Hoofdstuk 2 Systematiek, Naamgeving En Diversiteit Reeds Bestaande Genera

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Hoofdstuk 2 Systematiek, Naamgeving En Diversiteit Reeds Bestaande Genera 2 HOOFDSTUK 2 SYstEMATIEK, NAAMGEVING EN DIVERSITEIT Om over soorten te kunnen praten, is een systematische en Nederlandse Wetenschappelijke Tabel 1 eenduidige indeling en een gedetailleerde beschrijving van categorienaam categorienaam Systematiek van de in soorten noodzakelijk. Door een soort met één wetenschap- superrijk superregnum Eukaryota Nederland voorkomende pelijke naam aan te duiden, kan er ook met anderstaligen RIJK REGNUM Animalia ondersoort van de ringslang, over gecommuniceerd worden. De systematiek oftewel STAM PHYLUM Chordata Natrix natrix helvetica. taxonomie is de tak van wetenschap die zich, naast het be- onderstam subphylum Vertebrata Belangrijkste categorieën in studeren van verwantschappen, hiermee bezighoudt. Nadat KLASSE CLASSIS Reptilia hoofdletters. soorten zijn beschreven en hun verspreiding voldoende in ORDE ORDO Squamata Taxonomy of Natrix natrix kaart is gebracht, kunnen verantwoorde uitspraken worden suborde subordo Serpentes helvetica. Important categories gedaan over de diversiteit van bijvoorbeeld amfibieën en superfamilie superfamilia Colubroidea in capitals. reptielen wereldwijd, maar ook in beperktere regio’s. FAMILIE FAMILIA Colubridae onderfamilie subfamilia Colubrinae SYSTEMATIEK GESLACHT GENUS Natrix De systematiek of taxonomie houdt zich bezig met de inde- SOORT SPECIES Natrix natrix ling en beschrijving van organismen. Deze indeling vindt ondersoort subspecies Natrix natrix helvetica plaats aan de hand van meerdere kenmerken. Tot recent ging het daarbij vooral om morfologische kenmerken, zoals de bouw van de schedel of van de geslachtsorganen. Sinds (Ride ET AL. 1999). De wetenschappelijke namen (de term ‘La- de snelle ontwikkelingen binnen de moleculaire biologie tijnse namen’ is foutief) zijn meestal afkomstig uit het La- spelen genetische eigenschappen een steeds belangrijkere tijn of het zijn gelatiniseerde woorden uit het Grieks of rol. Een herkenbare groep van planten of dieren met een andere talen. Ze vergemakkelijken het communiceren over gemeenschappelijke voorouder wordt een taxon (meervoud soorten tussen mensen die een verschillende taal spreken. taxa) genoemd. Een taxon kan een soort zijn, maar ook een Om de door velen als ingewikkeld ervaren wetenschappe- geslacht of familie. lijke namen begrijpelijker te maken, is in dit hoofdstuk een Het rangschikken oftewel classificeren van soorten levert verklaring van alle genus- en soortnamen van de Neder- een hiërarchisch systeem op, waarin de evolutionaire ge- landse soorten opgenomen. schiedenis van een taxon herkenbaar is. In tabel wordt een De wetenschappelijke naam van een dier- of plantensoort voorbeeld gegeven van de indeling van de in Nederland (bijvoorbeeld Rana temporaria) bestaat, sinds de brede ac- voorkomende ondersoort van de ringslang in een aantal in ceptatie van het systeem van Linnaeus (zie kader ‘Linnaeus’), Figuur 1 de systematiek gangbare categorieën. De volgorde van de uit twee delen, te weten een genus- of geslachtsnaam (bij- Museumcollectie van één soort, getoonde categorieën ligt vast. Buiten de primaire of hoofd- voorbeeld Rana) en een soortnaam of epitheton (specificum) Nationaal Natuurhistorisch categorieën (hier met hoofdletters), bestaat ook de moge- (bijvoorbeeld temporaria). Dit wordt de binominale naam- Museum Naturalis, Leiden. lijkheid om met de voorvoegsels ‘sub’ en ‘super’ secundaire geving genoemd. De geslachtsnaam wordt altijd met een Museum collection of a single categorieën te maken (hier met kleine letters). hoofdletter geschreven, de soortnaam nooit. Wetenschap- species, National Museum of Groepen van gelijkende, niet eenduidig te onderscheiden pelijke namen worden cursief geschreven en nooit vooraf- Natural History Naturalis, ‘soorten’ worden met de term complex aangeduid. Het gegaan door een bepaald lidwoord (dus niet ‘de Natrix Leiden. groene kikkercomplex is zo’n groep. De groep van nauw verwante kamsalamanders, voorheen aangeduid als Triturus cristatus-superspecies (Gasc ET AL. 1997), is recent opgedeeld. De kamsalamanders uit deze groep zijn als vier aparte soor- ten erkend, waar onze inheemse kamsalamander Triturus cristatus er een van is. De indeling van soorten, genera etc. is vaak aan discussie onderhevig en maakt voortdurend wijzigingen door. Er zijn systematici die neigen naar een indeling in veel categorieën, de zogenaamde ‘splitters’, terwijl de zogenaamde ‘lumpers’ juist weinig taxa accepteren. Ook binnen de systematiek van de amfibieën en reptielen treden nog altijd ingrijpende wijzigingen op. Daarnaast zijn er recent in Europa zelfs soorten ontdekt die nieuw zijn voor de wetenschap (zie kader ‘Taxonomie is niet saai’). NAAMGEVING Wetenschappelijke namen De regels voor de naamgeving van dieren zijn vastgelegd in de Internationale Code voor Zoölogische Nomenclatuur Delft, van 2009. In: Nederlandse Fauna 9: 13-28 de amfibieën en reptielen van nederland TAXONOMIE IS NIET SAAI: OVER EEN ECHT NIEUWE SOORT EN LEVENDE FOSSIELEN De taxonomie wordt nogal eens als ‘stoffig’ afge- onderzocht deel van Spanje, zelfs nabij het onder- zenhagedissen als uitgestorven beschouwd, ten schilderd. Uit onderstaande voorbeelden blijkt zoeksinstituut Instituto Pyrenaico de Ecología te gevolge van de kolonisatie van de eilanden door echter dat het ontdekken van nieuwe soorten Jaca. mensen met hun vee en huisdieren. Recent zijn niet zelden door veldwerk op prachtige locaties Een andere spectaculaire (her)ontdekking van echter op drie eilanden, op afgelegen en ontoe- plaatsvindt en dat de resultaten soms de hele her- een gewerveld dier vond eind jaren 70 plaats. gankelijke rotsen en kliffen, uitgestorven gewaan- petologische gemeenschap doen opveren. Op grond van subfossielen uit het Pleistoceen de reuzenhagedissen herontdekt. Zo werd op El Het ontdekken (en beschrijven) van nieuwe soor- beschreven Borja Sanchíz en Rafel Adrover Ba- Hierro in 97 de Hierroreuzenhagedis Gallotia ten amfibieën en reptielen vindt doorgaans bui- leaphryne muletensis, een soort vroedmeester- simonyi teruggevonden, waarvan werd veronder- ten Europa plaats, met name in de tropen. ‘Nieu- pad. De soort gold als uitgestorven, totdat Joan steld dat deze in de negentiende eeuw was uitge- we soorten’ in Europa betreffen doorgaans ‘opge- Mayol in 978 in een kleine bergbeek in een storven (MaRTÍNEZ RICA 1982). De sinds 870 uitge- waardeerde’ ondersoorten. Er zijn echter ook uit moeilijk toegankelijke kloof op Mallorca leven- storven gewaande Gomerareuzenhagedis G. gome- Europa enkele tot de verbeelding sprekende en de exemplaren van deze soort aantrof (MaYOL & rana is in 999 herontdekt op het gelijknamige recente voorbeelden van een werkelijk nieuw ont- ALCOVER 1981). De soort is later in het geslacht Aly- eiland (NOGALES ET AL. 2001) en de Tenerifereuzen- dekte soort en van de ontdekking van soorten tes geplaatst (Alytes muletensis (SANCHÍZ & ADROVER, hagedis G. intermedia in 996 op Tenerife (HER- waarvan uitsluitend fossiel materiaal bekend was. 1979), de Balearenvroedmeesterpad), zie ook NÁNDEZ ET AL. 1997). De ontdekking en beschrijving begin jaren 90 Arntzen & García-París (995). Op Tenerife was, naast de bovengenoemde her- van de Pyreneeënbeekkikker Rana pyrenaica door Op de Canarische Eilanden leeft het endemische ontdekte soort, ook een veel grotere soort aanwe- Jordi Serra-Cobo (SERRa-COBO 1993) deed aanvanke- hagedissengeslacht Gallotia. Deze hagedissen be- zig. Deze waarschijnlijk uitgestorven reuzenha- lijk niet iedere herpetoloog opveren. Wel vaker volken alle eilanden en van geen enkel eiland zijn gedis G. goliath kon extreem groot worden, wel worden in Zuid-Europa, naar later vaak blijkt momenteel meer dan twee, daar van nature voor- 5 cm van kop tot staartwortel, met een kop van ten onrechte, afsplitsingen van bijvoorbeeld de komende, soorten bekend. Dat zijn dan steeds cm lang (ARNOLD & OVENDEN 2002). Mogelijk zijn bruine kikker als nieuwe soort gepresenteerd (STRIJ- een kleine en een grote tot zeer grote soort. Al- er dus nog meer herontdekkingen te verwachten. BOSCH 1996). Na enige tijd drong echter door dat leen op Gran Canaria is nog altijd een ruim ver- Recentelijk is op La Palma een reuzenhagedis ge- het een werkelijk nieuwe soort betrof. Het bij- spreide, bloeiende populatie reuzenhagedissen fotografeerd die mogelijk de uitgestorven ge- zondere was dat het dier werd ontdekt in een goed aanwezig. Op de andere eilanden werden de reu- waande G. auaritae betreft (MinGUEZ ET AL. 2007). ▶ Figuur 2 Pyreneeënbeekkikker Rana pyrenaica. Pyrenean frog Rana pyrenaica. ▶ ▶ Figuur 3 Hierroreuzenhagedis Gallotia simonyi, El Hierro, Canarische Eilanden. El Hierro giant lizard Gallotia simonyi, El Hierro, Canary Islands. ▶ Figuur 4 Balearenvroedmeesterpad Alytes muletensis. Mallorca, Spanje. Majorcan midwife toad Alytes muletensis, Majorca, Spain. natrix’). Een trinomen of trinominale naam komt alleen slachtsnaam is gebruikt. Zo beschreef Linnaeus de adder in voor bij de rang van ondersoort (bijvoorbeeld Natrix natrix 758 als Coluber berus. Aangezien de adder nu in een ander helvetica). De ondersoort waarbij het epitheton specificum geslacht is geplaatst, is de correcte schrijfwijze Vipera berus en het epitheton subspecificum (dat de ondersoortstatus (LINNAEUS, 1758). Auteursnamen die veel voorkomen, worden weergeeft) gelijk zijn, bijvoorbeeld Natrix natrix natrix, vaak afgekort. Linnaeus wordt dan als L. afgekort. wordt de nominaat-ondersoort genoemd. De taxonomie van amfibieën en reptielen is, ook in Europa, Achter de naam van een soort kan de naam van de auteur nog altijd sterk in beweging. Ondersoorten worden
Recommended publications
  • New Distribution and Genetic Data Extend the Ranges of the Spectacled Salamanders, Genus Salamandrina, in the Apulia Region (South Italy)
    Acta Herpetologica 6(2): 315-321, 2011 New distribution and genetic data extend the ranges of the spectacled salamanders, genus Salamandrina, in the Apulia region (South Italy) Cristiano Liuzzi1, Fabio Mastropasqua1, Daniele Salvi2 1 Societas Herpetologica Italica – sezione Puglia, Via Polignano 36, 70014 Conversano (BA), Italy. 2 CIBIO, Centro de Investigação em Biodiversidade e Recursos Genéticos, Campus Agrário de Vairão, 4485-661 Vairão, Portugal. Corresponding author. E-mail: [email protected] Submitted on: 2011, 11th October; revised on: 2011, 24th October; accepted on: 2011, 24th October. Abstract. Additional data on the distribution of the genus Salamandrina in the Apulia region (southern Italy) are provided. Based on fieldwork carried out from May to August 2011 in two new localities, Volturara Appula (Foggia province) and Spinazzola (Barletta province), the presence of Salamandrina species was recorded. Results from the genetic analyses of the 12S rRNA gene fragment from six individuals demonstrat- ed that S. perspicillata occurs in Volturara Appula while S. terdigitata in the Spinazzola locality. The latter species is reported for the first time for the Apulia region. These new distribution data represent considerable range extensions for the Salamandrina species, indicating that more surveys are needed to complement the existing knowl- edge on their distribution as well as of the herpetofauna from the Apulia region. The conservation implications of our findings are also discussed. Keywords. Salamandrina perspicillata, Salamandrina terdigitata, distribution, 12S rRNA, genetic diagnosis, Apulia, Italy. INTRODUCTION The genus Salamandrina, endemic to the Italian Peninsula, includes two vicariant species, the northern spectacled salamander S. perspicillata (Savi, 1821) and the southern spectacled salamander S.
    [Show full text]
  • Maximum Size of the Spectacled Salamander, Salamandrina
    ©Österreichische Gesellschaft für Herpetologie e.V., Wien, Austria, download unter www.biologiezentrum.at 186 SHORT NOTE HERPETOZOA 18 (3/4) Wien, 30. Dezember 2005 SHORT NOTE western Honduras.- Senckenbergiana biologica, ratios than females (e.g., head length/ snout- Frankfurt am Main; 81(1/2): 269-276. MARTINS, M. & vent length, tail length/snout-vent length) as OLIVEIRA, E. (1999): Natural history of snakes in forests of the Manaus Region, Central Amazonia, Brazil.- reported by VANNI (1980), ZUFFI (1999) and Herpetological Natural History, Phoenix; 6 (2):78-150. ANTONELLI (1999). Total length (TL; i.e. PEREZ-SANTOS, C. & MORENO, A. (1990): Anotaciones from the tip of the snout to the end of the tail) biométricas y alimenticias de la serpiente neotropical of the Spectacled Salamander is usually 8-10 Atractus badius (BOIE, 1827) (Serpentes, Colubridae) de la Colección del Museo Nacional de Ciencias Naturales cm (VANNI 1980; ZUFFI 1999; ANGELINI et al. de Madrid.- Revista Espanola de Herpetologia, Madrid; 2001). Until 2001 the maximum TL record- 4: 9-15. PETERS, J. A. (1960): The snakes of the sub- ed in males and females were 9.6 cm family Dipsadinae.- Miscellaneous Publications, (ANTONELLI 1999) and 11.6 cm, respectively Museum of Zoology, Univ. of Michigan, Ann Arbor; (114): 1-224. SAVAGE, J. (1960): A revision of the (ZAGAGLIONI 1978; VANNI 1980). Later, Ecuadorian snakes of the colubrid genus Atractus.- ANGELINI et al. (2001) reported a maximum Miscellaneous Publications, Museum of Zoology, Univ TL of 12.3 cm recorded in two females from of Michigan, Ann Arbor; (112): 1-86. different populations of S.
    [Show full text]
  • Stephen D. Busack
    BIOGRAPHICAL SKETCH AND BIBLIOGRAPHY OF STEPHEN D. BUSACK Stephen D. Busack Rochester, New York SMITHSONIAN HERPETOLOGICAL INFORMATION SERVICE NO. 154 2018 . SMITHSONIAN HERPETOLOGICAL INFORMATION SERVICE The first number of the SMITHSONIAN HERPETOLOGICAL INFORMATION SERVICE series appeared in 1968. SHIS number 1 was a list of herpetological publications arising from within or through the Smithsonian Institution and its collections entity, the United States National Museum (USNM). The latter exists now as little more than the occasional title for the registration activities of the National Museum of Natural History. No. 1 was prepared and printed by J. A. Peters, then Curator-in-Charge of the Division of Amphibians & Reptiles. The availability of a NASA translation service and assorted indices encouraged him to continue the series and distribute these items on an irregular schedule. The series continues under that tradition. Specifically, the SHIS series distributes translations, bibliographies, indices, and similar items judged useful to individuals interested in the biology of amphibians and reptiles, and unlikely to be published in the normal technical journals. We wish to encourage individuals to share their bibliographies, translations, etc. with other herpetologists through the SHIS series. If you have such an item, please contact George Zug [zugg @ si.edu] for its consideration for distribution through the SHIS series. Our increasingly digital world is changing the manner of our access to research literature and that is now true for SHIS publications. They are distributed now as pdf documents through two Smithsonian outlets: BIODIVERSITY HERITAGE LIBRARY. www.biodiversitylibrary.org/bibliography/15728 All numbers from 1 to 131 [1968-2001] available in BHL.
    [Show full text]
  • <I>In Vivo</I> Sexual Discrimination in <I>Salamandrina Perspicillata</I
    HERPETOLOGICAL JOURNAL 20: 17–24, 2010 In vivo sexual discrimination in Salamandrina perspicillata: a cross-check analysis of annual changes in external cloacal morphology and spermic urine release Leonardo Vignoli1, Romina Silici1, Rossana Brizzi2 & Marco A. Bologna1 1Dipartimento di Biologia Ambientale, Università Roma Tre, Rome, Italy 2Dipartimento di Biologia Evoluzionistica “Leo Pardi”, Università di Firenze, Florence, Italy In Salamandrina, the lack of visible external sexual dimorphism makes the sexing of individuals difficult without sacrifice. The cloaca of Salamandrina in both males and females appears externally as a slit on an unswollen surface, a trait which is consistent throughout the year. Nonetheless, a slight divarication of its borders allows the recognition of three morphs (A, B and C), respectively characterizing male cloaca (all phases), female cloaca without protruding oviductal papillae (courtship phase) and female cloaca with prolapsed oviductal papillae (oviposition phase). Figures and schematic diagrams are provided to illustrate the differences in detail, which are all recognizable to the naked eye or by means of a hand magnifier. In addition to morphology, another reliable method of sexing salamanders is urine examination, albeit only during the courtship and post-courtship phases. Applying these methods for sex determination, we found a male- biased operational sex ratio in two populations, ranging from 6.6:1 (autumn–winter) to 14:1 (May). Males were confined to terrestrial environments, whereas females were also found in water during oviposition. Salamandrina perspicillata was active throughout the year, except during the hottest months (July–August). Key words: cloaca, salamander, sex determination, sex ratio, sexual dimorphism INTRODUCTION Hayes, 1998). Sexing based on behavioural differences requires direct observations, which often prove difficult.
    [Show full text]
  • 50 CFR Ch. I (10–1–20 Edition) § 16.14
    § 15.41 50 CFR Ch. I (10–1–20 Edition) Species Common name Serinus canaria ............................................................. Common Canary. 1 Note: Permits are still required for this species under part 17 of this chapter. (b) Non-captive-bred species. The list 16.14 Importation of live or dead amphib- in this paragraph includes species of ians or their eggs. non-captive-bred exotic birds and coun- 16.15 Importation of live reptiles or their tries for which importation into the eggs. United States is not prohibited by sec- Subpart C—Permits tion 15.11. The species are grouped tax- onomically by order, and may only be 16.22 Injurious wildlife permits. imported from the approved country, except as provided under a permit Subpart D—Additional Exemptions issued pursuant to subpart C of this 16.32 Importation by Federal agencies. part. 16.33 Importation of natural-history speci- [59 FR 62262, Dec. 2, 1994, as amended at 61 mens. FR 2093, Jan. 24, 1996; 82 FR 16540, Apr. 5, AUTHORITY: 18 U.S.C. 42. 2017] SOURCE: 39 FR 1169, Jan. 4, 1974, unless oth- erwise noted. Subpart E—Qualifying Facilities Breeding Exotic Birds in Captivity Subpart A—Introduction § 15.41 Criteria for including facilities as qualifying for imports. [Re- § 16.1 Purpose of regulations. served] The regulations contained in this part implement the Lacey Act (18 § 15.42 List of foreign qualifying breed- U.S.C. 42). ing facilities. [Reserved] § 16.2 Scope of regulations. Subpart F—List of Prohibited Spe- The provisions of this part are in ad- cies Not Listed in the Appen- dition to, and are not in lieu of, other dices to the Convention regulations of this subchapter B which may require a permit or prescribe addi- § 15.51 Criteria for including species tional restrictions or conditions for the and countries in the prohibited list.
    [Show full text]
  • Evaluating the Impacts of Small Impoundments on Stream Salamanders
    AQUATIC CONSERVATION: MARINE AND FRESHWATER ECOSYSTEMS Aquatic Conserv: Mar. Freshw. Ecosyst. (2016) Published online in Wiley Online Library (wileyonlinelibrary.com). DOI: 10.1002/aqc.2664 Evaluating the impacts of small impoundments on stream salamanders JEFFERY KIRCHBERGa, KRISTEN K. CECALAa,*, STEVEN J. PRICEb, EMILY M. WHITEc and DAVID G. HASKELLa aDepartment of Biology, University of the South, TN, USA bDepartment of Forestry, University of Kentucky, Lexington, KY, USA cDepartment of Chemistry, University of the South, USA ABSTRACT 1. Large dams have been repeatedly implicated in declines of riverine species, but the impacts of small dams are largely understudied. The placement of small dams (< 5 m high) on headwater streams, their density, and lack of regulation suggests that these dams may also have significant adverse impacts on headwater biota. 2. The objective of this study was to determine whether small impoundments affect downstream salamander abundance and water quality. Salamanders were identified and counted from 10 paired catchments draining either a small impoundment (< 0.8 ha) or a free-flowing stream. A binomial mixture model was used to estimate abundance after accounting for incomplete detection. 3. Estimated abundance of larval Desmognathus conanti, Eurycea wilderae, and Pseudotriton ruber was 3.9, 19.6, and 9.8 times greater downstream of small impoundments than in unaltered streams. Iron concentrations and pH had positive effects on salamander abundance while conductivity was negatively associated with salamander abundance. 4. Increases in abundance may be due to increased hydrologic stability below dams, different geomorphology, and altered water quality. Despite their small size, small impoundments can have localized, downstream effects on water chemistry and species abundance and may create high quality habitat for some stream species in a heterogeneous landscape.
    [Show full text]
  • Species List of the European Herpetofauna
    Species list of the European herpetofauna – 2020 update by the Taxonomic Committee of the Societas Europaea Herpetologica Jeroen Speybroeck, Wouter Beukema, Christophe Dufresnes, Uwe Fritz, Daniel Jablonski, Petros Lymberakis, Iñigo Martínez-Solano, Edoardo Razzetti, Melita Vamberger, Miguel Vences, et al. To cite this version: Jeroen Speybroeck, Wouter Beukema, Christophe Dufresnes, Uwe Fritz, Daniel Jablonski, et al.. Species list of the European herpetofauna – 2020 update by the Taxonomic Committee of the Societas Europaea Herpetologica. Amphibia-Reptilia, Brill Academic Publishers, 2020, 41 (2), pp.139-189. 10.1163/15685381-bja10010. hal-03098691 HAL Id: hal-03098691 https://hal.archives-ouvertes.fr/hal-03098691 Submitted on 5 Jan 2021 HAL is a multi-disciplinary open access L’archive ouverte pluridisciplinaire HAL, est archive for the deposit and dissemination of sci- destinée au dépôt et à la diffusion de documents entific research documents, whether they are pub- scientifiques de niveau recherche, publiés ou non, lished or not. The documents may come from émanant des établissements d’enseignement et de teaching and research institutions in France or recherche français ou étrangers, des laboratoires abroad, or from public or private research centers. publics ou privés. Amphibia-Reptilia 41 (2020): 139-189 brill.com/amre Review Species list of the European herpetofauna – 2020 update by the Taxonomic Committee of the Societas Europaea Herpetologica Jeroen Speybroeck1,∗, Wouter Beukema2, Christophe Dufresnes3, Uwe Fritz4, Daniel Jablonski5, Petros Lymberakis6, Iñigo Martínez-Solano7, Edoardo Razzetti8, Melita Vamberger4, Miguel Vences9, Judit Vörös10, Pierre-André Crochet11 Abstract. The last species list of the European herpetofauna was published by Speybroeck, Beukema and Crochet (2010). In the meantime, ongoing research led to numerous taxonomic changes, including the discovery of new species-level lineages as well as reclassifications at genus level, requiring significant changes to this list.
    [Show full text]
  • Ageing and Growth of the Endangered Midwife Toad Alytes Muletensis
    Vol. 22: 263–268, 2013 ENDANGERED SPECIES RESEARCH Published online December 19 doi: 10.3354/esr00551 Endang Species Res Ageing and growth of the endangered midwife toad Alytes muletensis Samuel Pinya1,*, Valentín Pérez-Mellado2 1Herpetological Research and Conservation Centre, Associació per a l’Estudi de la Natura, Balearic Islands, Spain 2Department of Animal Biology, Universidad de Salamanca, Spain ABSTRACT: A better understanding of the demography of endangered amphibians is important for the development of suitable management and recovery plans, and for building population via- bility models. Our work presents, for the first time, growth curves and measurements of mean longevity, growth rates and age at maturity for the Vulnerable midwife toad Alytes muletensis. Von Bertalanffy growth models were used to estimate longevity and growth rate parameters. Females had a mean (±SD) longevity of 4.70 ± 0.19 yr, significantly higher than that of males (3.24 ± 0.10 yr). The maximum estimated longevity was 18 yr for both males and females. The age distribution indicated that males reached sexual maturity at the age of 1 yr, and most females at 2 yr. There were significant differences in growth rate between sexes, with higher values in females during the first 4 yr of life, and similar values in both sexes thereafter. These life-history traits were compared with equivalent measures in the closely related amphibian genera Bombina and Discoglossus. KEY WORDS: Alytes muletensis · Longevity · Growth rate · Age structure · Balearic Islands Resale or republication not permitted without written consent of the publisher INTRODUCTION is a reliable and very useful technique to estimate the age of amphibians and reptiles (Castanet & Smirina Researchers and wildlife managers require basic 1990, Castanet 2002), but this method is invasive and biological information about wildlife populations to not appropriate for endangered species with small understand and monitor their changes over time population sizes, such as A.
    [Show full text]
  • Salamander Species Listed As Injurious Wildlife Under 50 CFR 16.14 Due to Risk of Salamander Chytrid Fungus Effective January 28, 2016
    Salamander Species Listed as Injurious Wildlife Under 50 CFR 16.14 Due to Risk of Salamander Chytrid Fungus Effective January 28, 2016 Effective January 28, 2016, both importation into the United States and interstate transportation between States, the District of Columbia, the Commonwealth of Puerto Rico, or any territory or possession of the United States of any live or dead specimen, including parts, of these 20 genera of salamanders are prohibited, except by permit for zoological, educational, medical, or scientific purposes (in accordance with permit conditions) or by Federal agencies without a permit solely for their own use. This action is necessary to protect the interests of wildlife and wildlife resources from the introduction, establishment, and spread of the chytrid fungus Batrachochytrium salamandrivorans into ecosystems of the United States. The listing includes all species in these 20 genera: Chioglossa, Cynops, Euproctus, Hydromantes, Hynobius, Ichthyosaura, Lissotriton, Neurergus, Notophthalmus, Onychodactylus, Paramesotriton, Plethodon, Pleurodeles, Salamandra, Salamandrella, Salamandrina, Siren, Taricha, Triturus, and Tylototriton The species are: (1) Chioglossa lusitanica (golden striped salamander). (2) Cynops chenggongensis (Chenggong fire-bellied newt). (3) Cynops cyanurus (blue-tailed fire-bellied newt). (4) Cynops ensicauda (sword-tailed newt). (5) Cynops fudingensis (Fuding fire-bellied newt). (6) Cynops glaucus (bluish grey newt, Huilan Rongyuan). (7) Cynops orientalis (Oriental fire belly newt, Oriental fire-bellied newt). (8) Cynops orphicus (no common name). (9) Cynops pyrrhogaster (Japanese newt, Japanese fire-bellied newt). (10) Cynops wolterstorffi (Kunming Lake newt). (11) Euproctus montanus (Corsican brook salamander). (12) Euproctus platycephalus (Sardinian brook salamander). (13) Hydromantes ambrosii (Ambrosi salamander). (14) Hydromantes brunus (limestone salamander). (15) Hydromantes flavus (Mount Albo cave salamander).
    [Show full text]
  • WILDLIFE in a CHANGING WORLD an Analysis of the 2008 IUCN Red List of Threatened Species™
    WILDLIFE IN A CHANGING WORLD An analysis of the 2008 IUCN Red List of Threatened Species™ Edited by Jean-Christophe Vié, Craig Hilton-Taylor and Simon N. Stuart coberta.indd 1 07/07/2009 9:02:47 WILDLIFE IN A CHANGING WORLD An analysis of the 2008 IUCN Red List of Threatened Species™ first_pages.indd I 13/07/2009 11:27:01 first_pages.indd II 13/07/2009 11:27:07 WILDLIFE IN A CHANGING WORLD An analysis of the 2008 IUCN Red List of Threatened Species™ Edited by Jean-Christophe Vié, Craig Hilton-Taylor and Simon N. Stuart first_pages.indd III 13/07/2009 11:27:07 The designation of geographical entities in this book, and the presentation of the material, do not imply the expressions of any opinion whatsoever on the part of IUCN concerning the legal status of any country, territory, or area, or of its authorities, or concerning the delimitation of its frontiers or boundaries. The views expressed in this publication do not necessarily refl ect those of IUCN. This publication has been made possible in part by funding from the French Ministry of Foreign and European Affairs. Published by: IUCN, Gland, Switzerland Red List logo: © 2008 Copyright: © 2009 International Union for Conservation of Nature and Natural Resources Reproduction of this publication for educational or other non-commercial purposes is authorized without prior written permission from the copyright holder provided the source is fully acknowledged. Reproduction of this publication for resale or other commercial purposes is prohibited without prior written permission of the copyright holder. Citation: Vié, J.-C., Hilton-Taylor, C.
    [Show full text]
  • Naval Radio Station Jim Creek
    Naval Station Rota Reptile and Amphibian Survey September 2010 Prepared by: Chris Petersen Naval Facilities Engineering Command Atlantic Table of Contents Introduction ............................................................................................................. 1 Study Site ........................................................................................................... 1 Materials and Methods ............................................................................................ 2 Field Survey Techniques.................................................................................... 2 Vegetation Community Mapping ...................................................................... 3 Results ..................................................................................................................... 4 Amphibians ........................................................................................................ 4 Reptiles .............................................................................................................. 8 Area Profiles ...................................................................................................... 8 Core/Industrial Area...................................................................................... 8 Golf Course Area .......................................................................................... 10 Airfield/Flightline Area ................................................................................ 10 Western Arroyo
    [Show full text]
  • Alytes Muletensis)
    SALAMANDRA 57(3): 378–388 Paul Lukas SALAMANDRA 15 August 2021 ISSN 0036–3375 German Journal of Herpetology Hidden but not lost: the larval cranial anatomy of the Majorcan midwife toad (Alytes muletensis) Paul Lukas Institut für Zoologie und Evolutionsforschung mit Phyletischem Museum, Ernst-Haeckel-Haus und Biologiedidaktik, Friedrich-Schiller-University, Erbertstr. 1, 07743 Jena, Germany e-mail: [email protected] Manuscript received: 29 January 2021 Accepted: 16 April 2021 by Jörn Köhler Abstract. Alytes muletensis is a frog endemic to the Balearic island of Majorca (or Mallorca). Its tadpole lives in semi-per- manent plunge pools which remain after mountain streams have dried up. Little is known about the morphology of the different members of the Alytidae and the relationships of its members are still unclear. Alytidae are among the most basal anurans, and improved knowledge of their larval morphology can contribute to our understanding of the morphological evolution of anurans. Herein, I describe the external morphology as well as skeletal and muscular features of a tadpole of A. muletensis at Gosner stage 25 by using standard histology, clearing and staining and 3D-reconstruction based on serial sections. The tadpole displays different discoglossoid traits such as the presence of two portions of the M. levator mandibu- lae externus, the separation of hypobranchial elements by the basibranchial, and the absence of the M. constrictor branchia- lis IV, among others. Unusual is the absence of the M. constrictor branchialis I as well as the absence of the M. intermand- ibularis. Remarkable is the presence of the admandibular cartilage as an additional skeletal element of the lower jaw.
    [Show full text]