PDF Van Tekst
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De dagboeken 1957-1968. De radiojaren Wim Kan editie Frans Rühl bron Wim Kan, De dagboeken 1957-1968. De radiojaren (ed. Frans Rühl). Uitgeverij Balans, Amsterdam 1988 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/kan_002dagb02_01/colofon.htm © 2009 dbnl / erven Wim Kan / Frans Rühl II Het is natuurlijk toch met niets te vergelijken, dat leven van applaus, van bloemen en verdriet, dat elke avond weer in gouden glorie prijken om in de nacht opnieuw te zinken in het niet en 's morgens in de mist van Kudelstaart de lauwerkransen in de keuken te zien hangen. Wim Kan, De dagboeken 1957-1968. De radiojaren V Houdt u eigenlijk een dagboek bij? Ik ben er uit luiheid nooit toe gekomen. Helaas, moet ik zeggen, want een vriend van mij, die het wèl doet, en zijn leven in een plank vol dikke schriften kan naslaan, heeft er erg veel gemak van. Als hij bijvoorbeeld ruzie met iemand krijgt, zoekt hij in zijn journaal van jaren geleden de dag op, toen hij met de man in kwestie kennismaakte en herleest, met grimmig welbehagen, hoe aardig de eerste indrukken waren. Voelt hij zich neerslachtig, dan neemt hij een willekeurig deel van de plank en is na vijf minuten lezen al gestuit op een zeurpartij over soortgelijke muizenissen. Dat móet wel leiden tot een wijsgerig gevoel voor de betrekkelijkheid der dingen. SIMON CARMIGGELT Kronkel in Het Parool 23 maart 1961 over de dagboeken van Wim Kan De spiekborden met de hele conference in trefwoorden. ‘Als die meneer op de eerste rij de borden mee naar huis neemt, ken meneer het ook, hè meneer?!’ Wim Kan, De dagboeken 1957-1968. De radiojaren VII Inleiding Lange kabinetsformaties waren de leukste perioden. Op weg naar het theater nog even naar de autoradio luisteren. De laatste ontwikkelingen rond het gedraai om de ministersbaantjes moesten toch minstens drie nieuwe grappen kunnen opleveren. In de kleinste kleedkamer, verlangend naar nachtelijke treinen richting Zwitserland, steevast de Liegewagen genoemd, lag Wim Kan in gestreepte badjas voor aanvang uitgeput op zijn stretcher. De zeven spiekborden stonden rechtovereind om hem heen gebouwd. Hij zat dicht tegen de nieuwe grappen aan, maar hij had ze nog niet. Zoeken naar de vorm, de plek en de brug naar de rest van de conference. Hij kon het niet vinden. Meneer Van Liempt vaak op zijn knieën met schaar en viltstift voor verbeteringen, ikzelf trekkend aan de spiekborden, want de uitverkochte zaal zat al. ‘Wimmie, waar wachten we nog op,’ klonk het vanuit de aangrenzende kleedkamer. En op het toneel mopperde Ru van Veen ongeduldig iets over de laatkomgewoonten van de oude dirigent Mengelberg. Tien minuten te laat was het eindelijk aanvang. De piano-ouverture deed het geroezemoes van het publiek verstommen. Pas op dat moment werden de spiekborden onder het nog gesloten voordoek geschoven tot het randje voetlicht. En zelfs dan moest er soms een bord teruggehaald worden, omdat Kan op het trappetje omhoog naar het toneel toch nog iets anders had bedacht. De nieuwe grappen werden in de eerste vijf minuten van de conference gelanceerd. Wij luisterden in de coulissen. Kan vergat alle voorbesprekingen uit de kleedkamer, vergat de uit den treure uitgeprobeerde varianten. Spontaan en puur op gevoel kwamen ze eruit. Hard en overdonderend daverde de lach door de reagerende zaal. Met de actualiteit was het publiek voor de rest van de avond gewonnen. Voor die drie nieuwe grappen had Wim Kan dan de hele dag geleefd. Niemand uit het grote Wim-Kan-publiek heeft zich die dagelijkse worsteling gerealiseerd. De wereld van Wim Kan was immers hermetisch afgeschermd. De publikatie van de dagboeken voegt een Wim Kan, De dagboeken 1957-1968. De radiojaren VIII nieuwe dimensie toe aan de beeldvorming van Wim Kan. Er was geen dag dat hij niet in zijn dagboek schreef. Of we nu op het balkon met uitzicht in Zwitserland zaten, of op klapstoeltjes aan de bosrand op de Veluwe, altijd weer was er dat dagboek. In een ongemakkelijke houding met 't schrift op zijn knieën schoot de pen over het papier. En hoewel hij naast je zat, sloot hij zich even af. Zijn emoties, zijn gedachten, zijn gebeurtenissen legde hij dan vast. Of zoals hij zelf zei: ‘Dagboekschrijven is fotograferen met potlood.’ Het viel me altijd weer op dat hij geen denkpauzes nam, niet aarzelde met het schrijven en nooit schrapte of verbeterde. Soms was hij heel kort bezig, vaak langer, nooit op vaste tijdstippen, vaste plekken, maar wel consequent iedere dag. Zo'n dagboek bestond uit een multoringband volgepropt met dichtbeschreven blaadjes en Kan ging pas over op een nieuw deel als het oude door de dikte niet meer dicht kon. De indeling bleef door de jaren heen dezelfde: rechts de gebeurtenissen, links de aanzetten tot nieuwe liedjes, nieuwe grappen, kranteknipsels die hem moesten inspireren, concepten van brieven die hij die dag schreef en de antwoorden die hij een paar dagen later ontving, onhandige foto's, door hem zelf gemaakt, en af en toe een kaartje dat aan een boeket bloemen herinnerde. Toen Wim Kan op 8 september 1983 na een ziekbed van slechts enkele dagen op 72-jarige leeftijd stierf, liet hij mij honderdtien van die dikke dagboeken na. Dat was geen verrassing. Wij hebben het er op lange wandelingen vaak over gehad. Ook de inhoud was mij allang bekend. ‘De radiojaren’ is de gekozen titel voor deze selectie uit de eerste veertig dagboekdelen. Direct na de met zijn tweede oudejaarsconference definitieve doorbraak begint Wim Kan aan een dagboek zoals hij dat eerder tijdens zijn Japanse gevangenschap van 1942-1945 in Birma deed. Dit boek loopt tot een jaar na zijn laatste conference op de radio. De opkomst en groeiende invloed van de televisie zijn in de fragmenten voelbaar. Het ABC-cabaret bestaat in deze periode uit een ensemble en is de leerschool voor veel jonge talenten. Zij treden samen met Kans tien jaar oudere echtgenote Corry Vonk op in het eerste deel van het programma. Wim Kan vult dan met zijn conference het gedeelte na de pauze. De tournees zijn lang. Het dagboek Wim Kan, De dagboeken 1957-1968. De radiojaren IX werd voornamelijk geschreven in Kans huis aan de Westeinderplas in Kudelstaart, in het 360 graden draaiende werkhuisje; op de Veluwe bij Rheden in de gehuurde kamer in de boerderij De Carolina Hoeve midden in het bos, het koepeltje dat daar in het weiland stond en in hun eigen huis De kleine Wildwal aan de Schietbergse Weg; in Zwitserland in hun vaste hotel in Arosa en later in hun eigen châlet De Enzian in Langwies en in hun flat in Cap d'Ail even buiten Monaco. Zijn de notities het eerste jaar nog slechts verslagen van de dagelijkse gebeurtenissen, langzaam groeit het dagboek uit tot zijn klankbord. Alles schrijft Wim Kan op; het wordt het spoorboekje van zijn leven. Uit de enorme hoeveelheid materiaal zijn de fragmenten zodanig gekozen dat het een beeld geeft van Kans werkelijke leven. Tijdschema's, berekeningen, menu's, opsommingen van telefoongesprekken en brieven zijn buiten de selectie gelaten. Verkeerde spelling is blijven staan als Wim Kan duidelijk onwetend is van de juiste schrijfwijze. Vaste uitdrukkingen die door Kans veelvuldig gebruik een eigen leven gingen leiden, reken ik tot echte Wim-Kan-taal die mogelijk pas bij vaker lezen duidelijk wordt. Vierkante haken zijn geplaatst bij enkele toevoegingen mijnerzijds om al te veel noten te vermijden. Inhoudelijk heb ik nergens beperkingen gelegd of situaties geromantiseerd. Reputaties van personen worden door mij niet in bescherming genomen voor zover dat wettelijk toelaatbaar is. Wim Kan zoals ik hem kende, is eigenlijk het enige criterium dat ik hanteerde bij het samenstellen van dit boek. Bij het steeds maar weer lezen komen de beelden vanzelf fotografisch naar boven: Kans geluk, plezier, verdriet, teleurstelling, maar vooral Kans enthousiasme na de voorstelling. Dan had hij het niet over het grandioze succes van de hele avond, maar alleen over het effect van de drie nieuwe grappen. Hij raakte er niet over uitgepraat. En dan was het bijna nacht, als ik hem in die gestreepte badjas door de kleedkamergang voorbij zag schuifelen. september 1988 Wim Kan, De dagboeken 1957-1968. De radiojaren XI [illustraties] Uithuilen en opnieuw beginnen voor de radiomicrofoon bij de oudejaarsconference in 1960. Wim Kan, De dagboeken 1957-1968. De radiojaren XII Een echt ensemblenummer van het ABC-cabaret: ‘Feestcongres der Ooievaars’ uit het programma ‘Engelen en Spoken’. Met links beginnend Marjan Berk, Sant Heijermans, Mieke Kemmers, Corry Vonk, Dorien Mijksenaar, Margriet de Groot, Marlene Gobau en Nelly Frijda. Boven alles uit Peter van Hattum. Het is pauze bij ‘Wat een land, wat een land’. De finale ‘De ouders van de Beatles’ is net gespeeld. Carry Tefsen, Wim Kan met pruik nog in de hand, Celia Nufaar, Frans Halsema leunend op de bas van begeleider Kees Vlak. Wim Kan, De dagboeken 1957-1968. De radiojaren De zusjes Maya en Annelies Bouma poseren ongedwongen bij een voor de foto regisserende Wim Kan. Wim Kan, De dagboeken 1957-1968. De radiojaren XIII De vier programma's die het ABC-cabaret speelde in de periode van 1957-1967: ‘Engelen en Spoken’, ‘Laat je niks wijsmaken’, ‘Herexamen’ en ‘Wat een land, wat een land’. Wim Kan, De dagboeken 1957-1968. De radiojaren XIV Het huis in Kudelstaart met het uitzicht over de Westeinderplas, met het 360 graden draaiende werkhuisje en het terras, door Wim Kan omgedoopt tot kaboutereiland. Wim Kan, De dagboeken 1957-1968. De radiojaren Wim Kan, De dagboeken 1957-1968. De radiojaren XV Een van de honderdtien dagboeken, willekeurig opengeslagen. Schrijvend aan het dagboek, nooit op vaste tijdstippen, vaste plekken, maar wel consequent iedere dag. De geliefde plekken op de Veluwe: boven het eigen huis De kleine Wildwal aan de Schietbergseweg buiten Rheden; onder de Carolina Hoeve midden in de Onzalige Bossen.