BESCHERMDE STADS- EN DORPSGEZICHTEN

INGEVOLGE ARTIKEL 35 VAN DE MONUMENTENWET 1988

LUTKEWIERUM, gemeente

Aanvulling op de toelichting bij het besluit tot aanwijzing van Lutkewierum als beschermd dorpsgezicht o CM IS ^ Ftesuttaat gevoerd overleg

° Overeenkomstig het bepaalde in v artikel 35 (voorheen 20) van de CM' Monumentenwet zijn de raad van de gemeente Littenseradiel, Gedeputeerde Staten van , de Rijksplanologische Commissie en de Raad voor het Cultuurbeheer gehoord over het voorstel Lutkewierum aan te wijzen als beschermd dorpsgezicht. De genoemde instanties hebben alle positief geadviseerd met betrekking tot de voorgenomen aanwijzing. In verband daarmee zijn in de begrenzing van het aangewezen dorpsgezicht en in de toelichtende tekst geen wijzigingen aangebracht ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel.

ERRATUM In verband met de inwerkingtreding van de Monumentenwet 1988 per 1 januari 1989 dient in de plaats van "artikel 20 van de Monumentenwet" gelezen te worden: "artikel 35 van de Monumentenwet 1988". De verwijzing "artikel 37, lid 8 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening" dient vervangen te worden door "artikel 36, eerste lid, van de Monumentenwet 1988".

BESCHERMDE STADS- EN DORPSGEZICHTEN INGEVOLGE ARTIKEL 20 VAN DE MONUMENTENWET

LUTKEWIERUM gemeente Littenseradiel

Toelichting bij het besluit tot aanwij• zing van Lutkewierum als beschermd dorpsgezicht.

Het beschermde dorpsgezicht omvat het op bijgevoegde kaart (Rijksdienst voor de Monumentenzorg, tekening- nummer 234) door een stippellijn omgrensde gebied.

Publikatie van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg.

Juli 1988. Inleiding vels worden terpen genoemd. In bestaat uit een gebied waarin een samenhang met het afwisselend aantal terpen ligt en waarin later de Het dorp Lutkewierum is gelegen optreden van perioden met veelvuldi- nederzettingen Oosterend, , in de gemeente Littenseradiel op een ge overstromingen en perioden met Rien, Lutkewierum en Hidaard afstand van circa zeven kilometer ten een relatief geringe zee-invloed zijn voorkomen, alsmede een aantal noordwesten van . De nederzet• tot circa 1100 na Christus een groot buurtschappen. Het opwerpen van ting is ontstaan als een agrarische aantal terpen ontstaan en gegroeid. afzonderlijke ringdijken gaat aan de vestiging in onbedijkt kweldergebied De vorming en ophoging van terpen totstandkoming van een geheel en ontwikkelt zich onder invloed van komt ten einde wanneer men zich Westergo omvattende zeewering periodieke overstromingen in de loop tegen het water leert beschermen vooraf. Op de dijken van het eiland der tijd tot een verhoogde woonplaats door het opwerpen van dijken (10de van Oosterend en andere kernpolders of terp. Na de bedijking van het eeuw) en in de 13de eeuw een als - en Tzum eiland van Oosterend, in de 10de aaneengesloten stelsel van zeedijken sluiten later aangelegde dijken aan. eeuw, blijven terp en terpstructuur realiseert. In de eeuwen voor de Ze verbinden de verschillende intact al is dit door de verbeterde bedijking bestaat Westergo, waarin polders onderling, bijvoorbeeld de bewoningsomstandigheden in Lutkewierum is gelegen, uit een polder rondom Tzum met die van principe niet noodzakelijk meer. kwelderlandschap doorsneden met Oosterend door middel van de De ruimtelijk-historische ontwikkeling zee-armen en kreken. Rond 800 na Slagtedijk. Om te voorkomen dat van Lutkewierum is nog duidelijk Christus ontstaat uit een van de tijdens hoogwaterstanden het herkenbaar aanwezig in de opbouw geulen de Middelzee. Doordat steeds buitenwater de kernpolder binnen- van het dorp. De ruimtelijke structuur meer land verloren gaat, reikt de dringt, brengt men in de dijk rondom wordt in hoofdzaak bepaald door de Middelzee uiteindelijk tot aan het eiland Oosterend tenminste drie centraal op de terp gelegen kerk met en ontstaat nog een geul zijlen (sluizen) aan, namelijk bij daaromheen een ringvormig pad, een direct ten oosten van het huidige Sanlean, Hidaard en Rien. Door zogenaamde rondgang, waarop in Lutkewierum. Na enige tijd vindt middel van dergelijke sluisjes kan zuidelijke en zuidoostelijke richting echter in de Middelzee weer opslib- men in de afvoer van het het overtollig een deels radiale verkaveling met een bing plaats en verlandt de zeeboezem. water uit het ingepolderde gebied terzijde van de kerk gelegen bebou• voorzien. wing aansluit. Deze structuur heeft Het wordt nu mogelijk dijken op te vermoedelijk reeds lang bestaan en werpen en zo komen de oudste als basis voor de ruimtelijke ontwik• bedijkingen in de eerste helft van de Lutkewierum is waarschijnlijk als keling gediend. Typerend voor 10de eeuw tot stand. Deze vroege agrarische nederzetting ontstaan, Lutkewierum zijn daarnaast de bedijkingen betreffen reeds bewoon• met een of meer boerderijen op de ligging aan een insteekweg, de de gebieden die als op zichzelf terp gesitueerd. Over de oudste waterverbinding met Rien en de staande zeepolders moeten worden ruimtelijke ontwikkeling van het dorp eenheid van bebouwing en begroeiing beschouwd. ontbreken gegevens, zoals archeolo- op de terp in contrast met het Een dergelijk 'bedijkingseiland' is gische, waardoor de ontwikkeling omringende open landschap. het eiland van Oosterend dat aan drie slechts in algemene lijnen kan zijden door brede geulen is omgeven. worden geschetst. Op grond van de De kenmerkende dorpsstructuur is Het is een van de oudste inpolderingen structuur op de terp valt iets te van zodanige cultuurhistorische van West-Europa. Deze polder zeggen over de ontstaansperiode van waarde, dat een aanwijzing van Lutkewierum als beschermd dorpsge• zicht gerechtvaardigd is.

Ontstaan en ontwikkeling

De kust van het zuidoostelijk deel van de Noordzee vormt het versprei- dingsgebied van de terpen, de door de mens opgeworpen woonheuvels uit de periode dat het land nog niet door dijken wordt beschermd. Door het zeewater wordt vanaf circa 2700 voor Christus zand en klei afgezet op de bestaande pleistocene onder- grond. Vanaf de Bronstijd treedt echter een vertraging in de zeeni- veaustijging op waardoor sindsdien perioden van min of meer permanente overstroming worden afgewisseld door perioden waarin het gebied grotendeels droog ligt. Met het droogvallen van het gebied worden de kweldergronden in principe bewoonbaar voor de mens. In de 6de a 5de eeuw voor Christus wordt een deel van de inmiddels bewoonde gronden verlaten vanwege de verslechterde bewoningsomstandigheden als gevolg van toegenomen waterover- last; andere nederzettingen worden door de bewoners opgehoogd door middel van mest en kwelderzoden. De op deze wijze ontstane woonheu•

2 de nederzetting. Verhoogde woon- zichtbaar door een lage strook grond gedetailleerde kaartmateriaal plaatsen waarop een gehucht, dorp ten oosten en noorden van het dorp. (fotobijlage, afb. 1). Op de kaart is of stad is ontstaan, kunnen aan de Bij de onderlinge verbindingen zichtbaar hoe geisoleerd gelegen hand van plattegrondkenmerken in tussen de terpnederzettingen Lutkewierum is. Een enkel pad leidt drie hoofdtypen worden onderver- speelden de in groten getale aanwe• naar het onder het dorp behorende deeld. Op grond van archeologisch zige watergangen de voornaamste buurtje Kneppelen aan de dijk. onderzoek in andere terpen bestaan rol. Na de bedijkingen veranderde Verder kent het dorp waterverbindin- aanwijzingen dat deze woonheuvels hierin slechts weinig, hoewel de gen met Rien en Grotewierum via zijn gevormd door het aaneengroeien dijken meestal tevens als wegverbin- smalle opvaarten. De kerk is centraal van dicht bijeen gelegen oorspronke- ding fungeerden. gelegen temidden van de geringe lijk eenhuizige terpen. Mogelijk is de Op de agrarische terpen wordt bebouwing. Ten oosten van het dorp terp van Lutkewierum ontstaan uit gewoond, stalt men vee, vindt ligt de Groot Molma State, door enkele van zulke aan een agrarisch akkerbouw plaats en wordt drinkwater middel van een opvaart verbonden bedrijf plaatsbiedende woonheuvel- gewonnen. Het open veld rondom de met de nederzetting. Een in Friesland tjes. terp is als hooi- en weiland in algemeen voorkomend proces na de Het eerste hoofdtype wordt gebruik. Het belang van de terp bedijking van verplaatsing van gevormd door terpen met een radiale wordt mede aangegeven door de boerderijen naar de rand van de terp verkaveling die zich in sommige nederzettingsnaam. Het laatste deel en later naar het open veld, blijkt zich os gevallen uitstrekt tot in het veld van de naam, wierum, betekent in Lutkewierum nauwelijks te hebben CM rondom de terp. Vermoedelijk had 'woonplaats' (hem) op een verhoogde voorgedaan. Een vrijwel ontbreken zo'n terp in het centrum op de kruin woonplaats (wier). De toevoeging van groei van het toch al zeer kleine een open ruimte, waarop later Lutke of Luttike betekent 'klein'. Of dorpje heeft hierbij een rol gespeeld. 10 meestal de kerk werd gebouwd. Bij dit nu slaat op de woonheuvel dan Lutkewierum telt in de 18de eeuw, CD dit ideaaltype liggen de boerderijen wel op de nederzetting als geheel, is inclusief de buurten Rien, Kneppelen straalsgewijs om deze centrale onduidelijk, wel is duidelijk dat het en Grotewierum, slechts negentien

CM ruimte met het woongedeelte en de aan de naam is toegevoegd ter stemmende plaatsen. onderscheiding van het ten zuidwes- stal op de flank van de terp met de De ruimtelijke ontwikkeling van ten van het dorp gelegen Grotewie- achterzijde naar een ringweg gericht. Lutkewierum gedurende de verdere rum. Terpen met een radiale verkaveling 18de en het begin van de 19de eeuw kennen in het algemeen een bewo- De eerste (vermoedelijke) vermel• leidt niet tot wijzigingen in de ningscontinui'teit sinds de Romeinse ding van het dorp stamt uit 1370. nederzettingsstructuur. Uit de eerste Tijd en behoren tot de oudste Men noemt dan de nederzetting kaart waarop de ruimtelijke structuur dorpsterpen. Lettinghe, mogelijk een oude gedetailleerd is weergegeven, het De terpen die door de agrarische benaming van Lutkewierum. De kadastrale minuutplan uit 1821/22, blokvormige verkaveling een meer eerste stenen kerk, gewijd aan de blijkt in vergelijking met de kaart van vierkante of rechthoekige indeling H. Gertrudis, wordt in de 12de eeuw Schotanus uit 1718 zelfs dat er van het terrein hebben gekregen, gebouwd. Nadat het dorp in de nauwelijks sprake is van een ruimte• vormen het tweede hoofdtype. Ze periode 1514-1515 door een bende lijke ontwikkeling. Plaats en omvang zijn voor een deel een tijd onbewoond is platgebrand, duurt de herbouw van van de bebouwing zijn, evenals de geweest en nadien opnieuw in bezit de kerk tot 1557. Het huidige ontsluiting, voor zover zichtbaar genomen. Het laatste type, de nederlands hervormde kerkgebouw ongewijzigd. Om de kerk, centraal zogenaamde handelsterp, bestaat uit stamt uit dit jaar. Tot circa 1600 gelegen op het hoogste deel van de een lange smalle terp met een of vormen Hennaard, Itens en Lutkewie• terp, bevindt zich een ringvormig twee dichtbebouwde in de lengterich- rum een gezamenlijke gemeente. Na pad, een zogenaamde rondgang. Op ting van de terp verlopende hoofdstra- dat jaar is Lutkewierum een zelfstan- het zuidoostelijk en zuidelijk deel van ten. Dergelijke terpen zijn op zijn dige kerkgemeente; de bewoners van de terp sluiten de verkaveling en de vroegst in de 7de of 8ste eeuw het nabijgelegen Rien - een buurt bebouwing min of meer radiaal op ontstaan en hebben hun agrarisch behorende onder het dorp - maken deze rondgang aan. Het noordelijk en karakter grotendeels verloren ten ook gebruik van de kerk. noordwestelijk deel van de terp gevolge van handelsactiviteiten. wordt direct achter de kerk begrensd door een watertje. Aan de overkant De terp van Lutkewierum lijkt qua Over de ruimtelijke ontwikkeling van dit vaartje ligt buiten de terp een indeling, zoals die van later kaartma- van Lutkewierum tot de 18de eeuw is boerderij die blijkens de kaart van teriaal bekend is op een mengvorm nauwelijks iets bekend, maar deze Schotanus tot de de stemhebbende van radiaal en blokvormig ingedeelde zal, gezien de omvang van het dorp plaatsen behoorde. In aansluiting op terpen. Wat betreft de structuur op ook nooit een ingrijpend karakter de concentratie van bebouwing op de terp vormt Lutkewierum daarom gehad hebben. Wel is gebleken dat de zuidelijke en zuidoostelijke kant een overgang tussen het eerste en de boeren van het dorp in de 16de van de terp wordt de nederzetting het tweede hoofdtype. en 17de eeuw over gaan op een bereikbaar gemaakt door een pad uit De radiale lijnen op de terp wijzen kapitaalintensievere landbouw. Een zuidoostelijke richting. Ook sinds op een langdurige bewoningsconti- teken hiervan is het opkomend 1822 is weinig veranderd in de nuTteit, mogelijk sinds de Romeinse gebruik van de watermolen, waarvan structurele opbouw van de nederzet• Tijd. Dat de terp in elk geval ruim de eerste vermelding in 1560 op ting. Aan het eind van de toegangsweg voor de 10de eeuw is ontstaan, blijkt Lutkewierum betrekking heeft. over de terp naar de kerk is in de uit de ringdijk rond de kernpolder Mogelijk heeft zich in deze periode tweede helft van de 19de eeuw, bij Oosterend, waarbinnen het dorp is ook een evolutie naar betere en van de vervanging van een oudere gelegen. De dijk heeft in zijn trajekt kostbaarder materiaal gebouwde boerderij door een iets noordelijker bij Lutkewierum een duidelijke boerderijen voltrokken. Aannemelijk gesitueerde nieuwe pastorie, een uitstulping, waaruit geconcludeerd is, dat deze ontwikkeling zich op onregelmatig gevormde open ruimte mag worden dat de nederzetting ten basis van de oudere, reeds bestaande ontstaan, deels als agrarisch erf in tijde van de bedijking al bestond en structuur heeft afgespeeld. gebruik. Ten zuiden hiervan is een het dorpsgebied binnen de bedijking grotere boerderij gelegen met in de moest worden getrokken (fotobijlage, De oudste bron die enig inzicht directe omgeving enige arbeiders- afb. 4). Voor de bedijking lag het geeft in structuur, en omvang van het huisjes. De overige bebouwing is los dorp nabij een zijtak van de Middelzee. dorp is de grietenijkaart van Schota- gegroepeerd om de kerk en in Het verloop van deze slenk is nog nus uit 1718, het vroegste enigszins

3 vergelijking met de situering van de onderdeel van het dorpsgezicht, Rechtsgevolg aanwijzing panden op de kadastrale minuut evenals een huizengroep ten zuidwes- nauwelijks verplaatst. Opmerkelijk is ten van het kerkhof. Ter effectuering van de bescher• dat de gebouwen niet op de kerk zijn De Buorren vormt een informele, ming van het aangewezen dorpsge• georienteerd. Ze liggen vrijwel alle ongeplaveide ruimte binnen het dorp, zicht moet ingevolge artikel 37, lid 8 met de zijkant er naar toe. Een welke deels het karakter heeft van van de Wet op de Ruimtelijke uitzondering hierop vormt de ten een erf waarbij de aanliggende Ordening een bestemmingsplan noordoosten van de kerk gelegen boerderij en de in los verband worden ontwikkeld. De toelichting op pastorie, waarvan de voorkant gegroepeerde kleinschaliger panden de aanwijzing als beschermd nadrukkelijk op de kerk gericht is. het agrarische karakter versterken. dorpsgezicht kan daarbij wat het De wat grootschaliger boerderij beschermingsbelang betreft als Huidig ruimtelijk karakter en te vormt met het tegenovergelegen uitgangspunt dienen. beschermen waarden kostershuis aan de weg tevens een Doel van de aanwijzing is de markante overgang op het punt waar karakteristieke, met de historische In de huidige ruimtelijke opbouw de toegangsweg op het dorp ontwikkeling samenhangende van Lutkewierum is de historische aansluit. Met name het zich versmal- structuur en ruimtelijke kwaliteit van structuur van een klein agrarisch lende gedeelte van de toegangsweg het gebied te onderkennen als terpdorp duidelijk herkenbaar en de alom binnen het dorp aanwezige zwaarwegend belang bij de verdere gebleven. Temidden van het open beplanting geven een grote mate van ontwikkelingen binnen het gebied. landschap van het zogenaamde beslotenheid aan het dorpsgezicht. De aanwijzing beoogt op die wijze 'eiland van Oosterend', een van de Het grootste deel van de dorpsbebou• een basis te geven voor een ruimtelijke oudste polders van Friesland, wing kenmerkt zich door de beperkte ontwikkeling, die inspeelt op de manifesteert het dorp zich met de schaal van een bouwlaag, een over aanwezige kwaliteiten, daarvan forse kerk, omringd door bebouwing het algemeen verticaal gelede gebruik maakt en daarop voortbouwt. en opgaand geboomte als een gevelindeling en afdekking door hechte structurele eenheid. middel van een schild- of zadeldak. De woonbebouwing heeft over het De bebouwing op de lage terp, algemeen een 19de-eeuws of vroeg bestaande uit enige boerderijen en 20ste-eeuws karakter. De zadeldakto- landarbeiderswoningen, is overwe• ren en de romano-gotische kerk, gend agrarisch van karakter en op welke door de centrale, hogere informele wijze rondom de kerk ligging op de terp en door de gegroepeerd. Een hiermee samenhan• afmetingen het dorpsbeeld zeer sterk gende kenmerkende eigenschap van bepalen, kenmerken zich door een de dorpsstructuur is het ontbreken diversiteit in materiaalgebruik van van een feitelijk stratenpatroon; de natuursteen en verschillende ontsluitingsweg vanaf de dijk eindigt formaten baksteen. De koorsluiting binnen het dorp in een open ruimte van de kerk is markant gelegen in de terzijde van het kerkhof. In de zichtlijn van de Buorren tussen de ruimtelijke structuur van het dorp is bebouwing aan de dorpsingang en de situatie rondom de kerk nog het gericht op de in het verlengde van duidelijkst gekenmerkt door de het schip gelegen open dorpsruimte. radiale opbouw van de terp. Met Ook binnen het oostelijk deel van het name komt dit tot uiting in de wat dorp komt de kerk aldus tot uiting als hogere ligging van de kerk binnen centraal en dominerend bijzonder het kerkhof en de ronde vorm van het element. terrein, begrensd door een haag en een pad. De ronde vorm van het Vanaf vrijwel alle zijden is het dorp kerkterrein en de hogere ligging goed vanuit het omringende open worden aan de west- en noordzijde landschap waarneembaar. De relatie benadrukt doordat daar de smalle met de omgeving wordt nog versterkt vaart als begrenzing fungeert. Vooral door het beloop van de opvaart aan deze zijde van het dorp bestaat buiten het dorp, welke een directe een waardevol evenwicht tussen de verbinding met het nabijgelegen Rien beslotenheid, mede als gevolg van tot stand brengt. de beplanting en de bebouwing aan de buitenzijde van de vaart, en de doorzichten naar het open landschap Begrenzing van het aangewezen en het op circa een kilometer afstand gebied gelegen Rien. Aan het door kerk en kerkhof gevormde cirkelvormige De beschreven kenmerken van de centrum van de verkaveling liggen historisch-ruimtelijke structuur van radiaalgewijs enige erven op een Lutkewierum, het huidige dorpsbeeld duidelijke afstand van het ringvormige en de daarin herkenbare historische kerkpad. Slechts de kosterswoning ontwikkeling van een overwegend ten zuiden van de kerk grenst met agrarisch terpdorp rechtvaardigen een zijgevel aan dit pad, maar heeft een aanwijzing als beschermd evenmin een directe relatie met het dorpsgezicht ingevolge artikel 20 van kerkterrein. Belangrijk in dit verband de Monumentenwet. is ook de op de kerk georienteerde Deze samenhangende structuur is 19de-eeuwse pastorie ten noordoos• opgebouwd uit de terp met de kerk, ten van het kerkhof. Een aantal omliggende bebouwing, opvaart en huizen ten westen van de opvaart, begroeiing. De begrenzing van het vormt met de houten brug in de knik aangewezen dorpsgezicht is weerge• van deze vaart gelegen een wat geven op bijgevoegde kaart (Rijks• afzonderlijk, maar karakteristiek dienst voor de Monumentenzorg, nummer 234).

4 Geraadpleegde literatuur:

Faber, J.A. Drie eeuwen Friesland: economische en sociale ontwikkelingen van 1500 tot 1800. Leeuwarden, 1973.

Hacquebord, L. 'Het noordelijk zeekleigebied' in: S. Barends, J. Renes, T. Stol, J.C. van Triest e.a. (red.). Het Nederlandse Landschap. Een historisch-geografi- sche benadering. Utrecht, 1986.

Halbertsma, H. Terpen tussen Vlie en Eems. Gronin- gen, 1963. o Rienks, K.A. en Walther, G.L ^ Binnendiken en Slieperdiken yn Frys- Ian. Boalsert, 1954. 05 ^ Stichting Bodemkartering. Toelichting o bij de Bodemkaart van Nederland, ^ schaal 1: 50.000. Blad 10 Oost ^ Sneek. Wageningen, 1974.

Tegenwoordige Staat van Friesland. dl. 3. Leeuwarden, 1 788.

Zwaga, U. De Gertrudiskerk te Lutkewierum. Lutkewierum, 1982.

Colofon:

Uitgave van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist.

Historisch-geografisch onderzoek: Drs. J.J. de Haas, Breda.

Stedebouwkundig onderzoek: Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist.

Foto's: Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers, Apeldoorn (afb. 2); Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist (afb. 1,3,4); Topografische Dienst, Emmen (omslag).

Kaart en illustratie in de tekst: Studio Ineke van der Burg, Bilthoven.

Verkoopprijs f 10,-. Deze publikatie is schriftelijk of telefonisch te bestellen bij het Distributiecentrum DOP Postbus 20014 2500 EA 's-Gravenhage. Telefoon: 070-7898 80. Onder vermelding van bestelnummer of ISBN 90 346 1476 X.

Druk: Staatsdrukkerij, 's-Gravenhage.

5 Fotobijlage

Afb. 1. B. Schotanus a Sterringa, Uitbeeldinge van de heerlijkheit Friesland, 1970 (facsimile herdruk van 1718), grietenij , fragment.

6 7 Afb. 3. Topographische en Militaire Kaart van het Koningrijk der Nederlanden, 1973 (facsimile herdruk van 1862), blad 5, fragment.

8 IM{ 0 VIN C IB F KIK S LANU (F K M K K NT K II E N N A A It J) K I! A I) K K I,

t«l

1874

Afb. 4. J. Kuyper, Gemeente-atlas van Nederland, 1874, provincie Friesland, gemeente Hennaarderadeel.

9