Noodonderzoek in De Sint-Mauritiuskerk Te Bilzen (Prov. Limburg)
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Archeologie in Vlaanderen IV - 1994, 169-186 Noodonderzoek in de Sint-Mauritiuskerk te Bilzen (prov. Limburg) Wemer Wouters & Brigitte Cooremans I Inleiding het architectenbureau Spectrum uit Hasselt kon den enkele bijkomende sonderingen uitgevoerd Restauratiewerken aan de Sint-Mauritiuskerk te worden (fig. 2). De eerste interventie vond plaats Bilzen (fig. I) en het plaatsen van een nieuw ver- van 14 tot en met 22 oktober 1993. Bij het graven warmingssvsteem vormden de aanleiding tot een van de verwarmingskanalcn aan het westeind van noodinterventie in verschillende tijdsintervallen. het rond 1905 ingekorte koor, stootten arbeiders Dank zij de medewerking van de kerkfabriek Sint- op een grafkelder in baksteen (fig. 2: III), waarna Mauritius, de firma Goedleven uit Brasschaat en het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium 1 Algemeen situatieplan. (I.A.P) betrokken werd bij de werken. Een tweede General location map. grafkelder (fig. 2: II), in mergel, die iets meer wes telijk te situeren is, op de grens van het oorspron kelijke gotische koor en het schip, werd aangesne den bij het leggen van de fundering van de trap naar het hoger gelegen koor. Van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om te peilen naar het be staan van eventuele voorgangers van de gotische kerk (fig. 2: I, IV en V). In de daarop volgende maanden werden enkele bijkomende werkputten uitgezet: van 20 tot en met 26 januari 1994 aan de zuidzijde van de middenbeuk (fig. 2: VI), van 31 januari tot en met 5 februari in de zuidelijke zij beuk (fig. 2: VII) en tenslotte van 14 tot en met 18 maart aan de westzijde van het schip (fig. 2: VIII). Voordien had T. Waegeman1 archeologische controles uitgevoerd in de sleuven langs de bui tenmuren. De zeer losse vulling van de ondergrond van het gebouw, resultaat van eeuwen begravingen, dwong ons meestal te kiezen voor een opgraving in arbitraire niveaus2. 1 Docent aan het Prov. Hog. Archit. Instituut (PHAI) te Hasselt. We wensen hem hier te danken voor zijn me dewerking. Niet alleen zijn gegevens uit de werfcontrolc werden in deze studie geïntegreerd. Er werd ook dank baar gebruik gemaakt van zijn overzicht over de geschie denis van de parochie en de bouwgeschiedenis van de kerk: [Waegeman s.d.]. 1 Harris 19892. 169 W WOUTERS & B. COOREMANS 2 Historische schets Nevele en Ressegem (O.-VI.), Neerhespen (VI. Brab.), Gutshoven en Bilzen (Limburg)1(). Bilzen is gelegen op de grens tassen Droog en Vochtig Haspengouw, op de linkeroever van de Demer. Haar naam duikt rond 1050 als Bilisia voor 3 Resultaten van het archeologisch onderzoek de eerste maal op in de bronnen. De oudste Neder landse vermelding, Beken, dateert uit 1178. De 3.1 SPOREN VAN EEN HOUTEN KERK naam is van Keltische oorsprong: Oud-Keltisch WSM betekent 'veld, landeigendom'3. Vanaf de 13dc In werkput VI, gesitueerd aan de zuidzijde van eeuw is de naam Bucholtbihen of Bukenbilsen ge de middenbeuk (fig. 2), kwamen op een diepte van kend, ter onderscheiding van het nabij gelegen -147 cm onder het huidige vloemiveau, onder gra Eigenbilzen en Munsterbilzen. ven uit de late middeleeuwen of de moderne tijden, De geschiedenis van Bilzen in de lldc en 12de nog enkele minieme sporen aan het licht van een eeuw hangt nauw samen met die van Kolmont. houten constructie, overbouwd door een latere Kolmont was een heerlijkheid, min of meer onaf muur (fig. 3: A en 4). Het betreft een min of meer hankelijk van het graafschap Loon, met leengoede ovale paalkuil en een cirkelvormig paalgat. De paal- ren in Bilzen en omgeving. Het huis van Kolmont kuil heeft een maximale breedte van 85 cm en is stierf uit tussen 1155 en 1170 en haar goederen oost-west georiënteerd. De vulling bestaat uit een vormden een twistappel tussen Loon en Moha. Kol mengeling van oranjegele zandleem en humeuze mont kreeg reeds in 1170 stedelijke rechten van klei, met enkele silex-, zandsteen- en kalkmortel- wege de graaf van Loon, en de lotsverbondenheid fragmenten. Het paalgat zeil'heeft een doormeter tussen Bilzen en Kolmont heeft aanleiding gege van 0,65 m en is gevuld met een vette grijze klei ven tot de plausibele hvpothese dat aan Bilzen reeds met brokjes houtskool. Onder die vulling bevond in 1170 het Loons vrijheidscharter geschonken zich nog een tot ongeveer 5 cm dik, ellipsvormig werd4. Bilzen beschikte mogelijk reeds vroeg over kuiltje, gevuld met lichtblauw glauconiet houdend een versterking. De Borreberg, een natuurlijke hoog zand, dat waarschijnlijk als stabilisatie te interpre te ten oosten van Bilzen op de rechteroever van de teren is (fig. 3 B)''. Ten oosten van de paalkuil was Demer, domineert gans de veel lager gelegen stad een vergelijkbaar spoor aanwezig, waarvan slechts en kan een burcht geherbergd hebben. Topony- een zeer klein gedeelte werd aangesneden. Zijn mische gegevens wijzen in die richting. Zo wordt vulling was identiek aan dit van de hierboven be in 1390 de Borghberffh vermeld5. Opgravingen uit schreven paalkuil, een heterogene mengeling van gevoerd door Cuvelier en Huysmans in 1894 en oranjegele zandleem en humeuze klei. Waarschijn door de vereniging Bilisium in oktober 1968 en lijk bevond zich hier de aanzet van een tweede paal- juli 1973 leverden in ieder geval geen sporen op spoor, wat de voorzichtige interpretatie mogelijk van een torengebouw6. Vanaf de late middel maakt dat het eerste gebouw nog verder doorliep eeuwen wordt voor het eerst de stadsomwalling naar het oosten. vermeld, toegankelijk langs drie poorten: de Nuts- Om houtbouwsporen te identificeren als res poort of Hasseltse poort, de Brugpoort of Maas 7 tanten van een kerk, hebben we een aantal criteria trichterpoort en de Pijpepoort of Kempense poort . voorhanden, nl. de lokalisatie, de aanwezigheid van Over de geschiedenis van de kerk en haar paro een grafvcld en het grondplan12. Over een grond chie voor de 15de eeuw was tot voor kort zeer plan hebben we in dit geval geen beschikking. Het weinig geweten8. J. Paquay laat de stichting van de feit dat de late graven zeer diep waren aangelegd, parochie door de abdij van Munsterbilzen opklim heeft mogelijke gegevens over de aanwezigheid van men tot de 7de eeuw9. Dergelijke door een abdij vroegere grafvelden vernietigd. Zo kan slechts de lokalisatie met haar omstandigheidsgegevens als 3 Gyssding 1960, 144. gestichte kerken zijn makkelijk van andere te onder 4 scheiden. De abdijen behielden immers eeuwen identificatie-argument ingebracht worden, waarbij Baertcn 1963, 246-250. s Cuvelier & Huysmans lang het patronaatsrecht en de grote tienden van het gegeven van de oriëntatie als doorslaggevend 1897, 61-62. hun stichtingen. Zo behield ook de abdij van Mun beschouwd moet worden. Andere sporen met pro 6 Maurissen 1983, 1041- sterbilzen het patronaat over de kerk van (Beuke) faan karakter werden bovendien niet aangetroffen. 1045 en 1050. Gerits 1989, 34. Bilzen, hief er de grote tienden en benoemde er de Als we aannemen dat de as van de opeenvolgende 8 pastoor, tot de 13de eeuw veelal een kanunnik van kerkgebouwen onveranderd gebleven is, dan was Maurissen & Meyers 1993. de kerk van Munsterbilzen. de buitenwerkse breedte van het gebouw ongeveer 9 Paquay 19772. Ook het patrocinium van de kerk verwijst naar 5,90 a 6 m, een gegeven dat overeenkomt met 10 Maurissen & Meyers houten kerken uit andere opgravingen. Over de 1993, 51. de vroege middeleeuwen. De H. Mauritius is één 11 van die typische soldatenheiligen uit de Romeinse vorm van het koor, of zelfs de aanwezigheid ervan, Mededeling van de heer blijven we vanzelfsprekend in het ongewisse. L. Van Impe. periode die gedurende de vroege middeleeuwen 12 Stoepkcr 1990, 202. vrij populair werden, zoals de H. Martinus en de Bijna volledige plattegronden van oude hou 13 Menens 1961a, 16-18; H. Remigius. De cultus rond Sint-Mauritius ont ten kerkjes werden reeds meerdere malen aange Menens 1972, 110-112. 14 Menens 1975, 231-239. stond in de 6de eeuw in Zwitserland en kende een troffen in het Vlaamse landsgedeelte, zoals in Grob- 15 13 14 15 Menens 1950, 113-195. gestage uitbreiding naar het westen toe, vooral in bendonk-Ouwen , Neder-Heembeek , Muizen , 16 16 17 Menens 1960, 421. Frankrijk en Duitsland. In Vlaanderen is hij de pa Erpekom en Roksem , waar de kerken aan een 17 Devliegher 1995, 67, troon van slechts zes parochies: Varsenare (W-VL), volledig onderzoek onderworpen konden worden. Menens 1988, 45-56. 170 Noodonderzoek in de Sint-Mauritiuskerk te Bilzen 2 Lokalisatie van de con trolepunten en werkputten. Localisation of the archaeo logical working areas. 171 W WOUTERS & B. COOREMANS In zulke goed toegankelijke sites is echter niet overal het stratigrafisch archief even revelerend. 3 De oudste fasen: de Door latere doorgravingen kan slechts een beperkt houtbouw en de eerste steen- aantal paalgaten overgebleven zijn, zoals b.v. in het bouw. Plan en doorsnede. geval van de houten kerk van Oudcnburg, die we 1. onaangeroerde zand- kennen uit historische bronnen en die niet werd leem; teruggevondenI8. Een houten schip werd, op basis paalkuilvullinjj; van de aanwezigheid van cen stenen koor, terecht paalgatvulling; verondersteld maar is niet aangetrotfen bij de op silexmuur met tegulae graving van de Sint-Martinuskcrk te Mccuwen- (zwart) en ijzerzand Gruitrode19. Van de Sint-Martinuskcrk in Genk20 steen; zijn de houtbouwsporen zeer vaag. In andere, veel pijlerfundament uit al nog bestaande kerkgebouwen, is een volledig 1845; onderzoek meestal niet mogelijk. Het gevolg is dat niet opgegraven gedeel te; houtbouw in verschillende kerksites wel vastge glauconiethoudend steld, maar meestal niet in grondplannen gegoten 7. zand. kan worden. Dit is o.m. het geval voor de Sint- The oldest periods: the Andreaskerk in Woumcn21 en de Sint-Lambertus- 22 23 remains of the wooden kapel in Heverlee . In de kerk van Wintershoven church and the first building bleven slechts twee paalgaten in het bodemarchief in stone.