De AS 119-120 CLARA WICHMANN EN DE GEBOORTE VAN HET ECO-RECHT Manuel Kneepkens
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
anarchistisch tijdschrift Vijf en twintigste jaargang, nr. 119-120, zomer/najaar 1997. De AS verschijnt in vier afleveringen per jaar en is een uitgave van Stichting De AS, Moerkapelle. ISSN-nummer 0920-3257. Bestelling: door storting op postgiro 4460315 van de AS te Moerkapelle. Jaarabonnement: ƒ32,-; buiten Benelux f37,- Druk: Macula, Boskoop. Zetwerk: Stichting Rode Emma, Amsterdam. Adreswijzigingen: bij voorkeur per briefkaart, of per giro (verbeter het adres op de kaart) graag met vermelding van de postcode. Reklamering: met vermelding van de laatste betaaldatum, als aangegeven in uw giro-administratie. Nieuwe abonnementen: gaan in met het eerste nummer van de jaargang, tenzij anders aangegeven bij bestelling. Zonder opzegging worden abonnementen verlengd. Adres: postbus 43,2750 AA Moerkapelle. Redactie: Marius de Geus, Thom Holterman, Rudolf de Jong, Jaap van der Laan, Wim de Lobel, Bas Moreel, Hans Ramaer. Verder werkten mee: Bert Altena, Ferd van der Bruggen, Manuel Kneepkens, Johny Lenaerts, Erwin Muilwipc, Herman Noordegraaf, André de Raaij, Siebe Thissen, Allie Visser, André van Well. Publikatie van een bijdrage impliceert niet dat daarin of daardoor redactionele standpunten worden weergegeven. REDACTIONEEL Met dit Vierde Jaarboek Anarchisme - dat als dubbelnummer verschijnt - sluiten we de 25ste jaargang van De AS af. Zoals gebruikelijk bevat ook dit jaarboek weer enkele bijdra- gen over de geschiedenis van het anarchisme in Nederland: een biografische schets van de religieus-anarchist en antimilitarist Jos Giesen, een artikel over vier Nederlandse anarchis- ten die rond 1900 'de natuur ontdekten', alsmede een bijdrage over Ferdinand Domela Nieuwenhuis naar aanleiding van zijn onlangs uitgegeven familiecorrespondentie Boven- dien lossen we een oude belofte in en wordt aandacht besteed aan de Amerikaanse taalfilo- soof en anarchist Noam Chomsky en dan met name aan zijn kritiek op de (Amerikaanse) po- litiek, de ideologische propagandamachine en de rol van het bedrijfsleven. Naast een (ver- taalde) bijdrage over Chomsky's kritiek presenteren we ook fragmenten van een vraagge- sprek met hem dat een Amerikaans tijdschrift in 19% publiceerde Tevens komen in dit jaarboek verscheidene aspecten van 'groene politiek' aan de orde. Zo publiceren we een beschouwing over de relatie tussen mens en natuur waarbij onder meer wordt ingegaan op de ideeën van de anarcho-juriste Clara Wichmann, een bijdrage over de anarchistische wortels van het huidige groene denken en een bijdrage over de ruimtelijke in- richting van stad en platteland in het licht van de libertair-utopische traditie van Kropot- kin, Howard en Goodman. Verder publiceren we bijdragen over de situationist Guy Debord, over neoliberalisme in Europa en over 'inburgering', alsmede een (vertaalde) beschouwing over de ontwikkeling van anarchisme-opvattingen in Italië. Boekbesprekingen, discussies en de rubriek Sheela- na-gig completeren dit Vierde Jaarboek Anarchisme. Vierde Jaarboek Anarchisme/De AS 119-120 CLARA WICHMANN EN DE GEBOORTE VAN HET ECO-RECHT Manuel Kneepkens In 1920 eindigt Clara Meijer-Wichmann een van haar laatste opstellen, twee jaar voor haar vroegtijdige dood, De rechtspositie der huisdieren, met de zin: "Zo ziet ge, het gaat omi heel wat anders dan om enige 'uitwassen', het gaat om een grondige omzetting van de ver- 1 houding van de mensen tot de dieren ". 1n deze laatste zin zit veel van haar leven en werk als het ware samengebald. Want het was Clara Wichmann als overtuigd sociaal-anarchiste altijd om een fundamentele verandering van sociale (menselijke) verhoudingen te doen. In bovengenoemd opstel overschrijdt zij daarbij zelfs de begrenzing van 'de mens' en betrekt zij in haar projda 'de ander recht doen' ook het dier. Wie was Clara Widimann en hoe kon zij tot dit lucide inzicht komen? Immers, gewoonlijk laat men de ecologische beweging - de beweging om het milieu recht te doen - beginnen met het boek van Rachel Carson Silent Spring uit 1962. Dat is dus veertig jaar later. De huidige crisis in de bio-industrie, in Ne- derland resulterend in een massamoord op varkens die zijn weerga niet kent, maakt haar opstel De rechtspositie der huisdieren, bovendien ongewoon actueel. Clara Wichmann (1885-1922) was het oudste kind van uit Hamburg-Altona af- komstige Duitse ouders. Haar vader was de wetenschappelijk begaafde Carl Ernst Arthur Wichmann en haar moeder de literair begaafde Johanna Therese Henriëtte Zeise. In 1897 aanvaarde haar vader de in dat jaar ingestelde leerstoel in de mine- ralogje en de geologie aan de Universiteit van Utrecht. Het echtpaar vestigde zich in Utrecht aan de Nachtegaalstraat 37.2 Vijf jaar later kwam haar broer Erich ter wereld, die de vaderlandse goegemeente evenmin onberoerd zou laten. Hij was een van de eerste abstract beeldende kunste- naars. Hij introduceerde het werk van Kandinsky in Nederland. En ook een van de eerste Nietzscheanen. Ook als literator zou hij bekendheid verwerven. Door Mars- man en Bloem werd hij bewonderd om zijn rebelse houding. Marsman droeg zelfs zijn eerste bundel verzen aan hem op. Erich's naam heeft een beruchte klank gekre- gen doordat hij het (Mussolini-)fascisme in Nederland introduceerde. Hij stierf overigens ruim voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in 1929. Jeugd en studententijd Na de zomervakantie van 1891 gaat Clara naar de lagere school, de Gemeente- school voor Meisjes in Utrecht. Zij komt dan voor het eerst met andere kinderen in aanraking. Door haar anders gekleed zijn en haar Duitse uitspraak van het Neder- lands wordt ze 'vreemd' gevonden. Ze is bovendien met planten en dieren onge- woon vertrouwd. Zo bezit ze al jong een aquarium en een terrarium. Dit feit hing 2 Vierde Jaarboek Anarchisme/De AS 119-120 waarschijnlijk samen met de natuurwetenschappelijke oriëntatie van haar vader. Maar het werd raar gevonden dat zij hazelwormen over haar armen durfde laten kruipen en vond, dat padden zulke mooie ogen hadden.3 Na de lagere school bezocht Clara Wichmann de Meisjes-HBS, want het hoofd van de lagere school achtte haar te 'dartel' voor het gymnasium. In 1901 begon zij een dagboek, opmerkelijk beschouwend van karakter voor een zestienjarige. Het dag- boek is geschreven in gothische schrijfletters. Het gezin was immers tweetalig. In- tern was de voertaal Duits. Uit dit dagboek blijkt al duidelijk haar latere filosofisch- historische inslag: "Nein, ich glaube nicht, das die Menschheit je volkommen wird, und das ist ein Glück; denn das schönste ist das ewig Vorwürtstreben nach Verbes- serung ohne Zwedc kan weder ein Mensch, noch eine Menschheit leben".4 Op haar verjaardag 17 Augustus 1902 neemt zij zich voor als vrouw een actief leven te leiden. Zij voelt er beslist niet voor om huisvrouw te worden, die 'niets doet' met haar eruditie. Ook besluit zij catechesatie te gaan volgen bij Oort, een vrijzinnig do- minee. Eveneens opmerkelijk. Het gezin Wichmann is immers ongodsdienstig. Va- der Wichmann heeft als uitgesproken modern-positivistisch wetenschapper weinig waardering voor religie en kunst. Anders dan Clara en Clara Wichmanns moeder mist hij elke antenne voor spiritualiteit. Clara Wichmanns belangstelling voor re- ligiositeit, universaliteit en spiritualiteit is altijd blijven bestaan, met een voorkeur wat het christendom betreft voor mystici als Eckehart en Angelus Silesius en wat de niet-westerse levensbeschouwingen betreft, net als haar medestander Bart de Ligt in zijn standaardwerk Vrede als daad, voor holistische systemen als het boedd- hisme en het taoïsme - systemen die zich ook vandaag de dag weer bij de spiritueel geïnspireerde takken van de milieubeweging in een grote sympathie mogen ver- heugen vanwege hun dier- en natuurvriendelijkheid. In 1902 behaalt Clara Wichmann het HBS-diploma. Zij besluit alsnog het staatsexa- men gymnasium te halen. In 1905 slaagt zij hiervoor. Inmiddels heeft zij zich al breed georiënteerd binnen de Utrechtse universitaire wereld. Samen met haar moe- der heeft zij dan al de colleges filosofie-geschiedenis van Bolland bezocht, de man die in zijn eentje rond de eeuwwisseling voor een korte doch invloedrijke revival van Hegel zorgde. Haar broer Erich zal eveneens 'Bolland lopen' - met heel andere resultatens - evenals haar latere medestander Bart de Ligt (1883-1938). Ook de col- leges kunstgeschiedenis van professor Vogelsang volgt zij trouw. (Later zal haar broer Erich die eveneens doorlopen). Clara aarzelt tussen een keus voor geschiede- nis - in haar ogen een te bespiegelende studie - en rechten - in haar ogen 'meer acti- vistisch'. Uiteindelijk kiest zij voor het laatste. Een typisch jurist is zij echter nooit geweest. Al haar juridische publicaties dragen eigenlijk nimmer een formeel-juridisch karak- ter, maar steevast een duidelijk geschiedenis-filosofisch karakter. Misschien zou men haar de eerste anarcho-jurist moeten noemen. Immers, veel van haar opstellen gaan over de typische spanningen tussen haar kosmisch-anarchistische levensbe- Vierde Jaarboek Anarchisme/De AS 119-120 schouwing en het (nodig te veranderen) staats-, straf- en privaatrecht in Neder- land. Voorzover zij een 'activistische' rol in de samenleving heeft vervuld, naast haar auteurschap, is het een toch, zeer typerend, tamelijk refledeve geweest, name- lijk die van docent-vrijwilliger aan de Internationale School voor Wijsbegeerte te Amersfoort. Feminisme, antimilitarisme, anarchisme In 1907 fungeerde Clara Wichmann als mede-oprichtster van de Utrechtse afdeling van de Nederlandse Bond voor Vrouwenkiesrecht (NBV). Tot 1911 maakte zij deel uit van het Utrechts afdelingsbestuur.