Jazz

Eric Watson Bojan Z dubbelconcert dinsdag 17 februari 2004 Jazz . Seizoen 2003-2004

Saxophone Summit Michael Brecker, Joe Lovano, Dave Liebman saxen Phil Markowitz piano . Cecil McBee contrabas Billy Hart drums dinsdag 14 oktober 2003 . 20 uur . Blauwe Zaal

Cuong Vu Trio Flat Earth Society . Peter Vermeersch dubbelconcert dinsdag 21 oktober 2003 . 20 uur . Rode Zaal

Het ICP Orkest . Misha Mengelberg woensdag 12 november 2003 . 20 uur . Blauwe Zaal

Ben Sluijs Quartet BassDrumBone dubbelconcert dinsdag 2 december 2003 . 20 uur . Blauwe Zaal

Tobias Delius 4tet Carlos Ward Lowlands Trio dubbelconcert dinsdag 20 januari 2004 . 20 uur . Blauwe Zaal

Eric Watson Bojan Z dubbelconcert dinsdag 17 februari 2004 . 20 uur . Blauwe Zaal

Dave Holland Quintet vrijdag 26 maart 2004 . 20 uur . Blauwe Zaal

Misha Mengelberg Randy Weston dubbelconcert dinsdag 20 april 2004 . 20 uur . Blauwe Zaal dubbelconcert

begin concert 20.00 uur Eric Watson piano pauze omstreeks 21.00 uur einde omstreeks 22.20 uur ism. New Think, Radio 1 pauze inleiding door Marc Van den Hoof . 19.15 uur . Foyer teksten programmaboekje Marc Van den Hoof coördinatie programmaboekje deSingel Bojan Z piano druk programmaboekje Fotogravure Godefroit gelieve uw GSM uit te schakelen!

Foyer deSingel enkel open bij avondvoorstellingen in Rode en/of Blauwe Zaal open vanaf 18.40 uur kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens pauzes

Hotel Corinthia (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) • Restaurant HUGO's at Corinthia open van 18.30 tot 22.30 uur • Gozo-bar open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket van deSingel voor diezelfde dag Tien notities ivm. de fenomenen ‘jazzpiano’ en ‘jazzpiano solo’. (Beslissende momenten uit de jazzgeschiedenis, hun verdere ontwikkeling, een summiere stand van zaken.)

1. (Ter inleiding. Meervoudige rol van de piano in de jazz. bei af en toe ook als pianist dienst doen bij Mulligans Con- Anekdotisch.) cert Jazz Band, en zou Mulligan zijn pianotechniek bijscha- Hoezeer de piano deel was gaan uitmaken van het instru- ven om op zijn album ‘The Age Of Steam’ afwisselend met mentarium van de jazz, is overduidelijk als je bedenkt hoe- Roger Kellaway achter het klavier plaats te nemen. En toen veel stof het deed opwaaien toen Gerry Mulligan nu al was er ook nog het ‘Idol Gossip’ - sextet met behalve een zo’n halve eeuw geleden met zijn ‘pianoloze’ kwartet voor piano ook nog een gitaar en een vibrafoon, drie die elkaar de dag kwam. Mulligans eigen baritonsaxofoon, de trom- voor de voeten zouden hebben gelopen als Mulligan er pet van Chet Baker, bas en drums. Maar het kale klank- niet zo’n slimme, luchtige arrangementen voor had beeld wende en er werd veel goedgemaakt door de fraaie geschreven. In een gesprek uit die tijd vertelt hij onder tegenzangen waarmee Mulligan de solostem van Baker aan- meer dat het achteraf bekeken misschien wel beter zou vulde. Ventieltrombonist Bob Brookmeyer, Bakers opvolger zijn geweest als de Concert Jazz Band een pianist had in het kwartet, was in dat soort interplay al even bedreven gehad. De rol van de bassist zou er aanzienlijk op vereen- als Mulligan zelf. De nieuwsoortige, afwijkende bezetting voudigd zijn en de ritmische souplesse van het ensemble van het kwartet was min of meer uit noodzaak bedacht - zou daar op zijn beurt bij gebaat geweest zijn. In de herfst er was in The Haig, het restaurant annex jazzclub in Los van 1962, acht jaar na hun memorabele beurten op het Angeles waar het allemaal was begonnen, nu eenmaal niet Salon du Jazz van 1954, treden Mulligan en Brookmeyer in genoeg ruimte geweest voor zowel een piano als een Parijs opnieuw in kwartet aan. De Franse fans, die als drumstel - maar werd binnen de kortste keren een succes- naar gewoonte enigszins van mening zijn dat ze het eigen- formule. Niet dat Mulligan niet van de piano hield: het lijk toch wel beter weten dan de artiesten, steken hun ont- kwartet dijde wel eens uit tot een sextet met vier in plaats goocheling over het feit dat beide heren om beurten ook van twee blazers, en in die formule gebeurde het dat ofwel wat piano spelen niet onder stoelen of banken. En ook als Mulligan zelf ofwel Brookmeyer geregeld aan de piano Mulligan de laatste tien jaar van zijn leven verkiest te wer- gingen zitten, de eerste met een beperkte maar efficiënte ken met voortreffelijke pianisten als Bill Mays, Bill Carlap ‘arranger’s piano’ - benadering, de andere als de volleerde en Ted Rosenthal, wordt er door sommigen nog altijd nos- pianist die in 1959 in duo met Bill Evans het ingenieuze en talgisch herinnerd aan de tijd van het ‘pianoloze’ kwartet. mooie album ‘The Ivory Hunters’ zou opnemen en nog Maar die tijd keerde niet terug. Mulligan hield van de eens veertig jaar later, in juni 2000, ‘Holiday - Bob Brook- piano in de jazz. Soms van heel veel piano: Monk, Jimmy meyer Plays Piano’. In de jaren daartussen zouden ze alle- Rowles, Hank Jones, Brubeck! ... Eric Watson Bojan Z 2. (1959: Rollins’ eerste Europese tournee met Henry Grimes, Dodds’ Black Bottom Stompers, en in de Hot Four en de Hot bas, Pete LaRoca, drums. Verontwaardiging zowel in Frank- Five anno 1928. In december 1928 nemen ze hun fraaie duet rijk als in Nederland. “Is dit nog wel jazz?”) ‘Weather Bird’ op, Louis Armstrong en Earl Hines, voortaan Wat nog meer stof deed opwaaien dan het pianoloze kwar- de ‘Fatha’ van alle jazzpianisten. Jelly Roll Morton weet ik tet van Mulligan, was, op het einde van de jaren vijftig, het ook nog. Zijn solo-opnamen en de verrichtingen met zijn pianoloze trio van Sonny Rollins. Daaraan was werkelijk Red Hot Peppers: hoe hij vanachter de piano nu eens soleert, geen touw meer vast te knopen. Bij Mulligan had je nog het dan weer begeleidt, orkestreert en componeert. (De desta- houvast gehad van die complementaire tegenzangen. Bij biliserende triolen onder het klarinettentrio in ‘Sidewalk Rollins was de luisteraar volkomen aan zijn lot overgelaten. Blues’). En Fats Waller en James P. Johnson en de uitvinding Die indruk had hij tenminste, want hoe mooi kan je, consta- van de ‘stride’ piano, met in de linkerhand afwisselend teer je zoveel jaren later, op de Village Vanguard-opnamen basnoot en een akkoord en de rechterhand daar overheen met Elvin Jones en Wilbur Ware de harmonische gang van huppelend, piano en orkest tegelijk. (Willie ‘The Lion’ zaken volgen in Wares overduidelijke baslijnen. En wat een Smith.) voortreffelijke keuze was het dat de tenorist zich in zijn ‘Freedom Suite’ liet begeleiden door het duo Oscar Pettiford 4. Art Tatum! (Maar ook Teddy Wilson, en Billy Kyle, en Mary en Max Roach. Rollins zal het wel gemeend hebben toen hij Lou Williams, en Nat King Cole.) indertijd altijd weer erop wees dat hij niet perse zonder pia- Met de pianistieke overvloed van Tatum lijkt de tijd van de nist wilde werken en dat het probleem eigenlijk was dat hij solo jazzpiano voorgoed aan te breken, bevrijd van de niet echt de geschikte pianist kon vinden: iemand die hem zwaartekrachtwetten van de stride, orkest en solostem en tegelijk voldoende ruimte zou bieden en hem op inspireren- zijn eigen soepele begeleider tegelijk, uitmondend in de de wijze zou begeleiden. Had hij overigens geen voortreffe- hoogdringendheid, de onontkoombaarheid, de urgence van lijke verstandhouding gehad met Monk en was hij niet voor- Bud Powells solovertolkingen, tot en met de adembenemen- beeldig doende geweest met Wynton Kelly, Sonny Clark, de, volstrekt unieke vertolking van ‘It Never Entered My Horace Silver of Tommy Flanagan? ... Heel veel piano. Rollins Mind’ (8 juni 1954). Van daar is het nog maar een stap naar houdt van de piano in de jazz. de wat wrange vrolijkheid enerzijds en de weigering van de virtuoze demonstratie anderzijds van Thelonious Monk zijn 3. (Het begin van de jazzpiano.) solovertolkingen. Van Lil Hardin herinner ik mij weinig of niets. Toch niet echt jazzpiano. Wel dat ze de vrouw van Louis Armstrong was en 5. Bill Evans was niet zo’n solopianist. De continuïteit van het de starre pianiste in een aantal van Armstrongs Hot Five en muzikale discours die indertijd door de permanentie van de Hot Seven-opnamen. Maar dan weet ik het weer wel: hoe in karakteristieke stride-figuur vanzelf werd aangegeven, de lente van 1927 Earl Hines deel uitmaakt van het Carroll moest nu alleen nog worden gesuggereerd, moest er zijn en Dickerson Orchestra waarmee Armstong ‘Chicago Break- niet zijn tegelijkertijd. Evans riskeerde het zich hooguit één down’ opneemt. En daarna zitten ze samen bij Johnny keer en beperkte zich, wat zijn solo-excursies betreft, tot enkele pogingen in duo en trio met zichzelf. Zijn belangrijk- Tristano) (Een geval apart: Cecil Taylor). ste bijdrage tot de verdere geschiedenis van de solo jazzpia- no is wellicht wat Miles Davis onder woorden probeerde te 9. Wat Eric Watson betreft, is al vaak gewezen op invloeden brengen met zijn opmerking dat Bill Evans veel meer dan van en wisselwerkingen met de twintigste-eeuwse concert- alleen maar een akkoord ook en vooral een sound speelde. muziek, maar ik wil hem toch vooral graag horen en zien De solo jazzpianist kreeg daarmee een andere mogelijke vanuit de invalshoek van de jazz. De pianist: dan bedoel ik optie: de klankkleur die hij realiseerde zou bij de beoorde- deze, die met Lacy het Mingusrepertoire verkent, die een ling van het jazzistieke gehalte van de vertolking voortaan trio vormt met meesterdrummer , die niet bang minstens even belangrijk zijn als de suggestie van continuï- is voor de vervaarlijke sprongen van de trombonisten Albert teit en swing. Het akkoord, de sound, waarmee Herbie Mangelsdorff en Ray Anderson of voor de gulle intervallen Hancock tijdens Miles Davis’ Lincoln Center concert in van tenorist Bennie Wallace. De solopianist ook die behalve februari 1964 ‘My Funny Valentine’ inzet, is jazz, als een zijn eigen thema’s ook die van Monk, Bill Evans en Rowles eventjes stilhangende, alles een eindeloos lijkend ogenblik geduldig inkleurt, opnieuw inkleurt, akkoorden boetserend toedekkende, in een zachte waas hullende wolk. (En dan tot sound, wolken uit elkaar rafelend tot iets zichtbaar de zon. ‘Weather Bird’.) Pure jazz. wordt van zonlicht.

6. Van Herbie Nichols zijn ons geen solovertolkingen 10. In een aan de Europese jazz gewijd dossier in het Ameri- bekend. Jammer. kaanse maandblad Jazz Times ging het er enige tijd geleden over dat de Amerikaanse jazzscene wel eens zo’n injectie 7. Het is vandaag de dag bijna ondenkbaar geworden dat zou kunnen gebruiken als die van een Bojan Z. Zo is het hon- van een jazzpianist wordt gezegd dat hij ondermaats is. derd jaar geleden ook allemaal begonnen: een kruisbestui- Sedert Bill Evans, Herbie Hancock, Keith Jarrett, Chick Corea ving van allerlei soorten muziek van de gevarieerdste origi- (maar ook Horace Silver, Sonny Clark, Wynton Kelly, Andrew ne en de uitkomst was jazz. Z voegt er nog een ingrediënt Hill ... ) kan een (jonge) jazzpianist zich niet meer veroorlo- aan toe: alles wat hij uit ex-Joegoslavië heeft meegebracht. ven niet volleerd te zijn, op de hoogte niet alleen van de De klassieke meesters zoals hij ze heeft gehoord en hele jazzpiano, maar van heel de pianogeschiedenis, werve- gespeeld, de West-Europese pop en rock zoals die tot gin- lend van het één naar het ander, evenzeer James P. Johnson der was doorgedrongen, de complexe ritmen en grillige evocerend als Cecil Taylor (parodiërend?). Virtuoos én de val- melodieën van de volksmuziek van de Balkan. En jazz. strikken van de virtuositeit handig omzeilend (Rodney Kendrick, Eric Reed, D.D. Jackson, Jason Moran, Gonzalo Rubalcaba, Marc Copland ...)

8. Onderweg uit het oog verloren: Jimmy Rowles en Jaki Byard. En John Lewis. Martial Solal. (Een geval apart: Lennie Eric Watson Pianist-componist Eric Watson (°1955, Wellesley) combineerde een klassieke opleiding met de jazzafdeling van het conservatorium van Oberlin in de Ver- enigde Staten. Sinds 1978 leeft hij in Parijs. Hij speelde er onder meer aan de zijde van , , Ray Anderson, Aaron Scott, Albert Mangelsdorff, Daniel Humair en John Carter. Zijn belangrijkste partnerschap is deze met bassist John Lindberg, al sinds 1982. Eric Watson staat ook bekend als uitvoerder van hedendaagse klassieke muziek, met name van Charles Ives. Hij houdt ervan jazz en klassiek te vermengen tijdens optre- dens met Joëlle Léandre, Françoise Kubler of Armand Angster. Watson krijgt regelmatig compositieopdrachten. In 1986 schreef hij ‘Martial Arts’ voor het Franse Nationale Jazz Orkest en pianist Martial Solal. In 1992 volgde ‘The twisted Suite’ in opdracht van Reader’s Digest. Daarnaast componeert hij hoofdzakelijk voor moderne dansgezelschappen. In 2002 verscheen zijn laat- ste solo-cd ‘Sketches of Solitude’.

Bojan Z Bojan Zulfikarpasic (°1968, Belgrado) begon al op zijn vijfde met pianospe- len. Op de muziekschool genoot hij een klassieke opleiding, maar parallel daarmee begon hij ook al vroeg in bands te spelen en gaandeweg werd hij een bekende naam in de jazzscene van Belgrado. In 1989 ontving hij de prijs voor de beste jonge jazzmuzikant van Joegoslavië. In 1986 kreeg Bojan een beurs om bij Clare Fischer te studeren aan het Blue Lake Fine Arts Camp in Michigan. Na zijn legerdienst in het voormalige Joegoslavië, waar hij in het militaire orkest in aanraking kwam met traditionele Balkanmuziek, verhuis- de hij naar Parijs. Hier groeide hij uit tot een vaste waarde in de Franse jazz- scene. Hij speelde er onder meer met gitarist Noël Akchoté, Julien Lourau en Magic Malik. In 1990 verving Bojan de pianist van het kwartet van Marc Buronfosse en kort daarop won hij de prijs van beste solist op het Concours de la Défense. Vanaf dan ook begon de samenwerking met de bekende Franse bassist Henri Texier en zijn Azur Quartet en later met klarinettist Michel Portal. In 1993 verscheen bij Label Bleu het eerste album van het Bojan Z Quartet. Twee jaar later volgde de tweede opname ‘Yopla!’. Op het Amiens Jazz Festival van 1995 trad Bojan voor het eerst solo op. Het zou nog duren tot 2001 vooraleer hij zijn eerste solo-opname maakte: ‘Solobe- session’. Bojan Z speelde zowel met groepen als Texier, Portal en Lourau als met zijn eigen bands en solo op de grootste jazzfestivals zoals deze van Montreal, North Sea Jazz, Jazz Festival, Copenhagen Jazz Festival, Jazz in Marciac en in grote concertzalen als het Palau de la Musica in Barcelona en het Konzerthaus Wien. In 2002 kreeg Bojan Z de titel van Chevalier de l’Ordre des Arts et des Lettres van de Franse regering en de Prijs Django Reinhardt voor musicus van het jaar van de Franse Jazz Academie. Recent verscheen de eerste cd van het trio dat Bojan Z vormt met de bassist Scott Colley en drummer Nasheet Waits.