www.panoramio.com/photo/37908533 » 11 http://www.panoramio.com/photo/43024284 » 12 http://www.panoramio.com/photo/35302553 » 13 http://www.panoramio.com/photo/34844179 » 14 http://www.panoramio.com/photo/26098712 » 15 http://www.panoramio.com/photo/9723810 » www.google.com » www.panoramio.com » foto’s SAB

84 85 SAB Arnhem B.V.

Bezoekadres: Frombergdwarsstraat 54 6814 DZ Arnhem

Correspondentieadres: Postbus 479 6800 AL Arnhem

T » (026) 3576911 F » (026) 3576611 I » www.sab.nl E » [email protected]

Projectnummer: 100431 landschapsontwikkelingsplanLOP West Maas en Waal