LEXICON STEENWIJKS VERLEDEN Samengesteld Door Ing. J.D. Van
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
LEXICON STEENWIJKS VERLEDEN Samengesteld door ing. J.D. van der Tuin, gebaseerd op het lexicon in het boek Steenwijk Vestingstad (2009) en bijgewerkt tot 13 september 2018. In de literatuuropgaven van het lexicon komen de volgende referentiecodes voor: BGO Bijdragen tot de Geschiedenis van Overijssel. 1886 e.v. BLP Nauta, D. Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlandse Protestantisme. Kampen, Kok, 3 dln., 2e dr., 1983-1988. BN Jacobs, P.M.J. Beeldend Nederland; biografisch handboek. Tilburg, Jacobs, 2 dln., 1993. BWO Does, J.C. van der. Biografisch Woordenboek van het protestants-christelijk Onderwijs. Zeist, Dijkstra, 1949. CK Jonge van Ellemeet, B.M. de. Het Cartularium van het Kapittel der St. Clemenskerk te Steenwijk. Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht, 45(1920), p. 257-320. CS Spreen, H., J.A. Steenstra, J. Tiesnitsch en J.D. van der Tuin. De canon van Steenwijkerland; veertig vensters op de geschiedenis van de gemeente. Kampen, IJsselacademie, Publ. Nr. 237, 2013, 171 p. DB Bos, J. e.a. Drentse biografieën. Meppel, Boom, 4 dln., 1989-1993. EF Brouwer, J.H. e.a. Encyclopedie van Friesland. Amsterdam, Elsevier, 1958. HM Historische Mededelingen; Officieel orgaan van de Historische Vereniging Steenwijk en Omstreken, 1(1984) t/m 32(2015). Voortgezet als: Old Steenwiek, 33(2016) e.v. JCBG Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie, 1(1947) e.v. KAD Kadastrale Minuutplans v.m. gemeenten Steenwijk en Steenwijkerwold (1832). LNL W.P. Lexicon van de Nederlandse Letterkunde. Amsterdam, Elsevier, 1986. NBW Molhuijsen, P.C., P.J. Blok en F.K.H. Kossmann. Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek. Amsterdam, N. Israel, 10 dln., 1911-1937. NBK Scheen, P.A. Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars. Den Haag, Scheen, 2 dln., 1969. OAS Berends, P. Het oud-archief der stad Steenwijk. VROA 40(1917). OJB Overijssel; Jaarboek voor cultuur en historie, 1(1947)-18(1964). OS Old Steenwiek; Historische Mededelingen uit Stad en Wold, 33(2016) e.v. OSC Opregte Steenwijker Courant, 1(1869) tot heden. PKN Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld. Amsterdam, Holkema en Warendorf, 1938. POR Rossum, J.A. van. 51 Portretten; de vermoorde joden van Steenwijk uit de schaduw. Steenwijk, Stichting Gedenkteken Joodse Steenwijkers, 2005. RHN Aardema, W. en J.D. van der Tuin. Royal Haskoning Noord-Nederland 75 jaar. Nijmegen, Royal Haskoning, 2003. SC De Steenwijker Courant, 1943-1944. SHD Spreen, H. Steenwijk in 40-45; een historisch dokument. Steenwijk, Hovens Gréve, 1995. SN Buiter, D. Steenwijk: de straat waarin wij wonen – geschiedenis en verklaring van de straatnamen in Steenwijk. ’s-Gravenhage, Kruseman, 1985. SO Steenwijker Oudheden. Steenwijk, Historische Vereniging Steenwijk e.o., 2005. SV Steenwijk Vestingstad; een terugblik voor de toekomst. Steenwijk, HVS, 2009. SW Spreen, H. en J.D. van der Tuin. Stad en Wold; de gemeenten Steenwijk en Steenwijkerwold in de twintigste eeuw. Steenwijk, Hovens Gréve, 1999. WID Wie is dat? `s-Gravenhage, Martinus Nijhoff, dl.1, 1931; dl. 2, 1932; dl. 3, 1935; dl. 4, 1938; dl. 5, 1948; dl. 6, 1956 WN Tuin, J.D. van der. Wateren en waternamen in Noordwest-Overijssel. Kampen, IJsselacademie, 1998. WWN Wie is wie in Nederland; biografische encyclopedie. Den Haag, Pragma, dl. 1, 1984; dl. 2, 1994. - * - aa (ook: a, ae, ee, ie of ij): aanduiding voor een ‘water’ of ‘waterloop’. De algemene verbreiding ervan in het gehele Germaanse taalgebied wijst op hoge ouderdom. De vormen ‘ee’, ‘ie’ en ‘ij’ zijn Friese varianten. Verschillende wateren in de omgeving van Steenwijk worden kortweg ‘Aa’ genoemd; voor het onderscheid is het beter om de volledige namen te gebruiken. De Steenwijker Aa was het belangrijkste riviertje in de directe omgeving van Steenwijk. Door kanalisatie is de oorspronkelijke loop nauwelijks meer te herkennen. De bovenloop wordt gevormd door de Vledder Aa en de Wapserveense Aa; deze beide takken zijn eveneens gekanaliseerd. Het water dat Zuidveen verbond met de Steenwijker Aa werd Zuidveense Aa genoemd. Ongeveer 5 km zuidwestelijk van Steenwijk voegde zich ooit een water samen met de Steenwijker Aa dat er over enkele kilometers evenwijdig aan liep en Landryte werd genoemd. De dijk op de linkeroever van het Steenwijkerdiep heette Tusschen Aa(n)dijk en de landerijen aldaar heetten Tusschen Anen en Slagen. Aa; zie: Nije Aa, Olde Aa, Steenwijker Aa, Vledder Aa, Wapserveense Aa en Zuidveense Aa. Aa-brug: voormalige houten brug over de Steenwijker Aa, genoemd in 1336, in de oude heirweg bij de tegenwoordige Aastraat. De oude Aa-brug raakte in onbruik na de aanleg (kort vóór 1395) van de Steendijk en de Woldbrug; zie daar. aardewerk; zie: ESKAF. aardgas. In 1952 werd Steenwijk als één van de eerste gemeenten in Nederland aangesloten op het aardgasnet. De gasfabriek aan de Tukseweg werd kort daarna afgebroken. Het duurde tot 1965 dat ook het buitengebied (Willemsoord, Witte Paarden, Eesveen en Kallenkote) van aardgas werd voorzien. Aarmhuus; zie: Rusthuis. Aarmoertien: veldnaam van een stukje land aan de Harm Wichersweg te Zuidveen. Behoorde ooit aan de diaconie van de NH kerk. De naam is samengesteld uit ‘arm’ en ‘oerthe’. Aartsen, Gerrit (Harderwijk 27 juni 1922 – Kallenkote 6 oktober 1944), spoorwegarbeider. Werd, wegens een gebleken verandering op zijn persoonsbewijs, door de bezetter gefusilleerd. Ref.: HM 1994 n4 p123-125. Abercrombie: familienaam in Steenwijk sinds 1692 toen de Steenwijkse Katrijne Eggers in het huwelijk trad met de 17-jarige Pieter Abercrombie. Zijn grootvader, Robert Abercrombie, werd omstreeks 1607 in Schotland geboren en diende in 1632 als ruiter onder ritmeester Ury van de Schotse brigade in Nederland. Ref.: P. Franke. Parenteel van Robert Abercrombie (2014). Aberson: van oudsher bekende Steenwijker familie van timmerlieden en aannemers van restauratiewerken. De voorouders zijn afkomstig uit de Gelderse Achterhoek: (1) Lodewyck Abreson (Haltern ca. 1640 – Ruurlo ca. 1727), gehuwd met Henrina Elverink; (2) hun zoon: Wilhelmus Aberson (Ruurlo ged. 18 november 1714 – Warnsveld 2 maart 1805), gehuwd met Geesken Willems; (3) hun zoon: Gerrit Willem Aberson (Steenderen ged. 8 december 1737 – Baak 15 november 1781), boer, gehuwd met Reintjen Hiddink. Hun zoon legde de grondslag voor het bedrijf in Steenwijk: (4) Gerrit Jan Aberson (Steenwijk 3 januari 1765 – Steenwijk 14 mei 1825), timmerman, gehuwd met Annigje Hendriks; (5) hun zoon: Gerrit Willem Aberson (Steenwijk 19 december 1805 – Steenwijk 11 oktober 1862), timmerman, gehuwd met Jantien de Boer; (6) hun zoon: Hendrik Aberson (Steenwijk 25 augustus 1833 – Steenwijk 31 juli 1893), timmerman, gehuwd met Angenes Hagen; (7) hun zoon: Gerrit Jan Aberson (Steenwijk 12 november 1876 – Steenwijk 22 september 1955), aannemer (hij was in 1914 de bouwer van de huidige spits van de Sint Clemenstoren), gehuwd met Hendrika Ras; (8) hun zoons: Hendrik en Arend; zie daar. Aberson, Andries (kleinzoon van Gerrit Willem (5) Aberson; Steenwijk 11 februari 1871 – Bilthoven 10 mei 1931), huisschilder, fabrikant. Assisteerde in 1899 Co Breman met het maken van de wandschilderingen in Rams Woerthe en maakte zelf enige wandschilderingen in het toenmalige café van Cornelis Vredenduin (later café Otten, thans Koningsstraat 4). Begon een verffabriek in de Gasthuisstraat. Richtte in 1917 de Hollandsche Boek- en Drukinktfabriek op aan het Steenwijkerdiep, later ’t Anker geheten. Ref.: HM 1996 n2 p63. Aberson, Arend (jongste zoon van Gerrit Jan (7) Aberson; roepnaam: Arry; Steenwijk 3 januari 1921 – Bloemendaal 14 augustus 2007; begr. Steenwijk AB), civiel ingenieur. Was tot 1976 firmant bij zijn broer Hendrik, later directeur van Algemeen Aannemings Bedrijf Aberson Lelystad. Aberson, Hendrik (oudste zoon van Gerrit Jan (7) Aberson; roepnaam: Henk; bijnaam: Lange Hendrik; Steenwijk 9 maart 1915 – Steenwijk 25 juli 1976), aannemer, houthandelaar. Bouwde het familiebedrijf uit met specialisatie in het restaureren van monumentale gebouwen. Bekleedde diverse maatschappelijke functies en was van 1967 tot 1976 gemeenteraadslid voor de VVD. Ref.: SW p433-434. Aberson Steenwijk BV: aannemersbedrijf gevestigd aan de Dolderweg 32 te Steenwijk. Het bedrijf werd in 1986 overgenomen door H.J. van den Brink. Ref.: SV p356-358. Achterbuurt; zie: Witte Paarden (2). Achter de Kaarke (Achter de Kerk): voormalige volksbuurt uit de 2e helft van de 19e eeuw aan de noordwestzijde van de Sint Clemenskerk, grenzend aan de Noordwal en de Paardenmarkt. In 1903 vond hier een grote brand plaats. Deze achterstandswijk met ongeveer 130 één- à tweekamerwoningen werd in de jaren 1925-1930 gesaneerd. Ref.: HM 2005 n3 p92-93; OS 2018 n3 p4-14. Zie ook: Het Lok; Tranendal. Achterhoek: voormalig woonbuurtje bij de Goorsteeg in Zuidveen. Achterlanden, De: kadastrale aanduiding (1832) van landen tussen Eind van ’t Diep en Nederland. Achterslagen: noordwestelijk deel van de Zuidermeenthe, in het begin van de 21e eeuw ingericht als bedrijvenpark. Zie ook: Voorslagen. Achterveld: het land achter de voormalige erve Remmelinge in Tuk. Achtervenen; zie: Zuidveense Achtervenen. ACM; zie: Landbouwbank. Adan, Johannes Josephus Maria (Utrecht 20 september 1884 – Zeist 25 april 1971) was sinds 1910 pastoor, eerst in Veenhuizen, van 1927-1939 van de Rooms Katholieke parochie Sint Clemens in Steenwijk. Adelaar, De: voormalige sigarenfabriek (1926-1950), opgericht door B. Brinkman; zie daar. Aekingerbroek (vroeger ook: Friese Broek): brongebied van de Vledder Aa en daarmee ook van de Steenwijker Aa. ae-klank: kenmerkende “blèrende” klank in