"De splitsing tussen een Vlaamse en een Nederlandse Bij heb ik altijd verwarrend gevonden"

Beeldvorming van De Bezige Bij Antwerpen

Masterscriptie Boekwetenschap en handschriftenkunde Cultureel ondernemen in het boekenvak Universiteit van Amsterdam

Alice Wubbels 10642528

Begeleider Lisa Kuitert

Tweede lezer Jaap Boter

December 2014

1 Inhoudsopgave

0. Voorwoord en vraagstelling ...... 3 1. Inleiding ...... 5 1.1. Reputatie- en beeldvorming ...... 6 1.2. Handvaten bij het verwerven van een uitgeversreputatie ...... 9 1.3. De effecten van deze handvaten ...... 13 1.4. De Vlaamse literaire reputatie ...... 17 1.5. Onderzoeksvragen ...... 20 2. Het ontstaan van uitgeverij De Bezige Bij Antwerpen ...... 23 2.1. Meulenhoff|Manteau ...... 23 2.2. De Bezige Bij ...... 31 2.3. De Bezige Bij Antwerpen ...... 34 3. Het beeld van De Bezige Bij Antwerpen gezien vanuit De Bezige Bij Antwerpen ...... 38 3.1. Wat de uitgeverij wil uitstralen ...... 38 3.2. Wat de uitgeverij uitstraalt ...... 42 4. Het beeld van De Bezige Bij Antwerpen gezien vanuit de literatuurkritiek ...... 79 4.1. De algemene berichten en de literatuurkritiek ...... 79 4.2. Literaire prijzen ...... 91 4.3. Conclusie ...... 95 5. Het beeld van De Bezige Bij Antwerpen gezien vanuit de markt ...... 98 5.1. De verkoopcijfers ...... 99 5.2. De boekhandelaren ...... 109 6. Conclusie ...... 115 6.1. Beantwoording hoofdvraag ...... 115 6.2. Discussie ...... 118 6.3. Toekomstbeeld ...... 120 7. Bijlagen...... 123 Bijlage 1. Interview met Harold Polis ...... 123 Bijlage 2. Interview met Chris Boudewijns ...... 151 Bijlage 3. Overzicht van uitgevoerde fondsanalyse ...... 172 Bijlage 4. Interviews met boekhandelaren over De Bezige Bij Antwerpen ...... 173 8. Bibliografie ...... 186 Geraadpleegd archiefmateriaal ...... 186 Geraadpleegde literatuur ...... 186 Geraadpleegde websites ...... 188

2 0. Voorwoord en vraagstelling

Van januari tot juni 2014 liep ik een publiciteitsstage bij De Bezige Bij Antwerpen. Gedurende deze stage ben ik vaak gevraagd wat precies het verschil is tussen De Bezige Bij en De Bezige Bij Antwerpen en waarom ik ervoor koos een stage te lopen bij de Vlaamse verkoopafdeling van de Nederlandse uitgeverij. Hoewel ik goed wist dat De Bezige Bij Antwerpen niet slechts een doorgeefluik was van haar grote broer in Amsterdam, kwam ik erachter dat dit niet voor iedereen even duidelijk was. Na deze stage heb ik mij met veel plezier verdiept in de achtergrond van De Bezige Bij Antwerpen en ben ik zeer geïnteresseerd geraakt in de diverse uitgeverijen die ten grondslag lagen aan De Bezige Bij Antwerpen. Tevens gaf deze verdieping mij een duidelijk antwoord op waarom men mij tijdens mijn stage deze vragen stelde. Om aan te tonen hoe De Bezige Bij Antwerpen in elkaar steekt én waarom mijn Nederlandse vrienden de uitgeverij slechts een Vlaamse verkoopafdeling noemen, is deze masterscriptie geschreven. De scriptie heeft als doel de beeldvorming van De Bezige Bij Antwerpen te schetsen, een uitgeverij die in 2010 is ontstaan uit een samengaan van uitgeverijen Meulenhoff|Manteau en De Bezige Bij. Net na het schrijven van de laatste woorden voor deze scriptie, in het najaar van 2014, werd bekend gemaakt dat De Bezige Bij Antwerpen niet meer zelfstandig verder zal gaan. De uitgeverij wordt niet opgeheven, maar zal verder gaan onder de hoede van De Bezige Bij. Het nieuws raakte mij, omdat ik weet hoe hard mijn ex-collega's in Antwerpen getroffen werden. Zij hebben allen vol passie geprobeerd een Vlaamse literaire uitgeverij op te zetten, maar zitten momenteel in onzekerheid. Er zullen ontslagen vallen, auteurs zullen teleurgesteld worden of juist blij gemaakt en er zal een nieuwe constructie worden gezocht om De Bezige Bij Antwerpen door te laten gaan. Hoe dit zich verder zal ontwikkelen, moet in het nieuwe jaar blijken. Voor mijn onderzoek was dit niet per se een slecht teken, omdat de scriptie op deze manier een zo compleet mogelijk beeld kan schetsen van de uitgeverij. Hierbij gaat het niet enkel om het beeld dat de uitgeverij zelf wil uitstralen, maar ook hoe dit beeld overkomt op anderen. Welk beeld hebben critici van de uitgeverij? Bij het ontstaan van de uitgeverij werd gesteld dat de naam van De Bezige Bij de uitgeverij en de auteurs veel kansen biedt en ervoor zal zorgen dat de uitgeverij snel kan inspelen op de wensen van

3 boekhandels die geïnteresseerd zijn in het betere boek, en grote inkopers.1 De Bezige Bij Antwerpen is echter wel een aparte uitgeverij met een eigen fonds, dat voor het hele Nederlandstalige gebied vanuit Antwerpen wordt uitgegeven. Wel werken de uitgeverijen samen en hierdoor is het mogelijk dat de uitgeverij de reputatie van De Bezige Bij (gedeeltelijk) overneemt. De vraag is of dit het geval is; werd het imago van de uitgeverij al die tijd nog bepaald door dat van De Bezige Bij?

Mijn masterscriptie zal als volgt zijn opgebouwd. Reputatievorming is een belangrijk begrip binnen de theorie van dit onderzoek en daarom zal hoofdstuk 1 een theoretische inleiding geven over hoe een beeld rond een uitgeverij kan ontstaan. Hierbij zal ook het beeld van de Vlaamse boekenmarkt aan bod komen, omdat deze zich anders heeft ontwikkeld dan de Nederlandse. Dit heeft invloed gehad op de literatuur en hoe deze werken gezien worden en dat heeft mogelijk weer invloed op het beeld dat men heeft van de uitgeverij. In hoofdstuk 2 zal een algemeen beeld worden geschetst van het ontstaan van De Bezige Bij Antwerpen, met daarbij speciale aandacht voor De Bezige Bij en Meulenhoff|Manteau. Daarna zal hoofdstuk 3 een beschrijving geven van het beeld dat de uitgeverij zelf wil uitstralen, aan de hand van het onderzoek naar de fondscatalogi en de interviews. De beeldvorming door de literatuurkritiek zal worden besproken in hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 behandelt het beeld volgens de markt en de boekhandel. In het laatste hoofdstuk zal ik een conclusie geven en een toekomstbeeld schetsen.

Verantwoording omslagfoto De omslagfoto is gemaakt door Geert Snoeijer en toont uitgever Harold Polis en directeuruitgever Henk Pröpper voor de trap van uitgeverij De Bezige Bij. Op de trap staan Vlaamse auteurs en medewerkers van De Bezige Bij Antwerpen. De foto toont goed de ‘verwarring’ over De Bezige Bij en De Bezige Bij Antwerpen, doordat de foto in Amsterdam is genomen in het pand van De Bezige Bij, maar De Bezige Bij Antwerpen als onderwerp heeft. Tevens laat de foto Harold Polis als trotse uitgever zien, die met een grote glimlach zijn auteurs toont. Opvallend is dat niet alle auteurs uitgegeven worden door De Bezige Bij Antwerpen. Hierdoor wordt de verwarring des te groter.

1 M. Dessing 'Harold Polis, uitgever Meulenhoff/Manteau: 'We zetten De Bezige Bij Antwerpen voor de eeuwigheid neer', Boekblad, juli 2010.

4 1. Inleiding

Een beeld van een uitgeverij is niet iets dat 'zomaar' ontstaat. Als een uitgeverij wordt opgericht, is er niet direct een beeld of reputatie; de uitgeverij moet deze reputatie verwerven in het literaire veld. Al verscheidene literatuurwetenschappers hebben gekeken naar dit literaire veld, waarbij Pierre Bourdieu vooral een belangrijke rol heeft gespeeld. Het literaire veld kan worden omschreven als een subveld van het culturele veld. Het culturele veld is, zo definieerde Bourdieu, de ruimte van culturele posities die binnen een samenleving mogelijk zijn. Het is een verzamelbegrip voor alle instanties die zich bezighouden met de wording van een kunstwerk, zowel materieel als symbolisch. 2 Het literaire veld hierin gaat specifiek over het gebied van literatuur. Binnen dit literaire veld zijn verschillende instituties, die allemaal een rol spelen bij de totstandkoming van literatuur, zoals boekhandels, uitgeverijen, kritiek. De houding van deze instituties tegenover het literaire product bepaalt de waarde van dit product. Het is volgens Bourdieu niet zo dat de literaire werken of de kwaliteiten van een auteur op zichzelf een bepaalde waarde vertegenwoordigen, de verschillende instituties geven deze waarde aan de literatuur. Zij zorgen er dus samen voor dat literatuur gemaakt wordt. Dit wordt de institutionele benadering genoemd. Binnen deze productie van literatuur is een onderscheid te maken tussen de materiële en symbolische productie. Onder materiële productie wordt verstaan het vervaardigen van het fysieke product, terwijl symbolische productie gaat om het toekennen van eigenschappen en waarde aan het werk en daarmee het invloed uitoefenen op de receptie door het publiek. Dorleijn en Van Rees hebben in navolging van Bourdieus institutionele benadering een schema opgesteld met daarin de verschillende literaire instituties en de verdeling tussen materiële en symbolische productie.3 Zij stellen dat de uitgeverij, schrijvers en subsidieverstrekkers kunnen worden gezien als materiële producenten, terwijl symbolische producenten recensenten, onderwijzers en jury's zijn.4 Dorleijn en Van Rees gaan dus uit van het feit dat de uitgeverij enkel zorgt voor de feitelijke productie van literatuur, maar Kuitert stelt dat de uitgeverij niet slechts als materiële producent kan worden gezien. De

2 Een belangrijk onderzoek in dit verband is Bourdieu, P. 'The production of belief: contribution to an economy of symbolic goods' in Media, Culture and society, 1980, nummer 2, p. 261 - 293, 262. 3 G. J. Dorleijn en K. van Rees (red.), De productie van literatuur. Het literaire veld in Nederland 1800-2000, (Nijmegen: Uitgeverij Vantilt, 2006), 16. 4 Ibidem, 19.

5 literaire uitgeverij is, zo stelt Kuitert, veel meer dan een doorgeefluik: 'De literaire uitgeverij is [..] ook een smaakmaker, een stuurder, een setter van trends en stijlen waarmee ook waardeoordelen worden geïnsinueerd'.5 De literaire uitgeverij handelt dus niet alleen in papier, maar ook in status, in imago. De kwaliteit van het product is hierdoor verbonden met de kwaliteit van de materiële producent, in dit geval de uitgeverij. Het beeld van een uitgeverij is dus van belang bij de symbolische productie. Hierbij is sprake van een wisselwerking: de kwaliteit van de uitgeverij straalt af op de kwaliteit van de boeken, maar andersom wordt het beeld van de uitgeverij voor een groot deel gevormd door de auteurs en de boeken in haar fonds. Het beeld van de uitgeverij wordt dus niet alleen bepaald door de symbolische productie, maar ook door het fysiek produceren van een boek. Een uitgever bouwt op deze manier twee soorten kapitaal op: materieel kapitaal en symbolisch kapitaal. Voor een uitgeverij is het van belang winst te maken en daardoor het voortbestaan van het bedrijf te kunnen garanderen, maar minstens zo belangrijk is het symbolisch kapitaal en de symbolische winst van een uitgeverij. Een uitgeverij bouwt door middel van zowel materieel als symbolisch kapitaal een imago op. Het materieel kapitaal wordt op langere termijn omgezet in symbolisch kapitaal en het symbolisch kapitaal wordt omgezet in materieel kapitaal.6 Wil een uitgeverij boeken kunnen uitgeven, dan moet het een legitieme reputatie hebben opgebouwd. Een uitgever moet dus als het ware in staat worden geacht waarde toe te kennen aan een werk. Een uitgeverij moet daarom eerst zelf een reputatie opbouwen, wil het symbolische productie en symbolisch kapitaal genereren. Maar hoe doet de uitgeverij dit? Hoe wordt deze reputatie precies gevormd?

1.1. Reputatie- en beeldvorming Voor we kunnen bekijken hoe een reputatie wordt opgebouwd, moet worden bepaald wat een reputatie precies is. Reputatie is een begrip waar veel over wordt gesproken, maar dat op zichzelf weinig aandacht heeft gekregen in onderzoeken. Dit komt doordat het een ongrijpbaar begrip lijkt te zijn.7 John Rodden is een van de onderzoekers die wel aandacht heeft besteed aan het begrip reputatie. In zijn onderzoek naar de reputatie van

5 L. Kuitert, 'De uitgeverij en de symbolische productie van literatuur: een historische schets 1800 - 2008', in Stilet: Tydskrif van die Afrikaanse Letterkundevereniging, vol 20, Issue 2, September 2008, 68. 6 Bourdieu, 1980, 282. 7 J. Rodden, The politics of literary reputation. The making and claiming of 'St. George' Orwell. (New Jersey: Transaction Publishers, 2001), 54.

6 George Orwell ziet hij reputatie als een literair en sociaal verschijnsel. Hij zoekt uit hoe een reputatie gemaakt wordt, maar geeft ook een goed beeld van wat reputatie precies is. Volgens Rodden is dit 'The estimation in which a person or thing is commonly held. Commonly here indicates that the concept refers to an intersubjective public domain'.8 Een publieke reputatie is op deze manier dus een mening over bijvoorbeeld een auteur die verder gaat dan zijn vaste kring van mensen; het is een mening die wordt gedeeld door invloedrijke groepen binnen de gemeenschap. Hierdoor kan een publieke reputatie anders zijn dan een individuele reputatie. Reputatie is, zo stelt Rodden, metareceptie.9 Een auteur of werk wordt op een bepaalde manier ontvangen en reputatie is de selectie, codificatie en karakterisering van deze receptie. Maar niet alle receptie is even belangrijk bij het maken van een reputatie; sommige uitspraken, momenten en soorten publiek zijn invloedrijker dan andere.10 Een reputatie wordt verkregen door iemands persoonlijkheid, iemands kracht, iemands rijkdom enzovoort, maar dit kan enkel doordat anderen deze persoonlijkheid, kracht of rijkdom erkennen. Een reputatie kan dus ook worden verloren wanneer er geen erkenning meer is. Rodden concludeert hiermee dan ook dat niet de persoon of het werk zelf voor de reputatie zorgt, maar dat anderen deze reputatie maken.11 Naast een reputatie is er ook het beeld van een auteur, boek of bedrijf. Een beeld of imago van iets of iemand hangt samen met een reputatie, maar is niet identiek.12 Ze zijn verbonden door middel van taaluitingen. Rodden geeft hierbij als voorbeeld dat iemand een reputatie van integriteit of van stelen kan hebben. Het beeld dat hierbij hoort is het archetype van de reputatie, de persoon is als het ware de belichaming van de reputatie. Een beeld of imago kan dus worden gezien als een visuele reputatie. Reputatievorming en beeldvorming gaan hiermee hand in hand, maar zijn niet gelijk aan elkaar.

Een reputatie kan op verschillende manieren worden gevormd. Het zelfbeeld van een auteur kan hier invloed op hebben. Dit is volgens Rodden een van de bouwstenen is bij het maken van een auteursreputatie. 13 Andere bouwstenen zijn bepaalde

8 Ibidem, 54 9 Ibidem, 68 10 Ibidem, 68 11 Ibidem, 55. 12 Ibidem, 72. 13 Ibidem, 54.

7 richtinggevende gebeurtenissen en de maatschappij waarin de auteur leeft. In zijn onderzoek naar de reputatievorming van Hella Haasse gaat Frank De Glas door op deze bouwstenen en hij toont aan dat ook de uitgeverij van invloed is bij de reputatievorming van een auteur.14 Tevens geeft ook hij aan dat zelfbeelden en publieke beelden elkaar beïnvloeden. Bij een uitgeverij is dit ook het geval: zowel het zelfbeeld van de uitgeverij, als het beeld dat het publiek heeft van de uitgeverij, bepalen samen de reputatie van het bedrijf. De bouwstenen die Rodden en De Glas geven zijn voornamelijk gericht op de auteursreputatie, maar deze bouwstenen kunnen ook worden toegepast op de reputatieverwerving van een uitgeverij. De reputatie van een uitgeverij kan namelijk ook worden beïnvloed door het exploitatiebeleid of het oeuvre van een auteur en deze reputatie kan net als de auteursreputatie worden verkregen door zaken als de kracht of rijkom van de uitgeverij. De persoonlijkheid van een uitgever kan afstralen op het beleid van de uitgeverij en zowel de maatschappij waarin wordt uitgegeven als het fonds hebben een grote invloed op hoe de uitgeverij wordt neergezet. Net als de reputatie van een auteur kan deze reputatie echter alleen worden verkregen door de erkenning van anderen. In het geval uitgeverijen zal deze erkenning onder andere van de media komen. Naast de onderzoeken van Rodden en De Glas zijn er ook verscheidene studies geweest naar het literaire veld die in beeld gebracht hebben hoe deze reputatie van een uitgeverij vorm gegeven wordt en welke invloed de uitgeverij hier op heeft. Aan de hand van deze onderzoeken is hieronder een inventarisatie gemaakt van enkele relevante handvaten voor een uitgeverij om een reputatie te verwerven.15

14 De Glas, 2003, 120. 15 Hierbij zullen de volgende onderzoeken aan bod komen: L.A. Coser, 'Publishers as gatekeepers of ideas', in Annals of the American academy of political and social science 421, 1975; F. de Glas, 'Het uitgeverijfonds als voorwerp van studie binnen een "institutionele" literatuursociologische benadering', in TTT, Vol 6, Issue 3, 1986; F. De Glas, Nieuwe lezers voor het goede boek. De Wereldbibliotheek en 'Ontwikkeling'/De Arbeiderspers vóór 1940. (Amsterdam: Wereldbibliotheek, 1989); F. de Glas, 'De materiële en symbolische productie van het werk van moderne literaire auteurs. Bouwstenen voor de reputatie van de jonge Hella Haasse' in Jaarboek voor de Nederlandse boekgeschiedenis, nr. 10, 2003; G. Genette Paratexts. Thresholds of interpretation. (Cambridge: Cambridge University Press, 1997); H. Helming,, De beste uitgever sinds Geert: beeldvorming, imago en succes van De Bezige Bij. (Amsterdam: universiteit van Amsterdam, 2010); L. Kuitert, 'De uitgeverij en de symbolische productie van literatuur: een historische schets 1800 - 2008', in Stilet: Tydskrif van die Afrikaanse Letterkundevereniging, vol 20, Issue 2, September 2008.

8 1.2. Handvaten bij het verwerven van een uitgeversreputatie 1.2.1. Fondsvorming De uitgeverij kiest ervoor bepaalde boeken uit te geven en andere boeken te laten liggen. Op deze manier laat de uitgeverij zien welke werken zij van een hoge kwaliteit beschouwt en welke boeken zij goed genoeg vindt om uit te geven. Omdat de kwaliteit van het werk en de auteur terugstraalt op de uitgeverij, is het daarom van groot belang dat de werken ook daadwerkelijk van goede kwaliteit zijn. Een eerste selectie hiervoor wordt al gemaakt bij de poort, waar de uitgeverij manuscripten selecteert. Een uitgeverij komt op verschillende manieren aan nieuwe manuscripten: via agenten krijgen ze nieuwe werken binnen, maar ook de auteurs leveren nieuwe manuscripten op. Daarnaast ontvangt de uitgeverij nieuwe werken via de post: aspirant-auteurs sturen hun manuscript op in de hoop dat de uitgeverij de schrijver toegang geeft tot de literaire markt. Niet alleen nieuwe auteurs, maar ook de 'huisauteurs' en literatuur vanuit binnen en buitenland moet door de uitgeverij worden uitgekozen. Uitgeverijen moeten uit dit omvangrijke aanbod van manuscripten een keuze maken en dit wordt de gatekeeperrol genoemd.16

Als zo'n manuscript geselecteerd wordt, laat de uitgeverij daarmee zien dat het past bij de uitgeverij, dat het overeenkomsten heeft met het fonds van de uitgeverij. Het fonds van een uitgeverij is de complete lijst met auteurs en werken die worden uitgegeven door de uitgeverij. Een uitgeverij laat door middel van haar fonds zien welke boeken bij de identiteit, en daarmee bij de kwaliteit van de uitgeverij past. Door middel van het fonds kan de uitgeverij dus uitstralen wie ze is en waar ze voor staat, en daarom moet het fonds herkenbaar zijn.17 Een herkenbare en samenhangende fondslijst laat namelijk goed zien met wat voor soort uitgeverij je te maken hebt. Dit heeft als voordeel dat debutanten de uitgeverij eerder weten te vinden en dit levert een concurrentiepositie op ten opzichte van andere uitgeverijen.18 Om te kunnen analyseren wat het beeld is dat de uitgeverij wil uitstralen, moet dus het fonds worden onderzocht, omdat het fonds symbolisch kapitaal opbouwt. Bij de fondsvorming spelen echter ook economische factoren een rol. Omdat een uitgeverij zonder economische winst niet kan voortbestaan, moet er een afweging gemaakt

16 L.A. Coser, 'Publishers as gatekeepers of ideas', in Annals of the American academy of political and social science 421, 1975, 14 - 22. 17 F. De Glas, 1989, 45. 18 Ibidem.

9 worden hoe het fonds op beide vlakken zo goed mogelijk kan worden ingedeeld. Frank de Glas heeft in zijn onderzoek naar het uitgeverijfonds gelet op zowel het symbolisch kapitaal als de economische factoren. In zijn proefschrift 'Nieuwe lezers voor het goede boek' analyseerde hij de fondsen van De Wereldbibliotheek en De Arbeiderspers van voor 1940, een periode waarin de overheid nauwelijks een cultuurspreidend kunstbeleid voerde. De hier onderzochte uitgeverijen waren in de onderzochte periode twee bedrijven die het boek een bredere verspreiding gaven. 19 In zowel zijn proefschrift als in een artikel dat hij drie jaar eerder uitbracht, gaat De Glas in op het symbolische en economische kapitaal. Hij stelt hierbij dat een uitgeverij naast haar symbolisch kapitaal ook moet letten op de 'economische rentabiliteit en de continuïteit in het eigen bedrijf op langere termijn'.20 Bij het onderzoek naar het fonds van een uitgeverij zijn daarom boeksoort en auteursoeuvre belangrijke factoren, omdat deze voor economische rentabiliteit en continuïteit kunnen zorgen.21 Deze factoren zullen daarom worden meegenomen in het hier uit te voeren onderzoek naar het fonds van De Bezige Bij Antwerpen. De Glas geeft aan dat wanneer naar deze twee factoren gekeken wordt, het opvalt dat bepaalde soorten qua aantal domineren en dat bepaalde typen titels met grotere of minder grote continuïteit in het fonds voorkomen. In zijn onderzoek gaat hij daarom uit van de factoren boeksoort, waarbij een onderscheid is in genre en in taal, en auteursoeuvre, waarbij het gaat om de verschillen in grote en kleine oeuvres van beginnende en gevestigde auteurs en of de auteur enkel bij deze uitgeverij uitgeeft. Aan de hand van deze twee factoren kan worden gekeken of er sprake is van een dominantie in het fonds, dus dat bepaalde auteurs en boeken een relatief groot aandeel hebben in het fonds, en of er sprake is van een continuïteit, of duurzaamheid van het fonds.22 Onder continuïteit verstaat men in hoeverre auteurs en soorten uitgaven voor langere tijd in het fonds van een uitgeverij blijven.23 De Glas geeft in zijn onderzoek aan dat zowel dominantie als continuïteit erg belangrijk zijn voor een fonds, omdat dit ervoor zorgt dat een uitgeverij verkoopt en dus gezond blijft. De Glas heeft dit echter onderzocht voor twee specifieke uitgeverijen in de periode voor 1940. Het zou wellicht interessant zijn te kijken of dominantie en continuïteit vandaag de dag nog steeds een belangrijke rol spelen binnen een fonds en binnen andere fondsen dan die van de door

19 Ibidem, 14. 20 F. de Glas, 1986, 246. 21 Ibidem, 246. 22 Ibidem, 247. 23 Ibidem, 248.

10 De Glas onderzochte uitgeverijen. Daarom zal in het onderzoek naar het fonds naar de Bezige Bij Antwerpen De Glas' werkwijze gevolgd worden en zal de dominantie en continuïteit binnen het fonds worden geanalyseerd.

Om de dominantie en continuïteit binnen een uitgeverijfonds te kunnen analyseren, moet dus worden gelet op de boeken en auteurs die de uitgeverij uitgeeft. Het gaat hierbij niet alleen om nieuwe titels en auteurs, ook de opnieuw geëxploiteerde boeken spelen een rol. Na een eerste druk volgen vaak meerdere drukken en hoe deze heruitgaven verschijnen kan van invloed zijn op hoe men een auteur, zijn oeuvre en zijn uitgeverij ziet. Als van een auteur een pockettitel verschijnt, zegt dit iets over de bekendheid van de auteur. Ook wordt de titel op deze manier in de verkoop gehouden. De prijs en de vorm van het werk heeft echter wel invloed op de reputatie van de auteur en de uitgeverij; als het werk goedkoop wordt aangeprezen, kan men een ander beeld krijgen dan wanneer het boek juist in een luxe editie verschijnt. De prijs, plaats, vorm, distributie en ontvangst van een bepaald werk horen dus bij de literaire betekenis ervan. De Glas heeft in dit verband onderzoek gedaan naar het oeuvre van Hella S. Haasse en hoe uitgeverij Querido daarmee omgegaan is in de loop der jaren.24 Hij heeft hierbij geanalyseerd hoe Haasses oeuvre opgebouwd werd: vanaf 1945 bouwde ze geleidelijk aan een oeuvre op, dat eerst op weinig belangstelling kon rekenen. Vanaf 1958 namen de heruitgaven van haar werk toe en won ze verschillende prijzen. In de media komt er steeds meer aandacht voor haar werk en voor de auteur zelf en in de jaren zeventig en tachtig neemt de erkenning voor haar werk toe. In de jaren negentig besluit de uitgeverij mooie edities van Haasses werk uit te brengen.25 De Glas laat door middel van Haasses ontwikkelingen zien dat er verschillende fasen zijn in de relatie tussen uitgever en auteur, waarbij de band steeds hechter wordt. Er wordt bij de herdrukken bijvoorbeeld goed gekeken welke boeken voor herdruk in aanmerking komen en ook wordt gekeken of haar debuut wel als debuut gezien moet worden: de uitgever retoucheert het oeuvre, omdat dit invloed heeft op de reputatie van de auteur. Met dit onderzoek laat De Glas duidelijk zien dat er een verband bestaat tussen het exploitatiebeleid van uitgevers en de vorming van auteursreputaties.26 De Glas concludeert hierbij dat prijs, plaats, vorm, distributie en ontvangst van een boek duidelijk verbonden zijn met de symbolische

24 F. de Glas, 2003, 104. 25 Ibidem, 103 - 120. 26 Ibidem, 104.

11 productie van het werk en daarmee de reputatie van de auteur.27 Hoe een boek wordt geëxploiteerd heeft echter ook invloed op de reputatie van de uitgeverij, omdat de uitgeverij in verband gebracht wordt met de auteur. Het is voor de uitgeverij daarom van belang hoe de auteur in de markt gezet wordt. De Glas toont dit aan bij Hella Haasse en uitgeverij Querido, maar is dit ook bij andere uitgeverijen het geval? Voor het onderzoek naar het beeld van De Bezige Bij Antwerpen zal daarom op eenzelfde manier als De Glas worden gekeken naar de presentatie van auteurs en hun werk en of dit verandert in de loop der jaren, omdat het beeld van de auteur voor een deel ook het beeld van de uitgeverij bepaalt.

Om een fonds te kunnen onderzoeken moet dus worden gekeken naar alle uitgaven van de uitgeverij, maar waar is deze informatie te vinden? Zowel Brinkmans Cumulatieve Catalogus van Boeken als de Nederlandse Bibliografie van de Koninklijke Bibliotheek geven informatie over welke boeken een uitgeverij heeft uitgegeven. In deze catalogi zijn de titelbeschrijvingen te vinden van werken in Nederland en Vlaanderen uitgegeven en Nederlandstalige werken uitgegeven in het buitenland. Uitgeverijen zijn niet verplicht hun publicaties in te leveren bij het Depot van Nederlandse Publicaties, maar doen dit wel regelmatig. Daarmee bevatten de catalogi een bijna compleet beeld van alle titels die zijn uitgegeven van een bepaalde uitgeverij.28 Er kan echter ook gebruik worden gemaakt van aanbiedingsbrochures bij de analyse van een fonds. In zo'n brochure laat de uitgeverij niet zozeer feitelijk zien welke auteurs en welke boeken uitgegeven zullen worden, maar wel welke zij graag uit wil geven. De brochure verschijnt gewoonlijk drie keer per jaar, in het voorjaar, de zomer en het najaar. Hoewel deze folder geen honderd procent garantie geeft dat de boeken ook daadwerkelijk zijn uitgegeven, geeft het wel aan wat de uitgeverij graag zou willen uitgeven. Door de promotieteksten die bij deze boeken geschreven zijn, geeft de brochure daarnaast een beeld welke boeken en auteurs de uitgeverij zelf belangrijk of minder belangrijk vindt. Hierdoor geeft de prospectus meer informatie over de titels dan Brinkmanscatalogus of de Nederlandse Bibliografie. De Glas hanteert drie hoofdonderscheidingen voor de analyse van zo'n aanbiedingsbrochure, namelijk fictie/non-fictie, oorspronkelijk Nederlands/vertaald en levende/overleden auteurs, waarbij hij diagrammen heeft opgesteld waarin de

27 Ibidem. 28 De Nederlandse Bibliografie, Koninklijke Bibliotheek Den Haag. Raadpleegbaar via: http://www.kb.nl/voor-uitgevers/informatie-over-de-nederlandse-bibliografie/brinkmans-cumulatieve- catalogus-van-boeken-1858-2001.

12 verschuivingen in de fondsen naar titelaantallen en boeksoorten schematisch kunnen worden weergegeven.29 Door op deze manier de brochures te analyseren, liet De Glas zien hoeveel titels en welke boeksoorten de uitgeverijen uitgaven. Deze analyse zou ook bij andere fondsen kunnen worden toegepast.

1.2.2. Paratekst Zo'n aanbiedingsbrochure vertelt echter meer dan enkel welke titels en welke auteurs de uitgeverij uitgeeft en welke de uitgeverij dus vindt passen bij haar identiteit. De brochure laat ook zien hoe de werken eruit komen te zien en welke auteurs het zijn. Hoe deze boeken 'in de markt gezet worden' toont welke waarde de uitgeverij aan een boek geeft. Omdat de kwaliteit van het werk terugstraalt op de uitgeverij, zet de uitgeverij hiermee ook zichzelf in de markt. Het in de markt zetten van de uitgaven is hierdoor ook een manier om een uitgeversreputatie op te bouwen. De uitgeverij communiceert de waarde van het boek op verschillende manieren: door een paperback te maken, krijgt het boek een andere status dan een gebonden versie, en ook de omslag, typografie, achterflap en keuze voor een titel is onderdeel van de symbolische productie van de uitgeverij. Gerard Genette noemt in dit verband de term 'paratekst', wat kan worden gezien als alle onderdelen die te samen een tekst tot een boek maken.30 Het zijn de factoren die van invloed kunnen zijn op de interpretatie van de feitelijke tekst en kan daarmee bestaan uit woorden, maar ook uit illustraties, materiaal of feiten.31 Genette maakt binnen paratekst een onderscheid in verschillende vormen van paratekst, waarbij epitext en peritext de belangrijkste onderdelen zijn. Epitext is volgens Genette alles dat volgt op het verschijnen van een publicatie, dus een interview met de auteur of een bespreking van het werk in een krant of tijdschrift. Onder peritext verstaat Genette alles dat dicht bij de tekst staat, dus niet de tekst zelf, maar wel de hoofdstuktitels en voetnoten.32 Er zijn ook peritextelementen die tot de verantwoordelijkheid van de uitgeverij behoren, namelijk de typografie, de omslag, de titelpagina, het formaat enzovoort.33 Deze paratekst is van belang bij de symbolische productie van een boek, maar is ook interessant voor de analyse van aanbiedingsbrochures. Hiervoor noemt Genette het

29 De Glas, 1986, 250 30 Genette, 1997, 6. 31 Ibidem. 32 Ibidem, 5. 33 Ibidem, 16.

13 begrip 'prior paratekst': alles wat voorafgaand aan de publicatie verschijnt.34 Een vorm van prior paratekst is in dit geval de prospectus van de uitgeverij, waarin het werk wordt aangeprezen. Zo'n aanbiedingscatalogus bevat alle informatie over het boek en is bedoeld ter informatie van de pers en ter overtuiging van de boekhandelaar voor de inkoop.35 Het is dus van belang dat de kwaliteit van het boek doorkomt via de prospectus, omdat dit een visitekaartje is van de uitgeverij. De catalogus laat zien welke boeken en auteurs in het fonds van de uitgeverij horen en welke dus de identiteit van de uitgeverij dienen uit te stralen. Een andere vorm van paratekst is de website van de uitgeverij, waarop de uitgeverij als 'prior paratekst' het boek kan aanbevelen. Ook na de verschijning kan de uitgeverij hier haar boeken en auteurs tonen en daarmee de kwaliteit en identiteit van de uitgeverij. Om dit goed over te laten komen, is het van belang dat de uitgevers behalve informatie ook hun zogenaamde 'nestgeur' verspreiden.36 Dit kan door bepaalde foto's van de auteurs te tonen, of door citaten van gerenommeerde media te tonen in de brochure of op de website. Naast deze foto's en citaten zijn bij de brochure ook het aantal pagina's dat aan een titel wordt besteed en de volgorde waarin de titels gepresenteerd worden vormen van paratekst. Het toont op deze manier welke titels de uitgeverij belangrijker vindt en welke titels duidelijker de identiteit van de uitgeverij uitstralen. Helming heeft Genettes theorie over paratekst toegepast in haar onderzoek naar De Bezige Bij.37 In dit onderzoek heeft ze de beeldvorming van de uitgeverij onderzocht gedurende twee tijdperken: de jaren waarin Albert Voster directeur was versus de periode dat Robbert Ammerlaan aan het roer stond. Hierbij heeft ze gelet op onder andere de persoonlijkheid en de uitgeefbeslissingen van beide directeuren. Hiervoor heeft zij voor beide perioden de aanbiedingsprospectussen geanalyseerd, onder andere aan de hand van de paratekst.38 Uit het onderzoek kon Helming onder andere concluderen dat de publiciteit van De Bezige Bij professioneler is geworden en dat er vanaf het najaar van 1999 meer aandacht is besteed aan de vormgeving van de prospectussen. Tevens had de uitgeverij een strikt literair imago, maar door de oprichting van het imprint Cargo kon de uitgeverij toch goedverkopende fictie uitgeven,

34 Ibidem, 5 35 Helming, 2010, 9. 36 Kuitert, 2008, 81. 37 Helming, 2010, 1 - 112. 38 Ibidem, 4.

14 zonder het culturele succes in de weg te zitten.39 Helming heeft op deze manier veel informatie vergaard over het beeld dat de uitgeverij wil uitstralen. Op eenzelfde manier kan worden gekeken naar het beeld van haar zusteruitgeverij De Bezige Bij Antwerpen. Hoewel Helming voornamelijk de link legt tussen het beeld van de uitgeverij en haar directeuren, kan bij het onderzoek naar De Bezige Bij Antwerpen wel degelijk een vergelijking worden getrokken tussen de uitgeversreputatie van Antwerpen en reputatie van Amsterdam.

1.3. De effecten van deze handvaten Hierboven is aangegeven hoe een uitgeverij op basis van haar fonds en paratekst in de prospectus een reputatie kan verwerven en hoe zij daar zelf invloed op heeft. De beeldvorming van een boek en daarmee van de uitgeverij stopt echter niet wanneer de titel verschenen is. De uitgeverij kan haar fonds vormen en op een bepaalde manier in de markt zetten, maar de receptie van het boek is ook een belangrijk onderdeel van de beeldvorming.40 Deze receptie bepaalt het beeld van de lezer en komt onder andere tot stand door critici, de media en het onderwijs. Uitgeverijen kunnen op verschillende manieren invloed uitoefenen op de receptie van haar uitgegeven werken. Een van deze manieren is de NUR-code, een code die wordt toegekend door elke uitgever aan vrijwel al zijn Nederlandstalige publicaties.41 Elke soort publicatie wordt geclassificeerd en krijgt een bepaalde code, waardoor bijvoorbeeld boekhandels en bibliotheken kunnen zien wat voor soort boek het is. Zo heeft literaire fictie de code 300 en literaire non-fictie 330. In deze code zijn dan weer subrubrieken te onderscheiden waarbij 301 staat voor een literaire roman en 323 voor literaire essays.42 Klanten van boekhandels zullen niet naar NUR-codes kijken, maar voor de boekhandel is het een goede aanwijzing om wat voor soort boek het gaat en in welke kast bij welk genre het boek gezet moet worden. En aangezien de gemiddelde lezer wel kijkt naar het genre van een boek, kan de code wel degelijk het beeld sturen dat het publiek heeft van het boek.43 Door het boek dus een bepaalde code mee te geven, geeft de uitgeverij een eerste signaal af voor de receptie van het boek en de auteur. Andere middelen waarmee de uitgeverij invloed uit kan

39 Ibidem, 103. 40 Ibidem, 10. 41 Kuitert, 2008, 15. 42 G.J. van Bork, D. Delabastita e.a. 'NUR' in Algemeen Letterkundig Lexicon, (DBNL, 2012-2014). Raadpleegbaar via: http://www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_01441.php. 43 Kuitert p. 15.

15 oefenen op de receptie van haar uitgegeven werken zijn de eerder genoemde prospectussen, het plaatsen van advertenties, het begeleiden van auteurs bij promotieactiviteiten, en het stimuleren van de canonisering.44 De advertenties en de begeleiding bij promotieactiviteiten wordt voor een groot deel in gang gezet door de publiciteitsafdeling van de uitgeverij. Zij zetten het boek in de markt en regelen interviews, boekpresentaties en alle andere activiteiten om het boek te promoten.45 Tevens sturen zij onbetaald recensie-exemplaren naar de pers, zodat de werken beoordeeld en besproken kunnen worden. Op deze manier worden de boeken opgepikt door de media en worden ze bekend bij het publiek. Door deze werkzaamheden van de publiciteitsafdeling kan een uitgeverij er dus voor zorgen dat de media en het publiek een bepaald beeld krijgen van de uitgeverij. De uitgeverij kan dus de receptie van een uitgave, een auteur en daarmee ook van zichzelf sturen, maar welk beeld en het publiek precies zal vormen kan de uitgeverij niet beïnvloeden. Critici kunnen in bepaalde richtingen gestuurd worden, boekhandels kunnen worden overgehaald en het onderwijs kan een kant op geduwd worden door bepaalde heruitgaven voor het onderwijs uit te brengen, maar de uitgeverij kan ze niet dwingen een bepaald beeld te vormen. Uiteindelijk bepalen de recensenten en critici zelf wat zij ervan vinden. In hoeverre zij dit volledig zelf bepalen, daar is echter geen consensus over. Er zijn onderzoeken gedaan naar de orkestratie en consensusvorming tussen critici, waaruit blijkt dat meningen over kunst op elkaar afgestemd worden. Zo heeft Bourdieu gewezen op het feit dat er bij de beoordeling van kunstwerken beoordelaars overeenkomstig gedrag vertonen en Van Rees heeft dit gepreciseerd bij zijn onderzoek naar de receptie van het werk van Hans Favery. In zijn onderzoek concludeert Van Rees dat de critici met de bespreking van Chrysanten, roeiers hun mening afstemmen op elkaar door dezelfde uitspraken van Favery te gebruiken en dezelfde positieve waardering te uiten.46 Hieruit blijkt dat critici en recensenten bepalen welke mening er bestaat over een auteur, uitgeverij of titel, maar dat zij dit wel op elkaars mening aan kunnen passen. Feit blijft echter dat uitgeverijen wel sturing kunnen geven, maar het publieke beeld niet volledig zelf kunnen bepalen. In welk medium de auteur en zijn boek wordt besproken, heeft namelijk invloed op dit beeld. De

44 F. De Glas 'Hebben uitgeverijen invloed op de literaire canon?' in: Spiegel der letteren 34 (1992), 191. 45 Kuitert, 2008, 82. 46 C.J. van Rees, 'Consensusvorming in de literatuurkritiek', in H. Verdaasdonk, De regels van de Smaak (Amsterdam: Joost Nijsen, 1985), 78.

16 uitgeverij kan de receptie van het werk sturen door bijvoorbeeld enkel de 'hoge' media aan te spreken, maar dit kan niet altijd voorkomen dat het boek in andere kranten, tijdschriften of tv-programma's besproken gaat worden. Hierdoor kan het dus wel proberen het beeld te beïnvloeden, maar hebben recensenten en critici het laatste woord. Het kan daarom interessant zijn onderzoek te doen naar hoe recensenten en critici spreken over een uitgeverij, auteur of boek en hoe zij daarmee de reputatie van de uitgeverij aanpassen. Tevens hebben de auteurs en specifieke titels invloed op het imago van de uitgeverij, waar de uitgeverij behalve het niet uitgeven van de auteur, niet veel aan kan doen. Zo stelde De Glas vast dat Hella S. Haasse kon worden gezien als een 'verantwoordelijke jongere' en dat dit effect had op het imago van haar uitgeverij Querido.47 En uit onderzoek van Ton Anbeek bleek dat bij de overstap van Leon de Winter naar uitgeverij De Bezige Bij het commerciële en hippe imago van de uitgeverij terug te zien was in het gedrag en schrijven van de auteur. 48 Deze onderzoeken wekken de indruk dat zowel auteurs als specifieke titels invloed kunnen hebben op het imago van de uitgeverij en vice versa. De uitgever zou kunnen besluiten de auteurs of titels niet uit te geven of bij positieve effecten het imago juist benadrukken, maar verder heeft de uitgever weinig opties om hier iets aan te doen. De vraag is bij deze genoemde onderzoeken echter wel of de uitkomsten slechts toevalstreffers waren. Hebben meerdere auteurs en titels effect gehad op het imago van de uitgeverij? En is dit enkel bij Querido en De Bezige Bij het geval geweest, of is deze invloed bij een andere uitgeverij ook terug te vinden?

1.4. De Vlaamse literaire reputatie Zoals in het voorwoord reeds is aangestipt, zijn de Vlaamse en de Nederlandse literaire markt niet als een en dezelfde markt te beschouwen. Dit komt doordat de Vlaamse boekenmarkt een andere ontwikkeling heeft doorgemaakt dan de Nederlandse. Anders dan in Nederland, waren er in Vlaanderen rond 1900 namelijk nog nauwelijks goede uitgeverijen die Nederlandse boeken uitgaven.49 Tijdens de Belgische onafhankelijkheid

47 De Glas, 2003, 104 48 T. Anbeek, 'De verwording van een reputatie. Leon de Winter en de literaire kritiek', in Literatuur, jaargang 9, september-oktober 1992, 258-264. 49 L. Simons, Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen. Volume 2. (Tielt: Lannoo Uitgeverij, 1987).

17 was het Frans namelijk de toonaangevende taal in de Zuidelijke Nederlanden.50 Deze taal had een internationale uitstraling en werd gebruikt door de bovenlaag van de bevolking.51 Er was geen intellectueel leven in het Nederlands: door het hoge aantal analfabeten in Vlaanderen rond 1830 waren er überhaupt weinig lezers en de weinigen die lagen, lazen Franstalige geschriften. Er waren in de negentiende eeuw wel enkele drukkersboekverkopers die in het Vlaams boeken drukten en verspreidden, maar dit ging voornamelijk om godsdienstige en moraliserende werken en het was niet hun hoofdtaak.52 Nederlandse boeken werden wel verkocht, maar doordat deze boeken voor Vlaamse begrippen erg duur waren, gebeurde dit slechts spaarzaam.53 Hierdoor was in de negentiende eeuw de Vlaamse uitgever geen goede plek om als Nederlandssprekende Vlaming een boek uit te geven. Of het boek een goede distributie kreeg en zijn lezerspubliek zou vinden, was namelijk maar de vraag. Nederland had daarentegen al vanaf de eerste helft van de negentiende eeuw gerenommeerde uitgeversbedrijven die waren georganiseerd in belangenverenigingen en door middel van het Centraal Bestelhuis werd de boekdistributie ook goed geregeld.54 Pas na de Eerste Wereldoorlog maakte het Vlaamse boekenvak een fase van professionalisering en schaalvergroting door, maar dit was nog steeds niets in vergelijking met het boekenvak in Nederland.55 Het was dus niet gek dat Vlamingen een Nederlandse uitgeverij opzochten om hun boeken te publiceren. In Nederland zag men wel brood in de Vlaamse letteren en hierdoor vertrokken veel Vlamingen naar Nederland. Hoewel de meeste Vlamingen in Vlaanderen bleven publiceren, groeide in het begin van de twintigste eeuw het idee dat Vlaams werk van literaire waarde in Nederland werd uitgegeven. Wat in Vlaanderen uitgegeven werd, was geen kwaliteit, de Nederlandse boeken werden beter verzorgd, verspreid en besproken in de Nederlandse pers.56 Vlaamse uitgevers slaagden er slecht in om prestige te verwerven, wat enkel werd versterkt door het idee dat Vlamingen zich aan Nederland moesten spiegelen. Om het Vlaamse volk te emanciperen is steeds benadrukt dat Vlaanderen een achterstand had op Nederland, en dat het zich moest

50 K. Absillis Vechten tegen de bierkaai. Over het uitgevershuis van Angèle Manteau (1932-1970). (Antwerpen: Meulenhoff|Manteau, 2009), 74. 51 L. Simons, Het boek in Vlaanderen sinds 1800. Een cultuurgeschiedenis (Houten: Lannoo Meulenhoff, 2013). 52 Ibidem. 53 Simons, 1987. 54 Absillis, 2009, 71. 55 Ibidem, 70 56 Ibidem, 73.

18 verheffen door de Nederlandse taal en cultuur te imiteren.57 Door deze wil zich te spiegelen aan Nederland en het Franse van zich af te schudden, legde Vlaanderen zichzelf een cultureel identiteitsprobleem op. Het idee ontstond dat de Vlaamse cultuur en daarmee de literatuur achtergesteld was aan die van Nederland. Aan dit idee veranderde maar weinig na de Tweede Wereldoorlog. Vlaamse uitgevers, zoals Manteau, moesten toezien hoe talenten een voor een overstapten naar de Nederlandse concurrenten, terwijl ze zelf maar slecht wisten te verkopen in Nederland.58 Het vooroordeel bleef bestaan dat alles wat uit België kwam niet deugde. De auteurs spraken slecht Nederlands en de uitgaven waren slecht gedrukt. Dit beeld werd bevorderd door het Nederlandse idee dat enkel het literaire afval vanuit het Noorden in Vlaanderen werd uitgegeven, omdat de 'goede Vlamingen' wel in Nederland zaten.59 De reputatie van Vlaamse literatuur uit Vlaanderen is vandaag de dag echter nog niet verbeterd. Hoewel er Vlaamse uitgeverijen bestaan, worden nog steeds veel Vlaamse schrijvers door Nederlandse uitgevers vertegenwoordigd. Ook wordt nog steeds gesproken over de achterstand die Vlaanderen zou hebben. Vlaanderen zou geestelijk armoedig zijn en 'Vlaams' is nog steeds een cultureel stigma.60 Tevens worden nog steeds Vlaamse schrijvers bij Nederlandse uitgeverijen beter besproken in de Nederlandse pers dan zij die bij Vlaamse uitgeverijen uitgeven.61 Interessant hierbij is dan ook dat een uitgeverij als De Bezige Bij Antwerpen Vlaams is, maar wel degelijk gekoppeld is aan een Nederlandse uitgeverij. De uitgeverij heeft een eigen fonds en een eigen uitgeefbeleid, maar werkt wel samen met De Bezige Bij. De Nederlandse en de Vlaamse uitgeverijen werken voornamelijk samen op het gebied van verkoop en marketing. Dit betekent dat de Nederlandse boeken in Vlaanderen vertegenwoordigd en gepromoot worden door De Bezige Bij Antwerpen. Voor de boeken uitgegeven door De Bezige Bij Antwerpen geldt hetzelfde in Nederland: zodra het boek in Nederland gepromoot en verkocht moet worden, neemt de Nederlandse uitgeverij dit over. 62 Nederlanders moeten hierdoor voor verkoop- en promotie-informatie over de boeken uit Antwerpen bij De Bezige Bij zijn en Vlamingen voor de boeken uit Amsterdam bij De Bezige Bij Antwerpen. Hierdoor kan het voor het Nederlandse publiek lijken alsof de

57 Ibidem, 536. 58 Ibidem, 243. 59 Ibidem, 536. 60 K. Absillis 'De herverdeling van de Nederlandse boekenmarkt', Boekblad,13 augustus 2010. 61 C. Boudewijns, persoonlijk interview, 8 augustus 2014. 62 Ibidem.

19 boeken uit Antwerpen in Amsterdam worden uitgegeven en vice versa. Dit zou het beeld van de uitgeverij kunnen beïnvloeden. Is dit het geval en zorgt dit voor meer besprekingen en een positiever beeld van de uitgeverij? Of wordt de uitgeverij door het deel 'Antwerpen' in de naam als Vlaams gezien? Interessant is om uit te zoeken of de reputatie van de Vlaamse literatuur van invloed is op de reputatievorming van een Vlaamse uitgeverij.

1.5. Onderzoeksvragen Bovenstaande paragrafen hebben uitgewezen welke instituties zorgen voor een beeld van een uitgeverij en hoe een uitgeverij hier invloed op uit kan oefenen. Tevens is hier geprobeerd aan te tonen dat een uitgeverij ook zelf een beeld uitstraalt en hoe zij dit beeld probeert over te brengen. De theorie laat echter zien dat vorige onderzoeken voornamelijk de nadruk hebben gelegd op delen van deze reputatievorming. Zo heeft Anbeek reputatievorming van slechts één auteur geanalyseerd en gelet op de invloed van de uitgeverij op deze reputatie en heeft De Glas bij De Wereldbibliotheek en De Arbeiderspers enkel naar de fondsvorming gekeken. Helming heeft tenslotte wel onderzoek gedaan naar het beeld van een uitgeverij, maar ging hierbij voornamelijk uit van een vergelijking van twee tijdsperiodes. Deze onderzoeken zijn allemaal gericht op slechts bepaalde delen van de reputatievorming of enkel bepaalde tijdsperioden. Wat nog ontbreekt is een onderzoek naar het beeld van een uitgeverij over de hele bestaansperiode en het beeld vanuit niet alleen de uitgeverij zelf, maar ook van de kant van de kritiek en de markt. Daarom zal in dit onderzoek worden gekeken naar de diverse kanten van reputatievorming, aan de hand van één uitgeverij, De Bezige Bij Antwerpen. Hierbij zal worden gekeken naar zowel het beeld van de critici en recensenten, als van de uitgeverij zelf, gedurende het gehele bestaan van de uitgeverij. De uitgeverij bestaat sinds 2010 en heeft in haar relatief korte bestaan al veel aandacht gekregen van recensenten en critici. Tevens heeft de uitgeverij sinds haar oprichting volwaardige aanbiedingsbrochures uitgegeven, waardoor ook een goed beeld kan worden gevormd van wat de uitgeverij zelf wil uitstralen. Door haar korte bestaan is het ten slotte mogelijk een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de reputatie van de uitgeverij, zonder een bepaald tijdsbestek te hoeven kiezen.

20 Dit alles heeft geleid tot de volgende onderzoeksvragen:

 Hoe is De Bezige Bij Antwerpen ontstaan?  Welk beeld wil de uitgeverij zelf uitstralen?  Welk beeld heeft de literatuurkritiek bij De Bezige Bij Antwerpen?  Hoe staat de markt tegenover De Bezige Bij Antwerpen?

Deze onderzoeksvragen zullen per hoofdstuk apart worden besproken, op basis van bovengenoemde volgorde. Eerst zal een korte geschiedenis van De Bezige Bij Antwerpen worden geschetst. Hierbij zal worden gekeken naar de uitgeverij die van invloed zijn geweest, namelijk Meulenhoff|Manteau, Meulenhoff, Manteau en De Bezige Bij. Wat waren de karakters van deze uitgeverijen en hoe is De Bezige Bij Antwerpen daaruit voortgekomen? Daarna zal kort worden aangestipt hoe de uitgeverij zich heeft ontwikkeld sinds het ontstaan. Het daaropvolgende hoofdstuk bespreekt het beeld dat de uitgeverij zelf uitstraalt. Dit hoofdstuk is opgedeeld in wat de uitgeverij wil uitstralen en wat de uitgeverij daadwerkelijk uitstraalt. Wat de uitgeverij wil uitstralen zal worden beschreven aan de hand van interviews met enkele medewerkers. Op basis van de aanbiedingsbrochure zal een beeld worden geschetst van wat de uitgeverij daadwerkelijk uitstraalt, waarbij wordt gekeken naar alle prospectussen van de uitgeverij in de periode 2010 - 2014. Bij de analyse van deze catalogi zal worden gekeken naar meetbare, kwantitatieve zaken zoals de verschillende boeksoorten die worden uitgegeven, de dominantie van bepaalde genres en de continuïteit van het fonds. Ook zullen minder tastbare zaken aan bod komen, zoals de wervende teksten bij elk boek. Aan de hand van de paratekst in de brochures worden gekeken wat de uitgeverij wil zeggen. Zo heeft de brochure van De Bezige Bij enkele pagina's beschikbaar gesteld voor auteurs van De Bezige Bij Antwerpen. Dit zegt iets over de beeldvorming rond de uitgeverij, zonder dat dit letterlijk wordt benoemd. Tevens zal globaal worden geschetst wat de uitgeverij door middel van haar website uitstraalt. Daarna zullen de berichten over de uitgeverij en haar auteurs worden besproken. Dit deel van mijn onderzoek zal zich vooral op secundaire literatuur richten en op de media uit de periode 2010 - 2014. Om een goed beeld van de beeldvorming te krijgen is het namelijk belangrijk bronnen uit de periode zelf te raadplegen. Hierbij wordt gekeken naar de algemene persberichten, de literatuurkritiek en de nominaties die media-

21 aandacht krijgen. Onder de algemene persberichten worden berichten verstaan die niets over de inhoud van een boek vertellen, maar spreken over de uitgeverij en haar schrijvers in zowel feiten als meningen. Ook interviews met medewerkers of schrijvers van de uitgeverij worden hieronder gerekend. Bij literatuurkritiek is gekeken naar reacties op een literaire tekst of auteur, meer precies gezegd naar recensies en besprekingen van de boeken die bij de uitgeverij gepubliceerd worden. Eerder is reeds aangegeven dat zowel de persoon als het boek zelf invloed hebben op het beeld van de uitgeverij en daarom gaat het bij de literaire kritiek zowel om besprekingen van de persoon en ideeën van de schrijver van het boek, als van het werk zelf. Daarna komt de markt aan bod. Hierin wordt aan de hand van de verkoopcijfers aangetoond welke boeken van De Bezige Bij Antwerpen het best verkopen in Nederland en in België. Aan de hand van deze informatie zal worden geanalyseerd hoe de markt tegenover de uitgeverij staat. Tevens zal dit hoofdstuk het beeld van de uitgeverij volgens enkele boekhandelaren bespreken. Hoewel niet alle boekhandelaren in België en Nederland zijn ondervraagd, geeft dit hoofdstuk een illustratie van het beeld dat in totaal twaalf boekverkopers hebben van De Bezige Bij Antwerpen. Ten slotte zal een conclusie worden gegeven, met daarin het antwoord op de hoofdvraag, enkele discussiepunten en een toekomstbeeld.

22 2. Het ontstaan van uitgeverij De Bezige Bij Antwerpen

Zoals in het voorwoord al werd aangestipt, is uitgeverij De Bezige Bij Antwerpen ontstaan uit een samengaan van De Bezige Bij en Meulenhoff|Manteau. Het ontstaan en het imago van deze uitgeverijen zullen voor een deel bepalend zijn geweest voor het beeld van De Bezige Bij Antwerpen, omdat de uitgeverij niet had kunnen bestaan zonder deze twee uitgeverijen. De naam is van De Bezige Bij afgeleid en van Meulenhoff|Manteau is, op enkele uitzonderingen na, het hele fonds overgegaan.63 Dit wekt de indruk dat met behulp van De Bezige Bij geprobeerd is voort te bouwen op diens reputatie en de naam, terwijl van Meulenhoff|Manteau de kwaliteit en de auteurs overgenomen is. Of dit daadwerkelijk het geval is, zal nog moeten blijken, maar om een zo volledig mogelijk beeld te kunnen krijgen van het ontstaan van De Bezige Bij Antwerpen moet daarom wel het ontstaan en imago van beide uitgeverijen worden meegenomen. Daarom zal eerst aandacht worden besteed aan Meulenhoff|Manteau en De Bezige Bij, voordat De Bezige Bij Antwerpen kan worden besproken.

2.1. Meulenhoff|Manteau Meulenhoff|Manteau is een Vlaams-Nederlands fonds, ontstaan uit een samengaan van Meulenhoff en Manteau, de literaire tak van Standaard Uitgeverij. Uitgever Harold Polis kwam aan het roer te staan van deze Nederlands-Vlaamse imprint voor het hele Nederlandse taalgebied.64 Meulenhoff|Manteau vestigde zich in Antwerpen en werd hierdoor al snel als Vlaams initiatief beschouwd, hoewel het niet de bedoeling was de uitgeverij als Vlaams in de markt te zetten.65 Dit had echter tot gevolg dat de Vlaamse auteurs van de uitgeverij in Nederland minder besprekingen kregen dan de Vlaamse auteurs die door Nederlandse uitgeverijen vertegenwoordigd werden.66 Meulenhoff|Manteau werd in 2003 opgericht, slechts enkele jaren voordat De Bezige Bij Antwerpen ontstond. De uitgeverij Meulenhoff|Manteau heeft daardoor vrij kort bestaan. Om toch een volledig beeld van deze uitgeverij te kunnen krijgen, moet daarom ook afzonderlijk worden gekeken naar Meulenhoff en Manteau.

63H. Polis, persoonlijk interview, 14 augustus 2014. 64 M. D. 'De overstap: Harold Polis', Boekblad, 1 februari 2003. 65 M. D. 'Meulenhoff en Manteau beginnen gemeenschappelijke imprint', Boekblad, 8 januari 2003. 66 K. Absillis Vechten tegen de bierkaai. Over het uitgevershuis van Angèle Manteau (1932-1970). (Antwerpen: Meulenhoff|Manteau, 2009).

23 2.1.1. Meulenhoff In 1895 startte Johannes Marinus Meulenhoff een importboekhandel in Amsterdam.67 In 1906 gaf hij zijn eerste boek uit en in 1913 besloot hij een planmatige uitgeverijafdeling op te zetten.68 Hierbij ging het om het uitgeven van een gevarieerd en populair aanbod tegen een lage prijs, wat Meulenhoff had afgekeken van de Engelse en Franse uitgeverijen in die tijd.69 Dit had zo'n succes dat in 1916 het bedrijf werd gesplitst in Meulenhoff & Co, dat de in- en uitvoer van boeken op zich nam, en J.M. Meulenhoff, dat de uitgeefactiviteiten zou behartigen.70 Door uitbreidingen en reorganisaties werd in 1923 de naam van het bedrijf N.V. Meulenhoff & CO's Import- en Algemeene Boekhandel Amsterdam met als hoofddelen de uitgeverij J.M. Meulenhoff, de boekhandels en de importhandel van Meulenhoff.71 Binnen dit bedrijf werd de uitgeverij voor algemene boeken ondergeschikt gezien aan de andere activiteiten, maar het profiteerde wel van het imago van de andere onderdelen.72 Vooral het importgedeelte van het concern was belangrijk voor het beeld van de uitgeverij, omdat dit ervoor zorgde dat het bedrijf een goede naam kreeg bij de Nederlandse boekhandel.73 Het profiel van het bedrijf was, dankzij Meulenhoffs brede interesse, dat van een breed kwaliteitsfonds dat geen uitgesproken keuzes maakte op het gebied van geloof of ideologie.74 Door de importactiviteiten lag het accent voornamelijk op buitenlandse fictie-uitgaven, maar geleidelijk aan werd ook steeds meer aandacht besteed aan Nederlandstalige literaire fictie, zowel uit Nederland als uit Vlaanderen. Hoewel in de vroege jaren twintig diverse literaire werken verschenen om de literaire reputatie te verstevigen, was er in feite tot 1936 maar één literaire auteur binnen de uitgeverij: Arthur van Schendel.75 In 1937 nam Meulenhoff jr. de leiding over.76 Hij trachtte de uitgeverij aanzien te geven als literaire Nederlandstalige fictie-uitgeverij, door onder andere het tijdschrift Criterium uit te geven. Dit tijdschrift gaf Meulenhoff de allure van een literair huis en

67 L. Van Krevelen 'Een huis tussen markt en moed', in G. Dorleijn en K. van Rees De productie van literatuur. Het literaire veld in Nederland 1800 - 2000. (Nijmegen: Uitgeverij Vantilt, 2006), 143. 68 Ibidem, 144. 69 Ibidem. 70 F. De Glas, De regiekamer van de literatuur: een eeuw Meulenhoff 1895 - 2000 (Zutphen: Uitgeversmaatschappij Walburg Pers, 2012), 21. 71 S. Van Voorst, Weten wat er in de wereld te koop is. Vier Nederlandse uitgeverijen en hun vertaalde fondsen 1945 - 1970 (Den Haag: Sdu Uitgevers, 1997), 50. 72 De Glas, 2012, 162. 73 Ibidem, 22. 74 Ibidem, 162. 75 Van Krevelen, 2006, 146. 76 Van Voorst, 1997, 50.

24 enkele talenten die in het tijdschrift publiceerden, zoals Bertus Aafjes, Anna Blaman en Pierre H. Dubois, publiceerden later bij Meulenhoff.77 Na de oorlog werd het tijdschrift echter opgeheven en moest het literaire fonds wijken om financieel voorrang te geven aan de import. In de tussentijd ontstonden er echter nieuwe dynamische uitgeverijen die zich volledig op literatuur richtten en die werden algauw aantrekkelijker dan Meulenhoff.78 Enkele auteurs vertrokken naar deze nieuwe uitgeverijen en doordat met de overige auteurs geen aansluiting kon worden gevonden bij de Vijftigers en andere revolutionaire, nieuwe literaire groepen, kwam het literaire imago van de uitgeverij in een slop.79 Daarom werd de focus verlegd naar pocketboeken, in de vorm van de Meulenhoff-editie reeks; een reeks die tot de jaren dertig ook werd gebruikt, maar na de oorlog weer werd opgepakt. De reeks bestond uit goedkope, maar mooie boeken over letteren, schone kunsten en geschiedenis.80 Tevens kreeg het non-fictiefonds een duidelijker geesteswetenschappelijk profiel.81 De aantreding van Willem Bloemema begin jaren '60 zorgde ervoor dat de uitgeverij weer duidelijk op de kaart werd gezet. Bloemema had een moderne visie op hoe het boek in de markt moest worden gezet en zorgde ook voor samenwerkingsprojecten met andere uitgevers. Tevens bracht hij nieuwe exploitatievormen in, zoals boekenclubs en seriereeksen, waaronder de non- fictie Minervapockets en de UNESCO-Kunst-Pockets.82 Met onder andere de herintroductie van de Meulenhoff Pockets reeks met daarin auteurs als Bertus Aafjes, breidde hij het literaire fonds uit en zorgde hij ervoor dat de uitgeverij weer werd gezien als literaire uitgeverij.83 De literaire serie Meesters der Vertelkunst met onder meer verhalen van Poe, Hoffmann en Stevenson was hierbij ook erg populair, die sinds 1963 in pocket verschenen en opnieuw genummerd werden.84 Verder ging hij zich meer op vertalingen richten van auteurs als Günter Grass, Philip Roth en John Updike, mede dankzij enkele literaire agenten. Hij verdrievoudigde Meulenhoffs jaarlijkse uitgave van vertalingen en het Engelse taalgebied was hierbij de grootste speler:85

77 Van Krevelen, 2006, 148. 78 Ibidem, 150. 79 De Glas, 2012, 164. 80 Van Voorst, 1997, 50. 81 De Glas, 2012, 165. 82 Van Voorst, 1997, 52. 83 Van Krevelen, 2006, 152. 84 Van Voorst, 1997, 155. 85 Ibidem, 76.

25 Engels Duits Frans Rest 1946 - 1950 20% 5% 10% 65% 1951 - 1955 41% 3% 0% 56% 1956 - 1960 42,2% 20% 11,1% 26,7% 1961 - 1965 45,6% 11,5% 15,7% 27,2% 1966 - 1970 46,9% 11,1% 12,4% 29,6% Tabel 1: Verdeling van de vertaalde titelproductie Meulenhoff naar brontaal, in percentages.86

Dat de jaarlijkse uitgave van vertalingen verdrievoudigde, kwam mede door de uitgave van een aantal reeksen die voornamelijk uit vertaalde fictie bestonden. De hoeveelheid fictie ging hierdoor dus ook omhoog.87 Toch bleef het aantal Nederlandstalige fictieauteurs en oeuvres dat werd uitgegeven door Meulenhoff verreweg het grootst, met auteurs als Jan Wolkers en Bertus Aafjes.88 Bloemema slaagde erin het 'stoffige' beeld van Meulenhoff te veranderen en de reputatie modern, vooruitstrevend en literair te maken.89 In 1991 nam Meulenhoff de Nederlands-Vlaamse Malherbegroep over, met daarin onder andere De Boekerij en Standaard Uitgeverij, kwamen veel niet-literair gerichte uitgeverijen bij Meulenhoff.90 In 1994 fuseerden Meulenhoff en Perscombinatie, waardoor Perscombinatie Meulenhoff (PCM) ontstond.91 Dit zorgde voor veel kritiek en Meulenhoff heeft zowel op economisch als symbolisch kapitaal zwaar geleden.92 Er ontstonden namelijk conflicten binnen de organisatie, doordat PCM Uitgevers na het kopen van de NDU te maken kreeg met leningen en een op winst gerichte opvatting over het ondernemingsbeleid.93 Hierdoor had Meulenhoff geen geld meer voor investeringen. Tevens werden de statuten in 1997 gewijzigd, waardoor de zeggenschap niet meer bij de aparte uitgeverijen zou liggen, maar bij het concern. Daarom legde de directievoorzitter van Meulenhoff uit protest zijn taken neer.94 Hierdoor bleef

86 Tabel overgenomen uit Van Voorst, 1997, 76. 87 Van Voorst, 1997, 77. 88 Ibidem, 112. 89 Van Krevelen, 2006, 153. 90 W. Lindhout Samen sterker? Literaire uitgeverijen binnen concerns: fondsanalyse van Querido en Meulenhoff, 1986 -2006 (Amsterdam: Universiteit van Amsterdam, 2007), 38. 91 De Glas, 2012, 44. 92 Lindhout, 2007, 48. 93 Van Krevelen, 2006, 169. 94 Ibidem.

26 Meulenhoff met enkel een financieel directeur en een directeuruitgever over, die steeds minder te zeggen kregen. Het kort na elkaar neerleggen van hun functie door Laurens van Krevelen en Maarten Asscher zorgde voor onrust bij de auteurs en opvolgster Chantal d'Aulnis kon dit niet wegnemen.95 Toen in 2000 daar tevens werd besloten dat de uitgeverijen niet langer zelfstandig konden opereren, maar centraal zouden worden bestuurd onder leiding van Mai Spijkers, vertrok een aanzienlijk aantal werknemers. Spijkers had een slechte band met D'Aulnis, waardoor zij al vrijwel direct na Spijkers aantreden het veld moest ruimen. Vertaler Wil Hansen vertrok naar uitgeverij Cossee en nam auteurs als Erwin Mortier en Alfred van Cleef met zich mee. Niet lang daarna nam Tilly Hermans ontslag en nam meer dan 25 auteurs met zich mee naar uitgeverij Augustus, waaronder auteurs die het beeld van Meulenhoff hadden bepaald zoals Adriaan van Dis, Oek de Jong en Nelleke Noordervliet.96 Dit vertrek was voorpaginanieuws en uniek in de literaire wereld. Niet lang daarna vertrokken ook andere auteurs doordat de onrust en onduidelijkheid aanhield, zoals Jan Siebelink die naar De Bezige Bij overging.97 In totaal liep binnen enkele maanden zo goed als de helft van het totaal aantal fondsauteurs weg bij Meulenhoff, een veertigtal auteurs.98 Hoewel het vertaalde fonds nog enkele succesvolle auteurs had, moest Annette Portegies, de nieuw aangestelde leiding in de directie, proberen het Nederlandse fonds weer op de been te krijgen.99 Toen echter in 2004 werd gezinspeeld op een fusie tussen de uitgeverijen Meulenhoff en Prometheus, legde zij haar functie neer. Hierdoor kwam een nieuwe uittocht van auteurs op gang, met onder meer Stefan Hertmans, Charlotte Mutsaers en vertaalde auteurs als Amos Oz en Breyten Breytenbach.100 Tevens beëindigde de redactie van tijdschrift De Gids de relatie met Meulenhoff, waar zij veertig jaar lang samengewerkt hadden.101 Waar de naam Meulenhoff jarenlang stond voor deftigheid en kwaliteit, wat ervoor zorgde dat schrijvers aangetrokken werden door de uitgeverij, kwam het door de concernvorming in een vrije val terecht.102 Zo werd er gesproken over het roemloos ten onder gaan van Meulenhoff door de 'PCM Machine' en dat Meulenhoff 'zo goed als dood' was, terwijl het nog geen tien jaar daarvoor een van de

95 Ibidem, 170. 96 Ibidem, 171. 97 Ibidem, 172. 98 Ibidem. 99 Ibidem. 100 Ibidem. 101 Ibidem. 102 Ibidem, 177.

27 meest bloeiende en aantrekkelijke uitgeverijen was; het kroonjuweel van de Nederlandse uitgeefwereld.103

2.1.2. Manteau Zoals reeds aangegeven kwam uitgeverij Meulenhoff & Co in 1991 in aanraking met Standaard Uitgeverij en uitgeverij Manteau. Deze laatste uitgeverij was opgericht door Angèle Manteau en was net als Meulenhoff als importboekhandel begonnen in 1932.104 Het is een uitgeverij die een belangrijke rol gespeeld heeft binnen de ontwikkeling van de Vlaamse literaire wereld. Uitgeverij Manteau werd in Vlaanderen al snel een gezaghebbend instituut, maar ondanks vele inspanningen bleef de erkenning in Nederland uit. Uitgeverij Manteau kan dan ook worden gezien als een uitgeverij die in Vlaanderen literair was, maar in Nederland nooit als kwaliteitslabel erkend werd.105 Uitgeverij Manteau kan verder worden gezien als een uitgeverij met een bijzondere oprichtster voor het Vlaamse boekenvak: ze was jong, ze was een vrouw en ze was van Franstalige herkomst, terwijl de verkoop en verspreiding van literatuur in die tijd vaak diende als culturele en politieke emancipatie van de Vlaming.106 In 1938 werd de importboekhandel mede dankzij ingebracht kapitaal van Robbert Leopold uitgebreid met een uitgeverijafdeling. 107 De voornaamste bedrijvigheid bleef echter lange tijd de boekenimport en al snel kreeg Manteau de vertegenwoordiging van Nijgh & Van Ditmar, Elsevier en Meulenhoff op zich.108 Tijdens de Tweede Wereldoorlog lag echter de internationale handel stil en ging Manteau zich meer toeleggen op de vorming van een eigen fonds.109 Hierbij was literaire kwaliteit de norm en werd geïnvesteerd in talenten als Louis Paul Boon, Piet van Aken en Hubert Lampo.110 Het fonds van de uitgeverij werd in zowel ideologisch als artistiek opzicht veelzijdig: er was geen onderscheid tussen bepaalde religies en ideeën, vrijwel alles kon worden uitgegeven.111 Na de oorlog werd het fonds echter minder verscheiden, de uitgeverij werd vrijzinnig en ging meer dan ooit investeren in literaire kwaliteit.112 Toch hadden de echt rendabele

103 L. Kuitert 'Literatuur is geen winstmachine', Vrij Nederland, 23 oktober 2004. 104 Absillis, 2009, 44. 105 Ibidem, 535. 106 Ibidem, 43. 107 Ibidem, 50. 108 Ibidem, 59. 109 Ibidem, 92. 110 Ibidem, 99. 111 Ibidem, 212. 112 Ibidem, 214.

28 boeken bij de uitgeverij weinig met literatuur te maken.113 Dit maakte van het bedrijf een uitgeverij met een duidelijke literaire smaak en ideologie, maar tegelijkertijd een brede uitgeverij waar ook boeken over bridge of Franse lesmethoden uitgegeven werden.114 In de jaren vijftig zette Manteau haar uitgeverij op de kaart als uitgever van belangwekkende vertalingen, met een auteur als Francoise Sagan.115 Manteau stond echter vooral bekend om Hugo Claus, het wonderkind dat door Manteau ontdekt werd, en net als veel andere Vlaamse schrijvers van zijn generatie naar een Nederlandse uitgeverij vertrok.116 In de jaren vijftig doken er echter problemen op. Een literaire uitgeverij in Vlaanderen bleek slecht levensvatbaar en de financiële situatie van de uitgeverij werd steeds slechter.117 Sinds de stichting van de firma Manteau had telkens een Nederlandse uitgeverij de meerderheid van de aandelen gehad, van Leopold tot Van Hoeve en vanaf de jaren vijftig waren deze financiële bijdragen steeds belangrijker geworden. In 1965 kwam de uitgeverij onder de controle van uitgeverij G.B. Van Goor Zonen.118 Hierdoor werd het fonds van Manteau eindelijk goed verkocht in Nederland, iets dat sinds de oprichting zeer moeizaam was gegaan, en sleepten verschillende auteurs literaire prijzen in de wacht.119 Ondanks dat Manteau bij Van Goor de financiële middelen kreeg om nieuw en jong talent aan te boren, liet Angèle in 1970 uitgeverij Manteau achter zich door spanningen binnen het concern, waarmee een eind leek te komen aan een in literaire kwaliteit gespecialiseerde uitgeverij zoals Vlaanderen voorheen nooit had gehad.120 Door de overname van Elsevier, haar nieuwe werkgever, kwam Angèle echter opnieuw bij Manteau terecht.121 In 1986 verkocht Elsevier uitgeverij Manteau aan het Malherbe-concern en in 1991 kwam de Vlaamse uitgeverij in aanraking met Meulenhoff toen Meulenhoff de Malherbegroep overnam.122 Na de fusie van Meulenhoff en de Perscombinatie tot PCM werd Manteau binnen PCM een zelfstandige uitgeverij, maar Manteau maakte moeilijke tijden door. De directeur van Manteau werd vervangen en enkele auteurs stapten over naar andere uitgeverijen. Toen

113 Ibidem, 234. 114 M. Cloostermans 'De herrijzenis van uitgeverij Manteau', Boekblad, 23 november 2006. 115 Absillis, 2009, 288. 116 Ibidem, 243. 117 Ibidem, 334. 118 Ibidem, 355. 119 Ibidem, 451. 120 Ibidem, 452. 121 Ibidem, 531. 122 F. van Rensen, 'Lezer, er zijn ook Belgen!': interactie tussen de Nederlandse en Vlaamse literatuur via literaire kritiek en uitgeverij (1980 - 1995) (Antwerpen: Maklu, 2013), 126.

29 het in 1995 onderdeel werd van de Vlaamse uitgeverij Standaard Uitgeverij, werd de zelfstandigheid van Manteau ingeperkt.123 Manteau zou zich hierbij volledig gaan toeleggen op literatuur en kreeg daardoor de leiding over auteurs als Schouwenaars, Spillebeen, Verhelst en Nothomb.124 Waar de uitgeverij sinds de oprichting in handen was geweest van Nederlanders, was nu eindelijk een Vlaams bedrijf de eigenaar en kreeg de uitgeverij die altijd had gefocust op literaire kwaliteit weer een literair fonds.

2.1.3. Meulenhoff|Manteau In 2003 was er weer een verandering van koers binnen uitgeverij Manteau. Binnen Standaard Uitgeverij was de focus van Manteau op veel verschillende takken komen te liggen. In 2003 besloot men dat dit moest veranderen, en dat Manteau zich weer meer moest focussen op literatuur en non-fictie.125 Om dit te kunnen bewerkstelligen werd een nieuw fonds gecreëerd onder de naam Meulenhoff|Manteau. Binnen dit nieuwe fonds kwam de focus te liggen op de gemeenschappelijke taal en geschiedenis van Nederland en Vlaanderen.126 Harold Polis kwam aan het roer te staan om de 'grensoverschrijdende cultuur' te verbeteren en deed dit aan de hand van prestigieuze boeken en veel literatuur in het fonds.127 Het was een fonds dat Vlaamse debutanten, zoals Ruth Lasters en Yannick Dangre op de markt bracht en aandacht had voor 'allochtone' schrijvers, zoals Rachida Lamrabet, Chika Unigwe en Rodaan Al Galidi.128 De nadruk bij elke uitgave lag op de vormgeving. Er werd getracht, dankzij vormgevers als Gert Dooreman en Herman Houbrechts, kwalitatief mooie boeken uit te geven, boeken die luxe aanvoelen, op goed papier gedrukt zijn en die opvallen doordat ze een andere omslag hebben dan andere boeken. Dit werd gedaan om zich te kunnen onderscheiden van andere uitgeverijen.129 Dat dit beleid gewaardeerd werd, bleek uit de nominaties voor de vormgevers, die er voor zorgden dat Meulenhoff|Manteau in 2005 als enige met twee titels vertegenwoordigd was bij de door Stichting Best Verzorgde Boeken en Boekblad georganiseerde Verkiezing van het Mooiste Boekomslag.130

123 M.D. 'Eric Willems: 'Doordat de redacteuren tevreden zijn, zijn we aantrekkelijk voor auteurs'', Boekblad, 7 april 2005. 124 L. Simons, 2013. 125 Ibidem. 126 M. D. 'Meulenhoff en Manteau beginnen gemeenschappelijke imprint', Boekblad, 8 januari 2003. 127 M. Cloostermans 'De herrijzenis van uitgeverij Manteau', Boekblad, 23 november 2006. 128 Ibidem. 129 Ibidem. 130 H. vd. K. 'De verkiezing van het Mooiste Boekomslag 2005', Boekblad, 19 januari 2006.

30 Meulenhoff|Manteau wist mede dankzij deze vormgeving uit te groeien tot een belangrijk fonds met uitstraling en waardevolle titels. De uitgeverij genoot echter vooral in Vlaanderen bekendheid; de Nederlandse lezer kende haar vrijwel niet.131 Tevens was de kritiek van zowel pers als concurrenten dat de aanpak van de uitgeverij niet commercieel genoeg zou zijn, doordat er zoveel aandacht en geld wordt besteed aan de omslagen. 132 De uitgever van Meulenhoff|Manteau, Harold Polis, was echter van mening dat het juist commercieel was om je te onderscheiden en op te vallen in de boekhandel. Wat ten slotte wel opvallend was, was dat de uitgeverij zich niet bezig hield met het uitgeven van midprices. Hierover werd gesteld dat dit uitgeefmodel wel geprobeerd werd, maar dat dit enkel in Nederland goed verkocht werd.133

In 2010 werd de boekendivisie van PCM verkocht omdat het concern zich enkel op kranten wilde richten, waardoor Manteau voor de zoveelste keer een ander leiderschap kreeg. PCM Boeken werd aan zowel WPG als de Lannoo Groep Uitgeverij verkocht, waarbij WPG A.W. Bruna en Standaard Uitgeverij overnam en J.M. Meulenhoff, De Boekerij en Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum bij de Lannoo Groep Uitgeverij belandden. Doordat Meulenhoff|Manteau een imprint van Standaard Uitgeverij was, kwam dit fonds ook in handen van WPG. Maar omdat J.M. Meulenhoff bij Lannoo ondergebracht werd, was er geen verband of betekenis meer voor het deel 'Meulenhoff' in de naam Meulenhoff|Manteau. Tevens mocht de naam überhaupt niet meer worden gebruikt, omdat J.M. Meulenhoff en Meulenhoff|Manteau nu bij andere concerns hoorden. Hoewel het fonds zou blijven bestaan, moest dus worden gezocht naar een nieuwe naam. Deze naam werd gevonden in De Bezige Bij Antwerpen, wat de uitgeverij neerzette als bruggenhoofd voor uitgeverij De Bezige Bij in Vlaanderen.134

2.2. De Bezige Bij Zoals eerder al kort aangestipt is, stamt de naam van Uitgeverij De Bezige Bij Antwerpen uit een samenwerking met Uitgeverij De Bezige Bij. Deze laatstgenoemde uitgeverij ontstond in het verzet, op initiatief van Geert Lubberhuizen. Wat Angèle Manteau in

131 M. Cloostermans 'Promotie van het boek moet professioneler', Boekblad, 27 april 2006. 132 H. vd. K. ´De Verkiezing van het Mooiste Boekomslag 2005´, Boekblad, 19 januari 2006. Zie hiervoor tevens het interview met Harold Polis in de bijlage. 133 M. Cloostermans 'De herrijzenis van uitgeverij Manteau', Boekblad, 23 november 2006. 134 M. Dessing 'Harold Polis, uitgever Meulenhoff/Manteau: 'We zetten De Bezige Bij Antwerpen voor de eeuwigheid neer', Boekblad, juli 2010.

31 Vlaanderen was voor de naoorlogse literatuur, was Geert Lubberhuizen in Nederland.135 Volgens Lubberhuizen is het voor De Bezige Bij allemaal begonnen met het uitgeven van de rijmprent van Jan Campert 'De achttien doden', waarmee Joodse kinderen geholpen werden door Utrechtse studenten en waarmee tegelijkertijd de activiteiten van de auteurs gefinancierd werd.136 Doordat de uitgeverij illegaal was, werd gekozen voor een niet-alledaagse naam, afgeleid van de schuilnaam van Lubberhuizen.137 In december 1944 werd de uitgeverij officieel opgericht en opvallend is dat de uitgeverij vlak na het eind van de oorlog, in het begin helemaal niet uit was op het publiceren van hoge literatuur. Door de voorzichtige manier van inkopen door de boekhandel en de dalende koopkracht bij het publiek was er veel minder belangstelling voor literaire werken. Daarom was het eerst de bedoeling dat het bedrijf winst zou maken met commerciële uitgaven; hiervan konden dan uiteindelijk literaire werken gefinancierd worden.138 Deze winst werd gevonden in de commerciële uitgaven van schrijvers als Willy Corsari.139 Met de Vijftigers kwam hier echter verandering in en werd een eerste aanzet gegeven om het fonds van de uitgeverij literair te maken.140 Het gaf de uitgeverij een duidelijk experimenteel imago door schrijvers uit te geven die niet bij een gevestigde uitgeverij wilden uitgeven.141 Dit imago werd opgevoerd door de introductie van de Literaire Reuzenpockets, waarmee de uitgeverij een jong publiek ging aanspreken met massaproducten. Door de keuze van de titels en de vormgeving bleef de uitgeverij cultureel hoog in aanzien; men bleef de uitgeverij associëren met literatuur, maar kreeg tegelijkertijd een grote mate van 'hipheid' over zich heen.142 Het uitgeven van Ik Jan Cremer in 1963 zette de uitgeverij daarnaast op de kaart als een uitgeverij die taboes doorbrak en die uitgesproken links was.143 Dit zorgde echter ook voor het beeld van een provocerende, op winst en sensatie beluste uitgeverij.144 Zo schreef J. van Doorne in Trouw van 23 mei 1964: ' Waarom de uitgeverij het boek heeft uitgegeven, weet ik niet.

135 Filip Rogiers, 'Het feest van de Bij', in Hoger Honing (Amsterdam: De Bezige Bij, 2004), 147. 136 W. Wennekes, Het mysterie van de Van Miereveldstraat. Geert Lubberhuizen, uitgever. (Amsterdam: Bas Lubberhuizen & De Bezige Bij, 1994), 47. 137 R. Roegholt, De geschiedenis van De bezige Bij 1942-1972 (Amsterdam: De Bezige Bij, 1972), 38 138 Wennekes, 1994, 96. 139 Roegholt, 1972, 88. 140 Ibidem, 169. 141 O. Blom 'De wenteltrap van de geschiedenis', in Hoger Honing (Amsterdam: De Bezige Bij, 2004), 21. 142 L. Kuitert ''Leuk-brutaal'. De series van De Bezige Bij', in Hoger Honing (Amsterdam: De Bezige Bij, 2004), 100. 143 Roegholt 1972, 218-225 en Blom in Hoger Honing, 2004, 30. 144 N. van Dijk, 'Een onverbiddelijke bestseller. De promotie van literair werk in de twintigste eeuw', Jaarboek voor de Nederlandse boekgeschiedenis 6, 1999, 174.

32 Vermoedelijk omdat de directie er brood in heeft gezien. Laat ons hopen dat dit vermoeden onjuist is, want als het juist is, is De Bezige Bij een stinkuitgeverij'. Verder lag het symbolisch kapitaal van de uitgeverij ook voor een deel in het feit dat het een schrijverscoöperatie is, waarmee het zich onderscheidde van andere uitgeverijen.145 Deze schrijverscoöperatie hield in dat de auteurs van de uitgeverij medezeggenschap kregen in het bedrijf. Zij hadden een zegje in hoe de gemaakte winst verdeeld moest worden en welke boeken uitgegeven zouden worden.146 In de jaren zeventig veranderde de mening van de publieke opinie en kwam er kritiek op de uitgeverij. Zo zou er geen nieuw talent bij de uitgeverij zijn en zou het nieuwe talent uit binnen- en buitenland niet worden erkend.147 Tevens trad Geert Lubberhuizen af en hoewel zijn opvolgers wel voor nieuwe jong aanwas zorgden, bleef het imago van de uitgeverij stoffig en had men kritiek op de organisatievorm van de uitgeverij. Daarnaast waren er enkele interne conflicten en was het vertrouwen van enkele auteurs in de uitgeverij weg, waardoor auteurs als Vonne van der Meer en Martin Bril opstapten148. De organisatievorm van de uitgeverij verdween echter in 1997, toen de uitgeverij tekorten had en werd overgenomen door de Weekbladpers Groep.149 De media noemden dit zelfs het einde van een tijdperk.150 Robbert Ammerlaan werd directeur en dus aangewezen als dé man om het tij te keren en de uitgeverij te redden: hij moest het vertrouwen van de auteurs terugwinnen en het stoffige imago wegwerken.151 De Bezige Bij nam uitgeverij Thomas Rap over en er werden belangrijke binnen- en buitenlandse auteurs overgenomen, zoals Gerrit Komrij, Jan Siebelink en Erwin Mortier, maar ook John Irving, E.L. Doctorow en Donna Tartt.152 Tevens werd de backlist van de uitgeverij geactiveerd, met bijvoorbeeld de titels van Claus en Hermans.153 Ammerlaan zorgde voor overdonderende marketingcampagnes en veel positieve aandacht in de media. Commercieel gezien stak de uitgeverij hierdoor boven alle uitgeverijen uit, omdat de schrijvers die gepromoot werden ook bestsellers

145 Wennekes, 1994, 76. 146 Ibidem. 147 Ibidem, 219. 148 C. Breukers '60 jaar De Bezige Bij', Boekblad, 22 juli 2004. 149 Persbericht De Bezige Bij, 26 augustus 1997. Bedrijfsdocumentatie De Bezige Bij PPA 114:4, BC, UvA. 150 P. Arnoldussen, 'De zwevende bij', Het Parool, 28 juni 1997. 151 C. Breukers '60 jaar De Bezige Bij', Boekblad, 22 juli 2004. 152 Blom, 2004, 35 en H. Bouman 'Zijn wij bereid verlies te maken op dit boek?' in Hoger Honing, 2004, 177. 153 Blom, 2004, 35.

33 werden.154 Auteurs, waaronder de ontevreden auteurs van Meulenhoff stapten massaal over naar De Bezige Bij, met onder andere als motief dat de uitgeverij zo sterk is teruggekomen na de crisis in de jaren '90. Als pluspunt noemden de auteurs verder de sfeer, het mooie fonds en aardige mensen.155 Kritiek is er echter ook, namelijk dat er nauwelijks debuten van betekenis zijn uitgegeven, dat er door gebrek aan zorgvuldige redactionele begeleiding fouten ontstaan in de boeken en dat de uitgeverij het vooral van vertaald werk moest hebben.156 Tevens was er irritatie over de grote campagnes voor soms middelmatige boeken.157 Ammerlaans opvolger, Henk Pröpper, staat sinds 2011 aan het hoofd van De Bezige Bij en De Bezige Bij Antwerpen en werd bij zijn benoeming vooral beschreven als een letterkundige die als directeur van het Letterenfonds een kolossaal netwerk opbouwde onder schrijvers en buitenlandse uitgevers.158 Vandaag de dag wordt de uitgeverij echter onder meer in verband gebracht met de reorganisaties binnen de Weekbladpers Groep. Om te overleven moest het concern afslanken en enkele uitgeverijen afstoten. Hierdoor is Singel 262, met daaronder de uitgeverijen Nijgh & Van Ditmar, Querido en de Arbeiderspers, afgestoten. Daardoor bestaat de Weekbladpers Groep in Nederland enkel nog uit De Bezige Bij en A.W. Bruna. De Bezige Bij heeft de reorganisatie dus overleefd, maar is door de media-aandacht rondom de perikelen van WPG wel negatief in het nieuws gekomen.

2.3. De Bezige Bij Antwerpen In bovenstaande paragrafen is het beeld en het ontstaan geschetst van uitgeverijen Meulenhoff|Manteau en De Bezige Bij. Tevens is aangestipt hoe deze uitgeverijen hebben bijgedragen aan het ontstaan van De Bezige Bij Antwerpen. Zoals gezegd is de uitgeverij ontstaan na de overname van Meulenhoff|Manteau door WPG, het concern dat onder andere De Bezige Bij onder zich heeft. De auteurs bleven bij de uitgeverij, op enkele uitzonderingen na, maar de naam moest worden veranderd. De naam Meulenhoff|Manteau toonde een onbestemde plek, men wist niet waar de uitgeverij bij hoorde.159 Besloten werd een andere naam te voeren en de naam van uitgeverij De

154 Helming, 2010, 67. 155 Blom, 2004, 38. 156 Zie hiervoor onder andere M. Kregting Zij zijn niet van Jeremia (Nijmegen: Uitgeverij Vantilt, 2004) en artikelen in HP/De Tijd van 7 maart 2003, 5 maart 2004 en 4 maart 2005. 157 Helming, 2010, p. 64. 158 A. Fortuin ´Henk Pröpper nieuwe baas bij De Bezige Bij', NRC Handelsblad, 29 september 2011. 159 H. Polis, persoonlijk interview, 14 augustus 2014.

34 Bezige Bij over te nemen, omdat deze uitgeverij graag een kantoor in Vlaanderen wilde opzetten. Daarnaast had de uitgeverij eenzelfde visie op het gebied van fictie en non- fictie, waardoor de uitgeverijen erg op elkaar leken. Door dezelfde naam te voeren kon de nieuwe uitgeverij meeliften op de goede reputatie van De Bezige Bij, wat kansen zou bieden voor de auteurs.160 Tevens zou dit ervoor zorgen dat het fonds grensoverschrijdend zou blijven.161 Wel was er even discussie over hoe de uitgeverij precies de naam moest voeren: De Bezige Bij Vlaanderen of Antwerpen? Uiteindelijk werd besloten voor de naam De Bezige Bij Antwerpen, zo stelt uitgever Harold Polis, omdat uitgeverijen vaak genoemd worden naar de plek waar ze werken.162 Na de naamsverandering kwamen er kritische geluiden op dat De Bezige Bij Antwerpen wellicht als Nederlandse uitgeverij zou worden gezien, door het logo en de link met De Bezige Bij. Het idee was ook dat Vlaamse auteurs voortaan in Antwerpen zouden worden uitgegeven. Dit was niet het geval, de auteurs konden hun eigen uitgeverij kiezen. Het zorgde echter niet voor veel verschuivingen: P.B. Gronda kwam naar Antwerpen en Yannick Dangre verhuisde naar Amsterdam.163 Het ging er echter om dat de auteurs bij het huis pasten, niet qua nationaliteit maar qua persoonlijkheid. 'Nationaliteit speelt geen rol' bij het uitgeven, stelt de uitgever van de nieuwe uitgeverij dan ook.164 De uitgeverij moest een eigen gezicht krijgen en een eigen dynamiek en werd dus niet beschouwd als slechts een doorgeefluik van het kantoor in Amsterdam of de afdeling waar de Vlaamse auteurs onder zouden gaan vallen.165 Hoewel de directeur van De Bezige Bij aan het hoofd kwam te staan van De Bezige Bij Antwerpen, bleef de uitgever van Meulenhoff|Manteau, Harold Polis, behouden als uitgever van de nieuwe uitgeverij. Hij mocht tevens zijn uitgeefbeleid handhaven, met politieke en historische uitgaven over België, Antwerpen en Israël, biografieën, proza, poëzie en essayistiek.166 Ook de auteurs konden blijven, hoewel er wel meer titels uitgegeven gingen worden. Polis kreeg namelijk de opdracht een breder en ander fonds dan Meulenhoff|Manteau te ontwikkelen en een vrijhaven te worden

160 M. Dessing 'Harold Polis, Uitgever Meulenhoff|Manteau: 'We zetten Antwerpen De Bezige Bij Antwerpen voor de eeuwigheid neer', Boekblad, 16 juli 2010. 161 H. Polis, persoonlijk interview, 14 augustus 2014. 162 Ibidem. 163 C. Boudewijns, persoonlijk interview, 8 augustus 2014. 164 H. Polis, persoonlijk interview, 14 augustus 2014. 165 M. Dessing, 16 juli 2010. 166 Simons, 2013.

35 voor schrijvers en een brandpunt van het publieke debat.167 Tevens zou De Bezige Bij Antwerpen zich gaan focussen op de digitalisering binnen het boekenvak, wat gerealiseerd werd door de opbouw van een duidelijke site en de aanwezigheid van zowel de uitgeverij als haar auteurs op verschillende social media.168 De najaarscatalogus van 2010 werd nog als Meulenhoff|Manteau uitgegeven, maar in 2011 begon de uitgeverij fris onder de eigen naam met een eigen prospectus. Na een jaar kreeg de uitgeverij daarnaast een eigen pand in Antwerpen en een eigen organisatie voor verkoop, marketing, promotie en publiciteit.169 Wel bleef de uitgeverij samenwerken met WPG Uitgevers België op het gebied van personeelszaken en enkele verkoopmedewerkers werken zowel voor WPG als voor De Bezige Bij Antwerpen.170 Tevens werd De Bezige Bij Antwerpen de Vlaamse vertegenwoordiger van De Bezige Bij en haar imprints.171 Dit betekent in de praktijk dat alle boeken van De Bezige Bij in Vlaanderen worden gepromoot door De Bezige Bij Antwerpen en alle boeken in Nederland door De Bezige Bij. Op gezamenlijke beurzen worden zowel De Bezige Bij als De Bezige Bij Antwerpen samengevoegd onder de noemer WPG. In 2011 werd Henk Pröpper zoals gezegd de nieuwe directeur van De Bezige Bij, maar Robbert Ammerlaan bleef verantwoordelijk voor De Bezige Bij Antwerpen.172 In 2013 trok Ammerlaan zich echter terug als directeur in Vlaanderen en kwam De Bezige Bij Antwerpen opnieuw onder leiding van de directeur van De Bezige Bij.173 Waar Robbert Ammerlaan de uitgeverij vanuit Antwerpen leidde, doet Henk Pröpper dit vanuit Amsterdam.174 De vergaderingen vinden in Antwerpen plaats, maar de uitgever komt vrijwel iedere week in Amsterdam om het werk van Antwerpen te bespreken.175 De marketing- en verkoopafdeling heeft daarnaast vrijwel dagelijks contact via e-mail of telefoon, waardoor iedereen altijd op de hoogte is van elkaars werkzaamheden.176 Bij zijn vertrek stelde Ammerlaan dat De Bezige Bij Antwerpen sterk was

167 L. Th. Vermij 'Harold Polis: 'De lezer heeft ons niet meer nodig, wij hem wel', Boekblad, 27 juli 2012. 168 M. Dessing 'Nieuwe site Bezige Bij Antwerpen bekroont succesvol debuutjaar', Boekblad, 2 november 2011. 169 R. Romeny 'Zelfstandige positie voor De Bezige Bij Antwerpen', Boekblad, 7 oktober 2011. 170 C. Boudewijns, persoonlijk interview, 8 augustus 2014. 171 Ibidem. 172 V. Elzinga 'Henk Pröpper wordt nieuwe directeur/uitgever De Bezige Bij', Boekblad, 29 september 2011. 173 W. de Vries 'Robbert Ammerlaan: 'De Bezige Bij Antwerpen staat nu op eigen benen'', Boekblad, 19 februari 2013. 174 C. Boudewijns, persoonlijk interview, 8 augustus 2014. 175 H. Polis, persoonlijk interview, 14 augustus 2014. 176 C. Boudewijns, persoonlijk interview, 8 augustus 2014.

36 gegroeid en na twee jaar in omvang verdubbeld was. Dit succes was volgens hem te danken aan de auteurs.177 De uitgeverij had namelijk enkele nieuwe auteurs aan zich weten te binden, in de vorm van Ivo Victoria en Josse de Pauw, en met prijswinnende auteurs als Marc Reugebrink deed de uitgeverij het vooral in Vlaanderen erg goed. 178 Maar ook na het vertrek van Robbert Ammerlaan bleef de uitgeverij het goed doen. In vergelijking met het begin van Meulenhoff|Manteau waren er veel meer medewerkers bijgekomen. Op haar hoogtepunt werkte er bij Meulenhoff|Manteau naast de uitgever slechts één ander personeelslid, een bureauredacteur.179 In 2014 werkten er bij De Bezige Bij Antwerpen drie vaste redactieleden, twee promotiemedewerkers, één verkoop- en één productiemedewerker. Tevens heeft de uitgeverij een verkoopverantwoordelijke, maar dat is geen voltijdse functie.180 Ook maakte de uitgeverij goede cijfers; in 2013 was de omzet van De Bezige Bij Antwerpen meer dan twee miljoen euro.181 Daarnaast bleven de prijswinnende auteurs behouden. Zo stond Jeroen Theunissen in 2014 op de shortlist voor de Libris Literatuurprijs, wat ervoor zorgde dat de uitgeverij ook in Nederland meer een eigen naam kreeg. Ook auteurs als Bart van Loo en Jonathan Holslag zorgden voor extra bekendheid voor de uitgeverij, door zeer actief besproken te worden in de geschreven media en optredens in televisieprogramma's als Nieuwsuur en De Wereld Draait Door.

Concluderend kan worden gesteld De Bezige Bij Antwerpen is ontstaan uit drie verschillende uitgeverijen met drie verschillende achtergronden: De Bezige Bij, de verzetsstrijder gevangen in een concern, Meulenhoff, de prestigieuze uitgeverij waar uiteindelijk iedereen wegliep en Manteau, de Vlaamse onderdeur die niet opgewassen was tegen de Nederlandse grootmachten. De vraag die onbeantwoord blijft: hoe wil De Bezige Bij Antwerpen zich profileren?

177 W. de Vries 'Robbert Ammerlaan: 'De Bezige Bij Antwerpen staat nu op eigen benen'', Boekblad, 19 februari 2013. 178 Hij won in 2008 verrassend de Gouden Uil voor Het grote uitstel. 179 H. Polis, persoonlijk interview, 14 augustus 2014. 180 C. Boudewijns, persoonlijk interview, 8 augustus 2014. 181 H. Polis, persoonlijk interview, 14 augustus 2014.

37 3. Het beeld van De Bezige Bij Antwerpen gezien vanuit De Bezige Bij Antwerpen

3.1. Wat de uitgeverij wil uitstralen Het vorige hoofdstuk heeft laten zien dat de geschiedenis van De Bezige Bij Antwerpen gekoppeld is aan die van vele andere uitgeverijen. Het beeld dat men heeft van de uitgeverij wordt daardoor voor een groot deel gevormd door dat van de andere uitgeverijen en de omstandigheden waarbinnen De Bezige Bij Antwerpen ontstaan is. We hebben echter in de inleiding al kunnen zien dat de uitgeverij zelf ook een grote invloed heeft op het beeld dat ontstaat. De uitgeverij kan zelf een beeld uitstralen naar het publiek, Dit kan onder andere door middel van het fonds, de reclamecampagnes rond de boeken, de website, en door middel van de prospectus die de uitgeverij uitbrengt. De catalogus is het visitekaartje van de uitgeverij en verspreidt de 'nestgeur', de identiteit van de uitgeverij. Het publiek krijgt de prospectus nooit direct te zien, maar critici en boekhandels bekijken de brochure wel. Zij interpreteren de identiteit van de uitgeverij op een bepaalde manier en stralen dit weer uit in hun communicatie naar het publiek. Hierdoor krijgt de criticus en de boekhandelaar en dus indirect ook het publiek een beeld van de nestgeur van de uitgeverij. Het publiek kan de website van de uitgeverij wel zien en krijgt hierdoor ook een beeld van de nestgeur. De vraag is echter wat de nestgeur is van de uitgeverij, welk beeld wil De Bezige Bij Antwerpen uitstralen? In dit hoofdstuk staat deze nestgeur centraal. Eerst wordt geanalyseerd wat de uitgeverij zelf wil uitstralen op basis van interviews met de uitgever en de marketingverantwoordelijke. Daarna zal worden gekeken hoe de uitgeverij daadwerkelijk aan beeldvorming doet aan de hand van de prospectussen die in het bestaan van de uitgeverij zijn uitgegeven. Tevens zal hierbij worden gekeken naar de website van de uitgeverij, omdat de website ook bijdraagt aan het beeld van de uitgeverij.

Om te kijken wat de uitgeverij zelf wil uitstralen, kan te rade worden gegaan bij de uitgever en de medewerkers zelf. Daarbij moet wel in ogenschouw worden genomen dat een uitgever en de medewerkers niet de meest objectieve bronnen zijn om het eigen fonds te typeren. Doordat ze echter wel aangeven wat hun visie op de uitgeverij en haar titels is, zijn de uitspraken mijns inziens toch verhelderend om mee te nemen. Als aan uitgever Harold Polis wordt gevraagd welk beeld hij met zijn uitgeverij zou willen uitstralen, kan hij dit direct aangeven: 'De Bezige Bij Antwerpen is een

38 uitgeverij die met een scherp zicht op het verleden boeken willen maken die over vandaag gaan. Vooral geschreven door mensen die het zelf doen en los van om het even welk genre'.182 Het gaat Polis hierbij, zoals waarschijnlijk iedere uitgever zou zeggen, om kwalitatief goede, literaire boeken, die geschreven zijn door auteurs die er ook echt iets van af weten. De boeken geven antwoorden op vragen van het publiek, maatschappelijke vragen maar ook over het leven in het algemeen. De boeken gaan mee met de actualiteit, maar zijn er niet aan gebonden.183 De uitgeverij wil dan ook uitstralen tijdloze boeken uit te geven.184 Deze boeken richten zich daarnaast op een groot publiek, het zijn geen wetenschappelijke werken, maar hebben wel een duidelijke kwaliteit.185 Onder welk genre deze boeken vallen, is in principe niet belangrijk: het gaat om wat de auteur te vertellen heeft.186 Als echter toch een genrelabel moet worden opgehangen, wil de uitgeverij graag uitstralen dat er geen onderscheid gemaakt wordt, fictie en non-fictie wordt even belangrijk gevonden. De nadruk ligt echter wel op non-fictie, doordat dit genre diepgang kan geven aan de lezer, stelt de uitgever.187 Bij deze non-fictie ligt de nadruk op diepgang binnen het werk; er wordt gezocht naar specialisten die goed weten waar ze het over hebben en die daar goed over kunnen spreken. Het zijn gedegen werken met een academische basis. Bij fictie zegt de uitgever er een sterke focus op vertalingen te leggen, omdat dit onderdeel in het fonds van Meulenhoff|Manteau nog ontbrak en je dit 'nodig hebt om de omzet van een fonds te verbreden'.188 Dit is echter wel iets dat nog in ontwikkeling is en waar de komende jaren meer op gefocust zal gaan worden, aldus de uitgever. Wat tevens erg belangrijk is voor de uitgeverij, en wat de uitgeverij ook duidelijk naar voren wil laten komen, is de continuïteit binnen het fonds.189 Dit idee raakt aan de theorie van De Glas, die stelt dat zowel dominantie als continuïteit in een fonds erg belangrijk zijn voor een fonds, omdat dit ervoor zorgt dat de uitgeverij gezond blijft.190 Door een auteur meerdere boeken te laten schrijven, kan de uitgeverij ervoor zorgen dat

182 H. Polis, persoonlijk interview, 14 augustus 2014. 183 C. Boudewijns, persoonlijk interview, 8 augustus 2014. 184 H. Polis, persoonlijk interview, 14 augustus 2014. 185 C. Boudewijns, persoonlijk interview, 8 augustus 2014. 186 M. Dessing 'Harold Polis, Uitgever Meulenhoff|Manteau:'We zetten De Bezige Bij Antwerpen voor de eeuwigheid neer', in Boekblad, 6 juli 2010. 187 H. Polis, persoonlijk interview, 14 augustus 2014. 188 H. Polis, persoonlijk interview, 14 augustus 2014. 189 C. Boudewijns, persoonlijk interview, 8 augustus 2014. 190 De theorie van Frank De Glas is reeds uitgebreid besproken op pagina 9, aan de hand van F. de Glas, 'Het uitgeverijfonds als voorwerp van studie binnen een "institutionele" literatuursociologische benadering', in TTT, Vol 6, Issue 3, 1986.

39 het voor meerdere jaren inkomsten heeft. De uitgeverij probeert er dus voor te zorgen auteurs voor meerdere boeken aan zich te binden. Op deze manier kan ze investeren in de kwaliteit van de werken die uitkomen. Deze kwaliteit is niet enkel gericht op de inhoud, maar ook op de buitenkant. De uitgeverij hecht veel waarde aan de uitstraling van het product.191 In het product dat je maakt kun je namelijk je ambitie tonen. Het eerste dat een lezer ziet is de omslag van een boek en deze omslag moet daarom 'communiceren met de lezer wat je wil communiceren'.192 De uitgeverij, zo stelt Polis, wil met haar boeken communiceren dat het bedrijf stijlvol is, dat de boeken met zorg gemaakt worden en dat de boeken belangrijk zijn, iets te zeggen hebben. De uitgever is daarom van mening dat alles van het werk, dus ook het papier, de letter, de omslag, in het teken van de inhoud moet staan. Een goede boekverzorging maakt dat het boek opvalt en uiteindelijk wordt gekocht.193 Daarom wordt veel aandacht besteed aan onder andere de kleur van de omslag, deze mag gedurfd en opvallend zijn.194 Hierbij wordt de naoorlogse Amerikaanse traditie als uitgangspunt gebruikt en krijgen vormgevers de vrijheid een goed ontwerp te maken. Dit alles wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat de boeken niet op boeken van andere uitgeverijen lijken, 'dat ze zeggen: ik ben bijzonder'.195 Het boek kan hierdoor worden gezien als een kind van de uitgeverij, iets dat je herkent in de boekhandel, als een soort merk. 196 Wat de uitgeverij echter ook wil uitstralen is dat het een onderdeel is van De Bezige Bij in Amsterdam. Dat De Bezige Bij Antwerpen een zelfstandige uitgeverij is, is een belangrijke waarde, maar doordat het ook een onderdeel is van een grotere uitgeverij in Amsterdam, kan De Bezige Bij Antwerpen een belangrijke service bieden en resultaten leveren die men niet bij een andere kleine uitgeverij zou kunnen vinden. Er is een goede samenwerking en dat zorgt ervoor dat de auteurs als het ware een extra thuis kunnen hebben naast het kantoor in Antwerpen.197 De Bezige Bij Antwerpen kan hierdoor de auteurs kansen bieden voor het hele Nederlandse taalgebied, wat mogelijk niet had gekund als het bedrijf volledig op zichzelf had gestaan.198 De uitgeverij teert hierbij duidelijk op de goede naam van De Bezige Bij Amsterdam en ziet de auteurs van

191 H. Polis, persoonlijk interview, 14 augustus 2014. 192 Ibidem. 193 Ibidem. 194 Ibidem. 195 Ibidem. 196 Ibidem. 197 Ibidem. 198 C. Boudewijns, persoonlijk interview, 8 augustus 2014.

40 Amsterdam door de nauwe samenwerking ook als haar eigen auteurs.199 Tevens heeft De Bezige Bij een goede achtergrond met haar verzetsverleden en kan daardoor in het midden van het debat staan. Dit is iets dat De Bezige Bij Antwerpen waardeert en met haar boeken ook graag wil doen.200 Daarom probeert De Bezige Bij Antwerpen in haar presentatie ook duidelijk de link te leggen met De Bezige Bij. Er speelt echter nog een uitgeverij mee bij het beeld dat De Bezige Bij Antwerpen wil uitstralen. Uitgever Harold Polis heeft zich altijd erg verbonden gevoeld met Angèle Manteau, de oprichtster van uitgeverij Manteau.201 Zij liet hem zien dat er in de boekenwereld altijd ruimte is om te innoveren, zelfs als het even slecht gaat. Het boekenvak heeft op deze manier een soort continuïteit en dat heeft de uitgever en De Bezige Bij Antwerpen rust gegeven.202 Tevens heeft zij altijd kwaliteit gemaakt en heeft ze alle gezindheden bij elkaar gebracht. Harold Polis vind het belangrijk pluralistisch te werken en dit heeft hij van Manteau geleerd. Met pluralistisch werken bedoelt hij hier dat Angèle Manteau geprobeerd heeft alle gezindten en alle soorten mensen bij elkaar te krijgen. Ze maakte geen onderscheid in het geloof van de auteurs of de medewerkers en probeerde over grenzen heen te kijken. Polis probeert dit pluralistische aspect te tonen in het beeld van De Bezige Bij Antwerpen door niet een Vlaamse maar een internationale uitgeverij te zijn, die niet let op de achtergrond van de auteur maar naar wat de auteur te vertellen heeft.203 Dit pluralisme en de zucht naar kwaliteit werd ook bij De Bezige Bij nagestreefd en daarom pasten de fondsen zo goed bij elkaar.204 Het maakt tevens dat De Bezige Bij Antwerpen niet gezien wil worden als een Vlaamse uitgeverij met een Vlaamse uitgever: nationaliteit mag geen rol spelen binnen de uitgeverij.205 Binnen de literatuur bestaan geen grenzen en zowel de boeken als de lezers moeten niet beperkt zijn door afkomst, commercieel belang en nationaliteit, aldus Polis. De uitgeverij moet een vrijhaven zijn voor schrijvers en een brandpunt van het publieke debat.206 Een internationale uitstraling en pluralistische werkwijze is voor de uitgeverij belangrijk: er

199 Ibidem. 200 H. Polis, persoonlijk interview, 14 augustus 2014. 201 Ibidem. 202 Ibidem. 203 Ibidem. 204 Ibidem. 205 M. Dessing 'Harold Polis, Uitgever Meulenhoff|Manteau: 'We zetten De Bezige Bij Antwerpen voor de eeuwigheid neer', in Boekblad, `6 juli 2010. 206 Lucie Th. Vermij 'Harold Polis (uitgever De Bezige Bij Antwerpen): 'De lezer heeft ons niet meer nodig, wij hem wel', in Boekblad, 27 juli 2012.

41 zijn geen grenzen binnen genres, binnen auteurs of binnen het vak.207

3.2. Wat de uitgeverij uitstraalt De vorige paragraaf heeft inzicht gegeven in het beeld dat de uitgever en de marketingverantwoordelijke hebben willen neerzetten van De Bezige Bij Antwerpen. Door middel van uitspraken van deze medewerkers is geprobeerd een beeld te schetsen van wat de uitgeverij zou willen uitstralen. In de volgende paragraaf zal worden laten zien hoe deze wensen zich vertalen in de uitgeversparatekst, zoals die bestaat in de catalogi en de website. Aan de hand van de aanbiedingsbrochures en de website wil ik aantonen welk imago De Bezige Bij Antwerpen uitstraalt en hoe dit in stand gehouden wordt. Voor het onderzoek naar de aanbiedingscatalogi van De Bezige Bij Antwerpen zijn alle prospectussen van 2011 tot en met 2014 bestudeerd, in totaal 12 aanbiedingen, aan de hand van de theorie die in hoofdstuk 1 aan bod kwam.208 Zoals al in hoofdstuk 2 aangegeven is de uitgeverij in 2010 ontstaan. De eerste prospectus onder naam van De Bezige Bij Antwerpen werd echter nog onder de naam Meulenhoff|Manteau uitgegeven, waardoor in deze eersteling niet zozeer een beeld van De Bezige Bij Antwerpen maar van Meulenhoff|Manteau wordt geschetst. Daarom is bij dit onderzoek voornamelijk gekeken naar de catalogi onder de naam De Bezige Bij Antwerpen. De catalogus onder de naam Meulenhoff|Manteau is enkel gebruikt om de continuïteit van de auteurs te bepalen. Hiervoor zijn ook de catalogi meegenomen voor de overgang naar De Bezige Bij Antwerpen, omdat de auteurs uit het fonds van Meulenhoff|Manteau grotendeels zijn meegegaan in de overgang. Hierbij moet worden opgemerkt dat de termen aanbieding, prospectus en catalogus ter variatie door elkaar worden gebruikt, maar in principe steeds naar hetzelfde verwijzen: de brochure die de uitgeverij gewoonlijk drie maal per jaar uitbrengt en waarin de uitgeverij de nieuwe boeken aankondigt. De brochure bevat alle informatie over het boek en is bedoeld ter informatie van de pers en ter overtuiging van de boekhandelaar voor de inkoop. Elk te verschijnen boek krijgt een afgebakend stuk, vaak een pagina, met daarbij een afbeelding van het omslag, een inhoudsbeschrijving, informatie over de auteur, informatie over de eventueel geplande promotionele acties, indien beschikbaar eerdere lofuitingen in de pers en de technische gegevens zoals omvang, ISBN-nummer en de geplande verschijningsdatum. Op basis van

207 H. Polis, voorjaarsbrochure De Bezige Bij Antwerpen 2011. 208 Deze prospectussen zijn beschikbaar gesteld door de uitgeverij zelf, zowel op papier als digitaal.

42 deze brochure beslist de boekhandel hoeveel boeken er worden ingekocht en beslist de pers of er ruimte voor het boek wordt vrijgehouden. Ook bij De Bezige Bij Antwerpen komt sinds de oprichting drie maal per jaar een aanbiedingscatalogus uit, een in het voorjaar, een in de zomer en een in het najaar. In totaal gaat het hierbij in de periode van oprichting tot heden om twaalf catalogi in vier jaar. Het onderzoeksresultaat valt verder in twee delen uiteen: het eerste deel bevat de inventarisatie van de inhoud van de catalogi, dus het aantal romans, aantal poëziebundels, aantal herdrukken, aantal non-fictiewerken etc. Het tweede deel zal bestaan uit de aantekeningen over de vormgeving en de uitstraling van de catalogi. Zoals reeds genoemd is de aanbiedingsbrochure het visitekaartje van de uitgeverij en een manier om de beeldvorming rond het bedrijf te beïnvloeden. De brochure geeft aan welke titels de uitgeverij wil uitgeven en het is een manier van de uitgever om waarde toe te kennen aan zijn auteur en datgene dat hij uitgeeft. Het is op deze manier een onderdeel van de paratekst van een boek. Hierbij moet worden opgemerkt dat niet alle boeken uit de prospectus uiteindelijk ook worden uitgegeven: het geeft enkel aan welke boeken de uitgeverij van plan is uit te geven. De prospectus is echter niet de enige vorm van paratekst, andere aspecten van de paratekst zijn onder andere formaat, reeksen, het omslag, achterplat, leeslintje, de rug en buikband, titelpagina, lettertype en vormgeving. Niet al deze aspecten van een boek zijn zichtbaar in een prospectus: het binnenwerk van een boek is meestal onzichtbaar. Wel kan iets worden gesteld over de paratekst van de prospectus als geheel, zoals het omslag ervan, de illustraties en fotografie, de uitvoering en de vormgeving. Verder is bij de vormgeving en de uitstraling gekeken naar wat de uitgeverij over zichzelf zegt. Hoewel het niet gebruikelijk is om reclame te maken voor de eigen naam, is het mogelijk dat de uitgeverij in de prospectus nadruk legt op verdiensten van de uitgeverij zelf. Te verwachten valt dat De Bezige Bij Antwerpen de nadruk op zichzelf zal leggen in de eerste brochures na de oprichting, omdat er uitgelegd moet worden waar de uitgeverij voor staat. In deze analyse is dit aangegeven onder de noemer 'zelfpromotie'. Bij de inventarisatie van de inhoud is ook gelet op de rol als gatekeeper. De gatekeeperrol kan worden gebruikt voor onder andere het doorlaten van vertaalde werken van bepaalde vertaalgebieden of invloedsferen, maar ook voor het doorlaten van debutanten. Bij de inventarisatie voor deze analyse is gekeken naar de debuten die De Bezige Bij Antwerpen heeft uitgegeven. Voor deze analyse is per catalogus het aantal

43 debuten geteld en het genre van het debuut genoteerd, voor zover duidelijk werd uit de brochure dat dit een debuut was. Hierbij is gekeken naar volledige literaire debuten, waarbij de auteur dus volledig nieuw is in het boekenvak.209 Een prozadebuut van een dichter is niet meegerekend als debuut, omdat deze auteur reeds meedraaide in het literaire veld. Tevens zijn debuten van non-fictieschrijvers niet meegeteld, omdat in dit genre schrijvers vaker slechts eenmalig iets uitgeven. Door dit mee te tellen in het totaal aantal debuten, zou een verkeerd beeld ontstaan van de gatekeeperrol van de uitgeverij. Wat betreft de verdere fondsvorming is gelet op boeksoort van deze debuten, maar ook boeksoort van alle boeken, zoals door Frank de Glas in 1986 werd beschreven in zijn theorie over dominantie en continuïteit.210 Bij deze boeksoorten komt ten eerste het totaal aantal aangeboden boeken per prospectus aan bod. Aan de hand hiervan kan een indruk worden verkregen van de boekproductie van de uitgeverij. Vervolgens is geteld hoe dit totale titelaanbod verdeeld is over de verschillende genres . Op deze manier kan worden bepaald welke boeksoort dominant is bij de uitgeverij. Het totaal aantal boeken per catalogus is bepaald aan de hand van het aantal titels dat in de inhoudsopgave van elke catalogus vermeld is. De boeken waarvoor slechts geadverteerd werd, maar die geen aparte pagina hebben gekregen, zijn hierbij buiten beschouwing gelaten, omdat deze niet in de inhoudsopgave zijn vermeld. Tevens zijn enkel de brochures meegerekend en niet de aparte spreads die wellicht nog zijn uitgegeven. Vervolgens is een onderscheid gemaakt tussen Nederlandstalige fictie en vertaalde fictie, aan de hand van de eigen onderscheidingen van de uitgeverij. De andere genres die aan bod komen zijn poëzie, non-fictie algemeen, non-fictie biografieën en overig. Doordat de uitgeverij veel non-fictie uitgeeft, is ervoor gekozen in non-fictie een onderscheid te maken in algemeen en biografieën. Voor dit specifieke onderscheid is gekozen, omdat de uitgeverij het beeld wil uitstralen dat ze het verleden en de personen daarachter in gedachten houdt bij het uitgeven van nieuwe titels. Dit wekt de indruk dat er meer aandacht zal zijn voor geschiedenis en met name voor mensen die belangrijk zijn geweest in de geschiedenis, en die vandaag de dag nog steeds van belang zijn. Biografieën worden vaak geschreven vanuit deze visie en daarom zullen biografieën

209 Of iets een debuut is, is afgeleid van de prospectus. Het gaat hierbij dus om of het boek als debuut gepresenteerd is door de uitgeverij. 210 Zie voor de theorieën van Frank de Glas onder andere 'Het uitgeverijfonds als voorwerp van studie binnen een "institutionele" literatuursociologische benadering', in TTT, Vol 6, Issue 3, 1986 en 'De materiële en symbolische productie van het werk van moderne literaire auteurs. Bouwstenen voor de reputatie van de jonge Hella Haasse' in Jaarboek voor de Nederlandse boekgeschiedenis, nr. 10, 2003.

44 wellicht vaker uitgegeven worden dan andere soorten non-fictie. Door deze twee categorieën apart te analyseren, kan beter worden getoond wat de uitgeverij precies uitgeeft. De categorie overig is gereserveerd voor werken als essays, toneelteksten, fotoboeken, interviews en strips. Verder is met het oog op het exploitatiebeleid het aantal herdrukken per aanbieding geteld. Hierbij gaat het om de heruitgave van 'oud goud', van de huisauteurs van de uitgeverij die nogmaals worden uitgegeven. Het aantal aangeboden herdrukken was echter niet eenvoudig te achterhalen, omdat dit niet altijd in de aanbieding is aangegeven. Onder herdruk wordt hier verstaan alles wat al eerder in druk is verschenen en dat door middel van de prospectus opnieuw wordt aangeboden in een ander jasje. Hierbij zijn ook de werken meegerekend waar enkele wijzigingen in aangebracht zijn, bijvoorbeeld op basis van de actualiteiten. Een compleet nieuwe vertaling, een verzameld werk of de toevoeging van niet eerder gepubliceerd materiaal is hierbij niet als herdruk meegerekend. Tevens is geanalyseerd in welk genre de herdrukken vallen. Daarnaast is meegenomen welk boek als eerste genoemd wordt in de aanbieding. De eerste pagina's van de prospectus zijn belangrijk omdat daarop het eerst het oog valt, en dit dus de beste verkoopkansen geeft. Het is de plek die aangeeft op welke titels de uitgeverij het zwaarst inzet, de zogenaamde A-titels voor de uitgeverij211. Per prospectus is daarom geanalyseerd welk boek en auteur als eerst gepresenteerd wordt en in welk genre dit valt. Per prospectus is daarom geanalyseerd welk boek als eerst gepresenteerd is en onder welk genre het boek valt. Voor de vormgeving en uitstraling van de catalogi is ten slotte gekeken naar de indeling van de brochure, of deze bijvoorbeeld op alfabetische volgorde of op genre is en of er eerst een voorwoord is, naar het gebruik van kleur, foto's, illustraties, hoeveel pagina's per boek worden uitgetrokken en welke omslag de prospectus heeft.

3.2.1. Totaal aantal boeken Het totaal aantal boeken per brochure geeft aan dat de uitgeverij zichzelf niet presenteert als kleine uitgeverij waar slechts enkele boeken per jaar worden uitgegeven. Er kan worden geconcludeerd dat het aantal per aanbieding varieert, maar dat er per brochure rond de twintig tot dertig boeken worden gepresenteerd, per jaar dus zo'n 60

211Nijsen, J. ABC van de literaire uitgeverij (Amsterdam: uitgeverij Podium, 2012), 14.

45 à 90 boeken. Met uitzondering van het jaar 2011, kan worden gesteld dat in het najaar het grootst aantal boeken wordt gepresenteerd en in het voorjaar juist het minst. Dit valt te verklaren aan de hand van de opening van het literaire seizoen, die ieder jaar in het najaar plaatsvindt. Doordat het seizoen dus van najaar tot zomer loopt in plaats van voorjaar tot najaar, zal de uitgeverij normaal gesproken bij de opening van het seizoen haar beste auteurs laten uitkomen en de grootste hoeveelheid titels per aanbieding. Een verklaring voor de uitzondering in 2011 kan zijn dat de uitgeverij in het voorjaar van 2011 haar eerste brochure uitgaf. In zo'n eerste aanbieding moet worden getoond waar de uitgeverij voor staat en wie haar auteurs zijn en het is mogelijk dat de uitgeverij in 2011 het voorjaar als haar literaire opening zag. Doordat in het voorjaar zoveel auteurs gepresenteerd werden, waren er minder titels over voor het najaar, waardoor in 2011 in het najaar het minst aantal titels gepresenteerd werden. Verder kan worden gesteld dat het aantal boeken dat per aanbieding wordt gepresenteerd, schommelt tussen de 19 en 28 uitgaven. Als echter wordt gekeken naar het totaal aantal boeken aangeboden per jaar, dan zijn de verschillen veel kleiner. Over de jaren 2011 tot en met 2014 schommelt het totaal aantal boeken per jaar tussen de 69 in 2012 en 74 in 2014. In 2011 worden 71 boeken gepresenteerd en in 2014 73. De uitgeverij is ondanks deze kleine verschillen dus vrij constant in de hoeveelheid boeken die worden aangeboden per jaar. Ook per periode is de uitgeverij in aantal vrij constant als het jaar 2011 als uitzondering wordt gezien. In de zomeraanbiedingen worden bijvoorbeeld telkens 24 boeken gepresenteerd en bij de zowel de voorjaar- als najaarsaanbiedingen zitten slechts kleine verschillen.

Totaal aantal boeken gepresenteerd 28 28 26 27 24 24 24 23 22 22 20 19

Grafiek 1: Totaal aantal boeken gepresenteerd door De Bezige Bij Antwerpen.

46 3.2.2. Verhouding Nederlandstalige en vertaalde fictie. Over het algemeen kan worden gesteld dat er per aanbieding minder vertaalde fictietitels aangeboden worden dan Nederlandstalige fictie. Het aantal Nederlandse fictie schommelt van 8 in alle aanbiedingen van 2012 naar 3 in de zomer van 2014.. Het aantal vertaalde fictie varieert nog meer, van 0 in de zomer- en najaarsaanbieding van 2011 tot 10 in het najaar van 2014. Dat deze najaarsaanbieding uitzonderlijk hoog is, valt te verklaren door de introductie van de Simenonwerken, die in groepen van vier zullen worden gepresenteerd. Als deze brochure echter buiten beschouwing wordt gelaten, varieert het aantal vertaalde fictie van 0 tot 3. Hier is dus veel minder variatie te zien, terwijl het aantal Nederlandstalige fictie juist ieder jaar minder wordt. Als wordt gekeken naar de totale hoeveelheden fictie per jaar, dan kan worden gesteld dat er in 2012 een stijging was in het totale aantal, maar dat de aantallen verder vrij dicht bij elkaar liggen: in 2011 waren er 22 fictietitels gepresenteerd, in 2012 29, in 2013 24 en in 2014 25 titels. Als 2012 dus buiten beschouwing wordt gelaten, kan worden gesteld dat het aantal fictietitels toeneemt, ondanks de verminderde aandacht voor Nederlandstalige fictie. Deze gegevens schetsen het beeld van De Bezige Bij Antwerpen als uitgeverij die wel aandacht heeft voor fictie, maar hierbij steeds meer focust op werken uit het buitenland. Dit is voornamelijk het geval in 2014. Een verklaring hiervoor kunnen zoals gezegd de Simenonwerken zijn.212 In 2014 is De Bezige Bij Antwerpen begonnen met het uitgeven van vier nieuwe titels per brochure en doordat dit vertaalde titels zijn, zijn er op deze manier in één keer al 4 vertaalde titels bij in het totaal. Doordat deze werken echter de komende brochures vaker zullen worden aangeboden, wordt de focus op vertaalde fictie steeds groter. Ook wordt hierdoor de indruk gewekt dat er veel vertaalde auteurs worden uitgegeven, terwijl het in feite om één auteur gaat voor meerdere titels. Wat verder opvalt bij de vertaalde titels, is dat deze titels voornamelijk oorspronkelijk uit Frans-, Duits- of Engelstalige titels zijn. De uitgeverij kan zich hierdoor niet presenteren als uitgeverij met kennis van één specifiek taalgebied of als uitgeverij die buiten de gebaande paden denkt wat betreft vertalingen.

212 Redactie De Bezige Bij Antwerpen, 11 september 2014 op: http://www.debezigebijantwerpen.be/georges-simenon-is-terug/

47 Totaal aantal fictietitels gepresenteerd 16

14

12

10 3 1 1 8 1 0 0 2 2 6 3 2 10 4 2

2 7 7 7 8 8 8 6 7 4 4 3 4 0

Nederlandse fictie Vertaalde fictie

Grafiek 2: Aantal gepresenteerde fictietitels door De Bezige Bij Antwerpen.

3.2.3. Poëzie Piere Bourdieu stelt dat de echte literaire uitgever zich kenmerkt door zijn poëziefonds. Hij geeft aan dat goed verkopende fictie wellicht economisch hoger in rang is, maar dat poëzie cultureel gezien op een hoger niveau staat.213 Een uitgeverij kan zich dus laten zien als echte literaire uitgeverij door poëzie uit te geven. Als De Bezige Bij Antwerpen zichzelf wil laten zien als literaire uitgeverij, zal het daarom tijd en geld investeren in poëzie, en dit via de prospectus willen tonen. Als wordt gekeken naar de brochures van De Bezige bij Antwerpen, dan valt op dat in elke aanbieding poëzie wordt gepresenteerd. Hierdoor wordt het beeld gevormd dat de uitgeverij tijd en geld investeert in een cultureel product als poëzie. Het precieze aantal poëzie-uitgaven schommelt tussen 1 en 4 per aanbieding. Bij de eerste aanbiedingsbrochure van De Bezige Bij Antwerpen werd direct het hoogste aantal poëzie-uitgaven gepresenteerd en ook het totaal van 2011 is hoger dan dat van de andere jaren; waar in 2011 negen poëzie-uitgaven voorgesteld werden, waren dat in 2012 slechts drie en in zowel 2013 als 2014 werden vier poëzie- uitgaven aangeboden. Als dit wordt vergeleken met het totaal aantal titels, dan kan

213 Bourdieu, P. 'The production of belief: contribution to an economy of symbolic goods' in Media, Culture and society, 1980, nummer 2, p. 261 - 293, p. 262.

48 worden gesteld dat De Bezige Bij Antwerpen in 2011 poëzie als een belangrijker onderdeel van het fonds zag dan in de jaren daarna. Een reden hiervoor kan zijn dat de uitgeverij bij de oprichting wilde laten zien welke auteurs ze in huis had, en daarom ook al haar dichters veel ruimte gaf voor een publicatie. Hoewel de uitgeverij echter in de jaren daarna minder poëzie uitgeeft, is er in de berichten wel aandacht voor het stadsdichterschap van auteur Stijn Vranken en de poëzieprijzen voor auteurs als Paul Bogaert en Yannick Dangre. Dit geeft aan dat de uitgeverij zichzelf wel laat zien als uitgeverij met oog voor poëzie, maar dat het geen uitgeverij is die enkel gericht is op poëzie. De poëziewerken die de uitgeverij wel uitgeeft, zijn voornamelijk van literaire, hoogstaande kwaliteit en winnen ook prijzen, zoals de C. Buddingh-prijs, de Vlaamse Debuutprijs en de VSB-poëzieprijs, wat wel het beeld schetst van een uitgeverij die er verstand van heeft.

Aantal gepresenteerde poëzietitels 5

4

3

2 Poëzie

1

0

Grafiek 3: Aantal poëzietitels gepresenteerd door De Bezige Bij Antwerpen per aanbieding

3.2.4. Non-fictie Als wordt gekeken naar het volledige aantal gepresenteerde non-fictietitels per aanbieding, dan valt op dat, hoewel er iedere prospectus aandacht is voor non-fictie, niet in iedere prospectus biografieën worden gepresenteerd. Het totale aantal non-fictietitels varieert van 5 in de voorjaarsaanbieding van 2012 tot 15 in de zomeraanbieding van 2014. Als hierbij wordt gekeken naar het aantal biografieën, dan varieert dit aantal van 0 in zowel najaar 2011, voorjaar 2012 als zomer 2014 tot 5 in de zomer van 2012. Opvallend hierbij is dat in de brochure met 15 non-fictietitels, er geen enkele biografie

49 gepresenteerd is. Als wordt gekeken naar het totaal aantal non-fictietitels per jaar, dan zijn hier grotere verschillen te ontdekken dan bij het totaal aantal fictietitels dat per jaar wordt aangeboden. In 2011 werden 32 non-fictietitels aangeboden, waarvan 6 biografieën, in 2012 29 titels met 8 biografieën, in 2013 35 titels met daarin 5 biografieën en in 2014 maar liefst 38 titels met slechts 2 biografieën. Hoewel er in 2012 minder non-fictietitels werden gepresenteerd, lag daar wel de piek in het aantal biografieën. In 2014 is juist het omgekeerde het geval. Hieruit valt af te leiden dat er veel aandacht is voor het genre non-fictie, maar dat de hoeveelheid biografieën afneemt. De brochure zet de uitgeverij hier duidelijk neer als uitgeverij met een duidelijke aandacht voor non-fictie en aandacht voor biografieën, hoewel deze aandacht voor biografieën wel langzamerhand vermindert. Hierdoor is de focus op het verleden wellicht minder duidelijk aanwezig, maar de brochure toont wel aan dat de uitgeverij belangstelling heeft voor de diepgang die in het non-fictiegenre wordt gevonden. De non-fictiewerken die worden gepresenteerd behandelen immers voornamelijk zaken die aansluiten bij het publiek en aansluiten op de actualiteit, maar die ook na enkele jaren nog steeds ter zake kunnen doen. Een voorbeeld van zo’n titel is Gevonden!, een boek van Steven Stroeykens over het Higgs-deeltje. Dit boek werd in het najaar van 2013 gepresenteerd en behandelt de ontdekking van dit deeltje in 2012. Hoewel het onderwerp een nieuwsfeit was in die periode, is het boek zo geschreven dat het meer een diepgaande geschiedenis beslaat dan simpelweg het beschrijven van het nieuwsfeit. Hierdoor wordt het heden wel beschreven, maar op zo’n manier dat het ook in de toekomst nog steeds relevante materie zou kunnen zijn. Een ander voorbeeld is de cultuurgeschiedenis van Matthijs de Ridder, Rebelse ritmes, dat in 2012 gepresenteerd werd. Door te spreken over zowel jazz als literatuur in een periode die niet heel duidelijk wordt afgebakend, blijft het boek ook over enkele jaren hopelijk nog een interessant naslagwerk. De titel wordt wel gekoppeld aan een radioreeks om de actualiteit te halen, maar dit maakt het werk niet direct een boek dat enkel als actualiteit te lezen valt. Hierdoor schept de brochure het beeld dat De Bezige Bij Antwerpen tijdloze, diepgaande boeken uitgeeft, die wel kunnen aansluiten bij de actualiteit, terwijl dat niet per se noodzakelijk is.

50 Totaal aantal non-fictie gepresenteerd 0

2 2 1 1 1 0 5 3 2

4 0

12 5 9 5 8 8 8 10 12 11 15 10

Algemeen biografieën

Grafiek 4: Totaal aantal gepresenteerde non-fictietitels door De Bezige Bij Antwerpen

3.2.5. Overig De hoeveelheid overige uitgaven die per aanbieding worden gepresenteerd, variëren tussen de 1 en 5 uitgaven, de totale hoeveelheid per jaar was in zowel 2011 als 2012 8 uitgaven, in 2013 11 en in 2014 6 uitgaven. Er valt vrij weinig te zeggen over bij welke soort aanbieding het aantal overige uitgaven het hoogst is, in 2012 en 2013 is dit het geval bij de najaarsaanbieding, terwijl in 2011 en 2014 de piek juist bij de zomeraanbieding ligt. De uitgaven die in deze categorie worden aangeboden, zijn voornamelijk strips en essays, met soms theaterteksten en een enkele keer een brieven- of interviewbundel of een fotoboek. Hoewel de hoeveelheid van het aantal overige uitgaven per aanbieding varieert, geeft het wel een beeld van de uitgeverij, namelijk dat zij niet enkel aandacht heeft voor de standaardgenres, maar ook werken als stripboeken en fotoboeken uitgeeft. Deze boeken worden met veel zorg en aandacht gemaakt, zo blijkt uit de hoeveelheid afbeeldingen die in de brochures erbij geplaatst worden. De stripboeken zorgen voor een lichtelijk commercieel beeld van de uitgeverij; het past niet direct bij het literaire niveau dat de uitgeverij wil uitstralen. Voornamelijk een werk als Cowboy Henk waarbij een samenwerking wordt aangegaan met een tijdschrift, maken dat De Bezige Bij

51 Antwerpen geassocieerd kan worden met commercie. Door de strips echter aan te bieden als ‘striproman’ en als ‘realistische strip voor volwassenen’ wordt geprobeerd deze werken nog wel een kwalitatieve kant mee te geven.

Aantal overige uitgaven gepresenteerd 6 5 5 5 4 4 3 3 3 3 2 2 2 2 2 1 1 1 0

Grafiek 5: aantal overige uitgaven gepresenteerd door De Bezige Bij Antwerpen

3.2.6. Debutanten Als wordt gekeken naar het aantal debuten dat wordt aangeboden per aanbieding, dan kan worden gesteld dat dit aantal varieert van 0 debuutauteurs in iedere voorjaarsaanbieding van 2011 t/m 2014 tot 3 debuutauteurs in de zomeraanbieding van 2013. Hoewel er vier aanbiedingen zijn waarin geen debuten worden gepresenteerd, besteedt de uitgeverij wel ieder jaar aandacht aan debutanten. Als op jaarniveau wordt gekeken, dan worden er elk jaar tussen de 2 (in 2014)en 5 (in 2013) debuten gepresenteerd. Deze verschillen variëren tussen de 3% in 2014 tot 7% in 2013 in percentages van het totaal aantal boeken aangeboden per jaar. Als wordt gekeken naar de dominante genresoort van de debuten, valt op dat slechts twee keer een poëziedebuut werd uitgegeven. Van de andere debuten is precies de helft vertaalde fictie, de andere helft Nederlandstalige fictie. In de brochures waarin geen debuutauteurs worden gepresenteerd, wordt het beeld geschetst van een uitgeverij die aandacht heeft voor nieuw talent. Van de 12 brochures zijn vier folders zonder debutanten en hierdoor lijkt de uitgeverij minder oog te hebben voor nieuwe auteurs, maar toch zijn er in de periode 2011 tot en met 2014 14 debutanten gepresenteerd. Positief hiervan is ook dat de uitgeverij ieder jaar minstens 2

52 debuten presenteert, waardoor de uitgeverij te zien is als een uitgeverij waar auteurs kunnen debuteren. Deze debuten echter voornamelijk te vinden bij de fictie, maar ook binnen de poëzie valt te debuteren bij de uitgeverij. Opvallend is dat 6 van de 14 debutanten vertaald zijn, waardoor het lijkt alsof De Bezige Bij Antwerpen afwacht wat het succes van debutanten in andere landen is, voordat ze in het fonds worden opgenomen. Dit straalt een beeld uit van De Bezige Bij Antwerpen als uitgeverij waar niet alleen Nederlandstalige debuutauteurs terecht kunnen, maar ook vertaalde auteurs. Tevens straalt dit een beeld uit dat de uitgeverij ook gericht is op poëzie, waardoor je niet enkel met een fictiemanuscript aan kunt kloppen bij de uitgeverij.

3.2.7. Herdrukken Grafiek 6 toont zowel het aantal debuten als het aantal herdrukken op het totaal van de gepresenteerde boeken door de uitgeverij. Als wordt gekeken naar het aantal herdrukken per aanbieding, dan kan worden gesteld dat dit aantal varieert van 0 tot 7 herdrukken tegenover minimaal 16 tot maximaal 26 eerste drukken per aanbieding. Hoewel er aanbiedingen zijn waarbij geen herdrukken gepresenteerd worden, kan wel worden geconcludeerd dat de uitgeverij ieder jaar herdrukken aanbiedt. Als op jaarniveau wordt gekeken, dan is te zien dat er elk jaar tussen de 7 en 12 herdrukken gepresenteerd worden. De verschillen variëren hier tussen de 10% in 2011 en 2013 en 16 % in 2014 als percentage van het totaal aantal boeken aangeboden per jaar. Hierbij gaat het voornamelijk om Nederlandse fictie, hoewel zowel vertaalde fictie als non-fictie ook veelvuldig vertaald worden. Deze gegevens wekken de indruk van De Bezige Bij Antwerpen als uitgeverij waar aandacht wordt besteed aan haar fondsauteurs en de goed lopende titels. Minstens 10% van alle boeken die in een jaar worden gepresenteerd, wordt gepresenteerd als herdruk en dit geeft aan dat er nog genoeg ruimte is voor nieuwe boeken, maar dat ook de oudere boeken niet worden vergeten. Niet alle herdrukken worden gepresenteerd in de prospectus, enkel herdrukken die een vernieuwend element ten opzichte van de vorige druk bevatten. Het kan hierbij gaan om titels die goed verkocht werden en een extra boost krijgen, maar ook om boeken die een belangrijke, interessante inhoud hebben. Meestal worden de omslagen aangepast en regelmatig worden werken geactualiseerd voordat ze in herdruk gaan. Een voorbeeld hiervan is Arm Wallonië van Pascal Verbeken, dat in het voorjaar van 2014 werd aangeboden en in . Dit boek vertelt over Wallonië, dat vroeger het rijke gedeelte van België was, maar intussen juist de arme regio is

53 geworden. Het boek is zeven jaar na de eerste verschijning in 2007 geactualiseerd naar aanleiding van de nieuwste ontwikkelingen binnen België. Hierdoor is het boek ook zeven jaar na dato nog steeds interessant voor de lezer. Een ander voorbeeld van een herdruk is Omega minor van Paul Verhaeghen, waarvan de eerste druk in 2004 verscheen. Dit boek werd gepresenteerd in de zomeraanbieding van 2011 en werd gepromoot met de zin ‘Het boek is aan de elfde druk toe’. Dit geeft aan dat het boek goed verkoopt en dat er daarom een nieuwe druk gemaakt is. Hierdoor geeft de aanbiedingsbrochure het beeld van een uitgeverij die goed kijkt naar zijn fonds en naar de wensen van het publiek. Er worden boeken herdrukt die een belangrijke inhoud bevatten en die ze nogmaals onder de aandacht willen brengen, maar tevens worden boeken herdrukt waar gewoon grote vraag naar is. Dit wekt het beeld van De Bezige Bij Antwerpen als uitgeverij die enkel financieel is ingesteld, maar die tevens kijkt naar de inhoud van ieder boek en rekening houdt met de smaak en interesses van het publiek.

Aantal herdrukken en debuten versus totaal aantal gepresenteerde boeken 30 28 26 24 22 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 2011/1 2011/2 2011/3 2012/1 2012/2 2012/3 2013/1 2013/2 2013/3 2014/1 2014/2 2014/3

Totaal Debuten Herdrukken

Grafiek 6: aantal herdrukken en debuten vergeleken met het totaal aantal aangeboden boeken.

3.2.8. Dominantie Na naar alle genres apart te hebben gekeken, kan worden geconcludeerd welke boeksoort het meest dominant is. Hiervoor is gekeken per aanbiedingsjaar, omdat per

54 aanbieding soms grote verschillen waar te nemen waren. Als echter wordt gekeken per jaar, dan kan worden gesteld dat non-fictie vrijwel altijd het meest dominant is. Hoewel er in aantallen per jaar redelijke variaties waar te nemen zijn, liggen de percentages non-fictie op het totaal tussen de 42% en 52%. Enkel in 2012 komt fictie hierbij in de buurt, met 29 uitgaven komt het genre fictie eveneens op 42% van het totaal. Opvallend hierbij is echter wel dat 2012 voor fictie een piek was, terwijl dit voor non-fictie juist een negatieve uitschieter was. In 2014 zijn deze percentages namelijk verschoven naar 35% fictie en 52% non-fictie. Hierdoor kan worden geconcludeerd dat de nadruk bij De Bezige Bij Antwerpen ligt op het uitgeven van non-fictie. Tevens wordt de positie van non-fictie op de domper in 2012 na ieder jaar verstevigd. Het uitgeven van fictie komt hierbij op een tweede plaats, waarbij de aantallen variëren tussen de 31% en 42%. De hoeveelheid overige uitgaven is per jaar anders en schommelt tussen de 8% in 2014 en 15% in 2013. Het percentage poëzie is echter van 13% in 2011 gezakt naar 5% in 2014. Dit laat duidelijk zien dat de steeds beter wordende positie van non-fictie voornamelijk ten koste gaat van het genre poëzie, op de voet gevolgd door de categorie 'overig'. Dit geeft een duidelijk beeld van De Bezige Bij Antwerpen als een non-fictie-uitgeverij, waar verder veel fictie, voornamelijk vertaalde fictie, wordt uitgegeven. Het beeld dat de uitgeverij diepgang wil brengen en wil aanhaken bij de maatschappij, wordt door deze hang naar non-fictiewerken verstevigd. In non-fictie kan namelijk over het algemeen duidelijker dan in fictie worden gesproken over zaken die de maatschappij van vandaag aangaan en kunnen deze zaken ook makkelijker worden aangekaart. Dit wekt de indruk dat de uitgeverij mee wil doen in het debat en dat de uitgeverij duidelijk iets te zeggen heeft. Het wekt echter ook de indruk dat de uitgeverij minder aandacht heeft voor fictie en dat hierdoor de kwaliteit van de fictie wellicht ook minder zal zijn dan de kwaliteit van de non-fictiewerken.

55

2011 2012

3 9 8 22 8 29

29 32

Fictie non-fictie Overig Poëzie Fictie Non-fictie Overig Poëzie

2013 2014

4 4 11 6 24 25

35 38

Fictie Non-fictie Overig Poëzie Fictie Non-fictie Overig Poëzie

Grafiek 7: totaal aantal aangeboden boeken per genre

3.2.9. Openingsboek Als we alle openingsboeken, de titels die als eerste worden genoemd in de aanbiedingscatalogus, op een rijtje zetten, dan komt duidelijk terug dat zowel non-fictie als fictie de belangrijkste genres zijn voor de uitgeverij. Iedere brochure wordt een andere auteur de eer gegeven het openingsboek te zijn en nooit is een boek van het genre 'poëzie' of 'overig' het openingsboek. Opvallend hierbij is dat, hoewel non-fictie het hoofdgenre is voor de uitgeverij, er bij het openingsboek vaker de voorkeur wordt

56 gegeven aan een fictietitel; van de 12 titels wordt 8 keer voor een fictietitel gekozen en slechts 4 keer voor non-fictie. Van deze 8 fictie-uitgaven wordt slechts twee keer een vertaald werk gekozen als openingsboek. Opvallend hierbij is wel dat in de zomer van 2013 voor een vertaald werk wordt gekozen, terwijl in die aanbieding maar twee fictie- uitgaven vertaald zijn. Verder is het openingsboek van de eerste aanbieding in 2011 opvallend, omdat dit een boek is met bijdragen van alle auteurs van de uitgeverij. Het boek gaat over de toekomstvisie van de auteurs, wat erg toepasselijk is bij de eerste aanbieding van een nieuwe uitgeverij. Ten slotte valt het openingswerk van de voorjaarsaanbieding van 2014 op, doordat het openingswerk de eerste roman is van Ivo Victoria die verscheen bij De Bezige Bij Antwerpen. In een eerdere catalogus werd al aangegeven dat hij een overstap maakte van zijn oude uitgeverij naar De Bezige Bij Antwerpen en in het voorjaar van 2014 verscheen zijn eerste boek bij zijn nieuwe uitgeverij. Door het boek als eerste werk te noemen in de prospectus van voorjaar 2014 wordt de aandacht nog even extra gevestigd op de auteur en zijn overstap. Al deze openingsboeken lijken erop te wijzen dat de uitgeverij haar fictietitels het liefst direct naar voren plaatst, omdat ze anders te veel op een non-fictie-uitgeverij zou kunnen lijken. Door met een literaire fictietitel te openen, laat je meteen zien dat je literaire fictie uitgeeft en dus niet enkel de focus hebt op non-fictie. Ook kan de uitgeverij op deze manier onderstrepen dat de uitgaven die worden uitgegeven literair zijn en deze literaire kant kan hierdoor ook 'afgeven' op het beeld van de non-fictietitels. Bij de voorjaarsaanbieding van 2014 werd bijvoorbeeld gekozen voor een literaire fictietitel en voor Ivo Victoria als openingsauteur, waarschijnlijk omdat dit zijn eerste werk was bij de uitgeverij. De uitgeverij wordt hierdoor nog even extra gekoppeld aan de persberichten die eerder zijn verschenen. Tevens moet zo’n openingsboek ervoor zorgen dat de brochure volledig doorgebladerd wordt, in plaats van dat de folder juist wordt weggelegd na het zien van dit boek. Een presentatie met nieuwswaarde kan er hierdoor voor zorgen dat men geïnteresseerd raakt in de rest van de aangeboden boeken. Al met al wekken de gekozen openingsboeken de indruk dat de uitgeverij goed nadenkt over hoe de boeken gepresenteerd moeten worden en zorgen ze voor een beeld van De Bezige Bij Antwerpen als uitgeverij die met zorg let op de inhoud van zijn werken, zelfs over de volgorde van de gepresenteerde boeken in de brochure wordt zorgvuldig over nagedacht.

57 Prospectus Openingsboek en -auteur Genre Voorjaar 2011 Utopisch alfabet - auteurs Non-fictie De Bezige Bij Antwerpen Zomer 2011 De vloek van Osama - Rudi Non-fictie Vranckx Najaar 2011 20 onder 40 - red. Harold Nederlandse fictie Polis Voorjaar 2012 Massa - Joost Nederlandse fictie Vandecasteele Zomer 2012 De dag dat we Andy z'n arm Nederlandse fictie afzaagden Najaar 2012 Slaapwandelaars - Non-fictie Christopher Clark Voorjaar 2013 Straus Park - P.B. Gronda Nederlandse fictie Zomer 2013 Daar is hij weer - Timur Vertaalde fictie Vermes Najaar 2013 De verdwenen zoon - Dror Vertaalde fictie Mishani Voorjaar 2014 Dieven van vuur - Ivo Nederlandse fictie Victoria Zomer 2014 Het einde van de rode mens Non-fictie - Svetlana Alexijevitsj Najaar 2014 Veertig jaar liefde - Jan van Nederlandse fictie Loy Tabel 2: openingsboeken en auteurs in de brochures van De Bezige Bij Antwerpen.

3.2.10. Fondsauteurs De uitgeverij gaf aan veel waarde te hechten aan fondsauteurs, auteurs die meerdere boeken bij De Bezige Bij Antwerpen uitgeven. Het is echter lastig aan te geven of een auteur meerdere boeken heeft uitgegeven bij de uitgeverij, doordat de uitgeverij slechts enkele jaren bestaat. Een boek wordt niet binnen enkele weken geschreven en gepubliceerd, en een tijdsperiode van 2011 tot 2014 is hierdoor in veel gevallen een te

58 korte periode om meerdere boeken in te presenteren. De uitgeverij heeft echter op enkele uitzonderingen na alle auteurs uit het fonds van Meulenhoff|Manteau weten te behouden. Door te kijken naar het fonds vanaf de oprichting van Meulenhoff|Manteau in 2003, is de periode waarin een auteur een oeuvre kan opbouwen binnen de uitgeverij langer. Op deze manier kan toch een uitspraak worden gedaan over de fondsauteurs van De Bezige Bij Antwerpen. Als we kijken naar de auteurs en hun boeken die in de aanbiedingsbrochures worden gepresenteerd, valt op dat veel auteurs meer dan één keer in de folders hebben gestaan. Een auteur als Amélie Nothomb kwam bijvoorbeeld in vier jaren met verschillende boeken in de aanbiedingsbrochures voor en stond voor het eerst in de prospectus in 2010. Ook Jeroen Theunissen stond vaak met zijn boeken in de brochures, om precies te zijn 6 keer in de periode 2006 – 2014. Jeff Geeraerts en Johan de Boose zijn de auteurs die het vaakst in de brochure staan; allebei zijn in negen jaren in de brochures terug te vinden. Er zijn echter ook veel auteurs die minder vaak in de folder staan. Een auteur als Carmien Michels stond bijvoorbeeld slechts één keer in de folder en ook Frank Seberechts stond enkel in 2014 in de brochure. In totaal zijn er 92 auteurs die vaker dan één keer in de brochure gepresenteerd zijn, met twee keer als minimum en negen jaren als maximum. Opvallend hierbij is dat sommige auteurs enkel ten tijde van Meulenhoff|Manteau zijn gepresenteerd en anderen enkel na de oprichting van De Bezige Bij Antwerpen. Een voorbeeld hiervan is Yannick Dangre, waarvan de uitgeverij heeft aangegeven dat hij verhuisd is naar De Bezige Bij. Bij andere auteurs is het mogelijk dat zij pas later door de uitgeverij zijn ontdekt en daardoor ook pas later gepresenteerd zijn in de brochures. Het kan ook zijn dat de auteur na het Meulenhoff|Manteautijdperk gestopt is met schrijven of nog bezig is met het schrijven van een nieuw boek en daardoor geen nieuwe titels meer heeft om aan te bieden. Wat tevens opvallend is, is dat sommige auteurs en hun werken veel jaren achter elkaar gepresenteerd worden. Dit kan komen doordat bij deze analyse enkel is gekeken naar of een titel van een auteur gepresenteerd is, niet welke titel het is. Het is dus mogelijk dat de gepresenteerde titels heruitgaven zijn en dat de auteur slechts één nieuw werk geschreven heeft dat daarna vaker opnieuw is uitgegeven. Verder zijn er ook veel auteurs die slechts één jaar in een brochure gestaan hebben; zo'n 82% van alle auteurs is geen fondsauteur te noemen. Een verklaring hiervoor is dat het hier om voornamelijk non-fictieschrijvers gaat. De analyse heeft al uitgewezen dat de nadruk binnen het fonds

59 ligt op non-fictietitels en de uitgeverij heeft aangegeven veel met journalisten en academici te werken voor deze boeken. Hierdoor kan het vaak gaan om auteurs die slechts eenmalig iets uitgeven over een bepaald onderwerp, maar die verder niet de intentie hebben meer boeken te schrijven of althans niet direct. Hierdoor staan zij slechts één keer in een brochure en heeft de uitgeverij geen auteurs om verder mee te werken. Tevens hebben veel auteurs pas in 2013 of 2014 voor het eerst iets bij de uitgeverij uitgegeven. De analyse heeft al aangetoond dat tussen de 3% en 7% debutanten bij de uitgeverij worden uitgegeven. Onder deze 82% kunnen dus ook enkele debutanten zitten die nog maar kortgeleden gepresenteerd zijn en nog geen kans hebben gehad meer dan één werk uit te geven. Bovenstaande gegevens kunnen een uitverklaring bieden voor het feit dat het fonds van de uitgeverij voor slechts 18% uit vaste auteurs bestaat, maar dit neemt niet weg dat dit voor een groot deel het beeld van de uitgeverij beïnvloedt. Doordat er zoveel 'losse' auteurs opgenomen zijn in het fonds van de uitgeverij, wekt dit het beeld op dat het lastig is bij de uitgeverij een oeuvre op te bouwen. Tevens wordt het beeld opgeroepen dat de uitgeverij enkel in zee zou gaan met journalisten en academici, die slechts eenmalig een boek schrijven. Het lijkt daardoor alsof de uitgeverij geen plaats heeft voor andere schrijvers. De uitgeverij kiest daarnaast blijkbaar voor veel verschillende schrijvers en dit wekt de indruk dat zij minder aandacht heeft voor het behouden van auteurs en het helpen bij de ontwikkeling van de auteurs. Onder deze 18% vaste auteurs zijn echter ook schrijvers te vinden als Johan de Boose, Jeff Geeraerts en ook Bart van Loo, schrijvers die vaak zijn gepresenteerd in de afgelopen jaren. Tevens zijn dit auteurs die al ten tijde van Meulenhoff|Manteau hun eerste werk voor de uitgeverij hebben uitgegeven en hier na de oprichting van De Bezige Bij Antwerpen mee door zijn gegaan. Dit zorgt ervoor dat bovengenoemd beeld iets genuanceerd wordt. De uitgeverij heeft hen namelijk wel aandacht gegeven, geholpen in hun ontwikkeling en heeft hen vaak laten uitgeven. Het is dus niet gezegd dat De Bezige Bij Antwerpen niet nadenkt over de ontwikkeling van auteurs. Eerder kan worden gesteld dat de uitgeverij selectief is in welke auteurs het waard zijn mee verder te gaan en welke auteurs niet. Dit creëert het beeld van een uitgeverij die gaat voor kwaliteit en waarbij enkel de beste auteurs bij het 'merk' van de uitgeverij mogen horen. Slechts zij die goed genoeg zijn, krijgen de aandacht om door te groeien. Het is echter lastiger te stellen met welke auteurs door wordt gegaan, omdat het mogelijk is dat auteurs nog bezig kunnen zijn met

60 een nieuw boek of omdat zij zelf besloten hebben niet meer te schrijven. Tevens wordt dus, zoals reeds gesteld, het beeld gevormd dat de uitgeverij vrijwel alleen boeken uit zou geven van journalisten en academici, waardoor andere auteurs niet welkom zouden zijn.

3.2.11. Zelfpromotie ‘Zelfpromotie’ is een begrip dat hier wordt gebruikt om aan te geven in hoeverre de uitgeverij zichzelf promoot. De uitgeverij zal bepaalde prestaties nadrukkelijk promoten en zal zichzelf complimenteren met behaalde resultaten, in de hoop dat de recensent en de boekhandel dit opmerkt en dit idee overneemt. Hoewel dit niet altijd nadrukkelijk gecommuniceerd wordt, is een prospectus een goed middel om de aandacht specifiek op De Bezige Bij Antwerpen te vestigen. Dit is duidelijk te zien in de brochures uit 2011, het eerste jaar dat de uitgeverij onder de naam De Bezige Bij Antwerpen haar prospectussen uitgeeft. Deze folders bevatten telkens een voorwoord, ondertekent door uitgever Harold Polis, mede namens directeuren Robbert Ammerlaan en Johan de Koning. De eerste brochure van 2011 schrijft wat de uitgeverij wil uitstralen en waar de uitgeverij voor staat: enkel moed volstaat niet voor een uitgever, men heeft ook goede boeken nodig, door de beste auteurs geschreven, door de beste vormgevers verzorgd en op het beste papier gedrukt. Omdat er een rotsvast vertrouwen in het boek is, is deze uitgeverij opgericht, zo stelt Harold Polis.214 Dit voorwoord geeft van alle brochures het meest direct weer wat de uitgeverij is en geeft zichzelf daarnaast direct een compliment; de tekst is op te vatten als 'De Bezige Bij Antwerpen geeft goede boeken uit, geschreven door de beste auteurs, verzorgd door de beste vormgevers en gedrukt op het beste papier.’ Maar ook in de tweede brochure van dat jaar geeft Harold Polis aan hoe men de uitgeverij zou moeten zien. Hij spreekt over auteur Rudi Vranckx, en stelt hierbij wat het publiek nodig heeft: 'We hebben schrijvers als Vranckx nodig, die het overzicht bewaren, de grote lijnen aanwijzen en verhalen vertellen over mensen, over wat wij meemaken'.215 Hiermee geeft de uitgever aan wat het publiek nodig heeft, maar direct ook dat de uitgeverij zo'n schrijver in zijn fonds heeft en dus uitgeeft wat het publiek nodig heeft. En in de laatste brochure van 2011 spreekt de uitgever ten slotte over de bloemlezing 20 onder 40¸die door de uitgeverij is samengesteld. Hij stelt dat daarmee de

214 H. Polis, voorjaarsbrochure De Bezige Bij Antwerpen 2014. 215 H. Polis, zomerbrochure De Bezige Bij Antwerpen 2014.

61 traditie van spraakmakende bloemlezingen wordt voortgezet.216 Dit kan worden gezien als een subtiele vorm van zelfpromotie, waarbij de uitgever aangeeft dat de bloemlezingen van De Bezige Bij Antwerpen spraakmakende bloemlezingen zijn. Stuk voor stuk zijn het uitspraken waarbij de beste kant van de uitgeverij wordt laten zien en waarbij de nadruk wordt gelegd op de kwaliteiten van De Bezige Bij Antwerpen, zowel op het gebied van vormgeving als op literair en maatschappelijk gebied. Vanaf 2012 werd het voorwoord vervangen door een pagina met nieuwsberichten, wat de zelfpromotie subtieler heeft gemaakt. Opvallend is dat deze nieuwsberichten voornamelijk gaan over auteurs die voor bepaalde prijzen genomineerd of bekroond zijn. Zo bevat de voorjaarsbrochure van 2012 negen berichten, waarvan zeven de winst of nominatie van een prijs verslaan. Ook de najaarsbrochure van 2013 bevat een keur aan berichten over gewonnen prijzen en prijzen waarvoor titels of auteurs genomineerd staan: van de zeven artikelen hebben slechts twee een ander onderwerp. Doordat veel berichten over prijzen gaan, wekt dit de indruk dat auteurs van De Bezige Bij Antwerpen regelmatig prijzen winnen of nominaties binnenslepen. Tevens worden bewoordingen gebruikt die ervoor zorgen dat de kwaliteit van de prijs duidelijk wordt; de prijzen worden prestigieus genoemd en het winnen ervan uitzonderlijk. De auteurs winnen dus niet zomaar prijzen, maar prestigieuze prijzen, waarvan het uitzonderlijk is dat ze worden uitgereikt aan deze auteurs. Door deze regelmaat aan berichten en de beschrijving van de soort prijzen wordt het idee opgeroepen dat de auteurs van de uitgeverij hoog aangeschreven staan en kwaliteit hebben. De uitgeverij zegt met deze berichten daardoor niet letterlijk dat het een uitgeverij is met literaire kwaliteit, maar door de berichten op deze manier te kiezen, wekt zij wel deze indruk. Hierdoor promoot de uitgeverij haar auteurs en haar titels, zonder dit expliciet te benoemen. Hetzelfde is het geval bij een bericht uit de zomeraanbieding van 2013. Hierin wordt gesproken over een bundeling van de vroege verhalen van Jeff Geeraerts. Door de zin ‘Een gelukkige verjaardag aan een van Vlaanderens belangrijkste schrijvers!’ geeft de uitgeverij aan de een van de belangrijkste schrijvers van Vlaanderen bij het fonds van De Bezige Bij Antwerpen hoort. Dit wekt tevens het beeld op van De Bezige Bij Antwerpen als belangrijke uitgeverij, doordat het beeld van de auteur afstraalt op het beeld van de uitgeverij. Door de auteur te promoten, promoot de uitgeverij dus indirect zichzelf.

216 H. Polis, najaarsbrochure De Bezige Bij Antwerpen 2014.

62 Andere berichten waarmee de uitgeverij haar auteurs, en daarmee ook zichzelf, promoot, gaan over de verkoop van de vertaalrechten van bepaalde titels. In 2012 wordt bijvoorbeeld in de najaarsbrochure gesproken over de vertaling van Rachida Lamrabets Vrouwland. Er wordt bericht dat dit boek onder luid applaus van Die Zeit werd uitgebracht in Duitsland. Tevens wordt verteld dat Chika Unigwe hoge ogen gooit in Groot-Brittannië. Er wordt gesteld dat de vertaling van Nachtdanser een nog groter succes lijkt te worden dan On Black Sisters’ Street, de Engelse versie van Fata Morgana. En ook in de zomer van 2013 wordt gesproken over vertalingen: De dag dat we Andy zijn arm afzaagden van Marnix Peeters werd vertaald in het Italiaans. Hierbij wordt vermeld dat dezelfde uitgeverij ook boeken van , Herman Brusselmans en Dick Swaab in vertaling uitgeeft. Door deze auteurs te noemen, wordt een beeld gegeven van de Italiaanse uitgeverij en dat zo’n uitgeverij De dag dat we Andy zijn arm afzaagden wil uitgeven, zegt iets over het boek. Daarmee wordt indirect weer een rooskleurig beeld geschetst van De Bezige Bij Antwerpen. In dezelfde brochure wordt vermeld dat de vormgevers van de uitgeverij genomineerd zijn voor de publieksprijs voor het Beste Boekomslag van 2012. Zo’n nominatie geeft aan dat de vormgeving duidelijk gewaardeerd wordt en dat de vormgeving van enige kwaliteit is. Mede door te stellen dat ze niet met één maar twee omslagen op de nominatielijst staat, geeft de uitgeverij aan dat de vormgeving van de boeken niet willekeurig gebeurt en dat er duidelijk aandacht aan wordt besteed. De uitgeverij promoot zichzelf echter nooit in de aanbiedingsteksten rond de te verschijnen titels. Hierin worden wel zinnen gebruikt als ‘verschijnt wereldwijd bij de belangrijkste literaire uitgevers’ en termen als ‘hoogstaand’, maar hierbij ligt de nadruk echt op het boek en de auteur. Verder wordt nergens expliciet de naam van de uitgeverij genoemd met daaraan een koppeling van bepaalde prestaties of complimenten.

3.2.12. Vormgeving Op een nog subtielere wijze kan de zelfpromotie worden teruggevonden in de toon en het uiterlijk van de uitgegeven catalogi al sluipt hierin wel enige subjectiviteit. De brochures van de uitgeverij in 2011 wijken qua vormgeving sterk af van de folders uit de overige jaren: ze zijn eenvoudiger en minder opvallend dan de brochures van de jaren daarna, met mat in plaats van glanzend papier, minder kleur en weinig foto's. De brochures uit 2011 zagen er als volgt uit. Op het omslag staat een kleurenafbeelding van het logo van de uitgeverij. De basis hiervan is steeds hetzelfde: het logo keert terug,

63 enkel de kleurstelling verschilt per seizoen. De prospectussen omvatten minus omslag 72 pagina's, waarvan enkel de foto's en covers bij de gepresenteerde boeken in kleur zijn. De brochure opent met een voorwoord, gevolgd door de inhoudsopgave. Opvallend is dat de auteurs niet op alfabetische volgorde zijn gerangschikt en ook niet op genre. Hierdoor lijken ze willekeurig gekozen te zijn, wat een bepaalde status van de auteurs suggereert. Wel zijn alle titels volgens een terugkerend stramien opgebouwd: de titel wordt ingeleid door het boekomslag, met op dezelfde pagina een uitspraak over het boek. Daaronder staan kort de promotionele acties, gevolgd door de technische gegevens: barcode, datum van verschijnen, aantal pagina's, afmetingen, prijs, NUR-code en aanduiding van het genre, ISBN-nummer en een aanduiding van de fotograaf en de vormgever. De volgende pagina bevat de titel van het boek, eventuele ondertitel, aanbiedingstekst, biografie, zwart-witfoto van de auteur en eventueel persuitspraken. De meeste titels beslaan 2 pagina's, slechts enkele werken krijgen een extra pagina voor foto's of een fragment uit het boek. De laatste pagina's beslaan het verschijningsprogramma per maand en de bestelinformatie. Het geeft het beeld van een serieuze uitgeverij, die voornamelijk waarde hecht aan de inhoud en minder aan de presentatie. De brochures vallen niet echt op en hebben door het gebrek aan kleur of glans een bepaalde zakelijkheid over zich. Het wekt de indruk dat de boeken van de uitgeverij ook een glans missen en erg serieus genomen moeten worden. Dat is in principe een positief punt, maar het heeft geeft tegelijkertijd een ietwat goedkoop en amateuristisch gevoel in vergelijking met brochures van andere uitgeverijen. Hierdoor wordt ook duidelijk het beeld gecreëerd van een uitgeverij die nog in de kinderschoenen staat. De voorjaarsbrochure van 2012 breekt duidelijk met de opzet van het jaar daarvoor: de afbeelding op het omslag is niet meer het logo, maar een illustratie. Deze illustratie lijkt willekeurig gekozen; de afbeelding komt nergens in de aanbieding terug. Tevens heeft het voorwoord plaats gemaakt voor twee berichtenpagina's, waarbij elk bericht een bijpassende afbeelding heeft. Daarna volgt een pagina met auteursfoto's, waarvan vele zwart-wit en enkele in kleur zijn. Deze kleurenfoto's wekken de indruk de belangrijkere auteurs te zijn, omdat ze meer opvallen. Deze auteurs in kleur zijn van allerlei genres: zowel non-fictie als Nederlandstalige en vertaalde fictie zijn uitgelicht. Na deze pagina volgt een inhoudspagina in zwart-wit, waarbij de rangschikking opnieuw willekeurig lijkt. Hoe de titels worden weergegeven varieert: de ene titel begint met een

64 afbeelding, de andere titel wordt direct met de informatie over de inhoud en de auteur gepresenteerd. Wel komt dezelfde informatie als in de brochures uit 2011 terug. Vrijwel elke titel heeft minstens één pagina voor een afbeelding, een interview met de auteur of andere relevante informatie en er zijn slechts enkele auteurs waar meer dan drie pagina's aan wordt besteed. Opvallend zijn de 3D-afbeeldingen van de omslagen en de full colour auteursfoto's bij de titels. Tevens hebben verscheidene pagina's een afwijkende, opvallende kleur gekregen en heeft de promotionele informatie een kleur gekregen, waardoor de tekst beter opvalt. Na de titelpresentaties volgt een verschijningsoverzicht met daarin de titels op chronologische volgorde, vergezeld door de boekomslagen. De folder wordt afgesloten door de bestelinformatie, met een gekleurde achtergrond. Tevens is er een aparte spread bijgekomen voor een van de titels, wat laat zien dat dit boek extra belangrijk is voor de uitgeverij. Opvallend aan deze aparte spreads is dat de uitgeverij de aanpak van De Bezige Bij volgt; zij gebruiken al enkele jaren aparte spreads om bepaalde titels meer aandacht te kunnen geven en gaan vanaf 2010 steeds regelmatiger kleine losse spreads rond een of twee titels naast hun brochure presenteren. Verder heeft de brochure in het algemeen meer kleur gekregen en is beeldender geworden. De brochure komt hierdoor minder serieus over, maar de uitstraling lijkt wel luxer dan in 2011. Dit geeft het gevoel van een uitgeverij die dure, mooie boeken uitgeeft en duidelijk aandacht besteedt aan de vormgeving. Door ook een pagina te reserveren voor alle auteursfoto's, wordt tevens het beeld gecreëerd van een uitgeverij die aandacht besteedt aan haar auteurs en ze duidelijk in het zonnetje zet. Dit beeld wordt doorgezet in de brochures die volgen. Hoewel er hier en daar kleine zaken veranderen, zoals het samengaan van de auteursfoto's met de inhoudsopgave, blijft het algemene gevoel gelijk. Wat echter wel opvallend gewijzigd is, is de cover van de brochure. Waar de voorjaarsaanbieding van 2012 nog een willekeurige afbeelding als omslag leek te hebben, is deze illustratie vanaf de zomeraanbieding al gewijzigd naar het omslag van een van de titels die in de brochure worden gepresenteerd. Door een omslag van een boek tevens omslag van de brochure te maken, wordt dit boek als het ware de uitstraling voor dat seizoen. De najaarsbrochure van 2013 had bijvoorbeeld Max Hastings non-fictiewerk En de hel brak los als coverbeeld. Dit wekt de indruk dat dit boek het belangrijkste boek is voor het najaar. Tevens zorgt dit ervoor dat het beeld van dit boek het beeld van de uitgeverij wordt. De vormgeving van En de hel brak los staat hierdoor symbool voor wat de uitgeverij dat

65 najaar wil uitstralen, namelijk een opvallende kleur, een intrigerende afbeelding en oog voor details. Doordat het tevens een non-fictiewerk is, straalt de uitgeverij uit dat het een non-fictie-uitgeverij is. Het genre van de boeken die als coverbeelden worden gebruikt, varieert per brochure. Hoewel slechts één keer een poëzietitel wordt gekozen als coverbeeld, komen wel alle genres aan bod. De uitgeverij lijkt hiermee te willen aangeven dat het aan alle genres aandacht geeft en dat elk genre even mooi gepresenteerd wordt. Verder valt in de vormgeving van de brochures op dat niet alle auteurs uitgegeven worden bij De Bezige Bij Antwerpen; sommige boeken van Amsterdamse De Bezige Bij staan ook in de brochure. Dit is vooral het geval in de eerste brochures, met auteurs als Stefan Hertmans en Erwin Mortier. In de najaarsbrochure van 2014 zijn daarentegen enkele Vlaamse auteurs te vinden die ook in de aanbieding van De Bezige Bij staan. Voor deze overlap is bewust gekozen door beide uitgeverijen. Het gaat hier namelijk om auteurs waarvan verwacht wordt dat zij ook grote aandacht zullen krijgen in het andere land. De verwachting is echter ook dat als de auteur van Antwerpen enkel in de brochure van Antwerpen zou staan, de auteur minder zal worden opgemerkt in Nederland. Om dit te voorkomen, wordt de auteur ook de brochure van Amsterdam gepresenteerd. Hetzelfde geldt voor de auteurs van Amsterdam, waarbij het meestal om Vlaamse auteurs gaat. Dit wekt echter wel de indruk dat De Bezige Bij Antwerpen ook auteurs als Hertmans en Mortier uitgeeft, terwijl dit niet het geval is. Enkel het ISBN- nummer zou hierbij uitkomst kunnen bieden, maar het is onwaarschijnlijk dat dit verschil wordt opgemerkt. Deze overlap in presentaties zorgt er ook voor dat de uitgeverij minder als op zichzelf staande uitgeverij wordt opgemerkt, maar als onderdeel van De Bezige Bij. Wel opvallend is dat de overlappende auteurs van Amsterdam voornamelijk Belgische auteurs zijn. Deze auteurs lijken op deze manier in Antwerpen uitgegeven te worden en daardoor bij een Vlaamse uitgeverij te zitten, terwijl ze eigenlijk in Amsterdam worden uitgegeven. Het wekt de indruk dat De Bezige Bij Antwerpen meer Vlaamse auteurs uitgeeft dan ze daadwerkelijk in haar fonds heeft. Tevens toont voornamelijk de overlap van Antwerpse auteurs in de Amsterdamse folder aan dat De Bezige Bij Antwerpen verwacht met enkel haar eigen brochure minder te worden opgemerkt in Nederland. Het lijkt erop dat de uitgeverij haar auteurs niet goed genoeg lijkt te vinden om zonder hulp op de Nederlandse markt terecht te komen. Dit is opvallend gezien de geschiedenis van uitgeverijen in Vlaanderen, waarbij gesteld

66 werd dat Vlaamse auteurs in Amsterdam uitgegeven moeten worden om op te vallen. Door de auteurs in de Amsterdamse brochure te plaatsen, wordt de indruk gewekt dat het inderdaad Vlaamse auteurs van een Amsterdamse uitgeverij zijn. Hierdoor komt het gestandaardiseerde beeld van vroeger weer boven, dat alle goede Vlaamse auteurs in Nederland worden uitgegeven. Tevens wordt hierdoor het beeld gecreëerd dat de uitgeverij het niet alleen zou kunnen en de naam van De Bezige Bij nodig heeft om het hoofd boven water te houden.

3.2.13. De website Zoals gezegd is ook de website een manier voor de uitgeverij om de nestgeur te verspreiden. Waar de aanbiedingsbrochure het publiek enkel indirect bereikt, kan het publiek via de website direct in aanraking komen met de uitgeverij en haar fonds. Het is daarom voor de uitgeverij van belang dat de website hetzelfde gevoel en dezelfde sfeer uitstraalt als de brochures. Om het volledige beeld van De Bezige Bij Antwerpen te kunnen schetsen, is het daarom van belang de website mee te nemen in het onderzoek. Voor het onderzoek naar de website is gekeken naar zowel www.meulenhoffmanteau.blogspot.nl, www.debezigebij.nl en www.debezigebijantwerpen.be, de websites van Meulenhoff|Manteau, De Bezige Bij en De Bezige Bij Antwerpen, zoals genoemd in de aanbiedingsbrochures. Op laatstgenoemde site zal tevens worden gekeken naar de verschillende versies van de site, om te kijken of het beeld dat de uitgeverij uitstraalt is veranderd sinds de oprichting van de uitgeverij. Deze verschillende versies zullen worden verzameld via web.archive.org. Naar de website van Meulenhoff|Manteau wordt slechts kort gekeken, om een beginpunt te kunnen bepalen: heeft de uitgeverij haar imago proberen aan te passen ten tijde van de overgang of zijn hier veranderingen in aangebracht? Naar de website van De Bezige Bij wordt gekeken, omdat de uitgeverij nu onderdeel is van De Bezige Bij. Het is mogelijk dat de websites op elkaar lijken en daardoor ook het beeld van de uitgeverijen aan elkaar gelijk gesteld worden. Doordat de websites een volledig overzicht geven van de uitgeverij en haar fonds, is bij de analyse van de websites enkel de vormgeving en de uitstraling meegenomen. Bij de analyse moet worden opgemerkt dat de websites in vogelvlucht zijn bekeken. De analyse is enkel bedoeld een kleine schets te geven van de website, niet om deze naar de letter nauwkeurig te analyseren. Het analyseren van de website zou namelijk qua omvang een onderzoek op zich zijn en in dit onderzoek volstaat enkel een globaal beeld.

67 Afbeelding 1: momentopname website Meulenhoff|Manteau op 19 oktober 2014

Als wordt gekeken naar de website van Meulenhoff|Manteau dan valt direct op dat dit een blog is, gemaakt op de site www.blogspot.nl. Dit is een site waarop iedereen een gebruikersnaam kan aanmaken en een blog kan beginnen. Daardoor zit de site vast aan het standaardformat, namelijk de blogspottoolbar bovenin de site, met daarin een zoekbalk, een link om in te loggen en een link om zelf een blog aan te maken. Doordat iedereen een blog kan starten via deze site, had in feite iedereen meulenhoffmanteau.blogspot.nl aan kunnen maken. Dit geeft de website direct een minder professionele aanblik. Door middel van de kleur van de website, neutraal wit, komt de site wel iets zakelijker over, maar straalt de site geen sfeer uit. Het logo van de uitgeverij is nergens terug te vinden en ook wordt niet duidelijk wat de kleuren van de uitgeverij zijn. Hierdoor voelt het meer aan als een site over de uitgeverij, dan een website van de uitgeverij. Doordat de website een blog is en doordat de uitgeverij in haar artikelen op de site deze ook expliciet een blog noemt, heb je wel het idee dat het een plek is waar altijd iets gebeurt. Een blog of weblog is namelijk een actuele site, waarop regelmatig stukjes, zoals foto's, teksten en filmpjes verschijnen. Tevens impliceert het een persoonlijke

68 sfeer.217 Dit wekt de indruk dat de uitgeverij regelmatig stukken publiceert op de website en dat deze stukken multimediaal zijn. Dit beeld wordt benadrukt door alle links in de artikelen, waarbij kan worden doorgeklikt op trefwoorden en andere websites. Ook is er een knop waardoor de lezer kan reageren op het artikel. Dit wekt de indruk dat er op de site ruimte is voor debat en dat de uitgeverij geïnteresseerd is in de mening van het publiek. Opvallend is dat er vrijwel nooit reacties zijn achtergelaten bij de artikelen, wat het beeld creëert dat deze plek voor debat niet wordt benut. Daarnaast worden slechts enkele keren per maand artikelen gepubliceerd, waardoor ook de actualiteit niet duidelijk gevolgd is. Als wordt gekeken naar de gepubliceerde artikelen, dan bestaan deze voornamelijk uit nieuwsfeiten, persberichten en interessante evenementen. Elk bericht bevat een afbeelding en een kort stukje tekst, vaak met een link naar de website van WPG of naar de website van de auteur. Doordat de berichten niet heel groot zijn, en vaak enkel feiten bevatten, zijn de gepubliceerde artikelen geen teksten waarvoor men per se deze website zou moeten bezoeken. De nieuwsfeiten zijn namelijk ook op andere websites te vinden en doordat de informatie daarnaast niet omvangrijk is, bevatten de artikelen ook niet veel informatie die men niet zou mogen missen. Naast de artikelen is ruimte voor een lijst met blogs die worden gevolgd door Meulenhoff|Manteau. Van iedere blog wordt een korte weergave gegeven van het laatst gepubliceerde artikel. Dit wekt de indruk dat de uitgeverij lid is van een uitgebreid netwerk van mensen die iets te zeggen hebben. Deze mensen zijn voornamelijk auteurs van de uitgeverij. De website linkt in een andere lijst nogmaals apart naar de websites van auteurs. Dit wekt de indruk dat de auteurs niets op de site van de uitgeverij plaatsen, enkel op hun eigen blogs. Ten slotte bevat de website een laatste lijst, met daarin trefwoorden die worden gebruikt op de website. Op deze manier kun je makkelijk filteren welke berichten je wilt lezen, waardoor het publiek niet verplicht is alle artikelen te lezen.

217 C.A. den Boon en D. Geeraerts [hoofdred.], Groot Woordenboek van de Nederlandse taal (Utrecht: Van Dale, 2005), 463.

69

Afbeelding 2: Momentopname website De Bezige Bij Antwerpen op 11 december 2011

70 De website van De Bezige Bij Antwerpen heeft meerdere versies gehad, waarvan de eerste versie in december 2011 met het ontstaan van de uitgeverij online ging. Wat direct opvalt, is de Belgische domeinnaam. Ten tijde van Meulenhoff|Manteau werd nog een Nederlandse domeinnaam (.nl) gebruikt. Hierdoor wordt het beeld van een Belgische uitgeverij gecreëerd, nog voordat de informatie op de site getoond wordt. Waar het oog tevens op valt, is de tekst onderaan de pagina, met daarin een link naar debezigebij.nl en wpg.be. Hierdoor laat de uitgeverij duidelijk zien dat ze onderdeel is van een groter geheel en niet meer op zichzelf staat. Door te verwijzen naar De Bezige Bij wordt tevens direct de naam van de uitgeverij duidelijk en wordt geprobeerd het beeld van De Bezige Bij te koppelen aan De Bezige Bij Antwerpen. Wat daarnaast nog opvalt is dat de website niet meer via blogspot gemaakt is. Dit geeft de site direct een professionelere aanblik, maar het actieve en actuele gevoel van een blog raakt op de achtergrond. Het professionele blijkt ook uit het kleurgebruik van de site: net als ten tijde van Meulenhoff|Manteau heeft de website een neutrale witte achtergrond. Dit wordt aangevuld door een zwart Bij-logo en zwarte letters. Links naar onder andere trefwoorden en websites worden in het grijs aangegeven. Soms staan er rode balkjes tussen de verschillende onderdelen en de kleur rood komt terug wanneer je met de muis op een link staat. Door het consistente kleurgebruik doet het geheel zakelijk, maar toch verzorgd aan. Het wekt de indruk dat de uitgeverij een eigen kleur heeft, zonder dit er te dik bovenop te leggen. Tevens geeft de kleurencombinatie een rustig gevoel, waardoor de bezoeker niet wordt afgeleid. De professionaliteit en kleur blijkt tevens uit de verschillende koppen bovenaan de pagina, waardoor nieuwe pagina's zichtbaar worden. De website is duidelijk onderverdeeld in de koppen 'home', 'auteurs', 'boeken', 'wordt verwacht', 'over DBBA', 'rights' en 'contact'. De koppen worden rood wanneer de muis er op staat. Interessant aan deze koppen is dat de uitgeverij direct de afkorting DBBA gebruikt. Van een uitgeverij die een nieuwe naam voert, zou worden verwacht dat deze naam consequent gebruikt wordt. Het gebruik van de afkorting wekt de indruk dat de naam algemeen bekend is en dat het publiek weet waar de afkorting voor staat. Dit creëert het beeld dat de uitgeverij al lang bestaat en een zich een duidelijke plaats heeft verworven in het literaire veld. Onder de kop 'Auteurs' staat een lijst met auteursnamen, met voor elke auteur een link naar de desbetreffende auteurspagina op de website van WPG. Tevens is er een zoekbalk, waarin mogelijk is te zoeken op auteursnaam. Dit is ook het geval bij 'Boeken'. Onder de kop 'Wordt verwacht' wordt ook een zoekbalk getoond,

71 naast de afbeeldingen van boeken die nog moeten verschijnen. Naast de koppen bovenaan de site, is de site ingedeeld in drie onderdelen, een linkerbalk met artikelen en een middenbalk met daarin het kopje 'De gedachte' en daaronder verschillende links naar websites van auteurs, de link naar de nieuwste catalogus en het kopje 'Op een ander' waarin nieuwsberichten van verschillende media worden getoond. De meest rechterbalk geeft een zoekbalk, links naar de verschillende social media van de uitgeverij, een beknopte samenvatting van het onderdeel 'Over DBBA', een link om een manuscript op te sturen, een agenda, een twitter- en facebookfeed en een link naar de nieuwste reacties. De onderdelen 'De gedachte', 'Nieuwste reacties' en de twitter- en facebookfeed wekken de indruk van urgentie en dat de uitgeverij iets te zeggen heeft, zowel op de website als op websites van auteurs en op social media. Door de nieuwste reacties te tonen wordt direct duidelijk dat het publiek reageert op de berichten en dat er een debat kan ontstaan. Door onder het kopje 'Op een ander' nieuwsberichten van zowel nationale als internationale media te tonen, wordt het beeld gecreëerd van een uitgeverij die over grenzen heen kijkt en niet gebonden is aan België. Als wordt gekeken naar de gepubliceerde berichten, dan valt op dat vrijwel elke dag een artikel wordt gepubliceerd. De website wekt hierdoor een actuele indruk en creëert het beeld van een uitgeverij die inspeelt op de actualiteiten en meegaat met de ontwikkelingen. De artikelen zijn verder op eenzelfde manier opgemaakt als ten tijde van Meulenhoff|Manteau: een afbeelding, een korte hoeveelheid tekst en een link naar meer informatie. Wat opvalt is dat de artikelen nu vaker een opiniestuk behandelen. Een voorbeeld hiervan is het artikel getiteld 'Is poëzie van deze tijd?', gepubliceerd op 8 november 2011. Hierin wordt verteld dat er een debat ontstond naar aanleiding van een opiniestuk in De Morgen. Nadrukkelijk wordt erbij verteld dat de auteurs van de uitgeverij zich mengden in de discussie. Dit artikel geeft het woord en weerwoord van de auteurs. Op deze manier geeft de uitgeverij een extra mogelijkheid tot debat, en laat zij tevens zien dat de auteurs maatschappelijk betrokken zijn. Verder zijn er artikelen met daarin winacties en artikelen met voorpublicaties en trailers rond nog te verschijnen boeken. De berichten geven een betrokken en actuele indruk en zorgen ervoor dat De Bezige Bij Antwerpen zich profileert als een uitgeverij die midden in het debat staat, maar door middel van de trailers en winacties ook aan haar publiek denkt. De auteurs en hun boeken worden door de aparte koppen ook goed uitgelicht.

72

Afbeelding 3: Momentopname website De Bezige Bij Antwerpen op 5 juli 2013.

De tweede momentopname van de site is zo'n anderhalf jaar na de oprichting van de uitgeverij. Voor dit moment is gekozen, omdat de uitgeverij in anderhalf jaar tijd genoeg tijd gehad heeft de website te ontwikkelen en er haar eigen draai aan te geven. Tevens is op dit moment de website anders dan in december 2011, waardoor er ook daadwerkelijk een nieuwe versie te analyseren is. Als wordt gekeken naar deze tweede versie, dan vallen kleine verschillen op. Ten eerste zijn de koppen bovenaan de website veranderd. De knop 'contact' is verplaatst naar een link rechtsboven, naast de links 'uw manuscript', 'foreign rights' en de links naar facebook en twitter. Door deze knoppen in een hoekje te plaatsen, in plaats van prominent bovenaan de pagina, wordt de indruk

73 gewekt dat deze onderdelen minder belangrijk zijn voor de uitgeverij. Opvallend is hierbij dat de links naar social media, een manier om het debat aan te gaan, ook naar de rechterbovenhoek zijn verplaatst, waardoor het beeld wordt geschetst van een uitgeverij die minder met het maatschappelijke debat is gaan doen. Ook de link om een manuscript in te sturen heeft een minder prominente plaats gekregen, waardoor het beeld wordt gecreëerd dat de uitgeverij minder geïnteresseerd is in manuscripten van het publiek. Het wekt de indruk dat de uitgeverij weinig met debutanten doet, of tenminste niet met debutanten die de uitgeverij bereiken door middel van de website. Verder zijn de koppen bovenaan de site opgeschoond. Waar eerst 'Wordt verwacht' en de brochure als aparte onderdelen stonden vermeld, zijn deze nu ondergebracht onder de kop 'Boeken'. Dit geeft een opgeruimder beeld. Tevens is de website op deze manier interactiever: als je met de muis boven zo'n knop hangt, schuift de knop open en worden nieuwe menu's zichtbaar. Als wordt gekeken naar de aparte onderdelen, valt op dat er nog steeds drie verschillende balken te onderscheiden zijn. De linkerbalk bestaat nog steeds uit het laatste nieuws, maar dit nieuws is nu weergegeven door middel van opsommingen. De afbeeldingen zijn kleiner geworden en de tekst erbij is korter. Het is de bedoeling dat het publiek sneller op het artikel klikt om door te lezen. Hoewel er nog steeds ruimte is om reacties te plaatsen, is de frequentie van de artikelen wel afgenomen. Waar in december 2011 de artikelen nog vrijwel dagelijks vernieuwd werden, is de frequentie nu afgenomen naar ongeveer eens per week.. Daarnaast zijn de onderwerpen van de artikelen zakelijker: geen winacties of opiniestukken, maar voornamelijk korte nieuwsfeiten en artikelen die lijken te zijn overgenomen uit persberichten. Tevens worden onder dit onderdeel filmpjes getoond, die relateren aan de verschillende auteurs van de uitgeverij. De middenbalk bestaat nog steeds uit de berichten van de media, maar die zijn nu onderverdeeld in Nederlandstalige en buitenlandse berichten. Tevens is de agenda naar de middenbalk verplaatst en is hier een kopje uitgelicht met coveromslagen. De linkerbalk heeft nu de optie in te schrijven op de nieuwsbrief, de link naar de catalogus en een lijst met auteurs. Opvallend is dat de auteurs op deze homepage nog steeds met auteursfoto's worden uitgelicht, maar de afbeeldingen zijn wel kleiner geworden. De boeken worden echter op de middenbalk duidelijker uitgelicht dan in 2011. Al met al wordt de indruk gewekt dat de uitgeverij meer aandacht legt op de auteurs en de boeken, dan op de plaats van de uitgeverij in het debat. Door minder

74 frequent artikelen te publiceren en niet meer de nieuwste reacties te tonen, wordt de debatfunctie minder prominent en lijkt dit bijzaak te worden. De website creëert hierdoor het beeld van een meer opgeruimde uitgeverij die meer aandacht schenkt aan haar auteurs en titels. Door het wegwerken van de mogelijkheid een manuscript in te sturen, wordt tevens de indruk gewekt dat de uitgeverij niet bezig is met nieuwe auteurs. Door de berichten van de media onder te verdelen in nationaal en internationaal wordt daarnaast een duidelijker onderscheid gemaakt tussen grenzen, waardoor tevens het beeld van een internationale uitgeverij wordt afgezwakt. Door nationaal en internationaal onder te verdelen, laat de uitgeverij namelijk duidelijker zien bij welk land en welke taal de uitgaven horen.

Afbeelding 4: Momentopname website De Bezige Bij Antwerpen op 27 oktober 2014.

De momentopname van www.debezigebijantwerpen.be zoals te zien in afbeelding 4, is de laatste momentopname van de website van De Bezige Bij Antwerpen. De website is

75 sinds 2013 slechts op kleine punten gewijzigd. Waar kopjes, de kleur en de verschillende balken gelijk gebleven zijn, is vooral de manier van het nieuws tonen veranderd. Waar het nieuws in 2013 nog getoond werd als aparte artikelen met een afbeelding, tekst en een link naar meer informatie, worden de artikelen in 2014 interactiever getoond. Door middel van een slideshow worden verschillende afbeeldingen getoond die bij de artikelen horen. Naast deze afbeelding staat de lead van het artikel. Om meer te kunnen lezen, moet op de afbeelding worden geklikt, waarna een aparte pagina opent met het gehele artikel. In het volledige artikel staan, net als in de artikelen in 2013, links naar de auteur, het boek en andere trefwoorden. Onder het artikel is plaats om direct een reactie te plaatsen, waardoor nog steeds de mogelijkheid tot debat bestaat. Tevens is er een mogelijkheid op diverse social mediaknoppen te klikken en het bericht direct op de verschillende media te delen. Hierdoor oogt het geheel interactiever en speelt de website in op de moderne media. Het wekt de indruk van een moderne uitgeverij die met haar tijd mee gaat, en tevens een uitgeverij die haar informatie wil delen met haar publiek. Daarnaast bevat de rechterbalk, met daarin 'De gedachte', niet meer een lijst van auteurs, maar enkel een twitterfeed. Deze feed geeft aan wat de auteurs van de uitgeverij hebben getweet en hoe lang dit geleden is. Het laat zien dat de auteurs niet meer op een aparte website hun meningen uiten, maar via twitter. Opvallend is dat de berichten van facebook niet worden meegenomen, wat de indruk wekt dat de uitgeverij meer met twitter doet dan met facebook. Door te tonen wanneer de auteurs deze mening op twitter geuit hebben, laat de website zien mee te gaan met de actualiteiten. Het wekt echter tegelijkertijd de indruk dat de uitgeverij niet heel actueel is, omdat er ook berichten worden getoond van meer dan twee maanden geleden. Van een uitgeverij die midden in het maatschappelijk debat staat, zou je toch verwachten dat de auteurs minstens iedere dag iets zeggen en de lijst dus niet reacties zou laten zien van meer dan twee maanden terug. Deze newsfeed werkt hierdoor dus zowel voor als tegen het inspelen op de actualiteit. Hierdoor wordt een tweezijdig beeld van de uitgeverij gecreëerd: de uitgeverij wordt neergezet als een uitgeverij die meegaat met de actualiteiten, maar die tevens niet altijd even actueel is. Ten slotte wekt de twitterfeed de indruk dat de ene auteur belangrijker is dan de andere auteur: enkel de auteurs die hun mening uiten worden getoond, niet de andere auteurs van de uitgeverij.

76

Afbeelding 10: Momentopname website De Bezige Bij op 27 oktober 2014.

Ten slotte kan nog een klein beeld worden gegeven van De Bezige Bij Antwerpen in vergelijking met De Bezige Bij. Als wordt gekeken naar de website van De Bezige Bij, dan valt op dat De Bezige Bij veel duidelijker 'kleur bekent' dan De Bezige Bij Antwerpen. De website staat geheel in het teken van de kleur rood, de kleur van de uitgeverij. De kopjes die worden getoond zijn uitgebreider, waardoor minder interactiviteit ontstaat, maar de website wel rustiger toont. De kop 'Prijsvraag & tips' zorgt voor een commerciële inslag voor de uitgeverij en door de toevoeging van een webshop voelt de site completer. Verder zijn er geen artikelen uitgeschreven, maar moet er op links geklikt worden voor nieuws en meer informatie. Dit zorgt ervoor dat de website niet in één oogopslag weergeeft wat het wil zeggen. Het publiek heeft hierdoor de keuze of zij de informatie van de uitgeverij wil lezen of niet, terwijl bij de website van De Bezige Bij Antwerpen de lezer onbewust al informatie tot zich neemt, voordat er ergens op geklikt wordt. Verder worden de verschenen werken van De Bezige Bij prominenter getoond, door middel van een slideshow van de omslagen, in plaats van afbeeldingen rond nieuwsfeiten te tonen. Hierdoor wordt meer de nadruk gelegd op de boeken dan op het nieuws van de uitgeverij. De website creëert hierdoor het beeld van een uitgeverij die minder doet met de actualiteiten, maar meer gefocust is op haar titels en haar auteurs. Tevens geeft de website een duidelijk beeld van De Bezige Bij als hoofd van een aantal imprints, door de

77 links naar De Bezige Bij Antwerpen, Thomas Rap en Cargo duidelijk te vermelden. Het wekt de indruk dat De Bezige Bij Antwerpen onderdeel is van De Bezige Bij. Opvallend is wel dat de websites van Thomas Rap en Cargo duidelijk het stramien van De Bezige Bij volgen, terwijl de website van De Bezige Bij Antwerpen een ander format heeft. Hierdoor wordt het beeld gevormd dat De Bezige Bij Antwerpen anders is dan de imprints van De Bezige Bij en hierdoor ook minder bij De Bezige Bij hoort.

Al met al kan worden gesteld dat De Bezige Bij Antwerpen zich door middel van de website wil neerzetten als een uitgeverij die met zijn tijd meegaat en inspeelt op de actualiteiten. De uitgeverij wil meedoen aan het maatschappelijke debat, maar door de variatie in hoeveelheid reacties lukt dit niet altijd even goed. De uitgeverij laat door de verschillende versies van de site zien dat ze zich duidelijk ontwikkeld heeft. De verschillen met de website van De Bezige Bij wekken daarnaast de indruk dat De Bezige Bij Antwerpen zelfstandig is en een andere status heeft dan uitgeverijen Thomas Rap en Cargo. Daarnaast wordt het beeld gewekt van een uitgeverij die aandacht heeft voor haar auteurs en titels, maar minder voor nieuw talent. Tevens is er aandacht voor de media en het nieuws van de dag. De uitgeverij toont zichzelf als internationaal georiënteerd door het nieuws uit alle landen te tonen, maar door de Belgische domeinnaam koppelt de uitgeverij zich wel aan één land. Hierdoor wordt het beeld gecreëerd van een uitgeverij die wel internationaal wil zijn, maar die toch aan grenzen gebonden lijkt. De aanbiedingsbrochures wekken het beeld van een uitgeverij die zichzelf wil neerzetten als een uitgever van kwaliteit in zowel auteurs als boeken, van maatschappelijk debat, en van voornamelijk non-fictie met een vleugje literatuur. Het is echter afwachten of dit ook het beeld is dat de media heeft van de uitgeverij. Het volgende hoofdstuk legt de nadruk op hoe de media de uitgeverij opvat.

78 4. Het beeld van De Bezige Bij Antwerpen gezien vanuit de literatuurkritiek

Hoofdstuk 3 heeft aangetoond welk beeld De Bezige Bij Antwerpen graag zou willen uitstralen: een uitgeverij die met een scherp zicht op het verleden boeken wil maken die over vandaag gaan, geschreven door mensen die er verstand van hebben, los van genres en nationaliteiten. De uitgeverij wil tevens in het midden van het maatschappelijke debat staan en boeken met kwaliteit uitgeven. De prospectusanalyse heeft daarnaast uitgewezen dat de uitgeverij zichzelf presenteert als een uitgeverij die voornamelijk non-fictie uitgeeft met een literair tintje. De vraagt die echter blijft staan is of dit beeld ook wordt overgenomen. Wordt De Bezige Bij Antwerpen in de media zo opgevat, en zo niet, hoe dan wel? Om een juist beeld te krijgen van het beeld dat wordt geschetst door de media, zijn de berichten over de uitgeverij en haar auteurs in de media geanalyseerd. Hierbij is gekeken naar zowel algemene persberichten over de uitgeverij, als naar de literatuurkritiek. Tevens is gekeken naar de berichtgeving over de uitgeverij rond literaire prijzen, omdat deze prijzen ook een beeld geven van De Bezige Bij Antwerpen.

4.1. De algemene berichten en de literatuurkritiek Alle algemene persberichten en kritieken zijn geselecteerd uit de Nederlandse kranten De Volkskrant en NRC Handelsblad en de Vlaamse kranten De Standaard en De Morgen. Er is gekozen voor media uit zowel Vlaanderen als Nederland, om niet alleen te kunnen concluderen wat de reputatie van de uitgeverij is in Nederland, maar ook in Vlaanderen. Doordat bij digitale media minder controle is over wat online geplaatst wordt, is bij de analyse enkel gekeken naar de traditionele media. Tevens is gekeken naar gedrukte in plaats van audiovisuele media, omdat hierbij minder misinterpretaties kunnen optreden. Doordat bij audiovisuele media niet alleen de tekst, maar ook de manier van uitspreken en de houding van de spreker moet worden meegerekend, is het moeilijker de inhoud van de tekst juist te interpreteren. De spreker kan iets bijvoorbeeld sarcastisch bedoelen of juist met een grijns uitspreken, maar wanneer dit bij de analyse verkeerd geïnterpreteerd wordt, zou dit een verkeerd beeld scheppen van de reputatie van de uitgeverij. Door enkel naar de tekst en de inhoud ervan te kijken, wordt het aantal misinterpretaties lager gehouden. Daarom is gekozen voor gedrukte traditionele media. Hierbij is gekozen voor dagbladen in plaats van weekbladen, omdat dagbladen vaker verschijnen en hierdoor meer ruimte en mogelijkheden hebben om te berichten

79 over actualiteiten. Hierdoor is de kans groter dat er gesproken wordt over De Bezige Bij Antwerpen en haar auteurs. Er is gekozen voor deze vier specifieke kranten, omdat deze kranten landelijk te verkrijgen zijn. Hierdoor zullen de kranten geen regionale voorkeuren hebben en bijvoorbeeld niet enkel spreken over Utrechtse of Antwerpse schrijvers en uitgeverijen. De landelijke dagbladen zullen hierdoor eerder de mening van het hele land uitdragen dan de regionale kranten. Tevens kunnen deze vier dagbladen worden gezien als kwaliteitskranten die alle vier een omvangrijke literaire bijlage bevatten, waardoor met voldoende kennis en onderbouwing over de uitgeverij gesproken zal worden. De artikelen zijn verkregen via het archief van de kranten, Mediargus, Literom, Lexis Nexis en de uitgeverij zelf. Bij de artikelen is het mogelijk dat het onderscheid 'Antwerpen' niet gemaakt is bij het noemen van de uitgeverij, en daarom is ervoor gekozen als trefwoord 'De Bezige Bij' te kiezen bij het verzamelen van de artikelen. Op basis van de genoemde auteur, titel of medewerker kan dan uitsluitsel worden gegeven of het artikel inderdaad gaat over De Bezige Bij Antwerpen. Er is niet gekeken naar artikelen waarin niet de uitgeverij maar enkel de naam van de auteur, titel of medewerker wordt genoemd, omdat hierdoor de link naar de uitgeverij niet wordt genoemd en de reputatie hierdoor minder duidelijk kan worden beïnvloed.

4.1.1. Het beeld vanuit Nederlands perspectief De Nederlandse kranten de Volkskrant en NRC Handelsblad besteden veel pagina's aan De Bezige Bij Antwerpen en haar auteurs. De kranten publiceren zowel korte berichten over de boeken met slechts een à twee regels tekst, als langere besprekingen en interviews met auteurs. Daarnaast worden in beide kranten nieuwsfeiten over de uitgeverij bericht, variërend van artikelen over de oprichting van de uitgeverij tot artikelen over de financiële perikelen binnen het concern WPG. Opvallend is hierbij vooral dat de kranten niet consequent zijn in de benaming van de uitgeverij. Hoewel bij de artikelen over de oprichting duidelijk wordt gesproken over De Bezige Bij Antwerpen, wordt in artikelen over de financiën de uitgeverij regelmatig aangestipt als 'De Vlaamse tak' van De Bezige Bij. Tevens wordt de uitgeverij bij de bespreking van nominaties voor literaire prijzen niet altijd als De Bezige Bij Antwerpen voorgesteld en ook bij de literatuurkritiek worden boeken niet altijd gekoppeld aan de juiste uitgeverij. Zo stelt de Volkskrant in totaal in 27 van de 66 gevallen dat een boek of auteur bij De

80 Bezige Bij hoort in plaats van De Bezige Bij Antwerpen. Het NRC Handelsblad maakt deze fout 21 keer. Laatstgenoemde krant noemt echter in 66 gevallen de juiste naam en is daardoor wel iets consequenter in het gebruik van De Bezige Bij Antwerpen. Bij deze aantallen valt ook direct op dat NRC Handelsblad in meer gevallen spreekt over de uitgeverij dan de Volkskrant. Wat verder opvalt in het benoemen van de uitgeverij, is dat de kranten verschillende redenen lijken te hebben de uitgeverij verkeerd te benoemen. In de artikelen van de Volkskrant waarbij onterecht gesproken wordt over De Bezige Bij, wordt voornamelijk gesproken over auteurs die prijzen hebben gewonnen of over boeken die zijn vertaald. Een voorbeeld hiervan is Blauwe nachten van Joan Didion, waarbij enkel De Bezige Bij wordt genoemd en wordt aangestipt dat het een vertaling is. Een ander voorbeeld is de bespreking van De omwegen van Jeroen Theunissen op 22 maart 2014, waarin wordt gesteld dat de Vlaming genomineerd is voor de Libris Literatuur Prijs, maar waarbij niet De Bezige Bij Antwerpen wordt genoemd. Door te spreken over De Bezige Bij in plaats van De Bezige Bij Antwerpen bij vertaalde titels, wekt de krant de indruk dat De Bezige Bij een groot internationaal fonds heeft ontwikkeld. De uitgeverij lijkt op deze manier te profiteren van het werk van De Bezige Bij Antwerpen. Dit is tevens het geval bij de prijswinnende auteurs: het prestige van De Bezige Bij wordt opgekrikt, terwijl De Bezige Bij Antwerpen niet de vruchten kan plukken van haar harde werk. De auteurs daarentegen worden door deze naamsverwarring wel in een lange lijst van prijswinnende auteurs bij De Bezige Bij geplaatst, waar zij bij De Bezige Bij Antwerpen in een veel kortere lijst zouden hebben gestaan. Hierdoor kunnen zij worden gelinkt aan auteurs als Harry Mulisch en Hugo Claus, zonder dat zij bij dezelfde uitgeverij publiceren. Hun prestige kan hierdoor ook verbeteren. Enkel wanneer de lezer weet dat een auteur bij De Bezige Bij Antwerpen publiceert, kan worden voorkomen dat de auteur voor De Bezige Bij wordt aangezien. Het is echter ook mogelijk dat de lezer verward is en wellicht denk een bericht over een overstap van de auteur gemist te hebben. In de gevallen dat De Volkskrant wel de juiste link naar de uitgeverij legt, gaat dit vaak om boeken en auteurs die iets met België hebben. Als een boek een Belgisch onderwerp of thema heeft, zoals koning Leopold I of de nationale politiek, dan wordt vrijwel altijd De Bezige Bij Antwerpen gesteld. Tevens wordt er in deze artikelen regelmatig gesproken over de Vlaamse achtergrond van de auteur of de band die de

81 auteur met België of Vlaanderen heeft. Een voorbeeld hiervan is de bespreking van Delphine Lecompte's dichtbundel Blinde gedichten op 17 maart 2012. Gedurende deze bespreking wordt veelvuldig gerefereerd naar Vlaanderen en naar Delphine's Belgische achtergrond. Dit wekt de indruk dat de Volkskrant enkel De Bezige Bij Antwerpen noemt wanneer de krant wil benadrukken dat het boek of de auteur Belgisch is. Door de link met de Vlaamse uitgeverij te maken, wordt de band met het boek sterker. Hierdoor krijgt de lezer het beeld van een sterk nationalistische uitgeverij die zich enkel focust op België. Het zou ervoor kunnen zorgen dat de Nederlandse lezer zich minder verbonden voelt met de auteurs en de boeken van De Bezige Bij Antwerpen, omdat België te ver van de belevingswereld van de lezer af staat. Het geeft de uitgeverij een exotisch tintje. NRC Handelsblad maakt ook regelmatig de 'fout' door De Bezige Bij te stellen en dit gebeurt voornamelijk in kleine artikelen. Vaak in een eerste artikel over het boek, wordt De Bezige Bij genoemd in plaats van De Bezige Bij Antwerpen. Deze artikelen zijn vaak erg kort, zo'n 2 à 3 regels met enkel informatie over de inhoud, die vaak hetzelfde is als de flaptekst. Het lijkt een simpel nieuwsfeit te zijn dat het boek verschenen is, zonder dat er iets wezenlijks over wordt gezegd. Door hier de uitgeverij als De Bezige Bij aan te duiden, legt de journalist de link met een prestigieuze uitgeverij met een lange geschiedenis, in plaats van een kleine uitgeverij die pas net gestart is onder deze naam. Bij een latere bespreking van het boek of bij een interview met de auteur, wordt vrijwel altijd de uitgeverij correct benoemd. Een voorbeeld hiervan is de roman van Walter van den Broeck. Op 14 juni 2013 wordt Het alfabet van de stilte in slechts 22 woorden besproken en wordt het boek aangeduid als uitgegeven bij De Bezige Bij. Op 28 juni wordt aan datzelfde boek 738 woorden besteed en wordt de uitgeverij aangegeven als De Bezige Bij Antwerpen. Hetzelfde geldt voor De zwarte messias van Chika Unigwe. De roman wordt eerst in twee regels omschreven met de aanduiding De Bezige Bij, terwijl slechts enkele edities later de roman een uitgebreide bespreking krijgt met daaronder De Bezige Bij Antwerpen. Deze voorbeelden wekken de indruk dat de krant in deze korte artikelen enkel wil aanstippen welke boeken recent verschenen zijn. Het gaat erom de titel en de auteur te noemen, niet de uitgeverij. Door te stellen dat het boek uitgegeven wordt bij De Bezige Bij geeft de krant in principe wel het huis correct aan, maar mist het boek de specifieke identiteit van De Bezige Bij Antwerpen. Bij de enkele incidenten dat de krant ook bij de langere artikelen de uitgeverij verkeerd benoemt, krijgt de lezer helemaal geen kans om op te merken dat het boek van De Bezige Bij

82 Antwerpen is. Hierdoor krijgen de boeken en de auteurs enkel het beeld van De Bezige Bij mee en niet van De Bezige Bij Antwerpen. In de gevallen dat NRC Handelsblad spreekt over De Bezige Bij Antwerpen, wordt ook vaak de link met België gelegd. Dit is echter minder nadrukkelijk het geval dan in de artikelen in de Volkskrant. NRC Handelsblad lijkt enkel de link te leggen wanneer het thema van het boek hieraan gekoppeld kan worden, bijvoorbeeld wanneer op 27 juni 2012 Pascal Verbekens Grand Central Belge wordt vergeleken met Paul van Velthovens Franstaligen tegen Vlamingen. Doordat beide werken over België gaan, moet de recensent de link wel leggen met België. Er wordt echter minder nadruk gelegd op de nationaliteit van de auteur. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de bespreking van Wat rest van Peter Van Kraaij. Over de achtergrond van de auteur wordt in de bespreking van 22 maart 2013 niet gerept, maar dat een van de personages een Rwandese vrouw is die na de genocide van 1994 haar thuisland voor België verruilde, wordt wel genoemd. Dit wekt het beeld op van een uitgeverij die regelmatig België als thema heeft voor een boek, maar dat de uitgeverij daarnaast veelzijdige boeken uitgeeft over allerlei thema's. Als wordt gekeken naar de boeken van De bezige Bij Antwerpen die worden besproken door de Nederlandse kranten, dan valt op dat het vaak non-fictietitels betreffen. Vooral NRC Handelsblad besteedt slechts enkele keren per jaar aandacht aan een fictietitel van de uitgeverij en ook de Volkskrant legt de nadruk op de non-fictietitels van De Bezige Bij Antwerpen. Deze non-fictiewerken hebben voornamelijk het genre geschiedenis en verhalen vaak over de oorlog. Daarnaast wordt er veel aandacht geschonken aan de biografieën die de uitgeverij uitgeeft. Zo bespreekt de Volkskrant onder andere Gita Deneckeres Leopold I. De eerste koning van Europa, Matthijs de Ridders Rebelse Ritmes, Robert en Edward Skidelsky's Hoeveel is genoeg? en Norman Davies' Vergeten koninkrijken en schenkt NRC Handelsblad aandacht aan Pascale Verbeke's Grand Central Belge, Jonathan Holslags De kracht van het paradijs, Christopher Clarks De slaapwandelaars, en Anne Sinclairs Rue La Boétie 21. Deze beperking tot het voornamelijk bespreken van non-fictietitels die bij de uitgeverij uitkomen, zorgt voor een beeld van De Bezige Bij Antwerpen als uitgeverij die enkele non-fictie uitgeeft. Doordat er ook voornamelijk gesproken wordt over geschiedenistitels en oorlogswerken, wordt tevens de indruk gewekt dat de uitgeverij ook binnen de non- fictie erg selectief te werk gaat. Als hierbij wordt meegenomen dat in de Volkskrant enkel boeken over België aan De Bezige Bij Antwerpen worden gekoppeld, kan de uitgeverij

83 haast worden gezien als expert op het gebied van Belgische oorlogs- en geschiedenisboeken. Hierdoor wordt een kleine nichemarkt gecreëerd door de kranten, waardoor lezers wellicht geen fictie van de uitgeverij zullen gaan lezen omdat hier niet de nadruk op zou liggen bij de uitgeverij. Bij het bespreken van de boeken van De Bezige Bij Antwerpen in de Nederlandse media wordt daarnaast vaak de nadruk gelegd op de kennis van de auteur. De Volkskrant spreekt regelmatig over de achtergrond van de auteur en over waar de auteur de kennis voor het boek vandaan gehaald heeft. Zo wordt vaak gesteld dat de auteur journalist, academicus of historicus is. Een voorbeeld hiervan is het interview met Alain Finkielkraut op 10 mei 2014, waarbij wordt benoemd dat hij filosoof is. Ook NRC Handelsblad volgt dit stramien en benoemd veelvuldig de achtergrond van de auteurs. Dit is onder andere het geval bij de bespreking van Rolf Falters België. Een geschiedenis zonder land op 27 april 2012, waarbij de nadruk ligt op het feit dat Falter historicus is. Op deze manier geven de kranten aan dat de auteur een goede achtergrond heeft om het boek te schrijven en dus niet zomaar iets geschreven heeft. Het laat tevens zien dat de uitgeverij goed onderbouwde boeken wil uitgeven en niet zomaar mensen laat schrijven over iets waar ze niets van af weten. Doordat de kranten boeken van andere uitgeverijen op eenzelfde manier neerzetten, dus met nadruk op de kennis van de auteur, is dit geen beeld van de uitgeverij dat er direct uitspringt. Het lijkt eerder een beeld te zijn van de kranten, dat de kranten enkel belangrijke boeken recenseren. Als verder wordt gekeken naar het beeld dat de kranten schetsen van de uitgeverij, dan valt op dat de uitgeverij een debat zou kunnen uitlokken door de achtergrond van de auteurs: door veel van het onderwerp te weten, kan een auteur eerder gewaagde uitspraken doen die opgevangen kunnen worden door critici. Hoewel de kranten regelmatig aanstippen dat een bepaald onderwerp een debat zou kunnen uitlokken of dat er een debat over zou moeten komen, mondt een boek van de uitgeverij niet vaak uit tot een debat. Een voorbeeld van een bericht over zo'n maatschappelijk debat komt uit NRC Handelsblad van 30 augustus 2013. Hierin wordt gesproken over Natte dozen van Marnix Peeters. Er wordt gesteld dat Apple het boek gecensureerd aanbiedt, door van 'Natte' 'N***' te maken. De krant spoort aan hier een discussie over te voeren en geeft zelf enkele felle argumenten, maar er wordt daarna nooit meer over gesproken. Een ander voorbeeld is een artikel uit het NRC Handelsblad van 18 april 2011. Hierin wordt Ann De Craemer, auteur van De Bezige Bij Antwerpen, aan het woord gelaten en wordt gesproken over het uitprocederen van

84 asielzoekers. De Craemer doet in het artikel enkele felle uitspraken over de Nederlandse regering, zoals 'Het is beschamend dat Nederland mensen deporteert' en 'In Nederland krijg je alleen asiel als je homo of christen bent'. Dit zijn uitspraken waar een fel debat over gevoerd zou kunnen worden en het is een onderwerp waar ook zeker discussie over is, maar er lijkt binnen NRC Handelsblad geen debat over te ontstaan. Ook legt het onderwerp geen link met haar al geschreven of nog te verschijnen werk, waardoor de bespreking van haar boeken ook niet direct gebaat kan zijn bij deze uitlating. Een klein moment van maatschappelijk debat wordt wel door zowel de Volkskrant als NRC Handelsblad opgemerkt, namelijk dat auteur Marc Reugebrink als 'outsider' de Gouden Uil won en deze met tegenzin ophaalde. Later zal blijken dat hier een felle discussie over was in de Vlaamse kranten, maar zowel NRC Handelsblad als de Volkskrant stippen dit enkel als een kort feit aan. Hetzelfde geldt voor een activiteit van uitgever Harold Polis. In 2012 steekt hij een papier in brand tijdens een boekpresentatie van auteur Maarten Inghels. De auteur had reeds een negatieve bespreking ontvangen over zijn nieuwste roman en tijdens de presentatie stelt Polis boze geesten weg te jagen. Daarna steekt hij een papier in brand, wat lijkt de bespreking te zijn. Ook hier wordt in de Vlaamse kranten veelvuldig over gesproken, terwijl de Nederlandse kranten slechts één keer berichten over het voorval. Hoewel zowel de Volkskrant als NRC Handelsblad wel enkele pogingen doen tot het aanzetten van een maatschappelijk debat, komt dit nooit echt van de grond. Hierdoor wordt het beeld gewekt van een uitgeverij met interessante auteurs die een duidelijke mening hebben en boeken die daadwerkelijk ergens over gaan, maar waar niet veelvuldig over gediscussieerd wordt. Een laatste beeld van de uitgeverij wordt gewekt door de kritiek op de uitgeverij. In de neutrale artikelen over De Bezige Bij Antwerpen wordt de uitgeverij vaak in verband gebracht met de financiële perikelen van WPG, en de lastige tijd waarin het concern zich bevindt. Er wordt in beide kranten enkele keren gesproken over dat er mensen moeten worden ontslagen en dat er reorganisaties zullen plaatsvinden. Hierdoor wordt de indruk gewekt dat de uitgeverij er niet goed voor staat en dat er weinig geld is. Ook wordt gesproken over het vertrek van directeur Robbert Ammerlaan, die na zijn vertrek bij De Bezige Bij korter voor De Bezige Bij Antwerpen heeft gewerkt dan aanvankelijk werd gedacht. Dit wekt de indruk dat er strubbelingen zijn binnen het bedrijf, wat effect zou kunnen hebben gehad op de kwaliteit van de gemaakte boeken. De kwaliteit van deze boeken wordt namelijk ook regelmatig aangehaald. Zo wordt in NRC

85 Handelsblad van 10 augustus 2013 gesproken over het nieuwe werk van Emmanuel Carrère en wordt gesteld dat er op de titelpagina 'roman' staat, terwijl zijn werk niets fictiefs bevat. Tevens wordt in de Volkskrant van 10 mei 2014 gesteld dat de tekst op de achterflap niet overeenkomt met de feiten rond de auteur en op 7 december 2012 verschijnt in NRC Handelsblad naar aanleiding van Anne Sinclairs Rue la Boétie 21 de opmerking 'Meer chronologie had het boek goed gedaan, evenals een tuchtige eindredacteur. Die had het Vlaams wat kunnen terugdringen en vooral de vaak terugkerende naam Mitterrand juist kunnen spellen'. Deze drie voorbeelden laten zien dat er kritiek is op de eindredactie en op hoe de boeken worden uitgegeven. Hoewel Jeroen van Rooij op 3 december 2011 in de Volkskrant stelt dat er veel aandacht is vanuit de uitgeverij voor de auteur en het schrijfproces, wekt dit toch de indruk dat De Bezige Bij Antwerpen slordig omgaat met haar boeken en hier meer aandacht aan zou moeten besteden. De Volkskrant noemt echter ook enkele keren dat de boeken wel fraai vormgegeven zijn, wat het beeld wekt dat de boeken van De Bezige Bij Antwerpen er wel mooi uit zien en er aan het uiterlijk dus wel aandacht wordt besteed.

4.1.2. Het beeld vanuit Vlaams perspectief De Vlaamse kranten de Standaard en de Morgen scheppen ook een beeld van De Bezige Bij Antwerpen en dit beeld komt niet op alle punten overeen met het Nederlandse beeld. Net als de Nederlandse kranten besteden ook de Vlaamse kranten veel aandacht aan de uitgeverij en haar auteurs. In het totaal aantal pagina's besteden de Vlaamse kranten zelfs veel meer aandacht aan de uitgeverij. Ter vergelijking, de Nederlandse besprekingen beslaan gezamenlijk zo'n 350 pagina's, terwijl zowel de Standaard als de Morgen alleen al boven dit aantal pagina's zitten. De aard van de artikelen komt echter wel overeen. De kranten publiceren zowel korte berichten over de boeken met slechts een à twee regels tekst, als langere besprekingen en interviews met auteurs. Daarnaast worden in beide kranten nieuwsfeiten over de uitgeverij bericht, variërend van artikelen over de oprichting van de uitgeverij tot artikelen over reorganisaties. Ook de Vlaamse kranten zijn niet consequent in het benoemen van de uitgeverij, hoewel ze hierin wel consequenter zijn dan de Nederlandse collega's. Zowel de Standaard als de Morgen spreken slechts sporadisch over De Bezige Bij wanneer De Bezige Bij Antwerpen wordt bedoeld. Ter illustratie: waar de Standaard meer dan honderd keer De Bezige Bij Antwerpen noemt, wordt slechts in twintig situaties de fout gemaakt haar als De Bezige Bij te benoemen en ook in de Morgen zijn fouten minder dan bij de Volkskrant en NRC

86 Handelsblad, terwijl De Morgen veel meer artikelen wijdt aan de uitgeverij. Bij de Standaard is er vooral sprake van De Bezige Bij in plaats van De Bezige Bij Antwerpen wanneer wordt gesproken over auteurs die ook in Nederland populair zijn. Zo wordt bijvoorbeeld op 12 november 2011 gesproken over Bart van Loo als auteur van De Bezige Bij. Hij is veelvuldig te gast bij De Wereld Draait Door en daardoor ook bekend in Nederland. Opvallend is echter wel dat ook eenmaal wordt gesproken over De Bezige Bij in plaats van De Bezige Bij Antwerpen, als het over uitgever Harold Polis gaat. Op 30 oktober 2012 wordt Polis opgemerkt als de uitgever van Bart van Loo, maar hier wordt hij aangeduid als uitgever van De Bezige Bij en niet van De Bezige Bij Antwerpen. Als uitgever zou hij het gezicht van de uitgeverij moeten zijn, maar door te spreken over De Bezige Bij wordt dit niet bevestigd. Ook bij de Morgen wordt slechts uitzonderlijk over De Bezige Bij gesproken waar De Bezige Bij Antwerpen zou moeten worden gebruikt, bijvoorbeeld op 19 september 2012, wanneer wordt gesproken over marketingverantwoordelijke Chris Boudewijns alsof ze voor De Bezige Bij zou werken. Er is echter bij de Morgen geen onderliggend patroon te ontdekken wanneer De Bezige Bij en wanneer De Bezige Bij Antwerpen wordt gebruikt. Opvallend hierbij is vooral dat wanneer een boek of auteur voor het eerst wordt besproken in de krant, de goede benaming kan worden gebruikt, waar bij een volgende bespreking dit ineens niet meer het geval is. Waardoor dit komt is echter niet te achterhalen. De boeken die door de Vlaamse media worden besproken, zijn veelzijdiger qua genre dan de boeken die door de Nederlandse media worden aangestipt. Hoewel de Standaard ook vaak de nadruk legt op de non-fictie en meer specifiek de geschiedeniswerken en de biografieën, is er ook veel aandacht voor de literaire fictie, van zowel Vlaamse als buitenlandse auteurs. Waar in Nederland ook bij internationale literatuur toch werd gezocht naar een link met België, wordt dat bij de Standaard achterwege gelaten. Een voorbeeld hiervan is de bespreking van Max Hastings' 1914 op 14 februari 2014. Bij deze bespreking wordt enkel gefocust op de inhoud van het boek, en niet op de nationaliteit van de auteur. Daarnaast worden ook boeken besproken die de uitgeverij zelf wellicht liever niet communiceert. Zo wordt op 21 december 2013 gesproken over Goed eten van Dorien Knockaert. Dit boek wordt aangemerkt als een kookboek, wat niet direct lijkt te passen bij de uitgeverij. In de prospectus van De Bezige Bij Antwerpen werd nauwelijks aandacht aan het boek besteed en het lijkt erop dat de uitgeverij juist niet wil laten merken dat dit ook bij haar fonds hoort. Opvallend is

87 daarom dat de media hier wel over berichten en het aanstippen als een boek dat thuishoort in een veelzijdig fonds. Dit wekt de indruk dat de uitgeverij veelzijdig is en dat ze niet enkel aandacht heeft voor non-fictietitels. Doordat de krant echter ook aandacht heeft voor de stripboeken van de uitgeverij en het kookboek, wordt echter wel het beeld gevormd van een minder literair, minder prestigieus en meer commercieel fonds. Ook de Morgen bespreekt vrijwel alle genres binnen het fonds van De Bezige Bij Antwerpen. Een voorbeeld hiervan is de bespreking op 14 juni 2014 van Tricolore truien van Michael Bellon. In dit artikel spreekt de krant over het commerciële aspect van de voetbaltruien die Bellon bespreekt en de verschillende stijlen die bij deze outfits komen kijken. Een week eerder berichtte de krant echter nog over Rood, wit en soms rosé, een wijnboek geschreven door Annick Schreuder en op 21 mei 2014 besprak de krant de nationalistische roman Vlaggenbrief van Ruth Lasters. Hierdoor wekt ook de Morgen de indruk van een uitgeverij die erg veelzijdig is en van alle markten thuis lijkt te zijn. Er wordt bij deze besprekingen tevens besproken wat de achtergrond is van de auteurs, waardoor de boeken wel worden besproken als gedegen werken van auteurs met kennis. Doordat de besprekingen echter ook wijn- en sportboeken bevatten, waar in de Nederlandse kranten niet of nauwelijks over wordt gesproken, wordt het beeld wel minder literair met een commerciëlere inslag dan het beeld dat door de Nederlandse media wordt gevormd. Opvallend is dat tegelijkertijd op 30 december 2013 wordt gesproken over De Bezige Bij Antwerpen als chique uitgeverij en op 23 januari 2014 over het uitgeven van poëzie als vorm van prestige, waarbij de nadruk wordt gelegd op het feit dat de uitgeverij poëzie uitgeeft. Hierdoor wordt naast de commerciële inslag wel degelijk de nadruk gelegd op het literaire aanzien van de uitgeverij. Tevens is er vooral in de Morgen veel aandacht voor de auteur zelf. De krant gebruikt in besprekingen veel uitspraken van de auteurs en tevens publiceert de krant veelvuldig interviews met de auteurs. Een voorbeeld hiervan is het interview met Alain Finkielkraut op 3 mei 2014 en het gesprek met Olga Grjasnowa op 26 maart van datzelfde jaar. De auteurs krijgen veel ruimte voor hun eigen mening en worden op deze manier neergezet als grote intellectuelen. Tevens zorgen de interviews ervoor dat er minder afstand is tussen de auteur en de lezer, waardoor de auteur en zijn of haar werk toegankelijker wordt. In de Standaard wordt veelvuldig gebruik gemaakt van fragmenten uit de boeken om de werken toegankelijk te maken voor het publiek.

88 In de Vlaamse media is er daarnaast meer ruimte voor debat. Zowel de Standaard als de Morgen besteden veel aandacht aan Marc Reugebrinks Gouden Uil-bekroning. Zo spreekt de Morgen op 2 april 2014 over het 'onverwacht winnen' van de prijs en stelt de Standaard zowel in 2012 als in 2014 dat de auteur werd gezien als 'B-auteur' die de prijs volgens kenners nooit had mogen winnen, maar de prijs toch onverhoopt in ontvangst mocht nemen. Reugebrink wordt neergezet als een literaire schrijver die het winnen van prijzen als iets commercieels beschouwt en het niet belangrijk vindt. En ook Christophe van Gerrewey wordt neergezet als een auteur die een prijs won, maar deze met tegenzin ophaalde. In de Morgen van 31 december 2013 wordt gesproken over een akkefietje tussen Christophe Van Gerrewey en Marnix Peeters, twee auteurs van De Bezige Bij Antwerpen die in 2013 genomineerd waren voor de Debuutprijs. Van Gerrewey won de prijs en stelde dat Peeters roman 'de slechtste roman was die ooit bij een literaire uitgeverij is verschenen'. Hij stelde dat Peeters zich te veel bezig hield met optreden en de commercie, iets waar een auteur zich niet mee bezig diende te houden. De Morgen noteerde hierbij dat dit een 'heftige literaire steekvlam' was, die op papier plaatsvond. En inderdaad, onder andere op 30 december, 9 oktober en 4 september werd ook al over deze discussie geschreven. Ook in de Standaard blijft het debat niet onopgemerkt. Op 9 oktober 2013 wijdt de krant een groot interview aan Van Gerrewey en zijn gewonnen Debuutprijs en wordt geschreven over de discussie tussen Van Gerrewey en Peeters. Tevens wordt hier gelinkt aan de overstap van Marnix Peeters naar uitgeverij Prometheus. De discussie tussen de twee auteurs kan worden gezien als een debat binnen de literatuur, maar doordat het een debat is tussen twee auteurs van dezelfde uitgeverij, wordt eerder het beeld gewekt van een uitgeverij die haar auteurs met elkaar laat kibbelen, dan van een uitgeverij die midden in het debat staat. Nog een andere vorm van discussie binnen de Vlaamse media is het al dan niet verbranden van een recensie door Harold Polis op 14 september 2012, wat ook in de Nederlandse media werd besproken. Het ging hierbij om een recensie die gepubliceerd werd op 31 augustus 2012 in de Standaard over De handel in emotionele goederen van Maarten Inghels. Waar het in de Nederlandse media echter enkel werd aangestipt, bespraken zowel de Morgen als de Standaard dit uitgebreid en werd er veelvuldig gediscussieerd over of het een wit vel papier was of dat dit daadwerkelijk de recensie was. Tevens werden medewerkers van de uitgeverij en uitgever Harold Polis op 11 september 2012 aan het woord gelaten die stellig spraken over een wit papier, terwijl auteur Maarten Inghels juist tussen neus en

89 lippen door aangaf dat het daadwerkelijk de recensie was . Op 26 december 2012 stelt de krant Maarten Inghels tevens voor als de auteur die we kennen van de recensieverbranding in datzelfde jaar. Dit wekt de indruk van een uitgeverij die daden stelt, maar die niet altijd nadenkt over de gevolgen ervan. Wel laat het zien dat de uitgeverij niet zomaar dingen over haar auteurs laat zeggen, ze komt op voor haar auteurs en haar titels. Ten slotte hebben ook de Vlaamse kranten veelvuldig opmerkingen over de kwaliteit van de uitgeverij. De uitgeverij wordt zowel in de Standaard als in de Morgen in verband gebracht met de financiële zorgen binnen WPG, waaronder in de Standaard op 24 augustus 2012 en in de Morgen op 3 oktober 2012. De Standaard is hierbij opvallend in haar bewoordingen: qua fonds zet de krant De Bezige Bij Antwerpen neer als zelfstandig en volwaardig aan De Bezige Bij, maar zodra over geld en leiding wordt gesproken, wordt er altijd over de uitgeverij gesproken als een onderdeel van een groter bedrijf. Tevens wordt er gesproken over de begeleiding van de uitgeverij aan haar auteurs. Op 2 oktober 2013 stelt de Morgen bijvoorbeeld dat het lijkt 'alsof de eindredactie dit boek aan zijn lot overliet' en in hetzelfde artikel wordt gesteld dat 'vrijwel elke startende auteur tegenwoordig zijn portie lovende blurb meekrijgt om de lezer over de streep te trekken'. Deze uitspraken wekken de indruk dat de uitgeverij enkel let op hoe het boek in de markt gezet wordt (met lovende uitspraken) en niet op hoe het boek geschreven wordt. Ook in de Standaard wordt de eindredactie aangestipt, met onder andere de uitspraak op 24 april 2012 dat een boek niet 'een alternatieve geschiedenis is, zoals de uitgever stelt'. Ook stelt de krant op 16 maart 2012 'de tekst is niet vrij van tik- en taalfouten'. Dit wekt de indruk dat de uitgeverij meer aandacht had moeten besteden aan de tekst zelf. Dit werd ook gesteld in het juryrapport van de Debuutprijs 2011, waarin uitgeverijen werd verweten dat ze te weinig tijd steken in de redactionele begeleiding van startende auteurs. Op 7 oktober 2011 bevestigt een interview met De Bezige Bij Antwerpen-auteur Yannick Dangre dat de uitgeverij hem wel feedback gaf, maar dat hij erg vrij was. 'De kritiek had waarschijnlijk voorkomen kunnen worden'. Het bevestigt het beeld dat de uitgeverij meer aandacht in de redactionele begeleiding en de tekst zelf had moeten stoppen en minder in hoe het boek op de markt wordt gebracht. Verder krijgt ook in Vlaanderen de uitgeverij wel complimenten voor hoe de boeken eruit zien.

90 4.2. Literaire prijzen In iedere prospectus vermeldt de uitgeverij welke auteurs genomineerd zijn voor of bekroond zijn met bepaalde prijzen. Door deze prijzen te vermelden, stijgt het aanzien van de uitgeverij en wint de uitgeverij aan kwaliteit. Tevens kan de uitgeverij hiermee de nadruk leggen op bepaalde onderdelen van het fonds. Door bijvoorbeeld veel debuutprijzen te noemen, laat de uitgeverij zien dat er veel aandacht wordt besteed aan de debutanten. Een oeuvreprijs toont daarentegen juist aan dat de uitgeverij veel huisauteurs heeft en dat er wordt geïnvesteerd in de toekomst. In het Nederlandse taalgebied worden ieder jaar veel prijzen uitgegeven en de ene prijs is heeft meer aanzien dan de andere prijs. Het is dus voor de uitgeverij erg belangrijk bepaalde prijzen te benadrukken en andere prijzen bewust weg te laten. De media maken in hun berichtgeving niet dezelfde afweging als de uitgeverij. Zij hebben niet het doel De Bezige Bij Antwerpen in een zo goed mogelijk daglicht te zetten en zullen objectiever berichten over de prijzen waar de uitgeverij voor in aanmerking komt. Deze paragraaf zal ter illustratie enkele prijzen noemen waarmee De Bezige Bij Antwerpen in verband wordt gebracht. Welk onderdeel van het fonds ontvangt de meeste prijzen? Van welke kwaliteit zijn de prijzen? En welke prijzen zijn opmerkelijk te noemen?

Deze globale schets is gemaakt op basis van alle berichten die in de geschreven media zijn verschenen over prijzen waarvoor auteurs en medewerkers van de uitgeverij genomineerd zijn. Er wordt geen onderscheid gemaakt in soorten prijzen, omdat iedere prijs een beeld geeft van de uitgeverij. Als enkel naar literaire prijzen zou worden gekeken, zou informatie over de reputatie van de uitgeverij op het vlak van non-fictie buiten beschouwing blijven. En als enkel landelijke prijzen onderzocht zouden worden, zou dit ervoor zorgen dat een eventueel regionaal beeld van de uitgeverij gemist wordt. Deze nominaties moeten echter wel in de media bekend worden gemaakt, omdat het beeld van de uitgeverij enkel beïnvloed kan worden als men van de nominatie af weet. Hiervoor is, om dezelfde redenen als bij de algemene persberichten en de literatuurkritiek, gebruik gemaakt van traditionele gedrukte media in Nederland en Vlaanderen, maar er is geen onderscheid gemaakt in regio, kwaliteit of frequentie van uitgeven van het medium. Deze berichten zijn verkregen via de uitgeverij, Mediargus, Literom, Lexis Nexis en het archief van de kranten zelf. Bij deze analyse is gekozen voor het trefwoord 'De Bezige Bij Antwerpen' en niet 'De Bezige Bij', omdat anders het anders een te omvangrijk onderzoek zou worden. Verder zijn de trefwoorden 'nominatie' en

91 'prijs' toegevoegd, omdat deze laatste twee trefwoorden duidelijk maken om wat voor soort artikel het gaat.

4.2.1. Het beeld volgens de berichten Sinds de oprichting van De Bezige Bij Antwerpen worden auteurs en boeken van de uitgeverij regelmatig genomineerd voor prijzen. De prijzen lopen uiteen van de Gouden Strop tot de Beaufortprijs en van de Prijs voor Letterkunde van de Provincie West- Vlaanderen tot de Eisner Award. De uitgeverij ontvangt dus zowel Vlaamse, Nederlandse als internationale prijzen. Opvallend hierbij is dat de Nederlandse en de Vlaamse media verschillend berichten over deze prijzen en andere keuzes maken. Zo benoemt De Standaard op 31 augustus 2012 hoe Willy Linthout de Bronzen Adhemar, de Vlaamse Cultuurprijs voor de Strip, in ontvangst mocht nemen. Hier wordt in de Nederlandse media met geen woord over gesproken. Dat hier niet over gesproken wordt, kan worden verklaard aan de hand van de hoeveelheid besprekingen over stripboeken in de Nederlandse kranten. Uit de vorige paragrafen bleek dat de Nederlandse kranten weinig te melden hebben over strips, waardoor wellicht ook de prijswinnaars onderbelicht blijven. Dit in combinatie met het feit dat de Bronzen Adhemar een Vlaamse prijs is, kan verklaren waarom de Nederlandse media hier geen aandacht aan besteden. Opvallend hierbij is wel dat de Vlaamse verkiezing voor het Beste Boekomslag in Nederland wel wordt besproken. Het is dus niet zo dat Vlaamse prijzen überhaupt niet worden genoemd in Nederland. Als verder wordt gekeken naar de prijzen die in de Vlaamse media veelvuldig aan bod komen, dan valt op dat de stripboeken van De Bezige Bij Antwerpen vaker in de prijzen vallen. Zoals reeds genoemd berichtte De Standaard al over de Bronzen Adhemar voor Willy Linthout. Zijn nominatie voor de Eisner Award, de hoogste onderscheiding voor strips in Amerika, komt in dezelfde krant aan bod. Op 29 november 2013 besteedt Het Laatste Nieuws daarnaast aandacht aan de Prix Patrimoine, een Franse prijs voor strips die als klassieker kunnen worden gezien. Cowboy Henk was een van de genomineerden voor deze prijs. Aangezien er geen vervolgbericht komt over een eventuele winst, kan ervan uit worden gegaan dat het bij een nominatie is gebleven. Ten slotte sprak de Krant van West-Vlaanderen op 6 juni 2014 over de Cutting Edge Awards, waar Zazagravures van Klaas Storme de prijs voor de beste strip won. Andere prijzen waarvoor auteurs en boeken van De Bezige Bij Antwerpen

92 regelmatig voor in aanmerking komen, zijn debuutprijzen. Deze prijzen worden uitgereikt voor zowel literaire fictie als poëzie. Voornamelijk voor poëzie vallen de auteurs van de uitgeverij vaak in de prijzen. Zo besteedde De Morgen op 31 januari 2013 aandacht aan de Herman de Coninck Debuutprijs die Michaël Vandebril in ontvangst mocht nemen voor zijn bundel Het vertrek van Maeterlinck. En ook de bekroning van Delphine Lecompte’s De dieren in mij met de C. Buddingh’-prijs wordt veelvuldig genoemd, waaronder in De Morgen op 3 april 2013. Dezelfde bundel won tevens de Prijs voor de letterkunde van de provincie West-Vlaanderen, waar dezelfde krant al op 31 januari 2013 over berichtte. Maar ook romans van De Bezige Bij Antwerpen worden genoemd bij debuutprijzen, hoewel dit wel minder vaak gebeurd. Zo spreekt De Morgen op 9 oktober 2013 over de bekroning van Christophe Van Gerrewey’s Op de hoogte met de Vlaamse Debuutprijs. Voor deze prijs was tevens Marnix Peeters’ roman Natte dozen genomineerd, dat ook bij De Bezige Bij Antwerpen uitkwam. De romans van De Bezige Bij Antwerpen worden niet alleen in verband gebracht met debuutprijzen, maar ook aan een Vlaamse prijs als de Gouden Uil. Marc Reugebrink won deze prijs al in 2008 met Het Grote Uitstel, maar in recentere artikelen wordt dit nog veelvuldig aangestipt. Dit gebeurt onder andere in De Morgen van 23 juni 2012. Ten slotte worden de romans van De Bezige Bij Antwerpen ook genoemd voor internationale prijzen. Hierbij valt vooral de winst van de Nigeria Prize for Literatur door Chika Unigwes Fata Morgana op. Knack besteedt hier op 2 maart 2011 aandacht aan, maar ook de Gazet van Antwerpen noemt de auteur en haar prijs op 6 november 2012. Tevens worden de internationale prijzen van Olga Grjasnowa’s Een Rus is iemand die van berken houdt benoemd in De Morgen van 26 maart 2014. Hoewel de nadruk bij de prijzen voor De Bezige Bij Antwerpen duidelijk op poëzie en literaire fictie ligt, vallen ook enkele non-fictietitels in de prijzen. Zo wordt onder andere de Bob Den Uylprijs voor het beste journalistieke reisboek genoemd. Zo geeft Het Laatste Nieuws van 22 april 2011 bijvoorbeeld aan dat Ann de Craemer net buiten de boot valt en ook Korneel de Rynck wordt genoemd als genomineerde auteur voor de prijs in De Standaard van 11 april 2014. Ten slotte hoort Pascal Verbeken in het rijtje van winnaars van deze prijs thuis, getuige het artikel van De Morgen op 7 mei 2013. Een laatste non-fictieprijs is de Beaufortprijs, een prijs voor de beste biografie. Deze prijs komt Gita Deneckere ten deel in 2013 met Leopold I, blijkt uit Belga van 13 maart 2013.

93 De focus ligt ook in Nederland op de poëzie en de romanprijzen. Waar in Vlaanderen net iets meer aandacht was voor de poëzieprijzen, wordt in de Nederlandse media de nadruk gelegd op de literatuurprijzen. Slechts twee poëzieprijzen worden besproken: de C. Buddingh-prijs en de VSB poëzieprijs, respectievelijk voor het beste debuut en de bestelde bundel van het afgelopen jaar. De VSB-poëzieprijs werd op 26 januari 2011 besproken door Trouw, waaruit naar voren kwam dat Paul Bogaert met De slalom soft een van de outsiders was. Bij de C. Buddingh-prijs wordt voornamelijk gesproken over de bekroning voor het werk van Delphine Lecompte, zoals in NRC Handelsblad van 1 februari 2013, maar ook de nominatie van Michaël Vandebril wordt aangestipt. Opvallend is dat er in de Nederlandse media ook veelvuldig wordt gesproken over de nominatie van Yannick Dangre's Meisje dat ik nog moet. Zowel De Volkskrant als NRC Handelsblad besteden hier op respectievelijk 11 en 14 juni aandacht aan. In de Vlaamse media bleef deze nominatie onbesproken. De Nederlandse media heeft zoals gezegd meer aandacht voor de fictieprijzen. Hierbij wordt veelvuldig gesproken over Marc Reugebrinks bekroning bij de Gouden Uil 2008, zoals op 12 mei 2012 in Trouw. Daarnaast noemt Boekblad op 7 februari 2013 alle genomineerden op de longlist, waar onder andere Koen Peeters' Duizend Heuvels en Jeroen van Rooijs Het licht op terug te vinden zijn. Iets meer dan een jaar daarvoor stond Bloedgetuigen van Johan de Boose op deze longlist, meldt hetzelfde blad op 12 januari 2012. Tevens wordt de uitgeverij in verband gebracht met de Libris Literatuurprijs, doordat Trouw op 13 mei 2014 de genomineerden bespreekt, waaronder Jeroen Theunissens De omwegen. In een ANP-bericht op 12 september 2013 wordt nog naar buiten gebracht dat Christophe Van Gerreweys Op de hoogte genomineerd was voor de Academica Literatuurprijs, een romandebuutprijs en op 31 augustus 2013 stipt de Volkskrant dit nogmaals aan. Daarnaast wordt Joost Vandecasteele genomineerd voor oeuvreprijs BNG Nieuwe Literatuurprijs 2012, meldt Boekblad op 8 februari 2013. Ten slotte doet hetzelfde medium op 23 juli 2014 melding van de nominatie van Richard Flanagans De smalle weg naar het verre noorden voor de Man Booker Prize, die hij enkele maanden daarna ook zal winnen. Naast deze aandacht voor voornamelijk grote literaire prozaprijzen, worden ook in Nederland de prijzen voor non-fictiewerken benoemd. Zo bespreekt Boekblad op 1 april 2014 de genomineerden voor de Gouden Tulp 2013. Een van deze genomineerden is Ten oorlog: Een reis langs het front van WO I van Arnout Hauben en Johanna Spaey.

94 Daarnaast besteedt de Volkskrant op 21 april 2012 aandacht aan de mogelijke winnaars voor de Erik-Hazelhoff Roelfzema-biografieprijs. De krant stelt dat, hoewel er een rijke voorraad was om uit te putten, er een lijst van vijf genomineerden is samengesteld; Gita Deneckere's Leopold I hoort daarbij. En ook in Nederland wordt de Bob Den Uyl-prijs aangestipt. NRC Handelsblad bespreekt op 8 juli 2011 de nieuwe roman van Ann De Craemer en merkt daarbij op dat ze voor Duizend-en-één-dromen genomineerd was voor deze prijs. Ten slotte bespreken zowel NRC Handelsblad als de Volkskrant op 13 mei 2013 de uitslag van het jaar 2013, waar Pascal Verbeke met Grand Central Belge net naast de winst greep.

Ten slotte zijn nog enkele opmerkelijke prijzen te noemen. Zo bericht Boekblad op 13 mei 2014 als enige over de nominatie van Patrick Conrads Tango Assassino voor de Gouden Strop. Vooral opvallend is dat de uitgeverij verder in de media niet wordt gelinkt aan het thrillergenre, terwijl de uitgeverij daar blijkbaar wel voor genomineerd wordt. Een andere opvallende prijs wordt ook door Boekblad benoemd op 18 januari 2012. Het gaat hier om de prijs voor de Meest Auteursvriendelijke uitgeverij, uitgeroepen door de Vlaamse Auteursvereniging. Hoewel uitgeverij Vrijdag er met de prijs vandoor ging, werd De Bezige Bij als een van de andere genomineerden genoemd. Daarnaast spreekt Humo op 18 december 2012 in een jaaroverzicht over Harold Polis als de winnaar voor de meest empathische uitgever, als deze prijs had bestaan. In De Gooi- en Eemlander op 30 april 2012 wordt ten slotte de volgende opmerking gemaakt over Rolf Falters België. Een geschiedenis zonder land: “En mocht het ooit zo ver komen dat een prijs wordt uitgeloofd voor de beste ondertitel van een boek, dan is dit werk een heel kansrijke kandidaat”.

4.3. Conclusie Als wordt gekeken naar het beeld van De Bezige Bij Antwerpen zoals dat wordt neergezet in de Nederlandse en de Vlaamse media, dan kan worden gesteld dat er in Vlaanderen en in Nederland een verschillend beeld is van de uitgeverij. In Nederland wordt de indruk gewekt door de Volkskrant en NRC Handelsblad dat De Bezige Bij Antwerpen een literaire uitgeverij is die voornamelijk non-fictie uitgeeft, waarbij de onderwerpen voornamelijk gaan over de Belgische geschiedenis en oorlogen in België. Ook de auteurs zijn voornamelijk Vlaams of hebben een link met België. Verder ontstaat in deze kranten het beeld van een uitgeverij met auteurs in haar fonds die goed

95 onderlegd zijn en duidelijk weten waar ze over praten. Dit zou de aanzet kunnen zijn tot enkele debatten, maar dit komt nog niet echt tot stand. Tevens wordt aangetoond dat de uitgeverij hoort bij De Bezige Bij, wat ook blijkt uit de artikelen over de financiën binnen de uitgeverij en binnen het concern WPG. De Bezige Bij Antwerpen is echter volgens de Nederlandse kranten niet altijd even goed van kwaliteit wat betreft de taal en stijl van haar boeken. Regelmatig merken de kranten taal- en stijlfouten op en wordt gesproken over hoe de redactionele begeleiding van de auteurs beter had gekund. Ook wordt zo nu en dan opgemerkt dat de achterflap niet overeenkomt met de inhoud, of dat de genreaanduiding anders had gemoeten. Wel wordt de uitgeverij regelmatig geprezen om haar mooie vormgeving, wat de indruk wekt dat de uitgeverij meer bezig is met de buitenkant dan met de binnenkant van haar boeken. In Vlaanderen wordt met de besprekingen van de Standaard en de Morgen juist de indruk gewekt van De Bezige Bij Antwerpen als uitgeverij die van alle markten thuis is: zowel non-fictie als fictie krijgt de aandacht en hierbij komen vrijwel alle mogelijke onderwerpen van de boeken aan bod. Door middel van interviews en fragmenten worden de boeken toegankelijk gemaakt voor de lezer en wordt meer gefocust op het verkopen van de boeken dan op de literaire kwaliteit van het fonds. Hoewel wel wordt gesproken over het uitgeven van poëzie als prestigekwestie en van De Bezige Bij Antwerpen als chique uitgeverij, worden ook vaak geldzaken en de verkoop van boeken in verband gebracht met de uitgeverij. Hierdoor krijgt men een commercieel beeld van de uitgeverij. Wel heeft de uitgeverij boeken en auteurs in haar fonds die midden in het debat staan. Door veelvuldig te berichten over discussies tussen Christophe van Gerrewey en Marnix Peeters wordt laten zien dat er veel te doen is rond de titels van De Bezige Bij Antwerpen de recensieverbranding van uitgever Harold Polis schept het beeld van de uitgeverij als geëngageerd en met een hart voor haar auteurs. Ten slotte wordt ook in de Vlaamse media de vormgeving van de boeken geprezen en is er kritiek op de redactie, waardoor ook in de Vlaamse media het beeld wordt gevormd van een uitgeverij die meer aandacht besteedt aan de buitenkant dan aan de binnenkant van de boeken. Ook door middel van de benoeming van literaire prijzen voor De Bezige Bij Antwerpen wordt een beeld geschetst van de uitgeverij. Opvallend bij de vermelding van de prijzen is dat de uitgeverij niet altijd goed wordt vermeld. De Vlaamse debuutprijs voor Ruth Lasters roman Poolijs wordt bijvoorbeeld wel besproken, maar door de uitgeverij niet te noemen blijft de erkenning voor De Bezige Bij Antwerpen uit. Doordat

96 dit tevens het geval is bij de uitreiking van Het Liegend Konijn aan Lasters dichtbundel Vouwplannen, wordt het beeld van een veelzijdig auteur wel geschetst, maar wordt dit niet in verband gebracht met de uitgeverij. Hierdoor kan het zijn dat het beeld van de uitgeverij er heel anders uit zou zien, mits de uitgeverij benoemd was. Een uitgebreider onderzoek zal moeten uitwijzen hoe dit het imago van De Bezige Bij Antwerpen beïnvloed had. Als wordt gekeken naar de prijzen waarbij de media de uitgeverij wel goed benoemd, valt op dat dit voornamelijk prijzen zijn voor romans en poëzie. Deze prijzen lopen uiteen van debuutprijzen tot oeuvreprijzen. De prijzen zijn niet enkel regionale prijzen, zoals de Prijs voor Letterkunde van de provincie West-Vlaanderen, maar ook grote nationale prijzen, zoals de Gouden Uil en de Libris Literatuurprijs. Hoewel er in de Nederlandse en Vlaamse media kleine verschillen zijn waar te nemen waar de nadruk op ligt, kan wel worden geconcludeerd dat er minder non-fictieprijzen worden gewonnen of dat in ieder geval deze indruk wordt gewekt door de prijzen niet te noemen. Door de link te leggen met deze prijzen, wordt niet alleen laten zien dat de uitgeverij kwaliteit uitgeeft, maar ook dat de expertise van de uitgeverij voornamelijk ligt in de literaire fictie en poëzie. Non-fictie lijkt hierdoor een achtergesteld onderdeel. Opvallend hierbij is dat, hoewel de Vlaamse en Nederlandse kranten verschillen qua hoeveel aandacht ze elk genre geven, ze in het benoemen van prijzen goed overeen komen. Tevens is opvallend dat de uitgeverij door de recensies in de kranten het imago krijgt een non- fictie-uitgeverij te zijn, terwijl dit uit de prijzen niet naar voren komt. Hierdoor ontstaat geen eenduidig beeld van De Bezige Bij Antwerpen.

97 5. Het beeld van De Bezige Bij Antwerpen gezien vanuit de markt

Het vorige hoofdstuk heeft aangetoond dat het beeld van de uitgeverij zoals verspreid door de media verschillend is voor België en Nederland. Voor de Nederlandse media is De Bezige Bij Antwerpen een Vlaamse literaire uitgeverij die voornamelijk non-fictie uitgeeft. De Vlaamse media vinden de uitgeverij daarentegen een uitgeverij die van alle markten thuis is, zowel wat genre als wat auteurs betreft. De media zijn eensgezind wat betreft de kwaliteit: de vormgeving is mooi, maar de redactionele begeleiding kan beter: de uitgeverij zou zich meer met de buitenkant dan met de binnenkant van haar boeken bemoeien. Een volledig beeld van de uitgeverij wordt echter niet enkel gevormd door wat de uitgeverij wil uitstralen en wat de media over de uitgeverij denkt. Een groot deel van het imago van een uitgeverij wordt tevens bepaald door de boekhandelaren die de boeken verkopen en het publiek dat de boeken koopt. Het vorige hoofdstuk heeft laten zien wat het imago van de uitgeverij is volgens de media, en dit hoofdstuk zal aantonen wat de boekhandelaar van de uitgeverij vindt en welke boeken van de uitgeverij het publiek daadwerkelijk koopt. Welke associaties heeft de boekhandelaar bijvoorbeeld bij De Bezige Bij Antwerpen? Wat vertelt hij of zij over de uitgeverij aan de klant? En verkoopt een non-fictietitel van De Bezige Bij Antwerpen beter in België of in Nederland? Welke boeken worden überhaupt het meest gekocht door het publiek? Dit hoofdstuk zal nader ingaan op deze vragen. Aan de hand van de verkoopcijfers van de uitgeverij zal in kaart worden gebracht welke boeken van De Bezige Bij Antwerpen het best verkopen in België en in Nederland.218 Doordat het onderzoek anders te omvangrijk zou worden, is bij de analyse van de markt en naar de verkoopcijfers gekeken en niet naar wat de lezer voor beeld heeft van de uitgeverij. Een analyse met geïnterviewde lezers zou helaas te omvangrijk worden. Aan de hand van de verkoopcijfers zal daarom worden geprobeerd het beeld van de koper te kunnen schetsen. Wel zijn enkele boekhandelaren geïnterviewd en de tweede paragraaf zal het beeld van de boekhandelaar illustreren dat uit deze interviews naar voren kwam.

218 Alle gegevens uit dit hoofdstuk zijn afkomstig van De Bezige Bij en het CB. De Bezige Bij heeft mij inzicht gegeven in de verkoopcijfers via hun account bij het CB. Deze cijfers kunnen niet zomaar openbaar gemaakt worden, omdat het gaat om bedrijfsspecifieke informatie en ‘beroepsgeheim’. Om deze reden wordt geen gebruik gemaakt van precieze cijfers, maar wordt enkel over de verkoop gesproken aan de hand van percentages verkregen via de uitgeverij.

98 5.1. De verkoopcijfers De boeken van het concern WPG worden in zowel België als Nederland verkocht in de boekhandels. Logischerwijs zijn deze aantallen niet gelijk, door de verschillen in grootte van de landen en de verschillen in aantal boekhandels. Ter illustratie, in Nederland woonden op 1 januari 2014 16,8 miljoen mensen en in België slechts 11,1 miljoen, waarvan iets meer dan de helft in Vlaanderen woont.219 Wellicht kan ook een verklaring worden gevonden in het soort boeken dat bij de verschillende uitgeverijen wordt uitgegeven. Als bijvoorbeeld wordt gekeken naar boeken van Oog & Blik, een imprint van De Bezige Bij, dan valt op dat deze stripboeken voornamelijk in België worden verkocht terwijl het een Nederlands imprint is. De boeken van Thomas Rap, ook een imprint van De Bezige Bij, vinden hun afzet dan weer voornamelijk in Nederland, doordat de boeken voornamelijk gaan over Nederlanders. Een voorbeeld hiervan is het in 2014 verschenen boek Sven, van Johan Boef, over de Nederlandse schaatser Sven Kramer. Door het onderwerp spreekt het boek in België minder aan en wordt het ook minder verkocht in België. Hierdoor ligt de verhouding van de verkoop van Thomas Rap op 5% in België en 95% in Nederland.

Als wordt gekeken naar de verkoop van heel WPG, dan valt te stellen de verhouding 40% België en 60% Nederland is. Dat het percentage verkochte boeken in België lager is dan in Nederland, kan waarschijnlijk worden verklaard uit de grootte van de afzetmarkt; in Nederland wonen meer Nederlandssprekenden dan in België, waardoor meer mensen de boeken kunnen kopen. Ter illustratie geeft onderstaande tabel de verhoudingen voor De Bezige Bij Antwerpen en enkele andere WPG-uitgeverijen weer:

219 Deze inwonersaantallen zijn verkregen via de websites van het Centraal Bureau voor de Statistiek (Nederland) en de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de FOD Economie (België). De websites zijn geraadpleegd op 5 december 2014, te raadplegen via: http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/bevolking/loop/ en http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=37296ned&D1=a&D2=0,10,20,30,40, 50,60,%28l-1%29,l&HD=130605-0924&HDR=G1&STB=T.

99 Verkoop van verschillende uitgeverijen binnen WPG Uitgeverij Verkoop in België Verkoop in in verhouding tot Nederland in de totale verkoop verhouding tot de totale verkoop WPG 40% 60% De Bezige Bij 21% 79% Cargo 17% 83% Thomas Rap 5% 95% De Bezige Bij 61% 39% Antwerpen Standaard Uitgeverij 76% 24% Manteau 85% 15% Tabel 3: Percentages van de verkoop in aantal exemplaren van enkele uitgeverijen van WPG in Nederland en België in verhouding tot de totale verkoop, gezien over het jaar 2014, tot en met het derde kwartaal.

Zoals bovenstaande tabel laat zien, verkoopt WPG in België en in Nederland niet precies evenveel. Van de totale verkoop worden de boeken het meest in Nederland verkocht. Dit is voornamelijk het geval bij De Bezige Bij en haar imprints Thomas Rap en Cargo, waarbij Thomas Rap zoals reeds gesteld bijna niet in België verkoopt. De Vlaamse uitgeverijen De Bezige Bij Antwerpen, Standaard Uitgeverij en Manteau zijn juist omgekeerd aan deze cijfers en worden voornamelijk in België verkocht. Opvallend hierbij is dat De Bezige Bij Antwerpen in deze percentages precies omgekeerd is aan de verkoop van heel WPG. Wat ook opvallend is, is dat, hoewel De Bezige Bij Antwerpen haar verkopen voornamelijk uit het Belgische deel van het taalgebied haalt, de uitgeverij wel meer boeken in Nederland verkoopt dan Standaard Uitgeverij en Manteau. In vergelijking met de andere Vlaamse uitgeverijen van WPG vinden de boeken van De Bezige Bij Antwerpen dus gretiger aftrek in Nederland. De verkoop van De Bezige Bij Antwerpen loopt wel achter in Nederland in vergelijking met De Bezige Bij en haar imprints, maar dit zou ook kunnen komen, zoals reeds gesteld, door de deels regio gebonden inhoud van de boeken.

100 Als wordt gekeken naar de verkoopcijfers van De Bezige Bij Antwerpen als geheel, dan valt te concluderen dat de uitgeverij het voor de verkoop voornamelijk van België moet hebben. Het lijkt erop dat de uitgeverij aantrekkelijker is voor de Vlaamse lezer/koper dan voor de Nederlandse. Dit wekt de indruk dat het fonds van De Bezige Bij Antwerpen te Vlaams is voor de Nederlandse markt. Standaard Uitgeverij en Manteau lijken echter nog 'Vlaamser' te zijn dan De Bezige Bij Antwerpen. De verkoopcijfers van De Bezige Bij Antwerpen zijn onder te verdelen in de verschillende genres binnen het fonds van de uitgeverij. Bij het analyseren van deze genres valt op dat niet ieder genre een even Vlaams imago heeft. Onderstaande tabel geeft de percentages weer van de verkoop van deze genres in Nederland en in België:

Verkoop van enkele genres van De Bezige Bij Antwerpen Genre Verkoop in België Verkoop in in verhouding tot Nederland in de totale verkoop verhouding tot de totale verkoop Nederlandse fictie 71% 29% Vertaalde fictie 37% 63% Non-fictie 59% 41% Kunstboeken 83% 17% Stripboeken 79% 21% Tabel 4: Percentages van de verkoop in exemplaren van verschillende genres binnen De Bezige Bij Antwerpen in Nederland en België in verhouding tot de totale verkoop, gezien over het jaar 2014 tot en met het derde kwartaal.

Als wordt gekeken naar de verkoopverhoudingen binnen de specifieke genres, dan valt op dat zowel strip- als kunstboeken van De Bezige Bij Antwerpen voornamelijk in België worden verkocht. Ook Nederlandse fictie van de uitgeverij wordt meer verkocht in België dan in Nederland. Opvallend hierbij is dat de percentages vertaalde fictie vrijwel gelijk zijn aan de percentages van heel WPG. Het lijkt alsof, wanneer het boeken zijn die minder ‘regio gebonden’ zijn, de normale verhoudingen worden gerealiseerd. Het beeld dat hierdoor ontstaat is dat de koper bij de aankoop van boeken van De Bezige Bij Antwerpen normaal gesproken de afweging maakt of het boek niet te regiogebonden is. Wanneer het boek te Vlaams zou zijn, zou de Nederlandse klant het boek minder snel

101 aanschaffen. Uit de cijfers blijkt dat aan de vertaalde literatuur dit 'regionale label' blijkbaar niet hangt. Dit wekt de indruk dat de vertaalde literatuur van De Bezige Bij Antwerpen voor de klant net zo Vlaams of niet is als de uitgaven van andere uitgeverijen zoals De Bezige Bij Amsterdam. De verkoop van vertaalde literatuur van De Bezige Bij Antwerpen zou dus niet worden beïnvloed door het beeld van de uitgeverij die de boeken uitgeeft. Bij non-fictie is daarentegen de verhouding van de verkoop precies tegenovergesteld aan de percentages over heel WPG. De non-fictietitels worden voor het merendeel in België verkocht. Opvallend hierbij is dat juist de Nederlandse media de uitgeverij als uitgever van non-fictiewerken ziet. Deze non-fictietitels beschouwen de Nederlandse kranten tegelijkertijd wel als Vlaamse titels, wat een reden zou kunnen zijn voor de betere verkoop in België. Ten slotte moet worden opgemerkt dat NUR-code 680, de geschiedenisboeken en een apart onderdeel van non-fictie, het grootste aandeel heeft van de totale verkoop van De Bezige Bij Antwerpen. De verkoop van deze boeken is in België zo'n 22% van de gehele verkoop van De Bezige Bij Antwerpen en in Nederland 30%. In België volgt Nederlandse fictie met 16% van de totale verkoop en in Nederland is enkel vertaalde fictie hoger met 31% van de totale verkoop. Onderstaande tabel geeft de tien codes met het hoogste percentage van de verkoop van De Bezige Bij Antwerpen weer, waardoor de verdeling duidelijk zichtbaar wordt:

102 Top 10 verkochte NUR-codes van De Bezige Bij Antwerpen NUR-code Aandeel verkoop Aandeel verkoop in België in Nederland 680 (geschiedenis) 22% 30% 302 (Vertaalde fictie) 11% 31% 301 (Nederlandse 16% 10% fictie) 686 (Moderne 16% 4% geschiedenis, 1870 - heden) 320 (Literaire non- 7% 9% fictie algemeen) 740 (Mens en 6% 6% Maatschappij) 363 (Realistische 5% 2% strips voor volwassenen) 693 (Regionale en 2% 1% stadsgeschiedenis) 321 (Biografieën 2% 1% literaire auteurs) 306 (Poëzie) 2% 1% Tabel 5: De tien NUR-codes met het hoogste aandeel (in percentage) van de totale verkoop in exemplaren in België en Nederland voor het jaar 2014, tot en met het derde kwartaal.

Tabel 5 wijst uit dat het aandeel vertaalde fictie van de totale verkoop in Nederland veel hoger is dan in België, terwijl voor het aandeel van realistische strips voor volwassenen juist het tegenovergestelde het geval is. Opvallend aan de tabel is dat is de lijst met tien meest verkochte NUR-codes vrij vaak non-fictie NUR-codes staan: van algemene non- fictie tot biografieën van literaire auteurs en regionale en stadsgeschiedenis. Dit laat zien dat De Bezige Bij Antwerpen voornamelijk non-fictie verkoopt, waarbinnen voornamelijk geschiedenisboeken. De vertaalde fictie staat in Nederland op een tweede plaats, terwijl de kopers in België meer geïnteresseerd zijn in de Nederlandse fictie.

103 Interessant is dan dat vertaalde fictie in Nederland, ondanks de hoge verkoopcijfers, door de media niet wordt genoemd als beeld van de uitgeverij. Zouden de boekhandelaren wel aan vertaalde fictie denken als ze denken aan De Bezige Bij Antwerpen?

Dit inzoomen op de verkoopcijfers op genreniveau en op de specifieke NUR-codes geeft duidelijk aan welke genres van De Bezige Bij Antwerpen kennelijk als Vlaams worden beschouwd. Uit bovenstaande analyse kan worden geconcludeerd dat kunstboeken en strips van De Bezige Bij Antwerpen het best verkopen in Vlaanderen en daardoor waarschijnlijk als meest Vlaams kunnen worden gezien. Waarschijnlijk behandelen de kunstboeken voornamelijk Vlaamse kunstenaars of belangrijke Vlaamse kunststromingen, waardoor de Nederlandse lezer/koper deze boeken minder aantrekkelijk vindt. Non-fictie wordt ook meer in België verkocht dan in Nederland, wat de indruk wekt dat De Bezige Bij Antwerpen voornamelijk non-fictieboeken uitgeeft die een connectie hebben met België. De non-fictieonderwerpen die in Nederland populair zijn, komen uit de 680 NUR-code. Dit wekt de indruk dat de Nederlandse markt voornamelijk geïnteresseerd is in specifieke non-fictietitels uit deze NUR-code. Tot deze NUR behoort bijvoorbeeld een boek als De kracht van het paradijs, een boek van Jonathan Holslag over de wereldeconomie. Dit onderwerp lijkt universeel genoeg te zijn om ook voor de Nederlandse markt interessant te zijn. Daarnaast kan uit bovenstaande analyse worden geconcludeerd dat de Nederlandse lezer/koper sneller vertaalde fictie koopt dan oorspronkelijk Nederlandstalige fictie. Deze vertaalde fictie lijkt net als de geschiedenisboeken minder regiogebonden te zijn. Al met al ontstaat door deze analyse het beeld van De Bezige Bij Antwerpen als uitgeverij van voornamelijk Vlaamse boeken die minder aantrekkelijk zijn voor de Nederlandse markt. De geschiedenisboeken en vertaalde fictietitels lijken hierbij een uitzondering te vormen.

Ten slotte kan nog worden gekeken naar de bestverkochte titels van De Bezige Bij Antwerpen in België en in Nederland. Doordat de geschiedenisboeken en vertaalde fictie in Nederland een groot deel uitmaken van de totale verkoop, zullen de bestverkochte titels in Nederland waarschijnlijk ook uit deze genres komen. In België zal dit waarschijnlijk gelden voor geschiedenisboeken en oorspronkelijk Nederlandstalige fictie. Tabellen 6 en 7 geven aan welke titels het best verkocht zijn in 2014 in de periode van januari tot en met oktober in Nederland en België. Doordat het hier gaat om een

104 korte periode, is het lastig statistische conclusies te trekken over deze gegevens. Wel geeft het een beeld van welke specifieke titels van De Bezige Bij Antwerpen in 2014 populair zijn in Nederland en in België.

Top-10 best verkochte titels van De Bezige Bij Antwerpen in Nederland in 2014 Auteur Titel Percentage van totale verkoop 1 Vermes, Timur Daar is hij weer 12,3% 2 Clark, Slaapwandelaars 8,3% Christopher 3 Holslag, Jonathan De kracht van het paradijs 6,5% 4 Loo, Bart Parijs retour 5,7% 5 Loo, Bart O vermiljoenen spleet 5,4% 6 Flanagan, De smalle weg naar het verre 4,8% Richard noorden 7 Loo, Bart Als kok in Frankrijk 4,5% 8 Rufin, Jean Compostela 2,3% 9 Theunissen, De omwegen 2% Jeroen 10 MacLean, Rory Berlijn 1,6% Tabel 6: Top 10 best verkochte titels van De Bezige Bij Antwerpen in Nederland in 2014 tot en met het derde kwartaal, in totaal goed voor 53,4% van de totale verkoop in exemplaren in Nederland.

105 Top-10 best verkochte titels van De Bezige Bij Antwerpen in België in 2014 Auteur Titel Percentage van totale verkoop 1 Roox, Ine Italie 4,3% 2 Holslag, Jonathan De kracht van het paradijs 3,6% 3 Theunissen, Onschuld 3,3% Jeroen 4 Hastings, Max 1914 3,2% 5 Witte, Els Het verloren koninkrijk 2,6% 6 Simenon, Georges De blauwe kamer 2,6% 7 Simenon, Georges De danseres van Le Gai-Moulin 2,6% 8 Simenon, Georges Een misdaad in Holland 2,5% 9 Simenon, Georges De premier 2,5% 10 Hastings, Max En de hel brak los 2,4% Tabel 7: Top 10 best verkochte titels van De Bezige Bij Antwerpen in België in 2014 tot en met het derde kwartaal, in totaal goed voor 29,6% van de totale verkoop in exemplaren in België.

Hoewel de top 10 best verkochte titels in België en Nederland enkele titels overeenkomstig heeft, zijn er ook grote verschillen aan te duiden. Zo is de nummer 1 in de top 10 van Nederland een vertaalde fictietitel, terwijl in België de nummer 1 een non- fictietitel is. Opvallend is tevens dat deze nummer 1 van België in de lijst van Nederland niet eens voorkomt. Verder is de nummer 1 van Nederland, Daar is hij weer van Timur Vermes, goed voor 12,3% van de totale verkoop, terwijl de nummer 1 van België, Italië van Ine Roox, goed is voor slechts 4,3% van de totale verkoop. Dit laat zien dat de verkopen in België diverser zijn dan in Nederland, wat nog wordt ondersteund door het feit dat de top 10 van meest verkochte titels in België slechts 29,6% uitmaakt in vergelijking met 53,4% in Nederland. Tevens is hieraan opvallend dat Daar is hij weer een titel is uit 2013, terwijl Italië in 2014 is verschenen. De boeken die in België in de periode januari 2014 tot oktober 2014 het best verkocht zijn, zijn allemaal in 2014 uitgegeven. Een voorbeeld hiervan zijn de vier titels van Simenon, die in de Belgische top 10 voorkomen. Deze boeken zijn relatief kortgeleden verschenen en staan direct in de top 10. In de Nederlandse top 10 zijn slechts vijf van de tien titels in 2014 verschenen. Samen met het feit dat de verkopen in België diverser lijken te zijn, wekt dit de indruk

106 dat in België veel pas uitgekomen titels voor een korte periode goed worden verkocht. Een jaar later kan echter alweer een heel ander boek het best verkocht worden. In Nederland lijkt minder te worden gekeken naar in welk jaar een boek is uitgekomen. Het is echter lastig hier een conclusie over te trekken, omdat ook herdrukken een rol kunnen spelen. Wanneer een boek bijvoorbeeld lange tijd niet leverbaar was en als herdruk opnieuw verschijnt, kan de indruk worden gewekt dat een boek net nieuw is uitgekomen. Ook een herdruk met een nieuwe omslag kan de indruk wekken dat het boek net is verschenen, doordat de koper de omslag en daardoor wellicht ook het boek niet herkent. Als verder wordt gekeken naar de top 10 van 2014, dan valt op dat in Nederland zeven van de tien best verkochte titels non-fictiewerken zijn, en in België vijf van de tien. De fictietitels in de Nederlandse top 10 zijn voornamelijk vertaald; enkel Onschuld van Jeroen Theunissen is Nederlandse fictie. Van de vijf fictietitels in de Belgische top 10 is opvallend genoeg ook enkel deze fictietitel Nederlandstalig.

Ook voor 2013 is voor Nederland en België een top 10 samengesteld, die worden getoond in tabel 8 en 9:

Top-10 best verkochte titels van De Bezige Bij Antwerpen in Nederland in 2013 Auteur Titel Percentage van totale verkoop 1 Vermes, Timur Daar is hij weer 19,2% 2 Davies, Norman Vergeten koninkrijken 10,9% 3 Skidelsky, Robert Hoeveel is genoeg? 9,9% en Edward 4 Clark, Christopher Slaapwandelaars 9,9% 5 Hauben, Arnout Ten oorlog 4,7% 6 Ullmann, Linn Dierbaar 4,1% 7 Loo, Bart Bleu blanc rouge + CD 4% 8 Loo, Bart Chanson illustré 3,6% 9 Mersch, Ruben Oogklepdenken 3,1% 10 Bowden, Mark De afrekening 1% Tabel 8: Top 10 best verkochte titels van De Bezige Bij Antwerpen in Nederland in 2013, in totaal goed voor 70,4% van de totale verkoop in Nederland.

107 Top-10 best verkochte titels van De Bezige Bij Antwerpen in België in 2013 Auteur Titel Percentage van totale verkoop 1 Hauben, Arnout Ten oorlog 15% 2 Peeters, Marnix Natte dozen 4,8% 3 Vermes, Timur Daar is hij weer 4,4% 4 Davies, Norman Vergeten koninkrijken 2,1% 5 Skidelsky, Robert Hoeveel is genoeg? 2,1% en Edward 6 Unigwe, Chika De zwarte messias 1,6% 7 Min, Eric De eeuw van Brussel 1,4% 8 Gronda, P.B. Straus park 1,3% 9 Vandecasteele, Vel 1,3% Joost 10 Verbeken, Pascal Tranzyt Antwerpia 1,3% Tabel 9: Top 10 best verkochte titels van De Bezige Bij Antwerpen in België in 2013, in totaal goed voor 35,3% van de totale verkoop in België.

Ook in de top 10 voor 2013 zijn grote verschillen op te merken tussen Nederland en België. Ook in 2013 staan er andere titels in de top 10 en ook andere genres. In de Nederlandse top 10 staan drie fictietitels, waarvan geen enkele oorspronkelijk Nederlandstalige fictietitel. In de Belgische top 10 zijn dit vier fictietitels, waarvan drie Nederlandstalige fictiewerken. De nummer 1 van de Belgische lijst is echter een non- fictiewerk, waardoor de indruk kan ontstaan dat de uitgeverij voornamelijk wordt gezien als non-fictie-uitgeverij. Opvallend is verder dat de nummer 1 van Nederland dezelfde titel is als in 2014, Daar is hij weer van Timur Vermes. Hieraan is tevens opvallend dat de nummer 1 weer een vertaalde fictietitel is, waardoor het beeld wordt gewekt dat in Nederland De Bezige Bij Antwerpen voornamelijk wordt gezien als een uitgeverij van vertaalde fictie. Deze titel staat ook in de Belgische top 10, maar op plaats 3. Ook in percentages zit hier een groot verschil: in Nederland is de verkoop van Daar is hij weer goed voor 19,2% van de totale verkoop, terwijl dit in België slechts 4,4% is. De nummer 1 in de Belgische top 10, Ten Oorlog van Arnout Hauben, is goed voor 15% van de totale verkoop en daardoor veel minder dan de nummer 1 van Nederland. Dit boek,

108 dat samen met een televisieprogramma werd geproduceerd, staat ook in de top 10 van Nederland, maar daar staat Ten oorlog op plaats 5. Daarnaast zijn nog twee andere titels in beide top 10 lijsten terug te vinden: Vergeten koninkrijken van Norman Davies en Hoeveel is genoeg? van Robert en Edward Skidelsky.

Uit alle bovenstaande gegevens kan worden geconcludeerd dat De Bezige Bij Antwerpen in de verkoop van haar titels voornamelijk uitdraagt dat ze een uitgeverij voor non-fictie is. Hoewel de uitgeverij qua verhoudingen in België meer boeken verkoopt dan in Nederland, zijn de genres die worden verkocht in beide landen redelijk gelijk. De uitgeverij verkoopt in beide landen zowel fictie als non-fictie, hoewel de bestverkochte titels wel verschillen voor beide landen. Tevens verschilt het aandeel van de bestverkopende titels: in Nederland was de bestverkopende titel in 2013 verantwoordelijk voor bijna de helft van de totale verkoop, terwijl dit in België nog geen 1/5 deel was. Hoewel in beide landen dezelfde genres de nadruk krijgen, ligt in België bij fictie de focus op oorspronkelijk Nederlandstalig, terwijl in Nederland voornamelijk vertaalde fictie wordt verkocht. Opvallend is dat de uitgeverij op het gebied van vertaalde fictie de trend van heel WPG volgt, wat de indruk wekt dat dit genre grensoverstijgend is. De oorspronkelijk Nederlandstalige fictie daarentegen wordt voornamelijk in België verkocht. Als De Bezige Bij Antwerpen wordt vergeleken met andere Vlaamse uitgeverijen binnen WPG, dan doet De Bezige Bij Antwerpen het in Nederland wel beter dan de andere Vlaamse uitgeverijen binnen het concern. Dit wekt de indruk dat een Vlaamse schrijver beter bij De Bezige Bij Antwerpen kan uitgeven, dan bij andere Vlaamse uitgeverijen.

5.2. De boekhandelaren Nu de verkoopcijfers in kaart zijn gebracht en voorzichtig een beeld is geschetst van het imago van De Bezige Bij Antwerpen dat wordt gevormd door het publiek, kan worden gekeken naar de boekhandelaren. De boekhandelaar is degene die ervoor zorgt dat het boek bij de lezer/koper komt. De verkoopcijfers laten zien dat het Nederlandse publiek voornamelijk geïnteresseerd is in de geschiedenisboeken en de vertaalde literatuur van De Bezige Bij Antwerpen, maar ziet de Nederlandse boekhandelaar de uitgeverij ook als een uitgever van geschiedenisboeken en vertaalde literatuur? Of is de boekhandelaar juist van mening dat De Bezige Bij Antwerpen helemaal geen non-fictie-uitgeverij is? Om te kunnen onderzoeken welk beeld de boekhandelaar heeft van De Bezige Bij

109 Antwerpen, zijn enkele boekhandels benaderd. Het is onmogelijk elke boekhandel te vragen over het beeld van de uitgeverij, dit zou het onderwerp kunnen zijn van een apart onderzoek. Om toch te kunnen schetsen welk beeld de boekhandel heeft van de uitgeverij, heb ik enkele korte vragen gesteld aan een selectie van Nederlandse en Vlaamse boekhandelaren. Deze selectie is gemaakt op basis van een eerder onderzoek dat ik heb uitgevoerd gedurende een publiciteitsstage bij De Bezige Bij Antwerpen. In opdracht van de publiciteitsafdeling en de vertegenwoordiger heb ik een onderzoek uitgevoerd naar de nieuwsbrief van de uitgeverij. Voor dit onderzoek heeft de vertegenwoordiger een breed scala aan Vlaamse boekhandelaren uitgekozen, om op die manier een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de Vlaamse boekenmarkt. Deze Vlaamse boekhandelaren zijn voor dit onderzoek opnieuw benaderd en enkele hebben toegezegd mee te werken. De Nederlandse boekhandelaren zijn op eenzelfde manier geselecteerd. De verkoopafdeling van De Bezige Bij Amsterdam heeft hulp verleend bij het kiezen van een breed scala Nederlandse boekhandelaren, met daarin zowel zelfstandige boekhandels als boekhandels die onderdeel zijn van een keten. Tevens is via Linkedin een oproep gedaan aan alle Nederlandse boekhandelaren. In totaal heb ik gesproken met vijf Vlaamse en zeven Nederlandse boekhandelaren. Zij hebben per telefoon, in persoon of via e-mail hun medewerking verleend en de vragen beantwoord. De uitgewerkte interviews zijn te vinden in bijlage 4. Hoewel deze gesprekken duidelijk weergeven welk beeld de ondervraagde boekhandelaren hebben van De Bezige Bij Antwerpen, zijn niet genoeg boekhandelaren ondervraagd om conclusies te kunnen trekken over de boekhandel in het algemeen. Daarom zal de volgend paragraaf enkel een illustratie zijn van een beeld van de boekhandelaar. De paragraaf concludeert enkel het beeld dat uit de interviews naar voren kwam en niet het beeld over het imago van De Bezige Bij Antwerpen in het algemeen.

De verschillen in de verkoopcijfers zijn duidelijk terug te zien in de interviews met de boekhandelaren. Dat de boeken van De Bezige Bij Antwerpen meer worden verkocht in België dan in Nederland, heeft een groot effect op de gegeven antwoorden. De Vlaamse boekhandelaren hebben namelijk een veel duidelijker beeld van de uitgeverij dan de Nederlandse boekverkopers. Als wordt gekeken naar associaties van de boekhandelaren bij de uitgeverij, dan stellen de Nederlandse boekhandelaren al snel dat de uitgeverij Vlaams is. "De uitgeverij is kwalitatief sterk, maar soms te Vlaams voor de Nederlandse

110 markt", zo geeft een boekhandelaar van Boekhandel Scheltema aan. Bij de inkoop worden de boeken die te Vlaams zijn dan ook niet ingekocht. Deze Vlaamse boeken zijn volgens de boekhandelaar van boekhandel Scheltema vooral boeken waarmee het onderwerp niet aansluit bij de situatie in Nederland. Een boekhandelaar van boekhandel Osinga stelt zelfs dat De Bezige Bij Antwerpen "een echt Vlaamse uitgeverij [is], waar wij eigenlijk niet veel mee kunnen". Dat de boekhandels de uitgeverij te Vlaams vinden, komt ook doordat ze in hun contact voornamelijk spreken met De Bezige Bij in Amsterdam. "Zij raadt ons bepaalde boeken aan", zo geeft een boekhandelaar van Boekhandel Van der Velde Groningen aan en ook een boekhandelaar van Boekhandel v/h Van Gennep geeft aan dat er "via de vertegenwoordiger van De Bezige Bij Amsterdam" wordt ingekocht. De Bezige Bij Antwerpen lijkt verder weg en krijgt een extra 'exotisch accent' mee doordat de boekhandelaar niet met iemand uit Vlaanderen spreekt. Vanzelfsprekend spreken de Vlaamse boekhandelaren niet over dit aspect. Als zij over het Vlaamse aspect van de uitgeverij spreken, dan is dat voornamelijk over De Bezige Bij Antwerpen als enige literatuurhuis in Vlaanderen. Zo spreekt een boekhandelaar van boekhandel Limerick bijvoorbeeld van de uitgeverij als "enige uitgeverij in Vlaanderen die nog echt de kar trekt van literatuur en investeert in jong talent". Ook een boekhandelaar van boekhandel De Zondvloed spreekt over een Vlaams aspect, maar noemt hierbij "de splitsing tussen een Vlaamse en een Nederlandse Bij heb ik altijd verwarrend gevonden". Verder noemen de Vlaamse boekhandelaren voornamelijk de Vlaamse auteurs van de uitgeverij, niet de vertaalde auteurs. Een boekhandelaar van De Groene Waterman stelt zelfs dat "alle goede Vlaamse auteurs" bij De Bezige Bij Antwerpen uitgeven. Enkele voorbeelden van deze auteurs zijn volgens haar Maarten Inghels, Jeroen Theunissen, Pascal Verbeken en Jeroen Olyslaegers. De Nederlandse boekverkopers noemen juist regelmatig ook enkele vertaalde auteurs en boeken, zoals Richard Flanagan en Weg met Eddy Belleguele volgens een boekhandelaar van boekhandel Zwart op Wit en of de werken van Simenon volgens een boekhandelaar van Godert Walter. Waar de boekhandelaren het over eens zijn, zowel in Nederland als in België, is dat de uitgeverij staat voor kwaliteit. "De kwalitatief betere boeken", geeft de verantwoordelijke voor de centrale inkoop van Standaard Boekhandel aan, en ook een boekhandelaar van Van Gennep stelt: "kwaliteit en met zorg uitgegeven". De Bezige Bij

111 Antwerpen geeft mooie, vaak serieuze boeken uit die met zorg en een grote portie durf worden gemaakt. Veel Nederlandse boekhandelaren noemen dat de uitgeverij meerdere genres uitgeeft. Zo stelt een boekhandelaar van Van Gennep dat de uitgeverij aandacht heeft voor "literatuur en kunst en geschiedenis" en een boekhandelaar van De Nieuwe Boekerij geeft aan dat de uitgeverij "een mix uitgeeft van romans, poëzie en non-fictie". Bij het geven van voorbeelden van auteurs en titels van de uitgeverij worden echter over het algemeen non-fictie en geschiedenistitels genoemd, zoals Christopher Clark - Slaapwandelaars volgens een boekhandelaar van Scheltema en IJzeren oogst en Biografie van een wereldstad volgens een boekhandelaar van boekhandel Zwart op Wit. Een boekhandelaar van Van der Velde is hierbij een uitzondering: "Ik ben voornamelijk werkzaam op de afdeling non-fictie, met name geschiedenis, en daardoor kom ik eigenlijk weinig in aanraking met De Bezige Bij Antwerpen". Als wordt gevraagd naar het uiterlijk en de inhoud van de boeken van De Bezige Bij Antwerpen, wordt door zowel de Vlamingen als de Nederlanders gesteld dat de boeken er mooi, maar serieus uitzien. Zo stelt de verantwoordelijke voor de centrale inkoop van Standaard Boekhandel dat de boeken van De Bezige Bij Antwerpen "kwalitatief beter zijn dan andere boeken en er verzorgd uit zien". En een boekhandelaar van Van Gennep geeft aan dat "de boeken met zorg en aandacht zijn uitgegeven". Een Vlaamse boekhandelaar van De Zondvloed wist wie de vormgever was van de uitgeverij en stelde: "De ontwerpers van de uitgeverij zijn halve kunstenaars". De verantwoordelijke voor de centrale inkoop van Fnac gaf juist aan dat de covers "droog" zijn en dat de boeken een "saaier imago" hebben. Een boekhandelaar van De Nieuwe Boekerij noemt de omslagen "vaak relatief serieus". Een boekhandelaar van boekhandel Zwart op Wit geeft aan "over het uiterlijk vind ik het lastig iets te zeggen.[..] De inhoud valt me wel op, dat zijn meestal de zwaardere boeken [..] over serieuzere onderwerpen". En een boekhandelaar van boekhandel Osinga stelt geen verschil te zien tussen de boeken van De Bezige Bij Antwerpen en De Bezige Bij Amsterdam omdat "er zoveel overlap is met De Bezige Bij Amsterdam". Hij laat hierdoor merken dat de boeken qua uiterlijk en qua inhoud niet opvallen tussen de andere boeken. Zowel de Nederlandse als Vlaamse boekhandelaren kopen boeken van De Bezige Bij Antwerpen in, maar de Nederlandse boekhandelaren zijn hierin wel selectiever dan de Vlamingen. Waar een boekhandelaar van De Zondvloed aangeeft "de naam is een kwaliteitslabel, dat zegt genoeg" en "de boeken van De Bezige Bij koop ik blindelings",

112 kijken de Nederlandse verkopers goed of het boek niet te Vlaams is en of de klant het ziet zitten. Zij laten zich dus meer leiden door de klant, zoals blijkt uit het antwoord van een boekhandelaar van Godert Walter: " We kopen dan ook in op basis van waar we onze klanten een plezier mee kunnen doen". Als het boek aandacht krijgt in de media, wordt het wel eerder opgepikt. Een boekhandelaar van De Nieuwe Boekerij geeft hierbij bijvoorbeeld aan: "Een boek dat bijvoorbeeld in De Wereld Draait Door voorbij komt zouden we zeker inkopen". De Vlaamse boekhandelaren kijken verder vooral naar "de inhoud van het boek" volgens de verantwoordelijke voor de centrale inkoop van Standaard Boekhandel, naar de naam van de auteur volgens een boekhandelaar van De Groene Waterman en naar het vroegere werk volgens de verantwoordelijke voor de centrale inkoop van Fnac. De boekhandelaren zijn het er in beide landen wel over eens dat het boek potentieel moet hebben. Het is echter, met uitzondering van De Zondvloed, bij geen enkele boekhandel het geval dat de andere Vlaamse uitgeverijen op een andere manier benaderd worden. De Bezige Bij Antwerpen heeft hier wat dat betreft dus geen voordeel. Uit het interview met Chris Boudewijns bleek dat De Bezige Bij Antwerpen sinds kort ook enkele van haar titels in de brochure van De Bezige Bij Amsterdam plaatst.220 Bij de vraag of dit de boekhandelaar was opgevallen, reageerden voornamelijk de Nederlandse boekhandelaren zeer positief. Een boekhandelaar van Scheltema vindt het "wel prima", "Het is zeer prettig, gezien we veel brochures binnenkrijgen", geeft een boekhandelaar van boekhandel Zwart op Wit aan en een boekhandelaar van Osinga stelt: "ik vind het een uitstekend plan. Hierdoor krijgen de boeken van de uitgeverij misschien wat meer aandacht". Het is volgens de Nederlandse boekhandelaren dus voornamelijk een manier om meer op te vallen in Nederland en wellicht beter te verkopen. De Vlamingen zijn minder te spreken over deze beslissing. Hoewel de verantwoordelijke voor de centrale inkoop van Standaard Boekhandel stelt het niet erg te vinden, "literaire kruisbestuiving is nooit slecht", vindt de boekhandelaar van De Zondvloed het "verwarrend" en de verantwoordelijke voor de centrale inkoop van Fnac het daarnaast "overbodig". Hoewel het beeld van de Vlaamse en Nederlandse boekhandelaren niet op alle punten overeen komt, is een conclusie te trekken uit het beeld van de boekhandelaren over De Bezige Bij Antwerpen. Het beeld van De Bezige Bij Antwerpen is dat van een

220 C. Boudewijns, persoonlijk interview, 8 augustus 2014

113 uitgeverij die staat voor kwalitatief goede en serieuze boeken, met een nadruk op non- fictie. De Nederlandse boekhandelaren vinden dit vaak te Vlaams en zijn daardoor selectief in hun aanbod naar de klant, maar de Vlaamse boekverkoper koopt vrijwel alles in. Over de vormgeving is men minder eenduidig; de een vind de omslagen ware kunstwerken, terwijl de ander de omslagen juist erg “droog” vindt. Hierbij gaat het vooral om de mening van de Vlamingen, omdat de Nederlandse boekverkopers vaak geen verschil opmerken tussen De Bezige Bij en De Bezige Bij Antwerpen. Hierdoor is men ook verdeeld over het effect van de titels van De Bezige Bij Antwerpen in de prospectus van De Bezige Bij. Waar de Nederlanders dit een goed idee vinden en stellen dat de boeken hierdoor meer aandacht zullen krijgen, vinden de Vlamingen het voornamelijk verwarrend en overbodig.

Ten slotte kunnen nog enkele opvallende zaken worden aangestipt. Zo is opmerkelijk dat de boekhandelaren voornamelijk spreken over De Bezige Bij Antwerpen als uitgeverij voor non-fictie, terwijl bij het noemen van enkele auteurs en titels veel fictie de revue passeert. Verder noemen enkele boekhandelaren uitgevers van de uitgeverij bij naam als wordt gevraagd waar ze aan denken. Zo noemen de verantwoordelijke voor de centrale verkoop van Fnac en een boekhandelaar van De Zondvloed de huidige uitgever Harold Polis en zowel dezelfde verantwoordelijke als een boekhandelaar van Scheltema noemen Robert Ammerlaan als onderdeel van de uitgeverij. Een boekhandelaar van Van der Velde stelde ten slotte dat De Bezige Bij Antwerpen boeken uitgeeft die ertoe doen, wat vrijwel precies is wat uitgever Harold Polis hierover opmerkte. Wat dat betreft wordt het beeld dat de uitgeverij wil neerzetten dus gevolgd.

114 6. Conclusie

6.1. Beantwoording hoofdvraag In het najaar van 2010 werd uit drie afzonderlijke componenten een nieuwe uitgeverij gevormd, De Bezige Bij Antwerpen. Uit het fonds van Meulenhoff|Manteau, de ideeën van uitgever Harold Polis en de naam van De Bezige Bij stond een nieuw bedrijf op. De Bezige Bij Antwerpen leek door deze drie componenten wellicht een mengelmoes, maar ze had een duidelijke missie: met een scherp zicht op het verleden boeken maken die over vandaag gaan, geschreven door mensen die er verstand van hebben, los van genres en nationaliteiten. In vier jaar tijd heeft Harold Polis met zijn team geprobeerd de uitgeverij neer te zetten als vrijhaven, met literaire boeken met inhoud en een continuïteit in het fonds. Maar zag de buitenwereld dit ook? Zagen critici in De Bezige Bij Antwerpen een non-fictiefonds en een huis vol prijswinnaars? Of was de uitgeverij onzichtbaar en stond zij in de schaduw van De Bezige Bij, de grote broer in Amsterdam? De vraag die in deze masterscriptie centraal stond, was dan ook als volgt:

Welk beeld hebben critici van uitgeverij De Bezige Bij Antwerpen en wat wil de uitgeverij zelf uitstralen?

Het antwoord op deze vraag is tweeledig. Het antwoord op de vraag wat de uitgeverij zelf wil uitstralen is hierboven reeds gesteld in de missie bij de oprichting. De uitgeverij probeert zich te profileren als een uitgeverij die voornamelijk non-fictie uitgeeft met een literair tintje, die onderdeel is van De Bezige Bij maar werkt vanuit de gedachte van Angéle Manteau, die aandacht heeft voor haar auteurs en titels, en die internationaal georiënteerd is met een Vlaamse standplaats. Op de vraag welk beeld critici hebben van uitgeverij De Bezige Bij Antwerpen is kortweg te antwoorden dat deze niet altijd overeenkomt met wat de uitgeverij wil uitstralen. Tevens heeft de kritiek in Nederland een ander beeld van de uitgeverij dan de kritiek in België. De Nederlandse kritiek legt voornamelijk de nadruk op de achtergrond van de uitgeverij. Zowel de literaire kritiek als de markt ziet de uitgeverij als onderdeel van De Bezige Bij. Zij doen niet altijd de moeite de verschillen te zien en als ze verschillen zien werkt dit enkel verwarring op. Naast deze Bij-achtergrond focust de Nederlandse kritiek op de Vlaamse achtergrond van De Bezige Bij Antwerpen. De boeken zijn mooi, serieus en van goede kwaliteit, maar gaan enkel over de Vlaamse geschiedenis. En kortweg zijn ook de auteurs en het

115 taalgebruik Vlaams volgens de Nederlandse kritiek, wat ervoor zorgt dat de buitenkant van de boeken mooi is, maar de binnenkant van de boeken qua taal en stijl soms te wensen overlaat. De kritiek is daarnaast van mening dat er weinig andere genres dan non-fictie worden uitgegeven bij De Bezige Bij Antwerpen. Opvallend hierbij is wel dat de lezer/koper in de boekhandel voornamelijk vertaalde fictie en geschiedenisboeken koopt. Tevens opvallend is dat de literaire prijzen voornamelijk aan fictie en poëzie worden toegekend, waardoor de uitgeverij ondanks de Vlaamse kant ook als prijswinnende, minder regiogebonden uitgeverij wordt neergezet. Het beeld dat de uitgeverij van zichzelf wil neerzetten als internationaal georiënteerd wordt hierdoor gedeeltelijk bevestigd. De Belgische kritiek, en dan specifiek de Vlaamse kritiek ziet deze aandacht voor de Vlaamse achtergrond niet zozeer. En ook de link met De Bezige Bij Amsterdam wordt weinig gelegd. Als deze link al wordt gezien, wordt het benoemd als verwarrend, onhandig en overbodig. De Vlaamse kritiek heeft van De Bezige Bij Antwerpen een vrij commercieel beeld. Zij noemt De Bezige Bij Antwerpen een uitgeverij die hart heeft voor haar auteurs, die allerlei genres uitgeeft, die aandacht heeft voor de vormgeving en die literaire, kwalitatief goede boeken uitgeeft. Het is een uitgeverij die literair gezien de kar trekt en die debutanten een kans geeft. De uitgeverij geeft volgens de Vlaamse kritiek voornamelijk non-fictie uit, en meer specifiek geschiedenis. De lezer/koper in de boekhandel heeft daarnaast oog voor de oorspronkelijk Nederlandstalige fictie en ziet De Bezige Bij Antwerpen als uitgeverij waar men van alles wat kan kopen. Van wijn- en sportboeken tot serieuze geschiedeniswerken en mooie kunstboeken; De Bezige Bij Antwerpen is volgens de Vlaamse kritiek van alle markten thuis.

Opvallend in de beantwoording van de hoofdvraag zijn de verschillen tussen de Nederlandse en de Vlaamse kritiek wat betreft beider beeld van De Bezige Bij Antwerpen. De uitgeverij heeft te maken met twee verschillende literaire velden, het Nederlandse en het Vlaamse literaire veld. Hoewel de uitgeverij één beeld wil uitstralen, hebben beide velden effect op het beeld van de uitgeverij. De uitgeverij moet dus rekening houden met niet een maar twee literaire velden bij haar activiteiten. Tevens heeft de uitgeverij te maken met ontwikkelingen rondom de uitgeverij, wat ook voor een imago zorgt. Deze ontwikkelingen zijn het probleem van De Bezige Bij Antwerpen. Beeldvorming is hierdoor in theorie een juist kader om te gebruiken bij het onderzoek

116 naar een uitgeverij, maar bij De Bezige Bij Antwerpen lijkt meer mee te spelen dan enkel het beeld dat rond een uitgeverij wordt gevormd. Ook de ontwikkelingen buiten de uitgeverij spelen een rol. De uitgeverij is in 2010 opgericht met het idee dé literaire uitgeverij van Vlaanderen te worden, maar tegelijkertijd over grenzen heen te kijken. Jarenlang was het literaire veld in Vlaanderen ondergeschikt geweest aan het Nederlandse literaire veld en moest men toekijken hoe alle goede Vlaamse auteurs naar Nederland vertrokken. Hierdoor ontstond het idee dat in Vlaanderen slechts B-auteurs werden uitgegeven, de auteurs die niet goed genoeg waren om door een Nederlandse uitgeverij vertegenwoordigd te worden. Angèle Manteau heeft hier jarenlang tegen gevochten en Harold Polis probeerde met Meulenhoff|Manteau ook te vechten tegen dit imago. Meulenhoff|Manteau kon echter niet brengen wat er verwacht werd, door de perikelen binnen Meulenhoff. Met de oprichting van De Bezige Bij Antwerpen moest definitief worden afgerekend met het gevoel dat de Vlamingen afhankelijk waren van Nederlanders voor hun literatuur. De uitgeverij moest het minderwaardigheidsgevoel van de Vlaamse markt terugdringen en moest de Vlaamse markt zelfstandig maken. De Vlaamse kritiek lijkt dit beeld maar al te graag over te willen nemen. Dit beeld van De Bezige Bij Antwerpen als literaire uitgeverij en huis voor de Vlaamse literaire auteurs heeft er tegelijkertijd voor gezorgd dat de Nederlandse markt de uitgeverij als Vlaams is gaan beschouwen. Met het uitgeven van Vlaamse auteurs kreeg de uitgeverij een regionaal tintje en door het behandelen van de Vlaamse geschiedenis werd dit regionale aspect des te meer bevestigd. De oprichting van De Bezige Bij Antwerpen zorgde ook voor de keuze voor een Nederlandse naam en voor een tweede probleem voor de uitgeverij. Ze probeerde met het kiezen voor De Bezige Bij mee te liften op het beeld van De Bezige Bij als hoogstaand en literair. Uit dit onderzoek is echter gebleken dat men vaak het onderscheid niet ziet tussen De Bezige Bij en De Bezige Bij Antwerpen. De Vlaamse kritiek vind het onderscheid enkel verwarrend en overbodig en de Nederlandse kritiek merkt de verschillen vaak niet eens op. Hierdoor wordt bij de bespreking van nieuwe boeken of bij de bespreking van gewonnen literaire prijzen in Nederland niet of nauwelijks onderscheid gemaakt tussen de twee uitgeverijen. Dit heeft als gevolg dat wanneer een boek van De Bezige Bij Antwerpen wordt geprezen, dit niet altijd op het conto van de juiste uitgeverij wordt geschreven. Op de momenten dat De Bezige Bij Antwerpen zich

117 zou kunnen onderscheiden als uitgeverij met prijswinnende auteurs of met goed besproken boeken, strijkt haar grote broer in Amsterdam vaak met de eer. Hierdoor blijft het beeld overeind van een Vlaamse uitgeverij waar slechts tweederangs auteurs hun boeken uitgeven; de prijswinnende auteurs worden immers door De Bezige Bij Amsterdam uitgegeven. Het probleem van De Bezige Bij Antwerpen zit hem dus niet alleen in de Vlaamse markt, maar ook in de naamgeving. De vraag is echter of de uitgeverij met een andere naam beter af was geweest. Uit dit onderzoek blijkt namelijk ook dat De Bezige Bij Antwerpen in Nederland relatief gezien een grotere afzetmarkt heeft dan uitgeverijen als Manteau en Standaard Uitgeverij. Hierdoor lijkt De Bezige Bij Antwerpen het als Vlaamse uitgeverij beter te doen in Nederland dan andere Vlaamse uitgeverijen. Natuurlijk zijn hiervoor meerdere verklaringen te geven, maar het aanzien en de ervaringen met De Bezige Bij zullen hier zeker aan hebben bijgedragen.

6.2. Discussie In deze masterscriptie is getracht een zo volledig mogelijk beeld te schetsen van het imago van De Bezige Bij Antwerpen. Om dit beeld zo volledig mogelijk te krijgen, is zowel het beeld dat de uitgeverij zelf wil uitstralen, als het beeld dat wordt gecreëerd door critici en boekhandelaren meegenomen. Het is niet zo, dat deze groepen als enige een beeld vormen van de uitgeverij. Naast boekhandels zijn bibliotheken ook een plek waar men boeken kan vinden van De Bezige Bij Antwerpen. Bibliotheken zijn echter in dit onderzoek niet meegenomen, omdat verwacht wordt dat bibliotheken van elke uitgeverij boeken aanbieden. In principe zou elk nieuw verschenen boek aanwezig moeten zijn in een bibliotheek, terwijl een boekhandel kan en moet kiezen of het boek wordt aangeboden in de boekhandel. Hierdoor zal een boekhandelaar zich een duidelijker beeld vormen van de uitgeverij en haar titels dan een bibliotheek. Een groot deel van het beeld van een uitgeverij wordt ten slotte bepaald door het publiek, de lezer/koper van de boeken van De Bezige Bij Antwerpen. In deze masterscriptie is geprobeerd de lezer/koper mee te nemen in het onderzoek door naar de verkoopcijfers van de uitgeverij te kijken. Doordat hierbij enkel naar 2014 en 2013 is gekeken, is het niet mogelijk een conclusie te geven over het imago volgens de lezer/koper. Tevens geven verkoopcijfers enkel aan welke boeken het publiek koopt, niet wat er uiteindelijk van het boek en de uitgeverij wordt gevonden. Dit beeld kan ook anders zijn per doelgroep. Daarnaast zijn lezers/kopers zich niet altijd bewust van de uitgeverij waarbij

118 een boek is uitgebracht; zij zijn meer gefocust op de auteur of het boek zelf dan op de uitgeverij. Hierdoor heeft de lezer/koper een minder duidelijk beeld van de uitgeverij, wat het onderzoeken ervan lastig maakt. Verder zijn in deze scriptie enkele onderdelen aan bod gekomen die aanleiding zijn voor nieuw onderzoek. Zo is in dit onderzoek slechts globaal gekeken naar de website van De Bezige Bij Antwerpen, terwijl de prospectus gedetailleerd geanalyseerd is. De website is net als een prospectus een manier van de uitgeverij om de nestgeur te verspreiden. De website kan worden gezien als een visitekaartje van de uitgeverij. Hierdoor zou de website net als de prospectus veel gedetailleerder kunnen worden geanalyseerd. Omdat het in dit onderzoek slechts ter illustratie behandeld is, is niet diep ingegaan op het kleurgebruik, de verschillende versies, de maker, de precies uitgelichte titels etc. Een apart onderzoek zou kunnen uitwijzen of de website hetzelfde beeld van de uitgeverij uitstraalt als de prospectus. Hierbij zou ook kunnen worden gekeken naar de nieuwsbrieven en persberichten die de uitgeverij uitstuurt, omdat ook deze stukken berichten zijn van de uitgeverij. Ook in persberichten en de nieuwsbrieven laat de uitgeverij zien wie ze is, waar ze voor staat en wat ze uitgeeft, net als de prospectus. Wat in dit onderzoek ook slechts summier aan bod is gekomen, zijn de literaire prijzen. In deze masterscriptie is enkel gekeken naar literaire prijzen waarmee specifiek De Bezige Bij Antwerpen in verband wordt gebracht. Hierbij is dus niet gelet op berichten over literaire prijzen waarbij de uitgeverij niet werd genoemd. Dit is achterwege gelaten, omdat enkel globaal een indruk moest worden gekregen van de uitgeverij en de prijzen die werden toegekend aan haar auteurs en titels. Als de uitgeverij niet wordt genoemd, wordt echter ook een beeld van De Bezige Bij Antwerpen geschetst. Interessant zou zijn om te kijken hoe dit beeld zou veranderen wanneer enkel wordt gekeken naar werken en auteurs van de uitgeverij en niet naar de naam van de uitgeverij. Tevens is bij deze analyse enkel gekeken naar de prijzen die in kranten en tijdschriften genoemd zijn. Tevens zijn in deze masterscriptie slechts enkele kranten onderzocht en slechts enkele boekhandelaren gevraagd naar hun beeld van De Bezige Bij Antwerpen. Voor de kritiek had ook kunnen worden gekeken naar alle kranten en alle tijdschriften in zowel Nederland als Vlaanderen. Tevens zijn de tv en radio niet meegenomen, wat ook grote media zijn wat betreft de beeldvorming van de uitgeverij. Zouden zij het beeld dat nu is geschetst beïnvloeden? Een groter onderzoek zal dit moeten uitwijzen. In dit onderzoek

119 kan ook worden gekeken naar het gebruik van De Bezige Bij versus De Bezige Bij Antwerpen. In deze scriptie is geconcludeerd dat de onderzochte kranten niet altijd consequent zijn in het gebruik van de juiste naam en vaak De Bezige Bij stellen bij een boek dat bij De Bezige Bij Antwerpen is verschenen. De uitgeverij stelde het niet erg te vinden als De Bezige Bij te worden gezien, omdat dit een sterke merknaam is. De vraag is echter waarom de kranten De Bezige Bij noemen in plaats van De Bezige Bij Antwerpen. Krijgen zij de verkeerde informatie door? De Bezige Bij doet de promotie van de uitgeverij in Nederland, zou zij expres de titels presenteren als De Bezige Bij? Of heeft juist de krant er baat bij de boeken te koppelen aan de grote Nederlandse uitgeverij in plaats van aan haar kleine zusje in Vlaanderen? De boekhandel is de schakel tussen uitgeverij en lezer en is daardoor een belangrijk onderdeel in de beeldvorming rond de uitgeverij. Wanneer de boekhandel het boek niet goed genoeg vindt voor de winkel, kan de klant het boek niet in de winkel kopen. Hierdoor bepaalt de boekhandel voor een deel ook het beeld dat de lezer krijgt van de uitgeverij. In dit onderzoek is enkel gekeken naar enkele algemene boekhandels in zowel Nederland als Vlaanderen. Doordat slechts enkele vragen zijn gesteld, is slechts een globaal antwoord gegeven op de beeldvorming rond De Bezige Bij Antwerpen. Het is echter mogelijk dat dit beeld anders is bij bepaalde specifieke boekhandels, zoals boekhandels die vooral op non-fictie focussen of die religieus zijn ingesteld. Tevens kan de locatie van de boekhandel, in het puntje van Limburg of juist op Texel, invloed hebben op het beeld dat ontstaat van de uitgeverij. Een grootschalig onderzoek waarbij met iedere categorie boekhandel meerdere grote interviews worden afgenomen, kan uitwijzen of het beeld van de boekhandelaren over De Bezige Bij Antwerpen overeenkomt met de illustratie die in dit onderzoek is geschetst.

6.3. Toekomstbeeld Bij het afronden van deze masterscriptie werd bekend gemaakt dat grote veranderingen zullen plaatsvinden binnen De Bezige Bij Antwerpen. Op 29 oktober werd in zowel NRC Handelsblad als de Standaard bekend gemaakt dat de uitgeverij stopt. Uitgever en directeur van De Bezige Bij Henk Pröpper stelde een dag later dat dit niet het geval is. De uitgeverij zou volgens hem en volgens zijn collega's van WPG niet worden opgedoekt, maar worden geïntegreerd in De Bezige Bij Amsterdam.221 De uitgeverij zou hierdoor

221 J. Debackere en D. Leyman, ‘Vleugellam’, in De Morgen, 30 oktober 2014.

120 veel vrijheden kwijtraken en volledig onder leiding van De Bezige Bij komen te staan. Het aantal medewerkers zou worden verkleind en de auteurs konden hun voorstellen voor nieuwe werken indienen, waarna Nederlandse redacteuren zouden bepalen of de ideeën van voldoende kwaliteit waren.222 Doordat dit gebeurde ten tijde van de opening van de Vlaamse Boekenbeurs, was De Bezige Bij Antwerpen plotseling het middelpunt van alle aandacht en ontstonden er in de media veel debatten. Zo zou De Bezige Bij op deze manier de enige literaire uitgeverij in Vlaanderen om zeep helpen en zou Vlaanderen op cultureel gebied weer terugvallen naar de jaren '90, toen de grote Vlaamse schrijvers naar Nederland moesten om uitgegeven te worden. Tevens stelde de Vlaamse uitgever André Van Halewijck dat De Bezige Bij Antwerpen al sinds haar oprichting met een B-elftal moest opereren, wat een harde aanval is op de auteurs en de redactionele kwaliteiten van De Bezige Bij Antwerpen.223 De auteurs reageerden fel op social media en spraken in de bladen hun walging uit over het idee voortaan door Nederland vertegenwoordigd te worden. "Bedankt voor het meedenken WPG-baas, maar dat zal ik toch echt zelf wel bepalen.”, zei Ivo Victoria op 29 oktober in het Vlaamse radioprogramma 'Hautekiet'. Joost Vandecasteele stelde op 30 oktober in ‘De ochtend’ op het Vlaamse Radio 1: “Ik wil zoveel mogelijk bruggen verbranden met Amsterdam”. En een dag eerder gaf Marc Reugebrink op facebook aan: “De stiefmoederlijke behandeling van Vlaamse auteurs boven de Moerdijk kent een lange geschiedenis (voor de hand liggende uitzonderingen daargelaten), en zonder meteen sceptisch te willen zijn, koester ik dienaangaande toch weinig hoop”. Op 31 oktober sprak Gaea Schoeters in De Tijd ten slotte: “De Bezige Bij Antwerpen was een heerlijke uitgeverij, echt Belgium’s Finest [..]. Dat in Vlaanderen geen enkele echt literaire uitgeverij meer overblijft, dat is wel beangstigend”. Hoe de ontwikkelingen precies zullen vorderen, is momenteel onbekend. De Nederlandse redacteuren van De Bezige Bij zijn in onderhandeling met de auteurs van De Bezige Bij Antwerpen en beraden zich op verdere stappen. Waarschijnlijk is wel dat De Bezige Bij Antwerpen door financiële schulden en bezuinigingen binnen WPG moest worden stopgezet in de huidige vorm. Hoe zij zich verder zal ontwikkelen, is onbekend. Zal de naam volledig verdwijnen? Zal Harold Polis opstappen en in de gedachte aan Angèle Manteau een nieuwe uitgeverij oprichten? Of zal Vlaanderen opnieuw genoodzaakt zijn zich in de literaire uitgeverijwereld te richten

222 H. Chin-A-Fo en T. Jaeger, ‘Geef ons een Vlaamse uitgeverij’ in NRC Handelsblad, 31 oktober 2014. 223 A. Van Halewijck in Terzake, Canvas, 29 oktober 2014.

121 op Nederland en als een schoothondje te wachten op wat de Vlaming wordt toebedeeld? De tijd zal het leren.

122 7. Bijlagen.

Bijlage 1. Interview met Harold Polis Harold Polis is de uitgever van De Bezige Bij Antwerpen en daarvoor was hij uitgever van Meulenhoff|Manteau. Doordat hij vanaf het begin betrokken was bij de organisatie, weet hij veel over de geschiedenis van de uitgeverij. Doordat hij de verantwoordelijkheid heeft over de redactie en de boeken die worden uitgegeven, weet hij tevens duidelijk welk boek bij het beeld van de uitgeverij past. Hierdoor is hij ook goed op de hoogte van wat de uitgeverij wil uitstralen. Het interview vond plaats op 8 augustus 2014.

Graag wil ik het met je hebben over het ontstaan van De Bezige Bij Antwerpen en het beeld dat jullie met de uitgeverij willen uitstralen. Kun je daar iets over vertellen? Eind 2002 werkte ik bij Nijgh en Van Ditmar en kende mensen bij Meulenhoff. Toen waren er nog veel grote uitgeverijen en die wilden wat. Zij hadden net een enorme klap gekregen, de halve uitgeverij was toen weggelopen naar Augustus. Dus dat bedrijf lag half op apegapen en zij zaten toen in het concern PCM. En ze wilden eigenlijk wel iets grensoverschrijdend. En ik wilde dat ook heel erg, dat was wat ik deed bij Nijgh en Van Ditmar, maar de kansen die er toen bestonden bij WPG waren gering. Het was eigenlijk één bureau dat werd betaald vanuit Amsterdam, mijn bureau dus, en dat zat bij de inkooporganisatie die men in België had opgericht eind jaren '80. Dat is toen eigenlijk dat ze de eerste stap hebben gezet, om Chris Boudewijns aan te nemen, en zij heeft toen met een aantal vertegenwoordigers in het toenmalige Singel 262 hebben ze de verantwoordelijkheid gekregen om de import in België te regelen. En Singel heeft toen een aantal uitgeverijen gekocht, waaronder uitgeverij Dedalus, een kleine uitgeverij die toen aan Nijgh en Van Ditmar gekoppeld is. En daar zat 1 redacteur op na het verdwijnen van de stichter. Die man ben ik opgevolgd. Ik zat in Antwerpen te werken en al mijn collega's zaten in Amsterdam. Op donderdag kwam ik elke week naar Amsterdam en dan draaide ik mee in de uitgeverij aan de Singel. Maar Nijgh en Van Ditmar was een heel klein fonds, dus ik maakte toen niet veel boeken per jaar, minder dan 10, belachelijk weinig. Ik verveelde me eigenlijk te pletter, ik wou van alles en ik zag dat er kansen waren, maar die kon ik niet benutten.

123 Was er geen geld? Er waren geen middelen, niet alleen financieel maar er was ook geen beleid, geen sturing, enkel die Nederlandse uitgever die af en toe een Belgisch boekje maakte. Ik heb toen plannen aangelegd en zelf wat zitten rekenen en vond dat dat er wel redelijk goed uitzag. Mij is toen de vraag gesteld of ik dat wilde doen, maar half op zelfstandige basis. Ik ging daar niet mee akkoord. Toen was ik eigenlijk op zoek naar een andere plek. Toen had ik gepraat met Marc Kregting, die werkte toen bij Meulenhoff. Ik kwam in contact met die mensen en vrij snel is het idee ontstaan een fonds op te richten dat expliciet grensoverschrijdend was en dat onderwerpen en titels zou behandelen die in beide landen verkocht konden worden, samen met literatuur. En dat was dan Meulenhoff|Manteau. Dat hebben we toen opgericht en dat is een succes geweest, zeker voor de uitgeverij zelf. Dat waren toen hele grote bedrijven en het Belgische stuk maakte tot op dat moment geen literatuur. Want het deel Manteau was een uitgeverij die in de jaren '80 eigenlijk een beetje verpieterd was, dat was een uitgeverij, die maakten ook omzet, maar het was geen literaire uitgever meer. Zij hadden ook niet meer de uitstraling noch de middelen om mensen aan zich te binden. Toen je in die tijd in België boeken maakte, wist je de facto dat je de trein naar Amsterdam moest nemen. Wat voor alle uitgevers in België de zaak onmogelijk maakte. Ik heb altijd gevonden dat dat nonsens was en dat is ook de basis van mijn loopbaan geweest. Ik heb dat idee proberen uit te bouwen en binnen Meulenhoff|Manteau ging dat zeer goed. Daar hadden we dan eigenlijk twee bedrijven met naam die mee de promotie en de verkoop deden. Dat was eigenlijk een beetje pionieren, dat was op dat moment niet eerder gebeurd in de geschiedenis van de uitgeverij. Was dat serieus nog niet eerder gebeurd? Er was nog nooit zoiets gemaakt eigenlijk. En dat hebben we toch op een goede vijf jaar, zeker voor Manteau een echte turnaround gemaakt. Vrij snel, dat was dankzij mijn netwerk feitelijk, het was een atypische keuze die mij werd afgeraden vooral omdat ik dat ging doen bij een uitgeverij die als supercommercieel werd bekeken. De toenmalige Standaarduitgeverij was een bedrijfsuitgeverij met veel business to business, de belastingalmanak, Suske en Wiske, en die begonnen ook ineens literatuur uit te geven. Dat werd mij afgeraden, dat moet je niet doen, waar begin je aan. Je gaat niemand aan je kunnen binden, na verloop van tijd lopen de auteurs toch terug naar Amsterdam en dit en dat. Er was ook heel veel hoongelach van auteurs die als ik ze vroeg om te luisteren

124 naar mijn verhaal misschien wel luisterden, maar achteraf zeiden 'je weet toch dat de dingen niet zo in elkaar zitten, je moet toch bij een Nederlandse uitgeverij zitten'. Dus dat was eigenlijk het startpunt, ook intern was er heel wat weerstand. Die mensen verkochten behoorlijk wat exemplaren van commercieel rendabele projecten. Ze verdienden nog waanzinnig veel geld met het groene boekje. Plots kwam er dan een bedrijfstak die literatuur kwam maken. Die mensen hadden eigenlijk net een aantal jaren daarvoor beslist nooit meer poëzie uit te geven. Gelukkig had ik een netwerk, dat heb ik ook volledig uitgepuurd en gruwelijk hard gewerkt 5 jaar lang. En dat was eigenlijk goed vijf jaar tijd. Er verschenen goede boeken, zagen er netjes uit, vormelijk konden ze zich zonder meer meten met wat er in Amsterdam verscheen. Plots doken er ook boeken op die wij maakten in Prijzencircus, plots werden ze in Nederland verkocht, kregen we recensies in Nederland. Dat was voor iedereen toen eigenlijk een grote ontdekkingstocht. Er waren zeker in de beginjaren een aantal grote literaire titels die het heel goed hebben gedaan, zelfs verkocht naar het buitenland. Dat liep dus allemaal fantastisch. Maar, ik deed dat alleen, binnen die organisatie waarvan ik de overhead kon gebruiken. Dat is puur bedrijfsmatig. Dan zit je op een bepaald moment gewoon aan een plafond, je kunt maar een x aantal boeken per jaar door de molen halen. Dat lukt niet. Ik maakte twee catalogi per jaar en maakte ongeveer 30 titels. Dat was best veel, maar dat lukte. Ook omdat er na verloop van tijd enorm veel good will ontstond. Mensen waren bereid om daarin mee te stappen. Los van het feit dat ik eigenlijk hen zeker qua tijd minder kon bieden dan mijn Nederlandse collega's op dat moment. Puur in mensuren had je toen Nederlandse uitgevers die echt redactie hadden, talloze mensen die zich specialiseerden. Die hadden echt de tijd een dag met iemand te lunchen en samne te zitten. Ik had dat niet. Vooral de mensen kiezen die goed waren was het voor mij, boeken kiezen waarvan je op voorhand wist dat je er minder werk aan zou hebben dan anderen. Dus ik heb altijd ook voor ogen gehouden dat ik een uitgeverij wilde maken die eigenlijk in elkaar zat als een magazine. Waarbij je alle klassieke uitspraken kunt herhalen, de beste pennen, de scherpste onderwerpen, al die flauwekul. Dat, maar dan wel met het besef, en dat heb ik altijd gehad, dat de reguliere pers eigenlijk niet meer ter sprake kwam wat in een medium als een boek nog wel kon: diepgang, historische perspectief, breed maatschappelijk perspectief. Als je die focus neemt en je kijkt naar een uitgeverij dan had je toen ook al een enorme kans om dingen te doen die andere mensen buiten beschouwing lieten. Dus heb ik heel veel gewerkt met journalisten, ben ik heel veel titels

125 beginnen te maken die met als kwaliteitsnorm hadden wat ik in Engeland en Frankrijk zag, zodat je toch boeken kon maken die ook in Nederland mee konden draaien. Dat was toen ook een novum, zeker inhoudelijk werd bij Belgische uitgevers zeer lokaal gedacht. Alleen al die ambitie daarin leggen zorgde voor een enorme progressie. Ik kreeg enorm veel dingen op mijn bord, er kwamen mensen voorbij, spontaan melden ze zich, dat was interessant. Maar goed, ik zat dus zakelijk moeilijk omdat ik het alleen deed. Maar het verschil om in zo'n kleine constructie van 1 naar 2 of naar 3 fulltimers te gaan, dat is een behoorlijke klap. Dan moet je veel meer omzet draaien. Eigenlijk, het bedrijf toen heft een grote fout gemaakt, ze hebben niet gedurfd die stap te zetten. Terwijl dat eigenlijk wel mogelijk was. Na veel vijven en zessen kreeg ik één vaste bureauredacteur, dus toen had ik wat meer ruimte. Maar intussen was het bedrijf ook in zwaar weer geraakt, omdat PCM naar de beurs wilde gaan. Dat kon toen nog, dat soort plannen koesteren. Dan werd er een investeerder aangetrokken, een durfkapitalist die geld erbij legde maar in ruil daarvoor schulden aanging en de afbetaling van die schulden doorschoof naar de uitgeverij. Dat is faliekant afgelopen, zeker omdat vanaf 2007, 2008, de advertentiemarkt totaal in elkaar klapte. We zaten toen in een bedrijf dat voor meer dan de helft zijn omzet haalde uit pers en tijdschriften. Dat was verschrikkelijk, je zag seizoen na seizoen dat verpieteren. Ik herinner me nog heel goed, het AD, dat was vroeger de grootste krant van Nederland met tal van regionale edities, tot op het moment dat het water ze aan de lippen stond en in een bepaald kalenderjaar kreeg je de beweging dat al die regionale edities bij elkaar geharkt werden. Er zijn honderden mensen ontslagen en dat gebeurde allemaal binnen PCM. Toen zag je al de bui hangen eigenlijk. De pers ging naar beneden dus de inkomsten daalden. Daar bovenop kwam nog eens de kredietcrisis met als gevolg dat de externe investeerder zo snel mogelijk de plaat wilde poetsen en het bedrijf te koop stelde. Het was echter geen goed bedrijf meer, het was beladen met schulden. Dat wil je niet zomaar over kopen, dus dat is toen terecht gekomen in een negatieve spiraal. Dat heeft toch een jaar of twee drie geduurd en was echt heel vervelend, omdat je meeging in die negatieve berichtgeving. Er werden boeken geschreven over het schandaal van PCM, het werd een soort scheldnaam die symbool stond voor geldverspilling, een bekrompen beleidsvisie en schurkenstreken. Dat is geen ideale omgeving voor een boekenuitgever om in te werken, zeker niet omdat op dat moment de collega-concurrenten nog wel in een zeer gunstige uitgangspositie. Zij konden nog wel zeggen dat ze een hart voor literatuur hadden, niet in een concern zaten

126 en al dat soort argumenten die in gesprekken met auteurs en boekhandelaars soms wel de doorslag gaven. Bovendien was het imago van het bedrijf redelijk besmeurd, dus dat was moeilijk. We hebben toen toch, ondanks alles, alles bij elkaar kunnen houden. Er zijn geen auteurs weggelopen, wel bijgekomen gelukkig. Omdat de extra bureauredacteur ervoor zorgde dat er ruimte was om te scouten. Er zijn toen ook nog hele leuke dingen uitgekomen. Het enige probleem was dat Meulenhoff ertussen uit was gevallen. Ik heb zelfs op een bepaald moment samen met de huidige directeur van Bruna samen gezeten om Meulenhoff te redden. Er was niets meer, enkel wat personeel. Wij gingen ernaartoe, trokken de lijsten van de voorschotten, de voorraden, de auteurs, we moesten echt nagaan welke contracten er waren, wie wat gekregen had, heel het bedrijf lag eigenlijk op zijn gat. Er is toen zelfs nog sprake van geweest dat Standaard Uitgeverij de aandelen voor een symbolische euro zou kopen en hier in Amsterdam een pand zou kopen om opnieuw te beginnen. Dat was een heel gekke toestand, plots zou heel die wereld draaien naar België en zouden Belgische bedrijven inbreken in de Nederlandse markt om daar een deel te veroveren. Dat was zakelijk ongezien. Dat was maar heel even, nadien ging het weer bergafwaarts. Meulenhoff is uiteindelijk niet gekocht, is blijven bestaan met een aantal directeuren die er ook niet veel van bakten. Dus ik zat met een groot probleem, mijn aantrekkelijkheid hing van een groot deel af van de naam Meulenhoff, dat was mijn argument waarmee ik auteurs kon binden. Het was dan wel een kantoor in Antwerpen, maar daar begon de Nederlandse markt, kon ik zeggen. Maar de kruik gaat ter water tot ze barst, grote delen van het jaar was er een enorm verloop bij Meulenhoff, ik heb toen 5 of 7 mensen gehad die de promotie deden in Nederland binnen drie jaar, dus je bouwde niets op. Je kreeg geen respons over de verkoop, dat was teruggevallen tot een absoluut minimum. Het was echt heel moeilijk, maar tegelijkertijd kun je het ook niet laten schieten, achter de wolken schijnt de zon. Dus je moet blijven volhouden, met de moed der wanhoop hebben we dat ook gedaan. Totdat we werkelijk in de verkoopsituatie terechtkwamen, toen was het gewoon gedaan. Toen zat je op eht eind van 2008/2009, toen werd bekend gemaakt dat we te koop stonden. Dat was niet goed voor het imago, het stond volop in de pers. Uiteindelijk werd het in twee stukken verkocht. Het deel waar wij zaten, de boeken werden aan Lannoo en PCM verkocht. Maar dat was al eind 2009. Dus heel die tijd moest ik tegelijkertijd boeken maken, progressie boeken, bedrijf runnen en die auteurs samenhouden. Iedereen was namelijk aan het trekken aan die auteurs op een ongeziene manier. Het was een hele rare situatie, het was

127 toen ook de oorspronkelijke intentie van de mensen die Meulenhoff|Manteau hadden opgericht, tja, mensen hadden ondertussen andere ideeën aan hun hoofd. Dus ik had op dat moment ook kunnen zeggen 'ik laat mijn koppie hangen' en dan was het afgelopen. Dat heb ik niet gedaan, met in mijn achterhoofd dat het eigenlijk wel goed ging met die auteurs, dat het oorspronkelijke idee goed was en het zakelijke uitgangspunt gewoon wel deugde. Toen is uiteindelijk na veel getouwtrek uit de bus gekomen dat Meulenhoff|Manteau toegevoegd werd aan de Bezige Bij. Dat idee klinkt nu uitgewerkter dan het toen was, dat was niet meer dan een idee. Bovendien was er zelfs een periode dat er gesteggel was over die hele boedel, omdat Lannoo dacht dat zij met Meulenhoff ook Meulenhoff|Manteau hadden gekocht. Maar dat was niet zo. Daar is enorme discussie over geweest, omdat ook Lannoo al bijna twintig jaar geen literatuur wou uitgeven omdat dat vanuit Vlaanderen niet kan. Dat is een bedrijfslijn bij hen, tot op de dag van vandaag is het volgehouden. Maar ze hadden toen wel gedacht dat ze met die aankoop van Meulenhoff ze ook dat stukje hadden, zodat ze toch opnieuw literatuur konden uitgeven. Dat was dan niet waar, heel vervelend voor ze. Dus toen was het ineens De Bij. Toen heb ik denk ik een jaar Meulenhoff|Manteau gebruikt als merk en op het eind van dat jaar was de officiële omschakeling. Vanaf 1 januari was het De Bezige Bij Antwerpen. Daar werd ook enorm over vergaderd, mensen wilden het De Bezige Bij Vlaanderen noemen, maar dat klinkt als een soort distributeur. Uitgevers worden vaak genoemd naar de plek waar ze werken, vroeger heeft ook altijd Amsterdam|Antwerpen bestaan, dus noem het dan gewoon Antwerpen. Toen kwam natuurlijk het hele ding, dan moet je dat gaan optuigen. Al die klassieke zakelijk vragen kwamen op, we moesten breder gaan werken met meer mensen erbij. Dat hebben we toen allemaal gedaan en de toenmalige directeur, Robbert Ammerlaan, dat was tien jaar lang mijn grootste concurrent geweest en die twee jaar na de oprichting van Meulenhoff|Manteau geprobeerd heeft mij over te kopen. Toen heb ik hier op kantoor gezeten bij Robbert en die wou mij overnemen. Uiteindelijk werk je er dan alsnog voor. Die had dus ook wel door dat er iets kon, die had het idee ook al lang, dus die schermden daar ook mee tegen zijn auteurs, was een heel rare situatie. Plots was dat dan mijn baas, dus dat ging ook niet allemaal zonder slag of sloot. Uiteindelijk hebben we wel heel professioneel samengewerkt en de uitgeverij uitgebouwd. Hij had een grootser plan, hij wou een kunstboekenuitgeverij erbij. Dat heeft hij dan gedaan, doordat Ludion bij WPG zat en ook een onderkomen zocht. Toen is er een soort klein

128 conglomeraat gemaakt met Lido, nog een ander fonds dat hij had opgericht. Het probleem was eigenlijk toen, puur zakelijk, dat de overhead gewoon te zwaar was voor de omzet. Dus het stuk dat liep was De Bezige Bij en uiteindelijk hadden wij vorig jaar een omzet van meer dan 2 miljoen euro. Dat was een jarenplan, de begroting was gehaald wonderwel. Maar die andere twee delen, Ludion en Lido, kwamen in zwaar weer terecht. De kunstboekenbusiness is een heel andere tak van sport, veel meer business to business werk. Uiteindelijk hebben we dat vorig jaar dus moeten saneren. Toen was het weer terug enkel De Bezige Bij Antwerpen. En zo is het altijd wat, en dat zal niet het laatste zijn, dat gaat gewoon door. Heel die wereld is heel volatiel gebleven sinds de jaren '60. Dat komt in alle uitgeverijgeschiedenissen als cruciaal moment, toen is er een conglomeratie van uitgevers gekomen. De markt was verzadigd, wat kun je dan doen? Verschuiven. En dat is wat er dan gebeurd, kaarten uitwisselen. Los daarvan is de intentie waarmee dat allemaal ooit begonnen is, nooit veranderd. Die intentie strookte met wat De Bezige Bij dacht, behalve dan dat ik meer op non-fictie gericht ben dan de Bij. Een aantal van die mensen ken je dan ook al, dus dat ging zonder meer makkelijk. Sindsdien was het echter wel zo, zeker vanaf begin vorig jaar, dat er een situatie is ontstaan die ongekend is voor de auteurs. Omdat service en resultaten die wij auteurs kunnen bieden, is tig maal beter dan bij een andere uitgever. Daar is het nog altijd zo dat je de trein moet nemen naar Amsterdam en dat je dan nog maar moet afwachten hoe het boek uiteindelijk verkocht wordt in België. Terwijl bij ons er echt twee kantoren zijn, het ene veel kleiner dan het ander, maar wel goede samenwerking op alle niveaus. Mensen kunnen bij ons en in Amsterdam gewoon binnenwandelen, worden herkend en hebben eigenlijk twee thuizen. Dat is de ideale situatie. Inhoudelijk heeft het wel veranderingen teweeggebracht, in die zin dat ik vertalingen ben gaan uitgeven, vroeger deed ik dat nauwelijks tot niet. Waarom niet? Dat is puur zakelijk. Standaard Uitgeverij richtte zich eigenlijk exclusief op de Belgische markt. Ze hadden wel een label voor de Franstalige markt en een aantal van die dingen werden in beide talen gemaakt, Suske en WIske bijvoorbeeld en heel wat van die zakelijke en boekhoudkundige boeken. Dat was een vrij sterke afdeling met special projects. Die mensen maakten de buitenlandse dingen, maar het was een Belgisch bedrijf. Geen enkel product was geschikt voor de export, met als gevolg dat ook zakelijk anders gedacht werd, namelijk een zo hoog mogelijke marge te draaien. Dat was een

129 typische eigenschap van PCM, ze deden dat heel goed. Dat zorgde ervoor dat ze andere producten maakten, vandaar dat ik geen vertalingen maakte. Een vertaling veronderstelt dat je toegang hebt tot het volledige taalgebied en dat je in beide landen de omzet kunt afdekken. Dan je kunt zeggen, zoals wij nu doen: we maken het boek, we schatten hoeveel we in België en in Nederland verkopen, op basis van die inschatting kun je een voorschot bepalen en zaken doen. Als je die aantallen niet kunt meenemen en je per land moet rekenen, dan houd het op. Wat er wel gebeurde toen, dat systeem is nu gestopt, was de coproductie, waarbij je zocht naar een collega in het andere land die een deel van de oplage vast afnam. Bijvoorbeeld, de Bij deed dat met Manteau, zij kochten een boek, betaalden daar voorschot voor en drukten het boek, en verkochten er dan een aantal door aan Manteau met een korting. Die aantallen voor Manteau waren dan weg, dat risicoprobleem was verdwenen. Zo werd er gewerkt, maar dat was eenrichtingsverkeer. De Belgische uitgevers en zeker Standaard Uitgeverij en Manteau waren niet bij machte dat te doen. Je moet namelijk via de juiste agenten bij die rechten komen, je moet aan tafel zitten wanneer de goede werken voorbijkomen. Je moet dus meedraaien in het systeem en dat deden ze niet. Alles wat er dus wel gebeurde, was per ongeluk of waren restanten van het verleden: auteurs als Nothomb bijvoorbeeld. Dat was een ongeluk, waarvan wij probeerden exemplaren aan Nederland te verkopen. Maar zo bouw je niets op natuurlijk. Dus daarom heb ik nooit echt vertalingen gemaakt, wat je wel nodig hebt om de omzet van zo'n fonds te verbreden. Dat is eigenlijk een heel groot verschil. En non-fictie is in de loop der jaren heel belangrijk geworden voor mij, omdat ik eigenlijk begonnen met als een puur literaire uitgever. Dat is in de loop der jaren gekanteld, nu is het allebei even belangrijk. Wellicht is die non-fictie wel nog belangrijker voor mij dan literatuur. In dat opzicht wijkt het ook een beetje af van het zwaartepunt van Amsterdam. Daar wordt vooral op fictie gelet? Ja, in Amsterdam is de fictie heel belangrijk, maar dat heeft ook te maken met de markt. Het is in Vlaanderen makkelijker geweest met journalisten samen te werken, altijd al. Het is altijd makkelijker geweest samen te werken met kranten, reclame op tv te krijgen voor een boek, het is een andere manier van werken dus. En bovendien, wat vroeger gebeurde namelijk de export van titels naar België, daarvan werd het stuk afgeknipt dat cultureel niet vertaalbaar was. Daarmee bedoel ik, als je nu een Midden- Oostencorrespondent hebt die voor de NOS ergens werkt, dan kan die wel een

130 interessant boek schrijven maar die man is voor een Vlaming niet herkenbaar. Zo ontstaat er dan toch weer een heleboel onderwerpen die je kunt gebruiken als je slim bent. Dus dat is voor een groot deel wat ik ook gedaan heb, ik heb al die correspondenten van België gezocht en daar boeken mee gaan maken, en vooral ze ook in Nederland verkocht te krijgen. Dat is ook gelukt, Rudi Vrankx is zo'n voorbeeld. Die kwam plots hier ook in de prijzen, en dat is een groot verschil. Bovendien is het ook zo dat het lezerspubliek in Vlaanderen net iets meer toegankelijk is voor moeilijke boeken. Wat het voor mij ook mogelijk maakt om meer met non-fictie te doen. En bovendien, dat mag je niet onderschatten, er is niemand in Vlaanderen die op dezelfde manier boeken maakt als wij. Dat zorgt ook ervoor dat je een eigen niche kan creëren. Zeker de laatste jaren valt het mij enorm op dat kranten steeds minder voorstellen inhoudelijk. Hun lezersbereik is steeds geringer, kijk maar naar De Morgen. Alle verhalen die je wilt lezen als je meer te weten wil komen over de wereld, dat moet je in buitenlandse bladen lezen, of in boeken. De pers in België is niet meer bij machte om hee ldat terein af te dekken. EN dat is nog steeds een groot verschil met Nederland, daar heb je nog wel grotere redacties bij kranten, die nog wel tijd en mensen hebben om die planetaire verhalen te laten verslaan door journalisten. Is dat dan ook waarom je non-fictie bent gaan uitgeven? Om die diepgang te redden? Ja natuurlijk, uiteraard. Dat is niet alleen inhoudelijk heel duidelijk dat dat een kans was, dat ligt mij ook enorm goed. En je kunt er geld mee verdienen, dus als basis voor een uitgeverij is het zeer geschikt. En bovendien, er is toch niemand die zich eraan waagt, vaak zijn het ingewikkelde projecten waarbij je soms jarenlang met iemand moet praten voor zo'n boek. Dus media gaan het niet doen, boekenuitgevers moeten het dan wel doen. Eerlijk gezegd, zoals ik het nu zie ontwikkelen krijg je dat in Nederland ook. Ook Nederlandse uitgevers zullen veel meer dan vroeger aandachtig naar non-fictie gaan kijken en daar steeds meer aandacht en investeringen aan geven en minder aan literatuur. Ook omdat natuurlijk wel duidelijk is dat je het alleen met romans niet meer kunt doen, dat is echt gedaan. Dus alsi k dat niet had gedaan enkele jaren gelede, dan was er ook geen sprake van geweest dat De Bezige Bij een recht van bestaan had. Dan was er niets meer geweest. We geven toch nog wel behoorlijk wat literaire auteurs uit, maar de omzet die je daarmee draait is gering. Er zitten er dan wel een paar bij die doorschieten maar dat is

131 onvoorspelbaar. Het is dus niet meer de basis waarop je een bedrijf kan draaien. Ik vrees dat in Nederland het ook die kant op gaat, een puur literaire uitgever moet dus omschakelen en meegaan met de ontwikkelingen van de pers. Als je bijvoorbeeld ook kijkt hoe De Correspondent is opgericht, dan zie je dat een klassieke boekenuitgever ook heel snel moet schakelen. Ik ga ervan uit dat wij dat ook moeten doen. Het zal dan eigenlijk meer lijken op De Bezige Bij Antwepren dan op De Bezige Bij Amsterdam. Wat ik ook altijd heb geprobeerd is te werken los van genres. Je zoekt gewoon mensen van wie je vindt dat ze iets te vertellen hebben over onze tijd of over vroeger en hoe dat verteld wordt makt niet uit. Je zoekt ze bij elkaar en je maakt daar boeken mee, en of dat dan een dichtbundel is of een stripverhaal. Dat heeft altijd gewerkt en ik zie er nog geen sleet op komen. Ook niet omdat je meestal toch een groep mensen bij elkaar krijgt die beseffen wat de uitgeverij doet. Dat draagt bij tot het imago van het bedrijf. In de loop der jaren zitten daar eigenlijk nauwelijks vreemde eenden in de bijt bij. Iedereen past erin, zelfs de meest uiteenlopende onderwerpen kunnen er bij. Dat had ik in het begin niet gedacht dat het zou lukken, maar wat ook voor Amsterdam pure winst zou kunnen opleveren. Dus dat is eigenlijk grosso modo hoe het gekomen is en wat de lijn is. Die lijn is duidelijk, die staat nu intussen zo duidelijk op papier dat ik dat al kan overlaten aan iemand anders. Het is echt duidelijk welk boek bij ons hoort. Met vertalingen is dat vaak wel wat zoeken en tasten, daar is het onduidelijker of een boek nu bij De Bij Antwerpen hoort of bij Amsterdam, maar dan hangt het ook af van de gesprekken die je erover voert. Ik zit vaak op het kantoor in Amsterdam, je praat met iede3reen en discussieert over de boeken. Iedereen heeft beschikking over hetzelfde nieuws, dus dan wordt vanzelf duidelijk wie het boek het beste kan uitgeven. Hoe vaak zit je in Amsterdam bijvoorbeeld? Ik vrees toch wel elke week één keer. En Henk Pröpper, de directeur van De Bezige Bij Amsterdam heeft officieel ook del eiding over De Bezige Bij Antwerpen? Ja, hij is mijn baas. Komt hij dan ook vaak naar Antwerpen? Nee, ik zit vaker in Amsterdam en dat vind ik ook logisch hoor. Hij is mijn baas en ik heb een functionele relatie met de redactie hier. In Antwerpen zijn er vergaderingen, we doen ons werk en ik draag dat werk naar Amsterdam. Daar bespreek ik het dan verder. Zo komt het toch in een systeem terecht waarbij iedereen alles van elkaar weet en de

132 moeilijke projecten zo snel mogelijk worden besproken met elkaar en je ten slotte ook met de marketing en de verkoop het kunt doen leven. Daar zit nog wat groeimarge op, zonder meer, maar dat is op twee jaar tijd vrij goed gelukt. Ik ben in Amsterdam vanaf het begin aanvaard, dat heeft mij tijd maar geen moeite gekost. Dat gaat prima. Zoals ik het zie de komende jaren zal het gewoon zo verder gaan. Je hebt natuurlijk af en toe dieptepunten, het gaat niet goed in het vak, dat klopt. Maar dat neemt niet weg dat het wel een valabele manier is om binnen zo'n merk ook via België voor het taalgebied boeken te maken. Ik zie eerlijk gezegd niet bij welke uitgever het nog zou kunnen. Al die andere concurrenten die het hadden kunnen doen, bijvoorbeeld VBK, zijn daar ook enorm op teruggekomen. VBK bijvoorbeeld had op een bepaald moment in België ook een bedrijf met zo'n 14 mensen die boeken uitgeven. Daar zit er nu nog eentje. En ze hebben net niet het laatste imprint volledig opgedoekt. Maar het is dus allemaal voorbij. En de afgesplitste uitgeverijen Arbeiderspers, Querido, gaan dat zeker niet doen. Die werken ook met één iemand. Dus ja, die hebben gewoon ook het fonds niet meer om dat te doen. Bovendien, dan zou je in de moeilijkste omstandigheden in het boekenvak van de laatste dertig jaar of zelfs langer nog, zou je in het verre buitenland een soort businessunit op moeten bouwen. Dus als er geen brokken zijn zal dit systeem nog wel lang doorgaan. Maar het is wel een uitzonderlijke positie, de rest heeft enkel een verkoopkanaal in België terwijl De Bezige Bij Antwerpen wel echt apart is. Ja, een imprint inderdaad, het is iets dat op zich staat. Het is wel zo dat je in alle omstandigheden, dus hier ook, dat is normaal, je moet het altijd bevechten. Het is niet zo dat het vanzelfsprekend is. Mensen denken heel snel, vaak uit goede bedoelingen, we nemen het er wel even bij, dat België. Maar dat is niet zo. Je merkt dat het een ander land is, met andere pers andere inzichten, een andere horizon. Het is ontzettend moeilijk om dan vanuit Amsterdam Vlaanderen te runnen. En vice versa lukt dat ook niet, je moet niet de pretentie hebben iemand uit te geven die in het actuele debat staat terwijl je daar zelf niet bij hoort. Je moet onderwerpen kiezen die boven de tijd staan, die abstractie hebben, dan gaat het wel. Maar puur uitgeven op basis van bekende Nederlanders of Belgen, dat moet je gescheiden houden. Maar je moet het altijd wel bevechten, want natuurlijk, als je zo'n onderneming als De Bezige Bij Antwerpen niet als een geheel presenteert, dan verdampt het ook snel. Ook voor auteurs en voor media en winkels moet je wel kunnen zeggen dat het een imprint is, het staat op zich. Het heeft er vaak om

133 gespannen, maar voor een deel het lot, een deel doorzettingsvermogen en voor een groot deel de auteurs is het toch gelukt. En ik moet zeggen, op een paar uitzonderingen na zijn de auteurs trouw gebleven. Dus de auteurs zijn meegegaan in de plannen? Die zijn inderdaad allemaal meegegaan, op een paar uitzonderingen na. En de paar die weggelopen zijn, zijn naar De Bezige Bij gegaan en die kom je nu toch tegen. Ik heb bijvoorbeeld ook David van Reybrouck uitgegeven, voor alle overnames, maar die ging naar De Bezige Bij Amsterdam. Het bod dat hij kreeg overtrof vele malen wat ik kon bieden en het bedrijf was er ook niet op ingesteld om zo'n boek echt goed uitgegeven. Maar ja, die was ik dan kwijt terwijl ik heel goed wist wat daar het gevolg van was. Ik wist heel goed dat dat boek een enorme seller werd. En als je er dan nu naar kijkt, vind je hem dan meer bij Amsterdam dan Antwerpen passen? Ja, dat is puur hypothetisch. Hij is gelukkig, ik kan nog altijd met hem door een deur. Maar dat gebeurt nu eenmaal. Maar als ik hem had kunnen houden, hem had kunnen uitgeven dan had het er heel anders uit kunnen zien. Een uitgeverij staat of valt met succes. Die successen zijn er ook bij Meulenhoff|Manteau wel geweest, in het tweede jaar gaf ik een boek uit waarvan ik ondertussen meer dan 100.000 heb verkocht, een boek van Jeff Vermasse. Maar als dat niet gebeurt, dan krijg je een kans maar is het na een paar seizoenen gedaan. En vanaf dag 1 had ons fonds al een serieuze omzet, na het eerste jaar al een omzet van ruim 400.000 euro. En dan had ik eigenlijk maar 5 of 6 maanden boeken uitgegeven. Je hebt dat wel nodig om te overleven, want dat ontbrak vaak in het verre verleden. Mensen wilden dan vaak België erbij nemen, want dat was sympathiek, maar je moet het strikt zakelijk aanpakken. Dan lukt het wel. Maar ze zijn er nog hoor, ik herinner me dat, toen we naar De Bezige Bij gingen, er een onduidelijke periode was. In die onduidelijkheid heb ik toch wel twee drie mensen verloren. Dat kwam doordat ik niet in staat was helder te communiceren, ik moest zwijgen. Zij hebben toen van de verwarring gebruik gemaakt om in Amsterdam terecht te komen. Dat was vervelend, omdat we ze dan achteraf toch weer terugkregen door de samengang. Maar er is een tijd geweest dat mensen gehoopt hebben dat de uitgeverij ging imploderen. Dat is heel gek hoe dat loopt, ik merk dat nu ook. In Vlaanderen heb je ook een aantal uitgevers die de afgelopen jaren uitgedoofd zijn en dan weet je dat het zaak is om die zelf te liquideren. Dat is de manier van handelen, je moet zelf gaan kijken naar de fondsen en

134 kijken welke mensen je moet binnenhalen als concurrent. Zo werkt dat. En vanaf het moment dat zo'n uitgeverij als gewond dier in de hoek ligt, dan komen er hyena's. Dat is niet meer dan normaal. Maar ik kan je verzekeren, als je zelf gewond in de hoek ligt is het niet prettig. In ons geval kwam het erop neer dat we grote stukken van een jaar niet konden communiceren: je wist zelf niet wat er gaat gebeuren. Dus je bent eigenlijk wind aan het verkopen en dat is heel vervelend. En dan wil een auteur zekerheid? Ja, dus dat gesprek dat de auteur weggaat, moet je verwijderen. Dat is nu gelukkig allemaal goed gegaan. De auteurs zijn dus zoveel mogelijk meegegaan. Die waren positief? Ja, op die enkele na is iedereen meegegaan, op die paar na die naar de Bij gegaan zijn. Wat dat betreft heb je ze dus allemaal gehouden. Ja, die zijn allemaal gebleven en netjes binnengeloodst bij Amsterdam anders. Dat is afgetimmerd, afgeklopt en aangezien die boekenwereld een hele rare ontwikkeling heeft doorgemaakt zie ik de mensen nu ook niet zo snel weggaan. Het zit vrij safe nu. Veel van die mensen zijn ook heel blij volgens mij dat ze trouw zijn gebleven. Je zei dat je al bij Meulenhoff|Manteau boeken met diepgang wou uitgeven, mooie boeken. Je visie was dus eigenlijk mooie boeken met diepgang, kort door de bocht gezegd? Ja, maar bij Meulenhoff|Manteau had ik nog andere argumenten. Ik heb me altijd hard verbonden gevoeld met Angèle Manteau, ik heb haar ook nog gekend. Ik ging daar vaak langs en dan gaf ze raad. Ik heb daar heel veel aan gehad, zij heeft mij doen inzien dat je in het vak op een gekke manier continuïteit hebt. Dat heeft mij rust gegeven op momenten zoals dit jaar, dat het heel slecht gaat. Je moet verder kijken en je moet beseffen wat er kan en wat er niet kan in zo'n vak. Uiteindelijk is de markt altijd Nederland-België en alle discussies die wij vandaag voeren, zijn vroeger ook gevoerd. Maar ook echt, ook destructieve discussies. Vanochtend ging het bijvoorbeeld over De Correspondent en het is voor mij heel duidelijk dat je als uitgeverij niet nu meteen vernieuwing omarmt, we een heel zware tijd ingaan. Je moet nu beginnen te innoveren. Dat had je vroeger ook, dat het slecht ging en je moest innoveren. Als je mensen hebt gesproken die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt, wat ze toen hebben moeten uitspoken om het hoofd boven water te houden! En dat had je na de oorlog ook, zeker in de Belgische boekenwereld waren de bezettingsjaren gouden jaren. Toen is er

135 zelfs geld verdiend, er werd massaal gelezen. Snel werd er een systeem ontwikkeld waarbij papier van elders kwam, de distributie moest plots anders. Als de nood heel hoog is, begin je toch innovatief te werken. Na de oorlog kwam de klap toen de boekenverkoop massaal terugliep, maar ook in de jaren '60 met de komst van de tv, werden er bibliotheken volgeschreven over het einde van het boek. Ook toen hebben mensen zich toen bij de haren uit het moeras moeten trekken, een andere manier van werken moeten zoeken. Dat moet je vandaag dus ook doen, maar dat is niet uitzonderlijk. Vandaar dat ik mij altijd heel sterk verbonden heb gevoeld met Angèle, die daar heel scherp over kon vertellen. Ik heb ook altijd gevonden dat ik de erfenis van Manteau moest beschermen, ook omdat ik met alle grote auteurs die zij gehad heeft, heb ik ofwel boeken mee uitgegeven of er mee samen gewerkt. Dat vond ik toch heel speciaal. Mijn hart zal dus altijd daar liggen. Zelfs toen ik bij Nijgh en Van Ditmar ging werken, werkte ik als freelancer voor Manteau. Dat was eigenlijk heel belangrijk. In de Nederlandse boekenwereld heb je ze wel, die erin geslaagd zijn ondanks zakelijke omwentelingen, de geest van het bedrijf te bewaren. Dat heb je niet in België. Bijvoorbeeld bij Meulenhoff, daar hing er in de gang aan de Herengracht het plakkaat van de medewerkers die in de oorlog zijn weggevoerd. Ik heb het moment meegemaakt dat ze die uit de muur schroefden. Je zag de geest uit het bedrijf verdwijnen, dat is heel raar. Hetzelfde heb je in België met de meeste van die uitgeefbedrijven, die hebben ofwel niet echt een traditie die illuster is, veel van die eenmanszaken hebben dat niet, ofwel hebben ze er moeite mee er op terug te komen, zoals Lannoo, die een moeilijke geschiedenis hebben en daar gaan ze zeer spaarzaam mee om. Je hebt ook nog andere van die bedrijven, Pelckmans bijvoorbeeld, die zijn heel zwart geweest tijdens de oorlog en dan stel je je anders op. Dan ben je niet, zoals Meulenhoff of Arbeiderspers of De Bezige Bij, dan sta je niet in het midden van het debat en kun je je plaats niet opeisen. Manteau had dat wel. Dat heb ik altijd aantrekkelijk gevonden en die erfenis draag ik mee in mijn hart omdat zij altijd literatuur heeft uitgegeven. Ze is daarnaast eigenlijk een allochtoon, ze kwam uit Dinand. Daar voel ik mij verbonden mee, een groot deel van mijn familie komt uit Luik en Brussel dus ik ben geen echte Vlaming. Dat vond ik ook wel interessant. Verder heeft ze kwaliteit proberen te maken, en altijd de grootste namen van haar tijd opgezocht, letterlijk. En ze is erin geslaagd om alle gezindheden bij elkaar te brengen en dat lijkt een beetje gek dat ik dat zeg, maar dat vind ik heel belangrijk. Ze is vanaf het begin een bedrijf geweest die heel pluralistisch werkte; er zaten evengoed

136 christelijk geïnspireerde auteurs als vrijzinnigen. En dat was toen een novum, het was toen nog enorm verzuild. Zij heeft dat deels vanuit zakelijks instinct, deels doordat ze zo in elkaar zat, heeft ze dat geweigerd. Ze heeft het pluralisme nagestreefd en dat vind ik als waarde voor een uitgeverij vandaag nog belangrijker dan vroeger. Zeker als je ziet welke tegenstanden je in een samenleving krijgt, een uitgeverij moet daar rekening mee houden en dat omarmen, dat toelaten. Dus dat heb ik bij haar altijd belangrijk gevonden en is een deel van die erfenis die ik meedraag vandaag de dag. Ik denk dat het ook ervoor zorgt dat ik vrij snel aansluiting heb gevonden in Amsterdam, die inhoudelijke reikwijdte en dat pluralisme en de zucht naar kwaliteit is door de bij altijd nagestreefd. Manteau is dus voor mij ontzettend belangrijk geweest. Je hebt dus geprobeerd haar erfenis, het beeld van Manteau, door te zetten in Meulenhoff|Manteau en nu De Bezige Bij Antwerpen? Ja, en dat was ook op het moment van oprichting van Meulenhoff|Manteau iets waar niets mee gebeurde. Ik heb dat volledig omarmt en zei heeft toen ook mee de eerste catalogus geschreven, geholpen met het voorwoord. Kun je dan zeggen dat Meulenhoff|manteau meer Manteau was dan Meulenhoff? Eigenlijk wel. Meulenhoff was na pakweg 2 jaar op zijn gat, het was gedaan. Toch ben ik het blijven handhaven, omdat Meulenhoff interessant was en de band was met Nederland, ondanks dat zij inhoudelijk niets hebben bijgedragen. Dat ding is gemaakt in Antwerpen. Maar met alle gezindten kun je dus ook zeggen Vlaanderen en Nederland? Ja, beide landen. Dat is heel belangrijk geweest, zakelijk en inhoudelijk, maar het was ook belangrijk dat ik dat claimde. Dat heeft te maken met de specifieke situatie in België, dat soort binationaal, semi-orangistische denken is politiek gekleurd in België. Ik ben zeker in mijn vroege jaren heel veel mensen tegengekomen die vanuit een schuldgevoel en een minderwaardigheidscomplex zich naar Nederland zijn gaan richten en hun roots verloochenden. Dat was een heel rare gedachtegang, maar die was er wel degelijk. Bij heel veel auteurs bestond dat ook en daarvoor is het ook belangrijk de geschiedenis wat te kennen. Mensen als Boon en Claus zijn naar Amsterdam getrokken voor het geld, een heel zakelijk idee, maar die hebben dat voor zichzelf en naar de buitenwereld gerationaliseerd door te zeggen dat ze niet meer konden aarden in het katholieke Vlaanderen. Zij zijn naar Nederland getrokken om met de rug naar hun publiek te staan op een moment dat dat nog een functie had. Toen waren die levensbeschouwelijke

137 tegenstellingen echt nog wel groot. Vandaag is dat volledig veranderd. Wat ik ben tegengekomen bij de honderden gesprekken die ik heb gehad met auteurs die dat argument aanhaalden, was dat ik dat moest doorprikken. IK heb alles uit de kast gehaald, alle geschiedenis van Manteau en Meulenhoff, om die mensen toch duidelijk te maken dat hun beeld verkeerd was. En of ik dat nu doe of mijn opvolger of wie dan ook, je kunt niet in de constructie zitten waarin ik nu zit, zonder die lijn aan te houden. Want anders zit je binnen de kortste keren weer in de trein naar Amsterdam als auteur. Dus de schrijver is belangrijk, niet de auteur? Inderdaad, nationaliteit speelt geen rol. Meer nog, het mag geen rol spelen. Als je buitenlandse uitgevers leert kennen en je ziet met wie je je verwant voelt, dan heb je toch een heleboel die ook weten dat ze niet binnen grenzen kunnen denken. Dat vind ik dan ook weer typisch Europees, die band heb je nooit met Amerikanen, op uitzonderingen na, maar dat is ook een van de enorme krachten van het boekenvak. Het is een van die eigenschappen waar we niet mee te koop lopen, maar eigenlijk zouden we dat moeten verwoorden en tonen aan mensen. Een heel groot deel van het publiek is daar ook naar op zoek, waarin ze niet beperkt is door afkomst, commercieel belang en nationaliteit. Je hebt een vrijhaven, ene vrije zone die niet bepaald is door nationaliteit. Dat heb ik altijd ontzettend belangrijk gevonden en ik heb bijvoorbeeld met opzet mijzelf nooit een Vlaamse uitgever genoemd. Dat ben ik niet. Ze zijn er wel en die hebben ook en belangenvereniging en zo, maar daar wil ik buiten blijven. Dat is niet het punt! Zo verklein je de boel, terwijl je het juist moet vergroten, zeker met de boeken die we maken. Ik heb het wel eens echt neergeschreven in Boekman tien jaar geleden. Daar kreeg ik enorm boze reacties op, maar dat is wel het punt: literatuur houdt zich niet aan grenzen en non-fictie vaak eigenlijk ook niet. Ik vind dat een enorme kwaliteit, zeker bij De Bezige Bij, dat de internationale uitstraling bewaard is gebleven. Wat je bij veel Nederlandse uitgevers toch veel minder hebt, dankzij de literatuur voor een stuk. Dat is iets wat je moet bewaren. Ik weet bijvoorbeeld heel goed, ondanks het feit dat ik minder fictie uitgeef, ik verwacht minder van fictie dan vroeger, maar dat die invalshoek, die houding essentieel is. Dat is puur Goethe, dat is Europese literatuur. Mensen kennen elkaar misschien niet persoonlijk maar ze delen een achtergrond. Als je niet vanuit die houding kijkt naar waar je mee bezig bent, sorry, maar dan heb je het niet. En ik ben daar heel orthodox in en de mensen die met mij werken probeer ik altijd die richting uit te sturen. Ik lees ontzettend veel kranten, tijdschriften uit het buitenland, dat moet je

138 gewoon doen. Dus niet de focus enkel op Antwerpen of Vlaanderen? Nee, uiteraard niet. Het is wetenschappelijk onderzocht door Paul Verhaeghen (romancier) dat creatieve mensen vaker bipolair zijn en manisch depressief dan anderen van de bevolking. Voor een deel klopt dat ook, bij een uitgeverij werk je met uitzonderlijke mensen die eruit springen en die meer doorzettingsvermogen hebben dan anderen. Ook dat zijn mensen die zich niet storen aan grenzen, die werken in het buitenland en dergelijke. Om die een goede service te kunnen bieden als bedrijf moet je wel zo denken. Dat vereist een ander manier van denken dus eigenlijk. Dat had Angèle Manteau wat minder, omdat haar wereld gewoon minder internationaal was. Toen waren de afstanden nog groter, werd er minder vertaald. Bovendien ben ik opgegroeid met Brouwers en dat speelde een enorme rol in de umwelt waarin in jong was. Zijn stukken over het uitgeefbedrijf in Vlaanderen lagen als een molensteen om ieders nek. Hij schreef dat de Vlamingen geen Nederlands konden enzovoort, dat de Vlaming die iets kon wel in Nederland zat. Er was een soort ethische druk bijna, een intellectuele en commerciële druk om vooral naar Amsterdam te gaan. Gaandeweg kom je erachter dat die man voor een groot deel vanuit zijn persoonlijke frustratie de dingen beschreef, zeer boeiend, maar in zakelijk opzicht totaal onterecht. Daar heb ik ook vadermoord op moeten plegen. Hoe kun je als Vlaming dan toch laten zien dat je wel goede literatuur uitgeeft als dat het beeld is dat mensen hebben? Ja, dat hangt voor een deel met mij samen denk ik. Ik heb het geluk gehad dat ik in Utrecht ging studeren. Ik had vroeger literaire bladen en dan kwam je automatisch in contact met clubjes jongeren uit Nederland. Je zoekt naar bindingen. Het was pre internet dus dat ging trager, maar onder andere het tijdschrift Millennium was toen hét blad. Die mensen kom je dan tegen, deel je teksten mee uit en dan kom je in die wereld terecht. Hierdoor heb ik die wereld toch voor een enorm groot deel leren kennen. Ik deed toen de klassieke dingen: mensen aanschrijven, het blad naar de pers versturen, zorgen dat het in de boekhandel mocht liggen enzovoort, zo leer je het. Ik denk neit dat je dezelfde voeling kan hebben als je die ervaring niet deelt. In dat opzicht is het dus wel uitzonderlijk. Ik heb dat altijd raar gevonden dat vóór mij niemand de grensoverschrijding geprobeerd heeft. Maar als je kijkt, werd Manteau wel gezien als Vlaamse uitgeverij. En

139 Meulenhoff|Manteau? Dat was een Vlaams-Nederlandse uitgeverij waarbij de nationaliteitenkwestie buiten beschouwing werd gelaten. Werd dat ook zo gezien? Er zijn tot op vandaag mensen die zeggen: 'Het is geen kwaliteit' of 'Als er een echt goede bij zit gaat die wel naar Amsterdam'. Dus die kwestie speelt bij sommige mensen nog steeds, ook al laten wij het buiten beschouwing. Ik heb er nu weer eentje met wie het bedrijf een zakelijk gesprek heeft gehad. Die man publiceert bij De Bezige Bij Antwerpen en blijkbaar is een verwachting niet ingelost. Die is kwaad, ventileert dat tegen mij en stuurt een mail naar een collega in Amsterdam met 'mag ik met jou komen praten?'. Zo werkt dat werkelijk. Maar aangezien de achterpoortjes dicht zijn, speelt zich dat nu af binnen één universum en is er ook geen probleem. Dan kan hij ook ineens een andere redactie krijgen als hij dat wil? Dat zal in zijn geval niet echt de bedoeling zijn, aan de redactie lag het niet maar aan de verkoop die achter zou blijven. Maar dan is het systeem in ieder geval gesloten, dan heb je de moeilijke discussies niet meer. Maar tot op de dag van vandaag heb je die mensen, ook veel concurrenten die dat als argument gebruiken tegen auteurs om te zeggen: 'Ah, daar ga je toch geen boeken uitgeven. Dat is een aanhangsel van een Nederlandse uitgeverij, geen echte uitgeverij'. Heb je het idee dat de media en het publiek jullie ook als aanhangsel zien? Nee niet echt. In de Belgische pers is er weinig kennis aanwezig over het boekenvak, dus als daarover bericht wordt is dat vaak foutief, tenzij je het zelf stuurt. Daar lig ik dus niet van wakker. Ik heb een tijdje op elke slak zout gelegd en schreef ik opiniestukken gewoon om het beeld aan te passen. Dan word je gebeld door de krant en radio. Daar ben ik nu rustiger in geworden, maar dat heb ik nooit als een probleem ervaren, de media. Nee, uiteindelijk niet. Behalve, ik kan er een beetje ontgoochelt over zijn dat mensen niet begrijpen hoe moeilijk het is geweest alles te verwezenlijken. Maar aan de andere kant is het zo'n ingewikkeld vak en moet je zoveel achtergrondkennis hebben om bepaalde feiten goed te kunnen inschatten, dat ik er vrede mee heb. Er zijn wel mensen die het correct hebben ingeschat, zo is er Kevin Absilis die de geschiedenis van Manteau heeft beschreven, die heeft het allemaal heel nauwkeurig beschreven en zwart op wit ingeschat. Maar van mij mogen ze verder zeggen wat ze willen over de uitgeverij. Eigenlijk ga je door op wat Manteau begonnen is, vind je het jammer dat die naam

140 niet meer gebruikt wordt in je bedrijf? Persoonlijk vind ik dat heel jammer, maar ja. Had je dan niet beter De Bezige Bij|Manteau kunnen heten? Nee, dat is onmogelijk. Die gedeelde naam was heel goed maar die zorgde ook voor een zichtbare schizofrenie. Je hebt beide beelden, waar zitten wij? Ik kan je verzekeren dat het ongemakkelijke situaties opleverde en ongunstige uitgangspunten, ook in zakelijk opzicht. Ik moest iedereen die ik leerde kennen het uitleggen, ik had een verhaaltje klaar waarmee ik in drie a vier zinnen dat deel kon afronden. Maar het was altijd een probleem met mensen die je niet kende, ook in het buitenland, omdat de naam van de uitgeverij niet eenduidig was. Nee, ik weet heel goed dat deze naam het beste is. Ik denk daar nog altijd vaak aan terug en in de beste der werelden was wellicht alles Manteau geweest maar in de werkelijkheid is De Bezige Bij de beste oplossing. Als je daar nog een suffix of prefix aan hangt, dat is niet goed. En een compleet andere naam? Cargo heeft ook als imprint een andere naam. Maar dat is ook een heel afgelijnd genre. Ik vind Cargo een fantastisch fonds, er verschijnen ook goede boeken die ook bij De Bezige Bij zouden kunnen verschijnen als ik heel eerlijk ben. Maar in ons geval is de naam zo goed, omdat we zo nauw aanleunen bij die fictie en non-fictie, dan moet je geen andere naam noemen. Ook bij de winkels in Nederland, dat is vaak met vallen en opstaan hoor. Ik heb het nog meegemaakt bij Meulenhoff dat ik Omega Minor uitgaf, van de minst Vlaamse auteur uit de naoorlogse literatuurgeschiedenis. Die man heeft totaal niets met Vlaanderen te maken, woont sinds zijn 21e niet meer in België. Maar toch zeiden ze 'Dat is wel moeilijk hoor, het is een Vlaming. En van die Vlaamse literatuur, ja, is dat wel iets'. Terwijl het helemaal geen Vlaming was of een Vlaams boek. Het boek is vertaald in zes talen, had een universeel thema en stond met drie pagina's in de Times. Dus om maar te zeggen hoe moeilijk het wederzijds is om die vooroordelen weg te halen die er altijd zijn, is het belangrijk om in de manier hoe je je presenteert elk stukje te polijsten, dat daar al niets over gezegd kan worden. Dat is heel belangrijk. Als je het in een paar zinnen zou moeten omschrijven, hoe zou je de uitgeverij dan zelf presenteren? De Bezige Bij Antwerpen is een uitgeverij die met een scherp zicht op het verleden boeken willen maken die over vandaag gaan. Vooral geschreven door mensen die het zelf doen en los van om het even welk genre. Zoiets denk ik. Ik probeer het altijd zo

141 pragmatisch mogelijk te omschrijven, waarbij ik het heel belangrijk vind dat je dat verleden erbij haalt. Dat onderscheid ons echt van andere uitgevers. Kijk, een uitgever mag ook gewoon boeken uitgeven, dan ben je puur pragmatisch en opportunistisch en het bindende element is dan het feit dat het binnen een vennootschap gebeurd en het verkocht wordt. Maar bij ons ligt er altijd een ideële doelstelling aan ten grondslag, wat bijna een waarde is van een bedrijf. En voor De Bezige Bij Antwerpen is dat heel belangrijk, vanuit een goed zicht op het verleden boeken maken over vandaag en morgen, met mensen die het zelf schrijven in om het even welk genre. Dat is heel belangrijk. Heb je het idee dat de media dat beeld ook heeft? Na al die jaren wel ja, absoluut. In dat opzicht hebben we met De Bezige Bij Antwerpen gewoon verder kunnen bouwen op het renommee dat er al was. Dat is bij de non-fictie overduidelijk. Onze non-fictie wordt echt ernstig genomen. Dan bel of mail ik rechtstreeks met hoofdredacteurs en dan krijg je geheid voorrang. Komt dat ook door hoe de boeken eruit zien? Ook, hoewel door de crisis heb ik mijn verwachtingen daarover wel wat bijgesteld en let ik nu toch ook heel erg op de centen sinds anderhalf jaar, terwijl ik voordien veel extravagantere keuzes durfde te maken en dat product echt naar voren schoof. Maar ik moet ook erkennen, daar is wel degelijk een publiek voor dat dat nog altijd beseft. Ik zat bijvoorbeeld bij de Librisprijs aan één tafel met Arjen Fortuin, ja dat denk ik wel, en toen bleek dat die man bijzonder goed wist wat ik had gedaan de afgelopen jaren, kende alle boeken en vooral de fictie heel goed, en dat we dat allemaal met heel veel zorg die boekverzorging aanpakken en elk boek op die manier proberen te maken. Die had daar enorm veel waardering voor. Dus mensen bij wie dat echt een argument is, die zien dat echt wel hoor. Ik heb ook vaak gesprekken gevoerd, met zowel de pers als met collega's, die kritiek gaven, het niet commercieel vonden en zeiden 'het brengt geen geld op' en 'waarom doe je dat nu eigenlijk?'. En dan denk ik ja en nee, ik heb ook wel dat ik wat maat moet houden met wat ik doe, maar het maakt wel degelijk een verschil. Natuurlijk, het kost geld, maar als de boekverzorging ervoor zorgt dat het boek opvalt en daadwerkelijk gekocht wordt, is dat juist commercieel heel aantrekkelijk. Uiteindelijk levert het geld op omdat het er mooier uit ziet? Ja natuurlijk. Vanochtend op BNR was er de nieuwe hoofdredacteur op van Opzij, die had het over digitalisering en zei wat veel bladenmakers vertellen tegenwoordig: het

142 papieren blad is binnenkort een luxeproduct. En ik vrees dat je een boek ook op die manier moet gaan bekijken. Het zijn luxeproducten, al was het maar omdat ze uniek zijn op kleine oplage worden gemaakt. Dus dan kun je er maar beter rekening mee houden dat mensen het op die manier benaderen. Dus moet je ook in de boekverzorging tonen wat je waard bent en dat vorm en inhoud samen gaan. Dat vind ik heel belangrijk. Dus je moet het boek meer als koffietafelboek gaan beschouwen? Ja, zeker vanaf een bepaalde prijsklasse. In principe is hoe het eruit ziet voor mij al vanaf 15 euro belangrijk. JE straalt gewoon iets uit en het eerste dat je van een boek ziet is de omslag. Dan kun je er maar beter voor zorgen dat je ook daar communiceert met de lezer wat je wilt communiceren. En in ons geval is dat dat mensen moeten zien dat het stijlvol is, omdat die stijl samenhangt met de inhoud. Het zijn boeken die met grote zorg worden gemaakt en begeleid van mensen die ook iets belangrijks te zeggen hebben. Als je daar maar om het even welk beeld op zet, dan devalueer je het boek. En ik kan je wel vertellen dat dat in de loop van mijn leven ontzettend veel discussies heeft opgeleverd, onder meer met Nederlandse collega's. Daar bestaat een enorm groot spanningsveld. In Amsterdam heb je een ander stijlgevoel dan in Antwerpen. Het is moeilijk dat onder woorden te brengen, maar het is wel zo. Voor een deel heeft dat ook te maken met een andere typografische traditie, maar het heeft ook te maken met andere ijkpunten, visueel, technisch, cultureel. Ik heb tal van voorbeelden daarvan gehad waarvan resultaten soms letterlijk aan de muur hingen. De omslagen van Knopf, die Amerikaanse uitgever, die vind ik echt ongelofelijk. Daar ga ik altijd naar kijken. Ze hebben een kunstenaar in dienst die voor vormgever heeft gestudeerd en zelf van alles schrijft, die man is in vaste dienst en maakt tot 70 keer een andere omslag. Totdat het beste ontwerp eruit komt. Maar dat zijn geen omslagen, dat zijn merken. Het is een vorm van toegepaste kunst die evenveel met reclame, met platte marketing, met journalistiek als met vormgeving te maken heeft. Het is echt onweerstaanbaar goed, je ziet meteen wat het is. En het is commercieel aantrekkelijk. Dus ik neig heel erg naar die Amerikaanse traditie. Je hebt daar een hele lijn van vormgevers die de meest fantastische dingen maken. Daar kijk ik veel naar. Mijn collega's hebben een uitgepuurder smaakgevoel. Dat is weer een cliché he, maar als ik omslagen maak en ik zou echt mijn hart volgen, dan zouden ze ongelofelijk afwijken van wat ik uiteindelijk maak. Ik begin op te schuiven in de richting van de Nederlandse markt. Die is heel bedaagd, is veel voorzichtiger. Alle lettertjes staan altijd netjes uitgespatieerd. Ik heb wel eens discussies met Robert

143 Ammerlaan gehad over het beginkapitaal. Ik vind dat je daar creatief mee moet omgaan, alles wordt bepaald door het boek en wat je daarmee wilt bereiken. Een beginkapitaal? Waarom? Die man vond dat het moest veranderen, in Nederland maken wij zo geen boeken zei hij. En hij was dan nog, denk ik, wendbaarder dan anderen. Op die dingen stuit je dan ook. Ik ben geneigd om expressief te werken, omdat in de winkel alles op elkaar lijkt. Je moet eruit springen en dan moet je expressief werken. Soms gebeurt het dat je dan daardoor extravagante keuzes maakt. De reacties daarop zijn vaak negatief. Wat me inderdaad opviel was dat De Bezige Bij Antwerpen vaak felle kleuren gebruikt voor een kaft, in plaats van de pasteltinten. Met onopvallende kleuren ga ik niet akkoord, ik vind niet dat je dat moet doen. Een pasteltintje, oké, soms kan dat, maar op andere manieren moet je gewoon expressief zijn. En als je zo'n omslag uiteindelijk gemaakt hebt, hoe gaat dat dan in Nederland? Daar wordt over gepraat. En uiteraard, als er titels bij zitten waar we echt in Nederland verkoop moeten creëren, dan houd ik rekening met wat mensen zeggen. Dat is geen wetenschap he, alles behalve zelfs. Het heeft te maken met heel veel menselijke afwijkingen, je kunt er soms geen peil op trekken wat gaat verkopen. Mensen zitten er ook vaak glad naast als ze teruggrijpen op veiligheid, maar als het moet dan moet het. Ik kan uiteraard mensen ook niet verplichten boeken te verkopen waar ze zelf niet achter staan. Maar eigenlijk vind ik wel dat je daar veel verder en veel gedurfder in moet zijn. Heb je daar ook de vormgevers op uitgekozen, dat ze dezelfde visie hebben? Absoluut, die vormgevers zijn zeker in het begin ontzettend belangrijk geweest. Daarmee kon je in het product wat je maakte tonen wat je ambitie was. Die Vlaamse uitgevers waren ook allemaal doodbraaf, voorspelbaar, saai, lelijk. Vanaf het moment dat je met halve kunstenaars begint te werken, dat zei bij ons alles. Als je wil tonen dat je boek kwaliteit heeft, moet je dat ook aan de buitenkant al tonen. Zo moeilijk is dat niet. Dus die mensen werk ik al heel lang mee samen en is nu uitgewerkt tot een groep van 4 of 5 ontwerpers. Die zaten ook al bij ons tijdens Meulenhoff|Manteau. Wel hadden ze toen meer vrijheid dus dat vinden ze nu wel iets minder, maar ik werk nog altijd met ze samen. De enige kritiek van hen is dan dus eigenlijk alleen die vrijheid? Dat ze knievallen moeten doen voor de commercie inderdaad. Wat wel heel relatief is, maar toch. Ze moeten meer rekening houden met wat anderen denken en voelen. Ik ging

144 daar soms zo ver in dat auteurs niet meer volgden. Je zou denken dat auteurs ook in staat zijn daar een mening over hebben, maar niets is minder waar. De meeste van die mensen hebben ook maar een gemiddelde smaak en als je ze vraagt wat ze mooi vind zullen ze ook Michelangelo zeggen, de standaardantwoorden. In dat opzicht moet je toch op je intuïtie varen en daar niet te democratisch in zijn. Dat probeer ik nog steeds te zijn, hoewel ik zeg dat ik democratisch ben. Soms werkt het, dit voorjaar is het boek van Jonathan Holslag verschenen. Dat omslag is een gedoe geweest om te maken. Dat heb ik eigenlijk helemaal zelf ontwikkeld, schetsen gemaakt, nagedacht, beeldbanken nagezocht. Het was heel erg de vraag welk gevoel we wilden hebben. Uiteindelijk heb ik zelf een fotosessie georganiseerd. Ik had het idee dat mensen het boek kopen omdat ze schrik hebben voor de toekomst, dus moet het boek vertrouwen uitstralen. Dat kind kijkt naar het licht tussen twee muren van containers, dat vind ik een hoopvol beeld, licht aan het einde van de tunnel. Na weken van zoeken hebben we een grote containerterminal in Antwerpen gevonden die een deel van hun terminal af wilden sluiten voor de fotograaf. Zo is het letterlijk gegaan, dan zit je weken te denken hoe we dat moeten doen, omdat je beseft dat, als je dat boek te braaf maakt of te saai, het dood zal vallen. Dus als je wilt tonen dat de inhoud van het boek het licht aan het einde van de tunnel is, moet alles ook meewerken om dat idee uit te stralen. Ja, het moet niet pas bij de inhoud duidelijk worden. Ik ben gewend dat zo te doen in ieder geval. Niet iedereen is dat zo gewend, zeker bij Nederlandse uitgeverijen is men vaak gewend terug te grijpen naar fotobanken. En ook te kijken naar wat zich bewezen heeft dat aanspreekt? Ja, ik ken heel die iconografie heel goed, ik kan je vertellen dat zelfs de meest vooruitstrevende ontwerpbureaus beelden kopiëren, ik kan je zo de voorbeelden geven. Dat is echt ongelofelijk. Je hebt dus eigenlijk mensen nodig met wie je een open gesprek kunt aangaan en die bereid zijn verder te gaan voor één ontwerp. Vaak is dat niet simpel, die mensen krijgen niet veel betaald dus is het het makkelijkst als het gewoon in één keer goed is. Je krijgt een briefing en een omslag. Meestal wordt er dan gezegd 'Zou de titels iets groter kunnen?'. Terwijl ik gewoon vaak zeggen: 'Ik vind het niets, kunnen we niet gewoon opnieuw beginnen?'. Dat zeg ik dan drie of vier keer, maar eigenlijk is dat nog tien keer te weinig. Dat speelt in de manier waarop een fonds werkt een grote rol: visueel, stijl, uitstraling.

145 Dus je wilt je eigen merk uitstralen wat dat betreft? Dat de boeken zonder dat ze op elkaar lijken bij elkaar horen? Ja, maar niet op de rest lijken. Dat ze zeggen: ik ben bijzonder. Ik zeg dat niet uit eigendunk, maar uit puur zakelijk inzicht, je moet dat gewoon zo doen. Die groep mensen, die tekst, die vragen dat. Als je dat te braaf maakt mist het zijn punt. Er zijn vaak boeken die ver voorbij het normale denken gaan, laat dat dan ook op het omslag zien. Maar je bent wel wat meer ingeperkt om commercieel gebied dus? Het moet qua geld goedkoper worden? Dat heeft met de tijd te maken. Het gaat slecht, mensen zijn conservatiever. Commercieel gaat dat altijd zo, zeker bij inkopers of dat nu met boeken of kleren gaat. Mensen zijn veel minder geneigd iets toe te laten dat binnen hun beperkte ervaringen als niet commercieel wordt ervaren. Dat zijn denkfouten waar hele boeken over worden geschreven. Je valt terug op je eigen ervaringen en waarvan je zelf denkt dat het gaat werken. Maar dat is onzin. Het publiek reageert daar anders op, maar je krijgt moeilijker gesprekken. Mensen zijn verkrampter, willen teruggrijpen naar meer herkenning en dan moet je daar rekening mee houden wil je het boek in de winkel krijgen. Dus dat is wel een groot verschil met vroeger, maar is ook los van mij. Het is ook een punt, daar heb ik vaak mensen kwaad mee gekregen met omslagen. Ook binnen het bedrijf, dat zijn enorme discussies. En als je kijkt naar het hele boek, ga je dan ook voor goedkoper papier bijvoorbeeld als het niet opvalt in kwaliteit? Om goedkoper te gaan? Zonder al te veel pretentie, ik weet daar heel veel van. Ik kom uit een familie van mensen die hun geld verdienen met het maken van dingen, dus ik weet eigenlijk heel goed dat dit de maakindustrie is. Je moet met passie, kennis en vuur tot het kleinste onderdeel bekijken. Je moet bezig zijn met je vak, dat is heel simpel. Dus ik ben vaak obsessioneel bezig geweest met gewoon het ding, het object, het papier, alles wat daarbij hoort. Omdat wat je ook doet, je geld uit geeft. Er worden volumes gezamenlijk ingekocht en je kiest als uitgeverij een standaardpapier met een standaardgrammage. Nu ziet we op 70 gram denk ik, of 80 gram met bepaalde opdikking. Dan zeg je tegen de fabrikant, op een jaar tijd gaan we een capaciteit willen van zoveel duizend pagina's, dat hebben we nodig. Alles wat daarbuiten valt kost zogezegd meer geld. Maar daar is niets van waar, zelfs als je nu afzakt tot een bepaald bodemniveau en een lelijke paperback uitgeeft, betaal je nog altijd geld. Alles kost geld, zelfs als je een paperback maakt kun je nog altijd kiezen

146 waaraan je je geld geeft. En dan zijn er vandaag zoveel mogelijkheden, want die druktechniek heeft zich zo ontwikkeld dat je best wel in staat bent om zelfs met iets goedkoops iets stijlvols te maken. Maar je moet er wel over nadenken, over het totaal en het geheel. Maar dan kun je eigenlijk toch iets uitzonderlijks maken zonder te veel geld uit te geven. Ik hecht veel belang aan zetwerk, alles moet kloppen. Papier, het omslag het zetwerk, dat het allemaal bij elkaar hoort. Als je er op let zul je merken dat veel uitgevers werken met productielijnen die uit elkaar liggen: het zetwerk gaat daar naartoe, het omslag naar een ander. De ontwerper moet dan nog een titelpagina maken met hetzelfde lettertje als het omslag, en dat was het dan. Maar dat klopt niet. Met romans heb je dat minder, maar vanaf het moment dat je een omvangrijk boek maakt ben je echt een huis aan het opzetten. De leesbaarheid is zo belangrijk, dat je elke keer weer moet nadenken over de structuur. Wij hebben nu een letter, Merlo, daar gaan we ook niet meer van af, het is karaktervol en wijkt af van de rest. Dat zetwerk is geen sinecure en ik vind echt dat je daar iets mee zegt. Dat in combinatie met papier, uiteraard. Ik heb urenlang gepraat met de productie over het papier, zelfs de opdikking ervan vind ik belangrijk. Alles bij elkaar moet kloppen, moet kwaliteit uitstralen. Het beeld van een boek kun je zo sterk bepalen door het object dat je ervan maakt. Dat is dag en nacht verschil soms. Als je een boek opblaast en groter maakt, dan maak je het belangrijker. Dat kun je tonen aan de lezer, dit is een belangrijk boek, neem mij vast. Je kunt het ook totaal verknoeien. Ik vind dat je het moet tonen. Dat beeld werkt uiteindelijk natuurlijk ook op het beeld van de uitgeverij. Absoluut. Die naam hebben we, maar ik moet daar uiteraard wel bij vertellen dat er veel mensen zijn die veel van onze omslagen en boeken verschrikkelijk lelijk vinden. Ik heb in dat opzicht veel mensen die ons haten. Zelfs als het nu over vormgeving gaat, daar heb je discussies over op leven en dood. Ook dat is weer zo'n subcultuur waarin mensen tegen elkaar op argumenteren met tegenstellingen en kampen. Er zijn er mensen die die boeken echt haten. Maar dat geeft dan ook een beeld dat ze van de uitgeverij hebben. Ongetwijfeld. Louter op basis van die vormgeving: 'Verschrikkelijk, dat kan echt niet' en 'spuuglelijk'. Omdat het zo opvalt? Omdat het opvalt. En omdat het anders is. Maar aan de andere kant hebben ze dan in ieder geval wel een beeld van de

147 uitgeverij. Absoluut. Ik heb mij altijd verzet tegen de neutraliteit die een uitgeverij zou moeten uitstralen. Heel veel mensen die ik kende toen ik jong was vonden de Franse slag fantastisch, die typografische omslagen en dat crèmekleurige papier en altijd hetzelfde. Echt oersaai, verschrikkelijk vind ik dat. Precies de negentiende eeuw. Toen tot daar aan toe, maar toch niet vandaag? Denk toch eens een keertje na! Nee, het is een boodschap, je zegt er iets mee en het moet stijl hebben, smaak. Als je bijvoorbeeld bekijkt, veel boeken hebben plastic op de kaft, de laminaatlaag, dat hoeft helemaal niet. Dat vind ik zo onpersoonlijk vaak. Er zijn best wel papiersoorten die je met persvernis kunt behandelen en dan heb je een uniek exemplaar in handen. Die plasticlaag maakt het lelijk. Maar daar zijn enorme discussies over. Het maakt het goedkoop, maar praktisch gezien heeft het voordelen. Het wordt allemaal vervoerd in dozen, in de kast uit de kast, als je niet oplet heb je een beschadigd exemplaar en heb je verlies. Je maakt met plastic een soort zekerheid, omdat je denkt dat de winkel alleen dat wil. Maar dat is helemaal niet zo. Op midprice waarvan je hoopt er 50.000 te verkopen moet je niet flauw doen. Dat is wat het is. Maar veel van die andere dingen, die je echt ontwikkelt, de debuten en die speciale boeken die gewoon belangrijk zijn, maak het dan ook belangrijk! Mensen zijn best in staat dat de appreciëren, dat weet ik zeker. Maar doordat ze opvallen, gaan ze niet mee met de actuele stijl. Worden ze dan tijdloos? Klopt. Ik vind dat je dat ook moet durven als uitgever. Dat heeft ook een commercieel belang. Heb je het idee dat de auteurs die stijl ook zien, dat idee delen? Dat is een betekenis die wij eraan geven. Ik ga er niet meer van uit dat auteurs dat begrijpen, veel van hen kunnen dat niet. Ze hebben niet volledig door wat de lijn is die wij volgen en dat is ook niet belangrijk. Als ze er maar een paar dingen van vatten ben ik al blij. En stilistisch moet je niet verwachten dat iedereen begrijpt dat dat belangrijk kan zijn voor een grote groep lezers. Mensen die boeken kopen en die echt het papier kopen, dat zijn in toenemende mate fetisjisten. Dat zijn in toenemende mate mensen die geloven dat je een persoonlijkheid kan ophouden door een boekencollectie te verzamelen. Dat is een oude gedachte die ten grondslag ligt aan het humanisme en die al honderden jaren meegaat. Daar komt het op neer, dat is het ding: wie ben ik, kijk naar mijn boeken. Je bent wat je leest en wat in je boekenkast staat. Dat is zo persoonlijk, dat

148 die harde kern van lezers dat best wel zien. Dat is gewoon zo en dan moet je dat als uitgever ook gewoon doen, daarin durven en daarin meegaan. Ik vind eigenlijk dat we dat nog veel te weinig doen. Ik heb al een paar keer hedendaagse kunstenaars gevraagd de omslag te maken voor een boek. Om er echt een kunstwerk van te maken? Om er echt een kunstwerk van te maken inderdaad. Dan heb je mensen nodig die daartoe bereid zijn. Michael Borremans heb ik ooit op een omslag gehad, ik denk dat dat de eerste roman tot nu toe is die met een van zijn werken gemaakt is. Dat kwam doordat de auteur Borremans kende. Ik vroeg hem waar hij aan dacht voor de omslag en toen kwam Borremans ter sprake. Die heeft zelfs geen geld ervoor gevraagd. Maar ik heb ook wel opdrachten gegeven aan mensen om werken te maken, vooral illustratoren. Ik herinner me nog een boek van Koen Peeters, Bloemen heette dat, toen was ik daar extreem mee bezig. Ik vond dat je dat echt moet voelen, de man in het boek had aan elk pakje bloemenzaad een verhaal gehangen. Dat moet je echt voelen. Dus hebben we lino's laten maken van in hout uitgesneden bloemen. Toen hadden we een driekleurige typodruk laten maken op de omslagen, dat waren allemaal unieke drukken. De vorm van die in lino uitgesneden bloemen kwamen dan terug op de stofwikkel en de eerste katern. De kleur van het omslag liet ik doorlopen in het boek. Dat was uren werk om daarover na te denken en het te doen. Ik heb letterlijk dus ook naast zo'n machine gestaan en zelf die omslagen gemaakt. Maar in principe, dat klinkt nu gek, af en toe moet je dat doen. Ik vind toch wel dat dat de intentie moet zijn achter dat vak, omdat je echt objecten maakt. Het volstaat niet om gewoon standaardoplossingen te kiezen, niet altijd. En zo zorg je ervoor dat alles dat de uitgeverij verlaat, een kind is van de uitgeverij. Ja, in principe wel. Wat ik er wel bij moet vertellen is dat niet iedereen mijn mening deelt, genoeg mensen zullen denken dat ik overdrijf, ook binnen het bedrijf. Maar ik vind van wel, ik probeer dat wel te doen ja. Voor Vlaanderen ben je ook de persoon die de Amsterdamse boeken naar Vlaanderen brengt. Maar die boeken hebben niet allemaal jouw signatuur. Vind je dat jammer? Nee, dat vind ik geen enkel probleem. Bovendien zit er in de boeken van Amsterdam een soort rust in de omslagen, dat heeft ook wel een betekenis. Daar lig ik dus niet van wakker, gelukkig is niet iedereen even extravagant. Ik vind zelf ook wel eens een omslag

149 spuuglelijk, maargoed, zoveel smaken zoveel meningen. Maar ik kan me voorstellen dat je weleens bij een boek van Amsterdam zelf een heel ander omslag zou hebben gemaakt. Ja, absoluut. Heb je het idee dat mensen door die eigen stijl het boek ook echt kunnen herkennen als een boek van Antwerpen? Ik vrees van wel. En ik zeg 'ik vrees' omdat het niet altijd positief hoeft te zijn. Maar dat is allemaal heel relatief. Als de cijfers er zijn en een boek verkoopt, wordt er niets van het uiterlijk gezegd. Het mag dan een blanco omslag zijn bij wijze van spreken. Dus als het boek verkoopt is het de inhoud, terwijl als het niet verkoopt de omslag de schuld krijgt? Ja, als het niet verkoopt wordt er altijd in de eerste plaats naar het omslag gewezen. En bij een herdruk wordt dan een heel ander omslag gekozen? Ja. Kijk, je zit in een soort vreemde wereld waarin er geen wetten zijn. En er zijn dus ook geen verklaringen mogelijk, wij kunnen de klanten niet peilen. Weten wij veel waarom mensen boeken kopen? Dat weet je gewoon niet. Dus alles wat je erover zegt, is eigenlijk giswerk. Je probeert iets te rationaliseren waar je geen verklaring voor kan geven. Het enige wat je weet is dat het product uniek is, je geeft het aan elkaar door voor een groot deel op basis van passie. Op het moment dat je er passioneel over kunt spreken en je kunt de ervaring die zo'n boek belooft doorgeven aan elkaar, dan heb je eigenlijk al een groot deel van je werk gedaan. Maar achteraf, tenzij je echt fouten als dt-fouten vind of verkeerd gebonden katernen, dan kun je het echt aanduiden. Maar ik kan dat achteraf niet rationaliseren door te zeggen dat een omslag slecht was of dat een paragraaf geschrapt had moeten worden of een personage dat te veel aan het woord was. Nee, je weet het niet, en dat is net het leuke van het beroep. Van te voren kan ik het echt niet zeggen. Het is geen standaardproduct. Nee, totaal niet, no way.

150 Bijlage 2. Interview met Chris Boudewijns

Chris Boudewijns is de marketing- en promotieverantwoordelijke van De Bezige Bij Antwerpen. Ze is bij de uitgeverij betrokken sinds de oprichting. Doordat ze de uitgeverij vanaf de oprichting in 2010 heeft meegemaakt weet ze veel van de uitgeverij. Doordat ze de verantwoordelijkheid heeft over hoe de boeken in de markt moeten worden gezet, weet ze tevens duidelijk welk beeld de uitgeverij wil uitstralen. Het interview vond plaats op 8 augustus 2014.

Chris, vanaf wanneer ben je bij de uitgeverij betrokken geraakt? Ik ben zelf bij De Bezige Bij Antwerpen betrokken sinds de oprichting, daarvoor zat ik bij de Bezige Bij Nederland. Dus de geschiedenis van Meulenhoff|Manteau en wat er veranderd is tegenover vroeger, daar kan ik niet zoveel over zeggen. Ik zit op een commerciële functie als marketing- en promotieverantwoordelijke. Maar je hebt vanuit Nederland de oprichting wel gevolgd neem ik aan? Ik was niet echt bij de overname betrokken, pas vanaf het moment van de oprichting ben ik voor het fonds beginnen werken. Dat is nu bijna drie jaar geleden denk ik. Het heeft te maken met de overname van het concern WPG van Standaard Uitgeverij en Meulenhoff|Manteau in België, vanaf dat moment is het in gang gezet. Je kende Meulenhoff|Manteau wel al voordat je bij De Bezige Bij Antwerpen kwam? Ik kende Manteau wel en ik kende Meulenhoff en apart kende ik Meulenhoff|Manteau. Meulenhoff|Manteau was voor mij een collega zoals zoveel anderen dat waren. En wat vond je van Meulenhoff|Manteau toen? De indruk die ik toen had van de uitgeverij was dat ze wel heel actief waren in het zoeken van nieuw jong talent, dat was zeker een pluspunt waar ze heel actief in waren. Anderzijds hadden ze een aantal auteurs overgekregen die van Meulenhoff gekomen waren en waar zij dan eigenlijk toekomst aan gegeven hebben. Want bij uitgeverij Meulenhoff is toen heel veel gebeurd. Die uitgeverij was in de jaren tachtig heel groot maar dat is toen toch allemaal een beetje weggegaan, er bleef niet heel veel van over. En Meulenhoff|Manteau heeft dat toen heel goed kunnen overnemen. En waren die jonge talenten voornamelijk literatuur of van andere genres? Van literatuur, die indruk heb ik toch. Dat dat toch minder non-fictie was. Terwijl nu toch vooral aandacht is voor de fictie en voor de non-fictie en dat er meer een 50-50

151 verhouding tussen die twee is. Toen je bij De Bezige Bij Antwerpen kwam, wat was toen je beeld van de uitgeverij? Toen het een onderdeel van de Bezige Bij werd, waren er twee of misschien zelfs drie belangrijke verschillen. Het eerste was dat De Bezige Bij Antwerpen, doordat het een onderdeel werd van De Bezige Bij Nederland, dat de uitgeverij heel veel kansen ging krijgen of meer kansen ging krijgen om ook in Nederland aan de bak te komen. Want ik heb de indruk dat dat voordien toch niet zo veel was. Punt twee, Meulenhoff|Manteau, bij wie of wat hoorde dat, dat was een onbestemde plek. Terwijl nu, met De Bezige Bij Antwerpen werd het heel duidelijk een kind van een heel grote uitgeverij met heel veel jaren dienst en met heel veel standing. De Bezige Bij Antwerpen ging er dus zeker op vooruit in vergelijking met Meulenhoff|Manteau. En ten derde gaf het ook veel meer de kans om zich in Vlaanderen te profileren als de literaire uitgeverij voor de toekomst. Dus dat waren zeker de voordelen en dat was ook de hoop die wij hadden, en die ik zeker had, toen ik bij De Bezige Bij Antwerpen kon beginnen. Er is veel gesproken over de angst dat de uitgeverij als Nederlandse uitgeverij zou worden gezien. Heb jij iets van die angst gemerkt? Ja, er waren auteurs en het werd ook een beetje aangezwengeld door andere belanghebbenden in de media dat de Bij Antwerpen een onderdeel was van de Bij Amsterdam en dat het op termijn zou verdwijnen. Zelfs dat auteurs uiteindelijk ingepikt zouden worden door het grote huis van De Bezige Bij. En dat voor de rest de redactionele onafhankelijkheid zou verdwijnen. Maar dat was maar één stem. Want een andere stem was, en die brengen we nu ook in de praktijk, dat Vlaamse auteurs nu meer mogelijkheid krijgen om in Nederland aandacht te krijgen en dat die markt voor hen veel groter wordt. Want vroeger moest je als Vlaming al snel naar een Nederlandse uitgeverij, wou je in Nederland gelezen worden? Er is inderdaad een tijd geweest dat de Vlaamse auteurs dachten dat ze in Amsterdam moesten worden uitgegeven om in de Nederlanden bekend te worden, dat is wel zo. Maar dat had als nadeel dat voor de auteurs die in Vlaanderen wonen, die redactie en die uitgeverij toch wel ver af zit. In de realiteit is Amsterdam dan wel niet zo ver weg van Antwerpen of Brussel, maar mentaal zit daar toch een grens tussen. Terwijl als je een zetel in Antwerpen hebt zoals wij nu, ze voelen zich hier thuis, dat is voor hen veel beter.

152 Maar het is niet zo dat de Vlaamse auteurs vanuit Amsterdam direct overgeplaatst zijn naar Antwerpen? Nee, dat is ook niet de bedoeling. De auteurs kiezen of ze in Amsterdam worden uitgegeven of in Antwerpen. Dus dat wil zeggen, voor de commerciële activiteiten rond hun boek zou er geen verschil mogen zijn, het verschil zit hem in de redactie, dus dat ze met de andere uitgever en redacteuren te maken hebben. Zijn er auteurs die ervoor gekozen hebben vanuit Amsterdam toch naar Antwerpen te gaan? Ja, Paul Baten Gronda is naar Antwerpen gekomen, maar andersom is Yannick Dangre, die bij Antwerpen zat, naar Amsterdam gegaan. Maar dat is het ongeveer. Dus veel verschuivingen heeft het niet teweeg gebracht. Maar in de brochures, vooral in 2011, stonden er wel Vlaamse Amsterdamse auteurs in de brochure van Antwerpen. Hoe zit dat? We hebben een beetje moeten zoeken. Het is één ding bij welke redactie of uitgeverij ze horen, maar iets heel anders is hoe een boek het best verkocht wordt en hoe die bij het publiek komt. Is dat door ze toch in een Nederlandse brochure te zetten of in een brochure van Antwerpen? Daar zijn we lang naar aan het zoeken geweest. Het is nu, er is een Antwerpse brochure en een Nederlandse brochure, maar er zijn een aantal titels van de Bij Antwerpen waarvan wij denken dat ze veel potentie hebben in Nederland, die zijn in de Nederlandse brochure toegevoegd. De Simenon-titels zijn hier een voorbeeld van voor najaar 2014? Ja, bijvoorbeeld. Er zijn er nog een paar, bijvoorbeeld Bart van Loo, die met zijn Chansonboeken in Nederland veel bekendheid heeft gekregen. Die staat met zijn nieuwe boek over Napoleon ook in de Nederlandse brochure, maar daarnaast wordt die ook in de Belgische brochure verspreid. En dat heeft met het volgende te maken: je kan dan als auteur wel bij de Bezige Bij Antwerpen zitten, of bij Amsterdam, maar de vraag blijft hoe je als Vlaamse auteur aan bekendheid in Nederland komt. En ik moet zeggen, ik heb er al lang ervaring mee, ik denk dat dat vroeger iets makkelijker ging. De beide landen stonden meer open voor elkaars cultuur. Dat geld zeker voor de belangstelling in Vlaanderen voor de Nederlandse auteurs, vroeger was zeker bij de pers maar ook bij de boekhandel meer belangstelling voor, niet alleen bij de gevestigden, maar ook voor nieuwer en jonger talent. Dat was voor alle uitgeverijen zo. Dat is nu aan het verminderen. Omgekeerd is het ook altijd moeilijk geweest om Vlaamse auteurs die niet

153 bekend waren in Nederland aan de bak te krijgen. Nederland heeft Herman Brusselmans, Tom Lanoye, Hugo Claus zeer zeker en ook Leo Pleysier, Dimitri Verhulst, maar dan hebben we het wel gehad. En bij ons is dat de laatste tijd ook zo, zeker in de boekhandel is het moeilijk om de Vlaamse auteurs onder de aandacht te krijgen, zeker als ze nog niet bekend zijn, met een debuut. En waar heeft dat mee te maken? Dat heeft met veel factoren te maken, maar de belangrijkste is op dit moment toch zeker de toestand van de markt en de crisisperiode waarin we zitten. Die crisis hebben we echter vroeger niet gehad, dus waaraan lag dat vroeger? Er verschijnen sowieso heel veel boeken, ook vertalingen, dus de boekhandel gaat selecteren. Dus als ze een onderwerp niet kennen, of als het een veel te Vlaams onderwerp is, iets wat ze in Nederland niet kennen of wat ze niet interesseert, dan wordt dat niet besteld. Omgekeerd is dat in Vlaanderen ook zo. Anderzijds voor wat Vlaanderen betreft, de Vlaamse literatuur heeft zich de laatste jaren goed ontwikkeld, er zijn veel goede schrijvers bijgekomen die het heel goed doen en daardoor heerst in beide landen een mentaliteit van eigen volk eerst. Dat geldt in Nederland maar dat geldt ook hier. Onze eigen auteurs worden in de eerste plaats gelezen. Heb je het idee dat de Vlaamse auteurs die in Amsterdam uitgegeven worden, makkelijker in Nederland gelezen worden? Ja, iets makkelijker. Maar daar hebben wij voor moeten bedenken dat het misschien beter is enkele van die auteurs in de Nederlandse brochure te steken. Want die Vlaamse brochure wordt dan misschien toch net iets te gemakkelijk opzij gelegd. Maar andersom is dat ook zo. Een titel waar het boek Nederland of Nederlands in zit, of een stad in Nederland bijvoorbeeld, dat wordt in Vlaanderen ook al snel als te Hollands gezien bijvoorbeeld. Dus ik denk dat wij met de Bezige Bij Antwerpen wel heel dankbaar mogen zijn dat onze collega's in Amsterdam toch moeite doen voor onze boeken en dat wij toch ook af en toe echte sellers hebben in Nederland, waardoor die belangstelling in Nederland toch zal toenemen of zal uitbreiden. Daardoor maak je een recensent of een boekhandelaar toch meer geïnteresseerd. Want die herinneren zich dat wij bijvoorbeeld Christopher Clark - de Slaapwandelaars hebben uitgebracht, een boek over de Eerste Wereldoorlog, een heel goed boek en misschien zijn ze daardoor nieuwsgierig gemaakt voor wat wij nog meer aan non-fictietitels uitbrengen. Jonathan Holslag is ook zo'n voorbeeld.

154 De samenwerking verder met De Bezige Bij, hoe zit dat? Zij doen de promotie voor de Vlaamse titels in Nederland. En wordt daar nog een schifting in aangebracht? Ja, maar dat doen zij ook voor andere titels natuurlijk. Er zijn boeken waarvan we bij voorbaat weten dat het een heel klein lezersbestand gaat vinden, een dichtbundel of literair essay bijvoorbeeld. Dan moet je niet verwachten dat de boekhandel daar stapels van in de winkel gaat leggen en dan ga je die inzet daar ook niet voor doen. Maar als je wel gelooft in een titel ga je er meer inzet voor doen en dan heb je die inspanningen van de Nederlandse verkoop- en promotiemensen natuurlijk wel nodig. Daar wordt wel naar gekeken, deze titel heeft kansen en daar gaan we op inzetten, maar een debutant die nog niet bekend is, iemand die zichzelf nog moet bewijzen of een moeilijker boek, daar gaat iets minder inspanning in. Maar dat gebeurt ook voor de Bij Nederland in Vlaanderen. En als zij er eigenlijk minder voor willen doen dan jullie hadden gewild, kun je de collega's in Amsterdam dan overhalen? Ja, dan moet je wel met argumenten komen natuurlijk. En dat kan dan zijn dat een auteur al eerder boeken gepubliceerd heeft die al goede recensies in Nederland ontvangen heeft, of dat hij al interviews heeft, of dat hij bij een tv-programma geweest is, daar kun je dan op terugvallen en dat kan een argument zijn. Maar het kan ook zijn dat een auteur beschikbaar is om naar Nederland te komen voor interviews of dat hij bijvoorbeeld een performer is en podiumervaring heeft en naar festivals kan komen waardoor hij publieksbekendheid krijgt. Er zijn dus ook andere manieren om te kijken of een auteur niet toch aan bod kan komen. Maa rhet lukt natuurlijk niet altijd. Dat heeft met de situatie in het hele boekenvak te maken natuurlijk. Gebeurt het vaak dat jullie ze moeten overhalen of zij jullie? Nee, ik vind dat we wat dat betreft wel genoeg realiteitsbesef hebben. Er zijn tijden geweest dat er in het boekenvak boeken en auteurs echt gepusht werden, maar die tijd is gepasseerd. Dat heeft geen zin meer om boekhandels vol te stoppen met boeken die ze uiteindelijk niet verkopen en die je dan uiteindelijk weer retour krijgt. Je moet een beetje een realistische prognose maken. We hebben wel regelmatig overleg met elkaar en praten dingen bij. Soms hebben we namelijk wel hoge verwachtingen en dan worden die niet ingelost. Dan zijn we zelf wel ontgoochelt en zien we ook niet wat we kunnen doen om het te verbeteren. Maar daar is wat dat betreft wel goed, realistisch overleg over.

155 Het is dus nooit dat ze genoeg hebben aan hun eigen titels en die van Antwerpen links laten liggen? Nee, dat hebben we gelukkig nog nooit meegemaakt. Wordt dat op elkaar aangepast, dat er geschoven wordt qua datum dat er voor elke titel tijd is? Ja, we kijken bijvoorbeeld bij de verschijningsdata dat elkaar beconcurrerende titels niet op hetzelfde moment verschijnen. Dan zitten die mekaar in de weg. Naar dat soort dingen wordt ook gekeken. De redactie heeft verder ook overleg met de Nederlandse verkoop, de omslagen en de verkoopprijzen worden voorgelegd aan Nederland zodanig dat Nederland vanuit haar ervaring daarop kan reageren. Omslagen worden soms aangepast omdat de Nederlandse smaak anders is. Maar dan worden wel voor beide regio's dezelfde omslag gemaakt, anders wordt het te duur. De samenwerking is dus op meerdere gebieden? Ja, zowel op commercieel gebied als redactioneel. Zeker op de redactie is er heel regelmatig overleg, en dat gaat dan over de Nederlandse en Vlaamse titels, maar ook zeker over de vertaalde titels. En dan verder op het gebied van verkoop en promotie. We hebben regelmatig een vergadering en dan gaan we naar Amsterdam of zij komen hier. En de leiding is vanuit Amsterdam? Ja, Robert zat in zijn tijd gewoon hier, die was heel makkelijk aan te spreken. Henk is in Amsterdam. We hebben even moeten uitzoeken hoe dat in zijn werk moest gaan, maar ik vind dat dat nu vrij goed gaat. Harold heeft heel vaak afspraken met de redactie en dat is zo'n 2 tot 3 keer per maand. Met de verkoop is dat 1x per maand en promotie heeft eigenlijk wel dagelijks contact via de telefoon of mail. We zijn heel goed op elkaar afgestemd, personeelsleden kennen elkaar goed. Dus dat gaat heel goed. Maar de dagelijkse leiding doen jullie dus zelf? Ja. Heb je niet het idee dat de leiding te ver weg zit? Ik kan me voorstellen dat er meer een gevoel van leiding is als deze in de kamer naast je zit, dan wanneer de directeur ver weg in Amsterdam zit. Ik moet zeggen, het is wellicht oneerbiedig om tegenover Robert te zeggen, maar deze formule werkt ook wel goed, met Henk. Er zijn veel dingen die we zelf kunnen. Meer de strategische dingen gebeuren in overleg met de directie in Amsterdam en daar is het overleg voor .Maar de dagelijkse praktijk, het is niet dat we hier met beginnelingen

156 begonnen zijn, iedereen had al ervaring. Dus dat is eigenlijk geen probleem , de samenwerking en het overleg gaat heel goed. Uiteraard, we zouden het heel fijn vinden als Henk hier elke maand naartoe komt en met iedereen een praatje maakt, maar dat is niet haalbaar. Iedereen heeft het druk, dus het is roeien met de riemen die je hebt. Maar dat gaat. En de samenwerking met WPG? Bij WPG is er iemand die de verkoop opvolgt. We hebben hier één iemand die de boekhandels bezoekt en alle contacten heeft met de klanten, de afnemers. En er is een manager, een verkoopdirecteur die dat ook opvolgt, daar op toeziet en de taken mee verdeelt. Die volgt ook onze cijfers op en doet de onderhandelingen met de afnemers en dergelijke. Dat is dan WPG België? Ja. En wat betreft WPG Nederland, merken jullie iets van die perikelen? Nee, daar merken wij eigenlijk niets van. Ik heb het wel vernomen en ik ben er ook erg van geschrokken, Querido en Arbeiderspers zijn natuurlijk echte kernuitgeverijen geweest van het WPGconcern. Ik kan het zelf eigenlijk nog altijd niet goed geloven dat die binnenkort echt weg zijn en als zelfstandige uitgeverij gaan werken. Dat betekent dat bij WPG nu alleen De Bezige Bij, Bruna en in Antwerpen Manteau en Standaard Uitgeverij nog zitten. Een groot stuk is nu dus weg. Ik vraag me af hoe zij dat als zelfstandige uitgeverijen gaan doen, ik hoop dat het ze lukt. Je ziet het wel in het vak in het algemeen, je hebt een aantal grote bedrijven zoals WPG en VBK, hier in Vlaanderen is er dan ook nog Lannoo, en die grote concerns hebben allemaal al hun reorganisaties doorgevoerd, bij VBK dan vorig jaar nog. Maar aan de andere kant ontstaan er ook kleine uitgeverijen en hoewel ik niet zeg dat die over de ganse lijn succes hebben, springen die er toch met titels uit en hebben met bepaalde titels echt succes. Dus die kleintjes worden ook steeds groter. Het zou best kunnen dat Querido en De Arbeiderspers in de toekomst goed zullen gaan. Maar ik denk dat alle uitgeverijen vandaag met hetzelfde probleem zitten. Als ik naar de Gfk-cijfers kijk, dan gaat het in Nederland en Vlaanderen hetzelfde. Ik was verwonderd dat in zowel Nederland en Vlaanderen hetzelfde boek op nummer 1 staat, dat boek van John Green. Dat is een boek voor young-adults waar ook een film van is. Ik hoor wel dat meisjes moeten huilen van dat boek. Maar als dat het bestverkochte boek is in Vlaanderen én Nederland, dan denk ik: wat is er toch aan de hand? Je mag

157 ervan uit gaan dat zo'n boek ook door volwassen vrouwen gelezen wordt, het zal een goodread zijn, makkelijk te lezen. Er zijn mensen die een boek lezen om wakker van te worden en er zijn mensen die een boek lezen om lekker te kunnen slapen. Ik denk dat die John Green een boek is om lekker bij te slapen. En voor de rest staan in die top 10 een aantal thrillers en in Nederland slechts één literair werk, van Herman Koch. In Vlaanderen is dat nog steeds Stefan Hertmans. Maar als je dan verder kijkt op die lijst, dan moet je echt ver doorbladeren eer er een literaire titel staat. De literatuur heeft het dan echt moeilijk. Vorig jaar was er dat boek van Stoner, dat doet mij deugt dat zoveel mensen dat willen lezen en dat dat zo'n succes geweest is. Dan vind ik het op zich niet erg dat het boek al zo oud is, maar als er zo'n seller niet is, dan zie je geen literaire titels meer. We zijn heel erg afhankelijk van een paar top titels die een hele tijd veel verkopen en die een groot publiek bereiken, ook de niet-lezers, maar als je dat niet hebt, dan zit je aan een veel kleiner aantal verkopen en een kleiner publiek dat je bereikt. En er is natuurlijk ook veel veranderd in het medialandschap. Misschien is dat in Vlaanderen nog wel erger dan in Nederland. Voor de literatuur, voor de boeken in het algemeen, de bekendheid daarvan ging vroeger door de free publicity in de bladen, radio en televisie. Maar er zijn veel minder bladen die aandacht aan de literatuur besteden. Ze doen dat misschien nog wel voor non-fictie, in de zin van dat dat ervaringsdeskundigen zijn of mediafiguren of bekende Nederlanders of Vlamingen. Maar ook voor de literatuur, de Standaard der Letteren was altijd een kwaliteitsbijlage, een goede boekenbijlage, maar sinds vorig jaar worden bepaalde romans niet meer besproken. Dat heb ik vroeger nooit meegemaakt voor uitgeverijen als De Bezige Bij, Querido of De Arbeiderspers. Zelfs Nederlandse titels kregen nog aandacht, maar dat is nu niet meer het geval. Dat heeft te maken met dat zij te weinig pagina's hebben, ten tweede dat ze commerciëler moeten schrijven aan de hand van interviews en leuke stukken. Op die manier zitten wij met het probleem: hoe weet het publiek van het bestaan van het boek en dat dat de moeite waard is. Dat is de grote uitdaging voor de toekomst op het gebied van promo en publiciteit. Wij leveren aan die kranten vaak interessante content waar ze iets mee kunnen. Ik begrijp dat ze daar niet altijd iets mee kunnen, maar als die bijlagen geschrapt worden, wat moeten we dan? Dan moeten we via de nieuwe media, via internet en Facebook en Twitter. Dat is toch iets anders dan dat je in een krant, die toch door duizenden mensen gelezen wordt, dat je daar op regelmatige basis informatie van krijgt.

158 Daarvan weet je zeker dat in ieder geval een bepaald aantal mensen het artikel leest Ja inderdaad. Plus, en dat is ook aan het verminderen hoor, werken ze ook vaak met vaste recensenten. Dus als abonnee weet je op den duur welke recensent jouw smaak heeft. Dat is nu ook veel minder het geval. Freelancer worden gebruikt en die veranderen heel vaak. Die weten dan niet het hele oeuvre van een auteur, die bespreken enkel het boek an sich. Dat is voor ons een probleem, om aandacht te krijgen voor die boeken en het publiek te bereiken. Om een apart website te gebruiken, je moet volgers hebben. Heb je het idee dat er meer met nieuwe media gedaan moet worden? Ja, met De Bezige Bij Antwerpen kunnen wij daar zeker meer mee doen. Maar ja, dat is een kwestie van tijd en het is een investering. Als je er iemand op zet die enkel dat doet, dat kost geld natuurlijk. Maar via Facebook is er zeker veel mogelijk. Maar dan kom je terug in het stadium van mond-tot-mondreclame, van lezers die boeken aan elkaar gaan aanraden. En is dat iemand op Facebook met veel volgers waarvan ook geweten is dat hij veel leest en een goede smaak heeft, dan kan dat invloed hebben. Maar het is niet dat als zomaar iemand er iets op zet, dat dat ook effect gaat hebben. Wij merken wel dat lezers op zoek zijn naar wat ze nog moeten lezen, omdat er zoveel uitkomt. En omdat de grens tussen wat literair is en wat commercieel is altijd kleiner wordt. Vroeger had je bellettrie of literatuur en lectuur. Dat verschil was heel duidelijk. Maar nu heet alles literatuur. Dat maakt voor de lezer in de boekhandel het erg moeilijk. Als die niet kan terugvallen op die bijlagen, dan gaat die op zoek, via Facebook en vrienden. Ik denk dat vrienden weer heel belangrijk worden, en de boekhandelaar. De toekomst van de boekhandel is bedreigd, maar een boekhandel die echt weet wat er in zijn winkel ligt en dat ook aan zijn klanten kan aanraden, die heeft nog wel toekomst. Het moet wel iemand zijn die zelf ook gelezen heeft en erin thuis is, en die een beeld heeft van de smaak van zijn klanten. Hoe proberen jullie tussen die grote hoop die uitgegeven wordt, op te vallen? voor non-fictie wordt er niet té veel uitgegeven vind ik. En qua grote trends, dat duurt vaak zo lang niet meer. Nu is er dan de trend om die oude auteurs weer terug in de markt te zetten, dat is tien jaar geleden al begonnen eigenlijk. Uitgevers zullen nu nog aan het zoeken zijn naar dat soort auteurs. Dat is voor de Amerikanen, maar ook de Duitse auteurs uit de jaren dertig, veertig vijftig, daar zijn ze bij Cossee en Van Gennep erg mee bezig. En pas op, daar zijn heel goede dingen en auteurs bij. Maar dat wil zeggen

159 dat jonge auteurs van vandaag moeilijker aan de bak komen. Want je kunt niet enkel goede boeken van vroeger herdrukken? Nee, dat kan maar een aspect van de zaak zijn. Je kan daar niet op verder drijven. Hoe proberen jullie je dan te onderscheiden met de boeken, dat als mensen een keuze maken ze voor De Bezige Bij Antwerpen kiezen? Dat is zeker iets dat de redactie beter kan beoordelen, maar De Bezige Bij Antwerpen probeert bij auteurs die nu drie of vier boeken geschreven hebben, ervoor te zorgen dat dat wel kwalitatief goede boeken zijn en ook bij de jonge auteurs proberen we dat ze niet maar één boek schrijven. Er moeten meerdere boeken in zitten. Dat is voor de fictie. Maar daar moet je wel in investeren. Bij de vertaalde literatuur zijn het niet zoveel titels, maar Harold volgt wel Frankrijk op de voet en Nederland ook. Af en toe halen we daar toch wel iets uit. Zo hadden we het debuut van de Duitser Timur Vermes, een boek dat het heel goed gedaan heeft. Ook hadden we Richard Ford. We geven niet veel uit, maar wat we hebben is wel goed. En er moeten argumenten zijn om het in Nederland en in Vlaanderen verkocht te kunnen krijgen. Voor de vertaalde romans moet gekeken worden of voor beide landen een markt is. Welk beeld willen jullie vooral uitstralen als uitgeverij? Het moeten kwalitatieve, literaire boeken zijn. Dat geld nog meer voor de non-fictie, daar zitten we echt in de literaire boeken, maar geschiedenis, wetenschap, politiek, goed geschreven, maar die zich wel op een groter publiek richten. Ook geven die boeken antwoord op de vragen waar de mensen vandaag mee zitten. Wat de maatschappij betreft en het leven. Ligt er dan de nadruk of fictie of juist non-fictie? Ik denk dat we meer naar non-fictie opschuiven, wat ik persoonlijk geen slechte zaak vind. Ik denk dat er behoefte is aan goede non-fictieliteratuur. De mensheid is op zoek naar waar het met de mens en de samenleving naartoe moet. En die grote ideologieën zijn weggevallen, we worden bedreigd op het gebied van ecologie en religie en nu hebben we het conflict met Israël, Irak, met Poetin. Er is heel veel in beweging. Verder heb je de opkomst van India en China, de nieuwe economische machten. Ik vind dat non- fictie uitgeverijen daar een houvast aan moet bieden, aan degenen die geïnteresseerd zijn zich daarin te verdiepen. En dat kan via historische boeken, dat kan via boeken die een visie hebben op wat er vandaag en morgen in de maatschappij gebeurt. Maar dus wel de diepte in?

160 Ja, meer de literaire dan de commerciële kant. We zijn op zoek naar de specialisten. Jonathan Holslag is daar wat dat betreft een goed voorbeeld van: een jong iemand die zo geslagen is op dat terrein en op de geopolitiek veel te vertellen heeft en met hele frisse, controversiële meningen komt die hij niet schuwt ze in de media te brengen. Dat is zeker interessant. Maar anderzijds hebben we ook veel dikke, gebonden boeken. Op zich zijn dat mooie boeken. Ze worden misschien niet altijd even snel gelezen omdat mensen daar niet veel tijd voor hebben, maar Norman Davies - Vergeten koninkrijken, de biografie van Brunclair, dat zijn gedegen werken, academische basis vertaald naar een populariserend werk. Dat zie ik zelf heel erg zitten. Ik heb de indruk dat dat soort boeken in Vlaanderen iets meer gelezen worden dan in Nederland. Er verschijnt in Nederland veel aan populaire non-fictie, niet zozeer de kookboeken of de dieetboeken maar de boeken over zelfverrijking en dergelijke, ik denk dat dat in Nederland makkelijker verkoopt. Dat kan ik niet onderbouwen, maar zo voel ik dat aan. Verder zijn er natuurlijk verschillen tussen het leesgedrag tussen de Nederlanders en de Belgen, maar het is zo dat historische romans die iets te vertellen hebben, die verkopen in Vlaanderen beter dan in Nederland. De Vlaming wil zich ontspannen, maar ook iets leren tijdens het lezen. Dat is minder in Nederland. We mogen niet overdrijven en veralgemenen natuurlijk. Er is een boek bij Cargo verschenen, Robert Harris - De officier, over de Dreyfusaffaire. Dat is een thriller, maar eigenlijk ook een historische roman. Dat is een hele rijke roman die in Vlaanderen heel goed kan werken, daar geloof ik heel erg in. Mensen ontspannen zich door het thriller aspect, maar ze leren ondertussen iets bij. Die non-fictie, daar hou ik wel van. Als je in een paar zinnen het beeld van De Bezige Bij Antwerpen zou moeten omschrijven, wat zou je dan zeggen? Ik vind dat dat kwaliteit is, en inspelen op de samenleving waarin wij nu leven. Dus de band met het milieu waarin wij in leven als lezer. En uiteraard mag bij ons ook ontspannende lectuur of literatuur verschijnen. Wij hebben ook Kamagurka bijvoorbeeld, of cartoons van Zaza. Of wij zullen ook een samenwerking aangaan met een televisieprogramma, dat kan uiteraard ook. Maar het zit toch vooral in dat literaire en maatschappelijke. A fin, dat is mijn mening. Als je de brochures bekijkt kun je ook zien dat er steeds meer aandacht naar het genre non-fictie gaat. In percentages zit fictie tussen de 30 en 40 procent, terwijl non-fictie juist tussen de 40 en 50 procent zit. Wat dan opvalt is dat er steeds meer

161 vertaalde fictie is. Ja, dat is dit jaar inderdaad, dat klopt. Maar dat aantal wat er nu staat zal ook zo blijven. Het is niet zo dat het percentage vertaald nog verder zal gaan stijgen. Dus het is wel de bedoeling dat de Nederlandstalige fictie gewoon blijft? Ja ja, dat zeker. Daarvoor rekruteren we hier natuurlijk en we hebben ook heel veel Nederlandstalige auteurs op onze lijst staan. Wat misschien ook belangrijk is, is dat de meeste van onze boeken fondsboeken zouden moeten zijn. Dus als wij een boek uitgeven over het orangisme, dan is dat geen boek dat slechts drie maanden gelezen kan worden en dan kan verdwijnen; dat de actualiteit gepasseerd is. Nee, dat boek kun je net zo gemakkelijk volgend jaar nog lezen. Zo is het met veel van onze non-fictie boeken. Dus de boeken moeten in de toekomst nog steeds bij de uitgeverij passen? Ja, het moet niet alleen maar aan de actualiteit gebonden zijn. De agenda van de actualiteit verandert natuurlijk elke dag. Dus als je alleen daar op gaat toespitsen, dan is dat een beetje te korte termijn denken. Dan kun je natuurlijk ook successen hebben, dan zijn dat boeken die je zes weken verkoopt en daarna is het gedaan. Als je dan 20.000 verkocht hebt is dat natuurlijk erg leuk en die mogen er bij ons ook zeker tussen zitten. Maar ik zou nooit daar alleen op drijven. Ik denk niet dat dat goed is, dan heeft de uitgeverij helemaal geen toekomst. Maar bij het fonds passen is dan dus ook weer gericht op kwaliteit? Ja zeker. En hoe proberen jullie dat uit te stralen? Je hebt natuurlijk een beeld wat je naar buiten wil brengen, maar probeer je dat ook te doen door bijvoorbeeld enkel de kwalitatief hoge kranten aan te spreken? Nee, dat andere doen we ook. We hebben nu een boek over alleenstaanden, het fenomeen dat zoveel jonge mensen alleen wonen. Dat boek bevat veel cijfermateriaal, een serieus boek over dat onderwerp, en dat boek kan aan bod komen in zowel de kwaliteitskranten als in de vrouwenbladen en de meer populaire bladen. Dus die benaderen we dan ook, absoluut. Bij de pers kijken we als we een biografie hebben van een sportman, dan gaan we naar de sportbladen. Dat wordt titel per titel bekeken. Als we een boek over het orangisme hebben, dan kijken we zelfs ook naar royaltybladen. Dus het wordt per titel bekeken welk beeld het moet uitstralen? Ja. Maar in zijn algemeenheid krijg je die uitstraling in de eerste plaats toch ook door de kwaliteit die je brengt en de successen die je haalt. Want de naamsbekendheid van De

162 bezige Bij, de uitgeverij voor de man in de straat, dat is het boek van Stefan Hertmans dat ze gelezen hebben, of Hugo Claus, het is uiteindelijk de naam van de auteur die ze kennen. Maar wat we verder doen is adverteren. We hebben betaalde advertenties op pagina 1 van De Standaard. Vroeger deden we dat ook in De Standaard en De Morgen, daar zijn we een tijdje mee gestopt. Nu zijn we daar terug mee begonnen, dat is ook een manier om bekendheid te verwerven bij het publiek. Verder doen we ook activiteiten. Dat kan zijn bijvoorbeeld met Jonathan Holslag een avond bij weekblad Knack. We spreken zelf media aan voor interviews met buitenlandse auteurs in Londen of Parijs. We zijn actief bij festivals waar onze auteurs optreden. Het is dus een combinatie van activiteiten die je hebt voor die uitstraling. En heb je het idee dat dit beeld van kwalitatief hoogstaand ook overkomt bij het publiek en de media? Ik denk dat wel. En ik moet eerlijk toegeven dat de uitgeverij daarvoor wel teert op de goede naam en faam van De Bezige Bij Amsterdam die natuurlijk veel langer, bijna zeventig jaar, bestaan en waar zoveel Vlaamse Nederlandse en buitenlandse auteurs in de loop van die jaren gepasseerd zijn. De Bezige Bij heeft grote naamsbekendheid, ook in Vlaanderen en daar kunnen wij in feite gebruik van maken. Het is dan ook heel dankbaar voor ons om dat te doen, dan dat wij met een nieuwe naam zouden moeten beginnen. Het is heel moeilijk om die naamsbekendheid te krijgen. Weet je of er ook kritiekpunten vanuit de media zijn op de uitgeverij en het beeld dat de uitgeverij uitstraalt? Dat is een moeilijke. Vanuit de media denk ik dat dat nogal meevalt. Er zullen natuurlijk altijd recensenten zijn die zullen vinden dat de romans die wij uitgeven helemaal niets zijn, dat het niets serieus is, maar dat ligt dan wellicht meer aan die man of vrouw dan aan ons. Verder bij de pers, ik denk dat het met het uitgavenbeleid op zich nog best meevalt. Dat ze wel vinden dat we op de goede weg zijn, dat we goed bezig zijn. Het kan zijn dat er negatieve berichten leven bij auteurs, omdat hun boek niet gepubliceerd wordt of te laat gepubliceerd wordt of omdat het niet aan het buitenland verkocht geraakt. Het kan dat daar enige ontevredenheid over zit, maar daar heb ik niet zo'n zicht op. Maar bij pers en media denk ik dat het wel mee valt. Je moet natuurlijk zelf ook op een verstandige manier met de media omgaan, daar hangt het ook wel van af. Je moet in de eerste plaats ze alle redactionele vrijheid geven, dat respect is volgens mij heel belangrijk. Dat ze niet het gevoel krijgen dat ze gepusht worden en achterna gezeten

163 worden door de uitgeverij, dat is zeker heel belangrijk. Maar voor wat het aanbod betreft denk ik dat ze De Bezige Bij wel goed vinden. Heb je het idee dat de uitgeverij ook echt als Vlaams wordt gezien? In Vlaanderen wordt het zeker als Vlaams gezien. Het feit dat er De Bezige Bij staat doet mensen nog niet meteen denken dat we een Nederlandse uitgeverij zijn, omdat auteurs toch meestal Vlamingen zijn. Dat bepaalt meer dat het een Vlaamse uitgeverij is. Maar toch weten niet veel mensen dat er een verschil is tussen Antwerpen en Amsterdam. Dat beeld zou in Nederland kunnen heersen, maar in Vlaanderen eigenlijk niet. En ik vind het op zich ook helemaal niet zo erg als ze bij De Bezige Bij Antwerpen meteen aan de Nederlandse uitgeverij denken, dat vind ik niet zo'n probleem eigenlijk. Dat was natuurlijk ook het idee met de naam, dat de uitgeverij in Amsterdam Antwerpen versterkt. Als het maar een goede gedachte is, mag dat gecombineerd worden. Want was er bij het begin dat de naam gevoerd werd nog kritiek op de naam? Intern? Nee, dat was eigenlijk vrij gemakkelijk. Er zat natuurlijk binnen het concern ook wel Manteau in, maar uitgeverij Manteau had een heel ander uitgavenbeleid, dus het was al vrij duidelijk dat dat twee verschillende uitgeverijen waren en dat de ene meer aanleunde bij De Bezige Bij in Nederland en bij het profiel van die uitgeverij. Daar was niet veel discussie over. Heb je het idee dat de uitgeverij, nu het in een apart gebouw zit van WPG, dat dat ook invloed heeft gehad? De plek is belangrijk. Daar kun je van alles over zeggen, maar volgens mij is het vooral een pluspunt dat je dedicated personeel hebt. Dus dat en de productie en verkoop en promotie en redactie, dat die mensen een ploeg vormen en voor één huis werken. Dat versterkt elkaar. Dat houdt ook in dat de connecties tussen die verschillende afdelingen heel kort zijn, dat je snel kunt overleggen en dat je echt het gevoel hebt dat de neuzen in dezelfde richting staan. Dat je allemaal bezig bent met hetzelfde doel en dat je geniet van het succes en samen ongelukkig bent over de dingen die niet lukken. Dat vind ik het belangrijkste punt, zeker voor intern. En voor de buitenwereld is het ook simpeler dat je kunt zeggen: dit is De bezige Bij. Dat maakt het voor mensen makkelijker om binnen te komen, omdat het hun uitgeverij is, en voor de mensen buiten dat het die uitgeverij is en er niet nog allerlei andere uitgeverijen zijn. Dat vind ik wel. Gaat het ook lastiger worden als de uitgeverij weer teruggaat naar het WPG pand?

164 Dat weet ik niet, maar ik zou wel heel graag hebben, dat vind ik wel een vereiste, dat het personeel verbonden blijft aan de uitgeverij en dat die samen op één plek zitten. Dus dat de promotie nog steeds heel snel met redactie kan overleggen, weet wat er speelt en inbreng kan hebben. Dat vind ik in ieder geval een vooruitgang ten opzichte van de situatie vroeger bij WPG. Hoeveel medewerkers zijn er nu precies bij de uitgeverij? We zijn met drie vasten op de redactie, we zijn met 2 op de promotie, er is 1 iemand verkoop, 1 iemand productie en dan is er nog de verkoopverantwoordelijke maar dat is geen voltijdse functie. Dat is denk ik 20%. Dat zal het ongeveer zijn. Is dat genoeg denk je? Een aantal taken worden door Nederland overgenomen, en een aantal door WPG België. Administratie- en personeelszaken zit bijvoorbeeld bij WPG. Maar verkoop binnendienst gebeurt veel in Amsterdam. Maar jullie doen dan met twee mensen de promotie voor alle boeken? Ja, wij moeten ook heel hard werken. Het is inderdaad heel veel werk voor al die auteurs en al die titels. Wij hebben vorig jaar onze secretaresse moeten afstaan, die is weggevallen ook door het verdwijnen van Ludion. Maar ik zou graag secretariële ondersteuning hebben, omdat een aantal administratieve en uitvoerende taken door een secretariaat of eventueel een jong promotiemedewerker zou kunnen worden uitgevoerd. Het opsturen van recensie-exemplaren, drukproeven enzovoort, daar verlies ik te veel tijd mee. Heb je ook het idee dat je, door alle boeken te moeten promoten, niet gespecialiseerd genoeg bent? Dat je dat mist? Inderdaad, als je enkel Angelsaksische literatuur moet doen, dan weet je bij welke specialisten je moet zijn, welke boekhandels en zo verder. Voor de literatuur is dat allemaal nog te behappen, maar als je non-fictie doet en je hebt er een voetbalboek tussen of iets over de financiële crisis of het ontstaan van België, dat zijn altijd andere journalisten en media die je daarvoor moet aanspreken, dus dat is elke keer weer zoeken bij wie we moeten zijn. En dat wil ook zeggen dat je het hele jaar lang continu de media zelf moet volgen, anders weet je dat niet. Wij komen nu met een heel interessant boek over de schatten van Afrika, dan moet ik meteen weten wie de Afrikakenners zijn bij de bladen. Dat kan ik alleen weten doordat ik dat zelf allemaal volg en die kranten lees. Maar dan mogen die redacteuren bij die kranten niet te vaak veranderen, anders

165 wordt dat helemaal moeilijk. Dat is wel moeilijk inderdaad. Maar dat zijn wij nu wel gewend natuurlijk, we zijn daar ook op ingesteld. Wat ik veel lastiger vind is als er niets met die boeken gebeurd. Daar moeten we extra tijd en energie in gaan steken en die tijd hebben we niet omdat we dan alweer met de volgende boeken bezig zijn. Dat is wel een lastige. Die boeken verdwijnen dan heel snel, dat is wel heel lastig. Heb je het idee dat als dat verbetert, het beeld dat de uitgeverij uitstraalt kan verbeteren? Ja, uiteraard. Het is niet alleen om mijn werk te verlichten, maar dat zou het nog beter kunnen maken. Alhoewel, ik mag niet te veel klagen over de aandacht van De Bezige Bij. Mijn klacht gaat meer over het feit in het algemeen dat er minder aandacht uitgaat naar boeken. Dus als we iets meer mankracht hadden zouden we daar intensiever op kunnen inzetten, het meer opvolgen en ook de persoonlijke contacten met journalisten beter onderhouden. Maar belangrijker is natuurlijk ook nog de e-marketing waar we meer mee zouden kunnen doen. Ook hebben we special sales wat aan belang wint, verkoopacties met boeken in samenwerking met media, dus met weekbladen of dagbladen. Die winnen ook aan belang, niet alleen voor de verkoop zelf maar ook voor de naamsbekendheid van de auteurs. Daar zouden we ook meer op kunnen doen. Heb je het idee dat de gereglementeerde boekenprijs nog van invloed gaat zijn op de promotie? Die vaste prijs komt 15 of 20 jaar te laat vind ik. We hebben zo lang in die situatie gezeten dat er geen vaste boekenprijs was en al bij al vind ik dat dat in Vlaanderen nog wel meevalt. We hebben daar ons evenwicht wel in gevonden. Uiteraard wordt de boekhandel geconfronteerd met een supermarkt waar tien bestsellers staan die met korting verkocht worden, maar dat is nu al zo lang aan de hand, volgens mij zit daar de grote vijand van de boekhandel niet. Volgens mij moet de boekhandel zich veel meer naar de toekomst richten en zich gewoon afvragen 'wat is mijn toekomst als mensen alleen nog e-books lezen?' want dan hebben mensen de boekhandels niet meer nodig. Dat is een vraag waar hij zich mee moet bezighouden. Hoe kan ik mijzelf nog een rol toewensen en een functie geven? En die vaste boekenprijs, er zijn weleens vreemde acties geweest dat een boek verschijnt en aan de boekhandels wordt uitgeleverd voor een prijs van twintig euro, weleens in een tijdschrift voor €7,50 op hetzelfde moment verkocht wordt. Dat zijn hele vervelende dingen, want dan raakt die boekhandel zijn boeken niet meer kwijt. Maar al bij al valt dat ook wel mee, daar wordt niet mee

166 overdreven. Ik heb de tijd nog meegemaakt dat de Fnac naar België kwam. Die verkochten alle boeken met 10, 15, 20% korting. Toen die naar Brussel en Antwerpen kwam stond het hele boekenvak op zijn achterste poten, wat moesten we doen tegen zo'n keten? Uiteindelijk zijn er een aantal boekhandels gesloten, maar als je het over al die jaren kijkt zijn er ten gevolge van de komst van de Fnac zo'n 2 of drie winkels gesloten, viel het echt wel mee. En wat zie je ondertussen? Dat Fnac ook heel anders omgaat met zijn prijzen, want die willen er natuurlijk ook aan verdienen. Die geven op sommige boeken nu nog wel korting, een groene prijs, maar dat is niet meer op het hele bestand. De prijs op zich is dus van minder belang. Jullie kunnen nu dus ook niet ineens minder grote kortingen geven met acties bijvoorbeeld? Nee. Voor mij is het natuurlijk wel goed dat die vaste prijs er komt, maar het is zo'n vijftien jaar te laat. Als je naar de toekomst kijk, wat denk je dan zelf wat er gebeurt? Naar de verre toekomst? Dan ben ik een beetje bang. Ik maak mij ongerust, omdat ik benieuwd ben wat er met de literatuur gaat gebeuren, echt met de fictie. Het is bijna niet voor te stellen dat dat genre gaat verdwijnen, het bestaat nog maar enkele honderden jaren dus het zal wel doorgaan, maar er staat wel iets te veranderen. Het aantal lezers voor de serieuze literatuur neemt af, daar doet het onderwijs absoluut geen goed aan. Maar ook, waar kopen wij onze boeken, hoe gaan ze eruit zien, kopen wij nog fysieke boeken? Dat zal allemaal gaan verminderen. Dan lezen wij digitaal en hoeven wij ook niet meer naar een winkel te gaan. Zo'n winkel, wat wordt dat? Als je vergelijkt, de kledingindustrie, je hebt grote concerns die goedkoop kleding verkopen en waardoor je elke twee weken een nieuwe mode hebt en daar aan mee kunt doen, maar dan zie je in de marge een aantal sterke merken die blijven bestaan. En in de marge daarvan zie je hele leuke winkels ontstaan die een paar kleren hebben van kleine ateliertjes, waar je dan ook cadeaus kunt kopen en koffie en zo. Dat is heel leuk, daar ga ik zelf heel graag naartoe, maar blijft dat bestaan? Dat vormt nu een tegenwicht tegen die grote, maar ja. En ook die boekhandels, die proberen nu een koffiehoek, een goede selectie, een aangename winkel, activiteiten, auteurs die op bezoek komen en zo, boekhandelaars die het fonds kennen, die persoonlijke service geven. Maar hebben ze dan voldoende omzet, is dat commercieel genoeg? Dat vraag ik mij af. Maar je hebt wel het idee dat boekhandels steeds commerciëler moeten om de

167 boeken erbij te kunnen houden? Nee, ze moeten zich specialiseren in iets. Ze moeten hun specialiteit hebben en hun kennis. Ze moeten weten wat voor publiek ze willen aantrekken en verkopen ze er dan nog andere dingen bij die dat aanvullen en voor dat publiek interessant zijn, dan is dat goed. Dan heb ik het over de kleine zelfstandige winkels. Maar los daarvan heb je natuurlijk de grotere winkels waar ze ook kranten en tijdschriften verkopen die ook achteruit gaan. Er zijn heel veel van die winkels in Vlaanderen al gesloten en de verkoop van de tijdschriften gaat ook achteruit. Dvd's, cd's gaat ook achteruit, wie koopt dat nu nog van de jonge mensen? Nog niemand. Dus die moeten zoeken om er nog dingen aan toe te voegen, en dat is dan wat meer breder commercieel waarschijnlijk. IK gun het ze allemaal, want een leuke boekhandel is fijn. Als ik in een stad ben is het eerste wat ik doe naar de boekhandel gaan en kijken wat ze verkopen, hoe ze het presenteren. Maar of dat allemaal nog rendabel blijft? Dat is toch de vraag. Wij als uitgeverij zullen ons daar veel meer op moeten toeleggen, op het e-book en de verspreiding van het e-book en die boekhandel zal daar ook serieus over moeten nadenken, wat voor winkel ze willen zijn. De steden zijn ook zo aan het veranderen. Kijk maar naar het succes van Zalando. Ik ben benieuwd hoe lang we nog gratis alles kunnen retourneren. Maar anderzijds, shoppen vinden mensen nog altijd heel leuk. Maar als je dan leest dat een boek van Rutger Bregman alleen via e-book gratis verspreid gaat worden, dat kan eenmalig, dat kan niet blijven duren, maar dat is wel verontrustend, dat ze geen uitgeverij meer nodig hebben om publiek te krijgen. En de toekomst van de Bezige Bij Antwerpen, hoe zie je die? Natuurlijk dat jullie nog honderd jaar bestaan? Nee, dat gaat niet gebeuren, dat kan ik wel zeggen. Maar als je vraagt over 5 jaar, dan zal het er al heel anders uit zien. We gaan dan denk ik al veel meer e-books uitgeven die alleen als e-book uitgegeven worden en niet meer als fysiek boek. Het fysiek boek zal een stuk duurder zijn, maar dat zal er ook heel mooi uit zien. Een gebonden boek waarschijnlijk. Zal daar ook de kracht van De bezige bij Antwerpen liggen? Dat hoop ik wel, dat onze auteurs dan de opiniemakers zijn, de leidende opiniërende figuren. En of dat dan op het gebied van fictie is of non-fictie, maar dat die in ons fonds zitten. Dat hoop ik dan wel. En dat er gezegd wordt dat De Bezige Bij Antwerpen de mooie boeken uitgeeft?

168 Ja, en dat die het publiek verrassen, dat hoop ik wel ja. Als je dan zo'n jubileum ziet als dat van De Bezige Bij, zo'n 70 jaar. Denk je dat dat nog haalbaar is nu? Nee, dat durf ik niet te stellen. De uitgeverij zoals het nu is alleszins niet meer. Maar blijft er een organisatie bestaan die waakt over het intellectuele denkgoed? Ja dat denk ik wel. De vorm zal alleen helemaal anders zijn. Is de uitgeverij er klaar voor om richting e-books te gaan? Daar zijn we te weinig mee bezig denk ik, omdat we te veel in beslag genomen worden door het boek van vandaag. De strategie en de toekomst zouden iets meer aandacht mogen krijgen. Maar het is ook niet evident, er is ook niemand in bladen of tijdschriften die weet hoe het gaat worden. Het is allemaal nog afwachten. In Vlaanderen is het met e- books minder dan in Nederland, maar ga op vakantie en je ziet dat het veranderd. Ik heb de gewoonte dat, als ik iemand een boek zie lezen, ik kijk welk boek dat is en of het van ons is. Je maakt een inschatting van wat voor iemand dat is, maar door dat digitale lezen kan ik dat niet meer zien. Dan moet je blij zijn dat ze nog zitten te lezen. Als je op de tram of de trein zit heeft iedereen een toestel vast, maar ze lezen geen boek. Ze doen spelletjes of lezen de krant of sms'en. Is dat ook het probleem van het publiek op dit moment? Ja, dat vind ik wel. Het gaat allemaal veel te snel. Ook al die kritieken die er nu komen op de Gazaoorlog en zo, dat gaat veel te snel, dat vind ik niet goed. Het zou beter zijn als het wat meer doordacht is. Maar aan de andere kant komt zo het nieuws ook heel snel bij ons en weten we dingen veel sneller. Dat is ook wel zo. Kun je je dan als uitgeverij niet veel meer op korte verhalen focussen? Dat is wel een idee, maar tot nu toe verkoopt dat niet goed. Voor die tien minuten dat je in de trein zit? Goede suggestie. De Bezige Bij heeft een app met korte verhalen, waarmee je die kunt lezen in de korte tij dat je in de tram zit. Dat gebruiken wij eigenlijk niet. Ik heb het er met hen ook nog niet over gehad eigenlijk. Maar dat kan een manier zijn. Denk je dat mensen ook gewoon niet kunnen kiezen? Dat je met een e-reader kunt kiezen of je het uiteindelijk leest of niet, vooral als je het gratis kunt krijgen? Met een boek moet je echt een investering doen natuurlijk. Ja, dat is ook waar. Maar er zijn ook veel mensen die boeken kopen zonder dat ze het lezen. Dus dat die €20,- voor een boek dan uiteindelijk ook niet meer teruggezien wordt.

169 Maar als je het betaalt, kun je een e-book maar een keer lezen. Maar de uitgeverij geeft dus kwalitatief hoogstaande werken uit en dat is over vijf jaar nog steeds zo? Ja, ja dat zeker. Dan staat de uitgeverij er wel stevig voor. Ja, dat vind ik wel. Dat heeft er natuurlijk mee te maken dat we een dochter zijn van De Bij Amsterdam. Ja, dat denk ik wel. Maar het zal er wel anders uit zien. Hebben zij eigenlijk ook alleen maar kwalitatief hoogstaande boeken, of heb je weleens het idee dat een boek van hen niet bij de uitgeverij past? Nee, zij maken ook onderscheid met hun imprints natuurlijk. Cargo was voor de goodreads en de thrillers, dus daardoor kunnen zij een ander segment toch bedienen. Het kan zo perfect naast elkaar bestaan. Maar dat ze er niet bij passen, nee dat heb ik niet. Ik heb alleen dat er soms boeken zijn waar in Vlaanderen minder belangstelling voor is. En dat is niet eens zozeer dan een literair boek, want neem nu Jan Siebelink Knielen op een bed violen, dat is een boek dat op het eerste gezicht qua thematiek voor Vlaanderen helemaal niet geschikt is, maar dat was een heel goed boek. Het was een universeel boek en waar dat nu precies over gaat, dat maakt dan niet uit. Dus bij de literatuur, ook boeken over Nederlands-Indië van Adriaan van Dis, dat werd ook gelezen. Als die boeken goed zijn, bestaat de grens in feite niet. En bijvoorbeeld Thomas Ross, dat is een thrillerschrijver die vanuit een waar gebeurt feit in Nederland schrijft, dat is hier lastiger. Maar hier zijn ook thrillerschrijvers die over Vlaamse toestanden schrijven. Maar de visie die het uitstraalt past wel dus. Ja, nee natuurlijk. Er is ook niemand die ons dan verplicht dat aan de man te brengen. Wij proberen dat en als het niet lukt, jammer. Beetje respect voor elkaars lezerspubliek. Wat dat betreft is het lezerspubliek in Vlaanderen en Nederland wel echt anders. Ja, het is inderdaad anders. Kijk naar dat succes van die vrouwelijke thrillerschrijvers, Esther Verhoef en wie zijn dat allemaal, wij hebben Pieter Aspe, maar dat wordt toch anders gelezen. Net als bundelingen van columns, die typische kassaboekjes. Dat verkoopt bij ons niet. Er zijn ook niet echt Nederlanders die expres in Vlaanderen uitgeven hè? Dat is heel uitzonderlijk. Bij ons is dat Jeroen van Rooij, en Marc Reugebrink, maar die woont al vijftien jaar in Vlaanderen ondertussen. Maar nee, verder was dat het. Dat heeft

170 er dan mee te maken dat ze hier wonen of werken. Je hebt wel Ivo Victoria, die als Vlaming in Nederland toch weer in Antwerpen gaat uitgeven, maar verder niet. Maar ja, je hebt in Nederland vijftien miljoen mensen en in Vlaanderen vijf miljoen, de afzetmarkt in Nederland is veel groter. Daarom zijn er in de jaren zeventig en tachtig veel Vlamingen met opzet naar Nederland vertrokken. Buiten Manteau waren hier niet veel uitgeverijen, dus die gingen met opzet naar Nederland. Manteau was jarenlang de uitgeverij. Daarnaast had je wel enkele kleine, maar die waren ideologisch heel zwaar katholiek, geen algemene uitgeverij. Manteau was niet zo zuilgebonden. Voor de rest, de anderen die je toen had waren voornamelijk non-fictie-uitgeverijen, zoals Lannoo en het Davidsfonds. Maar ook die waren soms wel zuilgebonden.

171 Bijlage 3. Overzicht van uitgevoerde fondsanalyse

2011/1 2011/2 2011/3 2012/1 2012/2 2012/3 2013/1 2013/ 2013/3 2014/1 2014/2 2014/3 2 Totaal 28 23 20 19 24 26 22 24 28 22 24 27 aantal boeken Nederlandse 7 7 7 8 8 8 6 7 4 4 3 4 fictie Vertaalde 1 0 0 3 1 1 2 2 3 2 2 10 fictie Poëzie 4 3 2 1 1 1 1 1 2 2 1 1 Non-fictie - totaal 14 9 9 5 13 11 10 11 14 12 15 11 - algemeen 12 5 9 5 8 8 8 10 12 11 15 10 - biografie 2 4 0 0 5 3 2 1 2 1 0 1 Overig 2 4 2 2 1 5 3 3 5 2 3 1 - soort tekst film Film Strip Essay Theater Essay Interview Strip Strip (3) Theater Essay essay toneel Toneel Essay Strip Strip (2) (2) Essay (2) Strip Theater Essay (2) Foto Brieven Debuut 1 0 2 2 0 2 2 0 3 1 0 1 - genre Poëzie Poëzie Vertaald Nederland Vertaald Vertaald Vertaal Vertaald Nederland Nederland s Nederland (2) d s s s Nederland s Herdruk 2 4 1 3 2 4 0 2 5 4 1 7 - genre Nederlan Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Non- Non-fictie Non- Vertaal Vertaald ds s (2) s s s s (3) fictie fictie d (6) Overig (2) Non-fictie Non-fictie Non-fictie Overig Nederland (2) s

172 Bijlage 4. Interviews met boekhandelaren over De Bezige Bij Antwerpen

Om toch te kunnen schetsen welk beeld de boekhandel heeft van de uitgeverij, zijn enkele korte vragen gesteld aan een selectie van Nederlandse en Vlaamse boekhandelaren. Deze selectie is gemaakt op basis van een eerder onderzoek dat is uitgevoerd gedurende een publiciteitsstage bij De Bezige Bij Antwerpen. Voor dit onderzoek naar de nieuwsbrief van de uitgeverij heeft de vertegenwoordiger een breed scala aan Vlaamse boekhandelaren uitgekozen, om op die manier een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de Vlaamse boekenmarkt. Deze Vlaamse boekhandelaren zijn voor dit onderzoek opnieuw benaderd. De verkoopafdeling van De Bezige Bij Amsterdam heeft hulp verleend bij het kiezen van een breed scala Nederlandse boekhandelaren, met daarin zowel zelfstandige boekhandels als boekhandels die onderdeel zijn van een keten. Tevens is via Linkedin een oproep gedaan aan alle Nederlandse boekhandelaren. In totaal hebben vijf Vlaamse en zeven Nederlandse boekhandelaren hun medewerking verleend aan dit onderzoek. Zij hebben per e-mail, telefoon of in persoon antwoord gegeven. De manier van ondervragen heeft geen invloed gehad op de gestelde vragen: iedere boekhandelaar heeft dezelfde vragen gekregen. De boekhandelaren die in persoon of per telefoon zijn ondervraagd, zijn met een asterisk(*) aangegeven.

Boekhandelaar van boekhandel De Zondvloed, Mechelen en Roeselare.* Wat is uw beeld van De Bezige Bij Antwerpen? Wat voor soort uitgeverij vindt u het bijvoorbeeld? Bij de Bezige Bij Antwerpen denk ik direct aan Harold Polis. Hij runt een degelijke, goede uitgeverij. Wel vind ik het verwarrend dat ze niet samen zijn met Amsterdam, die splitsing tussen een Vlaamse en een Nederlandse Bij heb ik altijd verwarrend gevonden. Als u in 5 steekwoorden zou moeten aangeven waar u aan denkt bij De Bezige Bij Antwerpen, welke woorden komen dan het eerst in u op? Degelijk, kwaliteit, moeilijke boeken, boeken met durf, zeer verzorgd Noem de eerste 5 boeken/auteurs van De Bezige Bij Antwerpen die u te binnen schieten. Hierbij denk ik meteen aan Jeroen Theunissen en Ruth Lasters, 2 persoonlijke vrienden. Verder Miavoye van Koen Peeters David Nolens. Ook Eric Mins De eeuw van Brussel vind

173 ik typisch iets voor De Bezige Bij Antwerpen. Wat vindt u van het uiterlijk en de inhoud van de boeken van De Bezige Bij Antwerpen? Qua uiterlijk zou ik zeggen verzorgd, maar voor een groot publiek wellicht niet de beste covers. Wel zijn de covers erg mooi. Ik ken de ontwerper van de uitgeverij toevallig, en ik moet zeggen: de ontwerpers van de uitgeverij zijn halve kunstenaars. Qua inhoud zou ik ook de kwaliteit noemen. Koopt u boeken in van De Bezige Bij Antwerpen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? De boeken van De Bezige Bij, zowel Amsterdam als Antwerpen, koop ik blindelings. De naam is een kwaliteitslabel, dat zegt genoeg. Zelfs de non-fictie, ook de Vlaams- nationalistische boeken zijn altijd de moeite waard. Koopt u boeken in van andere Vlaamse uitgeverijen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Ja, maar niet blindelings. Wij zijn een literaire uitgeverij en De Bezige Bij Antwerpen is de enige literaire uitgeverij in Vlaanderen. Bij de rest moet ik dus kijken wat goed genoeg is voor ons. Troep, zoals kookboeken en zelfhulpboeken, koop ik niet. Is het u opgevallen dat enkele boeken van De Bezige Bij Antwerpen sinds kort ook in de aanbiedingsbrochure van De Bezige Bij staan? En zo ja, wat vindt u hiervan? Ja dit is mij opgevallen. Ik loop samen met de vertegenwoordiger van de uitgeverij de aanbiedingen door. Zij stipt dit vaak even aan. Ik vind het echter vrij verwarrend en onnodig.

Boekhandelaar van boekhandel Limerick, Gent. Wat is uw beeld van De Bezige Bij Antwerpen? Wat voor soort uitgeverij vindt u het bijvoorbeeld? Dat De Bezige Bij Antwerpen het enige literatuurhuis in Vlaanderen is. Daarmee bedoel ik dat De Bezige Bij Antwerpen als enige uitgeverij in Vlaanderen echt nog de kaart trekt van literatuur en investeert in jong talent. Voor mij staan ze dus voor kwaliteit. Als u in 5 steekwoorden zou moeten aangeven waar u aan denkt bij De Bezige Bij Antwerpen, welke woorden komen dan het eerst in u op? Kwaliteit. Literatuur. Talent. Risico. Verzorgd. Noem de eerste 5 boeken/auteurs van De Bezige Bij Antwerpen die u te binnen

174 schieten. Ann de Craemer - kwikzilver, Joost Vandecasteele - Vel, Bart van Loo, Ann Mertens - Tot Later, Carmien Michiels - Als water Wat vindt u van het uiterlijk en de inhoud van de boeken van De Bezige Bij Antwerpen? Het is duidelijk dat De Bezige Bij Antwerpen veel aandacht besteed aan de vormgeving van de boeken. Dat resulteert dan ook in mooie covers die mogen gezien zijn. Inhoudelijk gezien is De Bezige Bij Antwerpen één van de beste uitgeverijen binnen de literatuur. Ze kiezen steevast voor kwaliteit en niet voor boeken die gegarandeerd succesvol zullen zijn zoals de boeken van Jeroen Meus. Koopt u boeken in van De Bezige Bij Antwerpen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Ja. Wij focussen ons voornamelijk op Literatuur en Non-Fictie. Van De Bezige Bij Antwerpen wordt dan ook de meeste titels ingekocht. Koopt u boeken in van andere Vlaamse uitgeverijen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Ja. Wij focussen ons voornamelijk op Literatuur en Non-Fictie en deze titels kopen wij in. De Kookboeken, zelfhulpboeken, hobbyboeken laten we aan ons voorbij gaan. Is het u opgevallen dat enkele boeken van De Bezige Bij Antwerpen sinds kort ook in de aanbiedingsbrochure van De Bezige Bij staan? En zo ja, wat vindt u hiervan? Dat was me nog niet opgevallen. Dit heeft eerder te maken dat er reeds verschillende Vlaamse auteurs bij het fonds van DBB Amsterdam zitten en het dan ook minder opvallend is als er Vlaamse Auteurs van het fonds Antwerpen ook in aanbiedingsbrochure van DBB staan.

Verantwoordelijke voor de centrale inkoop van boekhandel Fnac.* Wat is uw beeld van De Bezige Bij Antwerpen? Wat voor soort uitgeverij vindt u het bijvoorbeeld? Een uitgeverij die graag het buitenbeentje wil zijn, die afhankelijk is van een grotere uitgeversgroep maar die graag onafhankelijk denkt. Dit vooral door de figuur van Harold Polis. Als u in 5 steekwoorden zou moeten aangeven waar u aan denkt bij De Bezige Bij Antwerpen, welke woorden komen dan het eerst in u op?

175 Vlaams, Polis, kwalitatieve non fictie, b-auteurs fictie, droge covers Noem de eerste 5 boeken/auteurs van De Bezige Bij Antwerpen die u te binnen schieten. Ford, Flanagan, Van Loy, Gerrewey, Norman Davis Wat vindt u van het uiterlijk en de inhoud van de boeken van De Bezige Bij Antwerpen? Mindere covers, auteurs die liever in Amsterdam uitgegeven zouden worden, saaier imago Koopt u boeken in van De Bezige Bij Antwerpen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Ja, omdat de marketing dienst er voor zorgt/zorgde dat de boeken de nodige aandacht krijgen/kregen. Omdat de kwaliteit van DBB Amsterdam afstraalde op de DBBA (Ammerlaan). Omdat enkele boeken (Ford, Flanagan) goed geacquireerd waren. Koopt u boeken in van andere Vlaamse uitgeverijen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Ja, als de boeken potentieel hebben koop ik ze in. Ik baseer me hiervoor op verschillende factoren, vooral op de naam van auteur en vroeger werk ervan. Mijn buikgevoel is mijn belangrijkste waardemeter. Is het u opgevallen dat enkele boeken van De Bezige Bij Antwerpen sinds kort ook in de aanbiedingsbrochure van De Bezige Bij staan? En zo ja, wat vindt u hiervan? De boeken hebben altijd in de aanbiedingsfolder van DDB A'dam gestaan, dit was eigenlijk een beetje vreemd en vond ik overbodig.

Boekhandelaar van boekhandel De Groene Waterman, Antwerpen. Wat is uw beeld van De Bezige Bij Antwerpen? Wat voor soort uitgeverij vindt u het bijvoorbeeld? Ik vind De Bezige Bij Antwerpen een zeer degelijke uitgeverij. Ze zijn erg sterk, en dan bedoel ik zowel op het vlak van de literatuur als hun non-fictie. Verder zijn alle goede Vlaamse auteurs werkzaam bij De Bezige Bij Antwerpen, dat zal meewerken in waarom ze zo sterk zijn denk ik. Als u in 5 steekwoorden zou moeten aangeven waar u aan denkt bij De Bezige Bij Antwerpen, welke woorden komen dan het eerst in u op? Degelijk, goede Vlaamse auteurs, sterk, literatuur en non-fictie. Noem de eerste 5 boeken/auteurs van De Bezige Bij Antwerpen die u te binnen

176 schieten. Pascal Verbeken, Maarten Inghels, Het land dat nooit was, Jeroen Theunissen en Jeroen Olyslaegers. Wat vindt u van het uiterlijk en de inhoud van de boeken van De Bezige Bij Antwerpen? De boeken zijn altijd erg interessant, zowel qua inhoud als qua uiterlijk. De uitgeverij weet er altijd weer iets van te maken. Ook de auteurs hebben altijd wel iets te zeggen en zijn dus ook zeer interessant eigenlijk. Koopt u boeken in van De Bezige Bij Antwerpen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Ja, maar dit is volledig afhankelijk van de inhoud van de boeken en de auteur van het boek. Zoals gezegd zijn de boeken van De Bezige Bij Antwerpen vrijwel altijd interessant qua inhoud, dus wat dat betreft zit het wel goed. En de beste Vlaamse auteurs zitten bij De Bezige Bij Antwerpen, dus ook wat betreft auteurs hebben ze niets te klagen. We kopen dan ook veel in van de uitgeverij. Koopt u boeken in van andere Vlaamse uitgeverijen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Ja, en ook hier kijken we naar de inhoud en de auteur. Is het u opgevallen dat enkele boeken van De Bezige Bij Antwerpen sinds kort ook in de aanbiedingsbrochure van De Bezige Bij staan? En zo ja, wat vindt u hiervan? Nee, dit was me eigenlijk nog niet opgevallen.

Verantwoordelijke voor de centrale inkoop bij Standaard Boekhandel. Wat is uw beeld van De Bezige Bij Antwerpen? Wat voor soort uitgeverij vindt u het bijvoorbeeld? Een degelijke uitgeverij die niet enkel gaat voor toppers, maar ook de kwalitatief betere boeken een kans geeft Als u in 5 steekwoorden zou moeten aangeven waar u aan denkt bij De Bezige Bij Antwerpen, welke woorden komen dan het eerst in u op? Verzorgde uitgaven, kwaliteit, goede promotie/marketing, lef, onmisbaar in het aanbod. Noem de eerste 5 boeken/auteurs van De Bezige Bij Antwerpen die u te binnen schieten. Dirk Draulans, Jan Van Loy, Bart Van Loo, Amélie Nothomb, Ivo Victoria.

177 Wat vindt u van het uiterlijk en de inhoud van de boeken van De Bezige Bij Antwerpen? De boeken zijn kwalitatief beter dan andere boeken en zien er verzorgd uit. Koopt u boeken in van De Bezige Bij Antwerpen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Jazeker kopen we boeken van De Bezige Bij Antwerpen in. We baseren ons hierbij vooral op de inhoud en het feit dat de boeken van eigen bodem zijn. Media-aandacht is hierbij ook belangrijk. Ten slotte kijken we ook naar vertalingen van boeken die in het buitenland reeds goed scoorden. Koopt u boeken in van andere Vlaamse uitgeverijen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Eigenlijk kijken we naar de andere Vlaamse uitgeverijen op eenzelfde manier als naar De Bezige Bij Antwerpen. Dus hier is ook de inhoud, eigen bodem, goed scorende vertalingen en media-aandacht iets waar we onze keuze op baseren. Is het u opgevallen dat enkele boeken van De Bezige Bij Antwerpen sinds kort ook in de aanbiedingsbrochure van De Bezige Bij staan? En zo ja, wat vindt u hiervan? Ja, dit is me opgevallen. Ik vind het echter niet erg, literaire kruisbestuiving is nooit slecht.

Boekhandelaar van boekhandel Osinga, Nunspeet. Wat is uw beeld van De Bezige Bij Antwerpen? Wat voor soort uitgeverij vindt u het bijvoorbeeld? Het is een echt Vlaamse uitgeverij, waar wij eigenlijk niet veel mee kunnen. De boeken worden ook vaak samen gepresenteerd met De Bezige Bij Nederland volgens mij, en daardoor heb ik niet echt een beeld van de uitgeverij. Als u in 5 steekwoorden zou moeten aangeven waar u aan denkt bij De Bezige Bij Antwerpen, welke woorden komen dan het eerst in u op? Hierbij denk ik dan vooral aan Vlaams. Noem de eerste 5 boeken/auteurs van De Bezige Bij Antwerpen die u te binnen schieten. Dat durf ik zo een twee drie niet te zeggen, er is zoveel overlap met De Bezige Bij Amsterdam dat ik die slecht uit elkaar kan houden. Wat vindt u van het uiterlijk en de inhoud van de boeken van De Bezige Bij

178 Antwerpen? Ook hier is weer zoveel overlap met De Bezige Bij Amsterdam dat ik niet echt een goed beeld heb welke boeken echt van De Bezige Bij Antwerpen zijn. Koopt u boeken in van De Bezige Bij Antwerpen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Ja, bij de aanbieding op de beurs. Dit gaat in samenwerking met de vertegenwoordiger. Koopt u boeken in van andere Vlaamse uitgeverijen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Ja, maar enkel als ze bijzonder zijn of een toevoeging zijn aan het assortiment. Is het u opgevallen dat enkele boeken van De Bezige Bij Antwerpen sinds kort ook in de aanbiedingsbrochure van De Bezige Bij staan? En zo ja, wat vindt u hiervan? Ik heb het inderdaad gezien en ik vind het een uitstekend plan. Hierdoor krijgen de boeken van de uitgeverij misschien wat meer aandacht.

Boekhandelaar van boekhandel v/h Van Gennep, Rotterdam. Wat is uw beeld van De Bezige Bij Antwerpen? Wat voor soort uitgeverij vindt u het bijvoorbeeld? Kwaliteit en met zorg uitgegeven, aandacht voor literatuur en kunst en geschiedenis. De uitgeverij is wel redelijk veel gericht op België dus ik koop slechts een deel van de boeken in. Dat is dan wel een mooie selectie. Als u in 5 steekwoorden zou moeten aangeven waar u aan denkt bij De Bezige Bij Antwerpen, welke woorden komen dan het eerst in u op? Kwaliteit, vormgeving, België, durf. Noem de eerste 5 boeken/auteurs van De Bezige Bij Antwerpen die u te binnen schieten. Kamagurka, Ivo Victoria, Jeroen Theunissen, Stijn Vranken, Het einde van de rode mens. Wat vindt u van het uiterlijk en de inhoud van de boeken van De Bezige Bij Antwerpen? De boeken zijn met zorg en aandacht uitgegeven. Vooral de non-fictie staat mij bij, bijvoorbeeld dat dikke gebonden boek over Berlijn. Dat zijn echt boeken die je in een boekhandel oppakt! Koopt u boeken in van De Bezige Bij Antwerpen en zo ja, waar baseert u deze keuze op?

179 Ja via de vertegenwoordiger van De Bezige Bij Amsterdam, Inky, kopen wij de boeken in. Deze keuze is voornamelijk gebaseerd op eerdere ervaringen. Ook zijn sommige boeken soms verrassend, dan kopen we ze ook in. Koopt u boeken in van andere Vlaamse uitgeverijen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Ja, met dezelfde redenen als hoe we De Bezige Bij Antwerpen selecteren. Is het u opgevallen dat enkele boeken van De Bezige Bij Antwerpen sinds kort ook in de aanbiedingsbrochure van De Bezige Bij staan? En zo ja, wat vindt u hiervan? Dat is me zeker opgevallen. Ik denk alleen niet dat het echt nodig is, ik bekeek beide catalogi sowieso al.

Boekhandelaar van boekhandel Scheltema, Amsterdam. Wat is uw beeld van De Bezige Bij Antwerpen? Wat voor soort uitgeverij vindt u het bijvoorbeeld? De uitgeverij is kwalitatief sterk, maar soms te Vlaams voor de Nederlandse markt. Als u in 5 steekwoorden zou moeten aangeven waar u aan denkt bij De Bezige Bij Antwerpen, welke woorden komen dan het eerst in u op? Kwaliteit, Vlaams maar ook zeer internationaal, Robert Ammerlaan, bestsellers, een groot geschiedenisfonds. Noem de eerste 5 boeken/auteurs van De Bezige Bij Antwerpen die u te binnen schieten. Christopher Clark – Slaapwandelaars, Norman Davies – Vergeten Koninkrijken, Jonathan Holslag – De kracht van het paradijs, Het einde van de rode mens, Max Hastings – En de hel brak los. Wat vindt u van het uiterlijk en de inhoud van de boeken van De Bezige Bij Antwerpen? Over het uiterlijk vind ik het lastig iets te zeggen. De auteurs en boeken die ik net noemde staan voor mij centraal voor het uiterlijk van de uitgeverij. De inhoud is altijd kwalitatief sterk, net als de vormgeving trouwens. Koopt u boeken in van De Bezige Bij Antwerpen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Jazeker, vooral de geschiedenisboeken. We hebben goede ervaringen met het geschiedenisfonds. Het gaat dus vooral om ervaringen van voorgaande jaren. De boeken

180 mogen niet té Vlaams zijn, zeker als het onderwerp niet aansluit bij de situatie in Nederland. Dit komt weleens voor in het geval van praktische handleidingen zoals bij sociale wetenschappen en dergelijke. Maar in de theorievorming is het vaak uitstekend. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Paul Verhaeghe en David van Reybrouck, dat zijn kritische en grondige auteurs! Koopt u boeken in van andere Vlaamse uitgeverijen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Ja, maar ook hier gaat het vooral op basis van vorige ervaringen. De boeken mogen echt niet te Vlaams zijn voor de Nederlanders. Is het u opgevallen dat enkele boeken van De Bezige Bij Antwerpen sinds kort ook in de aanbiedingsbrochure van De Bezige Bij staan? En zo ja, wat vindt u hiervan? Dit is me opgevallen, ik vind het eigenlijk wel prima.

Boekhandelaar van boekhandel Van der Velde, Groningen.* Wat is uw beeld van De Bezige Bij Antwerpen? Wat voor soort uitgeverij vindt u het bijvoorbeeld? Ik ben voornamelijk werkzaam op de afdeling non-fictie, met name geschiedenis, en daardoor kom ik eigenlijk weinig in aanraking met De Bezige Bij Antwerpen. Ik weet eigenlijk niet wat er uitkomt wat betreft fictie. Maar wat ik daarvan zie zijn het inhoudelijk goede boeken, erg dik ook. Ze verkopen vaak de wat duurdere boeken en vaak bijzondere boeken. Wat ik wel jammer vind is dat de hardbacks maar in kleine oplages uitkomen. De paperbacks zien er dan veel minder mooi uit. Als u in 5 steekwoorden zou moeten aangeven waar u aan denkt bij De Bezige Bij Antwerpen, welke woorden komen dan het eerst in u op? Mooi, groot, zorgvuldig, algemeen belangrijke titels die ertoe doen Noem de eerste 5 boeken/auteurs van De Bezige Bij Antwerpen die u te binnen schieten. Norman Davies, Christopher Clark, Michael Pye, Eric Min. Wat vindt u van het uiterlijk en de inhoud van de boeken van De Bezige Bij Antwerpen? De boeken zijn erg mooi, ook erg groot vaak. De inhoud valt eigenlijk nooit tegen, dat voldoet altijd aan de kwaliteiten. De hardbacks zijn wel vaak veel mooier dan de paperbacks.

181 Koopt u boeken in van De Bezige Bij Antwerpen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Jazeker, hierover hebben wij contact met de vertegenwoordiger. Zij raadt ons bepaalde boeken aan. Graag zou ik wel soms op basis van een leesexemplaar een beslissing maken, en die leesexemplaren zijn vaak niet mogelijk om aan te vragen. Koopt u boeken in van andere Vlaamse uitgeverijen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Ja, maar hoe dat gaat durf ik eigenlijk niet te zeggen. Is het u opgevallen dat enkele boeken van De Bezige Bij Antwerpen sinds kort ook in de aanbiedingsbrochure van De Bezige Bij staan? En zo ja, wat vindt u hiervan Hier heb ik eigenlijk niet op gelet.

Boekhandelaar van boekhandel Zwart op Wit, Amsterdam.* Wat is uw beeld van De Bezige Bij Antwerpen? Wat voor soort uitgeverij vindt u het bijvoorbeeld? Wij hebben zelden contact met De Bezige Bij Antwerpen. Al het contact gaat via De Bezige Bij Amsterdam. Dus mijn beeld is vooral hoe dat van Amsterdam gaat. Als u in 5 steekwoorden zou moeten aangeven waar u aan denkt bij De Bezige Bij Antwerpen, welke woorden komen dan het eerst in u op? Klein, overzichtelijk, selectief aanbod. Noem de eerste 5 boeken/auteurs van De Bezige Bij Antwerpen die u te binnen schieten. Richard Flanagan, IJzeren oogst, Simon, Biografie van een wereldstad, Weg met Eddy Belleguele. Wat vindt u van het uiterlijk en de inhoud van de boeken van De Bezige Bij Antwerpen? Over het uiterlijk vind ik het lastig iets te zeggen. Sommige covers vind ik aantrekkelijker dan anderen of ogen beter tussen andere boeken. De inhoud valt me wel op, dat zijn meestal wat zwaardere boeken. Luchtige romans worden volgens mij vaker in Amsterdam uitgegeven. De Bezige Bij Antwerpen heeft een kleien selectie van veelal gerenommeerde schrijvers of boeken over serieuzere onderwerpen. Koopt u boeken in van De Bezige Bij Antwerpen en zo ja, waar baseert u deze

182 keuze op? Ja. Deze keuze wordt gebaseerd op de catalogi opgestuurd vanuit De Bezige Bij. Vanuit daaruit maken we een selectie en daarbij denken we vooral aan wat interessant is voor onze vaste klanten. Als iemand iets achteraf besteld wat interessant klinkt, of een werkgever tipt het boek na een leesexemplaar, dan wordt deze ook ingekocht. Koopt u boeken in van andere Vlaamse uitgeverijen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Dat durf ik eigenlijk niet met zekerheid te zeggen. Is het u opgevallen dat enkele boeken van De Bezige Bij Antwerpen sinds kort ook in de aanbiedingsbrochure van De Bezige Bij staan? En zo ja, wat vindt u hiervan? Ja, zo komen wij in contact met de brochure van De Bezige Bij Antwerpen. Dit is zeer prettig gezien we veel brochures binnenkrijgen. Deze brochures zitten tenminste met zijn allen in één pakket, dan kunnen we alles in één keer behandelen.

Boekhandelaar van boekhandel De Nieuwe Boekerij, Zeist. Wat is uw beeld van De Bezige Bij Antwerpen? Wat voor soort uitgeverij vindt u het bijvoorbeeld? Ik heb het idee dat ze een mix uitgeven van romans, poëzie en non-fictie. Als u in 5 steekwoorden zou moeten aangeven waar u aan denkt bij De Bezige Bij Antwerpen, welke woorden komen dan het eerst in u op? Vlaams, serieus, paperbacks, geen vertalingen Noem de eerste 5 boeken/auteurs van De Bezige Bij Antwerpen die u te binnen schieten. Om eerlijk te zijn durf ik alleen Stijn Vranken te noemen. Wat vindt u van het uiterlijk en de inhoud van de boeken van De Bezige Bij Antwerpen? De kaften zijn vaak relatief serieus, maar over de inhoud durf ik niet zoveel te zeggen. Koopt u boeken in van De Bezige Bij Antwerpen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Onze boekhandel is klein en onafhankelijk. We kopen dus veelal in wat ‘bij ons past’ of veel aandacht heeft gekregen in de media. Een boek dat bijvoorbeeld in De Wereld Draait door voorbij komt zouden we dan ook zeker inkopen. Maar dit geldt ook voor de

183 Nederlandse uitgeverijen. Koopt u boeken in van andere Vlaamse uitgeverijen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Dit is eigenlijk hetzelfde als voor De Bezige Bij Antwerpen, het is afhankelijk van wat bij ons past en of het aandacht krijgt. Is het u opgevallen dat enkele boeken van De Bezige Bij Antwerpen sinds kort ook in de aanbiedingsbrochure van De Bezige Bij staan? En zo ja, wat vindt u hiervan? Nee, maar hier heb ik ook weinig mee te maken.

Boekhandelaar van boekhandel Godert Walter, Groningen.* Wat is uw beeld van De Bezige Bij Antwerpen? Wat voor soort uitgeverij vindt u het bijvoorbeeld? De boeken zien er verzorgd uit en de uitgeefkeuze is over het algemeen erg goed. Als u in 5 steekwoorden zou moeten aangeven waar u aan denkt bij De Bezige Bij Antwerpen, welke woorden komen dan het eerst in u op? Ik kom niet tot vijf steekwoorden, maar waar ik aan denk is voornamelijk aandacht, verzorging en goede publiciteit. Noem de eerste 5 boeken/auteurs van De Bezige Bij Antwerpen die u te binnen schieten. Hierbij denk ik toch wel direct aan De rode mens, de boeken van Simenon en Rodaan El Galidi. Wat vindt u van het uiterlijk en de inhoud van de boeken van De Bezige Bij Antwerpen? Wat betreft het uiterlijk zijn de boeken echt uitstekend. De inhoud is sterk gerelateerd aan ons assortiment. We kopen niet alle boeken in, maar over de inhoud van de boeken die we inkopen zijn we erg tevreden. Koopt u boeken in van De Bezige Bij Antwerpen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Ja, hierbij letten we vooral op ons assortiment en onze klanten. We kopen vooral in waar onze klanten behoefte aan hebben. We zijn een kleine en gespecialiseerde boekhandel en kennen onze klanten persoonlijk. We kopen dan ook in op basis van waar we onze klanten een plezier mee kunnen doen. Hierdoor maken we scherpe keuzes bij de

184 aanbiedingsbestellingen. Koopt u boeken in van andere Vlaamse uitgeverijen en zo ja, waar baseert u deze keuze op? Ja, eigenlijk maken we geen onderscheid. Zoals net ook al gezegd baseren we ons hierbij op ons assortiment en op de klantopbouw. Is het u opgevallen dat enkele boeken van De Bezige Bij Antwerpen sinds kort ook in de aanbiedingsbrochure van De Bezige Bij staan? En zo ja, wat vindt u hiervan? Dit is me inderdaad opgevallen en ik vind het prima.

185 8. Bibliografie

Geraadpleegd archiefmateriaal Aanbiedingsprospectussen Meulenhoff|Manteau 2003 - 2011. Verkregen via De Bezige Bij Antwerpen.

Aanbiedingsprospectussen De Bezige Bij Antwerpen 2011 - 2014. Verkregen via De Bezige Bij Antwerpen.

Bedrijfsdocumentatie De Bezige Bij 1945 - 2009 Universiteit van Amsterdam, Bijzondere Collecties.

Verkoopcijfers De Bezige Bij Antwerpen 2013 - 2014. Verkregen via de database van het CB via De Bezige Bij.

Geraadpleegde literatuur Verwijzingen naar berichten en artikelen in dagbladen en tijdschriften (onder meer Boekblad, de Volkskrant, NRC Handelsblad, de Standaard en de Morgen) zijn alleen in de noten opgenomen.

K. Absillis Vechten tegen de bierkaai. Over het uitgevershuis van Angèle Manteau (1932- 1970). (Antwerpen: Meulenhoff|Manteau, 2009).

T. Anbeek, 'De verwording van een reputatie. Leon de Winter en de literaire kritiek', in Literatuur, jaargang 9, september-oktober 1992.

C.A. den Boon en D. Geeraerts [hoofdred.], Groot Woordenboek van de Nederlandse taal (Utrecht: Van Dale, 2005), 463.

G.J. van Bork, D. Delabastita e.a. 'NUR' in Algemeen Letterkundig Lexicon, (DBNL, 2012- 2014). Raadpleegbaar via: http://www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_01441.php.

O. Blom 'De wenteltrap van de geschiedenis', in Hoger Honing (Amsterdam: De Bezige Bij, 2004).

P. Bourdieu 'The production of belief: contribution to an economy of symbolic goods' in Media, Culture and society, 1980, nummer 2.

186 L.A. Coser, 'Publishers as gatekeepers of ideas', in Annals of the American academy of political and social science 421, 1975.

N. van Dijk, 'Een onverbiddelijke bestseller. De promotie van literair werk in de twintigste eeuw', Jaarboek voor de Nederlandse boekgeschiedenis 6, 1999.

G. J. Dorleijn en K. van Rees (red.), De productie van literatuur. Het literaire veld in Nederland 1800-2000, (Nijmegen: Uitgeverij Vantilt, 2006).

G. Genette en J. E. Lewin (vertaler), Paratexts. Thresholds of interpretation. Cambridge: Cambridge University Press, 1997.

F. de Glas, 'Het uitgeverijfonds als voorwerp van studie binnen een "institutionele" literatuursociologische benadering', in TTT, Vol 6, Issue 3, 1986.

F. de Glas, Nieuwe lezers voor het goede boek. De Wereldbibliotheek en 'Ontwikkeling'/De Arbeiderspers vóór 1940. (Amsterdam: Wereldbibliotheek, 1989).

F. De Glas 'Hebben uitgeverijen invloed op de literaire canon?' in: Spiegel der letteren 34 (1992).

F. de Glas, 'De materiële en symbolische productie van het werk van moderne literaire auteurs. Bouwstenen voor de reputatie van de jonge Hella Haasse' in Jaarboek voor de Nederlandse boekgeschiedenis, nr. 10, 2003.

F. De Glas, De regiekamer van de literatuur: een eeuw Meulenhoff 1895 - 2000 (Zutphen: Uitgeversmaatschappij Walburg Pers, 2012).

H. Helming, De beste uitgever sinds Geert: beeldvorming, imago en succes van De Bezige Bij. (Amsterdam: universiteit van Amsterdam, 2010).

M. Kregting Zij zijn niet van Jeremia (Nijmegen: Uitgeverij Vantilt, 2004).

L. Van Krevelen 'Een huis tussen markt en moed', in G. Dorleijn en K. van Rees De productie van literatuur. Het literaire veld in Nederland 1800 - 2000. (Nijmegen: Uitgeverij Vantilt, 2006).

L. Kuitert ''Leuk-brutaal'. De series van De Bezige Bij', in Hoger Honing (Amsterdam: De Bezige Bij, 2004).

187 L. Kuitert, 'De uitgeverij en de symbolische productie van literatuur: een historische schets 1800 - 2008', in Stilet: Tydskrif van die Afrikaanse Letterkundevereniging, vol 20, Issue 2, September 2008.

W. Lindhout Samen sterker? Literaire uitgeverijen binnen concerns: fondsanalyse van Querido en Meulenhoff, 1986 -2006 (Amsterdam: Universiteit van Amsterdam, 2007).

J. Nijsen ABC van de literaire uitgeverij (Amsterdam: uitgeverij Podium, 2012).

C.J. van Rees, 'Consensusvorming in de literatuurkritiek', in H. Verdaasdonk, De regels van de Smaak (Amsterdam: Joost Nijsen, 1985).

F. van Rensen, 'Lezer, er zijn ook Belgen!': interactie tussen de Nederlandse en Vlaamse literatuur via literaire kritiek en uitgeverij (1980 - 1995) (Antwerpen: Maklu, 2013).

J. Rodden, The politics of literary reputation. The making and claiming of 'St. George' Orwell. (New Jersey: Transaction Publishers, 2001).

R. Roegholt, De geschiedenis van De bezige Bij 1942-1972 (Amsterdam: De Bezige Bij, 1972).

Filip Rogiers, 'Het feest van de Bij', in Hoger Honing (Amsterdam: De Bezige Bij, 2004).

L. Simons, Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen. Volume 2. (Tielt: Lannoo Uitgeverij, 1987).

L. Simons Het boek in Vlaanderen sinds 1800. Een cultuurgeschiedenis (Houten: Lannoo Meulenhoff, 2013).

S. Van Voorst, Weten wat er in de wereld te koop is. Vier Nederlandse uitgeverijen en hun vertaalde fondsen 1945 - 1970 (Den Haag: Sdu Uitgevers, 1997).

W. Wennekes, Het mysterie van de Van Miereveldstraat. Geert Lubberhuizen, uitgever. (Amsterdam: Bas Lubberhuizen & De Bezige Bij, 1994).

Geraadpleegde websites De Bezige Bij. Raadpleegbaar via: http://www.debezigebij.nl.

De Bezige Bij Antwerpen. Raadpleegbaar via: http://www.debezigebijantwerpen.be.

188 Meulenhoff|Manteau. Raadpleegbaar via: http://www.meulenhoffmanteau.blogspot.nl.

De Nederlandse Bibliografie, Koninklijke Bibliotheek Den Haag. Raadpleegbaar via: http://www.kb.nl/voor-uitgevers/informatie-over-de-nederlandse- bibliografie/brinkmans-cumulatieve-catalogus-van-boeken-1858-2001.

Centraal Bureau voor de Statistiek, onderdeel 'Bevolking, kerncijfers'. Raadpleegbaar via: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=37296ned&D1=a& D2=0,10,20,30,40,50,60,%28l-1%29,l&HD=130605-0924&HDR=G1&STB=T

Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de FOD Economie, onderdeel 'Statistieken, loop van de bevolking'. Raadpleegbaar via: http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/bevolking/loop

189