Memoires Jaren Met Misha Mengelberg Tekst Dick Lucas

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Memoires Jaren Met Misha Mengelberg Tekst Dick Lucas MEMOIRES Jaren met Misha Mengelberg TEKST DICK LUCAS Zondags- kind op maandag Geluidstechnicus Dick Lucas stierf op 4 november 2019, na een langdurige ziekte. Een week eerder, op 27 oktober, voltooide hij het verhaal dat hij over zijn samenwerking met Misha Mengelberg (1935-2017) wilde schrijven, als bijdrage aan diens nagedachtenis. Jazz Bulletin publiceert het, dankbaar en met enige trots, als hommage aan beiden. GERARD ROUY GERARD Misha Mengelberg, Dick Lucas en 36 DECEMBER 2019 jazz bulletin cellist Tristan Honsinger in 2003 37 Misha Mengelberg isha Mengelberg leerde ik De dreigende teloorgang van zoveel talent vondst in het muzikale probleem dat aan impro, maar letterlijker. Door de specta- pas eind jaren zeventig maakte bij Susanna von Canon en mij de orde is, waardoor hij zich er weer uit culaire Amerikaanse saxofonist Keshavan goed kennen, een periode Foster Parents-gevoelens los. Er werd be- redt. Is dat genoeg, of mag je als publiek Maslak op te stellen tussen Nederlandse waarin de Instant Compo- sloten nog eenmaal subsidie te vragen en meer eisen van een muzikant? Komt het er improvisatoren, begin jaren tachtig. Als sers Pool, het in 1967 door die geheel te besteden aan een repetitie- in de kern op neer dat een componist zijn een enorme Amerikaanse SUV tussen Mengelberg, Willem Breuker en Han Ben- en opnamesessie. Als laatste redmiddel eigen weg moet volgen, of draait het om Europese Volkswagentjes. Dat beeld vond M nink opgerichte orkest, in een periode van werd een soort retraite van het orkest ge- publiek dat waar krijgt voor zijn geld? Misha fantastisch. En dan binnen dat verandering verkeerde. Wisselende bezet- organiseerd. Een week lang overdag repe- De jaren daarvoor runde Misha samen enorme kabaal Maslak met een dirigen- tingen met botsende muzikale persoon- teren in het Bimhuis om het materiaal met zijn vrouw Amy de stichting Steim op tengebaar aan- en uitschakelen. Een bot- lijkheden maakten plaats voor een hechter goed door te nemen. Ik zou dat alles op- de Amsterdamse Groenburgwal. Een club sing van werelden leverde dat op. Soms ensemble, met nieuwe namen als trombo- nemen, in de hoop dat het voldoende die ooit was opgericht om muzikanten te leuk, vaak ongemakkelijk. nist Wolter Wierbos, bassist Ernst Gle- kwaliteit zou opleveren voor een uitgave. faciliteren op het gebied van elektronica. Lyriek op Maslaks wijze vond Misha rum, de rietblazers Michael Moore en Ab In 1990 werd dit de basis voor Bospaadje Al waren de middelen nog beperkt, mede iets dat de moeite van het bestrijden Baars. In 1984 en 1986 bewees dit veran- dankzij Steim kregen de elektronica een waard was. Als je binnen een seconde in derde ICP zich met sterke programma’s plaats in de geïmproviseerde muziek. Amy zo’n laaiende beweging gaat spelen, daar rond composities van Herbie Nichols en runde het kantoor, Misha was de artistiek geloof je toch niet in? Zoiets wilde Misha Thelonious Monk. Voor die tijd kende ik Misha leider. Uiteindelijk werden ze allebei ge- echt niet op het ICP-podium laten klin- Ondanks die creatieve bloei belandde wipt. Binnen Steim was een richtingen- ken. En toch vroeg hij Maslak erbij. het orkest in de daaropvolgende jaren in zoals velen. Hoogst irritant: strijd ontstaan. Michel Waisvisz, de latere De toetreding van saxofonist Tobias een dieptepunt. In politiek en cultureel directeur, zocht muzikale oplossingen in Delius tot het orkest veroorzaakte discus- opzicht begon het uit de jaren zestig stam- net altijd te laat komen de high-tech richting. Misha bleef de sie. Ik was ervoor dat Tobias lid van ICP mende idee van ‘de verbeelding aan de bij optredens, nooit iets anarchist. zou worden. Zijn methode om in FRANCESCA PATELLA macht’ op de tocht te staan en incasseerde groepsimprovisaties goed op te letten of Han Bennink en Misha Mengelberg in de trein van Leipzig naar Amsterdam, mei 2001 het zijn eerste dreun in rechtse richting. doen waardoor het een er bij toeval melodisch of ritmisch materi- Alles ging slecht in de jazz-scene: het pu- Botsing van werelden aal opdook dat ook voorkwam in het ge- bliek liep terug en de subsidiekraan drup- beetje gezellig wordt Misha vond dat muziek ergens over moet schreven ICP-materiaal, en daar dan in- pelde hooguit nog wat. De muzikale pres- gaan. Maar waarover? Je komt dan al snel stant naar over te stappen, werkte mijns taties werden slordiger, simpelweg door- op begrippen als strijd of het vertellen van inziens goed. Het leek mij een verrijking dat dat er minder geld was voor repetities een persoonlijk verhaal. Misha realiseerde voor het orkest. Je moet bij de les zijn, en uitvoeringen. Een neerwaartse spiraal, Konijnehol 1 en 2, twee cd’s die een nieuwe dat op het podium door bezettingen te maar dat konden de musici wel aan. waarin de improvisatieroutine verdween. creatieve fase voor ICP inluidden. kiezen waarin problematische verhoudin- Misha zag in Tobias te veel het harmo- Eind jaren tachtig ontfermde Susanna Uiteindelijk zou ik bestuurslid van ICP gen waren verdisconteerd. Altsaxofonist niemodel en niet een ‘spaak in het wiel’. von Canon, de manager van het Willem worden en meebeslissen over de opna- en probleemdrinker Sean Bergin opstel- Dat laatste vond Misha interessanter. Breuker Kollektief, zich ook over de ICP. men en cd-uitgaven. Voor die tijd kende ik len, brengt inderdaad conflicten en men- Maar hij zag Tobias’ kwaliteiten en liet het Op zeker moment raakte de ondergang in Misha zoals velen. Jazzakkoordenkenner selijk leed met zich mee. Voor Misha was idee te componeren via wisselende bezet- zicht. Nog slechts een beetje subsidiegeld van de buitenklasse. Maar ook hoogst irri- dat een onderwerp waar de muziek over tingen varen. Na de komst van Tobias, in de pot en geen perspectief op normaal tant: net altijd te laat komen bij optre- kon gaan. Voor ICP’s concertpraktijk kon medio jaren negentig, bleef de bezetting betaalde optredens. Er waren niet veel po- dens, nooit iets doen waardoor het een het een ramp betekenen. van het orkest hetzelfde. dia over die de uitkoopsom voor tien mu- beetje gezellig wordt, onaangenaam zeu- Europees versus Amerikaans vond De strijd tussen Han en Misha was een zikanten konden betalen. En ook ambiti- ren met pianotoetsen als bruikbaar muzi- Misha ook interessant. Niet in de toen constante op het podium, vooral wanneer GIOVANNI PIESCO GIOVANNI euze jazzfestivals en radioprogramma’s kaal materiaal beschouwen. hoog oplopende discussie over de Ameri- ze als duo optraden. Het akoestische as- Dick Lucas in zijn opnamebus voor het oude Bimhuis, samen met toenmalig zakelijk directeur Els de Wit, circa 2000 waren aan een duikvlucht begonnen. En dan is er ineens die onverwachte kaanse jazztraditie tegenover de Europese pect ervan was voor Misha niet interes- 38 MAART 2020 jazz bulletin jazz bulletin MAART 2020 39 Misha Mengelberg sant. Hij trok zich weinig aan van wegge- keer gehoord had, maar die altijd een on- Toen ik eens in de pauze van een concert serieus. Ik vond op mijn beurt dat hij te ver speeld worden door Benninks slagwerk, verwachte draai kregen. De lolbroekerij informeerde waarom hij niet had gespeeld kon gaan in de overtuiging dat zijn mening daar had hij zijn eigen oplossingen voor. van het Willem Breuker Kollektief – hu- in de eerste set, antwoordde Misha: ‘Ik de enig juiste was. De ruzies gingen over kinderachtiger as- mor als entertainend avondvermaak – zat wist niks.’ Dat de andere muzikanten op Misha kon op een ergerlijk niveau ver- pecten, zoals de vraag: wie mag het hoesje ICP in de weg. Het was een label dat ten het podium in zijn ogen ook niets wisten zeilen van ‘spiegeltjes en kralen’, want hij voor de volgende ICP-cd maken. Mag onrechte op de Nederlandse improvisa- maar wel speelden, dat vond Misha niks. bleek soms om te kopen met een dozijn Amy dat doen of Han, die de baas wilde tie-scene werd geplakt. Het is iets, of het is niets. Als je dat door- oesters. Dan werd de grote lijn plotsklaps zijn over de vormgeving van het ICP-label. Voor critici als Kevin Whitehead was trekt kan het grappig zijn. Maar op een verloochend. Het kwam voor dat ik daar Daar werd oorlog over gevoerd. Misha’s aan de beeldende kunst verwante andere manier dan hoe Kevin Whitehead schoon genoeg van had. Na een serie con- Het hoesje van Misha’s solo-cd Mix concept moeilijk te plaatsen. Bijvoor- zijn muziek bekeek. Misha probeerde ge- certen, genaamd ‘Slot der 2de Decade’, had (1994) is ontworpen door Amy Mengel- beeld: ervan uitgaan dat sommige dingen hakt te maken van Kevins definities – al ik na veel repetities eindelijk een paar berg. Dat was een steen des aanstoots domweg geen betekenis hebben. Misha zou je het ook in omgekeerde richting stukken die nog nooit waren opgenomen voor Han en heeft tot twee jaar veenbrand werkte samen met kunstenaars uit de kunnen doen. In mijn gedachtenwereld vastgelegd. Misha heeft die toen laten uit- geleid. Ook waren er irritaties over het heeft Misha raampjes opengezet. Ik was brengen bij Werner Uehlinger, een rijke valsspelen van Han bij het schaken. Altijd niet bevriend met hem, maar zijn kijk op Zwitser, op diens Hat Hut Label, en niet op een potje vóór en in de pauze van een con- de wereld en op muziek vond ik een intel- het ICP-label waarvoor ze waren bedoeld. cert. Han was een meester in trucjes als Toen ik eens in de lectuele uitdaging. Daar leerde ik van. Ruzie heb ik ook met hem gehad over de een loper bliksemsnel verplaatsen van het volgorde van de stukken op een cd. Zoals witte naar het zwarte veld, of omgekeerd. pauze van een concert ik het gemonteerd had, vond hij niet oké.
Recommended publications
  • The “Work” of Simeon Ten Holt's Canto Ostinato Through the Van Veen
    The “Work” of Simeon ten Holt’s Canto Ostinato through the Van Veen Recordings Stacey Low ORCID: 0000-0003-4287-9044 Submitted in total fulfilment of the requirements for the degree of Master of Music (Musicology/Ethnomusicology) September 2020 Melbourne Conservatorium of Music Faculty of Fine Arts and Music University of Melbourne Abstract Canto Ostinato for keyboard instruments (1973-79) is the best-known piece of Dutch composer Simeon ten Holt (1923-2012). The first work of his final compositional period, it advocates indeterminacy in performance, leaving performers to decide on dynamics, articulation, pedalling, instrumentation, and the number of repetitions of most of its 106 sections. Canto Ostinato’s aleatoric nature is investigated in relation to the traditional connotations of a “work,” as highlighted by Lydia Goehr. Georgina Born’s notion of a “provisional” type of work and Peter Elsdon’s classification of a work as the total of its realisations are posited as alternative definitions. An examination of Canto as a “work” would be incomplete without an analysis of the piece’s relationships to its composer, period of conception, performers, realisations, and audiences, and the relationships and contradictions between these aspects. This thesis investigates Canto in relation to several of its precedents in experimental music, such as improvisational music, minimalism, and indeterminacy. Several of ten Holt’s stated beliefs are investigated in relation to the score of Canto, such as the spiritual importance he accorded to the concept of tonality; the special interaction between the performers; the idea of each work developing on its own; and the notion of an “ideal performance” of an indeterminate piece.
    [Show full text]
  • Windward Passenger
    MAY 2018—ISSUE 193 YOUR FREE GUIDE TO THE NYC JAZZ SCENE NYCJAZZRECORD.COM DAVE BURRELL WINDWARD PASSENGER PHEEROAN NICKI DOM HASAAN akLAFF PARROTT SALVADOR IBN ALI Managing Editor: Laurence Donohue-Greene Editorial Director & Production Manager: Andrey Henkin To Contact: The New York City Jazz Record 66 Mt. Airy Road East MAY 2018—ISSUE 193 Croton-on-Hudson, NY 10520 United States Phone/Fax: 212-568-9628 NEw York@Night 4 Laurence Donohue-Greene: Interview : PHEEROAN aklaff 6 by anders griffen [email protected] Andrey Henkin: [email protected] Artist Feature : nicki parrott 7 by jim motavalli General Inquiries: [email protected] ON The Cover : dave burrell 8 by john sharpe Advertising: [email protected] Encore : dom salvador by laurel gross Calendar: 10 [email protected] VOXNews: Lest We Forget : HASAAN IBN ALI 10 by eric wendell [email protected] LAbel Spotlight : space time by ken dryden US Subscription rates: 12 issues, $40 11 Canada Subscription rates: 12 issues, $45 International Subscription rates: 12 issues, $50 For subscription assistance, send check, cash or VOXNEwS 11 by suzanne lorge money order to the address above or email [email protected] obituaries by andrey henkin Staff Writers 12 David R. Adler, Clifford Allen, Duck Baker, Stuart Broomer, FESTIVAL REPORT Robert Bush, Thomas Conrad, 13 Ken Dryden, Donald Elfman, Phil Freeman, Kurt Gottschalk, Tom Greenland, Anders Griffen, CD ReviewS 14 Tyran Grillo, Alex Henderson, Robert Iannapollo, Matthew Kassel, Mark Keresman, Marilyn Lester, Miscellany 43 Suzanne Lorge, Marc Medwin, Russ Musto, John Pietaro, Joel Roberts, John Sharpe, Elliott Simon, Event Calendar 44 Andrew Vélez, Scott Yanow Contributing Writers Kevin Canfield, Marco Cangiano, Pierre Crépon George Grella, Laurel Gross, Jim Motavalli, Greg Packham, Eric Wendell Contributing Photographers In jazz parlance, the “rhythm section” is shorthand for piano, bass and drums.
    [Show full text]
  • Hybridity and Identity in the Pan-American Jazz Piano Tradition
    Hybridity and Identity in the Pan-American Jazz Piano Tradition by William D. Scott Bachelor of Arts, Central Michigan University, 2011 Master of Music, University of Michigan, 2013 Master of Arts, University of Michigan, 2015 Submitted to the Graduate Faculty of The Kenneth P. Dietrich School of Arts and Sciences in partial fulfillment of the requirements for the degree of Doctor of Philosophy University of Pittsburgh 2019 UNIVERSITY OF PITTSBURGH DIETRICH SCHOOL OF ARTS AND SCIENCES This dissertation was presented by William D. Scott It was defended on March 28, 2019 and approved by Mark A. Clague, PhD, Department of Music James P. Cassaro, MA, Department of Music Aaron J. Johnson, PhD, Department of Music Dissertation Advisor: Michael C. Heller, PhD, Department of Music ii Copyright © by William D. Scott 2019 iii Michael C. Heller, PhD Hybridity and Identity in the Pan-American Jazz Piano Tradition William D. Scott, PhD University of Pittsburgh, 2019 The term Latin jazz has often been employed by record labels, critics, and musicians alike to denote idioms ranging from Afro-Cuban music, to Brazilian samba and bossa nova, and more broadly to Latin American fusions with jazz. While many of these genres have coexisted under the Latin jazz heading in one manifestation or another, Panamanian pianist Danilo Pérez uses the expression “Pan-American jazz” to account for both the Afro-Cuban jazz tradition and non-Cuban Latin American fusions with jazz. Throughout this dissertation, I unpack the notion of Pan-American jazz from a variety of theoretical perspectives including Latinx identity discourse, transcription and musical analysis, and hybridity theory.
    [Show full text]
  • Computer Music
    THE OXFORD HANDBOOK OF COMPUTER MUSIC Edited by ROGER T. DEAN OXFORD UNIVERSITY PRESS OXFORD UNIVERSITY PRESS Oxford University Press, Inc., publishes works that further Oxford University's objective of excellence in research, scholarship, and education. Oxford New York Auckland Cape Town Dar es Salaam Hong Kong Karachi Kuala Lumpur Madrid Melbourne Mexico City Nairobi New Delhi Shanghai Taipei Toronto With offices in Argentina Austria Brazil Chile Czech Republic France Greece Guatemala Hungary Italy Japan Poland Portugal Singapore South Korea Switzerland Thailand Turkey Ukraine Vietnam Copyright © 2009 by Oxford University Press, Inc. First published as an Oxford University Press paperback ion Published by Oxford University Press, Inc. 198 Madison Avenue, New York, New York 10016 www.oup.com Oxford is a registered trademark of Oxford University Press All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior permission of Oxford University Press. Library of Congress Cataloging-in-Publication Data The Oxford handbook of computer music / edited by Roger T. Dean. p. cm. Includes bibliographical references and index. ISBN 978-0-19-979103-0 (alk. paper) i. Computer music—History and criticism. I. Dean, R. T. MI T 1.80.09 1009 i 1008046594 789.99 OXF tin Printed in the United Stares of America on acid-free paper CHAPTER 12 SENSOR-BASED MUSICAL INSTRUMENTS AND INTERACTIVE MUSIC ATAU TANAKA MUSICIANS, composers, and instrument builders have been fascinated by the expres- sive potential of electrical and electronic technologies since the advent of electricity itself.
    [Show full text]
  • David Tudor in Darmstadt Amy C
    This article was downloaded by: [University of California, Santa Cruz] On: 22 November 2010 Access details: Access Details: [subscription number 923037288] Publisher Routledge Informa Ltd Registered in England and Wales Registered Number: 1072954 Registered office: Mortimer House, 37- 41 Mortimer Street, London W1T 3JH, UK Contemporary Music Review Publication details, including instructions for authors and subscription information: http://www.informaworld.com/smpp/title~content=t713455393 David Tudor in Darmstadt Amy C. Beal To cite this Article Beal, Amy C.(2007) 'David Tudor in Darmstadt', Contemporary Music Review, 26: 1, 77 — 88 To link to this Article: DOI: 10.1080/07494460601069242 URL: http://dx.doi.org/10.1080/07494460601069242 PLEASE SCROLL DOWN FOR ARTICLE Full terms and conditions of use: http://www.informaworld.com/terms-and-conditions-of-access.pdf This article may be used for research, teaching and private study purposes. Any substantial or systematic reproduction, re-distribution, re-selling, loan or sub-licensing, systematic supply or distribution in any form to anyone is expressly forbidden. The publisher does not give any warranty express or implied or make any representation that the contents will be complete or accurate or up to date. The accuracy of any instructions, formulae and drug doses should be independently verified with primary sources. The publisher shall not be liable for any loss, actions, claims, proceedings, demand or costs or damages whatsoever or howsoever caused arising directly or indirectly in connection with or arising out of the use of this material. Contemporary Music Review Vol. 26, No. 1, February 2007, pp. 77 – 88 David Tudor in Darmstadt1 Amy C.
    [Show full text]
  • The Reception and Development of Jazz in the Netherlands (1945–​1970S)
    The Reception and Development of Jazz in the Netherlands (1945– 1970s) Walter van de Leur1 In the decades after the Second World War, the Netherlands underwent sig- nificant economical, political and cultural changes, which invited the Dutch to rethink their national identity. Jazz, which triggered cultural debates since it first arrived in Europe, provides an ideal lens to look at these changes. This essay seeks to position jazz in the ever- changing cultural and social landscapes of the Netherlands in the postwar years, beginning with the liberation in May 1945 and ending in the 1970 s. As Mehring (2015) argues in Soundtrack van de bevrijding (“The soundtrack of the liberation”) it is hard to know the actual music performed during the euphoria that came with the end of the German occupation in the Netherlands. Film footage shot during those days is silent. Documentary makers have typ- ically added the music that was both antithetical to the Nazi-regime and that symbolized the youth culture of the Allied forces: American big band swing. In the months after the liberation, some 300 songs were written by Dutch song- writers to commemorate the end of the war. These were published as sheet music but few of them were recorded at the time. Mehring distinguishes differ- ent categories: marches, patriotic hymns, romantic love songs, boogie- woogie and swing, and foxtrots, which was “one of the most popular genres among the liberation songs.” Technically, the foxtrot is not so much a genre as a dance, typically danced to big band music. In the 1930s and 1940s, many quite diver- gent works were identified as “foxtrots” on their record labels— a marketing ploy rather than a genre classification.
    [Show full text]
  • 14 Anekdotes Voor Het Loosdrecht Jazz Festival
    1 14 Anekdotes voor het Loosdrecht Jazz Festival Voorwoord Voor de website en de programma boekjes van het Loosdrecht Jazz Festival rakelde ik een aantal anekdotes op. Het Loosdrecht Jazz Festival anno nu houdt rekening met het fameuze verleden. Het is geen systematische geschiedenis. Het zijn verhaaltjes die ik, om te beginnen in 2014, optekende uit de mond van mij bekende nog levende getuigen vanaf 1958. Puttend uit hun geheugen, krantenberichten ( collectie Nederlands Jazz Archief; collectie familie Van Dijk) de site Delpher.nl. En de foto's van Pieter Boersma, aangevuld met opnames van Paulus van Vliet uit 1967. Allen die ik terloops citerend heb ingevoerd dank ik voor hun opmerkingen. Verhaaltjes en foto's zijn nu on-line beschikbaar. Ze geven iets aan van de historische locatie Loosdrecht waar nu wederom in een botenloods een Festival bloeit. Pim Fenger www.fenger.nl/pim Amsterdam, augustus 2017 2 I. Max van Praag Aan Max van Praag de eer om Loosdrecht vanaf 1958 tot centrum van jazz te maken. Hij, zanger van het Nederlandse Lied, wilde wel eens wat anders en stuitte op de botenloods Jachthaven Van Dijk waar Tony Schifferstein, Alexander Pola en Rijk de Gooijer een succesvol cabaret hadden. Hij heeft die ambiance overgenomen met periodieke optredens van een vaste groep rondom Pim Jacobs en Rita Reys . Om jong jazz talent een kans te geven verbond hij aan de vaste optredens een Concours dat volop aandacht kreeg op de TV en als beloning voor de winnaar een opname van Philips/Phonogram. Het Nederlandse lied bleef aan hem kleven. Wie kent niet Over 25 Jaar en Als de Klok van Arnemuiden? Hem werd voorgelegd dat er in heel Arnemuiden geen ene klok te bekennen valt.
    [Show full text]
  • From the Sixties to the Present Day Contemporary Musical Life in the Light of Five Characteristic Features
    Amsterdam University Press Chapter Title: From the Sixties to the Present Day Contemporary Musical Life in the Light of Five Characteristic Features Book Title: Music of the Twentieth Century Book Subtitle: A Study of Its Elements and Structure Book Author(s): TON DE LEEUW Published by: Amsterdam University Press. (2005) Stable URL: https://www.jstor.org/stable/j.ctt46n27q.14 JSTOR is a not-for-profit service that helps scholars, researchers, and students discover, use, and build upon a wide range of content in a trusted digital archive. We use information technology and tools to increase productivity and facilitate new forms of scholarship. For more information about JSTOR, please contact [email protected]. Your use of the JSTOR archive indicates your acceptance of the Terms & Conditions of Use, available at https://about.jstor.org/terms Amsterdam University Press is collaborating with JSTOR to digitize, preserve and extend access to Music of the Twentieth Century This content downloaded from 129.74.250.206 on Wed, 12 Sep 2018 04:43:16 UTC All use subject to https://about.jstor.org/terms opmaak Music 15-07-2005 15:25 Pagina 195 chapter 9 From the Sixties to the Present Day Contemporary Musical Life in the Light of Five Characteristic Features It is hardly sufficient to discuss the newest developments in music exclusive- ly in terms of their manifestation in the music world at large. Much of what is happening today reaches the public concert circuit only occasionally, if at all. Naturally, the same applies to the media and the music press in so far as they, in turn, form a reflection of events in the concert world.
    [Show full text]
  • BENELUX and SWISS SYMPHONIES from the 19Th Century to the Present
    BENELUX AND SWISS SYMPHONIES From the 19th Century to the Present A Discography of CDs And LPs Prepared by Michael Herman JEAN ABSIL (1893-1974) BELGIUM Born in Bonsecours, Hainaut. After organ studies in his home town, he attended classes at the Royal Music Conservatory of Brussels where his orchestration and composition teacher was Paul Gilson. He also took some private lessons from Florent Schmitt. In addition to composing, he had a distinguished academic career with posts at the Royal Music Conservatory of Brussels and at the Queen Elisabeth Music Chapel and as the long-time director of the Music Academy in Etterbeek that was renamed to honor him. He composed an enormous amount of music that encompasses all genres. His orchestral output is centered on his 5 Symphonies, the unrecorded ones are as follows: No. 1 in D minor, Op. 1 (1920), No. 3, Op. 57 (1943), No. 4, Op. 142 (1969) and No. 5, Op. 148 (1970). Among his other numerous orchestral works are 3 Piano Concertos, 2 Violin Concertos, Viola Concerto. "La mort de Tintagiles" and 7 Rhapsodies. Symphony No. 2, Op. 25 (1936) René Defossez/Belgian National Orchestra ( + Piano Concerto No. 1, Andante and Serenade in 5 Movements) CYPRÈS (MUSIQUE EN WALLONIE) CYP 3602 (1996) (original LP release: DECCA 173.290) (1958) RAFFAELE D'ALESSANDRO (1911-1959) SWITZERLAND Born in St. Gallen. After some early musical training, he studied in Paris under the tutelage of Marcel Dupré (organ), Paul Roës (piano) and Nadia Boulanger (counterpoint). He eventually gave up composing in order to earn a living as an organist.
    [Show full text]
  • New Documentary Examines Milford Graves' Music, Philosophy
    MARCH 2018 VOLUME 85 / NUMBER 3 President Kevin Maher Publisher Frank Alkyer Editor Bobby Reed Reviews Editor Dave Cantor Contributing Editor Ed Enright Creative Director ŽanetaÎuntová Design Assistant Markus Stuckey Assistant to the Publisher Sue Mahal Bookkeeper Evelyn Hawkins Editorial Intern Izzy Yellen ADVERTISING SALES Record Companies & Schools Jennifer Ruban-Gentile 630-941-2030 [email protected] Musical Instruments & East Coast Schools Ritche Deraney 201-445-6260 [email protected] Advertising Sales Associate Kevin R. Maher 630-941-2030 [email protected] OFFICES 102 N. Haven Road, Elmhurst, IL 60126–2970 630-941-2030 / Fax: 630-941-3210 http://downbeat.com [email protected] CUSTOMER SERVICE 877-904-5299 / [email protected] CONTRIBUTORS Senior Contributors: Michael Bourne, Aaron Cohen, Howard Mandel, John McDonough Atlanta: Jon Ross; Austin: Kevin Whitehead; Boston: Fred Bouchard, Frank- John Hadley; Chicago: John Corbett, Alain Drouot, Michael Jackson, Peter Margasak, Bill Meyer, Mitch Myers, Paul Natkin, Howard Reich; Denver: Norman Provizer; Indiana: Mark Sheldon; Iowa: Will Smith; Los Angeles: Earl Gibson, Todd Jenkins, Kirk Silsbee, Chris Walker, Joe Woodard; Michigan: John Ephland; Minneapolis: Robin James; Nashville: Bob Doerschuk; New Orleans: Erika Goldring, David Kunian, Jennifer Odell; New York: Alan Bergman, Herb Boyd, Bill Douthart, Ira Gitler, Eugene Gologursky, Norm Harris, D.D. Jackson, Jimmy Katz, Jim Macnie, Ken Micallef, Dan Ouellette, Ted Panken, Richard Seidel, Tom Staudter, Jack Vartoogian, Michael
    [Show full text]
  • Bridging Opposites
    B r i d g i n g o p p o s i t e s understanding computer-based free improvisation Ángel Faraldo Master’s Thesis Institute of Sonology Royal Conservatory, The Hague May 2009 A c k n o w l e d g m e n t s This thesis is dedicated to all the persons I have encountered during my years as student in The Netherlands. Among them, I want to express my gratitude to the teaching personnel at the Instituut voor Sonologie, especially to Paul Berg, and to my mentor, Joel Ryan, for their suggestive comments and support; to my fellows ―and furthermore friends― at the Institute, who had contributed to the creation of a stimulating environment in which to reflect about music and technology. Without them this dissertation would have never crystallized into its present form. My fam- ily, even though following this whole adventure from abroad, has brought uncon- ditional love and support. Without them, again, I would had probably given up long before any of these words were written. As an improviser, I am indebted to all the improvisers I have met and played with in the course of the years, since they have deeply contributed to my under- standing of those aspects of music that cannot be explained with words: Érica Zisa, Mike Majkowski, Laura Altman, Yedo Gibson and the Royal Improvisers Orchestra, Eva Novoa, John Dikeman and Raoul van der Weide, to name just a few of them. Last, I want to express my profound gratitude to Yolanda Uriz, the person who in the course of the last three years has become my deepest and most sincere artistic collaborator, critic, friend and lover.
    [Show full text]
  • 2013 Season Biosabstracts Icaspweb
    2013 Season Colloquium Bios and Abstracts Jeff Albert Jeff Albert is a musician, music technologist, and educator. He is an Assistant Professor of Music Industry Technology at Loyola University New Orleans, and in May of 2013, he became the first graduate of the PhD program in Experimental Music and Digital Media at Louisiana State University, where his teachers included Stephen David Beck and Jesse Allison. He also holds degrees from Loyola University - New Orleans, and the University of New Orleans, and has served on the faculty of Xavier University of Louisiana and the University of New Orleans. Jeff’s areas of research include the intersections of improvisation and technology, performance paradigms for live computer music, and audio pedagogy. Albert was named a Rising Star Trombonist in the 2011 & 2012 Downbeat Critics Polls, and performs regularly in the New Orleans area, and throughout the US and Europe. In 2013, the Paris based record label Rogue Art released his CD, The Tree on the Mound, which features Kidd Jordan, Hamid Drake, and Joshua Abrams. In addition to leading the Jeff Albert Quartet, Jeff is a member of Hamid Drake's Bindu-Reggaeology band, and co-led the Lucky 7s with fellow trombonist Jeb Bishop. Jeff has performed with many great improvisers, including Georg Graewe, Tobias Delius, Dave Rempis, Jeff Parker, and many others. He has been a member of the bands of New Orleans greats George Porter and Wardell Querzergue, backed artists like Stevie Wonder and Bonnie Raitt, and performed with the Louisiana Philharmonic Orchestra, and the New Orleans Opera. Jeff has given presentations at the conferences of the Society for ElectroAcoustic Music in the United States, the Symposium for Laptop Ensembles and Orchestras, the International Society for Improvised Music, the Guelph Jazz Festival Colloquium, and the inaugural Symposium on Integrated Composition Improvisation and Technology.
    [Show full text]