Meer Liefde, Plezier En Aandacht. De Veranderde Rol Van De Uitgever in Het Nieuwe Uitgeven
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Meer liefde, plezier en aandacht. De veranderde rol van de uitgever in het nieuwe uitgeven Maud Reeskamp Maud Reeskamp Meer liefde, plezier en aandacht. De veranderde rol van de uitgever in het nieuwe uitgeven Universiteit van Amsterdam Faculteit der Geesteswetenschappen Master: Boekwetenschap en Handschriftenkunde Specialisatie: Cultureel Ondernemen in het Boekenvak Begeleider: Lisa Kuitert Tweede lezer: Paul Dijstelberge Studentnummer: 11159812 Amsterdam © mei 2017, Maud Reeskamp Biblion, Zoetermeer www.biblion.nl Inhoudsopgave Voorwoord 7 1. Inleiding 8 2. Casus - Eric Smit 40 3. Casus - Rutger Bregman 67 4. Casus - Maartje Wortel 102 5. Conclusie 129 Bibliografie 138 Bijlagen 143 6 Voorwoord Voordat ik begon aan mijn bachelor Nederlandse Taal en Cul- tuur aan de Vrije Universiteit van Amsterdam wist ik al dat ik later bij een uitgeverij zou willen werken. De master die ik zou gaan volgen, zou mij hierbij moeten helpen. Uiteindelijk werd het de master Boekwetenschap en Handschriftenkunde, met de specialisatie Cultureel Ondernemen in het Boekenvak. Deze specialisatie benaderde het boekenvak vanuit economisch per- spectief, iets wat ik had gemist tijdens mijn bachelor. Niet al- leen de uitgeverij, maar ook de boekhandel werd uitvoerig be- handeld. Toen we een stageplek moesten bedenken, wilde ik het liefste bij een literaire Nederlandse uitgeverij stage lopen. De keuze was snel gemaakt, het werd De Bezige Bij. Tijdens de stage van zes maanden heb ik veel ervaring mogen opdoen over de uitgeversbranche. Het viel me op dat auteurs steeds meer invloed begonnen uit te oefenen op de uitgeverij, wat me deed afvragen of de uitgeverij nog wel als ‘poortwachter’ kon worden gezien. Dit gegeven vond ik dermate interessant, dat ik het be- sloot uit te kiezen als onderwerp voor deze masterscriptie. Graag wil ik Lisa Kuitert bedanken voor de begeleiding en alle inzichten die ze mij geboden heeft tijdens het schrijven van deze scriptie. Met een kritische blik maar vooral met veel enthousiasme heb ik van haar geleerd om onderzoek te doen. Daarnaast zou ik graag Paul Dijstelberge willen bedanken voor de individuele begeleiding en toewijding bij de totstandkoming van dit boek. 7 8 Inleiding ‘Er zijn ingrijpende veranderingen aan de gang in de literai- re uitgeverijen. Iedereen denkt na over de toekomst.’1 Deze uitspraak deed literair agente Marianne Schönbach in 2010. Hoewel de populariteit van e-books in 2009 nog onrust leek te zaaien bij uitgeverijen, begint in 2010 de houding van uit- gevers volgens Schönbach te veranderen ten opzichte van het e-book. In het rapport De uitgever aan het woord, de jaarlijkse barometer van KPMG die onderzoek doet naar ontwikkelin- gen in de uitgeverswereld, staat in het voorwoord van 2009 dat vier technologische ontwikkelingen een uitdaging vormen voor uitgevers2. Sociale media, mobiele communicatiediensten en e-books boeken vooruitgang en ook ‘crowdsourcing’, waarbij de klant als medeproducent optreedt, doet het steeds beter. Hoe- wel er bij uitgeverijen onrust heerst over e-books, lijken ze zich te beseffen dat er wel een toekomst in het product zit. Volgens het onderzoek van De uitgever aan het woord zien de uitgevers het e-book als het meest kansrijke product, tussen producten als mobiele telefoons, printing-on-demand, video’s, games en podcasting. Hiermee wordt de stelling van Schönbach beves- tigd: uitgeverijen beginnen e-books te accepteren. Nu is het, met de komst van de technologische ontwikkelingen, volgens het rapport aan de uitgeverijen om nieuwe businessmodellen te ontwikkelen. Zes jaar later maakt Kuitert de balans op: er is een nieuw soort uitgeven ontstaan3. Wat is dat ‘nieuwe uitgeven’? We kun- 1 Vermij, Lucie. ‘Literair agent Marianne Schönbach: Boekvakkers zijn idealisten die zakelijk moeten zijn’, Boekblad 177 (2010) nr. 16. 2 Huibers, Theo. ‘Uitgever aan het woord. Op zooek naar nieuwe kansen’. Media Facts 12 (2009), nr 3. 3 Kuitert, Lisa, ‘De toekomst van de literaire uitgeverij in Neder- 9 nen dat beter begrijpen als we eerst zien waartegen het zich afzet. De veranderingen die zorgen voor nieuwe vormen van uitgeven, staan tegenover het uitgeven dat we al kenden, het ‘traditionele uitgeven’. Dit traditionele uitgeven heeft volgens Laurens van Krevelen, voormalig uitgever bij Meulenhoff tot aan zijn pensioen in 2001, een aantal kenmerken. Een persoon- lijke uitgever staat als creatieve leider aan het hoofd van het uitgeefteam dat voor de rest bestaat uit verschillende gespe- cialiseerde medewerkers.4 Een uitgever is voornamelijk bezig met het selecteren en klaarmaken van boeken voor specifieke doelgroepen, en probeert daarbij een balans te vinden tussen commercie enerzijds en artistieke/intellectuele aspecten ander- zijds. Om deze balans in stand te houden doen de traditionele uitgeverijen volgens Joost Nijsen aan ‘interne subsidiëring’: met de opbrengsten van de commerciële boeken, financieren ze de artistieke werken5. Nijsen, de oprichter van uitgeverij Podium, noemt dit proces ‘cruciaal voor het voortbestaan van het literai- re en anderszins betekenisvolle boek’6. De interne subsidiëring ligt momenteel echter onder druk, vanwege succesvolle auteurs die minder bereid lijken te zijn om hier aan mee te werken en een deel van hun winst af te staan. Het traditionele uitgeven krijgt volgens Nijsen de licht denigrerende titel van ‘old-school publishing’ en hij beschrijft vervolgens dit type uitgeverij: ‘tra- ditionele uitgevers die normale contracten hanteren, niet van de ene op de andere dag overschakelen van papier op digitaal, en het wagen relativerende kanttekeningen te plaatsen bij het effect van social media.’7 In deze zin geeft de uitgever zijn be- tekenis van het traditionele uitgeven. Een belangrijk kenmerk van het traditionele uitgeven is volgens Joost Nijsen het hante- ren van het modelcontract voor auteurs. Dit contract is in 1973 land. Een scenario’. In: Vooys 33 (2015), nr. 1, p. 68-74. 4 Krevelen, Laurens van. De stijl van de uitgever. Amsterdam: De Buitenkant, 2002. 5 Nijsen. Joost. ABC van de literaire uitgeverij. Amsterdam: Podium, 2012. 6 Nijsen, 2012, p. 110. 7 Nijsen, 2012, p. 140. 10 samengesteld door de Vereniging van Letterkundigen (VVL) en de Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond (KNUB), nu de groep Algemene Uitgevers van het Nederlands Uitgeversver- bond8. Bij een traditionele uitgeverij krijgt een auteur dit con- tract aangeboden, waarin de verantwoordelijkheden van zowel de uitgevers als de auteurs worden bepaald. Er wordt in het con- tract een standaard aantal royalty’s aan de auteur toegekend: een auteur ontvangt 10% royalty over de verkoopprijs (exclusief 6% btw) van de eerste 4.000 verkochte exemplaren, boven de 4.0001 tot en met 10.000 exemplaren wordt dit percentage 12,5%. Over de exemplaren tussen de 10.000 en 100.000 ont- vangt de auteur een royalty van 15%. Bij meer dan 100.000 ver- kochte exemplaren bestaat de royalty uit 17,5%. Naast de royal- ty’s, moeten uitgeverijen hun plannen over exploitatie, redactie en vormgeving in het contract kenbaar maken. Ook daar moet de auteur mee akkoord gaan. Naast bovengenoemde is er volgens Laurens van Krevelen nog één kenmerk van het traditionele uitgeven. De reputatie van een uitgever wordt ontleend aan zijn fonds: het geheel aan uitgegeven werken door een uitgeverij en de presentatie daar- van9. De traditionele uitgever streeft naar een ‘permanente le- verbaarheid en presentatie van zijn gehele fonds’, maar ook Van Krevelen zelf, toonbeeld van traditionele uitgever, voorspelt dat deze stijl van uitgeven zal veranderen, omdat de eigen stijl van uitgevers langzaam wordt vervangen door verwachtingen van het publiek en heersende opvattingen. Nu, 15 jaar na de voorspellingen van Van Krevelen, is het uitgeverswezen inder- daad veel veranderd en lijken er nieuwe vormen van uitgeven te zijn ontstaan. Zoals in het begin van deze paragraaf werd besproken, zullen uitgevers volgens het rapport van Een uitgever aan het woord nieu- we businessmodellen moeten ontwikkelen, waarin ze rekening houden met technologische ontwikkelingen. Maar hoe ziet het businessmodel van een traditionele uitgeverij eruit? Alexander 8 Nijsen, 2012, p. 65. 9 Krevelen van, 2002, p. 64. 11 Osterwalder en Yves Pigneur ontwikkelden in het boek Business Model Generatie het Business Model Canvas10. Dit businessmo- del bestaat uit negen bouwstenen, die te zien zijn in figuur 1. De bouwstenen bestaan uit vier hoofdgebieden van een onder- neming, namelijk de klanten, het aanbod, de infrastructuur en de financiële levensvatbaarheid. Uiteindelijk laat het Business Model Canvas zien hoe een bedrijf geld wil verdienen11. 1. Business Model Canvas12 Het model wordt als canvas aangeduid omdat het model doet denken aan een canvasdoek van een schilder, waar de bouw- stenen gebruikt kunnen worden om beelden in te ‘schilde- ren’13. Het Canvasmodel bestaat uit de volgende bouwstenen: klantsegmenten, waardeproposities, kanalen, klantrelaties, inkomstenstromen, key resources, kernactiviteiten, key partners en kostenstructuur. ‘Klantsegment’ behelst de doelgroep van een organisatie, de ‘waardeproposities’ is het streven van een organisatie om in de behoefte van klanten te voorzien en hun problemen op te lossen. ‘Key resources’ zijn de middelen die een organisatie nodig heeft om diensten aan te bieden en ‘key part- ners’ is gebaseerd op het netwerk van leveranciers en partners van een organisatie. Voor elke onderneming verschillen deze bouwstenen van elkaar en kan er een eigen Canvasmodel ont- 10 Osterwalder, Alexander & Yves Pigneur. Business Model Generatie. Kluwer, Deventer.