Paul Schuitema (1897-1973)
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
PAUL SCHUITEMA (1897-1973) Een poging tot ordening van zijn werk voor de Tweede Wereldoorlog doctoraalscriptie kunstgeschiedenis van Flip Bool Universiteit van Amsterdam 1974 1 I nhoudsopgave Verantwoording Biografische gegevens Hoofdstuk 1 Jeugd, opleiding, activiteiten als zelfstandig kunstenaar en eerste reclame-opdrachten Hoofdstuk 2 Heroriëntatie Hoofdstuk 3 De Nieuwe Typografie, internationaal gezien Hoofdstuk 4 1926-1930 Schuitema's bijdrage aan de Nieuwe Typografie Hoofdstuk 5 Politieke activiteiten en ideologische motivatie van zijn werk Hoofdstuk 6 Ontwikkeling van zijn werk in de jaren dertig Bibliografie Tentoonstellingen Afbeeldingen en lijst van afbeeldingen 2 Verantwoording De aanleiding voor deze scriptie over Paul Schuitem a vormt mijn kandi- daatsscriptie Berlijn-dada en de 'fotomontage’ (1971). Hierdoor werd mijn belangstelling gewekt voor de typografie, fotografie en met name de fotomontage. Ook in internationaal verband stuitte ik bij mijn onderzoek steeds weer op de namen van Piet Zwart en Paul Schuitema als Neder- landers. Over Piet Zwart en zijn werk had het Haags Gemeentemuseum en in het bijzonder Kees Broos zich al ontfermd. Maar over het werk en de ontwikkeling van Paul Schuitema bleek, afgezien van zijn eigen publicaties, geen enkele omvattende studie of tentoonstellingscatalogus met feitelijke gegevens te bestaan of in voorbereiding. Deze scriptie vormt een eerste aanzet om in deze leemte te voorzien. Maar ook niet meer dan dat, want het onderzoek naar zijn werk en ontwikkeling bleek zo tijdrovend dat aanzienlijke beperkingen nodig waren om er geen levenswerk van te maken – wat het op den duur toch wel zal worden. Deze beperkingen betreffen zowel zijn activiteiten als de periode waarin deze plaatsvonden. Van de vele terreinen waarop Schuitema vaak tege- lijkertijd werkzaam was – onderwijs, (binnenhuis-)architectuur, toneel, industriële vormgeving, typografie, fotografie, film – nam de typografie en direct daarmee samenhangend de fotografie vooral voor de Tweede Wereldoorlog een centrale plaats in. De nadruk is daarom, mede gezien de aanleiding voor deze scriptie, gelegd op deze twee aspecten van zijn werk. Maar om het verband met zijn andere activiteiten niet geheel uit het oog te verliezen, komen deze daarnaast terloops ook aan de orde. De globale chronologische behandeling van zijn werk eindigt, om redenen die in hoofdstuk 6 nader worden uitgewerkt, met het begin van de Tweede Wereldoorlog. De lijst met biografische gegevens geeft een summier overzicht van zijn activiteiten daarna. Het onderzoek naar Schuitema's werk en ontwikkeling wordt door verschillende factoren bemoeilijkt. Het overgrote deel van zijn typografi- sche werk lag op het gebied van reclame. Veel ervan is daardoor inmid- dels in de prullenbak verdwenen. Voor deze scriptie is uitgegaan van het materiaal dat in Schuitema's eigen collectie bewaard is gebleven1. De vele maanden die nodig waren om deze collectie te ordenen en tegen verdere aantasting door vocht te behoeden, maakten het mij onmogelijk 3 alle bedrijven te bezoeken waarvoor hij destijds heeft gewerkt. Bij de bezochte bedrijven – drukkerij C. Chevalier, N.V. Mij. van Berkel's Patent, Verkoopassociatie Enci-Cemy N.V. – was ten gevolge van het bombarde- ment op Rotterdam of andere oorzaken nauwelijks of geen aanvullend materiaal meer te vinden. Wel enige aanvullingen bevat de, deels van het Instituut voor Sier- en Nijverheidskunst afkomstige, collectie van zijn werk in het Stedelijk Museum te Amsterdam; een aantal van zijn foto's en bijna al zijn negatieven bevinden zich sinds 1956 in het prentenkabi- net van de Rijksuniversiteit te Leiden. Hopelijk draagt deze scriptie er toe bij, dat tot nu toe onbekend werk van Schuitema wordt behoed voor de ‘recycling’, die vanuit een andere gezichtshoek zo noodzakelijk is. Graag wil ik de vele familieleden, vrienden en tijdgenoten van Paul Schuitema die mij essentiële informatie verschaften over zijn leven, achtergronden en werkzaamheden, bedanken voor hun enorme mede- werking. Met name ben ik veel dank verschuldigd aan mevrouw Schuite- ma-van Dobben, die mij in de moeilijke tijd voor het overlijden van haar man met een nimmer aflatende gastvrijheid onderdak verleende en haar huis overhoop liet halen. Deze scriptie draag ik op ter nagedachtenis aan Paul Schuitema die mij, voor zover zijn geheugen reikte en zijn gezondheid het toeliet, behulpzaam was. Door vele gesprekken heb ik hem leren kennen en waarderen. Flip Bool Amsterdam, maart 1974 Noot 1 Tenzij anders vermeld, bevinden de in deze scriptie besproken werken zich in de collectie van Paul Schuitema. 4 Biografische gegevens1 1897 27 februari, geboren in Groningen. 1915 begin opleiding aan de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam. 1917-1918 militaire dienst. ca. 1920 einddiploma academie. Bewoont aan het einde van zijn academietijd een atelier in de Vissteeg met zijn broer E.B.W. Schuitema. 1922 neemt atelier over van Karel van Veen aan de Mauritsweg 42b. 1923-1925 Koninklijke Subsidie. ca. 1924/25 lid van Opbouw. 1925 bezoekt met Leendert Bolle en Hendrik Chabot de Exposition Internationale des Arts Décoratifs in Parijs. 1926 eerste voorzitter van de Centrale van Bonden van Leerlingen en Oud-leerlingen van Kunstscholen in Nederland. Met ingang van de tweede jaargang (juli) hoofdredacteur van De Fakkel, uitgave van deze organisatie. ca. 1926-28 samenwerking met de fotograaf Jan Kamman. 1927-1931 verzorgt alle publiciteit voor de N.V. Mij. van Berkel's Patent. 1928 bezoek aan de Pressa in Keulen. 1928-1934 secretaris van Opbouw. 1928-1933 Dick Elffers als assistent. 1929 lid van de ‘ring neuer werbegestalter’. 1930 Aanstelling als leraar reclame en ontwerpen aan de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag, welke functie hij tot zijn pensionering in 1962 zal blijven vervullen. ca. 1930/31 vangt aan met het ontwerpen van stalen meubelen voor een met Ir. J. van Ettinger en Ph. Dekker begonnen verkooporga- nisatie en later stalen meubelen fabriek d3. Begint aan zijn documentaire over Maasbruggen. 1931 brengt een bezoek van een maand aan de Sovjet-Unie, en maakt een filmisch verslag van deze reis. 1932-1933 medewerker van het maandblad Filmliga. Adviserend lid in het bestuur van het Genootschap Nederland-Nieuw Rusland. 5 Nauw betrokken bij de activiteiten van het Arbeiders- Schrijvers-Collectief ‘Links Richten’. Agitprop. 1933 eervolle vermelding voor zijn inzending voor het ‘Concours International du Meilleur Siège en Aluminium’, uitgeschreven door de Alliance Aluminium Cie. Verzorgt vanaf vierde jaar- gang nummer 22 (28 oktober 1933) bijna alle advertenties in De 8 en Opbouw. 1934 verblijf van vier maanden in Parijs voor het opnemen van de film De Markthallen van Parijs. 1936 reis naar Tsjechoslowakije, met lezingen in Brno en Praag. Huwelijk met Elly van Dobben. Verhuizing naar Den Haag. 1939 voltooit de opnames voor De Bouwhoek van Harlingen (Fries- land) tijdens een verblijf van een half jaar in Pietersbierum. Verhuist in november naar Wassenaar. 1940-1945 ontwerpt samen met zijn leerling Gerard de Vries een ten- toonstellingsgebouw voor Philips (niet uitgevoerd). Schildert - vooral portretten - samen met L. de Lang-van Schaik, Paul Citroen en Henk Meyer. Opgenomen in de verzetsgroep van Mr. Reinink, maakt filmopnames van fietsenvordering en in- undaties die naar Engeland worden gesmokkeld. Werkt mee aan rapporten over industriële vormgeving en het filmwezen in Nederland voor het Commissariaat voor de Wederopbouw. 1945 neemt deel aan de oprichting en vormt samen m et Jan Bouman, Lou Lichtveld, Allan Penning en Eddie Verschueren de leiding van de Nederlandsche Werkgemeenschap voor Filmproductie. Werkt o.a. mee aan een film over Arnhem in opdracht van Volksherstel. Regisseert de film De Slagboom voor de Nederlandse Spoorwegen. Opdracht van N.V. Film- verhuurkantoor Nederland voor Partisanenlied. 1946 lid culturele adviescommissie van de Nederlandse Bioskoop- bond. 1947 maakt de film Klompendans. Krijgt de opdracht van de U.N.O. om een scenario en draaiboek te maken voor een film over de gezondheidszorg voor en de sociale omstandigheden van zeelieden. Maar de film gaat niet door; evenmin als een op- dracht van de Deense regering tot het maken van een docu- 6 mentaire over Denemarken. 1948 lid van de Voorlopige Raad voor de Kunst, sectie film. Op- dracht voor twee films over rayon van de Algemene Kunstzij- de Unie. Tot 1967 belast met de typografische verzorging van Cement - tijdschrift gewijd aan cement en beton een uitgave van de Verkoopassociatie Enci-Cemij N.V. 1952 vergeefse octrooi-aanvraag voor een systeem tot vervaardi- ging van reliëfkaarten. 1953 bouw showroom Eternit in de Leidsestraat 86-88 te Amster- dam. 1954 bouw huis J. André de la Porte te Garderen. 1962 gepensioneerd. 1963 erelid Gebonden Kunsten Federatie. 1964-1965 verzorgt de inrichting en drukwerken voor de reizende ten- toonstelling over onderdrukking en verzet in de jaren 1940- 1945 Homo homini lupus, in 1968 gevolgd door de tentoon- stelling we nemen 't wéér niet, 1933-1945-19 nu. 1965 voltooit Syst-o-Color. Solotentoonstelling in het Stedelijk Museum te Amsterdam. 1966 gastdocent West of England College of Art, Bristol. 1967 solotentoonstelling in het Kunstgewerbemuseum te Zürich. 1970 (8 november) televisie-uitzending aan hem gewijd in de serie De onvergetelijken. Bijzonder eregeld van het Ministerie van CRM. 1973 25 oktober, overleden te Wassenaar. Noot 1 Deze lijst van biografische gegevens is vooral opgenomen als een aanvulling en correctie op de handgeschreven autobiografische