Kalotermes Tectonae Damm.) in Verband Met Zijn Bestrijding Bionomicso Fkaloterme Stectona Edamm , As a Base for Its Control

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Kalotermes Tectonae Damm.) in Verband Met Zijn Bestrijding Bionomicso Fkaloterme Stectona Edamm , As a Base for Its Control DE BIOLOGIEVA N DE DJATITERMIET (KALOTERMES TECTONAE DAMM.) IN VERBAND MET ZIJN BESTRIJDING BIONOMICSO FKALOTERME STECTONA EDAMM , AS A BASE FOR ITS CONTROL) L. G. E. KALSHOVEN DE BIOLOGIE VAN DE DJATITERMIET (KALOTERMES TECTONAE DAMM.) IN VERBAND MET ZIJN BESTRIJDING DE BIOLOGIE VAN DE DJATITERMIET (KALOTERMES TECTONAE DAMM.) IN VERBAND MET ZIJN BESTRIJDING (BIONOMICS OF KALOTERMES TECTONAE DAMM, AS A BASE FOR ITS CONTROL) PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD VAN DOCTOR IN DE LANDBOUWKUNDE AAN DE LANDBOUW- HOOGESCHOOL TE WAGENINGEN, OP GEZAG VAN DEN RECTOR-MAGNIFICUS DR. G. GRIJNS, HOOG- LEERAAR IN DE PHYSIOLOGIE DER DIEREN, VOOR EENE, - OVEREENKOMSTIG ART. 46, LID 3 VAN DE WET VAN 15DECEMBE R 1917TO TREGELIN GVA N HET HOOGER LANDBOUWONDERWIJS (STAATSBLAD No. 700), ZOOALS DIE LAATSTELIJK IS GEWIJZIGD BIJ DE WETVA N2 9JUNI192 5 (STAATSBLAD No.283) , - DAARTOE BENOEMDE COMMISSIE UIT DEN SENAAT, TE VERDEDIGEN OP VRIJDAG 14 FEBRUARI 1930, DES NAMIDDAGS TE DRIE UUR, DOOR LOUIS GEORGE EDMUND KALSHOVEN GEBOREN TE AMSTERDAM H. VEENMAN & ZONEN - WAGENINGEN - 1930 STELLINGEN I Hot is niet noodig aan te nemcn, dat bij de phylogenetische ontwikke- ling der termietenstaten eerst do arbeiderskaste en later de soldatcnkaste is ontstaan. II De wijze, waarop het lezend publiek door MAETERLINCK in zijn boek „La Vie des Termites" over deze dieren wordt ingelicht, is af te keuren. Ill De beteekenis van het termietenleven als agrogeologische en oeko- logische factor in het tropisch landschap wordt gewoonlijk onderschat en dient nader te worden onderzocht. IV Diverse stoffen, welke in de bast van boomsoorten worden gevonden, hebben niet zulk een beperkte beteekenis als beletsel voor de aantasting door dieren, als HEIKERTINGER wil doen voorkomen. De vaak verkondigde meening, dat menging van bosschen steeds een voorbehoedmiddel zou zijn tegen insectencalamiteiten is onjuist. VI De in de Ned. boschbouw veel gebezigde term „afstooten van takken" dient ait het voeabulaire der houtvesters geschrapt te worden en zou vervangen kunnen worden door uitdrukkingen als „het afsterven en de afbraak der takken" of „reiniging van de hoofdstam van takken" of „verlies van talcken aan de hoofdstam". VII De wijzen, waarop de planten reageeren op verschillende insecten- beschadigingen, leveren interessante gegevens op plantenphysiologisch gebied. waarvan de botanici nog te weinig gebruik hebben gemaakt. VIII Van de ziekten van de djati zijn die, welke niet door parasieten ver- oorzaakt worden, van het meeste belang. Het noodige inzicht in deze ziekten zal slechts verkregen kunnen worden door de samenwerking van bodemkundigen, botanici en boschbouwkundigen. IX De meening, dat geoultiveerde planten vatbaarder zijn voor ziekten dan niet in cultuur gebrachte gewassen, is in haar algemeenheid onge- grond. Er is evenveel voor te zeggen om phytopathologische, agrogeologische, e.d. speciale onderzoekingen ten behoeve van de boschbouw in behan- deling te geven aan bestaande afzonderlijke instituten op die gebieden, als hen toe te wijzenaaneenallesomvattendboschbouwkundiginstituut. XI Bij bet boschbedryf op Java is er thans meer behoefte aan bet uit- bouwen van debiologiscb e grondslagen, dan aan deverder e vervolmaking van de teehniek en de administratie. XII Een eneyclopaediscb overzicht van de boschbouwwetenscbappeh mag bij de boschbouwstudie niet ontbrekeu. Aan mijn Vrouw enaan de nagedachtenis van mijn Vader. Een goede gewoonte getrouw wil ik bij de voltooiing van het proef- schrift gaarne uiting geven aan de gevoelens van dankbaarheid jegens alien, die tot mijn wetenschappelijke vorming hebben bijgedragen en die mij bij het onderzoek van dienst zijn geweest. Gedurende mijn studietijd waren bet vooral de colleges van U, Hoog- geleerde VAN BAREN, GILTAY en VALCKENIER STTRINGAR, welke mijn belangstelling voor de natuurwetenschappen deden toenemen, terwijl wijlen VAN SCHERMBEEK mijn liefde yoor het mooie boschbouwvak wist op te wekken. Een tewerkstelling op het Proefstation voor het Boschwezen zou verder beslissend voor mij worden. Het was zeker voor het grootste deel te danken aan de waardeering, welke ik van U, Hooggeleerde BEEKMAN, mocht ontvangen voor mijn bescheiden prestaties en aan Uw aanspo- ringen, dat ik mij steeds meer tot het onderzoekingswerk aangetrokken voelde. Bij mijn eerste schreden op het gebied der toegepaste entomologie kwam ik reeds spoedig in aanraking met TJ, Hooggeleerde ROEPKE, Hooggeachte Promotor, en Gij waart aanstonds bereid mij met Uw waar- devoile raadgevingen terzijde te staan. Het was mij een voorrecht later met TJ in correspondentie te mogen blijven. Hoewel het onderzoek, waarvan de resultaten in dit proefschrift zijn neergelegd, zonder Uw leiding tot stand kwam, hebt Gij thans de groote welwillendheid gehad in een voor U overdrukke tijd als mijn Promotor te willen optreden. Uw critische opmerkingen naar aanleiding van het concept, zijn het proefschrift zeer ten goede gekomen. In U, Zeergeleerde VAN HALL, trof ik bij mijn plaatsing op het Insti- tuut voor Plantenziekten een Chef, wiens uitnemende leiding en persoon- lijke omgang ik ten hoogste heb leeren waardeeren. Ook onder U, Zeergeleerde LEEFMANS, heb ik op de aangenaamste wijze mogen werken. Uw methode van onderzoek, Uw groote kennis en energie hebben steeds mijn oprechte bewondering gewekt. Het geregelde contact met de collega's,eers t vanhe t Boschproefstation, later van het Instituut voor Plantenziekten is voor mij in vele opzichten leerzaam geweest. U, Zeergeleerde BETREM, breng ik gaarne mijn dank voor de voorlich- ting, die Gij mij gegeven hebt bij de bewerking van het Hoofdstuk over de Morphologie. Een bijzonder woord van dank wili k brengen aanU ,geacht e VERBEEK, Boscharchitect der eerste klasse, daar Gijte n behoeve van het onderzoek veel moeizaam terreinwerk in de djatibosschen met groote ambitie en veel kennis van zaken hebt uitgevoerd. Aan de Autoriteiten van het Landbouwdepartement te Buitenzorg ben ik dank verschuldigd voor hun welwillende toestemming om dit proefschrift tevens te doen verschijnen als Mededeeling van het Instituut voor Plantenziekten. Met erkentelijkheid wil ik ook de sympathie en de velerlei hulp ge- denken, welke ik van verschillende hoogere en lagere Ambtenaren van het Boschwezen heb mogen ontvangen. INHOUD. INLEIDING. Biz. Vroeger onderzoek over Kalotermes tectonae 1 Doel van het nieuwe onderzoek .12 I.HE TVEEZAMBLE NE NCONSEEVEBEEN ,KWEEKB NE NOBSEEVEEEEN ' VAN DE KALOTERMES-KOLONIES. § 1. Het verzamelen van het materiaal 3 § 2. Het conserveeren van het materiaal -... 4 § 3. Het kweeken van Kalotermes 5 a. Paarvorming en koloniestichting ophe t laboratorium ". .. 6 b. Het gebruik van dunne plaatjes hout ......; .. i. • $ c. Het voortkweeken der jonge kolonies 8 d. Het enten van Kalotermes op de stammen ......... li § 4. Observatienesten voor Kalotermes. 11 II. SYSTEMATIEK EN MORPHOLOGIE VAN KALOTERMES. § 5. Deplaat s van het geslacht Kalotermes (HAGEN) inhe tsystee m 14 § 6. De onderverdeeling van het genus Kalotermes (HAGEN) 15 § 7. Polymorphisme bij Kalotermes... .. .... ... 10 § 8. Morphologie van Kalotermes tectonae DAMMERMAN.......... 18 a. Imago (9e n S) 18 b. Soldaat .I .... 26 c. Ontwikkelingsstadia 2§ § 9. Beschrijving van Kalotermes dalbergiae n^sp. .•. ,\ 29 § 10. Systematische plaats van Kalotermes tectonae en Kalotermes'• '•) dalbergiae 31 III. DE VINDPLAATSEN EN VOEDSTERPLANTEN VAN KALOTERMES '''' TECTONAE EN DALBERGIAE. § 11. De locale verspreiding '33 § 12. De plaats van het nest ......;.:.... 33 § 13. Waardplanten. : .. .. ..• 3i IV. DE POSTEMBRYONALE ONTWIKKELING BIJ KALOTERMESTECTONA E • §14. Enkele gegevens, uit-de literatuur over de postembryonale ontwikkeling bij determiete n ..•.... ' 39 X Biz. §15. De ontwikkeling tot gevleugelde geslachtsdieren 44 a. Het aantal ontwikkelingsstadia 44 b. De gedaanteverwisseling gedurende de ontwikkeling 46 c. De wijze van vervelling .. .. 52 § 16. De ontwikkeling tot soldaten 53 a. De pseudonymphen-phase 53 b. Het aantal stadia in de ontwikkeling tot soldaat 54 c. Vorming van soldaten onder abnormale omstandigheden.. 56 § 17. De ontwikkeling van individuen tot neotenen 58 § 18. De duur der ontwikkelingsstadia 60 § 19. Conclusies over de wijze van differentiatie der kasten 61 V. DE LEVENSGESCHIEDENIS DER KOLONIES VAN KALOTERMES TECTONAE. I. Ontwikkelingsgang, eierenproductie en vorming van geslachtsdieren '....'. 64 § 20. Het nagaan van de leeftijd van de in het bosch verzamelde kolonies 65 § 21. De stichting van de kolonie en de ontwikkeling in heteerste halfjaar 66 § 22. Groei van de kolonies tot een leeftijd van 2| jaar 67 a. De ontwikkeling der gekweekte kolonies 67 b. De ontwikkeling der kolonies in het bosch ." 68 § 23. De verdere.ontwikkelin g van de kolonies tot het bereiken van de grootste getalsterkte 69 § 24. De periode van achteruitgang en het uiteindelijk afsterven der kolonies ^ 73 § 25. De eierenproductie van de koningin onder verschillende om­ standigheden 74 § 26. De productie van geslachtsdieren 75 § 27. De beteekenis der neotenenvorming 78 § 28. Overzicht der factoren, die de ontwikkeling van de kolonies beinvloeden 78 VI. DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN DE KOLONIES VAN KALOTERMES TECTONAE. II. Het uitzwermen voor de stichting van nieuwe kolonies 81 § 29. Methode van waarneming van het zwermen van K. tectonae. 81 § 30. Bijzonderheden over het uitvliegen 33 § 31. Tijd van het jaar en verloop van het zwermen.. 84 § 32. Verband tusschen het zwermen en de weersgesteldheid .. 86 § 33. Het opzoeken van de nestplaats en de paarvorming 88 a. Het opzoeken van de broedplaats en
Recommended publications
  • PRIMEROS REPORTES DE DAÑOS EN RAMAS Y TRONCOS EN PLANTACIONES DE AGUACATERO CAUSADOS POR Neotermes Castaneus Snyder EN LA HABANA CUBA
    Proceedings VI World Avocado Congress (Actas VI Congreso Mundial del Aguacate) 2007. Viña Del Mar, Chile. 12 – 16 Nov. 2007. ISBN No 978-956-17-0413-8. PRIMEROS REPORTES DE DAÑOS EN RAMAS Y TRONCOS EN PLANTACIONES DE AGUACATERO CAUSADOS POR Neotermes castaneus Snyder EN LA HABANA CUBA. R. Jiménez, C. Gutiérrez, C. Parra, I. Armenteros, M. R. Hernández y J. Álvarez. Unidad Científica Tecnológica de Base de Alquízar. Instituto de Investigaciones en Fruticultura Tropical. Carretera de Güira – Pestana Km. 2 ½.Alquízar La Habana Cuba. E mail: [email protected] y [email protected] Varias especies de termitas constituyen plagas peligrosas en las regiones tropicales y subtropicales, ya que destruyen plantas leñosas de tejido suculento y madera. Estos insectos sociables viven en colonias, sus necesidades de alimentación pueden producir pérdidas económicas de consideración. Las plantas dañadas presentan en la lesión muy a menudo un color acanalado completamente o blanquecino rojizo o ambos y las ramas y tronco de los árboles están llenos de galerías, el ataque de estos insectos es favorecido por las sequías, la infección de hongos y la infestación por malas hierbas. El insecto que se reporta en las plantaciones de aguacatero de la Unidad Científica Tecnológica de Base de Alquízar perteneciente al Instituto de Investigaciones en Fruticultura Tropical situada al sur de la provincia de La Habana Cuba, es el Neotermes castaneus S., un comején grande de la familia Kalotermitidae del orden Isóptera, que perfora galerías en madera viva y hace daños importantes en árboles; anteriormente no existían reportes de este insecto en la zona occidental del país en plantaciones de aguacatero.
    [Show full text]
  • Taxonomy, Biogeography, and Notes on Termites (Isoptera: Kalotermitidae, Rhinotermitidae, Termitidae) of the Bahamas and Turks and Caicos Islands
    SYSTEMATICS Taxonomy, Biogeography, and Notes on Termites (Isoptera: Kalotermitidae, Rhinotermitidae, Termitidae) of the Bahamas and Turks and Caicos Islands RUDOLF H. SCHEFFRAHN,1 JAN KRˇ ECˇ EK,1 JAMES A. CHASE,2 BOUDANATH MAHARAJH,1 3 AND JOHN R. MANGOLD Ann. Entomol. Soc. Am. 99(3): 463Ð486 (2006) ABSTRACT Termite surveys of 33 islands of the Bahamas and Turks and Caicos (BATC) archipelago yielded 3,533 colony samples from 593 sites. Twenty-seven species from three families and 12 genera were recorded as follows: Cryptotermes brevis (Walker), Cr. cavifrons Banks, Cr. cymatofrons Schef- Downloaded from frahn and Krˇecˇek, Cr. bracketti n. sp., Incisitermes bequaerti (Snyder), I. incisus (Silvestri), I. milleri (Emerson), I. rhyzophorae Herna´ndez, I. schwarzi (Banks), I. snyderi (Light), Neotermes castaneus (Burmeister), Ne. jouteli (Banks), Ne. luykxi Nickle and Collins, Ne. mona Banks, Procryptotermes corniceps (Snyder), and Pr. hesperus Scheffrahn and Krˇecˇek (Kalotermitidae); Coptotermes gestroi Wasmann, Heterotermes cardini (Snyder), H. sp., Prorhinotermes simplex Hagen, and Reticulitermes flavipes Koller (Rhinotermitidae); and Anoplotermes bahamensis n. sp., A. inopinatus n. sp., Nasuti- termes corniger (Motschulsky), Na. rippertii Rambur, Parvitermes brooksi (Snyder), and Termes http://aesa.oxfordjournals.org/ hispaniolae Banks (Termitidae). Of these species, three species are known only from the Bahamas, whereas 22 have larger regional indigenous ranges that include Cuba, Florida, or Hispaniola and beyond. Recent exotic immigrations for two of the regional indigenous species cannot be excluded. Three species are nonindigenous pests of known recent immigration. IdentiÞcation keys based on the soldier (or soldierless worker) and the winged imago are provided along with species distributions by island. Cr. bracketti, known only from San Salvador Island, Bahamas, is described from the soldier and imago.
    [Show full text]
  • NEOTERMES PHRAGMOSUS, a NEW DAMPWOOD TERMITE (ISOPTERA: KALOTERMITIDAE) from SOUTHEASTERN CUBA Author(S): Jan Krecek and Rudolf H
    NEOTERMES PHRAGMOSUS, A NEW DAMPWOOD TERMITE (ISOPTERA: KALOTERMITIDAE) FROM SOUTHEASTERN CUBA Author(s): Jan Krecek and Rudolf H. Scheffrahn Source: Florida Entomologist, 86(1):73-79. Published By: Florida Entomological Society DOI: http://dx.doi.org/10.1653/0015-4040(2003)086[0073:NPANDT]2.0.CO;2 URL: http://www.bioone.org/doi/ full/10.1653/0015-4040%282003%29086%5B0073%3ANPANDT%5D2.0.CO %3B2 BioOne (www.bioone.org) is a nonprofit, online aggregation of core research in the biological, ecological, and environmental sciences. BioOne provides a sustainable online platform for over 170 journals and books published by nonprofit societies, associations, museums, institutions, and presses. Your use of this PDF, the BioOne Web site, and all posted and associated content indicates your acceptance of BioOne’s Terms of Use, available at www.bioone.org/page/ terms_of_use. Usage of BioOne content is strictly limited to personal, educational, and non-commercial use. Commercial inquiries or rights and permissions requests should be directed to the individual publisher as copyright holder. BioOne sees sustainable scholarly publishing as an inherently collaborative enterprise connecting authors, nonprofit publishers, academic institutions, research libraries, and research funders in the common goal of maximizing access to critical research. Krecek & Scheffrahn: New Neotermes from Cuba 73 NEOTERMES PHRAGMOSUS, A NEW DAMPWOOD TERMITE (ISOPTERA: KALOTERMITIDAE) FROM SOUTHEASTERN CUBA JAN KRECEK AND RUDOLF H. SCHEFFRAHN Fort Lauderdale Research and Education Center, University of Florida Institute of Food and Agricultural Sciences, 3205 College Ave., Fort Lauderdale, FL 33314 ABSTRACT Neotermes phragmosus n. sp. is described from the imago and soldier castes. The imago head capsule of N.
    [Show full text]
  • Halona2021r.Pdf
    Terrestrial Arthropod Survey of Hālona Valley, Joint Base Pearl Harbor-Hickam, Naval Magazine Lualualei Annex, August 2020–November 2020 Neal L. Evenhuis, Keith T. Arakaki, Clyde T. Imada Hawaii Biological Survey Bernice Pauahi Bishop Museum Honolulu, Hawai‘i 96817, USA Final Report prepared for the U.S. Navy Contribution No. 2021-003 to the Hawaii Biological Survey EXECUTIVE SUMMARY The Bishop Museum was contracted by the U.S. Navy to conduct surveys of terrestrial arthropods in Hālona Valley, Naval Magazine Lualualei Annex, in order to assess the status of populations of three groups of insects, including species at risk in those groups: picture-winged Drosophila (Diptera; flies), Hylaeus spp. (Hymenoptera; bees), and Rhyncogonus welchii (Coleoptera; weevils). The first complete survey of Lualualei for terrestrial arthropods was made by Bishop Museum in 1997. Since then, the Bishop Museum has conducted surveys in Hālona Valley in 2015, 2016–2017, 2017, 2018, 2019, and 2020. The current survey was conducted from August 2020 through November 2020, comprising a total of 12 trips; using yellow water pan traps, pitfall traps, hand collecting, aerial net collecting, observations, vegetation beating, and a Malaise trap. The area chosen for study was a Sapindus oahuensis grove on a southeastern slope of mid-Hālona Valley. The area had potential for all three groups of arthropods to be present, especially the Rhyncogonus weevil, which has previously been found in association with Sapindus trees. Trapped and collected insects were taken back to the Bishop Museum for sorting, identification, data entry, and storage and preservation. The results of the surveys proved negative for any of the target groups.
    [Show full text]
  • Vrsanskyetal SI7 Eusociality Revision.Pdf
    [4] [8] [1] [2] [3] [1] [2] [1] [5] [6] [7] [13] [14] [15] [16] [17] [9] [2] [10] [11] [12] [12] [14] [20] [18] [18] [2] [19] [11] [20] [21] [22] [23] [24] [25] [27] [28] [28] [28] [29] [30] [31] [29] [26] [32] [32] [33] [34] [35] [35] [35] [36] [41] [45] [37] [38] [39] [40] [42] [44] [43] [44] [46] [47] [48] [48] [48] [49] [48] [48] [48] [54] [50] [50] [49] [51] [52] [52] [53] [57] [55] [56] [67] [68] [69] [70] [71] [63] [64] [65] [66] [75] [76] [77] [78] [79] [72] [73] [70] [74] [55] [58] [59] [60] [61] [62] [55] [56] [83] [80] a) [80] [81] [85] [84] [87] [86] [81] [82] [91] [93] [88] [89] [90] [92] [89] [89] [94] [90] [97] [98] [99] [95] [95] [99] [99] [96] [95] [100] [101] [104] [101] [103] [105] [102] [103] [103] [113] [106] [107] [49] [109] [114] [107] [106] [115] [108] [110] [111] [112] [1] Moreau, C. S. & Bell, C. D. Testing the Museum versus cradle tropical biological diversity hypothesis: Phylogeny, Diversification, and ancestral Biogeographic range evolution of the ants. Evolution: International Journal of organic Evolution 67, 2240-2257 (2014). [2] Rust, J. & Wappler, T. Paleontology: The Point of No Return in the Fossil Record of Eusociality. Current Biology 26, R159-R161 (2016). [3] Perrichot, V., Wang, B. & Engel, M. S. Extreme morphogenesis and ecological specialization among Cretaceous basal ants. Current Biology 26, 1468-1472 (2016). [4] Nielsen, C., Agrawal, A. A. & Hajek, A. E. Ants defend aphids against lethal disease. Biology Letters 6, 205-208 (2010).
    [Show full text]
  • Keys to Soldier and Winged Adult Termites (Isoptera) of Florida Author(S): Rudolf H
    Keys to Soldier and Winged Adult Termites (Isoptera) of Florida Author(s): Rudolf H. Scheffrahn and Nan-Yao Su Source: The Florida Entomologist, Vol. 77, No. 4 (Dec., 1994), pp. 460-474 Published by: Florida Entomological Society Stable URL: http://www.jstor.org/stable/3495700 . Accessed: 06/08/2014 12:03 Your use of the JSTOR archive indicates your acceptance of the Terms & Conditions of Use, available at . http://www.jstor.org/page/info/about/policies/terms.jsp . JSTOR is a not-for-profit service that helps scholars, researchers, and students discover, use, and build upon a wide range of content in a trusted digital archive. We use information technology and tools to increase productivity and facilitate new forms of scholarship. For more information about JSTOR, please contact [email protected]. Florida Entomological Society is collaborating with JSTOR to digitize, preserve and extend access to The Florida Entomologist. http://www.jstor.org This content downloaded from 158.135.136.72 on Wed, 6 Aug 2014 12:03:56 PM All use subject to JSTOR Terms and Conditions 460 Florida Entomologist 77(4) December, 1994 KEYS TO SOLDIERAND WINGEDADULT TERMITES (ISOPTERA)OF FLORIDA RUDOLF H. SCHEFFRAHN AND NAN-YAO Su Ft. Lauderdale Research and Education Center University of Florida, Institute of Food & Agric. Sciences 3205 College Avenue, Ft. Lauderdale, FL 33314 ABSTRACT Illustrated identification keys are presented for soldiers and winged adults of the following 17 termite species known from Florida: Calcaritermes nearcticus Snyder, Neotermes castaneus (Burmeister), N. jouteli (Banks), N. luykxi Nickle and Collins, Kalotermes approximatus Snyder, Incisitermes milleri (Emerson), L minor (Hagen), I.
    [Show full text]
  • Neotermes Phragmosus, a New Dampwood Termite (Isoptera: Kalotermitidae) from Southeastern Cuba
    Krecek & Scheffrahn: New Neotermes from Cuba 73 NEOTERMES PHRAGMOSUS, A NEW DAMPWOOD TERMITE (ISOPTERA: KALOTERMITIDAE) FROM SOUTHEASTERN CUBA JAN KRECEK AND RUDOLF H. SCHEFFRAHN Fort Lauderdale Research and Education Center, University of Florida Institute of Food and Agricultural Sciences, 3205 College Ave., Fort Lauderdale, FL 33314 ABSTRACT Neotermes phragmosus n. sp. is described from the imago and soldier castes. The imago head capsule of N. phragmosus has a distinctly phragmotic and concave frons. Plesiomorphic characters of N. phragmosus unique among the Kalotermitidae include partial separation of the otherwise fused first and second marginal teeth of the left imago/worker mandible, long subcosta and radius, and increased number of antennal articles in both imagos and soldiers. This species is confined to the xeric coastal habitats of southeastern Cuba. Key Words: new species, taxonomy, West Indies, Greater Antilles, Caribbean RESUMEN El Neotermes phragmosus n. sp. es descrito de la casta imago y la casta soldado. La cápsula de la cabeza del imago N. phragmosus tiene el frente distintivamente fragmotico y cóncavo. Las características plesiomorficas del N. phragmosus son únicas entre los Kalotermitidae in- cluyen la separación parcial de los primeros y segundos dientes marginales de la mandíbula izquierda del imago/trabajador, que en otros casos se encuentra fundidos; un subcosta y un radio largados; y un mayor número de artículos en las antenas en los imagos y los soldados. Esta especie está restríngida a la zona árida costera del sureste de Cuba. A species of Neotermes, collected in extreme search Institute, Inc. Redlands, CA). Morphomet- southeastern Cuba, was originally listed as Neoter- ric data from specimens preserved in 85% ethanol mes sp.
    [Show full text]
  • Entomologische Berich Maandblad Uitgegeven Door De Nederlandsche Entomologische Vereeniging
    t DIV. ÏWS3 ^ U.S. NATL? KB? FEB ENTOMOLOGISCHE BERICH MAANDBLAD UITGEGEVEN DOOR DE NEDERLANDSCHE ENTOMOLOGISCHE VEREENIGING Deel 15 1 Januari 195 5 No 13 Adres der Redactie : B. j. LEMPKE, Oude IJselstraat 12m, Amsterdam - Zuid 2 — Nederland INHOUD: L. G. E. Kalshoven: Additional note on the giant Elaterid, Oxynopterus mucronatus Ol., a predator on termites in Java (p. 273). — W. M. Doctors van Leeuwen : Hoe men de oplossing van de Cynips kollari puzzle vond (p. 279). —' G. L. van Eynd- hoven: Verslag van de 86e Wintervergadering (p. 285). —■ G. A. Bentinck: Nieuwe en zeldzame Lepidoptera in 1953 (p. 286). — T. H. van Wisselingh: Macrolepidoptera in 1953 (p. 287). — W. J. Kabos: Euaresta guttata (Fall.) faun, nov. sp. (Trypetidae) (p. 289). ■— L. G. E. Kalshoven: Demonstratie van in Nederland ingevoerde voorraadsinsecten uit de tropen (p. 290). •— J.^\_ßetrem: On Some Ant Types of Fabricius (p. 291). — A. Diakonoff: Problemen der terminologie van de genitalia bij de Lepidoptera (p. 294). — W. Roepke: Over Attacus-soorten in Zuid-Oost-Azië (Lep.) (p. 296). — Literatuur: (p 283: P. H. van Doesburg; p. 296 : B. J. Lempke). — Korte mededelingen : (p. 284, 289 : Mededelingen; p. 295 : N. W. Elfferich). Additional note on the giant Elaterid, Oxynopterus mucronatus OL, a predator on termites in Java by L. G. E. KALSHOVEN Two pages of my thesis on the bionomies of Neotermes tectonae (1930) were devoted to this interesting predator, which was found to be an occasional enemy of the trunk-excavating termite in the teak forests of Central Java. As the text was written in Dutch and this section was recapitulated in 6 lines only in the English summary, a fuller resumé of its contents completed with details from the orginal field notes, may be given first.
    [Show full text]
  • Andreas Brune - Publications
    Andreas Brune - Publications 2013 Brune, A. (2013) Symbiotic associations between termites and prokaryotes. In: The Prokaryotes, 4th edn., Vol. 1 (E. Rosenberg, E. DeLong, F. Thompson, S. Lory, E. Stackebrandt, eds.). Springer, Berlin, pp. 545-577. (online access) Thompson, C.L. & Brune, A. (2013) Crystal ball 2013: Unweaving the evolutionary fabric of symbiotic digestion in termites. Environ. Microbiol. Rep. 5, 14-15. (online access) Thompson, C.L., Mikaelyan, A. & Brune, A. (2013) Immune-modulating gut symbionts are not "Candidatus Arthromitus". Mucosal Immunol. 6, 200-201. (online access) 2012 Brune, A. (2012) Endomicrobia: intracellular symbionts of termite gut flagellates. J. Endocytobiosis Cell Res. 23, 11-15. (online access) Desai, M.S. & Brune, A. (2012) Bacteroidales ectosymbionts of gut flagellates shape the nitrogen-fixing community in dry- wood termites. ISME J. 6, 1302-1313. (online access) Guichard, P., Desfosses, A., Maheshwari, A., Hachet, V., Dietrich, C., Brune, A., Ishikawa, T., Sachse, C. & Gönczy, P. (2012) Cartwheel architecture of Trichonympha basal body. Science 337, 553 . (online access) Hobbie, S.N., Li, X., Basen, M., Stingl, U. & Brune, A. (2012) Humic substance-mediated Fe(III) reduction by a fermenting Bacillus strain from the alkaline gut of a humus-feeding scarab beetle larva. Syst. Appl. Microbiol. 35, 226-232. (online access) Köhler, T., Dietrich, C., Scheffrahn, R.H. & Brune, A. (2012) High-resolution analysis of gut environment and bacterial microbiota reveals functional compartmentation of the gut in wood-feeding higher termites (Nasutitermes spp.). Appl. Environ. Microbiol. 78, 4691-4701. (online access) Ngugi, D.K., Antunes, A., Brune, A. & Stingl, U. (2012) Biogeography of pelagic bacterioplankton across an antagonistic temperature–salinity gradient in the Red Sea.
    [Show full text]
  • Some Aspects of Ecology and Biogeography of Termites of Peninsular India
    ZOBODAT - www.zobodat.at Zoologisch-Botanische Datenbank/Zoological-Botanical Database Digitale Literatur/Digital Literature Zeitschrift/Journal: Beiträge zur Entomologie = Contributions to Entomology Jahr/Year: 1989 Band/Volume: 39 Autor(en)/Author(s): Thakur Artikel/Article: Some Aspects of Ecology and Biogeography of Termites of Peninsular India. 343-366 ©www.senckenberg.de/; download www.contributions-to-entomology.org/ Beitr. Ent. 39 (1989) 2, S. 343-366 Forest Research Institute & Colleges, Forest Entomology Branch, DEHRA-DUN India M. L. Thakite Some Aspects of Ecology and Biogeography of Termites of Peninsular India W ith 6 text figures J. Introduction KoNiG (1779) was perhaps the first naturalist to carry out scientific observations on termites in Southern India and Sri Lanka. Subsequently W asmann (1893, 1896 & 1902), D esneux (1904- 1908), 1 Holmgren (1911—-1913), Holmgren & Holmgren (1917), K emner (1926), Snyder (1933 — 34), Beeson (1941) and G ardner (1944) made important contributions to the then known knowledge of termite fauna from the Indian region. Of these, more important works are those of W asmann (1902), Holmgren (1911 — 1913) and Holmgren & Holmgren (1917). In the postindependence period, termites as a group, received the due attention and attracted many good taxonomists, who made significant contributions to the study of termite fauna of India. The most comprehensive taxonomic and zoogeographic account of termites from South India has been given by Bose (1975). Apart from this, scattered information on the taxonomy, biology, bioecology and zoogeography is available in the publications byR oonwal & Chhotani (1962, 1966), Chatterjee & T hakxjr (1963 — 1964), P rashad &,Sen -Sarma (1959 —1960 & 1966), P rashad et al.
    [Show full text]
  • Evaluation of Pathways for Exotic Plant Pest Movement Into and Within the Greater Caribbean Region
    Evaluation of Pathways for Exotic Plant Pest Movement into and within the Greater Caribbean Region Caribbean Invasive Species Working Group (CISWG) and United States Department of Agriculture (USDA) Center for Plant Health Science and Technology (CPHST) Plant Epidemiology and Risk Analysis Laboratory (PERAL) EVALUATION OF PATHWAYS FOR EXOTIC PLANT PEST MOVEMENT INTO AND WITHIN THE GREATER CARIBBEAN REGION January 9, 2009 Revised August 27, 2009 Caribbean Invasive Species Working Group (CISWG) and Plant Epidemiology and Risk Analysis Laboratory (PERAL) Center for Plant Health Science and Technology (CPHST) United States Department of Agriculture (USDA) ______________________________________________________________________________ Authors: Dr. Heike Meissner (project lead) Andrea Lemay Christie Bertone Kimberly Schwartzburg Dr. Lisa Ferguson Leslie Newton ______________________________________________________________________________ Contact address for all correspondence: Dr. Heike Meissner United States Department of Agriculture Animal and Plant Health Inspection Service Plant Protection and Quarantine Center for Plant Health Science and Technology Plant Epidemiology and Risk Analysis Laboratory 1730 Varsity Drive, Suite 300 Raleigh, NC 27607, USA Phone: (919) 855-7538 E-mail: [email protected] ii Table of Contents Index of Figures and Tables ........................................................................................................... iv Abbreviations and Definitions .....................................................................................................
    [Show full text]
  • Memoirs of Black Entomologists: Reflections on Childhood, University, and Career Experiences
    RIDDICK • FOO • BRYAN • SIMMONS RIDDICK • FOO BRYAN THOMAS SAY PUBLICATIONS IN ENTOMOLOGY M E M O I R S Memoirs of Black Entomologists: Reflections on Childhood, University, and Career Experiences Memoirs of Black Entomologists Memoirs of Black Entomologists Edited by Eric W. Riddick, Michelle Samuel-Foo, Willye W. Bryan, and Alvin M. Simmons ENTOMOLOGICAL SOCIETY OF AMERICA ENTOMOLOGICAL SOCIETY OF AMERICA ENTOMOLOGICAL ANNAPOLIS, MD SOCIETY OF AMERICA ISBN 978-0-9776209-9-9 THOMAS SAY PUBLICATIONS IN ENTOMOLOGY: MEMOIRS Memoirs of Black Entomologists: Reflections on Childhood, University, and Career Experiences Edited by Eric W. Riddick Michelle Samuel-Foo Willye W. Bryan Alvin M. Simmons Published by ENTOMOLOGICAL SOCIETY OF AMERICA Annapolis, MD 2015 i Thomas Say Publications in Entomology Developed in 1991, this series publishes book-length manuscripts on all aspects of entomology. The series is divided into monographs, which publishes high-quality taxonomic works; memoirs, which publishes works on any non- systematic topic in entomology; and proceedings, which publishes collections of material delivered at symposia sponsored by the Entomological Society of America or other scientific societies. James B. Woolley Editor Cover photo: Dr. Michelle Samuel-Foo conducting an antixenosis test in a greenhouse in Athens, GA. (Photo courtesy of M. Samuel-Foo) Copyright © 2015 by the Entomological Society of America All rights reserved ISBN 978-0-9776209-9-9 Library of Congress Control Number: 2013949786 ii Contents Preface ...........................................................1 Acknowledgments ..................................................2 Introduction ......................................................3 Objectives. 3 Why Memoirs? .................................................4 Section 1: A Tribute to Charles H. Turner ..............................6 Section 2: Living Black Entomologists. 14 Memoirs .....................................................14 Ware, J. ......................................................14 Singleton, J.
    [Show full text]