HET CONCERTGEBOUW N.V.

Boekmanstichting - Bibliotheek Herengracht 415 1017 BP Amsterdam Tel. 6243739

JAARVERSLAG 1992 JAARVERSLAG 1992

Omtrent de toestand van Het Concertgebouw N.V. en zijn handelingen in het boekjaar 1992.

Uitgebracht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op maandag 21 juni 1993 om 16.00 uur in het Concertgebouw te Amsterdam. ^ERSLAG VAN DE DIRECTIE

NLEIDING Het verslagjaar 1992 heeft een bevredigend verloop te zien gegeven. Zo steeg het totaal aantal bezoekers met 3,5% van 597.000 naar 619.000, exclusief bezoekers van lunchconcerten, recepties e.d. Een hoger aantal bezoekers is nog niet eerder voorgekomen! Deze groei is geheel te danken aan de toename van het aantal Grote Zaal-concerten (324 versus 315 in 1991) en Kleine Zaal-concerten (296 versus 291 in 1991), terwijl het gemiddelde aantal bezoekers per Grote of Kleine Zaal-evenement nagenoeg gelijk bleef.

Ook in 1992 zijn de inkomsten weer in aanzienlijke mate gestegen, vooral als gevolg van de substantiële stijging van het aantal verhuringen en het aantal bezoekers. Opvallend is een stijging met ruim 20% van de bruto winst horeca, die onder meer het gevolg is van de catering van een aantal grote feesten. Alhoewel ook de kosten een aanzienlijke stijging hebben ondergaan, onder meer door uitbreiding van het personeelsbestand, kon de exploitatierekening van het verslagjaar worden afgesloten met een positief resultaat van ƒ 282.827, terwijl het belastbaar fiscaal resultaat voor 1992 na verrekening van fiscale verliezen uit voorgaande jaren ƒ 26.842 bedroeg. Het positieve resultaat is eveneens het gevolg geweest van het feit dat een aanzienlijke bijdrage van Monumentenzorg in 1992 in de resultaten is verwerkt.

De in het jaarverslag 1991 geuite verwachting, dat onze subsidiënt, de Gemeente Amsterdam, ons verzoek om een structurele extra subsidieverhoging met ƒ 1,5 miljoen per jaar, bestemd voor achterstallig onderhoud, vervangingsinvesteringen, de programmering van projecten met een bijzondere artistieke waarde, alsmede voor een huursubsidiefonds voor amateurensembles en -koren, niet zou honoreren, is helaas juist gebleken. De Gemeente Amsterdam besloot zelfs een structurele subsidieverlaging toe te passen van ƒ 150.000 per jaar voor de periode 1993 tot en met 1997. Zij motiveerde dit onder meer als volgt: “Door buitengewoon succesvol management is de renovatie op indrukwekkende wijze gerealiseerd en zijn de exploitatieresultaten op een meer dan bevredigend niveau gebracht. Deze prestaties verdienen grote waardering, waarbij speciaal gewezen moet worden op de onwaarschijnlijk hoge bezettingsgraad die in het Concertgebouw inmiddels is bereikt. Tegelijkertijd roept die bezettingsgraad onzekerheid op over mogelijke continuering van het financiële succes. Niettemin achten wij op grond van de exploitatieresultaten van het Concertgebouw een taakstellende posterioriteit van ƒ 150.000 verantwoord. Wel zijn wij ons ervan bewust, dat deze bezuiniging een vergroting van het bedrijfsrisico met zich meebrengt.”

Het Concertgebouw N.V. heeft de Gemeente Amsterdam laten blijken hoe onverantwoord zij de opstelling van de Gemeente vindt voor de continuïteit van het gebouw.

In het verslagjaar is het herstel van de buitengevel en de hernieuwde plaatsing van diverse dakornamenten nagenoeg afgerond. Belangrijke donaties van de Vereniging Vrienden van het Concertgebouw en het Koninklijk Concertgebouworkest en van de bij het werk betrokken aannemers, alsmede subsidie van Monumentenzorg, hebben de realisering van dit werk mogelijk gemaakt. Belangrijke voortgang is geboekt in de restauratie van het orgel. Bij het ter perse gaan van dit verslag is het feestelijke inwijdingsconcert reeds achter de rug en is gebleken, gezien ook de vele perscommentaren, dat de restauratie en renovatie van het orgel als geslaagd mag worden beschouwd. Ook op deze plaats wil Het Concertgebouw N.V. haar erkentelijkheid betuigen aan de Stichting VSB Fonds, het Prins Bemhardfonds, een anonieme schenker en aan Monumentenzorg, dankzij wier substantiële financiële steun deze restauratie kon worden gerealiseerd.

De samenstelling van de Raad van Commissarissen bleef in het verslagjaar ongewijzigd.

1 ARTISTIEKE ZAKEN

1. Instrumentale Serie Hierin traden op; * Franz Schubert Kwartet (16 en 18 januari); * Kwartet (13 en 15 februari); * Moskou Kwartet (26 en 28 maart); * Sjostakowitsj Kwartet (1 en 3 oktober); * Hagen Kwartet (29 en 31 oktober); * Orpheus Kwartet ( 26 en 28 november).

Naast strijkkwartetten van Haydn, Mozart, Beethoven en Brahms werden o.m. uitgevoerd Lyrische Suite van Alban Berg (Alban Berg Kwartet), Derde Strijkkwartet van Schnittke (Moskou Kwartet), Tweede Strijkkwartet van Borodin (Sjostakowitsj Kwartet), Tweede Strijkkwartet van Ligeti (Hagen Kwartet), Derde Strijkkwartet van Malipiero (Orpheus Kwartet).

2. Vocale Serie Hierin traden op: * Francois Le Roux, bariton, met Irwin Gage, piano (14 januari) (in plaats van de ziek geworden bas Jan-Hendrik Rootering); * Jard van Nes, mezzosopraan, met Roger Vignoles, piano (18 februari); * Thomas Quasthoff, bariton, met Peter Muller, piano (17 maart); * Mitsuko Shirai, mezzosopraan, met Hartmut Höll, piano (20 oktober); * Philip Langridge, tenor, met John Constable, piano (17 november); * Maijana Lipovsek, mezzosopraan, met Charles Spencer, piano (15 december).

De programma’s waren gevarieerd: naast liederen van Mozart, Beethoven, Schumann, Brahms, Wolf, Richard Strauss, Debussy, Poulenc werden o.m. uitgevoerd liederen van Duparc en Schoeck (Frangois Le Roux), de cycli ’Zonder zon’ van Moesorgsky en ’Nuits d’été’ van Berlioz (Jard van Nes), ’Don Quichotte a Dulcinee’ van Ravel (Thomas Quasthoff), liederen van Schönberg (Mitsuko Shirai), liederen van Dvorak en Liszt en ’The holy sonnets of John Donne’ van Britten (Philip Langridge) en liederen van Mahler (Maijana Lipovsek).

3. Serie van Drie In het seizoen 1991-1992 was deze serie gewijd aan de componisten Haydn en Bartók. Op de tweede en derde avond van de Haydn-Bartók Serie traden op: * Marieke Blankestijn, viool, Sepp Grotenhuis, piano, Glen Wilson, fortepiano. Rachel Ann Morgan, mezzosopraan, en George Pieterson, klarinet (31 januari); * Leo van Doeselaar, piano/fortepiano. Marten Root, achtkleppenfluit. Viola de Hoog, violoncel, Carolyn Watkinson, mezzosopraan. Ellen Corver en Sepp Grotenhuis, pianoduo, Luuk Nagtegaal en Michael de Roo, slagwerk (20 maart).

In het seizoen 1992-1993 was de serie gewijd aan Franse componisten. Op de eerste avond van deze serie ’Van Debussy tot Boulez’ traden op: * Young-Hee Kim, sopraan, Tan Crone, piano, Ronald Brautigam, piano, en het Fodor Kwintet, met werken van Debussy, Koechlin, Ravel, Fran^aix en Poulenc (23 oktober).

4. Serie Pianotrio’s Hierin traden op: * Beaux Arts Trio, met pianotrio’s van Haydn, Schumann en Mendelssohn Bartholdy (13 en 22 januari); * Golub-Kaplan-Carr Trio, met pianotrio’s van Adolphe, Brahms en Schubert (2 en 4 maart); * Wiener Schubert Trio, met pianotrio’s van Schubert en Reger (5 en 7 oktober).

5. Recitals door jonge Nederlanders Hierin traden op; * Van Gendt Kwintet, met medewerking van Leo van Doeselaar, piano, met werken van Danzi, Milhaud, Mozart, Escher en Ligeti (9 januari); * Larissa Groeneveld, violoncel, met Frank van de Laar, piano, met werken van Beethoven, Schnittke, Lutoslawski en Franck (12 maart); * David Kuyken, piano, die werken van Schönberg, Sjostakowitsj en Beethoven speelde (5 november).

6. Kinderconcerten Voor het tiende seizoen van de Kinderconcerten (1991-1992) werden drie presentatoren uit de voorgaande jaren uitgenodigd: Isabelle van Keulen, Han de Vries en Lucas Vis. * Han de Vries presenteerde het tweede concert van dat seizoen, waaraan Toyohiko Satoh, luit, en Combattimento Consort Amsterdam meewerkten (2 januari); * Lucas Vis presenteerde het derde concert, waaraan meewerkten de pianiste Tan Crone en de violoncellisten Godfried Hoogeveen, Wikkie Schlösser, Barbara Miller en Paul Uyterlinde (4 maart).

3 De kinderconcerten werden in het seizoen 1992-1993 ingeleid door de bas Lieuwe Visser. Aan het eerste concert werkte mee; * het Nederlands Jeugd Strijkorkest onder leiding van Roland Kieft (22 oktober).

7. Borodin Kwartet Op 12, 13, 15 en 17 september speelde het Borodin Kwartet strijkkwartetten en (met medewerking van het Orlando Kwartet) -sextetten van Brahms en Tsjaikowsky.

8. Bartók Kwartet Op 22 en 24 oktober speelde het Bartók Kwartet de strijkkwartetten van Bartók.

9. Bach en zijn wereld In het seizoen 1991-1992 werd een serie van vier concerten rond Johann Sebastian Bach gegeven, waarbij de clavecinist centraal stond. De laatste drie concerten werden gegeven door: * Barthold Kuijken, traverso, Sigiswald Kuijken, viool, Wieland Kuijken, viola da gamba en Gustav Leonhardt, klavecimbel, die werken van Johann Sebastian Bach en Francois Couperin speelden (8 januari); * Marjanne Kweksilber, sopraan, Rufus Muller, tenor, Michiel ten Houte de Lange, tenor, , bas, Sigiswald Kuijken, viool, Marie Leonhardt, viool. Marleen Thiers, altviool, Mieneke van de Velden, viola da gamba. Jaap ter Linden, viola da gamba, en Gustav Leonhardt, orgel en klavecimbel, die werken van Kerll, Fischer, Pachelbel, Froberger, Buxtehude, Johann Sebastian Bach en Johann Christopl Bach uitvoerden (24 maart); * Gustav Leonhardt, klavecimbel en klavichord, en Glen Wilson, klavichord, die werken van Johann Sebastian Bach, Carl Philipp Emanuel Bach, Goldberg, Wilhelm Friedemann Bach en Miithel speelden (6 mei).

De serie vond in het seizoen 1992-1993 een vervolg in de serie ’Telemann en tijdgenoten’, wederom een serie van vier concerten; twee concerten werden geprogrammeerd door Gustav Leonhardt en twee door . Het eerste concert van de serie werd gegeven door: * Wilbert Hazelzet, traverso, Marion Verbruggen, blokfluit. Tiny Mathot en Ton Koopman, klavecimbel; het programma was geheel gewijd aan Telemann (16 september).

10. Bream Jubileumserie Deze serie van drie concerten in de Kleine Zaal was een hommage aan de gitarist/luitist Julian Bream ter ere van zijn zestigste verjaardag. Op de eerste avond bespeelde hij de luit in een programma van Elisabethaanse muziek (21 oktober). Het tweede concert moest wegens ziekte van Julian Bream van 11 december naar 2 februari 1993 worden verzet.

11. Romantische Serie In de laatste vier concerten van de serie Het Romantisch Pianoconcert (seizoen 1991-1992) speelden; * Christian Blackshaw met het Radio Symfonie Orkest onder leiding van Jac van Steen het Eerste pianoconcert van Mendelssohn Bartholdy (3 januari); * Leif Ove Andsnes met het Nederlands Philharmonisch Orkest onder leiding van Ken- Ichiro Kobayashi het pianoconcert van Grieg (28 februari); * Elisabeth Leonskaja met het Residentie Orkest onder leiding van Arnold Katz het Tweede pianoconcert van Tsjaikowsky (10 april); * Zoltan Kocsis met het Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van Wolfgang Sawallisch het Vijfde pianoconcert van Beethoven (1 mei).

In de eerste vier concerten van de serie Het Romantisch Vioolconcert (seizoen 1992-1993) speelden: * Istvan Parkanyi, viool, en Richard Wolfe, altviool, met het Nederlands Kamerorkest onder leiding van Günther Pichler de Sinfonia concertante in Es, KV 364 van Mozart (11 september); * het Guameri Trio (Danièle Dechenne, piano, Eeva Koskinen, viool, en Jean Decroos, violoncel) met het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van Walter Weller, het Tripelconcert van Beethoven (25 september); * Theodora Geraets met het Residentie Orkest onder leiding van Peter Gülke het Derdt vioolconcert van Saint-Saëns (16 oktober); * Emmy Verhey met Het Brabants Orkest onder leiding van Ken-Ichiro Kobayashi het Vioolconcert in e, op. 64 van Mendelssohn Bartholdy (13 november).

12. Zomerconcerten De zomerconcerten, voor de vierde maal onder de naam Robeco Groep Zomerconcerten, vonden plaats van 1 juli tot en met 30 augustus 1992 (Grote Zaal). De 32 zomerconcerten werden bijgewoond door 52.749 bezoekers. Evenals in vorige jaren werd in samenwerking met de VPRO een Mozart-festival

4 georganiseerd: drie concerten door het Radio Kamerorkest onder leiding van Frans Brüggen. Solistische medewerking verleenden: * Charlotte Margiono en Annegeer Stumphius, sopraan, Nico van der Meel, tenor, Kölner Kammerchor (10 juli); * Bart Schneemann, hobo, Harmen de Boer, klarinet, Ronald Karten, fagot, Jacob Slagter, hoorn (11 juli); * Ronald Brautigam, piano (12 juli).

Dit jaar werkte ook het Koninklijk Concertgebouworkest weer aan de serie mee onder leiding van Riccardo Chailly (19 en 22 augustus).

Nieuw Sinfonietta Amsterdam trad driemaal op: * onder leiding van Lev Markiz met medewerking van Jos van Immerseel, piano (1 juli); * onder leiding van Reinbert de Leeuw met medewerking van de violist Thomas Zehetmair (8 juli); * onder leiding van Andrew Mogrelia met medewerking van de violist Jaap van Zweden (17 juli).

Aan de serie werkten twee jeugdorkesten mee: * Nationaal Jeugd Orkest onder leiding van Roherto Benzi, met medewerking van Jürgen Kussmaul, altviool (1 augustus); * Jeugd Orkest Nederland onder leiding van Alexander Vakoulsky, met medewerking van Daniel Rowland, viool (16 augustus).

Recitals werden gegeven door: * Maxim Vengerow, viool, met Itamar Golan, piano (20 juli); * Andrei Nikolsky, piano (23 juli); * Melvyn Tan, fortepiano (26 juli); * Elly Ameling, sopraan, met Rudolf Jansen, piano (31 juli); * Gil Shaham, viool, met Gerhard Oppitz, piano (12 augustus); * Trio Olli Mustonen, piano, Joshua Bell, viool. Steven Isserlis, violoncel (20 augustus); * Sergiu Luca, barokviool, met Jos van Immerseel, fortepiano (25 augustus).

Voorts traden op: * Rotterdams Philharmonisch Orkest onder leiding van Hans Vonk, met medewerking van Matt Haimovitz, violoncel (2 juli); * The Amsterdam Baroque Orchestra onder leiding van Ton Koopman met medewerking van Lieuwe Visser, bas (3 juli); * Combattimento Consort Amsterdam onder leiding van Jan Willem de Vriend, met medewerking van Isabelle van Keulen, viool (5 juli); * Laureaten Koningin Elisabeth Muziekwedstrijd, Noordhollands Philharmonisch Orkest onder leiding van Lucas Vis (7 juli); * Orchestre National de Lille onder leiding van Jean-Claude Casadesus, met medewerking van Georges Pludermacher, piano (9 juli); * Austro-Hungarian Haydn Orchestra onder leiding van Adam Fischer, met medewerking van Bella Davidovich, piano (15 juli); * London Festival Orchestra onder leiding van Ross Pople, met medewerking van Malcolm Messiter, hoho (29 juli); * Moscow Chamber Orchestra onder leiding van Constantine Orbelian, met medewerking van Pieter Wispelwey, violoncel (3 augustus); * Australian Chamber Orchestra onder leiding van Richard Tognetti, met medewerking van Barry Tuckwell, hoorn (6 augustus); * Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van Edo de Waart, met medewerking van Roberta Alexander, sopraan (21 augustus); * Nederlands Kamerorkest onder leiding van Graeme Jenkins, met medewerking van Richard Goode, piano (26 augustus); * Radio Symfonie Orkest, onder leiding van vier jonge dirigenten, die deelnamen aan de International Conductors’ Master Class; * Nederlands Blazers Ensemble (30 augustus); * Residentie Orkest onder leiding van Franz Welser-Möst, met medewerking van Nelson Goemer, piano (31 augustus).

Ter gelegenheid van het honderdste Robeco Groep Zomerconcert werd op zondag 23 augustus een speciaal programma georganiseerd: vanaf 12.00 uur werden in de Grote Zaal en in de Kleine Zaal doorlopend concerten gegeven door orkesten, ensembles en solisten.

Het contract met de Robeco Groep werd verlengd voor een periode van minstens driejaar; daarmee is de continuering van de Robeco Groep Zomerconcerten in 1993, 1994 en 1995 mogelijk gemaakt.

5 13. Lunchconcerten Tot en met 24 juni 1992 en van 2 september 1992 af werden iedere woensdag, afwisselend in de Grote en Kleine Zaal, lunchconcerten gegeven, welke gratis toegankelijk waren. De concerten in de Grote Zaal werden verzorgd door verschillende orkesten, waaronder meermalen het Koninklijk Concertgebouworkest, terwijl in de Kleine Zaal solisten en kamermuziekensembles optraden.

Andere concerten (verhuringen) De concerten van het Koninklijk Concertgebouworkest waren onderverdeeld in 5 series: serie B (12 concerten op de donderdag-, resp. woensdagavond), serie C (8 concerten op de donderdagavond), serie Z (8 concerten op de zondagmiddag), serie D (6 concerten op de vrijdagavond) en serie E (5 concerten op de zaterdagavond). In het seizoen 1991-1992 werd de C-serie in twee kleine series van elk drie concerten verdeeld: de mini C-serie en de Chailly mini-serie. In 1992-1993 werd ook de serie B in tweeën gedeeld: serie Ba en serie Bb, elk 6 concerten omvattende. Buiten de genoemde series gaf het Koninklijk Concertgebouworkest concerten voor het Amsterdams Uitburo, drie lunchconcerten, twee zomerconcerten en enige besloten concerten; genoemd dienen te worden het benefietgala met medewerking van de sopraan Edita Gruberova op 17 oktober en de Eurovisie Kerstmatinee.

Naast chefdirigent Riccardo Chailly traden als gastdirigent op André Previn, Nikolaus Harnoncourt, Charles Dutoit, Wolfgang Sawallisch, Carlo Maria Giulini, Georg Solti, Fran: Brüggen, Hans Vonk en Walter Weller.

De Johannes Passion werd ditjaar uitgevoerd onder leiding van Frans Brüggen.

De Stichting Comité voor het Concertgebouw heeft een actief seizoen gehad. Door deze Stichting werden de volgende series georganiseerd: Zes Wereldberoemde Symfonieorkesten, Zes Wereldberoemde Barokorkesten, Grote Solisten in het Concertgebouw. In het seizoen 1992-1993 werden deze series voortgezet, terwijl bovendien een nieuwe serie ’Carte Blanche voor Yo-Yo Ma’ werd toegevoegd.

Belangrijke concerten, die door de Stichting Comité voor het Concertgebouw werden gepresenteerd, waren onder meer: Philharmonisch Orkest van St Petersburg en het Oslo Philharmonisch Orkest, beide onder leiding van Mariss Jansons; Hespèrion XX onder leiding van Jordi Savall; The Orchestra of the Age of Enlightenment onder leiding van Charles Mackerras; het pianoduo Katia en Marielle Labèque; Jessye Norman, de tenor Michael Sylvester en het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder leiding van Edo de Waart; de violiste Midori, met Robert MacDonald, piano; Yo-Yo Ma, violoncel, met de solosuites van Bach op één avond; Wiener Philharmoniker onder leiding van André Previn Sviatoslav Richter, piano.

Het Nederlands Philharmonisch Orkest trad in het jaar 1992 25 maal op, in abonnementsconcerten, in de Romantische serie en in een lunchconcert; het Nederlands Kamerorkest trad 22 maal op, in abonnementsconcerten, in de Romantische serie en in een lunchconcert.

Naast chefdirigent Hartmut Haenchen waren gastdirigent bij het Nederlands Philharmonisch Orkest: Ken-Ichiro Kobayashi, Muhai Tang, Serge Baudo, James De Preis en Vassili Sinaiski; bij het Nederlands Kamerorkest: Richard Hickox, Istvan Parkanyi, Philippe Entremont, Günther Pichler, Howard Shelley, Lev Markiz, Graeme Jenkins en Antoni Ros-Marba.

De VARA organiseerde in 1992 34 matinees op de vrije zaterdag, waarvan één in de Kleine Zaal. De concerten waren onderverdeeld in verschillende series.

Naast de Stichting KAM, Roelof Jonker Music Management, Stardust Productions, Riasko Concert Management, Concertmanagement Rob Groen en Holland Music Sessions verzorgden ook andere concertorganisatoren vele concerten zowel in de Grote als de Kleir Zaal.

Vele verenigingen van amateurmusici gaven uitvoeringen in het Concertgebouw.

Verdere manifestaties Het Gemeentebestuur van Amsterdam hield wederom zijn Nieuwjaarsreceptie in het Concertgebouw na een concert voor genodigden.

Ook werd het Concertgebouw verhuurd voor recepties, feesten, persconferenties en vergaderingen.

6 NTERNE ZAKEN

De restauratie van de buitengevels en Door de firma Triplan uit Hilversum is op verzoek van het Concertgebouw de dakornamenten voorbereiding en begeleiding verzorgd van dit project. Met een subsidie van Monumentenzorg en een financiële bijdrage van de participanten in dit project is het gelukt de al lang gekoesterde wensen in vervulling te laten gaan. Zo werd het mogelijk naast de noodzakelijke bouwkundige herstelwerken (o.a. scheuren in metselwerk, houtreparatie, reparatie zinken daken, gevelreiniging en schilderwerk), ook enkele monumentale onderdelen te herstellen of te herplaatsen. Dit waren bijvoorbeeld de terracotta gootklossen, de pylonen en vleugelstukken, de flambouwen en tot slot de hekwerken met balusters en lieren op de traptorens.

Twee onderdelen uit dit project zijn vermeldenswaardig. Ten eerste het verguldwerk van diverse elementen van de voorgevel (rozetten, letters en muziekinstrumenten) dat door schildersbedrijf De Toekomst Schildersdivisie met veel vakmanschap is uitgevoerd. Ten tweede het zinken ornamentwerk (pylonen, vleugelstukken, flambouwen en hekwerken van de traptorens) dat door B.V. Tulleners Installatie Techniek op voortreffelijke wijze en met veel vakkennis gereconstrueerd is. Na een lange voorbereidingstijd voor deze onderdelen is tot ieders tevredenheid in 1992 de buitenzijde van het Concertgebouw weer hersteld.

Een aantal beschermende maatregelen is genomen tegen de duivenoverlast. Zogenaamde “duivenpennen” zijn op alle horizontale richels geplaatst. Verder is voor de beeldengroep in het tympaan van de vroegere voorgevel een bijna onzichtbaar net gespannen. Over een methode van vochtwering van de buitengevel, hydrofoberen genaamd, vond met Monumentenzorg uitvoerig overleg plaats. Daar zij nog niet over voldoende testresultaten beschikten, werd hesloten de behandeling voorlopig op alleen een proefvlak toe te passen.

Voorts is een begin gemaakt met de produktie van een nieuwe koperen lier die de oude zinken op het dak van de Grote Zaal gaat vervangen. Na het vergulden zal deze begin 1993 geplaatst worden. Daarmee is de restauratie van de buitengevel voltooid.

De kosten die met dit project gemoeid waren, belopen circa ƒ 1,8 miljoen.

Het orgel De restauratiewerkzaamheden aan het orgel zijn ook in 1992 gestaag verder gegaan. Een mijlpaal werd op 5 juni bereikt, toen de nieuwe speeltafel het gebouw werd binnengebracht en geplaatst. Begin april werd gestart met de opbouw in de oude kas waarvoor een strakke planning werd aangehouden. Hier kwam medio augustus nog bij dat absolute stilte een eerste vereiste was, toen met intoneren begonnen werd. Het merendeel van de werkzaamheden is derhalve in de nacht uitgevoerd.

Met de restauratie van het orgel werd ook het opknappen van de orgelkas noodzakelijk. Het houtwerk is waar nodig vastgezet, gelijmd, aangepast en aangevuld. Verder zijn de oude waslagen verwijderd en is de kas gereinigd. Een nieuwe laag is aangebracht om afwijkende delen weer op kleur te brengen. Voorts is er nieuw verguldsel en goudverf aangebracht op het snijwerk en op de zinken koepels.

De firma Flentrop Orgelbouw heeft na het opbouwen van het binnenwerk in de eigen werkplaats alles weer uit elkaar genomen en in het Concertgebouw opgebouwd. De Technische Dienst van het Concertgebouw heeft naast het restaureren van de kas, een nieuwe onderbouw van de speeltafel gemaakt in dezelfde stijl als de kas.

Naast deze grote projecten is nog een aantal andere projecten voorbereid en/of uitgevoerd. Dit zijn o.a. - Het aanbrengen voor de halfronde ramen van de Grote Zaal van elektrische, op afstand bedienbare, rolluiken. Hierdoor kan op ieder gewenst moment de zaal verduisterd worden, een efficiencyverbetering ten opzichte van de oude situatie waarbij zeilen handmatig werden aangebracht.

- Een aparte, geconditioneerde ruimte werd ontworpen en gebouwd in de stoelenberging onder de Grote Zaal, bestemd als berging en stemruimte voor de twee Grote Zaal- vleugels. Naast de mogelijkheid het klimaat te regelen (temperatuur, vochtigheid en ventilatie) is ook aan geluiddemping de nodige aandacht gegeven. De stemmer kan nu zijn werk doen zonder de activiteiten op het podium Grote Zaal te storen.

- De opnamestudio is op verzoek en met financiële steun van één van de gebruikers (Decca) aangepast. Niet alleen is een aangenamere ruimte gecreëerd, vooral de absorptie van vloer, plafond en wanden is verbeterd. Hiertoe is een systeemplafond aangebracht en zijn de wanden voorzien van een dempend materiaal. Daarnaast is de verlichting verbeterd.

7 - Het afbrokkelen van de betonnen vloer in de stoelenberging is verholpen door deze te injecteren niet een kunsthars. Daarna is de vloer voorzien van een mipolan vloerbedekking.

Bedrijfshulpverleningsplan De werkgroep Bedrijfshulpverlening heeft in het verslagjaar met hulp van externe deskundigen een definitief beleidsplan opgesteld. In de eerste helft van 1993 zullen de trainingen gaan plaats vinden en zal vervolgens het plan operationeel worden.

8 PERSONEEL EN ORGANISATIE

Dit verslag moeten wij helaas beginnen met het melden van het overlijden van twee medewerkers. Hans de Boer, chef van het Bespreekbureau, overleed op 47-jarige leeftijd na een ernstige ziekte op 20 maart 1992. De gehele organisatie en het Bespreekbureau in het bijzonder missen hem in het werk, maar vooral ook als mens. Op 16 oktober overleed ten gevolge van een verkeersongeval op 20-jarige leeftijd Jolente Boissevain. Zij was tot kort voor haar overlijden in dienst als programmaverkoopster. Haar overlijden heeft ons allen diep getroffen.

In 1992 steeg het aantal medewerkers, van 66 in 1991 naar 69. Door de belangrijke groei van de horeca-omzet gedurende de laatste jaren en de toeneming van de automatisering binnen de organisatie werd het gewenst deze afdelingen te versterken. Tevens werd het directiesecretariaat uitgebreid, zodat de directeur en de adjunct-directeur nu ieder een secretaresse hebben, van wie één tevens werd belast met personele zaken. Op oproepbasis waren per eind 1992 ca. 120 medewerkers volgens een roulatieschema bij concerten werkzaam.

De Ondernemingsraad en Directie vergaderden in het verslagjaar 5 keer, waarbij de belangrijkste onderwerpen waren het Arbeidsreglement en het personeelsbeleid. De Werkgroep Arbeidsvoorwaarden heeft voorstellen gedaan voor wijzigingen van het Arbeidsreglement, waarvan de Ondernemingsraad met instemming kennis heeft genomen. Eveneens werden door de Werkgroep Arbeidsvoorwaarden voorstellen gedaan aan de Ondernemingsraad met betrekking tot besteding van de WAGGS-gelden, de jaarlijkse extra subsidie in het kader van de Wet Arbeidsvoorwaarden Gepremieerde en Gesubsidieerde Sector. De Ondernemingsraad keurde de voorstellen voor salarisverhoging en incidentele verlaging van de pensioenpremie goed.

De Kontaktcommissie (overlegorgaan voor oproepmedewerkers) en Directie hadden 7 overlegvergaderingen. Aan de orde kwamen onder meer de mogelijkheid van samengaan van Ondernemingsraad en Kontaktcommissie, alsmede een aantal arbeidsvoorwaarden. De salarissen van de afroepmedewerkers werden in 1992 verhoogd, conform de verhogingen van het minimumloon.

Aan het einde van het verslagjaar werd besloten de Kontaktcommissie om te vormen tot een Ondernemingsraad voor de oproepmedewerkers (O.O.R.) en om tevens, naast deze O.O.R. en de Ondernemingsraad voor personeel in vaste dienst (V.O.R.) een Centrale Ondernemingsraad op te zetten, waarin die zaken aan de orde kunnen worden gesteld, die beide personeelsgroeperingen betreffen. Een voorstel voor een praktische invulling van deze stap was op het einde van het verslagjaar nog in voorbereiding bij beide overlegorganen.

De functiebeschrijvingen van het vaste personeel die beginjaren tachtig waren gemaakt, dienden vrijwel alle door de veranderingen in de organisatie herzien te worden. Hiertoe werd een externe deskundige aangetrokken, die in het najaar begonnen is.

Naast de bestaande Veiligheidswet zijn door de overheid voorschriften ten aanzien van welzijn en gezondheid van de medewerkers vastgelegd in de Arbeidsomstandigheden-wet (ARBO-wet), die ook voor het Concertgebouw van kracht is geworden. Eind 1992 is een werkgroep ingesteld, die een voorstel voor een te voeren ARBO-beleid in voorbereiding heeft genomen.

Percentage ziekteverzuim: Het ziekteverzuim bedroeg in het verslagjaar 5,3 % verlengd seizoen seizoen boekjaar 1987/1988 1988/1989 l-9-’89/ 1991 1992 1-1-1991

Het Concertgebouw N.V. 11,2 11,5 8,5 4.3 5,3 Landelijk gemiddelde 6,7 6,8 6,8 6.4 5,1 Gemiddelde leeftijd 40,4 41,4 40,5 40,6 40,6

In de verslagperiode was het 25 jaar geleden dat mevrouw A.C. van der Hoeven (afdeling Zaalverhuur) in dienst trad bij Het Concertgebouw N.V. en vierden mevrouw A.L. Dolstra (medewerkster afdeling Horeca) en de heer J.W.J. Kootwijk (portier) hun 12V2-jarig dienstverband.

Van mevrouw M.A. Philips-Hagman (horeca- en vestiairemedewerkster) en de heer N. van Vliet (buffetcontroleur) namen wij na resp. 31 en 25 jaar feestelijk afscheid, aangezien beiden de wens te kennen hebben gegeven gebruik te maken van de VUT-regeling. Ook op

9 deze plaats spreken wij onze waardering uit voor hun langdurige betrokkenheid bij onze vennootschap.

In theater Carré vond een feestelijke nieuwjaarsbijeenkomst plaats, waar naast vrijwel alle vaste en afroepmedewerkers en commissarissen, ook veel gepensioneerden aanwezig waren.

De Directie en Raad van Commissarissen danken tenslotte alle medewerk(st)ers voor de inzet en betrokkenheid die zij ook dit jaar weer getoond hebben, waardoor de groei aan activiteiten professioneel werd opgevangen.

Amsterdam, 3 mei 1993

De Directie, M. Sanders

10 •RE-ADVIES VAN :OMMISSARISSEN AAN DE lANDEELHOUDERS VAN HET Overeenkomstig artikel 16 lid 2 van de statuten bieden wij u aan de balans per 31 december :ONCERTGEBOUW N.V. 1992 en de winst- en verliesrekening over het boekjaar 1992, benevens de toelichting als door de Wet voorgeschreven.

Deze jaarrekening is opgemaakt door de Directie en door ons goedgekeurd. Ten bewijze daarvan is de jaarrekening ondertekend door de Directie en alle leden van de Raad van Commissarissen.

De jaarrekening gaat vergezeld van de verklaring van de accountant, die ingevolge artikel 16 lid 3 van de statuten door de vennootschap is aangesteld.

Wij stellen u voor:

- de jaarrekening van Het Concertgebouw N.V. over het boekjaar 1992 vast te stellen; - de Directie en de Commissarissen décharge te verlenen voor het door hen gevoerde beleid dan wel het gehouden toezicht daarop; - geen dividend vast te stellen en uit te keren, ingevolge artikel 17 van de statuten.

Amsterdam, 3 mei 1993

RAAD VAN COMMISSARISSEN

Voorzitter H.G. Advokaat Vice-voorzitter R. Blekxtoon G.A. Greidanus C.C. Delprat J.E. van der Does de Willebois F.A. Maljers

11 HET CONCERTGEBOUW N.V.

JAARREKENING 1992 1. BALANS PER 31 DECEMBER 1992 (na bestemming van het resultaat)

31 december 1992 31 december 199

fff Vaste activa Materiële vaste activa gefixeerde waarden: bedrijfsgebouwen en terreinen 1.270.000 1.270.000 andere vaste bedrijfsmiddelen 68.000 68.000

1.338.000 1.338.0(- boekwaarden, nog af te schrijven: bedrijfsgebouwen 328.147 403.428 andere vaste bedrijfsmiddelen 1.273.339 1.174.321

1.601.486 1.577.7-

2.939.486 2.915.7- Financiële vaste activa

deelneming 112.000 112.0(

Vlottende activa Voorraden 130.408 93.6:

Vorderingen Stichting Steun het Concertgebouw 1.013.348 543.731 zaalhuur debiteuren 1.448.523 1.609.333 overige vorderingen en overlopende activa 1.746.131 1.913.644

4.208.002 4.066.7'

Liquide middelen 1.867.697 2.527.8 31 december 1992 31 december 1991

Passiva Ei^en vermogen gestort en opgevraagd kapitaal gewone aandelen 150.000 150.000 preferente aandelen 307.000 307.000

457.000 457.000

ovenge reserves 1.636.914 1.354.087

2.093.914 1.811.087

Voorzieningen voorziening groot onderhoud 521.450 0 backservice-voorziening 0 7.600

521.450 7.600

Langlopende schulden (nog meer dan 1 jaar) 4'/2% geldlening 22.400 24.640 6%% geldlening 251.732 301.685 renteloze lening 200.000 200.000 overige schulden 54.752 101.351

528.884 627.676

Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) crediteuren 1.777.441 1.436.810 schulden ter zake van belastingen en sociale lasten 326.816 710.541 overlopende schulden en overlopende passiva 3.298.100 4.984.624

5.402.357 7.131.975 vooruitontvangen entree- en abonnementsgelden 710.988 137.600 6.113.345 7.269.575

9.257.593 9.715.938

15 2. WINST- EN VERLIESREKENING OVER 1992

1992

ƒ ƒ Netto omzet verhuur gebouw 6.087.913 5.987.054 verhuur roerende activa 501.461 531.975 brutowinst buffet 1.987.913 1.583.406 overige baten 403.301 375.386

Som der bedrijfsopbrengsten 8.980.588

lonen en salarissen 4.782.492 4.634.484 sociale lasten 1.059.743 917.971 pensioenlasten 109.685 59.573 afschrijvingen van vaste activa 393.713 350.591 vrijgevallen WIR-premie 0 (44.792) overige bedrijfskosten 4.632.079 4.629.089

Som der bedrijfslasten 10.977.712

Bedrijfsresultaat (1.997.124)

Financiële baten en (lasten) rentebaten 278.438 202.705 rentelasten (33.160) (40.197)

245.278

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening (1.751.846)

Buitengewone baten en (lasten) bijdrage Monumentenzorg 209.283 0 restauratiekosten orgel (920.659) (594.141) bijdrage Stichting Steun Het Concertgebouw 920.659 594.141

209.283

Resultaat boekjaar (1.542.563) subsidie Gemeente Amsterdam 1.825.390

Saldo 282.827 3. HERKOMST EN BESTEDING DER MIDDELEN IN 1992

1992 1991

ƒ ƒ Herkomst der middelen resultaat boekjaar (1.542.563) (1.906.587) subsidie Gemeente Amsterdam 1.825.390 1.701.830 afschrijvingen 393.713 350.591

cash-flow 676.540 145.834 voorziening groot onderhoud 521.450 0

(A) 1.197.990 145.834

Besteding der middelen netto investeringen in vaste activa 417.450 308.448 netto investeringen in financiële vaste activa 0 105.010 vrijgevallen investeringspremie 0 44.792 onttrekking backservice-voorziening 7.600 32.700 aflossing geldleningen 98.792 80.039

(B) 523.842 570.989

toename/(afname) werkkapitaal (A-B) 674.148 (425.155)

Mutaties werkkapitaal hogere voorraden 36.769 15.065 meer/(minder) vorderingen op korte termijn 141.294 (37.226) {minder)/meer liquide middelen (660.145) 1.859.197 minder/(meer) schulden op korte termijn 1.156.230 (2.262.191)

toename/(afname) werkkapitaal 674.148 (425.155) werkkapitaal begin boekjaar (581.386) (156.231)

werkkapitaal einde boekjaar 92.762 (581.386)

17 4. TOELICHTING OP DE BALANS EN DE WINST- EN VERLIESREKENING

4.1 Algemeen De activiteiten van Het Concertgebouw N.V. betreffen voornamelijk het stichten, het instandhouden en exploiteren van een gehouw te Amsterdam, geschikt tot het geven van concertuitvoeringen en het organiseren van concerten.

Vanaf 1 september 1989 wordt de vennootschap door de Gemeente Amsterdam gesubsidieerd volgens de methodiek van beperkte budgetfinanciering, hetgeen inhoudt, da zowel een jaarlijkse verrekening van overschotten als een eventuele suppletie van mogelijk tekorten achterwege blijft.

4.2 Waarderingsgrondslagen De toegepaste grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling zijn in hoofdlijnen waardering van activa en passiva tegen historische kostprijzen en het in aanmerking nemer van resultaat nadat de muziekuitvoering heeft plaatsgevonden.

Het toegepaste systeem van waarderingsgrondslagen is ongewijzigd ten opzichte van de vorige verslagperiode.

De waarderingsgrondslagen zijn hierna uiteengezet bij de toelichting van de afzonderlijke balanshoofden; voor zover niets is vermeld, geschiedt de waardering tegen nominale waarden.

4.3 Materiële vaste activa Met ingang van het boekjaar 1980/1981 zijn de onroerende goederen en enkele andere vast bedrijfsmiddelen op de boekwaarde per 1 september 1980 gefixeerd. Over deze waarden wordt niet meer afgeschreven. De overige vaste activa zijn gewaardeerd tegen historische kostprijzen, verminderd met afschrijvingen welke berekend worden op basis van de geschatte totale levensduur van de desbetreffende activa.

De specificatie luidt als volgt: gefixeerde waarden boekwaarden nog af te schrijven

bedrijfs- andere vaste bedrijfs- andere vaste gebouwen bedrijfs- gebouwen bedrijfs- en terreinen middelen middelen

ƒ ƒ ƒ ƒ

Stand per 31 december 1991 aanschafprijs 2.418.000 141.000 752.803 2.608.116 5.919.'. cumularieve afschrijvingen 1.148.000 73.000 349.375 1.433.795 3.004.1

boekwaarde 1.270.000 68.000 403.428 1.174.321 2.915.1

Mutaties in de boekwaarde investeringen 0 417.450 417.. desinvesteringen 0 0 afschrijvingen (75.281) (318.432) (393.-

(75.281) 99.018 23.'

Stand per 31 december 1992 aanschafprijs 2.418.000 141.000 752.803 2.788.103 6.099.' cumulatieve afschrijvingen 1.148.000 73.000 424.656 1.514.764 3.160.

boekwaarde 1.270.000 68.000 328.147 1.273.339 2.939.

Afschrijvingspercentage 0% 0% 10% 10-33%

18 Gefixeerde waarden Het Concertgebouw valt onder Monumentenzorg. De totale grondoppervlakte van het gebouw beloopt ca. 4.900 m^; die van het administratiegebouw ca. 110 m^.

Boekwaarden, nog af te schrijven Betreft sinds het boekjaar 1980/1981 geïnvesteerde bedragen in vaste activa, gewaardeerd tegen historische kostprijzen, verminderd met afschrijvingen berekend op basis van de geschatte totale levensduur.

Verzekerde waarden De verzekerde waarde bedraagt volgens uitgebrachte taxatierapporten:

het hoofd- en kantoorgebouw en trafohuis ƒ 70.110.000 het orgel ƒ 2.250.000 de inventaris en schilderijen ƒ 11.925.000

Renovatie van het Concertgebouw In de periode 1984 tot en met 1988 heeft een totale renovatie van het Concertgebouw plaatsgevonden. De totale kosten hebben rond ƒ 48 miljoen bedragen. De kosten van deze renovatie zijn praktisch geheel gefinancierd met bijdragen van Rijk, Provincie, Gemeente, bedrijven en particulieren. Uit dien hoofde komt de renovatie van het gebouw niet tot uitdrukking in de balans van de vennootschap.

Restauratie van het orgel De totale kosten voor de restauratie van het orgel worden begroot op ƒ 2.583.000. De hiervoor benodigde gelden worden via de Stichting Steun het Concertgebouw ingezameld. De eigen bijdrage van de vennootschap wordt geschat op ƒ 583.000 waarvoor de vennootschap een voorziening heeft getroffen. De in 1992 betaalde kosten ad ƒ 920.659 zullen door de Stichting worden gefinancierd.

4.4 Financiële vaste activa Betreft een 49% deelneming in B.V. Beheer van de Instrumenten en Muziekbibliotheek van het Deelneming Koninklijk Concertgebouw Orkest en kan als volgt worden gespecificeerd; ƒ ƒ deelname in aandelenkapitaal 40.000 verstrekte lening 1.400.000 uitgesteld verkoopresultaat van de muziekinstrumenten en muziekbibliotheek 1.328.000

72.000

112.000

De waardering van de aandelen geschiedt tegen kostprijs. De zichtbare intrinsieke waarde van de deelneming per 31 december 1991 bedraagt ƒ 120.634 negatief volgens een concept jaarrekening. De verstrekte lening draagt een rentepercentage van 8,85% en zal begin 1996 worden afgelost. In 1991 is door De Nederlandse Orkest Stichting tot Beheer van het Koninklijk Concertgebouw Orkest (KCO) voor 51 % deelgenomen in het aandelenkapitaal van de voorheen 100% deelneming B.V. Beheer van de Instrumenten en Muziekbibliotheek van het Koninklijk Concertgebouw Orkest. Contractuele bepalingen geven KCO het recht tot eventuele verwerving van het gehele aandelenkapitaal van deze deelneming. Bij gehele afstoting van het aandelenkapitaal door de vennootschap resulteert voor de vennootschap een verkoopresultaat groot ƒ 1.328.000 inzake de aan de deelneming verkochte instrumenten en muziekbibliotheek. Dit afstoten van het aandelenkapitaal zal niet eerder plaatsvinden dan 1 januari 1996.

4.5 Voorraden De voorraden betreffen de aanwezige buffervoorraad en kioskartikelen. De voorraden zijn gewaardeerd tegen inkoopprijzen of mogelijke lagere opbrengstwaarde.

6 Overige vorderingen en overlopende activa Onder de overige vorderingen en overlopende activa is een bedrag ad ƒ 91.270 (vorig jaar ƒ 24.926) opgenomen inzake nog te ontvangen subsidie van de Gemeente Amsterdam.

Door Bureau Monumentenzorg toegezegde bijdragen in de onderhoudskosten van het gebouw zijn voor de verwachte bijdragen en tegen de contante waarde ten bedrage van ƒ 209.283 onder de overige vorderingen opgenomen.

19 4.7 Eigen vermogen Aandelenkapitaal

Het statutair maatschappelijk kapitaal bedraagt 2.000.0

Verdeeld in: 3.700 preferente aandelen a ƒ 500 1.850.0 300 gewone aandelen a ƒ 500 150.0

2.000.0

Hiervan zijn geplaatst en volgestort: 614 preferente aandelen a ƒ 500 307.0 300 gewone aandelen a ƒ 500 150.0

457.C

De rechten van de preferente aandelen betreffen een winstpreferentie.

Overige reserves 31 december 1992 31 december H

ƒ saldo begin boekjaar 1.354.087 538.1 overboeking saldo egalisatierekening subsidie Gemeente Amsterdam 0 1.020.< saldo van de resultatenrekening 282.827 (204.'

Saldo ultimo boekjaar 1.636.914 1.354.(

4.8 Voorziening groot onderhoud In 1992 is besloten een voorziening voor groot onderhoud op te nemen. De opgebouwde voorziening bedraagt per 31 december ƒ 521.450.

De voorziening is bestemd om het grote onderhoud aan het gebouw over de jaren te egaliseren jaarlijkse dotatie zal ƒ 207.150 bedragen.

4.9 Langlopende schulden (nog meer dan 1 jaar) 4^/2% geldlening Betreft een lening a 4y2 % met een verplichte aflossing van ƒ 2.240 per jaar. Voor deze lening is - negatieve hypotheekverklaring afgegeven.

geldlening Betreft een op 27 maart 1987 ontvangen geldlening ad ƒ 499.630 van de Gemeente Amsterdam. rente bedraagt 6y4% per jaar en de lening dient in 10 jaarlijkse annuïteiten, elk groot ƒ 70.316, n worden afgelost. Het evenredige deel van de annuïteit per 31 december 1992 is onder overige schulden en overlopende passiva opgenomen.

Renteloze lening Betreft een op 30 september 1987 ontvangen geldlening ad ƒ 200.000 van Heineken Nederland 1 Over het geleende geld is geen rente verschuldigd. Aflossing dient te geschieden op 1 september 1997.

Overige schulden Deze betreffen de nog te betalen financial leasetermijnen met betrekking tot geactiveerde investeringen. Het binnen 1 jaar te betalen deel bedraagt ƒ 39.763.

4.10 Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) Bankkrediet Door de ABN AMRO Bank N.V. is tot wederopzegging een krediet in rekening-courant verlee van ten hoogste ƒ 500.000.

4.11 Grondslagen voor de bepaling van het resultaat De grondslagen voor de bepaling van het resultaat zijn als volgt.

20 Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het boekjaar, gewaardeerd tegen historische kostprijzen. De afschrijvingen op de vaste activa zijn gebaseerd op historische kostprijzen en tijdsgelang gebruiksduur. De door de Gemeente Amsterdam toegekende subsidie wordt op het nadelige bedrijfsresultaat in mindering gebracht.

12 Toelichting op de winst- en verliesrekening De winst- en verliesrekening over 1992 toont een nadelig bedrijfsresultaat uit gewone bedrijfsuitoefening van ƒ 1.751.846 (vorigjaar/ 1.906.587). De met betrekking tot de restauratie van het orgel betaalde kosten, zullen met een bijdrage van Stichting Steun Het Concertgebouw worden gefinancierd. De bijdrage Monumentenzorg ad ƒ 209.283 is als buitengewone bate verantwoord, waania een nadelig resultaat van het boekjaar resulteert van ƒ 1.542.563. Op dit bedrag is in mindering gebracht door de Gemeente Amsterdam op basis van budgetfinanciering toegezegde subsidie voor het boekjaar 1992 van ƒ 1.825.390 (vorigjaar/ 1.701.830). Het voordelige saldo dat hierna resteert van ƒ 282.827 (vorigjaar / 204.757 nadelig) is ten gunste van de overige reserves gebracht.

Voor de detaillering van de opbrengsten en kosten wordt naar de winst- en verliesrekening verwezen. De overige bedrijfskosten bestaan uit:

1992 1991

ƒ ƒ diverse exploitatiekosten 1.508.739 1.213.087 bureaukosten 445.551 265.517 onderhoudskosten 1.609.445 2.269.903 overige kosten 1.068.344 880.582

4.632.079 4.629.089

Onder de onderhoudskosten over 1991 is begrepen een bedrag ad / 1.605.787 met betrekking tot opgedragen onderhoudswerkzaamheden ten behoeve van het gebouw, welke in 1992 zijn uitgevoerd.

In 1992 is besloten een voorziening voor groot onderhoud op te nemen. Het saldo bedraagt per 31 december 1992/ 521.450.

4.13 Personeel, bestuur en commissarissen Gedurende het boekjaar heeft de vennootschap gemiddeld 70 werknemers in vaste dienst. De vennootschap heeft één directeur en zes commissarissen. De commissarissen genieten geen bezoldiging.

4.14 Vennootschapsbelasting Het fiscale resultaat over het boekjaar 1992 bedraagt / 626.475. Na verrekening van fiscale verliezen uit voorgaande jaren resteert een belastbaar fiscaal resultaat van / 26.842. Het hierover verschuldigde bedrag aan vennootschapsbelasting ad / 10.737 kan worden gecompenseerd met de fiscale WIR-claim uit de jaren 1983 tot en met 1989 ad / 71.430.

In de balans per 31 december 1992 is geen rekening gehouden met belastinglatenties, voortvloeiend uit de fiscaal lagere waardering van de vaste activa, aangezien het de verwachting is dat deze niet gerealiseerd zullen worden.

15 Niet uit de balans blijkende verplichtingen De vennootschap heeft een regeling tot vervroegde uittreding (VUT) getroffen ten behoeve van haar personeel. De benodigde fondsen zullen worden opgebouwd middels jaarlijkse stortingen aan een verzekeringsmaatschappij.

21 OVERIGE GEGEVENS

Statutaire regeling inzake de Artikel 17, leden 1 en 2 luiden als volgt: winstbestemming 1. De vennootschap kan slechts dividenden en andere uitkeringen doen voor zover haar eigen vermogen groter is dan het bedrag van het gestorte en opgevraagde deel van he( kapitaal vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden.

2.1. Ten laste van de winst, blijkens uit de door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vastgestelde winst- en verliesrekening wordt allereerst zoveel gereserveerd als de Directie, onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen, mocht beslissen.

Tot het doen van uitkeringen op aandelen ten laste van de aldus ontstane reserve kan door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders slechts worden besloten op voorstel van de Raad van Commissarissen.

2.2. Hetgeen na reservering als voormeld van de voor verdeling vatbare winst resteert, wordt indien en voor zover mogelijk verdeeld als volgt:

A. allereerst wordt op de preferente aandelen een dividend uitgekeerd van zes procen berekend over het nominale op de aandelen gestorte bedrag; B. vervolgens wordt op de gewone aandelen een dividend uitgekeerd van vijf procent berekend over het nominale op die aandelen gestorte bedrag.

Het wegens ontoereikendheid van de voor verdeling vatbare winst in enig vorig boekjaar aan aandeelhouders ingevolge de vorige zin te weinig uitgekeerd dividend, zal - onder aftrek van eventuele uitkeringen op aandelen ten laste van enige reserve van de vennootschap - uit de alsdan resterende winst zoveel mogelijk - eerst op de preferente aandelen en vervolgens op de gewone aandelen - alsnog worden uitgekeerd. De na toepassing van het vorenstaande vervolgens nog resterende winst strekt ten bate vai preferente en gewone aandelen zonder onderscheid.

Winstbestemming De Directie besluit om het voordelige saldo volgens de winst- en verliesrekening ad ƒ 282.827 geheel te reserveren en ten gunste van de overige reserve te brengen. In de balar per 31 december 1992 is met dit besluit reeds rekening gehouden.

22 COUNTANTSVERKLARING

Wij hebben de in dit verslag op de pagina’s 14 tot en met 22 opgenomen jaarrekening 1992 van het Concertgebouw N.V. te Amsterdam gecontroleerd. Dit onderzoek is verricht in overeenstemming met algemeen aanvaarde controlegrondslagen.

Op grond van dit onderzoek zijn wij van oordeel dat deze jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen van de vennootschap op 31 december 1992 en van het resultaat over 1992 en ook overigens in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake de jaarrekening.

Amsterdam, 3 mei 1993

COOPERS & LYBRAND DIJKER VAN DIEN

Ar

23