De Rechtsgeldigheid Van Bijzondere Bedingen in Spelerscontracten Van Voetballers
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De rechtsgeldigheid van bijzondere bedingen in spelerscontracten van voetballers. *Ajax speler Lasse Schøne (l.) omhelst de grensrechter na zijn doelpunt. Masterscriptie Student: D.A. van Poorten Vak: Arbeid & Sport Scriptiebegeleider: Mr. R.C. Branco Martins Master: Privaatrecht: Privaatrechtelijke rechtspraktijk Universiteit: Universiteit van Amsterdam Studentnummer: 6159672 Datum: December 2014 Scriptieonderwerp: De rechtsgeldigheid van bijzondere bedingen in spelerscontracten van voetballers. Onderzoeksvraag: In hoeverre hebben de verschillende rechtstelsels die van toepassing zijn op het spelerscontract van voetballers, zoals het arbeidsrecht, het verenigingsrecht en het Europese recht, invloed op de rechtsgeldigheid van bijzondere bedingen in spelerscontracten? Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Inleiding. 4 Hoofdstuk 2: De juridische kwalificatie van het spelerscontract. 6 2.1 Inleiding 6 2.2 Kwalificatie van de arbeidsovereenkomst in het reguliere arbeidsrecht. 6 2.3. De arbeidsrechtelijke criteria uit art. 7:610 BW in het spelerscontract. 6 Ad I.Arbeid. 7 Ad II.Persoonlijke arbeid. 7 Ad III.Loon. 8 Ad IV.Gezagsverhouding. 8 2.4. Theo Laseroms. 9 2.5. Conclusie kwalificatie spelerscontract. 9 Hoofdstuk 3: Het juridische kader van het spelerscontract. 10 3.1. Inleiding. 10 3.2. Collectieve arbeidsovereenkomst voor contractspelers betaald voetbal Nederland. 10 3.2. De Wet werk en zekerheid 2015 t.a.v. de ketenregeling en de transitievergoeding. 11 3.2.1. De ketenregeling. 11 3.2.2. De transitievergoeding. 12 3.3. Europees recht. 12 3.4. Verenigingsrecht. 13 3.4.1. De Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB). 13 3.4.2. Union Européenne de Football Association (UEFA). 13 3.4.3. Fédération Internationale de Football Association (FIFA). 14 3.4.4. Reglementen KNVB. 14 3.4.5. Reglementen FIFA. 14 Hoofdstuk 4: Tussentijdse beëindiging van het spelerscontract. 16 4.1. Tussentijdse beëindiging van de arbeidsovereenkomst volgens het arbeidsrecht. 16 Ad I. Beëindiging door tussentijdse opzegging. 16 Ad II. Ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter. 17 Ad III. Beëindiging met wederzijds goedvinden. 17 4.2. De Wet werk en zekerheid 2015 bij arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. 17 4.3. Beëindiging van het spelerscontract door de arbitragecommissie. 18 4.3.1. AFC Ajax/De Boer. 18 4.3.2. Büttner/Vitesse. 19 4.3.3. Sparta/Boakye. 19 4.4. Beëindiging van het spelerscontract door de DRC. 20 4.4.1 Beëindiging met ‘just cause’. 20 4.4.2. Beëindiging zonder ‘just cause’. 21 4.5. Het transfersystem. 21 4.5.1. Het Bosman-arrest. 21 4.6. Het huidige transfersysteem. 22 4.7. Conclusie tussentijdse beëindiging van het spelerscontract. 23 Hoofdstuk 5: De ontbindende voorwaarde. 24 5.1. Inleiding. 24 5.2. De ontbindende voorwaarde in het arbeidsrecht. 24 Ad I.Objectieve bepaalbaarheid. 25 Ad II.Triggerverbod 25 Ad III.Redelijkheidstoets. 26 5.5. De ontbindende voorwaarde in geval van promotie of degradatie. 26 5.4.1. Sparta/Bouchiba. 26 5.4.2. De ontbindende voorwaarde in het geval van promotie of degradatie in een reguliere arbeidsovereenkomst. 27 5.4.3. Conclusie ontbindende voorwaarde in geval van promotie of degradatie. 27 5.5. De ontbindende voorwaarde in geval van een negatieve medische keuring. 28 5.5.1. De medische keuring in het verenigingsrecht. 28 5.5.2. Wet op medische keuringen. 29 5.5.3. Conclusie ontbindende voorwaarde in geval van een negatieve medische keuring. 29 5.6. Conclusie ontbindende voorwaarde. 30 De rechtsgeldigheid van bijzondere bedingen in spelerscontracten van voetballers. 2 Hoofdstuk 6: Het eenzijdige optiebeding. 30 6.1. Inleiding. 30 6.2. Rechtsgeldigheid van het eenzijdig optiebeding. 31 Ad I. Het wettelijke stelsel van het ontslagrecht: Ajax/Trabelsi. 31 Ad. II. Objectieve bepaalbaarheid. 32 Ad III. Wederkerigheid ontbreekt: onevenwichtigheid. 33 Ad IV. Lange periode zonder opzegmogelijkheid i.s.m. de vrijheid van arbeidskeuze. 33 6.3. Rechtsgeldigheid van de het eenzijdige optiebeding volgens de DRC. 34 6.4. Court of Arbitration for Sport. 35 6.5. Letschert/Roda JC. 36 6.5.1. Het wilsgebrek op grond van art. 3:44 lid 4 BW. 37 6.6. Conclusie van het eenzijdige optiebeding. 38 Hoofdstuk 7: Het concurrentiebeding. 39 7.1. Inleiding. 39 7.2. Rechtsgeldigheid van een concurrentiebeding in het arbeidsrecht. 39 7.2.1. Wettelijke vereisten. 39 7.2.2. Vrijheid van arbeidskeuze. 40 7.3. De Wet werk en zekerheid 2015 t.a.v. het concurrentiebeding. 40 7.3.1. Zwaarwichtig bedrijfs- of dienstbelang. 40 Ad I. Opgedane kennis. 41 Ad II. Gedane investeringen. 41 Ad III. De mate van beperking van het beding. 41 7.4. Rechtsgeldigheid van het concurrentiebeding in het spelerscontract. 41 Ad I. Opgedane kennis. 42 Ad II. Gedane investeringen. 42 Ad III. De mate van beperking van het beding. 42 7.4.1. Belangenafweging. 42 Ad I. Concurrentiebereik 42 Ad II. Duurbereik. 42 Ad III. Geografisch bereik. 43 7.5. Conclusie concurrentiebeding. 43 Hoofdstuk 8: Conclusie. 44 Bronnenlijst. 46 Literatuur. 46 Artikelen. 46 Jurisprudentie. 47 Overheidsrechter. 47 College van arbiters van de KNVB. 47 Hof van Justitie van de Europese Unie. 48 Court of Arbitration for Sport. 48 Dispute Resolution Chamber FIFA. 48 Kamerstukken. 48 De rechtsgeldigheid van bijzondere bedingen in spelerscontracten van voetballers. 3 Hoofdstuk 1: Inleiding. Tussen de professionele voetballer en zijn club bestaat een bijzondere rechtsverhouding. Deze rechtsverhouding wordt niet alleen beheerst door het Nederlandse en Europese (arbeids)recht, maar ook in grote mate door het verenigingsrecht van de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB) en de Fédération Internationale de Football Association (FIFA). Indien de voetballer loon ontvangt en er gezag over hem wordt uitgeoefend, blijkt er tussen de voetballer en zijn club sprake te zijn van een arbeidsverhouding. De arbeidspositie van een voetballer is volgens Lankers1 echter op meerdere punten anders dan van een regulier werknemer. Ten eerste is de focus van het werk van een voetballer het behalen van sportieve doelstellingen en de best mogelijke sportieve resultaten. Dit kan er bijvoorbeeld toe leiden dat indien er op grond van voetbaltechnische redenen geen plaats is voor een speler in een selectie, binnen de betaald voetbalorganisatie geen andere functie beschikbaar is. Ten tweede is als gevolg van de hoge fysieke eisen die het werk stelt de professionele voetbalcarrière relatief van korte duur. Ten derde verschillen de arbeidstijden en arbeidsomstandigheden van een voetballer met van die van een doorsnee werknemer. Er wordt veel op onregelmatige tijden gewerkt en soms op veel verschillende plekken in de wereld gewerkt. Ten vierde ligt de marktwaarde van sommige voetballers soms ver boven die van anderen, met name vanwege de verkoop van persoonlijke merkrechten en het aangaan van sponsorcontracten. De voetbalsport is beroemd en berucht om het verzilveren van die marktwaarde middels een transfersysteem. Deze vier kenmerken hebben allemaal te maken met de bijzondere aard en het eigen karakter van de voetbalsport als maatschappelijk fenomeen, ook wel de specificiteit van de sport genoemd.2 Dit begrip kan onder het Europese recht een reden zijn voor alternatieve toepassing of afwijking van bestaande regelgeving.3 Het vijfde kenmerk houdt in dat de arbeidspositie van de voetballer wordt beïnvloed door vele statuten, reglementen en besluiten van nationale en internationale sportbonden. Naast het arbeidsrecht kunnen op de voetballers bijvoorbeeld (tegelijkertijd) regels van het verenigingsrecht, het tuchtrecht en het Europese recht van toepassing zijn en dat de voetballer in verhouding staat tot een groot aantal partijen op basis van juridisch verschillende verhoudingen(zesde kenmerk). De laatste twee kenmerken hebben te maken met het feit dat het in Nederland aan specifieke wettelijke bepalingen voor de voetbalsector ontbreekt, waardoor de voetbalsector te maken krijgt met een synthese van verschillende regelstelsels die elkaar beïnvloeden. De bijzondere aard van de sport en de verschillende rechtstelsels die op de voetbalsport van toepassing zijn, leiden ertoe dat het arbeidsrecht wat op de voetballer van toepassing is, nog al eens anders uitpakt dan in het reguliere arbeidsrecht. Dit geldt met name bij de tussentijdse beëindiging van een spelerscontract en bij het gebruik van bijzondere bedingen, waarbij rekening moet worden gehouden met de verenigingsrechtelijke structuren waarin de voetbalwereld georganiseerd is, met een afwijkende rechtspraak en regelgeving. 1 E. Lankers, Een wereld te winnen, professionalisering van de arbeidsverhoudingen van beroepssporters in Nederland, 2 A.R. Houweling en G.W. van der voet, Bijzondere arbeidsverhoudingen, Boom Juridische uitgevers: Den Haag 2013. 3 Zie paragraaf 3.3. e.v. De rechtsgeldigheid van bijzondere bedingen in spelerscontracten van voetballers. 4 Een aantal bijzondere bedingen wordt in vergelijking tot het arbeidsrecht, juist niet in het spelerscontract opgenomen. Zo ontbreekt het proeftijdbeding uit art. 7:652 BW in het standaardcontract van de KNVB en de Cao voor Contractspelers Betaald Voetbal Nederland. Dit is te verklaren door het feit dat een speler slechts in bepaalde periodes mag worden ingeschreven bij een voetbalclub, dus zou een proeftijd betekenen dat de speler tot de volgende transferperiode niet kan spelen. Bovendien geldt voor het transfersysteem binnen de voetbalsport dat het onwenselijk is als een spelerscontract met onmiddellijke ingang kan worden opgezegd, zonder dat de opzeggende partij schadeplichtig wordt. In sommige gevallen kan