Dispereert Niet. Deel 2

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Dispereert Niet. Deel 2 Dispereert niet. Deel 2 Twintig eeuwen historie van de Nederlanden A. Algra en H. Algra bron A. Algra en H. Algra, Dispereert niet. Twintig eeuwen historie van de Nederlanden. Deel 2. Uitgeverij T. Wever, Franeker 1978 (achtste druk) Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/algr001disp02_01/colofon.htm © 2008 dbnl / erven A. Algra en H. Algra 5 H. Algra de roemrijke zeven A. Algra en H. Algra, Dispereert niet. Deel 2 7 1. Het ferme offensief Breda. In februari 1590 luidden de feestklokken in de vrije Nederlandse gewesten. Vreugdevuren werden ontstoken en in de kerk werd God gedankt voor de victorie. De verrassing van Breda! Het feit is bekend gebleven en op schier elke lagere school wordt er jaarlijks een lesuur aan gewijd. Wij zullen het verhaal slechts kort samenvatten. Breda was vanouds een stad van de Nassauers. In de kerk waren de praalgraven van Engelbert van Nassau en zijn gemalin en op het kasteel hadden de graven, ook Willem van Oranje, geresideerd. Uit ‘zonderlinge affectie’ tot diens huis had schipper Adriaen van Bergen zich bereid verklaard mee te helpen aan de aanslag. Hij leverde al jaren turf op het kasteel en daarom werd zijn schip niet meer gevisiteerd. Er werd een zoldering in het schip aangebracht, en daaronder kwamen 80 soldaten te zitten, met hun commandant, kapitein Héraugiêre. Het waren uitgelezen manschappen, ‘al jonck, dapper, stout, onbevreest volck, weynighe daeronder die baert hadden’. Het ging eerst niet naar wens, want de oostenwind deed het water dalen en daarna bevriezen. Des nachts moesten de manschappen hun schuilplaats verlaten om zich van voedsel te voorzien. Eindelijk lukte het, met hulp uit het kasteel, waar men reikhalzend uitzag naar brandstof, binnen te komen. Het schip was lek; de schipper was al vertrokken en had het gevaarlijke geval aan twee knechts overgelaten: die pompten om het leven, terwijl onder de turf werd gehoest en Matthijs Helt zijn ponjaard trok met het verzoek hem te doorsteken, als hij zijn hoesten niet meer kon bedwingen. Toen het schip gemeerd was, werd de bovenlast snel weggesleept en alleen door het aanbieden van een drinkgeld werden de dragers bewogen, er voor vandaag mee uit te scheiden. Het is bewonderenswaardig, ‘dat deze jonghe man, in sulcken perijckel, daer hy den doot steets voor oogen sach, hem noyt veranderde van gelaet, varwe noch spraeck, oock altoos, hoe jonck hy was, raet by hem selven vant, ende elck een bequaem antwoort gaf. Des Capiteyns dienaer quaem ooc op 't schip, kreunende, dat den torf argher was, als hy plach t'ontfanghen: daer op de Schipper antwoordde, den besten light onder, dien heb ic voor den capiteyn verordent.’ Men was op het kasteel voorzichtig. Maurits scheen wat in zijn schild te voeren. Misschien Geertruidenberg? De commandant van A. Algra en H. Algra, Dispereert niet. Deel 2 8 Breda was reeds derwaarts vertrokken, om een oogje in 't zeil te houden. En de voorzichtige sergeant-majoor vergunde slechts één van beide schippers aan boord te blijven; de andere moest het kasteel uit, en - ging de troepen van Prins Maurits opzoeken met de boodschap, zich gereed te houden. Midden in de nacht kwamen de mannen onder de turf te voorschijn, de wachten werden overrompeld en gedood, het kasteel was in hun handen en ze lieten Maurits met zijn troepen binnen. Toen capituleerde ook de stad. En stad en kasteel bleven behouden; dat was nog van meer belang. Nu hadden de Staatsen een vooruitgeschoven post in Brabant. Maurits zorgde er nog hetzelfde jaar voor, dat de frontieren opschoven in de richting van Breda: hij veroverde Hedel, Hemert, Crêvecoeur, Steenbergen en de schans Ter Heide. Een poging, om Nijmegen te verrassen, mislukte, maar tegenover die stad bouwde Maurits een sterke schans, Knodsenburg, waardoor de Betuwe werd gedekt. Knodsenburg was genoemd naar de Knodsendragers, d.i. bewoners van Nijmegen, die voor woelziek golden, telkens relletjes veroorzaakten en dan met hun knotsen op straat kwamen. Lochem. Men moet zijn vijand nooit imiteren, dat is een bewijs van zwakheid. De Spanjaarden ondervonden het in 1590, toen zij Lochem wilden verrassen. Het is de fameuze geschiedenis met de hooiwagens, door Staring bezongen. Het is een aardig verhaal. De waagmeester en de pastoor van Zutphen verzonnen het geval: Enige Spaanse soldaten, als boeren verkleed, onder het hooi verborgen, zouden binnen Lochem worden gereden. Maar de portier had het recht, van ieder voer hooi in de poort te plukken wat hij krijgen kon. Des portiers zoon en andere jongens oefenden dat recht zo ijverig uit, dat zij een been in de hand kregen. Het scheen, dat de aanslag toch nog zou lukken; snel sprongen de soldaten te voorschijn en doodden de wacht. Reeds lieten zij hun helpers binnen, maar in een straatgevecht werden zij er weer uitgeworpen. De waagmeester van Zutphen kwam er bij om. De aanval. Er is een doodeenvoudige waarheid op strategisch gebied, die te dikwijls wordt vergeten: een oorlog wordt alleen gewonnen door aan te vallen. De verdediging moet een beslist tijdelijk karakter dragen. Het voor altijd afzien van het offensief, het zich eenzijdig A. Algra en H. Algra, Dispereert niet. Deel 2 9 instellen op de verdediging, is reeds een morele capitulatie. Daarom zijn de eerste jaren van Parma's landvoogdij voor ons volk zulke slechte jaren geweest. Zó lang had men zich tot de verdediging beperkt en dus steeds terrein verloren, dat het een waagstuk scheen, om nog ooit weer een aanval te ondernemen. Die altoos slaghen wil keeren ende nimmer wederslaen, die moet ghewis vergaen. (Van Reyd) Die ban moest worden verbroken. Het is de eer van Willem Lodewijk geweest, dat hij dat heeft begrepen en bepleit. Heel in het begin van 1590, nog voor de val van Breda, was hij in Den Haag, om dat te bepleiten. De Staten voelden er weinig voor. Men zou, ‘den vyant soeckende, eenen slapenden hont wecken’. Dat is de dwaze consequentie van hen, die zweren bij het defensief. Zij zitten op de vijand te wachten! De secretaris van Willem Lodewijk, Everhardus van Reyd, heeft de gedachten van zijn meester, die toen in Den Haag werden vertolkt, weergegeven. En Willem Lodewijk was een welsprekend man! Nu was de kans schoon, om de grote rivieren te bevrijden en de vijand over de Rijn en de Maas te drijven, waardoor onze positie veel zou worden verbeterd. Nooit was er beter gelegenheid: de Armada was vernietigd, de Spaanse koning gemengd in Franse zaken; Parma werd gewantrouwd; de Spaanse soldaten waren ontevreden. Als déze kans werd verzuimd, het zou nooit voor het nageslacht zijn te verantwoorden. Wijze mannen hebben geleerd, de vijand niet te onderschatten. Maar even verkeerd is het, hem te overschatten en te wanhopen aan de goede middelen, die God heeft verschaft. Als de grote rivieren vrij zijn, dan is ‘den Thuyn vande Vereenichde Nederlanden so veel wijder ende stercker gemaeckt’. ‘Badt daerom dat die Staten wilden een hart vatten, alle nooddruft tegens den aenstaenden somer bestellen, ende de saeck in den Name Godes aenveerden, radende van Groeningen te beginnen, ghemerckt dat aldaer het meeste profijt ware, den lichtsten arbeydt ende de meeste seeckerheydt: 't meeste profijt, om dat de vyandt gheen rijcker, machtiger ende voornemer stadt heeft aen d'Oost-syde van de Maes, waer mede groote contributie gewonnen, ende Vrieslant metten Omlanden connen bevrijdt werden. Welke Provincien soo bequaem ter zee ende tusschen de Moerassen liggen, dat wesen- A. Algra en H. Algra, Dispereert niet. Deel 2 10 de die vyant eens daer uyt ghebracht, deselve immers soo grooten voordeel hebben, om gehanthaeft ende verdedight te worden, als Hollandt ende Zeelandt selve. Den lichtsten arbeydt, omdat onse Legher nerghens beter ghespyst, met minder moeyten begraven (= ingegraven), ende met doorstekinghe van dijcken bevrijt can werden.’ Trouwens, Willem Lodewijk wees er terecht op, door de inneming van vele schansen was Groningen al half geblokkeerd. De bevolking in het bezette gebied in de noordelijke gewesten zag uit naar bevrijding, ‘zij was muitende ende verdrietig’. Willem Lodewijk had de zaak goed bekeken. Want twee maanden later schreef Francisco Verdugo, die de Spanjaarden in het Noordoosten van ons land commandeerde, een brief uit Groningen aan Parma, waarvan een vertaling te vinden is in het Huisarchief van Oranje-Nassau. Misschien is de brief onderschept. In elk geval, hij is duidelijk. Verdugo klaagt: ‘Van dit landt en is geen vrucht meer te verwachten, want er niet en is. - Ick bevijnde my in 't punct van te verliesen steeden ende provincien. U hoocheyt mij met middelen niet ontsettende, soo en can ick de vijandt geen wederstandt doen.’ Dat staat in een brief van 15 maart 1590. En toen duurde het nog een jaar, voordat het eigenlijke grote offensief van onze kant begon. Een aanval, waartoe Willem Lodewijk zich aanbood ‘met vasten betrouwen van soo gheluckighen voortganck door Godes zegen, dat hy nimmermeer beschaemt soude werden, als hebbende meer gheroemt dan inderdaet bewesen’. Het glorieuze jaar 1591. En toen, in 1591, is het er van gekomen. Elizabeth had nog net tevoren schamper gevraagd, welke veldheer van naam men aan het hoofd van het Nederlandse leger zou stellen. Maurits veroverde zich een naam. Maar toen hij begon, moest er eerst binnenskamers heel wat worden gestreden. Friesland stond er op, dat Steenwijk, Koevorden en Groningen werden aangepakt; Holland voelde meer voor een actie tegen Geertruidenberg. Men werd het tenslotte eens, dat eerst de IJsellinie moest worden aangepakt, die door de gunstelingen van Leicester was verraden. Het werd een snel succes: binnen vijf dagen werd Zutphen ingenomen en de avond van de capitulatie werd de artillerie reeds ingescheept naar Deventer. De A. Algra en H. Algra, Dispereert niet. Deel 2 11 stad hield het tien dagen uit. Verdediger was graaf Herman van den Bergh, een zoon van graaf Willem van den Bergh en van Maria, zuster van Prins Willem van Oranje.
Recommended publications
  • Geschiedenis Van Amsterdam Ii-B Zelfbewuste Stadstaat, 1650-1813 Gratis
    GESCHIEDENIS VAN AMSTERDAM 2 - GESCHIEDENIS VAN AMSTERDAM II-B ZELFBEWUSTE STADSTAAT, 1650-1813 GRATIS Auteur: W. Frijhoff Aantal pagina's: 581 pagina's Verschijningsdatum: 2005-02-19 Uitgever: Sun EAN: 9789058751386 Taal: nl Link: Download hier Bibliographie Leren interveniëren in verwaarloosde organisaties. Caraval 3 - Finale. Welcome aboard!. Noddie en tessie beer. True Crime - Maffiameid. Het Noorderlicht 2 - Het gouden kompas. Begraaf het verleden. Het Allesboek over Paarden. Berre en Fleur. Jane eyre. Wij en ik. Naar Nederland Nederland - Oekraiens. Ga naar zoeken Ga naar hoofdinhoud Door drukte kan de bezorging van je pakketje langer duren. Serie: Geschiedenis Van Amsterdam. Taal: Nederlands. Boek omdraaien. Uitgever: Sun. Co-auteur: Maarten Prak. Auteur: W. Samenvatting Halverwege de zeventiende eeuw was Amsterdam uitgegroeid tot een metropool. In tegenstelling tot Parijs en Londen slaagde het Amsterdamse stadsbestuur er steeds weer in de buitenwijken binnen te halen. Met dat doel werd in de jaren na de vierde uitleg gerealiseerd. Met die vierde uitleg kreeg de stad de typische vorm die wij nu nog kennen en die het beeldmerk van Amsterdam is geworden: de middeleeuwse binnenstad, omringd door de grachtengordel en daaromheen de zeventiende-eeuwse volkswijken, waaronder de Jordaan en de joodse wijk. De aanleg van deze vergroting was gebaseerd op de verwachting dat Amsterdam ook na even onstuimig zou blijven groeien als in de voorgaande periode. Het achterblijven van de werkelijke groei bij die hooggespannen verwachting vormt een belangrijk thema van dit deel van de Geschiedenis van Amsterdam. Toon meer Toon minder. Betrokkenen Auteur W. Frijhoff Co-auteur W. Frijhoff Redacteur W. Overige kenmerken Extra groot lettertype Nee Gewicht g Verpakking breedte mm Verpakking hoogte 60 mm Verpakking lengte mm.
    [Show full text]
  • Johan De Witt En Engeland Gratis Epub, Ebook
    JOHAN DE WITT EN ENGELAND GRATIS Auteur: Ineke Huysman Aantal pagina's: 176 pagina's Verschijningsdatum: 2019-03-05 Uitgever: Catullus, Uitgeverij EAN: 9789492409454 Taal: nl Link: Download hier Johan De Witt en Engeland. Een bloemlezing uit zijn correspondentie. Nederlands, pagina's, Teleboek, Bussum, Nederlands, p. Nederlands, 7 pagina's, Nederlands, VIII, 63 p, Zoeken in de catalogus Zoeken binnen de site. Johan de Witt Johan de Witt en Engeland een bloemlezing uit zijn correspondentie Selectie van enkele tientallen brieven uit de correspondentie van raadspensionaris Johan de Witt die betrekking hebben op de relatie tussen de Republiek en Engeland, met toelichtingen en vertalingen in modern Nederlands. Johan de Witt Johan de Witt en Frankrijk een bloemlezing uit zijn correspondentie Selectie van de brieven van en aan Raadpensionaris Johan de Witt , met toelichting en hertaling. Brieven aan Johan de Witt; Dl. Johan de Witt Staetsstukken uit de pen van Mr. Japikse Johan de Witt Nederlands, p. Johan de Witt Bericht van de heer raedt-pensionnaris Johan de Witt, noopende de secrete correspondentie-penningen; nevens de verklaringe van de Tentoonstelling Johan de Witt Dordrecht, 16 Oct. Vorige 1 actief 2 3 4 5 6 7 8 9 23 Volgende. Witt, Johan de 57 Andriessen, P. Hij was getrouwd met een zus van Wendela Bicker. Deze gewesten trokken Utrecht mee. Het Eerste Stadhouderloze Tijdperk was een feit. De Witt was er een groot voorstander van. Hij noemde het de periode van "De Ware Vrijheid". Beslissingen die de hele Republiek aangingen, werden door regenten van de zeven provincies gezamenlijk genomen, weliswaar op basis van meerderheid van stemmen, maar onder strakke leiding van Holland.
    [Show full text]
  • 2017 Archived Version
    © 2017 The Leiden Collection Portrait of Andries de Graeff (1611–1678), Burgomaster of Amsterdam Page 2 of 9 Portrait of Andries de Graeff 1673 (1611–1678), Burgomaster of oil on canvas Amsterdam 39.3 x 29 cm Gerard ter Borch the Younger unsigned but inscribed and dated (incorrectly) (Zwolle 1617 – 1681 Deventer) by a later hand, upper left corner: “Andries de Graeff lxiii Jaer M.D.C.LXXIIII” GB-106 How To Cite Wieseman, Marjorie E. "Portrait of Andries de Graeff (1611–1678), Burgomaster of Amsterdam." InThe Leiden Collection Catalogue. Edited by Arthur K. Wheelock Jr. New York, 2017. https://www.theleidencollection.com/archive/. This page is available on the site's Archive. PDF of every version of this page is available on the Archive, and the Archive is managed by a permanent URL. Archival copies will never be deleted. New versions are added only when a substantive change to the narrative occurs. © 2017 The Leiden Collection Portrait of Andries de Graeff (1611–1678), Burgomaster of Amsterdam Page 3 of 9 Andries de Graeff (1611–78) was one of the wealthiest and most influential Comparative Figures men in the seventeenth-century Dutch Republic.[1] He was the son of Jacob Dircksz de Graeff (several times burgomaster of Amsterdam) and Aeltge Boelens; through marriage and political affiliation he was allied with the powerful Bicker family, as well as with the Republican anti-Orangist raadpensionaris (Grand Pensionary) Johan de Witt (1625–72). In 1646 Andries married his niece, Elisabeth Bicker van Swieten (1623–56), and had three children by her. Especially after the death of his brother Cornelis in 1664, Andries was a dominant force in Amsterdam politics: he served seven terms as burgomaster between 1657 and 1672, and was a member of the vroedschap (city council) between 1665 and 1672.
    [Show full text]
  • Iets Over De Copie Van Gerrit Lundens Naar Rembraiv Dt's
    IETS OVER DE COPIE VAN GERRIT LUNDENS NAAR REMBRAIV DT'S "NACHTWACHT" DOOR A. B1ZEDIUS. toe is de geschiedenis van deze copie bekend tot I?I2, toen het stukje opdook in de Collectie PIETER . VAN DER LIP te Amsterdam 1). Thans kan ik aanwijzen waar het vroeger was en bijna met zekerheid zeggen, dat ? die copie voor FRANS BANNING COCQ gemaakt werd. Dit dan de waarschijnlijkheid toenemen, dat de teeke- doet . ning in diens "Album" naar den LUNDENS en niet naar de oorspronkelijke schilderij werd gemaakt. Door erfenis is het gekomen, met de copij naar de vier Doelheeren van VAN DER HELST, nu in het Louvre, aan CATHARINA HOOFT, Wed. van den Heer CORNELIS DE GRAEFF, Heer van Purmerland &c. en by haar overlijden, in den Inventaris, 24 Dec. 1691 voor Not. D. VAN DER GROE te Amsterdam opgemaakt, aldus beschreven : een schilderye, verbeeldende een Corporaelschap borgerye , , f 63.- een schilderye van de vier Doelheeren ........... 80.- i) By HOET.I. p. 147. 198 Weder door erfenis kwamen deze stukken in het bezit van PIETER DE GRAEFF, Vrijheer van Zuyd Polsbroek, Purmerland ende Ilpendam &c. &c. 8 Maart 1709 bevonden zich in diens sterfhuis op de Heerengracht tusschen de Reguliers- . gracht en Utrechtsche straat de volgende : , . - - , . _ _ , , .. -. n Schilderfen. De taxatie is van J. P. ZOMER en ANTHONY DE VOS. Deze stukken moeten verdeeld worden. , Op de Kamer solder. 2 portraicten, d'een van den Heer VOLCKERT OVERLANDER 't . ander van zyn Edts. Huysvrouw, gedaen door GOLTZIUS . f t5.- 2 ovale portretten, soo van Mr. VOLCKERT Soon van GREBBE (DE GREBBER) als van syn vrouw ........
    [Show full text]
  • The Rijksmuseum Bulletin
    the rijksmuseum bulletin 348 the rijks gerard termuseum borch repeats bulletin Gerard ter Borch Repeats On Autograph Portrait Copies in the Work of Ter Borch (1617-1681)* • gerbrand korevaar and gwen tauber • n 12 April 1701 a painting Detail of fig. 13 standard monograph on the artist, credited to Gerard ter Borch regards the majority of these works O 2 was sold at auction in the Heeren- as copies made by other artists. logement in Amsterdam. This was It has been argued more recently nothing out of the ordinary in itself, that among the copies, partial copies but the ensuing dispute tells us that the and free variants in Ter Borch’s current attribution was the subject of some oeuvre, there may be paintings made ‘discourse and wagers’. The collector by pupils as part of their training or and art dealer Jan Pietersz Zomer and as a product for the market.3 This the artist Jan van Hugtenburch were position is difficult to maintain when called on to judge whether this work there are a number of high-quality from the holdings of the Antwerp versions. In the immediate circle of collector Constantinus Francken had Ter Borch, who is not known for his been painted by Ter Borch or was a copy numerous pupils and followers, there by another artist. To reach a verdict, a were no artists who could equal the ‘similar work by said Ter Burgh’ was master’s standard.4 Caspar Netscher, brought to the sale room from another who was apprenticed to him in 1654, town for com parison.
    [Show full text]
  • UC Santa Barbara Dissertation Template
    UNIVERSITY OF CALIFORNIA Santa Barbara Public Displays of Affection: Negotiating Power and Identity in Ceremonial Receptions in Amsterdam, 1580–1660 A dissertation submitted in partial satisfaction of the requirements for the degree Doctor of Philosophy in History of Art and Architecture by Suzanne Decemvirale (née Suzanne van de Meerendonk) Committee in charge: Professor Ann Jensen Adams, Chair Professor Mark A. Meadow Professor Richard Wittman December 2018 The dissertation of Suzanne Decemvirale is approved. ____________________________________________ Richard Wittman ____________________________________________ Mark A. Meadow ____________________________________________ Ann Jensen Adams, Committee Chair December 2018 Public Displays of Affection: Negotiating Power and Identity in Ceremonial Receptions in Amsterdam, 1580–1660 Copyright © 2018 by Suzanne van de Meerendonk iii ACKNOWLEDGEMENTS The idea for this dissertation was first conceived during my time as an MA student at the University of Amsterdam in 2010. For key considerations in this project that are still evident in its final version, I am indebted to Eric Jan Sluijter and Jeroen Jansen. Since its conception this project has additionally benefited from the wisdom and mentorship of professors, colleagues, family and friends, as well as financial support provided by several institutions. For each of these contributions I am immensely grateful, as they allowed such incipient ideas to materialize in the manuscript before you today. My largest debt and greatest thanks is to my adviser Ann Jensen Adams, who was my first advocate at UCSB and a constant source of expertise and encouragement during the almost seven years that followed. I am also thankful to Mark Meadow and Richard Wittman for their thoughtful insights as members of my doctoral committee.
    [Show full text]
  • Caspar Barlaeus – the Wise Merchant
    Barlaeus CasparCaspar BarlaeusBarlaeus The Wise Merchant Edited by Anna-Luna Post Critical text and translation by Corinna Vermeulen The Wise Merchant Caspar Barlaeus The Wise Merchant Caspar Barlaeus The Wise Merchant Edited by Anna-Luna Post Critical text and translation by Corinna Vermeulen AUP Cover illustration: Maria van Oosterwijck, Vanitas Still Life (1668), KHM-Museumsverband Cover design: Coördesign, Leiden Lay-out: Crius Group, Hulshout isbn 978 94 6298 800 2 e-isbn 978 90 4854 002 0 (pdf) doi 10.5117/9789462988002 nur 685 Creative Commons License CC BY NC ND (http://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/3.0) All authors / Amsterdam University Press B.V., Amsterdam 2019 Some rights reserved. Without limiting the rights under copyright reserved above, any part of this book may be reproduced, stored in or introduced into a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means (electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise). Contents Acknowledgements 7 Introduction: wealth, knowledge and prestige 9 Principles of this edition and translation 57 Mercator sapiens: text and translation 61 Bibliography 127 Index 133 Acknowledgements This publication of Caspar Barlaeus’ celebrated oration would not have been possible without generous funding from three different organizations and the help of several individuals. We would like to thank Utrecht University for funding the translation of the text into English – a good example of this institution’s continued dedication to the internationalization of higher education. The Vossius Center for the History of the Humanities and Sciences and the Thijssen-Schoute Foundation have both contributed generously to this publication. The researchers of Utrecht University’s Department of Early Modern Dutch Literature discussed an early version of the intro- duction, and Frans Blom, Dirk van Miert and Arthur Weststeijn commented on later versions.
    [Show full text]
  • Bijlage 1 De Bewoners En Eigenaren Van Het Lange Voorhout Tussen 1650 En 1750 En Hun Zomerverblijven
    Bijlage 1 De bewoners en eigenaren van het Lange Voorhout tussen 1650 en 1750 en hun zomerverblijven 1650-1700 Zomerverblijf 1700-1750 Zomerverblijf LV1 1621-1645 E/B Jhr. Johan van Wassenaer, heer van A x A 1708-1763 E/B Arent baron van Wassenaer (1669- A x A Duivenvoorde, 't Woud, Starrenburg, Veur en Kasteel Duivenvoorde, 1721), raad in de Vroedschap Den Briel, lid Kasteel Duivenvoorde, Voorschoten (1576-kasteel Duivenvoorde 1645) Voorschoten Ridderschap Holland, president van de Rekenkamer Voorschoten hoogheemraad Rijnland, curator Leidse Hogeschool, (Top 250: Johan van der Grafelijksdomeinen, hoogheemraad van vanaf 1743 heeft Anna baljuw van Noordwijkerhout, Lisse, Hillegom x Maria Wassenaer net als zijn Schieland, ruwaard en baljuw van den land van Margaretha Bentinck van Voorst van Doorwerth (ca. 1574- DH 1610) 2e vader, Arent VII (1528- Putten Drost van de stad en baronie van Breda, Haagwijck in bezit, dan niet in huwelijk Clara de Hinojosa (–kasteel Duivenvoorde 1599) in de Ridderschap meesterknaap van Holland, baljuw van Hulst en gebruik als buitenplaats. 1631) Holland. Maria van Voerst Hulsterambacht, extra-ordinaris ambassadeur van van Doorwerth is ook Groot-Brittannië x Anna Margartha Bentinck (DH 1742 Anna M. wed. van opgegroeid aan het LV. 1683-DH 1763) Wassenaer, inkomen 30.000, Kasteel wordt door hem huurwaarde 2.000, koets 6 omgebouwd tot een sjiek paarden, 11 dienstboden, buiten. Bouwt in 1622 KN buiten, bij haar in woont heer 22) van Reede, graaf van Athlone inkomen 6.000 1645-1681 E/B Arent baron van Wassenaer (DH 1610- A x A DH 1681), heer van Duivenvoorde, Voorschoten, Veur, 't Kasteel Duivenvoorde; familie Bentinck: huis Woud, en Rosande, ritmeester en sergant-majoor, lid familie van Scherpenzeel: Schoonheten (Eusebius Ridderschap Holland, lid College Gecommitteerde Scherpenzeel (in de buurt Borchard Bentinck 1630), Huis Raden, hoogheemraad Rijnland, luitenant-houtvester van Renswoude) te Diepenheim (Bernard van Holland, grootzegelbewaarder van Holland x Anna 1674: Arent v an W.
    [Show full text]
  • Catalogus Van Het Amsterdamsch Museum Van Het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap in De Zalen Van Het Oude-Mannenhuis
    : . ' ^ ,i ;' *; >2 f-\ ,• mti MiS^j s .V 5 ; ' * YyY-v . X'{$ ' ' ' ' -. ' - . tó s . ' : *:: ; v 1 - ’ 1 1 1 * 1 vi^ftó I ' jp & ’’ '' :.“ ' ‘ •'-. '-, .'4, ' ,: -. ,/’•> '• ?.>. 5 ' «• -V,. •> . 'V Y'Y. ; • '/.y ."!., tw <? ;0 v':' YYY V > > ?£ ' ) ' ! ' '.; . 7 7 , \ : - "..- Y.Y' /,,•• ' 7 ' " ;f y . fs».,:. ^-Y • Y: .Y ;- :-: yy Y yy MAViiwÊÊmlÊU ” ‘ .''i’VM;'' r AvÉi^.ö^JTOi Y . • ;.: : • . ; 7777 y ; 'i Wn mt- -v 1 . -nW$wÊÊ:mewM ' ;r ; ' : S|V ; ;,v. : ' Y: : ', - v > vV-Y'r,- ; v ; ,Sy*>y77 ) t k 'V «ti/ !- m^-ÊÉÊÊÈ ' P % ‘ i CATALOGUS VAN HET AMSTERDAMSCH MUSEUM VAN HET KONINKLIJK OUDHEIDKUNDIG GENOOTSCHAP m DL 53 ALEN VAN HET OUDE-MANNENHUIS. AMSTERDA 1877. uotl xztnvt D O U 8 i. ~ di BIBüOTHix-.s HUKSMUSSü^ UOTl AMSTERDAM 'T2E Bij de sluiting der Historische Tentoonstelling van Amsterdam werd algemeen de wensch geuit, dat een Amsterdamsch Museum het schoone doel dier tentoonstelling: opwekking tot liefde voor Amsterdam en zijn roemrijk verleden , zou voortzetten. Bepaalde de wensch van het groote publiek zich voornamelijk tot het in stand blijven der 17e en 18e eeuwsche vertrekken, die de tentoonstelling tot sieraad hadden gestrekt, en waarvan men de wedergade in ons land tot dusver in geen enkele publieke verzameling aantreft, eenige leden van de tentoonstellingscommissie, tevens leden van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, meen- den dat deze wensch van het publiek moest worden uitgebreid tot en in verband worden gebracht met de opdracht door het Gemeentebestuur van Amsterdam aan het Oudheidkundig Genootschap bij missiven van 9 Februari en 12 Mei 1876 gedaan. In deze missiven werd de medewerking van het Oudheidkundig Genootschap ingeroepen tot het bewaren en in stand houden dier voorwerpen, die aan de stad Amsterdam behoorden en die »een meer nauwlettend toezicht” vereischten, dan hun tot dien tijd was gewijd.
    [Show full text]
  • Andries De Graeff
    Rhenen, 2-2-2010 Pieter C. Vis, 6132294 3e opdracht, cursus De Amsterdamse culturele elite Dr Madelon Simons, cursusjaar 2009-2010 Master Kunstgeschiedenis De Nieuwere tijd Universiteit van Amsterdam INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING .............................................................................................................................................3 2 WIE WAS ANDRIES DE GRAEFF ......................................................................................................4 2.1 Zijn loopbaan en leven ............................................................................................................4 2.2 Familierelaties (zie ook schema Bijlage C familierelaties) ...............................................6 3 DE POLITIEKE VERHOUDINGEN EN DE ROL VAN ANDRIES DE GRAEFF ................................8 3.1 Bestuur van Amsterdam ...........................................................................................................8 3.2 Politieke ontwikkelingen ..........................................................................................................9 4 ANDRIES DE GRAEFF ALS MECENAS ........................................................................................... 13 4.1 Portretten van Andries de Graeff ...................................................................................... 13 4.1.1 Andries de Graeff als Romeinse consul ........................................................................ 14 4.1.2 Geportretteerd door Govert Flinck ..............................................................................
    [Show full text]
  • Cornelis Jacobsz Drebbel, 1572-1634, Door Dr. Ha Naber
    CORNELIS JACOBSZ DREBBEL, 1572-1634, DOOR DR. H. A. NABER. ?LEEUWENHOEKsagte, er habe mehr als einmahl von seinem Vater gehoret, dasz er ein schlechtesLob von seinen eigenen Landesleutengehabt, und man ihn insgemeinnur den alcmarischen Prahlhans geheissen,weil er Dinge vor- gegeben und in die Welt geschrieben, die er niemals praistirethatte." Merkw. Beitr. zu dem Weltlaufe der Gelehrten. (Langensalza 1765). INLEIDING. iR es verdrieszt mich, den Unsinn weiter ab zu schreiben." Aldus ADELUNG in zijne "Geschichte der menschlichen Narr- leit?', Ao 1785, waar hij handeltl) over "DREBBEL, ein Charlatan" .n zijne geschriften. Die Charlatan was echter anderhalve eeuw voor SCHEELE en PRIESTLEY volkomen vertrouwd met de zuurstof, bereidde ze in kolossale2) hoeveelheden; tijdgenooten als PEIRESC en RUBENS werden geboeid door zijne fraaie vondsten; vorsten verzochten hem aan hun hof; CONSTANTIJN HUYGENS, 1) p. 125. Nog erger maakt het onze landgenoot J. B. MENKEN. 2) Zie bij subnautischeboot. 8) C. HUYGENSDe Vita Propria Lib. II, v. 214. - 196 stelde zijn vriendschap op den hoogsten prijs, bracht uren met hem door ; 1) vergeleek hem, al was het dan ook in dichtmaat, met ARCHIMEDES' en PYTHAGORAS. 2) In proza, met DAEDALUS. 3) Ephemere reputatie; wie rekent thans nog den "Alkmaarschen windmaker" P tot de merkwaardige Hollanders der ye eeuw? het Land van REMBRANDT kent hem niet; de hoogste wetenschappelijke autoriteit oordeelde "minder gunstig" over hem; en ofschoon het nte ver zou leiden" dat minder gunstig oordeel met bewijzen te staven", werd hij ??oneindig verre" 3) achtergesteld bij zijne tijdgenooten GALILEI en KEPLER; hij had "weinig echte natuurkennis", alleen een "mystisch - bespiegelende geest". Geen wonder dat het profanum vulgus DREBBEL bij Cagliostro en consorten indeelt als het zoo wordt ingelicht, N.
    [Show full text]
  • Soestdijk, Een Vorstelijk Decor
    Soestdijk, een vorstelijk decor Corjan van der Peet Paleis Soestdijk, in het landelijke Baarn, was gedurende vele nen en in cultuur gebracht en werden hier door de nieuwe rijken decennia van de 20e eeuw een van de iconen van het Nederland- van de jonge Republiek, vooral Amsterdammers, buitenplaatsen se staatsbestel. Het gebouw kreeg die rol omdat het de belang- gesticht. In de directe omgeving ontstonden zo onder meer Pij- rijkste residentie was van het koninklijk paar Juliana en Bern- nenburg, De Eult (tegenover Soestdijk, waar nu het Baarnse Bos hard -met hun opgroeiende vier kinderen. En dat juist in een tijd ligt) en Eikendaal. dat visuele media als bioscoopfilm en televisie het representatie- In het midden van de 17de eeuw verwierf ook de Amsterdamse ve gebouw bij een breed publiek konden introduceren. Dit 20e- burgemeester Cornelis de Graeff hier belangen om een bij zijn eeuwse ‘mediabeeld’ van het paleis bestaat uit een witte wereld maatschappelijke positie horende representatieve buitenplaats te die de meesten alleen als een decorgevel voor ontvangsten, ver- stichten. Zo kocht hij in 1738 gronden in ‘De Eult’. In die tijd jaardagsdefilés en dergelijke ervoeren. Hoe het complex nu wer- liet hij aan de Soestdijk ook een hofstede bouwen of kocht een kelijk is opgebouwd en hoe het interieur is vormgegeven was tot reeds kort bestaande. Behalve het hoofdgebouw kwamen op het 2006 voor het grote publiek onduidelijk. Ook was er nauwelijks al snel zo’n kleine 50 hectare grote terrein ook de noodzakelijke een idee van het karakter en de omvang van de om het huis gele- bijgebouwen.
    [Show full text]