Windpark De Drentse Monden En Oostermoer Milieueffectrapport Soort Document Definitief
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
709022 WINDPARK DE DRENTSE 8 september 2015 MONDEN EN OOSTERMOER MILIEUEFFECTRAPPORT Duurzame Energieproductie Exloërmond BV, Raedthuys Windenergie BV, Vereniging Windpark Oostermoer Definitief Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550 AN Hengelo Telefoon (074) 248 99 40 Documenttitel Windpark De Drentse Monden en Oostermoer Milieueffectrapport Soort document Definitief Datum 8 september 2015 Projectnaam Windpark De Drentse Monden en Oostermoer Projectnummer 709022 Opdrachtgever Duurzame Energieproductie Exloërmond BV, Raedthuys Windenergie BV, Vereniging Windpark Oostermoer Auteur Paul Jansen, Marjolein Pigge Vrijgave Eric Arends Pondera Consult S.1 SAMENVATTING I. INLEIDING In juni 2011 is de procedure gestart voor een milieueffectrapportage (m.e.r.) voor het windpark De Drentse Monden (gemeente Borger-Odoorn). In het najaar van 2011 is in de aangrenzende gemeente Aa en Hunze een initiatief ontstaan voor de realisatie van het windpark Oostermoer.1 Gezien de ligging in elkaars nabijheid en ruimtelijke samenhang is er sprake van één windpark en wordt een gezamenlijke procedure doorlopen. Vanaf hier wordt dan ook gesproken over Windpark De Drentse Monden en Oostermoer. Het plangebied bevindt zich tussen de provinciegrens met Groningen aan de oostzijde en de Hondsrug aan de westzijde (zie Figuur S. 1). Figuur S. 1 Het plangebied voor Windpark De Drentse Monden en Oostermoer 1 Publicatie concept “Notitie reikwijdte en detail‟ voor windpark De Drentse Monden op 23 juni 2011 in Staatscourant nr. 11122 en publicatie concept “Notitie reikwijdte en detailniveau” voor Windpark Oostermoer in samenhang met Windpark Drentse Monden op 19 januari 2012 in Staatscourant nr. 1122. Windpark De Drentse Monden en Oostermoer Milieueffectrapport | 709022 8 september 2015 | Definitief Pondera Consult S.2 II. OMSCHRIJVING INITIATIEF WINDPARK Het initiatief is ontstaan vanuit de wens van een drietal initiatiefnemers (Duurzame Energieproductie Exloërmond, Windpark Oostmoer Exploitatie B.V., en Raedthuys Windenergie B.V.) om een windpark te ontwikkelen en te exploiteren in de Drentse veenkoloniën (zie Figuur S. 2), binnen een gebied dat later ook in de Omgevingsvisie Drenthe (juni 2010) is aangewezen voor de ontwikkeling van windenergie. Met de ontwikkeling van het windpark willen de initiatiefnemers, naast het versterken van hun bedrijven en de regionale economie, bijdragen aan de nationale en provinciale doelstelling om het aandeel duurzame energie in de energievoorziening te verhogen. Figuur S. 2 Impressies Drentse veenkoloniën Het initiatief, in m.e.r.-termen de “voorgenomen activiteit”, betreft de realisatie van een windpark van meer dan 100 MW opgesteld vermogen. De Elektriciteitswet 1998 geeft aan dat het project gezien deze omvang (meer dan 100 MW aan opgesteld vermogen) binnen de 709022 | Windpark De Drentse Monden en Oostermoer Milieueffectrapport 8 september 2015 | Definitief Pondera Consult S.3 rijkscoördinatieregeling (RCR) valt.2 Dit betekent dat de besluiten die voor het project nodig zijn in één procedure voorbereid worden onder coördinatie van de minister van Economische Zaken (EZ). Windpark De Drentse Monden en Oostermoer is in 2010 en 2011 aangemeld als RCR- project.3 Om Windpark De Drentse Monden en Oostermoer mogelijk te maken, dient een ruimtelijk besluit te worden genomen over de locatie en de randvoorwaarden voor het windpark. De Ministers van Economische Zaken (EZ) en Infrastructuur en Milieu (IenM) stellen daartoe een rijksinpassingsplan vast. Het rijksinpassingsplan wordt direct onderdeel van, of vervangt, de ter plaatse geldende gemeentelijke bestemmingsplannen en/of beheersverordeningen. Dit milieueffectrapport (MER) betreft een gecombineerd plan- en projectMER. Het MER dient ter onderbouwing van de locatie in het rijksinpassingsplan (planMER deel) en tevens ter onderbouwing van de benodigde vergunningen (projectMER deel). Het rijksinpassingsplan, de vergunningen en het MER doorlopen de procedure gelijktijdig. Het doel van de initiatiefnemers en het Rijk is het op een verantwoorde wijze realiseren van een zo optimaal mogelijk windpark in het plangebied De Drentse Monden en Oostermoer. In de planMER fase zijn daarom verschillende type opstellingen (zoals clusters, lijnen en zwermen) globaal onderzocht om te bepalen hoeveel megawatt (MW) gerealiseerd kan worden in het gebied, welke effecten dat geeft en wat voor een type opstelling landschappelijk de voorkeur heeft. Kader S. 1 Omvang van het project Bij de start van de samengevoegde m.e.r.-procedure is uitgegaan van een maximaal opgesteld vermogen van circa 600 MW, dat later is bijgesteld naar 420 MW, afhankelijk van de te kiezen inrichting van het windpark. Gedurende het doorlopen van de procedure is dit beoogde opgesteld vermogen om politiek- bestuurlijke redenen nog diverse malen naar beneden bijgesteld. In het projectMER zijn uiteindelijk alternatieven met een onderzoeksomvang van 255 MW onderzocht met als doel om deze milieueffecten zo goed mogelijk in beeld te brengen totdat de beoogde omvang definitief vastgesteld werd. Door deze aanpak zijn met zekerheid de ‘worst case’ effecten beschouwd en zijn zoveel mogelijk turbinelocaties binnen het plangebied in het onderzoek meegenomen. Op deze wijze is ook zoveel mogelijk milieukennis vergaard op basis waarvan het uiteindelijke voorkeursalternatief (mede) vastgesteld is. De exacte omvang van de doelstelling van het project is in de laatste fase van het opstellen van dit MER (9 februari 2015) door de minister van Economische Zaken definitief vastgesteld op 150 MW. Voor een illustratie van het bijgesteld vermogen wordt verwezen naar Figuur S. 3. De omvang van het project is in de laatste fase van het opstellen van dit MER (9 februari 2015) door de minister van Economische Zaken definitief vastgesteld op 150 MW (zie ook Kader S. 2 In artikel 9b, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998, is bepaald dat “de procedure, bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet ruimtelijke ordening” van toepassing is op windenergie- projecten met een vermogen van tenminste 100 MW. 3 Per brief van 8 juli 2010 en 7 november 2011 heeft de minister van EZ bevestigd dat de RCR van toepassing is voor respectievelijk windpark De Drentse Monden en windpark Oostermoer. Windpark De Drentse Monden en Oostermoer Milieueffectrapport | 709022 8 september 2015 | Definitief Pondera Consult S.4 1). Dit is dan ook te beschouwen als de uiteindelijke doelstelling van het voornemen. Naast windturbines bevat het initiatief ook de bijbehorende infrastructuur, zoals opstelplaatsen, onderhouds- en toevoerwegen en kabels voor aansluiting op het hoogspanningsnet. Figuur S. 3 Bijstelling opgesteld vermogen Opbouw MER Dit MER is over een looptijd van verschillende jaren tot stand gekomen. In die tijd is vanuit de m.e.r. in de verschillende stappen steeds input geleverd ten aanzien van de milieueffecten van de keuzes die in die stappen zijn gemaakt. In onderstaand schema is een overzicht opgenomen van de opbouw en de stappen die gezet zijn om te komen tot het uiteindelijke voorkeursalternatief. Figuur S. 4 Overzicht stappen in het MER om te komen tot een voorkeursalternatief. BESLUIT OMVANG 150 MW DOOR MINISTER 709022 | Windpark De Drentse Monden en Oostermoer Milieueffectrapport 8 september 2015 | Definitief Pondera Consult S.5 III. LOCATIEONDERBOUWING Realisatie van Windpark De Drentse Monden en Oostermoer sluit aan op EU-, rijksbeleid en Drents provinciaal beleid. De gemeenten Aa en Hunze en Borger-Odoorn voorzien in hun beleid niet in realisatie van een grootschalig windpark. Het plangebied is in de Structuurvisie Windenergie op Land (SvWOL) en in de provinciale Omgevingsvisie aangewezen als gebied voor grootschalige windenergie. Het uitgangspunt bij deze aanwijzing is dat het opwekken van windenergie een activiteit is die past bij een grootschalig agrarisch productielandschap (zie Figuur S. 5), dat geassocieerd wordt met ruimte en wind. Figuur S. 5 Grootschalig agrarisch productielandschap Ten behoeve van dit MER zijn diverse locaties in Noord-Nederland onderzocht en met elkaar vergeleken, die elk ruimte bieden voor grootschalige windenergie. Hieruit blijkt dat – vanuit milieuargumenten – meerdere locaties geschikt zijn voor grootschalige opwekking van windenergie. Wel kennen alle locaties op een of meerdere aspecten aandachtspunten. Geconcludeerd wordt dat de locatie voor Windpark De Drentse Monden en Oostermoer goed geschikt is voor een grootschalig windpark. Voor het vervolgonderzoek en de detailuitwerking in het projectMER verdienen vooral de aspecten leefomgeving en landschap, bijzondere aandacht. IV. ALTERNATIEVEN EN VARIANTEN IV.1 Totstandkoming alternatieven In het MER zijn verschillende inrichtingsalternatieven4 en –varianten met een maximale omvang van 255 MW onderzocht. Deze zijn als volgt tot stand gekomen. In een eerste stap is de beschikbare ruimte bepaald op basis van een milieutechnische analyse van het plangebied (aanwezigheid van belemmeringen voor het plaatsen van windturbines zoals wegen, woningen, buisleidingen etc.). Vervolgens hebben landschappelijke ontwerpsessies plaatsgevonden 4 Inrichtingsalternatieven zijn verschillende opstellingsvormen van windturbines binnen het plangebied, hierna te noemen: ‘alternatieven’. Varianten zijn afgeleiden van de alternatieven, waar kleine aanpassingen zijn doorgevoerd. Windpark De Drentse Monden en Oostermoer Milieueffectrapport | 709022 8 september 2015 | Definitief Pondera Consult S.6 waarin verschillende inrichtingsprincipes zijn gedefinieerd, onderzocht