Landschappelijke inpassing van bedrijfslocatie

Kweldamweg 1 te Molenaarsgraaf

20 JUNI 2018

In opdracht van: Van den Heuvel - Ontwikkeling en Beheer b.v.

Oog voor buitenruimten

2

Landschappelijke inpassing van bedrijfslocatie

Kweldamweg 1 te Molenaarsgraaf

20 JUNI 2018

I.o.v. Van den Heuvel - Ontwikkeling en Beheer b.v.

Is voorbereid door: Lagendijk tuin- en landschapsarchitecten b.v. Postbus 67 2860 AB Bergambacht

0182 357077 [email protected] lagendijktlarchitecten.nl

3

4

Inhoud

 Inleiding 7

 Inventarisatie / analyse 9 Projectgebied in wijdere omgeving 10 Projectgebied ingezoomd en kadastraal 11 Fotobeelden bestaande situatie 12 Ruimtelijk kwaliteitskader 15 Landschappelijke en stedenbouwkundige hoofdstructuur 16 Landschappelijke kwaliteit 18

 Aanbevelingen 25 Bestaande situatie 26 Nieuwe situatie met daarop doorsnede aangegeven 27 Doorsnede A, B en C 28 Bestaande en nieuwe situatie 32 Aanzicht 1 en 2 35 Oppervlakte opslag en groen 36 Erfbeplanting 39 Referentiebeelden beplanting 41

 Conclusie 43

Inhoud 5

6

Inleiding

Aanleiding Opdrachtgever Van den Heuvel - Ontwikkeling en Beheer b.v. heeft Lagendijk tuin- en landschapsarchi- tecten opdracht gegeven te onderzoeken of de landschappelijke inpassing van de kavel op verantwoor- de wijze is uitgevoerd omdat daar vraagtekens bij worden geplaatst. Dit heeft verband met de op han- den zijnde bestemmingsplantechnische splitsing van de bedrijven op de huidige locatie.

Het perceel ligt ingesloten tussen de Provincialeweg N214 en de Kweldamweg te Molenaarsgraaf (gemeente Molenwaard) in het hart van de Alblasserwaard. De huidige bebouwing op de percelen be- staat uit een ligboxenstal met bedrijfsloodsen, bedrijfswoning en erf dat voor een belangrijk deel voor opslag van goederen en veevoeder wordt gebruikt. Er is sprake van de landschappelijke en steden- bouwkundige inpassing van de reeds bestaande situatie.

Het complex is nu een opvallende verschijning in het veenweide gebied en heeft wat gebiedsvreemde eigenschappen.

Doelstelling Doelstelling is de verschijningsvorm van het gebied met de deels gebiedsvreemde eigenschappen aan te passen, dusdanig dat een situatie ontstaat die vanuit landschappelijk en stedenbouwkundig oogpunt verantwoord is.

Aanpak Via een stedenbouwkundige en landschappelijke verkenning en de analyse van verschillende land- schappelijke aspecten wordt een beoordeling gegeven over de mogelijkheden die het gebied geeft en de maatregelen die genomen kunnen worden om de doelstelling te bereiken.

Inleiding 7

8

Inventarisatie / analyse

Inventarisatie / analyse 9

Molenaarsgraaf

O

p

e n

s l a

g

e n l De Put a

n

d

s ch

a

p

Projectgebied

O

p e n

s l a g e g n we l am a eld n Kw d s c h a p

14 N2 g we le ia nc ovi Pr

Luchtfoto van wijdere omgeving (Ruimtelijke plannen)

Inventarisatie / analyse Projectgebied in wijdere omgeving 10

g we am eld Kw Projectgebied Projectgebied

14 N2

Projectgebied ingezoomd (Ruimtelijke plannen) Kadastrale ondergrond met GBKN

Inventarisatie / analyse 11 Projectgebied ingezoomd en kadastraal

Projectgebied gezien vanuit oosten Kweldamweg in westelijke richting Woningen en schuren op projectlocatie

Projectgebied met links op de foto de provinciale weg N214 Bomenlanen langs toegangsweg naar bedrijf Westzijde van projectgebied

Oostzijde projectgebied, open slagenlandschap Projectgebied gezien vanaf Kweldamweg Westzijde van projectgebied, grotendeels groene inpassing Inventarisatie / analyse Fotobeelden bestaande situatie 12

Schrale bufferbeplanting in een smalle taludstrook langs oostzijde Schrale bufferbeplanting langs westkant perceel Westkant perceel, bestaande schuur niet ingekleed in bufferbeplanting perceel

Schrale bufferbeplanting westkant perceel, beplantingsstrook te smal Schrale bufferbeplanting langs zuidzijde perceel Schrale bufferbeplanting langs westzijde perceel en weinig tot geen onderbegroeiing

Schrale bufferbeplanting achterzijde perceel, zuidzijde kijkende in Schrale bufferbeplanting westkant perceel Schrale bufferbeplanting langs perceel, zuid– en westzijde oostelijke richting. Opslagterrein momenteel leeg Inventarisatie / analyse 13 Fotobeelden bestaande situatie

Schrale bufferbeplanting, struik– en boomvormers mager, westzijde

Bossage op achterliggend land, goed voorbeeld van samenspel boom en struikvormers

Projectgebied van een afstand

Inventarisatie / analyse Fotobeelden bestaande situatie 14

Ruimtelijk kwaliteitskader Molenwaard

Gemeente Molenwaard heeft voor de inpassing van o.a. grootschalige agrarische complexen in de nieuwe Linten een ruimtelijk kwaliteitskader opgesteld middels het Molenwaards Kookboek. Uit de inventarisatie en analyse blijkt dit project niet te voldoen aan een aantal aspecten, met name de zichtbaarheid van de opslag op het terrein van buitenaf. Doelstelling is om zoveel mogelijk aan de visie te voldoen en corrigerende maatregelen voor te stellen.

Inventarisatie / analyse 15 Ruimtelijk kwaliteitskader Molenwaard

Landschappelijke en stedenbouwkundige hoofdstructuur

De Kweldamweg kan worden gekarakteriseerd als een buurtweg/bebouwingslint t.b.v. de landbouw/ veehouderij. De boerderijclusters worden ontsloten via de Kweldamweg en liggen daar min of meer met een gelijke rooilijn afstand van verwijdert.

Een uitzondering daarop vormt de projectlocatie Kweldamweg 1, deze ligt daar relatief ver van verwijdert. Dit geldt ook voor de korrelgrootte van de boerderijclusters deze zijn van een min of meer gelijke grootte met uitzondering van het projectgebied. Deze is qua omvang aanzienlijk veel groter dan de andere clus- ters.

Het landschapstype is het slagenlandschap, gekenmerkt door lange lengtesloten met dwarssloten. De breedte van de kavels zijn op hoofdlijnen gelijk met uitzondering van het projectgebied, daar is sprake van kavelverbreding en de toepassing van greppels.

De erfbeplanting bij de boerderijclusters varieert van vrijwel niet aanwezig tot compleet ingebed in erf- en singelbeplanting. Het projectgebied vormt daarbij een gemiddelde, te weten de westzijde matig dicht be- Luchtfoto (Bing maps) met projectgebied en erfclusters. plant tot nagenoeg niet aan de zuid- en oostzijde. De eigenaar van het projectgebied heeft gekozen voor een laanbeplanting langs de ontsluitingswegen tussen de Kweldamweg en de boerderijcluster mede door de grotere afstand daartussen. Hiermee onderscheid het projectgebied zich t.o.v. de andere clusters en krijgt daardoor een vrij statige uitstraling en een beperking van de oost-west zichtlijnen. Het projectgebied manifesteert zich als één cluster.

Concluderend kan worden gesteld dat het projectgebied afwijkt van de andere boerderijclusters op de vol- gende punten: grootte, ligging t.o.v. de buurtweg en de kavelbreedtes. Het is van belang dat de uitstraling van één cluster blijft bestaan ondanks het feit dat daarbinnen er mogelijk twee bedrijven actief zijn.

Open veenweidegebied met prominent aanwezige loods gezien vanaf de Kweldamweg.

Inventarisatie / analyse Landschappelijke en stedenbouwkundige hoofdstructuur 16

Projectgebied gezien vanuit noordoosten, met weinig erfbeplanting. Rechts op de foto de Kweldamweg. Laanbeplanting langs de ontsluitingswegen, beperken oost-west zichtlijnen. Verschil in rooilijnen valt op.

Laanbeplanting langs ontsluitingswegen en een duidelijk zichtbare bedrijfsloods aan de oostzijde van het Projectgebied gezien vanaf provincialeweg N214 met prominent aanwezige loods en open erf. projectgebied. Inventarisatie / analyse 17 Landschappelijke en stedenbouwkundige hoofdstructuur

Landschappelijke kwaliteit

De boerderijcluster is een opvallende verschijning in het landschap in meerdere opzichten. Voorbeelden zijn de schaal en ligging in het landschap. Daarnaast is er ook de verschijningsvorm. De stal en loodsen sluiten aan bij de karakteristiek van de landbouwclusters rondom. Wat afwijkt is de technische invulling op en rond het erf en met name de RVS installaties, deze springen eruit. Het verdient aandacht vanuit beeld- kwaliteitsoogpunt daar aandacht aan te besteden.

Het complex samen met de boomlanen er naar toe, geven het complex een statige uitstraling. Dit is tamelijk uniek voor een boerderijcluster in het slagenlandschap. Het zou ook de entree naar een bui- tenplaats of landgoed kunnen zijn. Wellicht biedt dit aanknopingspunten bij de verdere invulling. Ten aanzien van de in de omgeving gelegen erfclusters is de aanwezigheid van erfbeplanting wisselend. Het valt op dat beide clusters qua erfbeplanting te wensen over laat aan de vier zijden van het complex in meer of mindere mate. Het projectgebied van nr.1 sluit niet aan bij deze constatering. Projectgebied gezien vanaf provincialeweg N214. Erfbeplanting aan de zuidzijde van de Kweldamweg rondom de boerderijcluster van nr. 3 en 4 vormt een groene oase in het open veenweidegebied en draagt bij aan een coulissevorming. De schaal grootte van het projectgebied staat in schril contrast met de relatief kleinere complexen elders in het gebied. Het is wenselijk het projectgebied te voorzien van meer erfbeplanting.

Rvs tanks duidelijk aanwezig in het landschap door ontbrekende erfbeplanting en geven een ver- rommeld aanzien.

Bomenlanen richting het complex met monumentale uitstraling. Aan de noordzijde ontbrekende erfbeplanting bij nr. 2 en staat daarmee schraal in de ruimte.

Voorbeeld van erfbeplanting aan zuidzijde van de Kweldamweg (nr. 3 en 4). Landbouwschuur aan westzijde is deels omsloten door erfbeplanting.

Inventarisatie / analyse Landschappelijke kwaliteit 18

Landschappelijke kwaliteit (vervolg)

De erfbeplanting aan de noordzijde geeft een blik in het boerenbedrijf en daarmee de associatie met het agrarisch gebied. Een impressie meegeven van stallen met bedrijfswoning is vanuit beeldkwaliteits- oogpunt wenselijk, echter voor de kuilsilo´s geldt dat niet en deze verdienen inkleding met landschap- pelijke beplanting.

Dit geldt ook voor de oostzijde waar de RVS componenten de storende factor zijn. Het vrijwel compleet ontbreken van erfbeplanting is aan deze zijde het andere uiterste.

Erfbeplanting aan noordzijde biedt zicht op het boerenbedrijf. De erfbeplanting aan de zuidzijde is eveneens tamelijk mager en geeft zicht op een meer verrommeld erf. Het is wenselijk dit meer in te kleden. De beleving hiervan vindt plaats vanaf de N214. Ter hoogte van het complex is er bufferbeplanting aanwezig als dichte bermbeplanting, de optelsom biedt een goede buffering.

Vrijwel compleet ontbreken van erfbeplanting aan de oostzijde.

Zuidzijde tamelijk mager ingekleed met beplanting.

Inventarisatie / analyse 19 Landschappelijke kwaliteit

20

Westzijde tamelijk mager ingekleed met beplanting.

Inventarisatie / analyse 21 Landschappelijke kwaliteit

Landschappelijke kwaliteit gezien vanuit de lucht

Buffer beplantingsstrook zeer smal Buffer beplantingsstrook is te smal en mager qua ef- fectiviteit, mede door slechte groeiomstandigheden

Bufferbeplanting is van voldoende niveau. Bufferbeplanting is mager, mede door slechte groeiomstandigheden, te smalle beplantingsstrook en te weinig struikvormers.

Inventarisatie / analyse Landschappelijke kwaliteit 22

Buffer beplantingsstrook is te smal en mager qua effectiviteit, mede door slechte groeiomstandigheden

Buffer beplantingsstrook zeer smal Bufferbeplanting is mager, mede door slechte groeiomstandighe- den, te smalle beplantingsstrook en te weinig struikvormers.

Bufferbeplanting is van voldoende niveau.

Inventarisatie / analyse 23 Landschappelijke kwaliteit

24

Aanbevelingen

Aanbevelingen 25

Aanbevelingen Bestaande situatie 26

Nieuwe situatie met hierop aangegeven de doorsneden van pagina 28-29-30-31

C’

C

B’ B A’

A

Aanbevelingen 27 Nieuwe situatie

grote heesters

bestaande sloot

opslag terrein bestaande loods bestaand weiland

Sloot en talud in beide situaties niet gewijzigd

Doorsnede A-A’, Bestaande situatie

bosplantsoen bestaande uit streekeigen boomvormers, langs deze zijde wordt een onderbro- ken beplantingsstrook voorgesteld om nog enige doorkijk toe te staan in lijn met Molenwaards Kookboek bestaande sloot

terrein t.b.v. manoeuvre- ren en circulatie bestaande loods bestaand weiland

Doorsnede A1-A1’, Nieuwe situatie

Aanbevelingen Doorsnede A 28

grote heesters

bestaande sloot

opslag terrein bestaande loods bestaand weiland

Doorsnede A-A’, Bestaande situatie

Individuele streekeigen solitair bomen die ook in bosplantsoen

bodembedekker als struiklaag, gras of bloemrijke grasberm bestaande sloot

terrein t.b.v. manoeuvre- bestaande loods ren en circulatie bestaand weiland

Doorsnede A2-A2’, Nieuwe situatie

Aanbevelingen 29 Doorsnede A

Individuele, hoogstam bomen

bestaande loods opslag terrein enkele losse struiken (vaak gebiedsvreemd)

bestaand weiland

Doorsnede B-B’, Bestaande situatie

bosplantsoen bestaande uit streekeigen boomvormers, langs deze zijde wordt een onderbroken beplantingsstrook voorgesteld om nog enige doorkijk toe te staan in lijn met Molenwaards Kookboek bosplantsoen bestaande uit streek- eigen soorten

bestaande loods terrein t.b.v. manoeuvreren en circulatie bestaand weiland

greppel

Doorsnede B1-B1’, Nieuwe situatie

Aanbevelingen Doorsnede B 30

Boomsingel in slechte conditie door slechte groeiomstandigheden Struiklaag ontbreekt grotendeels, door lage ligging is de bodem verzadigd door water waardoor er slechte groeiomstandigheden opslag terrein zijn. Een te open singel die te weinig afsluit

3,0 m.

Doorsnede C-C’, Bestaande situatie

bosplantsoen bestaande uit streek- eigen soorten Verbetering van groeiomstandig- heden door aanbrengen van sloot, drainage of greppel en terrein uitbreiden richting bestaand weiland

opslag terrein

10,0 m. bestaand weiland

Doorsnede C1-C1’, Nieuwe situatie

Aanbevelingen 31 Doorsnede C

Aanbevelingen Bestaande situatie 32

Aa

n

z

i

c

h

t

z

u

i

d

z

i

j

d

e

Aan zicht oo stzijde

Locatie aanzichten

Aanbevelingen 33 Nieuwe situatie

Aanbevelingen 34

Aa

n

z

i

c

h

t

z

u

i

d

z

i

j

d

e

Aan zicht oo stzijde

Locatie aanzichten

Aanbevelingen 35 Aanzicht 1 en 2

Oude situatie Oppervlakte:

Opslag 9810 m2 Groen 624 m2

Bestaande situatie met oppervlakte opslag en beplanting

Aanbevelingen Oppervlakte oude situatie 36

Nieuwe situatie Oppervlakte:

Opslag 5650 m2 Groen 4023 m2

Nieuwe situatie met oppervlakte opslag en beplanting

Aanbevelingen 37 Oppervlakte nieuwe situatie

38

Erfbeplanting

Inspiratiebron voor de erfbeplanting is de boerderijcluster aan de Kweldamweg 3 en 4. Uit de analyse van de beplanting blijkt dat deze bestaat uit vrijstaande bomen en bomen met onderbeplanting. Met de breedte van de beplantingstrook kan de zichtbaarheid van het achtergelegen terrein worden gestuurd.

Conform het ‘Ruimtelijk kwaliteitskader Molenwaard’ wordt rond het complex een dichte singel van inheemse streekeigen beplanting aangebracht. Het complex krijgt hierdoor de uitstraling van een groen omzoomd agrarisch eiland in een open landschap. Vanaf de Dam- seweg en Kweldamweg worden zichtlijnen opengehouden voor een gefilterd zicht op het agrarisch complex. Dit principe is kenmerkend voor omliggende groensingels omzoomde bedrijven waardoor het projectgebied aansluiting vindt bij omliggende landschapskarakter en Links op de foto het open slagenlandschap en rechts groene cluster nr. 3 en 4. het Molenwaards Kookboek.

dichte singel van inheemse streekeigen beplanting

‘dichte singel van inheemse streekeigen beplanting’ (blz 9 ‘Ruimtelijk kwaliteitskader Molenwaard’)

Bron: Molenwaards Kookboek zichtrelaties tussen agrarisch complex Erfbeplanting bestaande uit een bomenlaan met gedeeltelijk onderbeplanting en Kweldamweg/Damseweg

Kweldamweg 3 en 4 gezien vanuit oostelijke richting. Groene oase aan de oostzijde van het perceel. Open bomenlaan aan voorzijde (noordoost) van het perceel van nr. 3 en 4.

Aanbevelingen 39 Erfbeplanting

Erfbeplanting (vervolg) Het inheemse assortiment bestaat voor het grootste gedeelte uit bladverliezend beplantingsmateriaal. Er zijn enkele inheemse soorten zoals de groene hust die groenblijvend zijn, echter dit zijn vrij langzame groeiers.

Doorzicht tijdens de periode zonder blad aan de boom, verdient aandacht. Het is de wens ondanks de bladverliezende eigenschap toch een volkomen afgesloten beeld te geven op de plaatsen waar dit gewenst is. Qua afdichting hoeft dit niet een probleem te zijn omdat de optelsom van kale takken ook een volkomen gesloten beeld kan opleveren mits de breedte van de strook voldoende groot is en dat het juiste assortiment wordt toegepast om de gewenste beeldkwaliteit te kunnen bereiken in de winter.

De hoogte is geen probleem, en met de juiste onderbegroeiing is een goede afsluiting mogelijk. Ook is het mogelijk doorkijk te creëren waar gewenst door bijvoorbeeld de onderbegroeiing weg te laten of deze strook minder breed te maken.

Concreet betekent dit dat bij een breedte van minimaal 6-7 meter ook in de winterperiode voldoende dichtheid kan worden bereikt. Enkele voorbeelden illustreren dit beeld.

Groenstrook met gesloten beeld in periode met kale takken. Dit voorbeeld bestaat uit bladverliezende soorten.

Bestaande streekeigen beplanting Brede groenstrook in zomerperiode.

Groenstrook met inheemse soorten en een gesloten beeld in zomerperiode.

Groenstrook (inheemse soorten) met gesloten beeld in periode met kale takken. Groenstrook met gesloten beeld in winterperiode, met uitsluitend bladverliezende soorten.

Aanbevelingen Erfbeplanting 40

Salix alba ‘Liempde’ Populus euramericana Symphoricarpos chenaultii ‘Hancock’ Crataegus monogyna in bosplantsoen bufferbeplanting

Corylus avellana Alnus glutinosa Salix cinerea

Viburnum opulus Ligustrum vulgare Prunus spinosa

Aanbevelingen 41 Referentiebeelden beplanting

42

Conclusie

Opdrachtgever Van den Heuvel - Ontwikkeling en Beheer b.v. heeft Lagendijk tuin- en landschapsarchitecten opdracht gegeven te onderzoeken of de landschappelijke inpassing van de kavel op verantwoorde wijze is uitgevoerd omdat daar vraagtekens bij zijn geplaatst. Dit heeft verband met de op handen zijnde bestemmingsplantechnische splitsing van het perceel. De kavelsplitsing is meer juridisch van aard dan fysiek.

Doelstelling Doelstelling is de verschijningsvorm van het gebied met de deels gebiedsvreemde eigenschappen aan te passen, dusdanig dat een situatie ontstaat die vanuit landschappelijk en stedenbouwkundig oogpunt verant- woord is.

De landschappelijke inpassing laat te wensen over, echter is door het aanbrengen van bufferbeplanting op de in dit rapport aangegeven locaties weer op een acceptabel niveau te brengen en de bebouwingsclus- ter op verantwoorde wijze in te passen. Er is hierbij gekeken naar de omgeving van het perceel dusdanig dat het daar familie van wordt in de verschijningsvorm.

Conclusie 43

© Lagendijk tuin- en landschapsarchitecten bv Postbus 67 | 2860 AB Bergambacht | T (0182) 357077 | F (0182) 357027 E [email protected]

44 datum 7-5-2018 dossiercode 20180507-9-17822

Wateradvies Geen Waterschapsbelang Op grond van het Besluit Ruimtelijke Ordening moet in de toelichting van ruimtelijke plannen een waterparagraaf worden opgenomen. Hierin wordt beschreven hoe rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de taken en belangen van het waterschap. De watertoets voor dit plan heeft plaatsgevonden via de Digitale Watertoets van waterschap Rivierenland. Uit de gegevens die u heeft ingevoerd volgt dat het plan uitsluitend een functieverandering van bestaande bebouwing betreft. Er vindt geen aanpassing van bebouwing of ruimte plaats. Waterschap Rivierenland heeft geen bezwaar tegen dit plan. Het plan hoeft in het kader van de watertoets niet meer voorgelegd te worden aan Waterschap Rivierenland.

Algemene projectgegevens Projectomschrijving: Bestemmingsplan 'Molenaarsgraaf, Kweldamweg 1' Het plangebied ligt in: Molenwaard Het plan is ingediend door: Trevor Versluis Van den Heuvel Ontwikkeling & Beheer B.V.

Accountmanager Molenwaard Cindy Gejas - Josten 0344 649 197,[email protected]

© Digitale Watertoets - www.dewatertoets.nl Dit document is gegenereerd via de website http://www.dewatertoets.nl// op basis van door u ingevulde gegevens. U bent akkoord gegaan met de door u ingevulde gegevens. Dit digitale advies heeft een geldigheid van 2 jaar.

De WaterToets 2017 datum 7-5-2018 dossiercode 20180507-9-17822

Samenvatting In deze paragraaf worden puntgewijs de resultaten van de toetsing samengevat.

Tekenen: Heeft u een toetslaag geraakt? ja

In welke gemeente ligt het plangebied? Molenwaard

Vragen: Gaat het plan uitsluitend over functiewijziging van bestaande bebouwing zonder fysieke aanpassing van bebouwing en ruimte? ja

Afbeeldingen: Niet van toepassing voor dit advies.

De WaterToets 2017

Nota Zienswijzen bestemmingsplan

‘Molenaarsgraaf, Kweldamweg 1’

Gemeente

Nota Zienswijzen

Bestemmingsplan ‘Molenaarsgraaf, Kweldamweg 1’

Datum: Projectleider: 21-05-2019 Dhr. R. Kip

Inhoudsopgave

1 INLEIDING ...... 2 2 ZIENSWIJZEN ...... 4 2.1 Volgnummer 1 ...... 4 2.2 Volgnummer 2 ...... 8 2.3 Volgnummer 3 ...... 11

1

1 INLEIDING

Toelichting plan Het bestemmingsplan heeft betrekking op het perceel Kweldamweg 1 in Molenaarsgraaf en ziet toe op de planologische scheiding van de veehouderij en de handel in zuivelmachines binnen de agrarische bestemming.

Ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan Het college van de voormalige gemeente Molenwaard heeft op 30 november 2018 bekend gemaakt (Staatscourant 2018, 68643) dat het ontwerpbestemmingsplan ‘Molenaarsgraaf, Kweldamweg 1’ (imro-codering: NL.IMRO.1927.BPKweldamweg1-OW01) vanaf 3 december 2018 voor zes weken ter inzage heeft gelegen, tot en met 14 januari 2019.

Tijdens de terinzagelegging zijn er drie zienswijzen ingediend. De zienswijzen zijn binnen de daarvoor geldende termijn ingediend, en zijn ontvankelijk. In de voorliggende ‘Nota Zienswijzen’ zullen de ingediende zienswijzen inhoudelijk worden behandeld en van een antwoord worden voorzien.

Per 1 januari 2019 is de gemeente Molenwaard gefuseerd met de gemeente Giessenlanden tot de gemeente Molenlanden. De lopende ruimtelijke procedures, waaronder het voorliggende bestemmingsplan, worden voortgezet door de nieuwe gemeente Molenlanden. De Nota Zienswijzen is opgesteld door de gemeente Molenlanden.

Leeswijzer De behandeling van een zienswijze ziet er als volgt uit: een samenvatting van de zienswijze, de beantwoording van de zienswijze en tenslotte zal worden aangegeven of de zienswijze aanleiding geeft tot het aanpassen van het bestemmingsplan en welke aanpassingen dit dan betreft.

2

Belanghebbende bij bestemmingsplannen Het bestuursprocesrecht van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) beperkt de kring van personen die tegen een besluit (bestemmings- plan) in beroep kunnen gaan. Uitsluitend ‘belanghebbenden’ kunnen tegen een bestuursrechtelijk appellabel besluit in beroep gaan. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder ‘belanghebbende’ verstaan: ‘Degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken’. De wetgever heeft deze eis gesteld teneinde te voorkomen dat een ieder, in welke hoedanigheid ook, of een persoon met slechts een verwijderd of indirect belang als belanghebbende zou moeten worden beschouwd en beroep zou kunnen instellen. Om als belanghebbende in de zin van de Awb te kunnen worden aangemerkt, dient een natuurlijk persoon een voldoende objectief en actueel, eigen persoonlijk belang te hebben dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen en dat rechtstreeks wordt geraakt door het bestreden besluit (bestemmingsplan). Binnen het omgevingsrecht is dit in beginsel iedereen die ‘rechtstreeks feitelijke gevolgen’ ondervindt van een activiteit die door een omgevingsrechtelijk besluit wordt toegestaan. Gevolgen zijn niet van enige betekenis wanneer de deze voor de woon-, leef- of bedrijfssituatie van de betrokkene zo gering zijn dat een persoonlijk belang bij het besluit (bestemmings- plan) ontbreekt. Factoren die hierbij meespelen zijn afstand tot, zicht op, planologische uitstraling van en milieugevolgen van de activiteit die het besluit (bestemmingsplan) toestaat. Hiernaast zijn de aard, intensiteit en frequentie van de gevolgen van belang. Een eventuele normering voor milieugevolgen door een afstandseis, contour of grenswaarde, komt echter pas aan de orde bij de inhoudelijke behandeling van het beroep.

3

2 ZIENSWIJZEN 2.1 Volgnummer 1

Samenvatting zienswijze a. De indiener geeft aan dat de loods, waarin de handel en reparatie van zuivelmachines plaatsvindt, en het omliggende terrein nooit agrarisch is gebruikt. De indiener geeft aan dat de kelder onder de loods onder valse voorwendselen is aangevraagd als mestopslag, terwijl de kelder niet geschikt is voor dit gebruik. De indiener is van mening dat men van begin af aan het plan had om de loods te gaan gebruiken voor de handel en reparatie van zuivelmachines en dat de gemeente destijds handhavend had moeten optreden.

b. De indiener is van mening dat het bedrijf (de handel en reparatie van zuivelmachines) naar een bedrijventerrein had moeten worden verplaatst, omdat het gebruik niet past in het agrarisch gebied en kan leiden onwenselijke situaties.

c. De indiener is van mening dat verkoop van de boerderij met loods mogelijk is, omdat de bovenbouw van de loods is gebruikt als machineberging, hooi- en stro-opslag. De indiener is van mening dat hiermee financiële middelen ontstaan voor de verplaatsing van het zuivelmachinebedrijf naar een bedrijventerrein.

d. De indiener is van mening dat er in de gemeente Molenlanden voldoende mogelijkheden zijn om het zuivelmachinebedrijf naar te verplaatsen, waardoor de arbeidsplaatsen binnen de gemeente blijven.

e. De indiener geeft aan dat niet-agrarische ondernemers op een bedrijventerrein horen en dat wanneer niet gehandhaafd wordt er sprake is van oneerlijke concurrentie ten opzichte van concurrerende bedrijven die op een duurder bedrijventerrein zijn gevestigd.

f. De indiener geeft aan dat het zuivelmachinebedrijf niet past binnen de bestemming ‘agrarisch met waarden’, omdat het bedrijf geen agrarische producten voortbrengt.

g. De indiener verwijst naar de provinciale verordening van de provincie Zuid-Holland. De indiener is van mening dat de groene omzoming van de buitenopslag een camouflage van een stedelijke activiteit betreft. De indiener geeft aan dat de aanleg van een buitenopslag vergelijkbaar is met de aanleg van bedrijventerrein. De indiener is van mening dat hier sprake is van een transformatie die niet past binnen de gebiedsidentiteit en dat een toetsing van het plan aan de ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ nodig is.

4

Beantwoording zienswijze a. Sinds medio 1990 is de handel en revisie van zuivelmachines onderdeel geworden van het bedrijf op de locatie Kweldamweg 1 te Molenaarsgraaf. De activiteiten zijn een uitvloeisel van de ervaringen in de eigen kaasmakerij, handel etc. aan de Graafdijk- Oost 23 te Molenaarsgraaf. Medio 2000 zijn plannen opgesteld voor de vergroting van het agrarisch melkveebedrijf. Het plan betrof o.a. de bouw van een nieuwe loods met daarin een werktuigen- berging, opslag van hooi/stro, een voerkeuken en een werkplaats voor de handel en revisie van zuivelmachines. Het plan was om het eigen gewonnen graan van het land in de Hoeksche Waard op te slaan in een graansilo (inpandig) en een voerkeuken in te richten voor het laden van de voermengwagen met bijproducten etc. Op basis van voortschrijdend inzicht en verschil in toekomstvisie van de eigenaren zijn de plannen tijdens de uitvoering bijgesteld. De voorgenomen groei van het melkveebedrijf is niet doorgezet. De nieuwe loods is vervolgens in gebruik genomen als opslag en werkplaats voor de handel en revisie van zuivelmachines.

Door de gemeente is vervolgens een zorgvuldige ruimtelijke afweging gemaakt van de verschillende belangen. Naar aanleiding van deze afweging heeft het college van B&W van de gemeente besloten om niet handhavend op te treden, maar het te regelen middels het opnemen van restricties in het bestemmingsplan.

De gemeenteraad van de voormalige gemeente Graafstroom heeft 29 december 2009 het bestemmingsplan ‘Buitengebied Graafstroom’ vastgesteld en daarmee ingestemd met het uitoefenen van de nevenactiviteit handel en revisie van zuivelmachines op het perceel Kweldamweg 1 te Molenaarsgraaf. De nevenactiviteit handel en revisie van de zuivelmachines is juridisch-planologisch vastgelegd in het bestemmingsplan ‘Buitengebied Graafstroom’ middels de functieaanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden – constructiebedrijf’ met daaraan in de regels gekoppeld een maximale vloeroppervlakte van 2800 m2. De functieaanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden – constructiebedrijf’ met daaraan gekoppelde regelgeving is expliciet overgenomen in het vigerende bestemmingsplan ‘parapluherziening Buitengebied Graafstroom’ (vastgesteld 20-02-2018).

b. Zie a. Door de gemeente is een zorgvuldige ruimtelijke afweging gemaakt van de verschillende belangen. Naar aanleiding van deze afweging acht het college van B&W van de gemeente het plan, met alle restricties, ruimtelijk acceptabel en is besloten medewerking te verlenen aan de bestemmingsplanwijziging.

De gemeente ziet geen noodzaak om de handel en revisie van zuivelmachines te verplaatsen naar een bedrijventerrein. De gemeente is van mening dat de handel en revisie van zuivel- machines een passende functie is op deze locatie. De handel en revisie van zuivelmachines is reeds toegestaan conform het vigerende bestemmingplan ‘parapluherziening Buitengebied Graafstroom’ (vastgesteld 20-02-2018). De bestemmingsplan- wijziging betreft uitsluitend een juridisch-planologische scheiding/ loskoppeling van het agrarisch bedrijf en de handel en revisie van zuivelmachines, waardoor beide bedrijven zelfstandig van elkaar kunnen opereren. De bestemmingsplanwijziging voorziet niet in de uitbreiding van de bebouwings- en/of de gebruiksmogelijkheden van de activiteit handel en revisie van zuivelmachines. De bouw- en

5

gebruiksmogelijkheden van de handel en revisie van zuivelmachines worden niet verruimd ten opzichte van het vigerende bestemmings- plan, maar worden juist strakker begrensd. In het bestemmingsplan wordt de functieaanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden - handel en revisie van zuivelmachines’ opgenomen. Alle activiteiten omtrent de handel en revisie van zuivelmachines dienen plaats te vinden binnen dit functieaanduidingsvlak. In aanvulling daarop is de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - buitenopslag' opgenomen. Uitsluitend ter plaatse van deze functieaanduiding is buitenopslag toegestaan. De bestaande loods heeft een oppervlakte van ca. 2800 m2. In de regels van het bestemmingsplan is vastgelegd dat het bebouwd oppervlak voor de handel en revisie van zuivelmachines maximaal 2800 m2 mag bedragen. Uitbreiding van de handel en revisie van zuivelmachines en het uitoefenen van overige niet-agrarische bedrijfsactiviteiten zijn daarmee uitgesloten. De huidige activiteiten voor de handel en revisie van zuivelmachines op het perceel Graafdijk-Oost 23 te Molenaarsgraaf worden verplaatst naar de locatie Kweldamweg 1 te Molenaarsgraaf. In het kader van een goede ruimtelijke ordening worden de bedrijfsactiviteiten omtrent de handel en revisie van zuivelmachines, waaronder de buitenopslag, op een passende wijze landschappelijk ingepast middels streekeigen erfbeplanting. c. Zie b. De gemeente ziet geen noodzaak om de handel en revisie van zuivelmachines te verplaatsen naar een bedrijventerrein. De handel en revisie van zuivelmachines is reeds toegestaan conform het vigerende bestemmingplan ‘parapluherziening Buitengebied Graafstroom’ (vastgesteld 20-02-2018). De bestemmingsplan- wijziging betreft uitsluitend een juridisch-planologische scheiding/ loskoppeling van het agrarisch bedrijf en de handel en revisie van zuivelmachines, waardoor beide bedrijven zelfstandig van elkaar kunnen opereren. Uitbreiding van de activiteit handel en revisie van zuivelmachines is middels het bestemmingsplan uitgesloten. Wanneer men in de toekomst wilt uitbreiden dient het bedrijf te worden verplaatst naar elders en zal gezocht worden naar een andere agrarische of agrarisch gerelateerde functie voor deze locatie. d. Zie b en c. e. Zie b en c. f. Zie b. g. Het bestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg beoordeeld en met de gestelde restricties, waaronder de begrenzing van de buitenopslag en de maximum bebouwings- mogelijkheden en de verplichting tot landschappelijke inpassing van het bedrijfsperceel, akkoord bevonden door de provincie Zuid-Holland. Soortgelijke groene omzomingen ziet men vaker bij agrarische (gerelateerde) bedrijven in het buitengebied.

6

Aanpassingen plan Toelichting: De zienswijze leidt niet tot aanpassing van de toelichting van het bestemmingsplan. Regels: De zienswijze leidt niet tot aanpassing van de regels van het bestemmingsplan. Verbeelding: De zienswijze leidt niet tot aanpassing van de verbeelding van het bestemmingsplan.

7

2.2 Volgnummer 2

Samenvatting zienswijze a. De indiener is van mening dat het plan leidt tot ongewenste precedentwerking. De indiener geeft aan dat de loods, waarin de handel en reparatie van zuivelmachines plaatsvindt, is aangevraagd als agrarische schuur maar nooit agrarisch is gebruikt.

b. De indiener is van mening dat de loods uitstekend mee verkocht kan worden met de boerderij, omdat de loods goed gebruikt kan worden als opslag of voor een ondergeschikte nevenactiviteit. De indiener is van mening dat wanneer een reële prijs wordt gevraagd de verkoopbaarheid geen probleem is.

c. De indiener is van mening dat de kosten voor de verplaatsing van een bedrijf naar een bedrijventerrein geen argument is. De indiener geeft aan dat het zuivelmachinebedrijf jarenlang voordeel heeft gehad van een oneerlijke concurrentiepositie ten opzichte van concurrerende bedrijven die op een bedrijventerrein zijn gevestigd.

d. De indiener is van mening dat de handel en revisie van zuivel- machines geen agrarische activiteit betreft en daarmee niet past binnen de bestemming ‘agrarisch met waarden’, omdat het bedrijf geen agrarische producten voortbrengt en het geen toeleverancier voor de landbouw is.

e. De indiener is van mening dat de groene omzoming van de buiten- opslag een camouflage van een stedelijke activiteit betreft. De indiener geeft aan dat de aanleg van een buitenopslag vergelijkbaar is met de aanleg van bedrijventerrein. De indiener is van mening dat hier sprake is van een transformatie/nieuwe stedelijke ontwikkeling die niet past binnen de gebiedsidentiteit en dat een toetsing van het plan aan de ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ nodig is.

8

Beantwoording zienswijze a. Sinds medio 1990 is de handel en revisie van zuivelmachines onderdeel geworden van het bedrijf op de locatie Kweldamweg 1 te Molenaarsgraaf. De activiteiten zijn een uitvloeisel van de ervaringen in de eigen kaasmakerij, handel etc. aan de Graafdijk- Oost 23 te Molenaarsgraaf. Medio 2000 zijn plannen opgesteld voor de vergroting van het agrarisch melkveebedrijf. Het plan betrof o.a. de bouw van een nieuwe loods met daarin een werktuigen- berging, opslag van hooi/stro, een voerkeuken en een werkplaats voor de handel en revisie van zuivelmachines. Het plan was om het eigen gewonnen graan van het land in de Hoeksche Waard op te slaan in een graansilo (inpandig) en een voerkeuken in te richten voor het laden van de voermengwagen met bijproducten etc. Op basis van voortschrijdend inzicht en verschil in toekomstvisie van de eigenaren zijn de plannen tijdens de uitvoering bijgesteld. De voorgenomen groei van het melkveebedrijf is niet doorgezet. De nieuwe loods is vervolgens in gebruik genomen als opslag en werkplaats voor de handel en revisie van zuivelmachines.

Door de gemeente is vervolgens een zorgvuldige ruimtelijke afweging gemaakt van de verschillende belangen. Naar aanleiding van deze afweging heeft het college van B&W van de gemeente besloten om niet handhavend op te treden, maar het te regelen middels het opnemen van restricties in het bestemmingsplan.

De gemeenteraad van de voormalige gemeente Graafstroom heeft 29 december 2009 het bestemmingsplan ‘Buitengebied Graafstroom’ vastgesteld en daarmee ingestemd met het uitoefenen van de nevenactiviteit ‘handel en revisie van zuivelmachines’ op het perceel Kweldamweg 1 te Molenaarsgraaf. De nevenactiviteit handel en revisie van de zuivelmachines is juridisch-planologisch vastgelegd in het bestemmingsplan ‘Buitengebied Graafstroom’ middels de functieaanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden – constructiebedrijf’ met daaraan in de regels gekoppeld een maximale vloeroppervlakte van 2800 m2. De functieaanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden – constructiebedrijf’ met daaraan gekoppelde regelgeving is expliciet overgenomen in het vigerende bestemmingsplan ‘parapluherziening Buitengebied Graafstroom’ (vastgesteld 20-02-2018).

Iedere (bouw)aanvraag zal door de gemeente op gelijke wijze in behandeling worden genomen. In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt door de gemeente een ruimtelijke belangenafweging gemaakt. De gemeente heeft voor dit plan eveneens een zorgvuldige ruimtelijke afweging gemaakt van de verschillende belangen. Naar aanleiding van deze afweging acht het college van B&W van de gemeente het plan, met alle restricties, ruimtelijk acceptabel en is besloten medewerking te verlenen aan de bestemmingsplanwijziging. Op basis hiervan is van ongewenste precedentwerking geen sprake.

b. Zie a. De gemeente ziet geen noodzaak om de handel en revisie van zuivelmachines te verplaatsen naar elders, waardoor de verkoop van de loods bij het agrarisch bedrijf niet aan de orde is. De gemeente is van mening dat de handel en revisie van zuivel- machines een passende functie is op deze locatie. De handel en revisie van zuivelmachines is reeds toegestaan conform het vigerende bestemmingplan ‘parapluherziening Buitengebied Graafstroom’ (vastgesteld 20-02-2018). De bestemmingsplan-

9

wijziging betreft uitsluitend een juridisch-planologische scheiding/ loskoppeling van het agrarisch bedrijf en de handel en revisie van zuivelmachines, waardoor beide bedrijven zelfstandig van elkaar kunnen opereren. De bestemmings- planwijziging voorziet niet in de uitbreiding van de bebouwings- en/of de gebruiksmogelijkheden van de activiteit handel en revisie van zuivelmachines. De bouw- en gebruiksmogelijkheden van de handel en revisie van zuivelmachines worden niet verruimd ten opzichte van het vigerende bestemmings- plan, maar worden juist strakker begrensd. In het bestemmingsplan wordt de functie- aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden - handel en revisie van zuivelmachines’ opgenomen. Alle activiteiten omtrent de handel en revisie van zuivelmachines dienen plaats te vinden binnen dit functieaanduidingsvlak. In aanvulling daarop is de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - buitenopslag' opgenomen. Uitsluitend ter plaatse van deze functieaanduiding is buitenopslag toegestaan. De bestaande loods heeft een oppervlakte van ca. 2800 m2. In de regels van het onderhavige bestemmingsplan is vastgelegd dat het bebouwd oppervlak voor de handel en revisie van zuivelmachines maximaal 2800 m2 mag bedragen. Uitbreiding van de handel en revisie van zuivelmachines en het uitoefenen van overige niet-agrarische bedrijfsactiviteiten zijn daarmee uitgesloten. De huidige activiteiten voor de handel en revisie van zuivelmachines op het perceel Graafdijk-Oost 23 te Molenaarsgraaf worden verplaatst naar de locatie Kweldamweg 1 te Molenaarsgraaf. In het kader van een goede ruimtelijke ordening worden de bedrijfsactiviteiten omtrent de handel en revisie van zuivelmachines, waaronder de buiten- opslag, op een passende wijze landschappelijk ingepast middels streekeigen erfbeplanting. Wanneer men in de toekomst de handel en revisie van zuivelmachines wilt uitbreiden dient het bedrijf te worden verplaatst naar elders en zal gezocht worden naar een andere agrarische of agrarisch gerelateerde functie voor deze locatie.

c. Zie b.

d. Zie a en b.

e. Het bestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg beoordeeld en met de gestelde restricties, waaronder de begrenzing van de buitenopslag en de maximum bebouwings- mogelijkheden en de verplichting tot landschappelijke inpassing van het bedrijfsperceel, akkoord bevonden door de provincie Zuid-Holland. Soortgelijke groene omzomingen ziet men vaker bij agrarische (gerelateerde) bedrijven in het buitengebied.

Aanpassingen plan Toelichting: De zienswijze leidt niet tot aanpassing van de toelichting van het bestemmingsplan. Regels: De zienswijze leidt niet tot aanpassing van de regels van het bestemmingsplan. Verbeelding: De zienswijze leidt niet tot aanpassing van de verbeelding van het bestemmingsplan.

10

2.3 Volgnummer 3

Samenvatting zienswijze a. De indiener geeft aan dat de loods, waarin de handel en reparatie van zuivelmachines plaatsvindt, en het omliggende terrein nooit agrarisch is gebruikt. De indiener is van mening dat gemeente jarenlang heeft nagelaten handhavend op te treden.

b. De indiener is van mening dat het zuivelmachinebedrijf (de handel en reparatie van zuivelmachines) niet past binnen de bestemming ‘agrarisch met waarden’ en daarmee verplaatst moet worden naar een bedrijventerrein.

c. De indiener vraagt zich af waar is vastgelegd hoe de gemeente het zuivelmachinebedrijf zal controleren en indien de gestelde voorwaarden niet worden nageleefd of er handhavend wordt opgetreden.

d. De indiener vraagt zich af hoe wordt omgegaan met de rest van het perceel Kweldamweg 1 te Molenaarsgraaf. De indiener is van mening dat hier sprake is van illegale activiteiten.

e. De indiener verwijst naar zijn eigen situatie in het verleden waar de gemeente handhavend heeft opgetreden voor oneigenlijk gebruik. De indiener is van mening nooit medewerking te hebben gekregen van de gemeente, terwijl andere soortgelijke bedrijven in / Molenaarsgraaf wel medewerking hebben gekregen.

f. De indiener is van mening dat de onderhavige bestemmingsplan- wijziging uitsluitend als doel heeft om er financieel beter van te worden. De indiener is van mening dat de gemeente hiermee een illegale bestemmingssituatie in stand houdt. De indiener geeft aan geconfronteerd te worden door de illegale bedrijven in zijn omgeving.

11

Beantwoording zienswijze a. Sinds medio 1990 is de handel en revisie van zuivelmachines onderdeel geworden van het bedrijf op de locatie Kweldamweg 1 te Molenaarsgraaf. De activiteiten zijn een uitvloeisel van de ervaringen in de eigen kaasmakerij, handel etc. aan de Graafdijk- Oost 23 te Molenaarsgraaf. Medio 2000 zijn plannen opgesteld voor de vergroting van het agrarisch melkveebedrijf. Het plan betrof o.a. de bouw van een nieuwe loods met daarin een werktuigen- berging, opslag van hooi/stro, een voerkeuken en een werkplaats voor de handel en revisie van zuivelmachines. Het plan was om het eigen gewonnen graan van het land in de Hoeksche Waard op te slaan in een graansilo (inpandig) en een voerkeuken in te richten voor het laden van de voermengwagen met bijproducten etc. Op basis van voortschrijdend inzicht en verschil in toekomstvisie van de eigenaren zijn de plannen tijdens de uitvoering bijgesteld. De voorgenomen groei van het melkveebedrijf is niet doorgezet. De nieuwe loods is vervolgens in gebruik genomen als opslag en werkplaats voor de handel en revisie van zuivelmachines.

Door de gemeente is vervolgens een zorgvuldige ruimtelijke afweging gemaakt van de verschillende belangen. Naar aanleiding van deze afweging heeft het college van B&W van de gemeente besloten om niet handhavend op te treden, maar het te regelen middels het opnemen van restricties in het bestemmingsplan.

De gemeenteraad van de voormalige gemeente Graafstroom heeft 29 december 2009 het bestemmingsplan ‘Buitengebied Graafstroom’ vastgesteld en daarmee ingestemd met het uitoefenen van de nevenactiviteit ‘handel en revisie van zuivelmachines’ op het perceel Kweldamweg 1 te Molenaarsgraaf. De nevenactiviteit handel en revisie van de zuivelmachines is juridisch-planologisch vastgelegd in het bestemmingsplan ‘Buitengebied Graafstroom’ middels de functieaanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden – constructiebedrijf’ met daaraan in de regels gekoppeld een maximale vloeroppervlakte van 2800 m2. De functieaanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden – constructiebedrijf’ met daaraan gekoppelde regelgeving is expliciet overgenomen in het vigerende bestemmingsplan ‘parapluherziening Buitengebied Graafstroom’ (vastgesteld 20-02-2018).

b. De gemeente ziet geen noodzaak om de handel en revisie van zuivelmachines te verplaatsen naar een bedrijventerrein. De gemeente is van mening dat de handel en revisie van zuivel- machines een passende functie is op deze locatie. De handel en revisie van zuivelmachines is reeds toegestaan conform het vigerende bestemmingplan ‘parapluherziening Buitengebied Graafstroom’ (vastgesteld 20-02-2018). De bestemmingsplan- wijziging betreft uitsluitend een juridisch-planologische scheiding/ loskoppeling van het agrarisch bedrijf en de handel en revisie van zuivelmachines, waardoor beide bedrijven zelfstandig van elkaar kunnen opereren. De bestemmingsplanwijziging voorziet niet in de uitbreiding van de bebouwings- en/of de gebruiksmogelijkheden van de activiteit handel en revisie van zuivelmachines. De bouw- en gebruiksmogelijkheden van de handel en revisie van zuivelmachines worden niet verruimd ten opzichte van het vigerende bestemmings- plan, maar worden juist strakker begrensd. In het bestemmingsplan wordt de functieaanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden - handel en revisie van zuivelmachines’ opgenomen. Alle activiteiten omtrent de handel en revisie van zuivelmachines dienen

12

plaats te vinden binnen dit functieaanduidingsvlak. In aanvulling daarop is de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - buitenopslag' opgenomen. Uitsluitend ter plaatse van deze functieaanduiding is buitenopslag toegestaan. De bestaande loods heeft een oppervlakte van ca. 2800 m2. In de regels van het onderhavige bestemmingsplan is vastgelegd dat het bebouwd oppervlak voor de handel en revisie van zuivelmachines maximaal 2800 m2 mag bedragen. Uitbreiding van de handel en revisie van zuivelmachines en het uitoefenen van overige niet-agrarische bedrijfsactiviteiten zijn daarmee uitgesloten. De huidige activiteiten voor de handel en revisie van zuivelmachines op het perceel Graafdijk-Oost 23 te Molenaarsgraaf worden verplaatst naar de locatie Kweldamweg 1 te Molenaarsgraaf. In het kader van een goede ruimtelijke ordening worden de bedrijfsactiviteiten omtrent de handel en revisie van zuivelmachines, waaronder de buiten- opslag, op een passende wijze landschappelijk ingepast middels streekeigen erfbeplanting. c. De eigenaar van de handel en revisie van zuivelmachines dient zich te houden aan de gestelde regels in het bestemmingsplan. Ter zekerheid voor de gemeente is er een anterieure overeenkomst met de initiatiefnemer(s) gesloten, waarin de gestelde voorwaarden, waaronder de verplichting tot het realiseren van de landschappelijke inpassing van het terrein, is vastgelegd. Wanneer niet wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden en/of activiteiten worden uitgevoerd die strijdig zijn met het bestemmingsplan zal de gemeente handhavend optreden. d. Het noordelijke deel van het perceel Kweldamweg 1 te Molenaarsgraaf zal worden gebruikt als agrarische bedrijfslocatie. Het noordelijke deel van het perceel zal worden verkocht. De bestemmingsplanwijziging zorgt ervoor dat het agrarisch bedrijf en de handel en revisie van zuivelmachines juridisch-planologisch gezien van elkaar worden gescheiden. De activiteiten omtrent de handel en revisie van zuivelmachines dienen plaats te vinden binnen de functieaanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden - handel en revisie van zuivelmachines’ en zijn begrensd in de regels van het bestemmingsplan. De (toekomstige) eigenaren van zowel het noordelijke als het zuidelijke deel van het perceel Kweldamweg 1 te Molenaarsgraaf dienen zich te houden aan regels van het bestemmingsplan. Wanneer er activiteiten worden uitgevoerd die strijdig zijn met het bestemmingsplan zal de gemeente handhavend optreden. e. Dit punt heeft geen betrekking op de bestemmingsplanwijziging op het perceel Kweldamweg 1 te Molenaarsgraaf. f. Zie a en b. Iedere (bouw)aanvraag wordt door de gemeente op gelijke wijze in behandeling genomen. In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt door de gemeente een ruimtelijke belangenafweging gemaakt. De gemeente heeft voor dit plan eveneens een zorgvuldige ruimtelijke afweging gemaakt van de verschillende belangen. Naar aanleiding van deze afweging acht het college van B&W van de gemeente het plan, met alle restricties, ruimtelijk acceptabel en is besloten medewerking te verlenen aan de bestemmingsplanwijziging. Op basis hiervan is geen sprake van een illegale bestemmingssituatie.

13

Aanpassingen plan Toelichting: De zienswijze leidt niet tot aanpassing van de toelichting van het bestemmingsplan. Regels: De zienswijze leidt niet tot aanpassing van de regels van het bestemmingsplan. Verbeelding: De zienswijze leidt niet tot aanpassing van de verbeelding van het bestemmingsplan.

14